3 minute read

kanscontracten en overeenkomsten uit vrijgevigheid

Hoofdstuk 2 Verbintenissen uit rechtshandelingen

16. Onvolmaakt wederkerige overeenkomsten. Er bestaan overeenkomsten waarbij initieel niet alle partijen verbintenissen aangingen, maar waarbij lopende de overeenkomst toch verbintenissen kunnen ontstaan in hoofde van de partij die initieel geen verbintenis aanging. Men noemt dit onvolmaakt wederkerige overeenkomsten.

Voorbeeld

Traditioneel wordt de bruikleenovereenkomst (artikel 1875 e.v. oud BW) als een eenzijdige overeenkomst gekwalificeerd (zie hiervoor). Na de afgifte van het leengoed, die de overeenkomst tot stand brengt (bruikleen is immers, zoals gezegd, een zakelijke overeenkomst), bestaan er in hoofde van de uitlener in beginsel geen verdere verplichtingen. De ontlener mag het leengoed gebruiken volgens de bestemming die volgt uit de aard van het leengoed of de overeenkomst (artikel 1888 oud BW). De ontlener moet als een normaal en zorgvuldig persoon instaan voor de bewaring en het behoud van het leengoed (artikel 1137 oud BW). De normale onderhoudskosten m.b.t. het leengoed zijn ten laste van de ontlener (artikel 1886 oud BW). De ontlener moet het leengoed teruggeven op het overeengekomen tijdstip dan wel wanneer het gediend heeft voor het voorziene gebruik (artikel 1888 oud BW). Toch zal de uitlener in bepaalde omstandigheden een vergoeding moeten betalen aan de ontlener, bv. voor buitengewone uitgaven die de ontlener heeft moeten doen voor het behoud van het leengoed (artikel 1890 oud BW) of voor schade door gebreken aan het leengoed die de uitlener kende en waarvan hij de ontlener niet op de hoogte heeft gebracht (artikel 1891 oud BW).

17. Belang van het onderscheid. Het onderscheid tussen eenzijdige overeenkomsten en wederkerige overeenkomsten is onder meer van belang met het oog op:

1 de risicoregeling in geval van overmacht;

Bij eenzijdige overeenkomsten is de schuldenaar die geconfronteerd wordt met overmacht bevrijd. Het risico berust aldus bij de schuldeiser.

Bij wederkerige overeenkomsten is de schuldenaar die geconfronteerd wordt met overmacht ook bevrijd, maar doorgaans moet dan ook de schuldeiser niet meer presteren. In die hypothese ligt het risico uiteindelijk bij de schuldenaar.

2 de sancties in geval van niet-nakoming van de overeenkomst.

Bij wederkerige overeenkomsten kan een partij haar verbintenis opschorten totdat de partij die eerst moest presteren haar verbintenis uitgevoerd heeft (niet-uitvoeringsexceptie) of kan een partij lastens haar ernstig in gebreke zijnde wederpartij de ontbinding vorderen. Die remedies kunnen in de regel niet ingeroepen worden bij eenzijdige overeenkomsten.

1.1.2.3 Overeenkomsten onder bezwarende titel, vergeldende overeenkomsten, kanscontracten en overeenkomsten uit vrijgevigheid

18. Wettelijke basis.

Artikel 1106 oud BW ‘Het contract onder bezwarende titel is dat waarbij aan elke partij de verplichting wordt opgelegd om iets te geven of te doen.’

Hoofdstuk 2 Verbintenissen uit rechtshandelingen

Artikel 1104 oud BW

Artikel 1105 oud BW ‘Het is vergeldend, wanneer elke partij zich verbindt iets te geven of te doen, dat beschouwd wordt als gelijkwaardig met wat men haar geeft of voor haar doet. Wanneer het gelijkwaardige gelegen is in de kans van winst of verlies, die voor elke partij afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis, is het contract een kanscontract.’

‘Het contract uit vrijgevigheid is dat waarbij een partij aan de andere geheel om niet een voordeel verschaft.’

19. Onderscheidingscriterium. Het onderscheid tussen overeenkomsten onder bezwarende titel en overeenkomsten uit vrijgevigheid heeft te maken met de vraag of alle betrokken partijen een economisch voordeel halen uit de overeenkomst en waarin dit economisch voordeel dan bestaat.

20. Overeenkomsten onder bezwarende titel. Bij overeenkomsten onder bezwarende titel is elke partij verplicht om iets te geven of te doen. De overeenkomst levert dan ook voor beide partijen een economisch voordeel op.

Voorbeelden

Koop (artikel 1582 oud BW), huur van goederen (artikel 1713 e.v. oud BW), huur van arbeid (arbeidsovereenkomst) (artikel 1710 oud BW juncto Arbeidsovereenkomstenwet), huur van diensten (aanneming) (artikel 1710 oud BW juncto artikel 1787 e.v. oud BW).

21. Vergeldende overeenkomsten. Vergeldende overeenkomsten zijn een subcategorie van overeenkomsten onder bezwarende titel waarbij de partijen hun wederzijdse prestaties van bij de contractsluiting als gelijkwaardig beschouwen.

22. Kanscontracten. Nog een bijzondere vorm van overeenkomsten onder bezwarende titel zijn de kanscontracten. Dit zijn (wederkerige) overeenkomsten waarbij de partijen bij de totstandkoming van het contract niet kunnen inschatten of hun prestaties gelijkwaardig zullen zijn, omdat een van de prestaties op dat ogenblik nog onzeker is. Artikel 1964 oud BW stelt dat de gevolgen van een kanscontract met betrekking tot winst en verlies voor alle partijen of voor een of meer van hen van een onzekere gebeurtenis afhangen.

Voorbeelden

Verzekeringsovereenkomst (Verzekeringswet), lijfrente (artikel 1968 e.v. oud BW).

23. Overeenkomsten uit vrijgevigheid. Tegenover de overeenkomsten onder bezwarende titel worden de overeenkomsten uit vrijgevigheid geplaatst. Zij steunen op de wil van één partij om de andere partij een voordeel te verschaffen, zonder dat zij daar iets voor krijgt als tegenprestatie.

Synoniemen van overeenkomsten uit vrijgevigheid zijn ‘overeenkomsten om niet’ of ‘overeenkomsten ten kosteloze titel’.

This article is from: