5.7 Onafhankelijkheid en belangenverstrengeling Onafhankelijkheid Het begrip onafhankelijkheid laat zich moeilijk in een sluitende definitie vatten. De meeste governancecodes en reglementen voor commissarissen en/of toezichthouders bevatten een waslijst van onverenigbare relaties en functies, zoals familiebanden en voormalige dienstbetrekkingen, maar onafhankelijkheid kan natuurlijk niet worden vastgesteld door alleen een lijstje af te vinken. Onafhankelijkheid wil onder meer zeggen dat de commissaris geen ongewenste afhankelijkheidsrelaties heeft, zoals vriendschapsbanden, het lidmaatschap van een bepaalde vereniging, zakelijke contacten en vanzelfsprekend vanwege andere posities van de commissaris of nevenfuncties. Ook de wet definieert in deze context niet wat onder onafhankelijkheid moet worden verstaan. Enige uitzondering hierop is het voorschrift dat in een structuurvennootschap de werknemers en vertegenwoordigers van vakbonden geen commissaris mogen zijn24.
24
74
Zie art. 2:160/270 BW
Onafhankelijkheid in state, mind en appearance25 De Nederlandsche Bank (DNB) spreekt over commissarissen die onafhankelijk zijn in geest (mind), schijn (appearance) en in formele zin (state). Daarbij wordt gedoeld op de volgende situaties: - Om onafhankelijk van geest te kunnen functioneren, mogen commissarissen niet zodanige belangenconflicten hebben, dat zij worden belemmerd om hun taken onafhankelijk en objectief te vervullen. - Wat schijn betreft, hoezeer deze ook kan bedriegen, wordt steeds meer de opvatting gehuldigd dat een commissaris moet opstappen wanneer zijn aanblijven – terecht of onterecht – verkeerd wordt gepercipieerd. Daarom dient de raad een regeling te treffen voor het geval er een (potentieel) belangenconflict ontstaat, om (de schijn van) dit belangenconflict beheersbaar te maken. Speelt dit incidenteel dan mag de commissaris niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming. - Een in formele zin onafhankelijke commissaris heeft geen relatie met de instelling of haar bestuur (en/of in het recente verleden gehad), die zijn oordeelsvorming zou kunnen beïnvloeden. Om te beoordelen of een commissaris formeel onafhankelijk is, hanteert DNB de criteria uit de Richtsnoeren.
25
Zie website DNB