Hoofdstuk 2 Verbintenissen uit rechtshandelingen
natie, zijn – in toepassing van artikel 15 Antidiscriminatiewet – nietig. De Antidiscriminatiewet is zo fundamenteel in de rechtsorde dat zij de openbare orde raakt. Verbod om af te wijken van bijzondere bepalingen van openbare orde of van dwingend recht – verbod op bedrog. Het Hof van Cassatie heeft gesteld dat het verbod op bedrog een algemeen rechtsbeginsel is (met een Latijnse rechtsspreuk luidt dit beginsel: fraus omnia corrumpit – ‘bedrog tast alles aan’). Niemand mag zich beroepen op zijn eigen bedrog om de toepassing van een rechtsregel in zijn voordeel te vragen. Het wilsgebrek bedrog en de pauliaanse vordering, die we verderop bespreken, zijn bijzondere toepassingsgevallen van het verbod op bedrog. Voorbeeld Het aankopen van goederen op naam van stromannen om zichzelf onvermogend te maken en zijn schuldeisers te ontlopen, kan doorprikt worden via het verbod op bedrog.
Toetredingscontracten. Ook feitelijk blijft er in de dagelijkse praktijk soms weinig over van de contractvrijheid. Vanuit het perspectief van de economisch zwakkere partij (bv. consumenten) zijn immers heel wat contracten ‘toetredingscontracten’ (of ‘standaardovereenkomsten’) die weinig of geen ruimte voor onderhandeling laten. Het contract is te nemen of te laten. Voorbeeld Wie naar een festival wil gaan, krijgt weinig gelegenheid om gebruik te maken van zijn contractvrijheid: wie een toegangsticket wil kopen, zal zich moeten neerleggen bij de voorwaarden van de organisator.
1.2.2 Bindende kracht van de overeenkomst 32. Wettelijke basis. Artikel 1134 oud BW
‘Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die deze hebben aangegaan, tot wet. Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun wederzijdse toestemming of op de gronden door de wet erkend. Zij moeten te goeder trouw worden ten uitvoer gebracht.’
33. Principe. Verbintenissen uit overeenkomst (en ook uit eenzijdige wilsuiting, zie verder) hebben bindende kracht. Ten aanzien van overeenkomsten wordt dat beginsel uitdrukkelijk bevestigd door artikel 1134, eerste lid oud BW. Is de overeenkomst geldig gesloten, dan krijgt zij krachtens de wet verbindende kracht. In de juridische wereld vat men dat principe meestal samen met de Latijnse rechtsspreuk pacta sunt servanda. 34. Geen eenzijdige beslissingen. Het bindend karakter van de overeenkomst houdt in dat een contractpartij niet eenzijdig mag terugkomen op de gemaakte afspraken. Dit mag zelfs niet wanneer zij onredelijk benadeeld zou worden in het contract. 85
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 85
28/06/21 16:23