9.7 De relatie met de financier Deze paragraaf betreft de relatie tussen de ondernemingsleiding (het bestuur) en de financiers van de onderneming. Uiteraard is het voor de commissaris van belang hiervan op de hoogte te zijn, alsook van de belangrijkste voorwaarden waaronder de financiering is verstrekt. Naast een goede relatie met financiers is het voor de onderneming van wezenlijk belang dat de externe financiering adequaat en langdurig beschikbaar is met oog op haar lange termijn doelstellingen, behoeften en verwachte risico’s. Hierbij wordt opgemerkt dat Nederlandse ondernemingen in vergelijking met bijvoorbeeld Angelsaksische bedrijven gemiddeld genomen meer gebruik maken van bankfinanciering. De financiering van de onderneming, in welke vorm dan ook (bancair, asset based, (private) equity, venture capital enz.), dient afgestemd te zijn op de kapitaalstructuur (balans) van de onderneming en de daarmee samenhangende risicoweging. De voorliggende vraag in dit kader luidt of en in hoeverre de onderneming is gebaat bij een (voornamelijk) bancaire financiering. Het kostenaspect speelt hier een rol, maar andere belangrijke afwegingen zijn de beschikbaarheid en de duur daarvan. Daarbij kan een stapeling van meerdere types financieringen een grotere ruimte opleveren. Ook spreiding van risico’s kan soms voordelig zijn.
Het ontbreken van een bestendige relatie met een bank kan nadelig uitwerken. Wanneer de onderneming behoefte heeft aan additioneel vreemd vermogen, bijvoorbeeld door tegenvallers, een koerswijziging of andere externe factoren, zal gezocht moeten worden naar een bank die bereid is om op dat moment in te stappen zonder dat een trackrecord met die bank is opgebouwd. Mede door de verscherpte kapitaaleisen (Basel III33) zal een bank zich dan voorzichtiger en terughoudender opstellen. Daarnaast zijn er overigens ook ondernemingen die zich nog niet of niet langer bancair kunnen financieren. Hierbij valt te denken aan ondernemingen in moeilijkheden en start-ups en scale-ups. Laatstgenoemde bedrijven zijn aangewezen op venture capital financieringen of, in een heel vroege fase, zogenaamde angel investors en ‘vroege fase fondsen’. De keuze van de onderneming voor een bank brengt aan beide zijden verwachtingen met zich mee. Klanten stellen een vaste contactpersoon veelal op prijs om te voorkomen dat hun verhaal steeds aan nieuwe mensen moet worden uitgelegd. De kans op adequate invulling van de kredietvraag wordt door klanten namelijk hoger geschat indien de contactpersoon het dossier kent. Gegeven de interne structuur en de poortwachtersrol van de banken wordt het steeds lastiger om de propositie die met de contactpersoon werd besproken daadwerkelijk als eindvoorstel van de bank te ontvangen. De aanvraag moet immers eerst door de molen van de autonome kredietafdeling 33
132
asel III is een mondiaal, vrijwillig regulatory framework B dat na de financiële crisis van 2007 – 2009 is opgezet door het Basel Committee Banking Supervision om de risico’s in de bankensector te beperken.