zijn hoe dan ook belangrijk voor een florerend bedrijfsleven. De wijze waarop de onderneming bijdraagt aan langetermijnwaardecreatie doet deuren makkelijker opengaan.
6.6 Relatie met extern toezicht Allereerst wordt opgemerkt dat extern toezicht altijd reactief is, tenzij het benoemingen van bestuur en toezicht betreft. De externe toezichthouder beoordeelt achteraf en heeft geen adviserende, bijsturende of coachende rol, welke de commissaris wel heeft en misschien zelfs zijn belangrijkste rol is. Bij extern toezicht gaat het steeds om de uitvoering van een wettelijke taak met het oog op de bewaking van een zeker publiek belang. Het externe toezicht bestaat uit verschillende gradaties. Zo zijn er enkele algemene toezichthoudende instanties die niet specifiek zijn verbonden aan een bepaalde branche of sector, bijvoorbeeld de ACM en de AFM. Daarnaast zijn er instanties voor specifieke sectoren zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor ziekenhuizen en zorginstellingen, de Inspectie voor het onderwijs, de Autoriteit Wonen voor de sociale huisvesting, De Nederlandsche Bank (DNB) voor verzekeraars, pensioenfondsen en banken en de European Medicines Agency (EMA).
de operations van het bedrijf en de naleving van wet- en regelgeving, vergunningsvoorwaarden en andere richtlijnen. Zij, en niet commissarissen, onderhouden daarom het contact met de externe toezichthouder. Commissarissen komen in beeld wanneer de externe toezichthouder ook kwaliteitseisen stelt aan het bestuur en/of de commissarissen (zoals in de financiële en de pensioensector). Het bestuur moet dus de raad van commissarissen informeren over de uitkomsten van onderzoek en rapporten over de onderneming van externe toezichthouders en hun overleg en correspondentie daarover. Indien de onderneming of haar bestuur doelwit wordt van onderzoek of sancties van een externe toezichthouder staat de raad van commissarissen voor de vraag hoe hiermee om te gaan en of hij moet ingrijpen.
De verantwoordelijkheid binnen een onderneming of instelling ten aanzien van de omgang met externe toezichthouders ligt bij de bestuurders. Zij zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken, 97