Hoofdstuk 4 Regels gemeenschappelijk aan de verschillende verbintenissen
1.2
Interpretatie van verbintenissen en overeenkomsten
54. Wettelijke basis. Artikel 1156 oud BW e.v. 55. Doel. Wanneer partijen het niet eens geraken over de draagwijdte of de betekenis van (bepalingen van) de overeenkomst die zij gesloten hebben, kunnen zij die betwisting voorleggen aan de rechter. De rechter speelt een centrale rol bij de interpretatie van de overeenkomst. Hij zal de contractbepalingen moeten interpreteren en proberen te achterhalen wat de partijen precies hebben afgesproken of wilden afspreken. De artikels 1156 tot 1164 oud BW leggen de regels vast die de rechter moet naleven bij het interpreteren. 56. Basisinterpretatieregel. De rechter zal in de eerste plaats voortgaan op de achterliggende bedoelingen van de partij(en) (artikel 1156 oud BW). De geest van de overeenkomst heeft voorrang op de letter van de overeenkomst. Dat betekent onder meer dat de rechter verbintenissen kan herkwalificeren in functie van de werkelijke bedoeling van de contractanten of de economie van de overeenkomst. Wellicht ligt aan deze regel de gedachte ten grondslag dat het merendeel van de partijen die deelnemen aan het rechtsverkeer geen geschoolde juristen zijn. Niet-juristen zijn zich er vaak niet van bewust dat bepaalde woorden in een juridische context een specifieke betekenis hebben die ze in het dagelijkse taalgebruik misschien niet hebben. Zo zouden partijen een overeenkomst kunnen betitelen als een koopovereenkomst, terwijl ze in de juridische werkelijkheid misschien een ruilovereenkomst of een aannemingsovereenkomst hebben gesloten. 57. Aanvullende algemene interpretatieregels. De wetgever heeft daarnaast enkele (redelijk evidente) interpretatieregels voorzien in de artikels 1157 e.v. oud BW. Indien de andere interpretatieregels geen oplossing bieden en er blijvende twijfel is, moet een verbintenis worden uitgelegd in het nadeel van de bedinger (diegene in wiens voordeel het beding werkt) en in het voordeel van de persoon die zich heeft verbonden (artikel 1162 oud BW). 58. Bijzondere interpretatieregels. Het oud Burgerlijk Wetboek (onder meer in de titels die betrekking hebben op bijzondere overeenkomsten) en andere wetten bevatten soms nog eigen interpretatieregels, die ofwel (bij nader toezien) slechts een bevestiging inhouden van de hiervoor beschreven regels, ofwel afwijkende interpretatieregels inhouden. Voorbeeld 1 Artikel 1602 oud BW. De verkoper is verplicht duidelijk te verklaren waartoe hij zich verbindt. ‘Ieder duister of dubbelzinnig beding wordt tegen de verkoper uitgelegd’.
Voorbeeld 2 Artikel VI.37 WER.
315
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 315
28/06/21 16:23