Hoofdstuk 3 Verbintenissen uit rechtsfeiten
gesteld kunnen worden als aansteller van de kleuterleidster op grond van artikel 1384, derde lid oud BW (zie hierna). Als de aansprakelijkheid van de onderwijzer niet weerhouden is (zoals in het voorbeeld), zal de onderwijsinstelling uiteraard ook niet kwalitatief aansprakelijk gesteld kunnen worden als aansteller van de onderwijzer.
2.3.3 De aansprakelijkheid van aanstellers voor hun aangestelden 40. Wettelijke basis. Artikel 1384, derde lid oud BW
‘De meesters en zij die anderen aanstellen, voor de schade door hun dienstboden en aangestelden veroorzaakt in de bediening waartoe zij hen gebezigd hebben.’
41. Kring van aansprakelijke personen. Een aansteller is iemand die voor eigen rekening en onder zijn gezag en toezicht een andere persoon, de aangestelde, laat werken. Opdat er van ‘aanstelling’ sprake zou zijn, is er dus een band van ondergeschiktheid of een gezagsverhouding noodzakelijk. Het is niet nodig dat de aansteller daadwerkelijk toezicht en gezag uitoefent; het volstaat dat hij dat zou kunnen doen. Of er in een concrete situatie een band van aanstelling is, is een feitenkwestie die door de rechter beoordeeld zal worden. De rechter zal kijken naar de feitelijke verhoudingen op het ogenblik van de schadeveroorzakende feiten. Het begrip ‘aanstelling’ valt dan ook niet samen met het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en een werknemer kan een indicatie zijn van een band van aanstelling tussen beiden. Nochtans betekent een arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en een werknemer niet noodzakelijk dat er een band van aanstelling is tussen beiden. Bij interimarbeid rijst de vraag of de band van aanstelling zich situeert tussen de werknemer en de juridische werkgever (het uitzendkantoor), die de juridische mogelijkheid heeft om gezag uit te oefenen, of tussen de werknemer en de feitelijke werkgever (de klant van het uitzendkantoor), die feitelijk het gezag uitoefent op de plaats van tewerkstelling van de interimkracht. Ook tussen personen die niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, kan een aanstellingsband bestaan. Voorbeeld Een verpleegster in een ziekenhuis die een chirurg assisteert bij een operatie heeft in principe geen arbeidsovereenkomst met de chirurg, maar voert haar taak uit in dienst van het ziekenhuis. Toch kan de rechtspraak deze verpleegster tijdens de operatie als een feitelijk aangestelde van de chirurg beschouwen. De chirurg kan de verpleegster tijdens de operatie immers richtlijnen geven over hoe zij haar werk moet uitvoeren en houdt ook toezicht op haar werk. Als tijdens een spoedoperatie van een arbeider die onder een kraan terecht is gekomen, de verpleegster een verkeerde dosis van een medicijn toedient, is de chirurg als aansteller mee kwalitatief aansprakelijk voor deze fout.
244
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 244
28/06/21 16:23