Hoofdstuk 3 Segmentatie, targeting en positionering
Bij de hond heb je een laag relatief marktaandeel én een laag groeipotentieel. Dit product kun je behouden in je portfolio, zolang het je geen geld gaat kosten. Als het product verlieslatend is, dan haal je het beter uit de markt. Het vraagteken ten slotte wordt gekenmerkt door een laag relatief marktaandeel en een hoog groeipotentieel. Voor sommige vraagtekens gebruikt men een marktstrategie om het product uit te bouwen tot een ster. Wanneer vraagtekens geen winst meer maken, is het tijd om ze af te stoten. Om die keuze te maken (afstoten of behouden), kun je je laten leiden door de productlevenscyclus van je product. Zit je in de introductiefase, dan kan het de moeite waard zijn om in het product te investeren. Tijdens de volwassenheidsfase heeft dat minder zin. De BCG-matrix helpt je als marketeer om te bepalen of je een product op korte, middellange of lange termijn behoudt in je productportfolio of het beter afstoot. Maar de matrix kan ook rekenen op kritiek. Zo worden geen concurrenten opgenomen in het model: de matrix vertrekt vanuit je eigen positie. Ook met de samenhang tussen producten houdt de matrix geen rekening. Daarnaast biedt het marktaandeel geen zekerheid op winst. Tot slot kan een bepaalde markt zomaar verdwijnen. Tijdens de Covid-periode mochten bijvoorbeeld heel wat consumenten niet meer op restaurant. Ook daarmee houdt de BCG-matrix geen rekening.
2.7.6 Het Ansoff-model Als je de groeistrategie van je bedrijf wil bepalen, dan kun je een beroep doen op het Ansoff-model of de Ansoff-matrix.10 Door de koppeling van twee groeistrategieën kun je de richting van het bedrijf in de markt bepalen. Het model onderscheidt de volgende combinaties: – Bestaande en nieuwe producten. – Bestaande en nieuwe markten. Figuur 7 Het Ansoff-model
10 https://www.marketingscriptie.nl/ansoff-model-groeistrategie/
101