Hoofdstuk 1 Inleiding
11. Relevantie. Het oud Burgerlijk Wetboek introduceert het onderscheid tussen verbintenissen om iets te geven, om iets te doen of om iets niet te doen in het hoofdstuk over de gevolgen van verbintenissen. Het komt dus later opnieuw aan bod bij de regels over de contractuele aansprakelijkheid.
5.3.2 Resultaatsverbintenissen versus inspanningsverbintenissen 12. Onderscheid. In de praktijk is vooral het onderscheid tussen resultaatsverbintenissen en inspanningsverbintenissen erg belangrijk. Bij een resultaatsverbintenis (of ‘garantieverbintenis’ of ‘uitslagverbintenis’) garandeert de schuldenaar dat een bepaald resultaat bereikt zal worden. Bij een inspanningsverbintenis (of ‘middelenverbintenis’) garandeert de schuldenaar enkel dat hij voldoende inspanningen zal leveren, zonder dat hij ook garant staat voor het eindresultaat van die inspanningen. Om na te gaan of de schuldenaar voldoende inspanningen geleverd heeft, zal zijn gedrag vergeleken worden met het gedrag dat een voorzichtig en redelijk persoon (een goede huisvader, of, in het Latijn, een bonus pater familias) in dezelfde omstandigheden zou stellen. resultaatsverbintenis
inspanningsverbintenis nee
Garandeert de schuldenaar een bepaald resultaat?
ja
13. Relevantie. Het onderscheid tussen resultaatsverbintenissen en inspanningsverbintenissen is vooral van belang wanneer er een discussie rijst over een eventuele contractuele aansprakelijkheid van de schuldenaar. Als de schuldenaar een bepaald resultaat gegarandeerd heeft en dit resultaat wordt niet bereikt, dan komt door dit enkele feit zijn contractuele aansprakelijkheid vast te staan. Het hoeft geen betoog dat de beoordeling of iemand voldoende inspanningen geleverd heeft, veel moeilijker is en meer een echte feitenkwestie is. Voorbeeld Wie zijn wagen bij een garage binnenbrengt voor een herstelling, mag verwachten dat hij zijn wagen ook weer terugkrijgt. Op de garagehouder rust dus een resultaatsverbintenis om de auto terug te geven. Als hij daar niet in slaagt, bijvoorbeeld omdat de wagen uit zijn garage gestolen is, wordt meteen duidelijk dat de garagist zijn contractuele verplichtingen niet nakomt en dus contractueel aansprakelijk is. De garagist zal zich nog slechts van zijn aansprakelijkheid kunnen bevrijden als hij kan aantonen dat er overmacht in het spel is (zie verder). De verbintenis tot herstelling van de wagen is daarentegen in beginsel een inspanningsverbintenis. Van de garagist wordt verwacht dat hij de herstelling uitvoert met de zorg die van een goede, zorgvuldige garagehouder verwacht kan worden. De ontevreden klant wiens wagen ook na de herstelling nog tegensputtert, zal moeten aantonen dat de garagehouder onvoldoende zorgvuldigheid aan de dag gelegd heeft.
38
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 38
28/06/21 16:23