Hoofdstuk 1 Inleiding
5.1
Verbintenissen en de bron waaruit zij ontstaan
2. Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid. We weten inmiddels dat er vier onderscheiden bronnen zijn waaruit verbintenissen kunnen ontstaan. Elk van deze vier soorten verbintenissen is onderworpen aan een eigen set van regels. De twee belangrijkste bronnen in de praktijk zijn ongetwijfeld de overeenkomst en de onrechtmatige daad. Het ‘overeenkomstenrecht’ is dan de set van regels die van toepassing is op (verbintenissen uit) overeenkomsten. Het ‘recht van de onrechtmatige daad’ omvat de set van regels die van toepassing is op (verbintenissen uit) onrechtmatige daden. Zij vormen twee aparte regimes, al blijven sommige regels ook wel gemeenschappelijk voor alle soorten verbintenissen, ongeacht hun bron (bv. sommige bewijsregels). De scheidingslijn tussen deze twee bronnen vormt meteen ook de scheidingslijn tussen twee andere fundamentele begrippen van het verbintenissenrecht, namelijk de contractuele aansprakelijkheid en de buitencontractuele aansprakelijkheid. In beginsel mag je ervan uitgaan – en dit moet eigenlijk ook steeds je eerste reflex zijn bij het oplossen van een concreet probleem – dat een contractuele relatie kan leiden tot contractuele aansprakelijkheid en dat iedere andere relatie slechts kan leiden tot buitencontractuele aansprakelijkheid.
buitencontractuele aansprakelijkheid nee
contractuele aansprakelijkheid
Is de aanspraak gebaseerd op een overeenkomst?
ja
Verderop zullen we deze regel wel nog nuanceren. In het onderdeel over de onrechtmatige daad zullen we enkele gevallen zien waarin er toch een cumul kan plaatsvinden tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. 3. Twee buitenbeentjes. Naast de overeenkomsten en onrechtmatige daden, zijn ook de oneigenlijke overeenkomsten en eenzijdige wilsuitingen erkende bronnen van verbintenissen. Zij nemen een minder prominente plaats in in het verbintenissenrecht. Hoewel er bij geen van beide categorieën sprake is van een overeenkomst, leunen deze verbintenissen wellicht het meest aan bij de verbintenissen uit overeenkomst. Voor twee van de drie oneigenlijke overeenkomsten, de zaakwaarneming en de onverschuldigde betaling, voorziet het oud Burgerlijk Wetboek eigen regels. Voor het overige worden soms regels uit het overeenkomstenrecht naar analogie toegepast. Met betrekking tot de verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting zijn er weinig algemene regels terug te vinden. Ook op deze verbintenissen worden naar analogie een aantal regels van de verbintenissen uit overeenkomst toegepast. Ook dat wordt verderop nog meer uitgewerkt.
33
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 33
28/06/21 16:23