1 minute read

5 Werkstuk

Next Article
4 Vakjargon

4 Vakjargon

Hoofdstuk 5 Prijsbeleid

Variabele kosten

Dit zijn de kosten die mee variëren met het productieniveau. Als je meer producten produceert, zullen je variabele kosten hoger zijn. Bijvoorbeeld: als een bakker meer broden bakt, zal hij meer grondstoffen nodig hebben.

Vaste kosten (constante kosten of overhead)

Kosten die altijd dezelfde zijn, los van het productieniveau. Bijvoorbeeld: ook als je per maand minder producten verkoopt (of meer), blijft de huurprijs van je winkel dezelfde..

Vechtmerk

Het toevoegen van laaggeprijsde artikelen aan je merkenportfolio om aanvallen van de concurrenten op je premium brand te voorkomen.

Verdienmodel

Het inkomstenmodel van je concept.

Waardeperceptie

Wanneer de voordelen voor de consument groter zijn dan de prijs die ze moeten betalen.

Waardeprijszetting

Een prijszettingsmethode waarbij vertrokken wordt vanuit de waarde die de consument bereid is te betalen voor een product, in functie van de waarde die hij toekent aan dit product.

Waardepropositie

Vertrek vanuit je USP en ga na wat jou en jouw producten uniek maakt. Waarin onderscheid jij je t.a.v. je concurrenten?

Willingness to pay

De betaalbereidheid van de klant.

Yield pricing

Het constant aanpassen van de prijs aan de vraag en het aanbod. Het verschil in prijs tussen wat de klant bereid is te betalen en wat hij effectief betaalde.

Zuivere concurrentie of volledige vrije mededinging

Marktvorm waarbij een veel aanbieders een gelijkaardig product aanbieden.

In het werkstuk wordt afgetoetst in welke mate je de basiselementen onder de knie hebt. Door de inhoud toe te passen op een product naar keuze, verwerf je verdiepende inzichten. Doel is ook dat je vertrouwd raakt met het vakjargon. Gebruik dan ook zo veel mogelijk vakjargon in dit werkstuk.

Kies een product en werk volgende onderdelen uit: – Welke prijszetting hanteert jouw bedrijf: vaste of dynamische? Licht toe. – Welke van de volgende factoren hebben een invloed op de prijszetting van je product of dienst: (1) marketingdoelstellingen (2) marketingmixstrategie (3) kosten (4) verantwoordelijkheid binnen de organisatie? Motiveer je antwoord.

This article is from: