zijn. Ook kan diens positie als aandeelhouder van nut zijn, bijvoorbeeld indien er behoefte is aan nieuw kapitaal, versterking van het eigen vermogen en/of wanneer externe financiers aandringen op garanties of andere zekerheden van de aandeelhouder. Pasklare oplossingen hiervoor zijn niet te geven. Veel hangt af van de instelling en wijsheid van de oud-bestuurder. Wel wordt sterk aanbevolen de oud-bestuurder niet tot voorzitter van de raad van commissarissen te benoemen. In de NCGC is dat zelfs expliciet als bestpracticebepaling benoemd. En steeds geldt dat de natuurlijke neiging van de commissarisgrootaandeelhouder om zich met de operaties te bemoeien goed bewaakt moet worden. Daarom is hier met name voor de voorzitter van de raad is een belangrijke taak weggelegd.
5.8 Tegenstrijdig belang Evenals onafhankelijkheid is ook het begrip tegenstrijdig belang tamelijk ongrijpbaar, omdat het afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Gevoelsmatig is het begrip best wel duidelijk. In situaties waarin de rechtspersoon26 en de commissaris ieder een eigen belang hebben bij een bepaald besluit of een bepaalde transactie geldt de hard and fast rule dat het belang van de vennootschap voorrang moet hebben. Dit impliceert dat de betrokken commissaris geen invloed mag uitoefenen en niet mag deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over het onderwerp waarbij dit speelt. Uit de rechtspraak hierover volgt dat er sprake moet zijn van een concreet en materieel persoonlijk tegenstrijdig belang, waarbij op alle omstandigheden per geval wordt gelet. Van geval tot geval moet dit dus bekeken worden. In het bevestigende geval wordt de commissaris geacht het belang van de rechtspersoon niet objectief en met de vereiste integriteit te kunnen behandelen. Van een (direct) tegenstrijdig belang is sprake als de commissaris zelf als wederpartij van de onderneming optreedt. Wanneer het gaat het om een transactie met een derde tot wie de commissaris in een bijzondere relatie staat, zoals een familielid of een goede vriend, kan sprake zijn van (indirect) tegenstrijdig belang.
26
76
mwille van de bondigheid wordt hier gesproken over O de rechtspersoon. Dit geldt voor besloten of naamloze vennootschappen, maar ook voor verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en stichtingen.