
2 minute read
2.2 De passieve overdracht
Hoofdstuk 4 Regels gemeenschappelijk aan de verschillende verbintenissen
17. Geen algemene wettelijke regeling van de schuldoverdracht of schuldoverneming. De schuldoverdracht (invalshoek van de oorspronkelijke schuldenaar) of schuldoverneming (invalshoek van de nieuwe schuldenaar) is in het oud Burgerlijk Wetboek als dusdanig onbekend. Het oud Burgerlijk Wetboek erkent alleen de overdracht van een schuldvordering, niet van een schuld.
Dat betekent niet dat een schuldoverdracht juridisch niet mogelijk zou zijn. Deze problematiek moet worden benaderd vanuit het algemeen verbintenissenrecht.
Het spreekt voor zich dat een schuldoverdracht veel problematischer is dan een overdracht van schuldvordering. Als een schuldoverdracht ten bijzondere titel zonder de toestemming van de schuldeiser zomaar mogelijk zou zijn, zou dit al te vaak tot manifest misbruik leiden in hoofde van de schuldenaar. Een solvabele schuldenaar zou zich dan van zijn verbintenissen kunnen ontdoen door een insolvabele schuldenaar in zijn plaats te stellen.
Meteen is duidelijk dat een voltooide schuldoverdracht – waarbij de oorspronkelijke schuldenaar bevrijd is ten opzichte van de schuldeiser – zonder de toestemming van de schuldeiser niet mogelijk is.
18. Schuldoverdracht zonder instemming van de schuldeiser. Het is uiteraard wel mogelijk dat de schuldenaar met een derde overeenkomt dat die derde de schulden van de schuldenaar op zich zal nemen.
Die overeenkomst geldt dan alleen tussen de schuldenaar en de overnemer van de schuld. Zij kan nooit worden tegengeworpen aan de schuldeiser wanneer die daar niet uitdrukkelijk mee ingestemd heeft.
Zolang de instemming van de schuldeiser er met andere woorden niet is, is de derde niet gehouden tegenover de schuldeiser en is de schuldenaar vanzelfsprekend ook niet bevrijd tegenover de schuldeiser. Om die reden noemt men deze vorm van schuldoverdracht een ‘onvoltooide schuldoverdracht’.
19. Schuldoverdracht met instemming van de schuldeiser. Om te bewerkstelligen dat de nieuwe schuldenaar gehouden is tegenover de schuldeiser en, eventueel, dat de nieuwe schuldenaar nog als enige gehouden is tegenover de schuldeiser, is de toestemming van de schuldeiser nodig.
Een schuldoverdracht met instemming van de schuldeiser kan worden uitgewerkt in een driepartijenovereenkomst tussen de oorspronkelijke schuldenaar, de nieuwe schuldenaar en de schuldeiser. Er zijn twee verschijningsvormen:
1 Bij een delegatie blijft de oorspronkelijke schuldenaar (de delegans) ten opzichte van de schuldeiser (de delegataris) gehouden tot nakoming van de oorspronkelijke verbintenis. Daarnaast wordt een nieuwe schuldenaar (de gedelegeerde schuldenaar) toegevoegd die ten opzichte van de schuldeiser een nieuwe verbintenis met hetzelfde voorwerp op zich neemt. Een delegatie verstevigt aldus de positie van de schuldeiser, die voortaan twee schuldenaars heeft die in solidum gehouden zijn.
2 Bij een voltooide schuldoverdracht wordt de oorspronkelijke schuldenaar ontslagen van zijn verbintenis ten opzichte van de schuldeiser en is de nieuwe schuldenaar ten opzichte van de schuldeiser als enige gehouden tot nakoming van de verbintenis waartoe de oorspronkelijke schuldenaar gehouden was. De nieuwe schuldenaar komt dus als het ware in de plaats van de oude schuldenaar.