
5 minute read
4 Vakjargon
Hoofdstuk 5 Prijsbeleid
Als je via de webshop bestelt voor een bedrag van 35 euro vanuit de Benelux, dan betaal je geen verzendkosten.
Bron: https://kriket.be/nl/collections#
Ga naar de website van KRIKET (https://kriket.be/nl) en bekijk de prijszetting. Beantwoord de volgende vragen: – Welk verdienmodel zit er achter dit merk? – Welke prijszetting is hier van toepassing: vaste of dynamische prijzen? Leg uit. – Welke interne en welke externe factoren bepalen de prijszetting van dit merk? – Is hier sprake van afroomprijsstrategie of eerder penetratiestrategie? – Welke prijsstrategieën voor het assortiment zijn hier van toepassing? – Welke prijsaanpassingsstrategieën worden hier toegepast? Motiveer je antwoord.
De meeste vaktermen komen voor in dit hoofdstuk. De terminologie met een asterisk komt niet aan bod in het hoofdstuk maar hoort wel bij het thema of wordt gebruikt in de practica op Mijnstudiemateriaal.be. Als marketeer kom je er ongetwijfeld nog mee in aanraking.
Afroomprijsstrategie
Strategie waarbij een nieuw product vrij hoog geprijsd wordt, meestal van toepassing bij de introductie van nieuwe technologische producten. De prijs wordt, eens het product langere tijd op de
Hoofdstuk 5 Prijsbeleid
markt is, stapsgewijs verlaagd. De afzet is daardoor lager in het begin, maar door de hogere prijs wel winstgevender.
Bijproducten
Producten die worden geproduceerd als resultaat van het hoofdproces, denk aan houtsnippers bij het hoofdproces van hout zagen, afval en afgekeurde producten.
Blauwe-oceaan-strategie
Als ondernemer ga je niet uit van de concurrentie, maar zoek je hoe je jou kunt onderscheiden van de concurrenten.
Break-even prijszetting of target return prijszetting
Kostengeoriënteerde prijszetting waarbij men ernaar streeft dat de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten of de winst gelijk is aan nul.
Concurrentiegeoriënteerde prijszetting
Consumenten kennen een waarde toe aan een product op basis van de prijzen die concurrenten voor gelijkaardige producten aanrekenen. Bij een gangbare prijs (going rate) wordt de prijs voornamelijk gezet op basis op de prijs van de concurrent. Bij deze manier van prijszetting kijkt de marketeer minder naar de eigen kosten van het bedrijf en naar de vraag.
Customer value
Toegevoegde waarde creëren voor je klant.
Disruptie
Ontwrichting of uiteenscheuring waarbij nieuwe opkomende bedrijven of technologieën markten ontwrichten.
Duurzame producten
Producten die voor langere tijd gebruikt worden.
Dynamische prijszetting
De gevraagde prijs verschilt naargelang de consument en de specifieke situatie waarin hij of zij verkeert.
Gangbare prijs (going rate)
Een prijs voornamelijk gebaseerd op de marktprijs of de prijs van de concurrent. Er gaat bij deze manier van prijszetting minder aandacht naar de eigen kosten van de organisatie en naar de vraag.
Geografische prijszetting
De prijs hangt af van de regio waar de klant de producten koopt.
Homogene oligopolie
Een marktvorm waarbij een beperkt aantal aanbieders een verschillend maar wel gelijkaardig product aanbiedt.
Inkomstenmodel
Verdienmodel van je organisatie.
Hoofdstuk 5 Prijsbeleid
Inruilkorting
Een prijsverlaging voor het inruilen van een oud product bij de aankoop van een nieuw product.
Inverse prijszetting of backward pricing of eindprijsminmethode
Bij deze prijszettingsmethode gaat men uit van een verkoopprijs die voor de afnemers aanvaardbaar is en niet van de kosten die de organisatie heeft.
Korting
Een directe prijsverlaging van een product in een bepaalde periode.
Korting voor contante betaling
Een prijsverlaging in ruil voor het direct of op korte termijn betalen van de rekening.
Kostprijsplusmethode
Hierbij vertrek je van de kosten en daarbij wordt de winstmarge opgeteld om zo de prijs te bepalen. (synoniem: mark-up pricing).
Kwantumkorting
Een prijsverlaging bij afname van grote hoeveelheden.
Leasing
Een verhuurmodel: tegen betaling krijg je het recht op gebruik.
Makelaarsmodel
Veilinghuizen of marktplaatsen zoals eBay brengen kopers en verkopers samen en faciliteren de verkoop.
Monopolie (= zuiver monopolie)
Een marktvorm met slechts één aanbieder. De aanbieder heeft een redelijk grote vrijheid in het vaststellen van zijn of haar prijs aangezien er weinig of geen concurrentie is.
Monopolistische concurrentie
Bij deze marktvorm bieden veel afnemers en aanbieders elk een verschillend maar gelijkaardig product aan. Het bepalen van de eigen verkoopprijs gebeurt door iedere aanbieder die heel sterk rekening houdt met de prijszetting van de andere aanwezige aanbieders.
Penetratieprijsstrategie
Een prijsstrategie waarbij een nieuw product in het begin aan een lage prijs op de markt aangeboden wordt om zoveel mogelijk kopers te lokken en zo een groot marktaandeel (zoveel mogelijk klanten) uit te bouwen.
Prijsdiscriminatie
Een prijszetting waarbij het product aan verschillende prijzen wordt verkocht, terwijl er eigenlijk geen verschil in kosten is.
Prijselasticiteit
De procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een product in relatie tot de procentuele verandering van de prijs van dat product.
Hoofdstuk 5 Prijsbeleid
Prijszetting van bijproducten
Aan de hand van de prijs voor nevenproducten probeert men het hoofdproduct meer concurrentieel te maken.
Prijszetting van noodzakelijk toebehoren
Prijszetting voor producten die noodzakelijk zijn bij het aangekochte hoofdproduct (scheermesjes voor een houder, filmrolletjes voor een camera, …).
Prijszetting van productopties
Prijszetting van extra producten of accessoires die matchen bij een hoofdproduct.
Prijszetting van productpakketten
Prijszetting waarvoor een pakket van producten (gebundelde producten) aan een lagere prijs verkregen worden.
Private label
Een merk dat eigendom is van de detailhandel of groothandel en ook de naam van de organisatie draagt.
Productlijnprijszetting
Een productlijn omvat producten die door dezelfde fabrikant ontwikkeld zijn en die vaak verschillende prijsniveaus hebben. Bij productlijnprijszetting speelt het prijsverschil tussen de verschillende modellen uit de lijn een rol.
Promotieprijszetting
Tijdelijke prijszetting waarbij de prijs lager is dan de catalogusprijs en soms zelfs onder de kostprijs zit om zo de afzet op korte termijn te stimuleren.
Psychologische prijszetting
Prijsbepaling waarbij met de psychologie achter de prijzen wordt rekening gehouden en het idee gegeven wordt aan de klant dat de prijs goedkoper is dan deze daadwerkelijk is. Denk aan de 0,99 euro die goedkoper lijkt dan een product dat 1 euro geprijsd is.
Referentieprijs
Een referentieprijs is een prijs die de klant bereid is om te betalen voor je product.
Rode-oceaan-strategie
Marktspelers beconcurreren mekaar hard en spelen enkel op de prijs met als doel om zoveel mogelijk de markt te veroveren.
Seizoenskorting
Een prijsverlaging wanneer je het product koopt buiten het seizoen.
Totale kosten
De totale kosten zijn de optelsom van de vaste en de variabele kosten.
Transactiemodel
Je ontvangt inkomstenstromen in ruil voor de verkoop van je product.