Hoofdstuk 3 Verbintenissen uit rechtsfeiten
Op voormelde uitzondering bestaat opnieuw een uitzondering. De contractant kan de hulppersonen ingeschakeld door zijn medecontractant uitzonderlijk toch aansprakelijk stellen op buitencontractuele grondslag wanneer: – de ten laste gelegde fout niet alleen een contractuele wanprestatie uitmaakt, maar tegelijkertijd ook een schending van de algemene zorgvuldigheidsplicht uitmaakt; en daarenboven (cumulatief ) – de fout ook andere schade heeft veroorzaakt dan de schade die te wijten is aan de slechte uitvoering van het contract. Deze uitzonderlijke hypothese is de facto slechts aan de orde wanneer er sprake is van een misdrijf in hoofde van de hulppersoon. Merk op dat deze voorwaarden analoog zijn aan die waar uitzonderlijk een cumul tussen een contractuele en buitencontractuele vordering tussen twee personen mogelijk is (zie hiervoor). Voorbeeld Een bouwheer belast een aannemer met de volledige renovatie van zijn woning (inbegrepen het schilderen van de muren). Voor de schilderwerken schakelt de hoofdaannemer een onderaannemer-schilder in. Furieus omdat hij niet tijdig betaald werd voor zijn werk (door de hoofdaannemer), giet de schilder een pot verf uit over een eikenhouten trap. De schade is enorm. De bouwheer kan voor deze schade de hoofdaannemer aansprakelijk stellen op contractuele grondslag en uitzonderlijk ook de onderaannemer op buitencontractuele grondslag. In casu is er immers sprake van een misdrijf (opzettelijke beschadiging van andermans onroerende eigendommen – artikel 534ter Sw.) en zijn de voorwaarden voor een cumul van een contractuele vordering (opzichtens de hoofdaannemer) en een buitencontractuele vordering (opzichtens de onderaannemer) vervuld.
2.1.2
Overzicht van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes
5. Wettelijk kader. Amper zes artikels van het oud Burgerlijk Wetboek vormen samen het wettelijk kader voor de buitencontractuele aansprakelijkheid. Het gaat om de artikels 1382 t.e.m. 1386bis oud BW. Uit de beknoptheid van de wetgever mag niet de verkeerde conclusie getrokken worden. Rond die zes artikels is een heel belangrijk en heel omvangrijk leerstuk uit het verbintenissenrecht opgebouwd: dat van de aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad. De beperkte wettelijke basis maakt dit leerstuk moeilijk te bevatten: om de aansprakelijkheidsregimes goed te begrijpen is een grondige studie van de rechtspraak en rechtsleer noodzakelijk. Hierna worden de krachtlijnen samengevat. 6. Basisprincipe. Hét basisartikel inzake buitencontractuele aansprakelijkheid is artikel 1382 oud BW: een persoon die zelf door een eigen fout schade veroorzaakt aan een andere persoon, is verplicht om die schade te vergoeden. Artikel 1382 oud BW wordt meestal in één adem genoemd met artikel 1383 oud BW dat de aansprakelijkheid uitbreidt tot de schade die men door nalatigheid of onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt. Het recht legt op die manier aan elke persoon een algemene zorgvuldigheidsplicht op. Wie die overtreedt en daardoor schade veroorzaakt, krijgt een verbintenis tot vergoeding van de schade opgelegd. 223
Praktisch Verbintenissenrecht 2021_v7.indd 223
28/06/21 16:23