Voorwoord
Voorwoord In Praktisch verbintenissenrecht maakt de student kennis met de basisbegrippen en kernprincipes uit het verbintenissenrecht. Het boek volgt daarvoor een klassieke indeling. De inleiding levert de basiswoordenschat en belicht de vele indelingen van het verbintenissenrecht. In de daaropvolgende delen worden de verbintenissen uitgediept in functie van de bron waaruit ze ontstaan. Eerst komen de verbintenissen uit overeenkomsten en de verbintenissen uit eenzijdige rechtshandelingen ter sprake. Daarna volgen de verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten en de verbintenissen uit onrechtmatige daden. Het handboek sluit af met een aantal regels die gemeenschappelijk zijn aan al deze verbintenissen, ongeacht hun bron. In het laatste deel wordt zo ingegaan op het bewijs, de overdracht en het tenietgaan van verbintenissen. Het verbintenissenrecht levert de bouwstenen voor een goed begrip van het privaatrecht. Het komt doorgaans aan bod in de beginjaren van een juridische opleiding waarin studenten zich de juridische vakterminologie nog niet volledig eigen hebben gemaakt. Veel aandacht gaat daarom naar het aanleren van de correcte vakterminologie. Aan de hand van schema’s bij de belangrijkste rechtsfiguren leert de student ook om de complexe realiteit juridisch te analyseren. De vele voorbeelden maken de stof concreet en helpen de student om de theoretische begrippen beter te begrijpen. Het is van belang om studenten van bij de start vertrouwd te maken met juridische bronnen. Bij elk onderdeel worden daarom de relevante wetsartikels geciteerd. Bij heel wat onderdelen zijn ook toepassingen uit de rechtspraak opgenomen. Zo ervaart de student meteen hoe de aangeleerde principes op concrete gevallen worden toegepast. De uittreksels worden door een andere lay-out duidelijk onderscheiden van de basistekst. Op die manier kan de docent eenvoudig aangeven of hij deze al dan niet wenst uit te diepen in de lessen. Bovenal wil dit handboek een praktische leidraad zijn. Het beperkt zich daarom niet tot het uitleggen van de theorie, maar bevat waar mogelijk ook concrete contractclausules en voorbeeldbrieven uit de juridische beroepspraktijk. Daarnaast zijn er ook praktische kaderteksten ingelast waarin wordt stilgestaan bij het werken met juridische bronnen, de juridische redeneerwijze of het schrijven van juridische brieven. Met een duidelijke structuur, vele schema’s, vragen om jezelf te testen op het einde van elk deel en het uitvoerige trefwoordenregister probeerden we bovendien het handboek zo leervriendelijk mogelijk te houden. Dit alles maakt het handboek in het bijzonder geschikt voor bachelorstudenten, maar het kan ook een houvast bieden voor iedereen die zijn kennis van het verbintenissenrecht wil bijspijkeren of opfrissen. Voor studenten en docenten wordt bijkomend materiaal ter beschikking gesteld via de website www.mijnstudiemateriaal.be. Zij kunnen er onder meer de schema’s uit dit handboek en oefeningen bij de leerstof terugvinden. Docenten kunnen er de oplossingen van de oefeningen vinden. Dit manuscript werd bijgewerkt 31 december 2020. Op de vooravond van publicatie kon nog net melding gemaakt worden van het nieuwe wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek dat op 24 februari 2021 in de Kamer werd ingediend. Wijzigingen tegenover de vorige editie zijn met een grijze kantlijn aangeduid. Opbouwende reacties zijn altijd welkom via hoger.onderwijs@vanin.be.
3
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 3
28/06/21 16:23