Hoofdstuk 2 Verbintenissen uit rechtshandelingen
16. Onvolmaakt wederkerige overeenkomsten. Er bestaan overeenkomsten waarbij initieel niet alle partijen verbintenissen aangingen, maar waarbij lopende de overeenkomst toch verbintenissen kunnen ontstaan in hoofde van de partij die initieel geen verbintenis aanging. Men noemt dit onvolmaakt wederkerige overeenkomsten. Voorbeeld Traditioneel wordt de bruikleenovereenkomst (artikel 1875 e.v. oud BW) als een eenzijdige overeenkomst gekwalificeerd (zie hiervoor). Na de afgifte van het leengoed, die de overeenkomst tot stand brengt (bruikleen is immers, zoals gezegd, een zakelijke overeenkomst), bestaan er in hoofde van de uitlener in beginsel geen verdere verplichtingen. De ontlener mag het leengoed gebruiken volgens de bestemming die volgt uit de aard van het leengoed of de overeenkomst (artikel 1888 oud BW). De ontlener moet als een normaal en zorgvuldig persoon instaan voor de bewaring en het behoud van het leengoed (artikel 1137 oud BW). De normale onderhoudskosten m.b.t. het leengoed zijn ten laste van de ontlener (artikel 1886 oud BW). De ontlener moet het leengoed teruggeven op het overeengekomen tijdstip dan wel wanneer het gediend heeft voor het voorziene gebruik (artikel 1888 oud BW). Toch zal de uitlener in bepaalde omstandigheden een vergoeding moeten betalen aan de ontlener, bv. voor buitengewone uitgaven die de ontlener heeft moeten doen voor het behoud van het leengoed (artikel 1890 oud BW) of voor schade door gebreken aan het leengoed die de uitlener kende en waarvan hij de ontlener niet op de hoogte heeft gebracht (artikel 1891 oud BW).
17. Belang van het onderscheid. Het onderscheid tussen eenzijdige overeenkomsten en wederkerige overeenkomsten is onder meer van belang met het oog op: 1 de risicoregeling in geval van overmacht; Bij eenzijdige overeenkomsten is de schuldenaar die geconfronteerd wordt met overmacht bevrijd. Het risico berust aldus bij de schuldeiser. Bij wederkerige overeenkomsten is de schuldenaar die geconfronteerd wordt met overmacht ook bevrijd, maar doorgaans moet dan ook de schuldeiser niet meer presteren. In die hypothese ligt het risico uiteindelijk bij de schuldenaar. 2 de sancties in geval van niet-nakoming van de overeenkomst. Bij wederkerige overeenkomsten kan een partij haar verbintenis opschorten totdat de partij die eerst moest presteren haar verbintenis uitgevoerd heeft (niet-uitvoeringsexceptie) of kan een partij lastens haar ernstig in gebreke zijnde wederpartij de ontbinding vorderen. Die remedies kunnen in de regel niet ingeroepen worden bij eenzijdige overeenkomsten.
1.1.2.3 Overeenkomsten onder bezwarende titel, vergeldende overeenkomsten, kanscontracten en overeenkomsten uit vrijgevigheid 18. Wettelijke basis. Artikel 1106 oud BW
‘Het contract onder bezwarende titel is dat waarbij aan elke partij de verplichting wordt opgelegd om iets te geven of te doen.’
75
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 75
28/06/21 16:23