Handboek acne

Page 1

In dit handboek worden op een duidelijke manier de verschillende vormen van acne beschreven. In een aantal hoofdstukken worden achtereenvolgens de anatomie en fysiologie van de huid, de algemene pathologie, de speciële pathologie en de medische behandeling van acne behandeld. In de laatste hoofdstukken worden hygiëne, ARBO en milieu volgens de Code van de schoonheids­specialist en de theorie van de acnebehandeling uitvoerig omschreven. Het handboek sluit af met een begrippenlijst, de opsomming van de gebruikte literatuur en een uitgebreid register.

Handboek Acne

Wat is acne? Acne is één van de meest algemeen voorkomende aandoeningen bij de mens. Het is een ontstekingsziekte van de talgklieren van de huid. Iedereen heeft er in meer of mindere mate last van (gehad). Hoewel heel ‘gewoon’ wat betreft voorkomen, wordt het door de patiënt ervaren als zeer hinderlijk, cosmetisch storend en kan het bij sommigen zelfs tot langdurige somberheid leiden. Gelukkig is er tegenwoordig een scala aan behandelingen tegen acne voorhanden. Er zijn ook verschillende (huid)aandoeningen met puistjes die wel lijken op acne, maar geen acne zijn.

Handboek

Acne

Het handboek Acne is een onmisbaar naslagwerk voor de schoonheidsspecialist, die in de dagelijkse praktijk er veel mee te maken kan krijgen.

Opleidingsniveau 4


Handboek Acne


© 2018 Uitgeverij Container BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De serie ‘Handboeken’ van Uitgeverij Container is bestemd voor beroepen in de sector van de uiterlijke verzorging. De serie omvat studie- en naslagboeken voor verschillende vakrichtingen, in het bijzonder voor huid-, lichaam-, haar- en voetverzorging. De serie is helemaal afgestemd op de moderne exameneisen van de verschillende branches. Ook met de nieuwe keuzedelen is rekening gehouden. Uitgeverij Container levert ook studieboeken voor de keuzedelen die sectorgerelateerd zijn. Bijvoorbeeld ‘Nagelstyling’, ‘Visagie’ en ‘Sportmassage’. De handboeken zijn allemaal op dezelfde, didactische manier opgebouwd. Hierdoor zijn de boeken toegankelijk en gebruiksvriendelijk voor zowel de docent als de student. Bovendien kunnen alle handboeken voor de beroepsbeoefenaren goed dienst doen als naslagwerk. We hopen dat de vernieuwde serie handboeken kan helpen bij het leggen van een solide fundament en de vakkundige uitoefening van het beroep. Handboeken niveau 4 schoonheidsverzorging Dit ‘Handboek Acne’ maakt deel uit van de serie handboeken niveau 4 schoonheidsverzorging. Deze serie studie- en naslagwerken is specifiek gericht op de kwalificatie-eisen voor de opleiding Allround Schoonheidsspecialist en de verschillende specialisaties voor de voortgezette opleiding (VO) Schoonheidsverzorging. De andere handboeken uit deze serie zijn: Handboek huidverbeterende massage en het Handboek Shiatsu. ISBN: 978-90-70502-46-1 Eerste druk 2018 Auteur en eindredactie: A.M. van der Houwen Illustraties: W.F. de Jong Vormgeving: Uitgeverij Container


Handboek Acne

Dijkhuizen 13 • 7961 AE Ruinerwold • Tel. 088-3745440 info@uitgeverijcontainer.nl • www.uitgeverijcontainer.nl



5

VOORWOORD

Wat is acne? Acne is één van de meest algemeen voorkomende aandoeningen bij de mens. Het is een ontstekingsziekte van de talgklieren van de huid. Iedereen heeft er in meer of mindere mate last van (gehad). Hoewel heel ‘gewoon’ wat betreft voorkomen, wordt het door de patiënt ervaren als zeer hinderlijk, cosmetisch storend en kan het bij sommigen zelfs tot langdurige somberheid leiden. Gelukkig is er tegenwoordig een scala aan behandelingen tegen acne voorhanden. Er zijn ook verschillende (huid)aandoeningen met puistjes die wel lijken op acne, maar geen acne zijn. In dit handboek worden op een duidelijke manier de verschillende vormen van acne beschreven. In een aantal hoofdstukken worden achtereenvolgens de anatomie en fysiologie van de huid, de algemene pathologie, de speciële pathologie en de medische behandeling van acne behandeld. In de laatste hoofdstukken worden hygiëne, ARBO en milieu volgens de Code van de schoonheids­specialist en de theorie van de acnebehandeling uitvoerig omschreven. Het handboek sluit af met een begrippenlijst, de opsomming van de gebruikte literatuur en een uitgebreid register. Het handboek Acne is een onmisbaar naslagwerk voor de schoonheidsspecialist, die in de dagelijkse praktijk er veel mee te maken kan krijgen.


66

Handboek Acne

Route in het boek Alle boeken uit de handboekenserie zijn op dezelfde manier ingericht. Elk hoofdstuk begint met een korte inleiding op het te behandelen onderwerp. Hierin staat wat je al moet weten voordat je aan het hoofdstuk begint. Daarna wordt vermeld waarom je dit hoofdstuk moet bestuderen. Dat is meestal om in staat te zijn de praktijk goed uit te oefenen of om de examens te kunnen behalen. De begrippen die in het examen aan de orde kunnen komen, staan in deze oriëntatie allemaal bij elkaar. Hierdoor heb je meteen een overzicht van wat er in het hoofdstuk wordt besproken. Daarna worden de leerdoelen samengevat. De leerstof is ingedeeld in hoofdstukken, paragrafen en sub-paragrafen. De examen- en andere belangrijke begrippen staan opvallend in de marge afgedrukt. Deze begrippen zijn ook terug te vinden in het register achterin het boek. Soms worden in de marge ook studie aanwijzingen gegeven. Deze zijn cursief gedrukt. Als er extra informatie aan de basisstof is toegevoegd, die niet direct vereist is voor het examen, dan staat deze in een kleiner lettertype afgedrukt. Dit kan bijvoorbeeld het onderschrift bij een afbeelding zijn of de in een apart blokje geplaatste verdieping van een bepaald onderwerp. Aan het eind van elk hoofdstuk wordt besloten met een samenvatting of samenvattend schema. Daarna volgt een aantal vragen of opdrachten die je kunnen helpen om de stof nog beter tot je te nemen. Ook wordt er in de afsluiting vaak een vooruitblik gegeven op de komende lesstof van het volgende hoofdstuk. Achterin het boek is een literatuurlijst opgenomen ter verantwoording van de gebruikte bronnen en/of ter aanbeveling voor verdere studie. Het boek besluit met het register.


7

INHOUD

1

Anatomie en fysiologie van de huid 1.1 De huid/cutis 1.2 De talgklieren 1.3 Prikkels en pijnbeleving

9 38 51

2

Algemene pathologie 2.1 Ontsteking, besmetting en infectie 2.2 Bacteriëmie en septikemie 2.3 Degeneratie, regeneratie 2.4 Efflorescenties en nomenclatuur

59 75 78 89

3

Speciële pathologie 3.1 Verschillende vormen van acne 3.2 Differentiële diagnostiek met betrekking tot acne 3.3 Pathogenese/etiologie van acne

100 114 122

4

Medische behandeling 4.1 Uitwendige- of lokale behandeling van acne 4.2 Systemische behandeling van acne 4.3 Overige medische behandelwijzen

132 138 150

5 Hygiëne, ARBO en milieu 5.1 Hygiëne in verband met acne 5.2 Reiniging, desinfectie en sterilisatie

162 177

6

187 205 209 216 228 276 286 295

Theorie van de acnebehandeling 6.1 Behandelplan 6.2 Informed consent 6.3 Voorbehandeling 6.4 Acnebehandeling 6.5 Cosmetische werkstoffen 6.6 Ondersteunende massages 6.7 Ondersteunende apparatuur 6.8 Doorverwijzen en advies

Woordenlijst/nomenclatuur 298 Register

304


88

Handboek Acne

Over hoofdstuk 1: Anatomie en fysiologie van de huid Het examen richt zich, met betrekking tot de anatomie en fysiologie van de huid, in hoofdzaak op de talgklierwerking en de pijnbeleving. Zonder gedegen kennis van de huid echter kun je de complexe processen die hierin plaatsvinden niet begrijpen. Daarom is ervoor gekozen deze basiskennis ter opfrissing toch in dit boek op te nemen. Wat je vooraf moet weten In dit hoofdstuk gaan we ervan uit dat je: • basiskennis hebt van biologie; • basiskennis hebt van scheikunde; • weet wat het verschil is tussen anatomie en fysiologie; • kennis hebt van cytologie/weet wat cellen zijn en doen; • kennis hebt van histologie/weet wat een weefsel is; • weet wat epitheelweefsel is; • weet wat bindweefsel is; • kennis hebt van de stofwisselingsprocessen in de cellen; • kennis hebt van het endocriene/hormoon stelsel; • kennis hebt van het zenuwstelsel en de prikkelgeleiding. Begrippen die in het examen aan de orde komen: Talgklieren: • solitaire talgklieren • talgklier uitvoergang • talgklierfollikel/sebumfollikel • talgklierwerking • normale huidflora Prikkels en pijnbeleving: • mechanoreceptoren • thermoreceptoren • endorfine • vrije zenuwuiteinden Wat leer je in dit hoofdstuk? Je frist in dit hoofdstuk eerst je kennis over de huid op en weet dat de huid uit drie hoofdlagen bestaat. Daarnaast herinner je je weer dat de opperhuid in vijf lagen wordt onderscheiden en de lederhuid in twee. Bovendien worden de functies van de huid en de haren in hoofdlijnen behandeld. In het bijzonder leer je de specifieke kennis over de talgklieren, de samenstelling van de talg, de huidflora en de talgklierwerking. Ook wordt er ingegaan op prikkels en prikkelbeleving.


anatomie en fysiologie van de huid

1.1 De huid/cutis Het is logisch dat een goede kennis van de huid voor de (allround) schoonheidsspecialist heel belangrijk is. In het bijzonder bij de specialisatie acne of andere huidverbeterende behandelingen of specialisaties. De huid wordt, op de hersenen na, als het belangrijkste orgaan beschouwd vanwege haar vele en gevarieerde functies. De huid vormt de bekleding van ons lichaam en gaat bij de natuurlijke openingen, zoals de mond, de neus en de anus, over in slijmvlies. De dikte van de huid is variabel, het dikst is de huid van de handpalmen, de voetzolen en de nek. Het dunst is de huid van de oogleden en de lippen. De huid is ons grootste orgaan en heeft bij een volwassene een oppervlak van ruim anderhalve vierkante meter. Per vierkante centimeter huid komen ongeveer 100 zweetklieren, 10 haren en 15 talgklieren voor. Daarnaast bevinden zich in de huid capillairen (haarvaten), zenuwen en receptoren (orgaantjes waarin uitwendige prikkels worden omgezet in signalen voor de cellen). Functies van de huid De huid is geen passief omhulsel, maar het is een orgaan dat net als andere organen, aan psycho­somatische invloeden blootstaat. We weten ook dat psychische invloeden een grote rol kunnen spelen bij huidziekten. Doordat zich meer dan een half miljoen zenuwuiteinden in de huid bevinden, kunnen we in contact staan met de buitenwereld. Door aanraking met de vingertoppen kunnen we ons een beeld vormen van de werkelijkheid. De huid biedt ons bescherming tegen koude en warmte en zorgt ervoor dat onze lichaamstemperatuur constant blijft.

1


10 10

vorming van vitamine D vorming van hormonen

uitscheiding van afvalstoffen bescherming tegen bacteriën gaswisseling

Handboek Acne

Ook kan de huid zelf vitamine D vormen, waardoor ons skelet sterk blijft. Aan de huid kunnen we zien hoe iemand zich voelt, wat voor emoties er zijn, wat voor werk iemand doet en of iemand gezond is. Daarom noemen we de huid ook wel de spiegel van de ziel. Het is dus niet zomaar behang. De huid heeft vele zeer belangrijke functies. Als er meer dan 80% van onze huid verloren gaat, sterven we. We onderscheiden de volgende functies: • bescherming tegen mechanisch geweld (slag, stoot, druk, wrijving); • bescherming tegen uitdroging; • bescherming tegen schadelijke (chemische) stoffen; • bescherming tegen straling. Om het lichaam te beschermen tegen het schadelijke ultraviolette licht wordt pigment in de huid gevormd, waardoor een bruine kleur ontstaat; • bescherming tegen elektriciteit; mits de hoornlaag droog is; een droge hoornlaag is een slechte geleider van elektriciteit; • vorming van vitamine D (onder invloed van ultraviolet licht) uit ergosterol en cholesterine (twee stoffen die in talg voorkomen). Vitamine D is van belang voor de beendervorming; • vorming van hormonen. De huid is in staat door middel van de zogenaamde mestcellen (speciale cellen in de leder- en onderhuid) hormonen en hormoonachtige stoffen te produceren. Vandaar dat de huid ook wel een neuro-hormonaal orgaan wordt genoemd. In dit kader kijken we in het bijzonder naar het weefselhormoon histamine. Dit is een stof die door de bindweefselcellen wordt gevormd. Bij een intensievere celdeling, door bijvoorbeeld massage, treedt een grotere histamineproductie op. Histamine heeft een verwijdende invloed op de fijne bloedvaatjes in de huid. Dit is zichtbaar door een vlekkerige roodheid op de huid. Bij beschadigingen van de huid of bij allergische reacties speelt histamine een belangrijke rol; • uitscheiding van afvalstoffen. De zweetklieren in de huid scheiden per etmaal ongeveer 3/4 liter zweet uit, waarin een gedeelte van de eindproducten van de eiwitstofwisseling voorkomt (voornamelijk water en zouten); • bescherming tegen bacteriën en andere micro-organismen; • gaswisseling. De huid is in staat te ‘ademen’. Het gaswisselingsproces via de huid noemen we de huidademhaling. Helaas zijn het vaak schadelijke chemische gassen (uit ons vervuilde milieu) die door de huid worden opgenomen en een negatieve invloed op


11

Anatomie en fysiologie van de huid

ons lichaam uitoefenen. In de cosmetiek maken we gebruik van de huidademhaling om belangrijke werkstoffen en zuurstof toe te dienen; veel warmteafgifte

weinig warmteafgifte

Opperhuid Haarvaten Kringspiertjes samengetrokken

Kringspiertjes ontspannen

Lederhuid

Huidadertje Huidslagadertje

• temperatuurregulatie. De huid heeft bij de warmteregeling van het lichaam een belangrijke uitvoerende taak. Bij kou reageert het lichaam als volgt: de huidbloedvaten (haarvaten) vernauwen zich. Er ontstaat een geringere doorbloeding van de huid, zodat de warmteafgifte wordt beperkt. Ook vermindert de zweetproductie, waardoor er minder verdamping, dus minder afkoeling plaatsvindt. • bij stijging van de temperatuur gebeurt het tegenovergestelde: de haarvaten verwijden zich, zodat er meer warmte kan worden afgegeven aan de omgeving. Daarnaast neemt de zweetproductie toe, zodat door de extra verdamping meer afkoeling kan optreden. Een natuurlijke isolatielaag, gevormd door het vet in het onderhuidse bindweefsel en de lucht tussen de haren op de huid, zorgt voor de instandhouding van de lichaamstemperatuur; • opslag van vet, water, glucose en minerale stoffen (depotfunctie); • zetel van zintuigen. De huid bevat tast-, druk-, koude-, warmteen pijnzintuigen; • weerspiegeling van de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Men zegt wel dat de huid de barometer is van de gezondheid; een

temperatuur­ regulatie

opslag van vet zetel van zintuigen


12 12

Handboek Acne

gezond mens heeft een frisse, gave huid, een zieke niet. Bij galaandoeningen bijvoorbeeld ziet de huid groen en bij leveraandoeningen is de huid geelachtig of voorzien van grauwgele vlekken. Zijn er storingen in de bloedsomloop dan kleurt de huid blauwachtig of rood. Verder zijn bij long- of nierafwijkingen op de huid zwellingen waar te nemen en vormen zich bij hormoonstoornissen puisten. • De huid wordt ook wel het ’beeldscherm van de ziel’ genoemd, omdat emoties zich vaak via de huid verraden. Zo zien we roodheid bij woede, opwinding en verlegenheid en bleekheid bij schrik. Vlekkerige roodheid kenmerkt nervositeit, terwijl overmatig transpireren kan duiden op angst.

meerlagig epitheel bindweefsel

Opbouw van de huid Net als ieder ander orgaan heeft de huid een specifieke complexe opbouw, waardoor zij haar veelvuldige functies kan vervullen. Het orgaan huid is opgebouwd uit lagen van verschillende weefseltypes: epitheel­ weefsel en bindweefsel. Van buiten naar binnen onderscheiden we de opperhuid (epidermis), de lederhuid (dermis of corium) en de onderhuid (subcutis). Opperhuid en lederhuid vormen samen de cutis, dat wil zeggen: de eigenlijke huid. Bij de huid horen ook de hiermee verbonden delen, zoals haren, nagels en verschillende klieren. Ontwikkeling van de huid in de ongeboren toestand (embryonale periode) De opperhuid is opgebouwd uit meerlagig epitheel (gemiddeld vijf verschillende lagen), waarvan de celvormen zich van elkaar onder­ scheiden. De lederhuid en de onderhuid zijn allebei uit bind­weefsel (van verschillende soort) opgebouwd. In de ontwikkeling van het embryo (de vrucht tot het einde van de derde maand van de zwangerschap) vormen zich drie zogenoemde kiembladen. Hieruit ontwikkelen zich de verschillende weefsels en organen. De opperhuid komt voort uit het buitenste kiemblad of ectoderm; de lederhuid en de onderhuid uit het middelste kiemblad of mesoderm.


13

Anatomie en fysiologie van de huid

Verwevenheid van de huidlagen Het epitheelweefsel van de opperhuid strekt zich uit tot in de huidklieren (talg en zweetklieren) en de haarzakjes van de lederhuid. Omgekeerd stulpt de lederhuid zich tot in de opperhuid via de genoemde coriumpapillen. Coriumpapillen zijn vingervormige verhe- coriumpapillen venheden, waarin zich bloedvaatjes (voor de bloedvoorziening van de opperhuidcellen) en tastlichaampjes als ontvangapparaatjes (receptoren) voor de tastzin bevinden. Bovendien zijn opperhuid en lederhuid verbonden door een vlies, basale membraam het zogenoemde basale membraan (Membrana basale). Hierdoor zijn de opperhuid en de lederhuid hecht met elkaar verweven, waardoor beide huidlagen niet afzonderlijk ten opzichte van elkaar op te nemen of te verschuiven zijn. De huid als zodanig (dus opperhuid en lederhuid samen) kan wel over de onderhuid verschoven worden. Bij de verslapte, oudere huid zal dit gemakkelijker gaan dan bij een stevige, jonge en veer­krachtige huid. Dikte van de huid De opperhuid kan plaatselijk variëren in dikte door het verschil in het aantal cellagen. Twee lagen zijn echter altijd aanwezig, de kiemlaag en de hoornlaag. De hoornlaag is dik aan de handpalmen en voetzolen en dun op de huid van de oogleden. De lederhuid is ongeveer zeven keer dikker dan de opperhuid. De onderhuid is bij iedereen, zowel plaatselijk als van mens tot mens, verschillend van dikte. Dat komt doordat deze bestaat uit een netvormige structuur, waartussen zich de vetcellen bevinden. De onderhuid wordt daarom ook wel het onderhuids vetweefsel of -vetlaag genoemd. In het algemeen is de onderhuidse vetlaag bij vrouwen dikker dan bij mannen.

dikte van de huid

De huid (cutis) is opgebouwd uit drie lagen: • de opperhuid (epidermis); • de lederhuid (dermis); • de onderhuid (subcutis).

huid (cutis)

De epidermis/opperhuid De epidermis is een verhoornd plaatepitheel dat uit vijf verschillende cellagen bestaat en dankzij de stevigheid en ondoordringbaarheid zeer goede bescherming biedt. De celdeling, die essentieel is voor groei en regeneratie, speelt zich in de twee onderste cellagen af. Van daaruit bewegen de cellen zich naar het huidoppervlak, waarbij onderweg volledige verhoorning (keratinisatie) plaatsvindt.

epidermis


14 14

Handboek Acne

De bovenste hoornlaag wordt in de vorm van huidschilfers voortdurend afgestoten. Onder fysiologische omstandigheden duurt dit huidvernieuwingsproces, van de celdeling tot aan de afstoting van de verhoornde cellen, ongeveer 30 dagen. In de epidermis bevinden zich geen bloedvaten en zij wordt door middel van diffusie van voedingsstoffen uit de bloedvaten van de dermis verzorgd. Als de huid bloedt, bijvoorbeeld bij een schaafwond, betekent dat dat de capillairen van de lederhuid beschadigd zijn. De epidermis vervult de belangrijkste beschermende taken, waartoe tevens het afweren van ultraviolette straling hoort. Om die reden mag een wond pas als volledig genezen worden beschouwd als een nieuw, belastbaar epitheel is gevormd dat in staat is het lichaam voldoende te beschermen tegen externe invloeden. keratinocyten

Het overheersende celtype in de epidermis zijn keratinocyten. Zij worden zo genoemd, omdat ze het vermogen tot keratinesynthese bezitten. Keratine bestaat uit onoplosbare structuureiwitten met een hoge temperatuur- en pH-bestendigheid, waarop afbraakprocessen door enzymen nauwelijks vat hebben. Globaal worden zij onderverdeeld in harde en zachte keratine: haren en nagels bestaan uit harde keratine, zachte keratine is het voornaamste bestanddeel van de verhoornde cellen in de buitenste epidermislagen.


15

Anatomie en fysiologie van de huid

Dwarsdoorsnede van de epidermis van de vingertop, die duidelijk de vijf verschillende cellagen toont: 1. kiemlaag-stratum basale 2. stekelcellen laag- stratum spinosum 3. korrellaag-stratum granulosum 4. lichtbrekende laag-stratum lucidum 5. hoornlaag-stratum corneum

• Naast de keratinocyten bevat de epidermis nog andere cellen, die als zogenaamde migratiecellen (in het weefsel verspreide cellen zonder vaste verbinding met andere gelijksoortige cellen) voor specifieke functies van de epidermis verantwoordelijk zijn. De volgende cellen zijn belangrijk: - melanocyten produceren de zwartbruine huidkleurstof melanine die zij als melanosomen afgeven aan de keratinocyten. Deze slaan het pigment op, hetgeen zich manifesteert in een duidelijke verkleuring. Dit proces heeft tot doel de keratinocyten tijdens de celdeling te beschermen tegen beschadigingen door UV-licht. Hoe sterker de UV-straling is, hoe meer melanosomen worden gevormd, wat uiteindelijk leidt tot een ‘door de zonge­ bruinde huid’. De hoeveelheid melanine en de verdeling ervan is echter ook bepalend voor de verschillende haar- en huidkleuren; - d e cellen van Merkel, ook wel tastschijven van Merkel genoemd, zijn grote vlakke zenuwuiteinden. Ze functioneren als zich langzaam aanpassende drukreceptoren, wat betekent dat lange aanrakingen door deze cellen worden waargenomen. Deze cellen komen dan ook veelvuldig in de huid van de voetzolen en de handpalmen voor. Hierover later meer; - d e cellen van Langerhans zijn essentieel voor de immuunfunctie van de huid. Zij herkennen het vreemde antigeen, nemen het op en verwerken het voordat een wisselwerking met immuuncompetente T-lymfocyten optreedt. Stratum basale – basaalcellenlaag (1) De basale laag of kiemlaag vormt de binnenste cellaag van de epidermis. Deze laag bestaat uit cilindervormige keratinocyten die het vermogen tot celdeling (mitose) bezitten en de voortdurende regeneratie van de epidermis waarborgen. De celdeling wordt aangestuurd door talloze substanties, zoals verschillende groeifactoren, hormonen en vitamines. Tussen de basale laag en de dermis ligt het

migratiecellen melanocyten

cellen van Merkel

cellen van Langerhans

stratum basale basaalcellenlaag


16 16

Handboek Acne

bloedvatloze basaalmembraan dat beide huidlagen scheidt, maar tevens verantwoordelijk is voor de verankering van de basale cellen en het eiwittransport gedeeltelijk aanstuurt. Dwarsdoorsnede van de epidermis: aan de bovenzijde is het stratum corneum (bruin) met de lagen van de corneocyten zichtbaar. Dan volgen de lagen met de le­ vende cellen (paars/rood). Beneden links is de dermis te zien die de epidemis voedt.

stratum spinosum, stekelcellenlaag

Stratum spinosum – stekelcellenlaag (2) De stekelcellenlaag omvat tot wel zes lagen cellen van onregelmatige vorm, die keratinepeptiden synthetiseren en nog een geringe mitotische activiteit laten zien. Hun ‘stekelige’ uiterlijk hebben zij te danken aan de celbruggen (desmosomen) die hen onderling verbinden. Tussen de celbruggen wordt vocht opgeslagen.

stratum granulo­ sum, korrellaag

Stratum granulosum – korrellaag (3) De geleidelijke verhoorning begint in de korrellaag. Deze bestaat, afhankelijk van de dikte van de hoornlaag, uit maximaal drie lagen vlakke cellen met grove keratohyaline korreltjes (granula), die onder andere een preproteïne bevatten die vermoedelijk een rol speelt bij de opbouw van keratinevezels in de intercellulaire ruimtes. Dit geeft de huid een doorzichtig aspect.

stratum lucidum, lichtbrekende laag

De lichtbrekende laag biedt bescherming tegen waterige oplossingen.

stratum corneum, hoornlaag

Stratum lucidum – lichtbrekende laag (4) De lichtbrekende laag bestaat uit kernloze cellen die door een hoge enzymactiviteit worden gekenmerkt. Hier wordt de keratinisatie voortgezet, een proces dat ook de omzetting van keratohyaline granula in eleïdine omvat. Eleïdine is een vet- en eiwitrijke, acidofiele (zuren aantrekkende) substantie met een sterk lichtbrekend vermogen. Zij vormt een homogene, glanzende laag die de epidermis beschermt tegen de invloeden van waterige oplossingen. Eleïdine is een tussenvorm van hoornstof en heeft hygroscopische en hydrofiele eigenschappen. Stratum corneum – hoornlaag (5) In deze laag is het verhoorningsproces volledig afgesloten: de kera-


17

Anatomie en fysiologie van de huid

Hoorncel tinocyten zijn gevuld met de hoornsubstantie keratine en worden in dit stadium corneocyten genoemd. Ze liggen in een dakpanachtige structuur over elkaar heen en zijn door keratohyaline en door fijne vezels (tonofibrillen) met elkaar verbonden. Deze laag bestaat uit 15 tot 20 cellagen, waarvan de bovenste laag in de Lipiden vorm van huidschilfers wordt afgestoten. De hoornlaag is samen met de afscheidingen van de zweet en talgklieren medeverantwoordelijk voor de opbouw van de huidfilm (hydrolipidefilm), die ook wel zuurmantel wordt genoemd. Deze zorgt onder andere voor een fysiologisch evenwicht bij het aantal micro-organismen dat de huid bevolkt. Als de hoornlaag door verwondingen of door eczeem beschadigd is, kunnen schadelijke stoffen en ziektekiemen ongehinderd de huid binnendringen. De belangrijkste functie van deze huidlaag is bescherming. De hoornlaag beschermt onder andere tegen UV-straling, hitte, koude en elektriciteit.

De dermis/lederhuid Het basale membraan van de epidermis (opperhuid) gaat aan de binnenzijde over in de dermis (lederhuid). De lederhuid wordt gevormd door bindweefsel en bevat veel bloedvaten en zenuwen, maar relatief weinig cellen. Deze huidlaag bestaat hoofdzakelijk uit vezelstructuren (collageen, elastine, reticuline en polysachariden). Deze vezels worden geproduceerd door de fibroblasten, de bindweefselcellen. De trekvastheid van de huid is afhankelijk van het gehalte en de structuur van de collagene vezels. De huidelasticiteit berust op de totale structuur van het bindweefsel. Deze vezelstructuren gaan bij het verouderen langzaam verloren en daarmee verdwijnt de elasticiteit van de huid. Behalve fibroblasten bevat de lederhuid ook bloed en lymfevaten, die ervoor zorgen dat de epidermis van voedingstoffen wordt voorzien en dat de huid een verbinding heeft met regionale lymfeknopen. De dermis bevat ook nog mestcellen, macrofagen en T-lymfocyten die tot het immuunapparaat behoren. In histologisch opzicht kunnen we de lederhuid verdelen in twee lagen: de buitenste papillenlaag (stratum papillare) en de binnenste

huidfilm zuurmantel

dermis, lederhuid collageen elastine reticuline polysachariden

fibroblasten mestcellen macrofagen T-lymfocyten


18 18

Handboek Acne

netlaag (stratum reticulare). De lagen onderscheiden zich door de dichtheid en de structuur van de bindweefselvezels, maar zijn niet daadwerkelijk van elkaar gescheiden. stratum papillare, papillenlaag

Stratum papillare – Epidermis papillenlaag Barrière De papillenlaag is door uit­stulpende kegels van bindweefsel (de papillen) Mastcellen vast verbonden met de epidermis. Rondom de pa- Elastinevezels pillen liggen capillaire Dermis lussen, die de vaatloze epidermis van voedingsstofCollageenvezels fen voorzien, zenuwuiteinden, zintuigreceptoren en initiële lymfvaten. Het Bloedvaten Fibroblasten bindweefsel zelf bestaat uit een geraamte van fibrocyten (fibroblasten in rust), waar elastische collageenvezels doorheen lopen. De ruimte tussen de cellen is gevuld met een gelachtige substantie (extracellulaire matrix), die mobiele bloed- en weefselcellen kan bevatten. In deze laag bevinden zich onder andere ook de lichaampjes van Meißner.

stratum reticulare, netlaag

Stratum reticulare – netlaag De brede netlaag bestaat uit stevige bundels van collageenvezels die met elkaar vervlochten zijn en waartussen elastische vezelnetten liggen. Deze structuur maakt de huid elastisch, zodat ze in staat is zich aan te passen aan de bewegingen en het variërende volume van het organisme. De huid is bovendien in staat volgens een dynamisch proces vocht op te nemen en weer af te geven. De collageenvezels wijzen alle kanten op, maar verlopen overwegend schuin naar boven naar de epidermis. De natuurlijke splijtlijnen van de huid, die in de richting van het geringste rekvermogen en verticaal ten opzichte van de huidspanningslijnen verlopen, worden huidsplijtlijnen van Langerhans genoemd. Bij incisies dient zo veel mogelijk rekening te worden gehouden met het verloop van de splijtlijnen. Huidincisies die parallel aan deze huidsplijtlijnen verlopen, veroorzaken geen gapende wonden en laten nagenoeg onzichtbare littekens achter, terwijl incisies die dwars op de huidsplijtlijnen worden aangebracht aanzienlijke littekens kunnen veroorzaken.

huidsplijtlijnen van Langerhans


19

Anatomie en fysiologie van de huid

tussencelstof elastische vezel collagene vezel bondweefselcel Cellulaire bestanddelen van de dermis Het bindweefsel van de huid bestaat voornamelijk uit fibrocyten, die in geactiveerde vorm fibroblasten worden genoemd. Dit celtype zorgt voor een aantal substanties die voor de opbouw van nieuw weefsel nodig zijn: fibroblasten synthetiseren een voorbereide vorm van collageen, elastine en proteoglycanen en scheiden dit af. Zij vormen de bindweefselvezels.

fibrocyten fibroblasten collageen elastine proteoglycanen

Blaasje met

Buiten de cellen vormen deze substanties colhistamine lageen- en elastine vezels en in een niet vezelachtige vorm de gelachtige basissubstantie van de extracellulaire matrix. Daarnaast bevinden zich in de epidermis mestcellen (produceren weefselhormonen zoals histamine) met granula die onder andere heparine en histamine bevatten, histiocyten (bestrijden Mestcel bacteriën), macrofagen die uit de monocyten van het bloed voortkomen en T-lymfocyten. Deze cellen maken deel uit van de specifieke en onspecifieke afweermechanismen (fagocytose dan wel humorale, door cellen overgebrachte Histamine afgifte immuniteit), maar scheiden ook substanties met een biochemische werking af, die signalerende en regulerende functies vervullen en om die reden essentieel zijn voor de instandhouding van het reparatieproces. Vezelbestanddelen van de dermis De bindweefselvezels van de dermis bestaan uit het structuur­ eiwit collageen, een uitermate bestendig biologisch materiaal dat ongeveer 60 tot 80% van het droge gewicht van het weefsel uitmaakt. De naam ‘collageen’ is afgeleid van het feit dat deze eiwitten opzwellen als ze worden gekookt en dan een soort lijm (Grieks: kolla) vormen.

Allergeen (antigeen)

IgE

Mestcellen die na activatie histamine afgeven.


20 20

Handboek Acne

De opbouw van collageenvezels, die wit van kleur zijn, omvat een intracellulair en een extracellulair proces en begint in de fibroblasten. In eerste instantie worden in de cel de karakteristieke aminozuren van collageen, glycine en proline/hydroxyproline en een derde deel dat uit overige aminozuren bestaat met elkaar verbonden tot een drievoudige helix van procollageen en naar de extracellulaire ruimte verplaatst. Daar vinden nog meer enzymatische modificaties plaats die ervoor zorgen dat het nog oplosbare procollageen wordt omgezet in onoplosbare collageenfibrillen die ten slotte de collageenvezels van verschillende dikte vormen. Elastine Ongeveer 20% van het droge gewicht van de dermis bestaat uit elastine. Van het elastine in het hele lichaam bevindt zich ongeveer 55% in de dermis. Elastine is geel van kleur en wordt eveneens door de fibroblasten gesynthetiseerd en afgegeven. Elastine vormt een spiraalvormige polypeptide­ keten, die gekenmerkt wordt door grote elasticiteit. Buiten de cellen vormt deze de basis van een netwerk, een tweedimensionaal bouwsel dat lijkt op een trampolinenet. Deze structuur verleent de huid het reversibele rekvermogen (vijf keer beter rekbaar dan een rubberen elastiek met dezelfde diameter) en voorkomt dat zij te ver wordt uitgerekt of zelfs scheurt. Het zorgt ervoor dat het weefsel weer zijn oorspronkelijke vorm en grootte aanneemt, nadat het uitgerekt, ingedrukt of vervormd is geweest. Zoals collageen de huid haar stevigheid geeft, geeft elastine de huid flexibiliteit. Elastine Elastinevezels zorgt ervoor dat de huid mooi om de


21

Anatomie en fysiologie van de huid

contouren van het gelaat heen past. De elastinevezels zijn van essentieel belang voor de elastische eigenschappen van de huid.

Collageenvezel Watermolecule H2O

Reticuline De reticulinevezels vormen een netwerk van zich vertakkende vezels die geen bundelstructuur vormen, zoals de collageenvezels. Reticulinevezels komen overal in het bindweefsel voor. Het omhult epitheel, zenuwweefsel en vaten. Het komt ook voor als steunweefsel in de lymfeknopen en vormt een belangrijk deel van het basale membraan.

Protoglycanen

Keratansulfaat Hyaluronzuur

Niet-vezelachtige basissubstanties van de huid De ruimtes tussen de vezels van het bindweefsel zijn gevuld met tussenstof. Dit is een gel, opgebouwd uit water en verschillende soorten grote moleculen, zoals hyaluronzuur, chondroïtine-B-sulfaat (disacharide) en proteoglycanen, een verbinding van meervoudige suikers (polysachariden) en eiwitten met een hoog koolhydraatgehalte, die voorheen mucopolysachariden werden genoemd. Proteoglycanen zijn zeer hydrofiel en kunnen een grote hoeveelheid vocht vasthouden, zodat een kleverige tot gelachtige substantie ontstaat. Blijkbaar zijn zij niet slechts structuureiwitten, maar kunnen ze ook de celbeweging en de celhechting, evenals de differentiatie van cellen, beïnvloeden. Daarnaast bevat de basissubstantie een aantal glycoproteïnen met een laag koolhydraatgehalte, zoals trombospondine, laminine-/nidogeen-complex, K-laminine en weefsel fibronectine, die een even grote verscheidenheid aan functies laten zien als proteoglycanen. Fibronectine is bijvoorbeeld een kleefeiwit dat in de dermis vooral tot doel heeft cellen aan collageen te binden en daarmee ook bij de wondgenezing een belangrijke rol speelt. Ongeveer 20% van het water in de lederhuid is gebonden aan het collageen. Ongeveer 80% is beweeglijk ‘zwelwater’. Van de totale hoeveelheid water in het lichaam bevindt zich 20 tot 40% in de dermis. De vorming en de eigenschappen van de tussenstof staan onder invloed van verschillende hormonen en vitaminen. Bekend hierbij zijn: • corticosteroïden (bijnierschorshormonen), deze remmen de celdeling en de synthese (aanmaak) van proteoglycanen. Hierdoor ontstaat, bij langdurig lokaal gebruik van corticosteroïden, atrofie van de huid. Ook het ontstaan van striae en teleangiëctastieën

Chondroïtinesulfaat

Reticuline- en collagenevezels

reticuline hyaluronzuur chondroïtine-Bsulfaat proteoglycanen

corticosteroïden


22 22

Handboek Acne

behoort tot de lokale bijwerkingen. De gezichtshuid is zeer gevoelig voor sterk werkzame corticosteroïden; geslachts­ • geslachtshormonen, onder invloed van oestrogenen kan tijdens hormonen de menstruatie vochtretentie in de huid optreden; schildklierhormoon • schildklierhormoon, een ernstig tekort aan schildklierhormoon (hypothyreoïdie) veroorzaakt een opeenhoping van proteoglycanen in de huid, wat myxoedeem wordt genoemd. In tegenstelling tot echt oedeem is dit niet weg te drukken; vitamine A (retinol) • vitamine A (retinol), is essentieel bij de synthese (aanmaak) van proteoglycanen, vooral chondroïtine-B-sulfaat (belangrijk onderdeel van bindweefsels). Een tekort aan vitamine A veroorzaakt een afname van de hoeveelheid tussenstof. Ook vermindert vitamine A de neiging tot verhoorning van de opperhuid; • vitamine C (ascorbinezuur), doet de hoeveelheid tussenstof juist vitamine C toenemen, maar remt de synthese van collagene vezels. Vita(ascorbinezuur mine C is nodig voor de aanmaak van hydroxyproline (belangrijke bouwsteen van collageen); • vitamine D, belangrijk voor de calciumhuishouding; vitamine D • vitamine E (alfa-tocoferol), is belangrijk voor de tussenstof, omdat vitamine E het vitamine A in een actieve toestand houdt. Een tekort aan (alfa-tocoferol) vitamine E kan ook een tekort aan vitamine A tot gevolg hebben.

extracellulaire matrix (ECM)

Extracellulaire matrix In het weefsel bestaat gewoonlijk een nauwe verbinding tussen de cellen en de substanties die de cellen afscheiden. Daarvoor vormen de macromoleculen van de extracellulaire substanties complexe driedimensionale netwerken die ‘extracellulaire matrix’ (Extra Cellular Matrix = ECM) worden genoemd. Alle lichaamsweefsels bevatten een dergelijke matrix. De structuur en de samenstelling van die matrix verschilt per weefseltype en is afhankelijk van de soort cel die de matrix Protoglycaan complex Collagene produceert en van vezel de functie van het Extracellulaire weefsel. Hoewel matrix nog lang niet alle functies van de ECM bekend zijn, gaat men er Extracellulaire matrix tegenwoordig Plasmamembraam van uit dat zij niet Microfilamenten van het cytoskelet enkel als vulsub-


23

Anatomie en fysiologie van de huid

stantie tussen afzonderlijke cellen, weefsels en organen dient, maar ook verschillende taken bij het overbrengen van informatie tussen de in de matrix ingebedde cellen vervult. De subcutis/onderhuid De subcutis is de onderste laag van de huid. Zij bestaat uit losmazig bindweefsel en is niet duidelijk gescheiden van de dermis. Diep van binnen is zij verbonden met de spierfascie of het botvlies. De subcutis bestaat uit grote cellen met grote vacuolen die gevuld zijn met vet. Deze vetcellen zijn binnen een netwerk van bindweefselvezels gerangschikt. In dit netwerk bevinden zich arteriën en venen, zenuwen en het onderste deel van sommige zweetklieren. Ook de lichaampjes van Vater-Pacini bevinden zich in deze huidlaag. Erfelijke factoren, hormonale balans en voeding zijn de bepalende factoren voor de hoeveelheid vetcellen van de subcutis op verschillende delen van het lichaam. Met uitzondering van slechts enkele lichaamsdelen kan overal onderhuids vetweefsel worden gevormd. De subcutis waarborgt ook de beweeglijkheid van de huid en dient als bescherming tegen verwondingen, kou en warmteverlies. Ook fungeert het onderhuids bindweefsel als energievoorraad. Adnexa van de huid Haren Haren en nagels maken evenals talg- en zweetklieren deel uit van de huid. Haren zijn buigzame, stevige draadachtige structuren die zijn opgebouwd uit de hoornstof keratine. Ze komen voort uit naar binnen groeiende uitstulpingen van de opperhuid, de haarzakjes. De haar bestaat uit de haarschacht (het deel dat boven de huid uitsteekt) en de haarwortel (het deel dat zich in het haarzakje bevindt). Aan weerszijden van het haarzakje bevinden zich de trosvormige talgklieren. De haargroei verloopt in een endogene cyclus die voor elke afzonderlijke haarwortel specifiek is. Er is dus geen sprake van synchrone haargroei. Haarwortels zijn niet regenereerbaar en

subcutis/onderhuid

Vetcellen

Cytoplasma Vacuole

adnexa van de huid, haren

Bloedvaten Haarwortel

Haarschacht Talgklier


24 24

Handboek Acne

daarom zal littekenweefsel altijd onbehaard blijven. Van haarwortelresten, dat wil zeggen overgebleven epitheel van een beschadigde haarschacht, kan echter wel een re-epithelisatie uitgaan. De functie van de haren is overwegend psychisch, maar ze bieden ook bescherming tegen kou en mechanische invloeden van buitenaf. nagels

Nagels Vinger- en teennagels zijn transparante hoornplaten die vanuit de nagelwortel naar de rand toe groeien. Nagels groeien ongeveer drie millimeter per maand, waarbij de groei nauw samenhangt met allerlei orgaanfuncties. De toestand van de nagels kan daarom belangrijke diagnostische aanwijzingen geven. Nagels beschermen de vingertoppen en versterken de tastzin.

huidklieren

Huidklieren De huidklieren (Glandulae cutis) worden onderscheiden in talg- en zweetklieren. We onderscheiden de huidklieren ook naar hun vorm in buisvormig (tubuleuze) en zakvormig (alveolaire). De buisvormige huidklieren zijn de zweetklieren en de oorsmeerklieren, de zakvormige huidklieren zijn de talgklieren en de melkklieren.

buisvormig (tubuleuze) zakvormig (alveollaire)

zweetklieren

De zweetklieren (Glandulae sudoriferae) zijn buisvormige instulpingen van de opperhuid, waarbij het klierlichaam diep in de cutis is gelegen. Ze liggen in het grensgebied met de subcutis en we vinden ze over bijna het gehele lichaam. Bijzonder talrijk zijn zij op de handpalm en de voetzool. Door het uitscheiden (excretie) van zweet wordt de lichaamstemperatuur geregeld en worden schadelijke afvalstoffen (stofwisselingsproducten) uit het lichaam verwijderd. Zweetklieren vormen (met onder andere de talgklieren) mede de zuurmantel van de huid (pH 5.8) als afweer tegen bacteriën. Ook bepalen zij mede de vochtgraad van zde huid.


Anatomie en fysiologie van de huid

25

Gemiddeld hebben mensen twee tot vijf miljoen zweetklieren in hun huid, verspreid over het hele lichaam. Deze klieren worden verzorgd door sympathische zenuwvezels die de aanmaak van zweet en de hoeveelheid ervan regelen.

Eccriene zweetklieren eccriene klieren Er zijn twee soorten zweetklieren, de eccriene en de apocriene klieren. Eccriene klieren komen vaker voor en zitten op de handpalmen, voetzolen, hoofdhuid en in de oksels. Deze klieren maken zweet aan bij warm weer en bij stressvolle emotionele belevenissen. Eccriene zweetklieren zijn lange, gedraaide, holle buisjes die van de bovenste huidlaag (opperhuid) naar de dieper gelegen huidlaag (lederhuid) lopen. Deze klier heeft een onregelmatig gedraaid basissegment, een recht segment dat van het spiraalvormig deel naar de bovenste huidlaag (opperhuid) loopt en een eindsegment dat door de opperhuid wordt omgeven en dat uitmondt in het huidoppervlak. Het zweet in een eccriene klier wordt in het gedraaide basissegment gemaakt en is waterig of slijmachtig en dik. De gehele klier is ruimschoots voorzien van bloedvaten. We noemen de eccriene zweetklieren ook wel de kleine zweetklieren. Bij afscheiding van hun product blijft de gehele kleine zweetklieren kliercel intact. Daardoor is het zweet van de kleine zweetklieren reukloos. Eccriene zweetklieren zijn niet gebonden aan haren. Samenstelling van het eccriene zweet Zweet bestaat grotendeels uit water, waarin allerlei stoffen zijn opgelost. Dit zijn onder andere: • keukenzout (natriumchloride); • zuren (waaronder melkzuur als afvalstof van de koolhydraatstofwisseling en stikstofhoudende afbraakproducten van de eiwitstofwisseling); • ammoniak (sterk geurbepalend); • ureum.


26 26

Handboek Acne

Als het zweet na de uitscheiding door de eccriene klieren op de huid komt, reageert het zuur door oxidatie. De specifieke onaangename zweetgeur treedt vooral op als het zweet een alkalische reactie heeft. De oorzaken hiervan kunnen een verminderde invloed van zuurstof (bijvoorbeeld bij de okselhuid) zijn, maar ook de invloed van micro-organismen op het huidoppervlak, die chemische omzettingen teweeg brengen. Denk hierbij aan sterk transpirerende voeten en oksels. Als het zweet niet zuur reageert, is er een grotere kans op infectie bij verwonding. apocriene klieren grote zweetklieren

Apocriene zweetklieren De apocriene zweetklieren, ook wel grote zweetklieren genoemd, worden actief tijdens de puberteit en veroorzaken de typische persoonlijke geur. Het zweet van de oksels en rond de geslachtsklieren bevat geurstoffen, die in relatie staan tot de seksuele aantrekkings-

Natural Moisturizing Factor (NMF) De Natural Moisturizing Factor, afgekort NMF, is een mix van wateroplosbare stoffen (waaronder aminozuren, ureum, sodium PCA, hyaluronzuur, glycerine, melkzuur en koolhydraten) in de hoornlaag van de huid (stratum corneum) en tussen de huidcellen. De componenten voor de vochtgraad van de huid zijn: • d e hoornsubstantie van de hoorncellen; • d e lipoïden in en op het huidoppervlak, waaronder ook het zweet; • de in water oplosbare hygroscopische, hydrofiele en emulgerende stoffen, die zich ten gevolge van het verhoorningsproces op het huidoppervlak voordoen. De NMF zorgt ervoor dat de huid gehydrateerd blijft. Niet alleen bevat de NMF zélf water, ook trekken de stoffen in de NMF water aan, waardoor de huid gehydrateerd blijft. Ze zorgen er als het ware voor dat vocht in de huid wordt vastgehouden.

Natuurlijke vetstoffen Andersom is echter ook het geval: de huid kan uitdrogen wanneer deze in contact komt met water. Vandaar dat een hete douche of warm bad een trekkerig gevoel van de huid kan veroorzaken! Maar ook de buitenlucht kan al vocht onttrekken. Om dit te voorkomen, bevat de huid ook lipiden (vetstoffen), die als het ware een beschermlaagje over de huid leggen, dat verdamping van vocht uit de huid voorkomt. De hoorncellen in het stratum corneum (waarin de NMF zich bevindt) worden omringd door natuurlijke vetstoffen (lipiden). De lipide laag is opgebouwd uit stoffen als ceramides, essentiële vetzuren en cholesterol. Deze stoffen voorkomen dat er te veel vocht uit de huid verdampt en beschermen de huid tegen schadelijke indringers, zoals bacteriën. De hoeveelheid lipiden die de huid bevat, is deels bepaald (zoals leeftijd en genen) en deels afhankelijk van factoren die iemand zelf kan beïnvloeden (door bijvoorbeeld voeding of verzorging).


27

Anatomie en fysiologie van de huid

kracht, feromonen genoemd. Ze zijn bij de vrouw meer ontwikkeld dan bij de man. Deze klieren scheiden zweet af onder invloed van hormonale factoren in het lichaam. Bij de apocriene zweetklieren ligt het gedeelte dat stoffen afscheidt in de diepere huidlagen (lederhuid), maar het kan tot diep in de onderhuidse vetlagen doorlopen. De kanalen van de apocriene zweetklieren liggen dichtbij en parallel aan een haarzakje. Ze monden gewoonlijk uit in dit haarzakje, boven de uitgang van het talgklierkanaal. Sommige kanaaltjes komen rechtstreeks aan het huidoppervlak uit. De klieren worden omgeven door los bindweefsel dat rijk is aan bloedvaatjes. Apocriene zweetklieren komen plaatselijk voor, op de rand van de oogleden, oksel, de geslachtsorganen en rond de tepels. Ze zijn minder van belang voor warmteregulatie. Zweet wordt in apocriene zweetklieren op dezelfde manier aangemaakt als in eccriene klieren. Het zweet uit de apocriene zweetklieren bevat ook eiwitten en vetzuren, die het dikker maken en het een melkachtige of

VOCHTARME HUID

NORMALE HUID Het water verdampt weinig

De allergenen worden tegengehouden

Het water verdampt weinig De allergenen kunnen niet doordringen

Het water verdampt

De allergenen dringen door

De huid speelt haar beschermende rol niet: ze laat te veel water verdampen, ze is droog. Ze laat gemakkelijker de allergenen door die een ontstekingsreactie kunnen teweeg brengen.

Vet- of vochttekort De combinatie van de NMF en lipiden wordt ook wel de huidbarrière genoemd. Een goed functionerende huidbarrière is noodzakelijk voor een gezonde huid. Een droge huid heeft van nature een tekort aan natuurlijke vetstoffen (lipiden) en heeft daarom behoefte aan emolliënten (voedende ingrediënten). Een vochtarme huid heeft een tekort aan vocht (verstoorde NMF) en heeft behoefte

aan humectanten (waterbindende stoffen). De functie van deze natuurlijke beschermlaag van de huid gaat overigens verder dan alleen maar hydrateren en soepel houden. Wanneer de huid stelselmatig een tekort heeft aan vocht en lipides (vetstoffen), dan voelt dat niet alleen onprettig aan, maar is de huid ook kwetsbaarder voor bijvoorbeeld infecties. Blootstelling aan UV-stralen, ziekte en ouderdom kunnen er onder andere voor zorgen dat de hoeveelheid NMF afneemt.


28 28

Handboek Acne

gelige kleur geven. Dat komt doordat bij afscheiding van het product een deel van de kliercel mee gaat. Het zweet van de grote zweetklieren geeft geur af en eiwitten. Deze laatsten kunnen bederven, waardoor ze onaangenaam gaan ruiken. Andere apocriene klieren We kennen nog andere apocriene klieren. Dat zijn: • melkklieren, gelegen in het onderhuids bindweefsel van de borsten, deze klieren geven bij de vrouw melk af na de geboorte van haar baby; • oorsmeerklieren, deze produceren oorsmeer dat een beschermende functie heeft; beide klieren worden hier verder buiten beschouwing gelaten.

mederegulateur van de lichaams­ warmte uitscheiding afvalstoffen medebepalende factor voor de zuurgraad medebepalende factor voor de vochtgraad

Functies van zweet Aan het zweet kunnen de volgende functies worden toegeschreven: • mederegulateur van de lichaamswarmte. Bij verhoging van de lichaamswarmte vindt er meer zweetuitscheiding plaats. Het zweet verdampt op het (warme) huidoppervlak, waardoor warmte­ onttrekking plaats heeft; • uitscheiding van een (gering) percentage afvalstoffen van de celstofwisseling, zoals keukenzout (waardoor de nierfuncties worden verlicht), melkzuur en stikstofhoudende afbraakproducten van de eiwitstofwisseling; • medebepalende factor voor de zuurgraad van de huid als afweer tegen pathogene microben (bacteriën en schimmels); • medebepalende factor voor de vochtgraad van de huid; zweet vormt met talg een emulsie, de zuurmantel, als een van de componenten voor de NMF (de vochtigheidsgraad van de hoornlaag).


29

Anatomie en fysiologie van de huid

De zweetuitscheiding is te onderscheiden in: • de onzichtbare zweetuitscheiding = perspiratie (perspiratio insen- perspiratie sibilis). Hiervan wordt per etmaal een halve tot één liter uitgescheiden; • de zichtbare zweetuitscheiding = transpiratie (Perspiratio sensibitranspiratie lis). In dit geval is de hoeveelheid uitgescheiden zweet groter dan de verdampingsmogelijkheid. De transpiratie kenmerkt zich door zichtbare zweetdruppeltjes ingeval van grote warmte. De mate waarin het zweet wordt uitgescheiden, is individueel verschillend en zowel van interne als externe invloeden afhankelijk. Als interne invloeden kunnen hormonale en neurovegetatieve invloeden genoemd worden. Ook psychische invloeden kunnen de zweet­ excretie stimuleren. Uitdrukkingen zoals: ‘het zweet brak hem uit’, ‘het klamme zweet stond hem in de handen’ en ‘hij zweette van angst’ zijn hier voorbeelden van. Zuurmantel en zuurgraad van het huidoppervlak Alles wat water bevat, dus ook de huid, heeft een bepaalde zuurgraad. Die zure eigenschappen van de huid hebben een belangrijke beschermende werking; ze vormen de zuurmantel. De zuurmantel speelt een belangrijke rol in het vermijden van bacteriële infecties, ze remt de groei van schadelijke micro-organismen en stimuleren de groei van goede.

zuurgraad zuurmantel

hygroscopisch hydrofiele eigen­ schap

De zuurmantel wordt gevormd door de talgsubstantie, de zweetsubstantie en enige stoffen die door het verhoorningsproces op het huidoppervlak komen. Deze stoffen hebben een hygroscopische en een hydrofiele eigenschap. Voor de zuurgraad van de zuurmantel is de invloed van de zuurstof in de omringende lucht een medebepalende factor. 11 1 2

1

pH

4

0 - 14

3

5

9

10

0

14

13

2

6

7

8

Daarnaast zijn de talgafscheiding, de zweetuitscheiding en de huidflora van invloed op de zuurgraad. In de omgeving van de eccriene zweetklieren is de pH-waarde van de huid gemiddeld ongeveer 5.5 terwijl deze in de omgeving van de apocriene zweetklieren van neutraal tot licht alkalisch van reactie is. De biologische zuurmantel is in water oplosbaar. Met elke waterwassing wordt deze dus verwijderd. Daarna


30 30

Handboek Acne

herstelt de zuurmantel zich weer, afhankelijk van huidtype, individuele verschillen en de zuurgraad van het waswater. Intussen neemt de hoornlaag de beschermende invloed over. Bij een niet intacte zuurmantel ontstaat ook weerstandsverlies tegenover ziekteverwekkende microben. Uit meerdere onderzoeken wordt langzamerhand duidelijk dat het dagelijks douchen met water en zeep de normale pH-graad van de huid verstoort en dat de zuurgraad wordt verhoogd. Het normale leidingwater in Europa heeft een pH-waarde van boven de 7.0, in Nederland zelfs boven de 8.0. Daardoor duurt het uren voordat de huid de normale pH-waarde terug krijgt. Beschadigde huidbarrière Micro-organismen, chemicaliën en allergenen treden de huid binnen.

Corneocyten (huidcellen) Matrix rijk aan lipiden

Vochtverlies is toegenomen

Vochtverlies wordt gereguleerd

Gezonde huidbarrière Micro-organismen, chemicaliën en allergenen worden weggehouden

Een studie waarbij vrijwilligers werden gevraagd om één dag niet te douchen, liet zien dat het meer dan 24 uur duurt voordat de pHgraad van 7.4 of hoger naar de 5.0 terugkeert. Langer dan 24 uur niet douchen, liet zien dat bij de meeste mensen de pH-waarde zelfs onder de 5.0 daalt. Ook werd duidelijk dat de gemiddelde pH-neutrale waarde bij mensen 4.7 is. Dat is veel lager dan eerst werd aangenomen, omdat pas na een paar dagen niet douchen de huid weer een normale zuurgraad heeft van ongeveer 4.7. De term pH-neutraal in verband met cosmetische producten mag sinds kort ook worden toegepast voor producten met een pH-graad tussen de 4.1 en 5.8. Hiermee is het misverstand dat de normale pH van de huid een hogere waarde heeft dan 5.0 uit de weg geruimd. Door verschillen in de componenten (meer of minder talg afscheiding, meer of minder zweetafscheiding, meer of minder invloed van zuurstof) kan de zuurgraad zowel plaatselijk als tijdelijk aan schommelingen onderhevig zijn. Ook door interne invloeden zoals voeding, menstruatiecyclus, nervositeit (met verhoogde zweetuitscheiding) kunnen hierop van invloed zijn.


31

Anatomie en fysiologie van de huid

De hydrolipide film op het huidoppervlak Deze emulsie wordt gevormd door de talgsubstanties (de vetbestanddelen) en door de zweetsubstanties (de vochtbestanddelen). Afhankelijk van het huidtype (vette, droge en/of vochtarme huid) kan deze emulsie zich voordoen als een w/o emulsie of een meer of minder vocht bevattende o/w emulsie. Het spreekt voor zich dat de hydrolipide film cosmetisch gezien van groot belang voor het aanzien van de huid. Ook vormt de hydrolipide film een beschermend laagje op de huid tegen bijvoorbeeld klimatologische- en andere invloeden van buitenaf. De natuurlijke huidflora De huid heeft een eigen flora die voornamelijk uit bacteriën bestaat. Deze flora verschilt van mens tot mens, zowel wat de aard betreft als het verschil van lichaamsdeel tot lichaamsdeel. Veel bacteria die in en op het menselijk lichaam voorkomen zijn weefselspecifiek. Dat betekent dat bepaalde bacteria in grotere hoeveelheden op de huid voorkomen, andere weer meer in de darmen en weer andere bacteria in de mondflora. Vóór de geboorte heeft het ongeboren kind een steriel huidoppervlak, maar vanaf het moment van de geboorte wordt de huid van de zuigeling microbieel ‘besmet’, vooral met stafylokokken. Al na korte tijd wordt de typische huidkiemflora ontwikkeld. De kwalitatieve samenstelling van de huidflora wordt door verschillende factoren bepaald. De eerste factor is de samenstelling van de hydrolipide film op de huid. Ook deze verschilt van mens tot mens en de plaats op het lichaam. Bacteriële groei kan hierdoor bevorderd of afgeremd worden. Op hun beurt veranderen de microorganismen de samenstelling van de hydrolipide film, zodat een specifieke lichaamsgeur ontstaat. De hydrolipide film oefent ook een selectief remmende werking uit op bepaalde pathogene micro-organismen. Daar komt bij dat bacteriën die tot de normale huidflora behoren, bijvoorbeeld uit de familie micrococcaea, bacteriocines (antimicrobiële polypeptiden) afgeven die toxisch (giftig) zijn voor andere kiemen. Ten slotte wordt

hydrolipide film

natuurlijke huidflora


32 32

Handboek Acne

het voorkomen en de groei van bacteriën mede bepaald door de vochtigheidsgraad van de huid. In het ecologisch evenwicht op de huid is normaal geen plaats voor andere kiemen, zodat de groei van pathogenen bacteriën belemmerd wordt. Bij een verstoring van dit evenwicht kunnen pathogene organismen gemakkelijker koloniseren. De hoeveelheid microben bij een gezonde menselijke huid hangt af van de individuele eigenschappen van de huid en van de hygiënische huidverzorging. Ook de uitscheidingsproducten van de huid spelen een rol bij de hoeveelheid microben die zich op het huidoppervlak bevinden. De microben kunnen hier in een symbiose (het samenleven van organismen tot wederzijds nut) leven of in een zogenoemde antibiose (het samenleven van organismen waarvan de ene soort schadelijk is voor de andere soort). Staphylococcus epidermidis coryne­bacteria Staphylococcus aureus Streptococcus pyogenes

Bacteriën op de huid De normale huidflora van mensen bevat meer dan tweehonderd verschillende organismen. Staphylococcus epidermidis en coryne­ bacteria zijn bacteria die bij de meeste mensen veel op de huid voorkomen. In mindere mate Staphylococcus aureus en Streptococcus pyogenes, die ziekten kunnen veroorzaken. Het in grote hoeveelheden voorkomen van bacteria in of op het weefsel noemen we koloniseren.

Pseudomonas Pneumokokken

Salmonella typhi

Streptokokken Treponema

Mycobacterium tuberculosis Kokken

De basisvormen van bacteriën

Clostridium tetani

Staafjes

Leptospira Spirocheten


Anatomie en fysiologie van de huid

Staphylococcus aureus (l) en de Staphylococcus epidermidis (r)

Drie componenten spelen bij het koloniseren een rol. Ten eerste ‘weefsel tropisme’. Dit is het vermogen van een bepaalde bacterie om in bepaalde omstandigheden beter te groeien dan andere en dit wordt weer bepaald door de zuurgraad, de temperatuur en het in meer of mindere mate voorkomen van zuurstof in de omgeving. Ten tweede de mate waarin een bacterie zich kan hechten op de huid (adherentie). Ten derde het kunnen maken van een biofilm. Een biofilm is een mengsel van bacteria en polysacharides die ervoor zorgen dat bepaalde bacteriën makkelijker op een bepaalde plek kunnen blijven zitten. Een voorbeeld hiervan is tandplak. De normale huidflora geeft een bescherming tegen het koloniseren van de huid met ziekmakende bacteriën, dit wordt ook wel ‘kolonisatie resisten­ tie’ genoemd. Deze kolonisatie resistentie kan verstoord raken door onderliggende huidaandoeningen (eczeem, psoriasis, varices) en irriterende stoffen (irritantia) die de huidbarrière kunnen verstoren, zoals water, zeep en zuren van fruit en groente. Op een vierkante centimeter huid zitten gemiddeld 100.000 onzichtbare bacteriën. Sommige bacteriën hiervan zijn moeilijk te herkennen, want er zijn soms erg kleine verschillen tussen verschillende soorten bacteriën. Andere bacteriën zijn vrij eenvoudig te herkennen volgens de volgende vijf basisvormen van de bacteriën. Bij de microben op het huidoppervlak moeten we onderscheid maken tussen huideigen microben en microben die zich van buitenaf tijdelijk op het huidoppervlak bevinden. Hierdoor kunnen zich, afhankelijk van de eigen constitutie en afhankelijk van de invloed vanuit het leefmilieu, individuele verschillen voordoen. Niet alleen van de ene mens tot de ander, maar ook per huidregio. Bacteriën zijn in te delen in de residente- en de transiënte flora op de huid.

33


34 34

residente flora permanente flora

Handboek Acne

Residente huidflora De residente, of blijvende, huidflora bestaat uit microorganismen die de huid koloniseren en zich daar vermenigvuldigen. De residente flora wordt ook wel de permanente flora genoemd. Ze kunnen niet volledig van de huid worden verwijderd. De residente flora ontwikkelt zich in de microscopische huidplooien en in de lumina van de talgklieren en de haarfollikels. Van daaruit groeit zij naar de oppervlakte toe en vermengt zich met de transiënte, of tijdelijk oppervlakkige, huidflora. Na het wassen van de handen met water en zeep blijft de residente flora grotendeels aanwezig. Alleen met behulp van een desinfecterend middel kan het aantal residente micro-organismen worden teruggebracht. De meeste huidbacteriën leven in de haarfollikels en zweetklieren, want hier is het altijd vochtig.

Voorbeelden van bacteriën in de residente flora zijn: • verschillende soorten van de Staphylococcus; voorbeelden hiervan Staphilococcus zijn de Staphylococcus aureus en de Staphylococcus epidermidis. epidermis Het zijn allebei kokken, het verschil tussen de twee bacteriën is dat de S. aureus een geel pigment bezit en dat bezit de S. epidermisdis niet. Een ander verschil is dat de diameter van de S. epidermidis groter is dan de S. aureus. Stafylokokken worden gezien als de hoofdoorzaak van steenpuisten, furunkels en folliculitis, de ontsteking van het haarzakje. Acne wordt ook beschouwd als een vorm van folliculitis; • sommige soorten aërobe en anaërobe Coryne bacteriën; tot dit Coryne bacteriën geslacht bacteriën horen vele bodembacteriën, maar ook enkele bacteriën die leven op de huid van mens en dier. Een voorbeeld hiervan is de voor de mens gevaarlijke Coryne diphtheriae. Deze bacterie veroorzaakt difterie. Ook wordt deze bacterie soms gebruikt bij het brouwen van bier; Propionibacteriën • verschillende soorten Propionibacteriën; dit geslacht bacteriën zijn te beschrijven als korte staafjes met ronde uiteinden. Deze bacteriën zetten suikers om tot onder andere propionzuur. Een Propioni bacterium voorbeeld van deze bacteriën is Propioni bacterium acnes, deze acnes veroorzaakt mede acne. De Propionibacterie is een bacterie die bij iedereen al vanaf de geboorte op en diep in de huid zit. De bacterie leeft van vetzuren die voorkomen in talg. Hoe meer vet de talgklier dus produceert, hoe


Anatomie en fysiologie van de huid

35

gelukkiger deze bacterie is. Hij is in staat enzymen te produceren die huidweefsel kunnen afbreken en beschadigt daardoor de cellen van de talgklieren. De bacterie is in staat de wand van de talgklier kapot te maken, waardoor er een toegangsmogelijkheid voor andere bacteriën ontstaat, zoals de Staphylococcus. Deze bacterie is verantwoordelijk voor ontstekingen en infecties in de huid en wordt daarom in verband gebracht met acne. Transiënte huidflora De residente huidflora groeit vanuit de lumina van de talgklieren naar het huidoppervlak. Daar bepaalt zij mede de transiënte, of tijdelijk oppervlakkige, huidflora, samen met de bacteriën die uit de omgeving zijn opgenomen. De transiënte huidflora bestaat uit veel soorten micro-organismen die door toeval, bijvoorbeeld door handcontact, contact met besmette voorwerpen of met feces, op de huid zijn terechtgekomen. De micro-organismen van de transiënte huidflora vermenigvuldigen zich niet. Er zijn natuurlijk veel verschillende soorten micro-organismen tot de transiënte huidflora behoren. Deze micro-organismen kunnen mechanisch verwijderd en afgespoeld worden door de handen te wassen met water en zeep. De zeep helpt om het vuil te verwijderen, maar werkt niet kiemdodend. Ontsmetting van de handen is alleen maar nodig als ze besmet werden. Het beste kun je hiervoor een alcoholhoudende handgel gebruiken. Deze moet minimaal 15 seconden worden toegepast; dan is 99,99% van de transiënte huidflora gedood. De residente huidflora hoeft niet noodzakelijkerwijs beïnvloed te worden.

De transiënte flora zijn de bacteriën die zich niet permanent op de huid bevinden. Je treft dus steeds weer andere bacteriën aan in de transiënte flora. Ze bevinden zich op de oppervlakkige epitheellagen.

residente huidflora transiënte huid­ flora


36 36

Handboek Acne

Escheria coli bacterie

Een voorbeeld van bacteriën in de transiënte flora is de Escheria coli bacterie; deze bacterie is een staafje; de bacterie is langwerpig van vorm. De bacterie is groot, plat en wat ruw. Verder is de bacterie dof, en kleurloos. De E.colibacterie is meestal een onschuldige darmbewoner bij de mens. In de darmen beschermt hij onder andere tegen de uitgroei van andere, schadelijke bacteriën. Bij onvoldoende handhygiëne na bijvoorbeeld een toiletbezoek, kan de E.coli op de huid terecht komen. Sommige E.colitypen kunnen een voedselinfectie veroorzaken. E.coli groeit optimaal bij 37 oC.

Pityrosporum ovale

Pityrosporum ovale (Malassezia furfur) Pityrosporum ovale is een gist die wordt aangetroffen op de normale huid, maar vooral (in grotere hoeveelheden) bij seborroisch eczeem, hoofdroos en in de haarzakjes bij Pityrosporum folliculitis. Pityrosporum wordt verantwoordelijk gehouden voor deze huidafwijkingen. De gist is voor zijn groei afhankelijk van lipiden en kan dus goed leven op de vettige huid. Wanneer er sprake is van een sterk toegenomen groei van het aantal gisten in de haarzakjes kunnen de zogenoemd ‘gistpuistjes’ ontstaan.

huideigen microben

Huideigen microben Voor de huideigen microben is een pH-waarde van 5.2 de meest gunstige levensvoorwaarde om zich te vermenigvuldigen. Ze produceren het vetsplitsende enzym lipase. Bij een verhoogde lipase-activiteit worden uit de vetverbindingen van de huid meer vrije vetzuren afgesplitst, waardoor zich seborrhoe en acne kunnen ontwikkelen. Tot de huideigen microben rekenen we de Stafylococcus epidermis (vroeger Stafylococcus alba genoemd) en in de talgafscheiding anaërobe (zonder zuurstof levende) bacteriën (Propiones acnes).

Escherichia coli

Pityrosporum oval

Staphylococcus epidermis


37

Anatomie en fysiologie van de huid

Tot de belangrijkste factoren tot behoud van een normale huidflora behoren: • de zure reactie van het huidoppervlak, die afkomstig is van de vetzuren van de talg en die door bacteriën uit de huidvetten zijn afgesplitst; • de zuurmantel, die voor de meeste microben van buitenaf een ongunstig milieu biedt; • de samenstelling van de talg (bepaalde vetzuren daarin hebben een antibacteriële werking); • h et door de huid afgescheiden ferment, lysozym, dat antibacterieel werkzaam is, (komt ook in het traanvocht voor). (Dit ferment kan ook door bepaalde bacteriën worden gevormd); • de bacterieremmende (bacteriostatische) werking van de normale fysiologische huidflora ten opzichte van pathogene microben.

normale huidflora

Allerlei factoren kunnen de huidflora beïnvloeden. Dat kunnen zowel inwendige als uitwendige zijn. Inwendige factoren: • veranderingen van de zuurmantel van de huid door wijzigingen in de samenstelling van het zweet; • veranderingen in de lysozymuitscheiding. Uitwendige factoren: • vochtigheid en temperatuur; • verandering van de zuurmantel door een alkalisering van het huidoppervlak (alkalische zepen); • desinfectie van het huidoppervlak; • desodorisering met antibacteriële stoffen; • antibioticabehandelingen, lokaal of algemeen. Het huidoppervlak is een biotoop (een bepaald karakteristiek leefmilieu) waarin veel verschillende organismen een uitgebalanceerde levensgemeenschap vormen. De biotoop op de huid is optimaal bij een pH van tussen 4.7 en 5.2. Door zelfregulatie zal de gezonde huid steeds proberen een optimale evenwichtstoestand te handhaven, ondanks invloeden van buitenaf of fysiologische invloeden van binnenuit.

biotoop


38 38

Handboek Acne

1.2 De talgklieren talgklieren

Talgklieren (Glandulae sebaceae) bestaan uit afzonderlijke groepjes cellen of uit grote en complexe groepen zak- of trosvormige (alveolaire) klieren. Ze zijn gelegen in de oppervlakkige laag van de cutis. Via een afvoerbuisje, dat het haarzakje doorboort, scheiden de talgklieren een vettige substantie af, de talg of huidsmeer (Sebum cutaneum). Meestal bevinden zich twee talgklieren bij één haarzakje. Het grootste gedeelte van de talgklier bevindt zich tussen de haarschacht en het haarspiertje. Verreweg het grootste aantal is gebonden aan de aanwezigheid van haren. De haarfollikels dienen ook als afvoergang voor de talg. Slechts op enkele plaatsen, zoals in de huid van de lippen, van de neusvleugels en op het overgangsgebied van huid naar slijmvlies, komen de talgkliertjes niet gebonden aan de aanwezigheid van haren voor. Hier hebben ze een ‘eigen’ porie voor de directe afvoer van de talg naar het huidoppervlak. Talgklieren ontbreken volledig in de handpalm, aan de voetzool, tussen de vingers en tenen. Zij zijn onderling verschillend van grootte. Het aantal talgklieren in de huid is veel minder groot dan het aantal zweetklieren. Met uitzondering van de handpalmen en de voetzolen komen zij over het gehele lichaam voor. In het ene huidgebied zijn ze talrijker dan in het andere. Ook in littekenweefsel, dat zich bij herstel na een weefselbeschadiging vormt, komen geen talgklieren, haren en zweetklieren meer voor.

vellushaarfollikels

Soorten talgklieren Er zijn verschillende soorten haarfollikels met daarbij behorende talgklieren. We onderscheiden: A de vellushaarfollikels. Deze komen zeer talrijk voor. De follikel is nauw, de zich daarin bevindende haar dun en het bijbehorende kleine enkelvoudige talgkliertje gelobd. Het ligt hoog in de lederhuid. Dit soort talgkliertjes produceren weinig van de vetsubstantie, die zich op het huidoppervlak bevindt;

A

B

C


Anatomie en fysiologie van de huid

B de talgklier- of sebumfollikel. Deze talgklieren zijn groot, meervoudig gelobd, de follikel is wijd, terwijl de zich daarin bevindende haar dun is. In deze situatie is er relatief veel ruimte tussen haar en haarfollikelwand, waardoor zich hier talg en hoorncellen kunnen ophopen. Dit soort talgklier is hormonaal zeer gevoelig voor androgenen. Deze kunnen er voor zorgen dat het talgklierlichaam groter wordt en de talgproductie toeneemt. Daardoor komt juist bij dit soort talgklieren het acneprobleem voor; C de terminaalhaarfollikel. Het stijve, relatief dikke haar vult bij deze follikel het haarzakje bijna helemaal op. Er is dus geen ruimte tussen haar en haarfollikelwand, zoals bij de talgklierfollikel. Het meervoudig gelobde klierlichaam produceert vooral de talg om de haren soepel te houden. Dit soort follikels ligt dieper in de lederhuid dan de andere twee soorten; • de solitaire talgklier. Slechts op enkele plaatsen, zoals in de huid van de lippen, van de neusvleugels en op het overgangsgebied van huid naar slijmvlies, komen de talgkliertjes niet gebonden aan de aanwezigheid van haren voor. Hier hebben ze een ‘eigen’ porie voor de directe afvoer van de talg naar het huidoppervlak. Dit zijn de zogenaamde solitaire talgklieren. Bouw van de talgklieren Elke talgklier bestaat uit een klier­lichaam (acinus/acini) dat is samengesteld uit een aantal zak- of trosvormige klierkwabjes. Aan de buitenkant Epitheelcellen is het bekleed met een dun laagje bindweefsel. Aan de binnenkant ligt het basale membraan, waarop de kliercellen (die het eigenlijke klierweefsel vormen) liggen. Haarvat Deze kliercellen in het randgebied van het klierlichaam vormen van onder af steeds nieuwe cellen, waarna de ‘oude’ cellen naar binnen in de kliercel worden geschoven. Bij deze verplaatsing naar het centrum van het klierlichaam veranderen de cellen van karakter en van vorm. De kliercellen slaan tijdens hun ontwikkeling grote hoeveelheden vet op in het cytoplasma. Ze nemen kleine vetdruppels op, die steeds groter worden en tenslotte de gehele cel opvullen. De celkern wordt

39

talgklier- of sebumfollikel

terminaalhaar­ follikel

solitaire talgklier

klierlichaam

Afvoerbuis

Klierzakje

Kliercel


40 40

Handboek Acne

hierbij tegen de wand gedrukt, sterft af en barst open. Daarna lost de celwand op en uit de celresten ontstaat een vormloze vetmassa. Daarnaast vormen de kliercellen zelf ook lipiden. In het afvoerbuisje van de talgklier wordt deze vetmassa vermengd met hoorncellen, die aan de binnenwand van het klierbuisje worden afgestoten. Net als de wand van het haarzakje is ook de wand van het afvoerbuisje opgebouwd uit bindweefselelementen (buitenkant) en epitheelweefsel (binnenkant). Talg is dus een vettige substantie, samengesteld uit vetstoffen van te gronde gegane kliercellen, vermengd met hoorncellen. De opstuwing van de talgsubstantie naar het huidoppervlak vindt plaats door de steeds opnieuw afgestoten kliercellen in het klierlichaam. functie van talg

hydrolipidenfilm

samenstelling van talg vrije vetzuren palmitinezuur stearinezuur stearinen vetalcoholen ergosterol cholesterol glyceriden triglyceriden

Functie van talg Talg, een mengsel van vetten, cellen en vrije zuren, voorziet de huid en het haar van lipiden en biedt zo onder andere bescherming tegen uitdroging van huid en haren. Ook voorkomt de talg een te sterke vochtverdamping door de hydrofiele (waterminnende) eigenschappen. De talg vormt hiervoor met het zweet een emulsie, de hydrolipidenfilm die een medebepalende factor voor de zuurgraad is. Bovendien zijn de vetzuren in de talg met het zweet en de zuurstof in de omringende lucht componenten (bestanddelen) nodig voor de zuurgraad. Deze zuurgraad dient (zoals eerder vermeld) als afweer tegen ziekteverwekkende microben. De sturing van de talgproductie is een complexe aangelegenheid, waar we nog niet alles van weten. Samenstelling van talg De talg bestaat uit vetstoffen van de kliercellen vermengd met hoorncellen. De belangrijkste stoffen in de talg zijn: • vrije vetzuren (verzadigde vetzuren palmitine- en stearinezuur, onverzadigd vetzuur oliezuur of oleïne (hoofdzakelijk in olijfolie); • stearinen (vrije aromatische vetalcoholen), ergosterol en cholesterol (provitamine D2 en D3). Als de huid aan ultraviolette bestraling (van zon of hoogtezon) wordt blootgesteld, worden ergosterol en cholesterol in vitamine D2 en D3 omgezet. Deze vitaminen zijn van belang voor de kalkhuishouding in ons lichaam. Onder andere daarom is het noodzakelijk de huid af en toe aan de zon bloot te stellen. • glyceriden (± 50%) (verbindingen van vetzuren met glycerol = glycerolesters waaronder triglyceriden (± 32%) (bij triglyceriden zijn


drie moleculen van de vetzuren gebonden aan glycerol). Deze zijn belangrijk voor de vorming van de fosfolipiden, die onder andere de celmembranen vormen; • resten van de talgkliercellen; • squaleen (onverzadigde koolwaterstof). Squaleen absorbeert zuurstof en werkt als bactericide op de huid; • sporen van lipoïdachtige stoffen. Talg is een olieachtige substantie met twee functies. Het vormt een barrièrelaag om de huid te beschermen tegen uitdroging en daarnaast zorgt het voor een zuur milieu van de huid door de vetzuren en de omzetting van vetzuren naar zuren door de normale huidflora. Hoeveelheid talg De hoeveelheid talg die door de talgklieren wordt afgescheiden, hangt af van verschillende factoren. Bij een te overvloedige talgafscheiding verdikt de talgsubstantie zich. We spreken dan van een vette huid of seborroe. Dit soort talg bevat over het algemeen te veel glyceriden. Ook de zuurgraad wordt dan afgezwakt. Om de zuurgraad weer te versterken kun je producten gebruiken met een pH van ± 4 tot 4.8. Bij een overvette huid is de talgsubstantie iets veranderd en doet deze zich olie-achtig voor. We spreken dan van een seborroe oleosa. Deze vorm treffen we vooral aan bij jongeren. Bij een droge huid, sebostase, die ook vaak vochtarm is, komen er meestal te veel vrije vetzuren in de talg voor. Hierdoor verandert de hydrofiele eigenschap van de talg in een hydrofobe (waterafstotende). Normale talg is een vetachtige, dun vloeibare substantie, die onzichtbaar en gelijkmatig over het huidniveau wordt verspreid. De hoeveelheid geproduceerde talg hangt af van: • het aantal talgklieren per cm2 huid; • de soort talgklier; • de celactiviteit van de kliercellen; • de voeding (waaronder vitamine A); • hormonale invloeden; • psychosomatische invloeden. Aantal Het aantal talgklieren per cm2 huid is verschillend en afhankelijk van het huidgebied. De meeste, en ook de grootste, talgklieren zijn te vinden in het midden van de gezichtshuid op de neus (waar je de

squaleen lipoïde stoffen

hoeveelheid talg

seborroe

seborroe oleasa sebostase


42 42

Handboek Acne

uitmondingen altijd met het blote oog als poriën kan zien), op de huid van de schouders, ter hoogte van het borstbeen en in het midden van de rug. Vooral in de huid van de oogleden komen daarentegen weer minder talgkliertjes in voor. De talgklieren die horen bij de sebumfollikels geven het meeste kans op acne. celactiviteit van de talgklier

voeding

Celactiviteit De celactiviteit van de talgklier is mede afhankelijk van de weefselstofwisseling van de huid. In de jeugd is er een levendiger weefselstofwisseling, waardoor de ook celactiviteit van de talgklieren groter is. Bij de oudere huid met een verminderde weefselstofwisseling is ook de cel activiteit van de talgklieren kleiner. Mensen met een donkere huid hebben over het algemeen meer en grotere talgklieren, dus een vettere huid dan mensen met een blanke huid. Voeding Er is al veel geschreven over de relatie tussen voeding en talgafscheiding. Intussen is er ook veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van voeding op talgafscheiding. Deze onderzoeken zijn echter niet van kwaliteit en omvang dat daar duidelijke, onomstotelijke conclusies uit getrokken kunnen worden. Het wordt zeer onwaarschijnlijk geacht dat het sporadisch eten van bepaalde voedingsmiddelen leidt tot overvloedige talgafscheiding. Wel wordt gedacht dat het veelvuldig consumeren van producten met een hoge glycemische lading (koolhydraten), zuivelproducten en varkensvlees (dierlijke vetten) kan leiden tot een verstoorde talgafscheiding. Van bepaalde voedingsmiddelen weten we dat ze het bloedsuikerpeil en in reactie daarop het insulinepeil in het lichaam extreem laten stijgen. Voorbeelden van deze voedingsmiddelen zijn: aardappelen, witte rijst, wit brood, zoete snacks. Door de stijging van het bloedsuiker- en insulinepeil wordt glucose in de vetcellen van ons lichaam omgezet in vetten. Hierdoor kan de talgproductie gestimuleerd worden. Zuivelproducten zijn ook mogelijke veroorzakers van een verstoorde talgklierfunctie. Zuivel bevat natuurlijke hormonen van de drachtige koe, omdat zij melk produceert dat eigenlijk voor een kalf bedoeld is. Deze natuurlijke hormonen stimuleren de talgklieren tot extra aanmaak van talg. Daarnaast raakt ook de hormoonspiegel van de mens van slag door de hormonen in de melk, waardoor de talgproductie toeneemt.


Anatomie en fysiologie van de huid

Vetten in voeding De voeding kan voor de talgklieren meer of minder aanbod van vetten betekenen. Niet alleen de hoeveelheid vetten, maar vooral de soort vetten is belangrijk. Uit onderzoek is gebleken dat voeding waarin veel vetten met verzadigde vetzuren voorkomen (dat zijn vooral de vaste vetten van dierlijke afkomst) de talgklierafscheiding vermeerderd wordt, terwijl ook de consistentie (de vastheid of vloeibaarheidsgraad) van de talg beïnvloed wordt. De talg wordt door dit soort vetten ingedikt en pasteus (deegachtig). Te dikke talg kan niet naar het huidoppervlak afvloeien maar blijft als een propje in het afvoerbuisje achter; de comedo. Vooral plantaardige vetvoeding met onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren maken de talgsubstantie meer vloeibaar, zodat het beter kan afvloeien. Voedingsmiddelen met verzadigde vetzuren zijn ook mogelijk veroorzakers van verergering van acne. Voorbeelden van producten met dierlijke vetten (met veel verzadigde vetzuren) zijn: • slagroom (30%); • kaas (20-35%); • vlees (20-30%); • melk (4%); • boter (50-60%); • mayonaise (90%). Voorbeelden van plantaardige verzadigde vetzuren zijn cacaoboter en kokosvet. Dat zit bijvoorbeeld in chocolade (30%). Hoewel verzadigde vetten nodig zijn voor het leveren van energie, vernieuwing van de celvliezen, de vorming van hormonen en het voorzien van zachte beschermlagen rond de organen hebben ze ook grote invloed op de talgklierwerking en daarmee ook op het eventueel verschijnen van acne. Met name de verzadigde vetzuren stearine- en palmitinezuur zijn in dit opzicht van belang.

43


44 44

stearinezuur

palmitinezuur

myristinezuur

laurinezuur

vitamine A

vitamine B3

Handboek Acne

Stearinezuur Stearinezuur of in de chemie ook wel n-octadecaanzuur genoemd, is een lange keten verzadigd vetzuur. Het komt met name in dierlijke vetten (25%) voor, maar sommige plantaardige vetten en oliën bevatten ook wat stearinezuur. Chocolade bijvoorbeeld bevat 35% stearinezuur. In andere voedselbronnen komt het maar 1 tot 2% voor. We vinden het ook in raap-, soja-, zonnebloem- en maisolie. Palmitinezuur Palmitinezuur is een verzadigd vetzuur met 16 koolstofatomen. De IUPAC-naam is daarom ook hexadecaanzuur. Het is in normale omstandigheden een vaste stof (kleurloze of witte kristallen). Palmitinezuur komt onder meer voor in palm- en kokosolie (45%) en in dierlijke- en zuiveleiwitten (25%). Ook maakt het lichaam zelf palmitinezuur uit overtollige koolhydraten en eiwitten. Andere verzadigde vetzuren, die wel van belang zijn voor het functioneren van ons lichaam, maar niet specifiek voor de talgproductie, zijn laurinezuur en myristinezuur. Myristinezuur is een belangrijk vetzuur dat door het lichaam wordt aangewend om bepaalde eiwitten te stabiliseren, inclusief eiwitten die door het lichaam worden gebruikt om tumoren te bestrijden. We treffen het aan in margarine en ossenwit. Laurinezuur is een antimicrobieel vetzuur dat ook een stabiliserende functie heeft wanneer het zich hecht aan bepaalde eiwitten. Het zit vooral in kokos- en palmpitolie. Palmitinezuur, myristinezuur en laurinezuur verhogen het cholesterolgehalte, maar verlagen de cholesterol/HDL-cholesterolratio. Deze ratio is een sterkere indicatie voor het risico op hart- en vaatzieken dan alleen het totaal cholesterolgehalte. Deze vetzuren zitten in harde margarines en vet vlees. Stearinezuur en de korteketenvetzuren doen dit niet. Vitamine De voor de huid cruciale vitaminen zijn: • vitamine A (retinol) speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling en differentiatie van de huidcellen en de talgklierwerking. Bij een sebostase huid kan een tekort aan vitamine A leiden tot een droge en schilferige huid. Bij een seborroehuid kan een tekort aan vitamine A de talgklierwerking echter doen toenemen. In beide gevallen is het belangrijk dat de voeding voldoende caroteen bevat, dat in de lever tot vitamine A wordt omgezet; • vitamine B3 (niacinamide) verbetert de conditie van de huid op


45

Anatomie en fysiologie van de huid

zeer veel verschillende manieren en heeft hierdoor een sterk huidegaliserend vermogen; • vitamine C (ascorbic acid) zorgt voor de aanmaak van collageen en speelt een belangrijke rol bij wondgenezing; • vitamine E (tocopherol) is de van nature meest voorkomende vitamine in de huid, die via talgafscheiding de bovenste lagen van de gezichtshuid bereikt en daar bescherming biedt tegen schadelijke invloeden van buitenaf.

vitamine C

vitamine E

hormonen Hormonen Allerlei lichaamsfuncties blijven met elkaar in balans dankzij de werking van chemische boodschapperstoffen. In de praktijk zal de (allround) schoonheidsspecialist met de gevolgen van de hormoonwerking op de huid te maken krijgen. Hormonen zijn afscheidingsendocrienen producten van endocriene klieren, die direct Hypofyse afgegeven worden aan het bloed. Via het bloed Schildklier kunnen hormonen het Bijschildkliertjes hele lichaam beïnvloeden. Hormoonklieren kunnen Projectie van het hart elkaar beïnvloeden en dat Bijnier kan leiden tot activeren of Eilandjes van Langerhals remmen van uitscheiden in de pancreas van hormonen. Belangrijke hormonen voor de acneOvarium specialist zijn de hormonen van de geslachtsklieren. Testis Deze hormonen bepalen het geslacht, maar ook de verschillen in lichaamslengte, spiermassa, lichaamsbouw en vetlaag bij een man en vrouw. De hypothalamus stuurt de hypofyse (hersenaanhangsel) aan in het hypothalamus uitscheiden van hormonen met een directe werking en een indirecte hypofyse werking. Een indirecte werking betekent dat de (glandotrope) hormonen andere endocriene klieren aanzetten tot afscheiding van hun hormoon.


46 46

Handboek Acne

hormonen met een Hormonen met een directe werking zijn: directe werking • het groeihormoon: heeft invloed op lengtegroei, ontwikkeling van groeihormoon het spierweefsel en geslachtsorganen; pigmenthormoon • het pigmenthormoon: is verantwoordelijk voor een normale pigmentatie; antidiuretisch • antidiuretisch hormoon: beïnvloedt de waterhuishouding in het hormoon lichaam en remt de urine-uitscheiding; oxytocine • oxytocine: heeft een samentrekkende werking van de dikke darm en een samentrekkende werking van de baarmoeder bij een vrouw tijdens de bevalling. hormonen met een Hormonen met een indirecte werking zijn: indirecte werking • thyreotrope hormoon dat de schildklier stimuleert tot afscheiding thyreotrope hor­ van het schildklierhormoon, thyroxine. Thyroxine beïnvloedt de moon stofwisseling in het lichaam; luteotope hormoon • luteotrope hormoon/prolactine stimuleert de borstklier van een (prolactine) vrouw tot afscheiding van moedermelk na de geboorte van een kind; adrenocortico­ • adrenocorticotrope hormoon prikkelt de bijnierschors tot afscheitrope hormoon ding van corticoïden. Er zijn verschillende corticoïden: mineralcorticoïden - mineralcorticoïden: beïnvloeden de water- en zoutuitscheiding; gluccocorticoïden - gluccocorticoïden: beïnvloeden de koolhydraatstofwisseling en hebben een ontstekingsremmende invloed; geslachts­ - geslachtscorticoïden: beïnvloeden de processen omtrent de corticoïden vruchtbaarheid, geslachtsontwikkeling, lichaamsvormen, boten spierontwikkeling, huid en haar (secundaire geslachtskenmerken). De geslachtscorticoïden zijn androgenen (mannelijke hormonen zoals testosteron), oestrogenen (vrouwelijke hormonen) en progesteron (vrouwelijke hormonen) afscheiden door de bijnieren bij een man en vrouw. Androgenen die door de bijnieren worden geproduceerd zijn adrenale androgenen. Door de hyperfunctie van adrenale androgenen kan acne ontstaan; gonadotrope • gonadotrope hormoon prikkelt de geslachtsorganen tot het hormoon afscheiden van geslachtshormonen; follikel stimulerend • follikel stimulerend hormoon: prikkelt eierstokken tot afscheiding hormoon van oestrogeen; luteïniserend • luteïniserend hormoon: prikkelt na de ovulatie de eierstokken tot hormoon afscheiden van progesteron. De geslachtshormonen hebben veel invloed op de talgklierfunctie. Afhankelijk van de leeftijd komen deze in mindere of meerdere mate


Anatomie en fysiologie van de huid

47

in het bloed voor. Van de geslachtshormonen zijn het vooral de androgenen, die er bij een dominante (overheersende) invloed voor zorgen dat de talgklieren groter worden en de talgproductie wordt gestimuleerd. Androgenen worden zowel bij de man (in meerdere mate) als bij de vrouw (in mindere mate) door de bijnieren en de geslachtsklieren afgescheiden. Androgenen androgenen Het belangrijkste endogene androgene hormoon is testosteron. Het testosteron wordt gevormd in de testes en in mindere mate in de bijnieren. Bij vrouwen vormen de ovaria en de bijnieren er kleine hoeveelheden van (van betekenis voor het libido, het ovulatieproces en de lichaamsbeharing). De productie van androgenen staat onder invloed van het adrenocorticotroop hormoon (ACTH) in de bijnieren en het lutineïserend hormoon (LH) in de gonaden. ACTH en LH worden geproduceerd in de hypofyse. Acne is een typische huidaandoening die wordt gekenmerkt door een overmatige productie van androgenen. Dit kunnen zowel testosteron, als ovariële en adrenale androgenen zijn. Androgenen zijn rechtstreeks van invloed op de vorming van hormo- hormonale acne nale acne, ze: • verhogen de talgproductie; • stimuleren de afscheiding van dode huidcellen; • v erhogen de ontstekingsgevoeligheid. Dit geldt met name voor testosteron en dihydrotestosteron; • vertragen de wondgenezing. Ook verzwakken androgenen de huidbarrière. Een gezonde huidbarrière zorgt ervoor dat de huid vocht vasthoudt en voorkomt dat


48 48

Handboek Acne

bacteriën en andere pathogenen de huid kunnen binnendringen. Een zwakke huidbarrière maakt de huid ook kwetsbaar voor acne. Een andere aanwijzing dat androgenen een rol spelen bij de ontwikkeling van acne is dat zich bij ziekten die gepaard gaan met een overproductie van androgenen, zoals bepaalde tumoren en het polycysteusovariumsyndroom ook vaak acne manifesteert. geslachtsklieren van een vrouw eierstokken oestrogeen progesteron

ovulatie

De geslachtsklieren van een vrouw zijn de eierstokken (ovaria). De eierstokken scheiden oestrogeen en progesteron af. Deze hormonen werken regelend op de menstruatiecyclus en de instandhouding van het baarmoederslijmvlies bij zwangerschap. Oestrogeen heeft een remmende werking op de talgklieren en progesteron heeft een stimulerende werking op de talgklieren. Onder invloed van oestrogeen Hypofyse rijpt een eitje in de follikels van de Progesteron eierstokken. Dit proces duurt on- Oestrogeen LH geveer 14 dagen. FSH Zodra het rijpingsproces klaar is, barst de follikel open en wordt Eierstok de eicel afgestoGele lichaam ten. Dit proces Follikel wordt de ovulatie genoemd. Het eitje gaat via de eileiders op weg naar de baarmoeder en het eitje is één dag vruchtbaar. Het restant van de follikel blijft achter in de eierstokken en scheidt progesteron af. Dit hormoon zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies gereed wordt gemaakt voor het eitje. Wanneer het eitje niet bevrucht wordt, stopt na 14 dagen de werking van het progesteron en het oestrogeen. Op dat moment worden het baarmoederslijmvlies en eitje uitgestoten. Dit proces is de menstruatie. Indien het eitje wel bevrucht wordt, gaat de productie van progesteron door om het baarmoederslijmvlies geschikt te maken en te houden als bescherming voor de eicel.

Eierstok


Anatomie en fysiologie van de huid

De geslachtsklieren van een man zijn de zaadballen (testes). De testes scheidt het geslachtshormoon testosteron af. Testosteron is een mannelijk geslachtshormoon (androgeen). Testosteron zorgt voor de ontwikkeling van zaadcellen. De mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen worden zowel in de bijnieren geproduceerd als in de geslachtsklieren. Bij een vrouw wordt 30% testosteron door eierstokken geproduceerd en 70% door de bijnieren. In de eierstokken wordt testosteron gevormd uit progesteron. Androgenen die geproduceerd worden door de eierstokken zijn ovariële androgenen. Bij een vrouw worden minder androgenen geproduceerd dan oestrogenen en progesteron. Bij een man worden meer androgenen dan oestrogenen en progesteron geproduceerd. Testosteron en DHT Wanneer er een hyperfunctie ontstaat van de mannelijke geslachtshormonen (androgenen) en dus te veel testosteron wordt geproduceerd, ontstaat er een sterke beharing, een seborroe en acne. Testosteron bereikt de talgklier via de het bloed. Onze huid verwerkt en creëert actief hormonen. Een voorbeeld hiervan is de omzetting van testosteron door het enzym 5ɑ (alfa)-reductase omgezet in het actievere 5ɑ-dihydrotestosteron (DHT), dat wel tot tien keer krachtiger is dan testosteron. Het enzym dat hiervoor verantwoordelijk is, is 5-alfa-reductase dat zich in de talgklier bevindt. Bij een acnehuid is dit enzym nog veel actiever. Hierdoor verergert de aandoening. Wanneer mannen een hoge 5-alpha-reductase activiteit hebben, kunnen ze al vroeg kaal worden. Dit enzym speelt een grote rol bij alopecia androgenetica: de erfelijke vorm van haaruitval. Het enzym DHT heeft een hogere affiniteit voor de receptor van de talgkliercel en treedt op als versterker van het androgenen signaal. Door het enzym DHT ontstaat er een grotere gevoeligheid voor androgenen, waardoor de talgproductie gestimuleerd wordt. Wanneer er een hyperfunctie ontstaat van de vrouwelijke hormonen en dus te veel oestrogenen worden geproduceerd, ontstaat er een

49

geslachtsklieren van een man zaadballen, testes androgeen

ovariële androge­ nen

5ɑ (alfa)-reductase 5ɑ-dihydrotestosteron

alopecia androge­ netica


50 50

Handboek Acne

verfijning van de beharing en wordt de huid zachter, de talgklierwerking remt. Bij een hyperfunctie van de mannelijke geslachtscorticoïden (androgenen), dus een te hoge productie van testosteron door de bijnieren, ontstaat bij een vrouw hirsutisme en acne. Activiteit geslachtshormonen De relatie tussen geslachtshormonen en talgafscheiding is als volgt: In de kinderjaren: • weinig talgafscheiding; • nog geen afscheiding van geslachtshormonen door de geslachtsklieren. In de puberteitsjaren: • sterke toename van de talgafscheiding, vergroting van de talgklieren; • geslachtsklieren beginnen met hormoonafscheiding. Vrouwen tussen 20-35 jaar: • een langzame vermindering van de talgafscheiding tijdens de meer stabiele lichamelijke volwassenheid; • normale productie van geslachtshormonen. Vrouwen tussen 35-55 jaar: • vermindering van de talgafscheiding; • verminderde hormoonproductie van de geslachtshormonen. Vrouwen vanaf 55 jaar: • steeds droger worden van de huid door sterk verminderde talgafscheiding, verminderde huidstofwisseling en degeneratie van de talgklieren; • wijziging in de hormonale verhouding, de vrouwelijke geslachtsklieren scheiden geen geslachtshormonen meer af. Mannen: • na de puberteit blijft de afscheiding van androgene hormonen vrij constant, zodat mannen over het algemeen een vettere huid hebben dan vrouwen. insuline

IGF-1

Insuline Het hormoon insuline zorgt voor een goede regulatie van de bloedsuikerspiegels. Wanneer de insulinehuishouding verstoord is, wordt het lichaam gevoeliger voor (huid)infecties en (huid)ontstekingen. De productie van testosteron, Insulin-like Growth Factor (IGF-1) en Epidermaal Growth Factor (EFG) nemen boven-


51

Anatomie en fysiologie van de huid

dien toe. Zowel testosteron als IGF-1 stimuleren de productie van talg EFG en keratine. De kans op ontwikkeling en verergering van acne neemt hierdoor toe. Insuline is een soort opslaghormoon. Het transporteert glucose en aminozuren in ons bloed naar de cellen. Het eten van koolhydraten en eiwitten veroorzaakt een stijging van de insulinewaarde in het bloed. De insuline achtige groeifactor (IGF-1) is een groeihormooon. Dit hormoon werkt samen met insuline, waardoor bij een toename van insuline er ook een toename van IGF-1 ontstaat. IGF-1 stimuleert de groei van talgklieren en daarmee de talgproductie. Ook maakt het de huid gevoeliger voor de invloed van androgenen en wordt de synthese van androgenen in de testes en in de ovaria gestimuleerd. Terwijl insuline en IGF-1 een direct effect hebben op de huid stimuleren ze indirect ook de werking van androgenen op de huid. Cortisol Psychosomatische invloeden (dat zijn de wederkerige invloeden van de ziel, de geest, op het lichaam) kunnen ook bij de talgafscheiding een meer of minder grote rol spelen. Sterke spanningen of conflict­ situaties in het leef- en/of werkmilieu kunnen de talgklierafscheidingen vergroten en een acne doen verergeren. Naast testosteron maakt het lichaam bij stress cortisol aan. Cortisol wordt ook wel het stress­ hormoon genoemd. Dit hormoon verzwakt het immuunsysteem, terwijl dat juist van belang is bij het remmen van ontstekingen en het herstellen van de huid. De mate waarin de bovengenoemde punten van meer of minder invloed zijn op de talgklierwerking is individueel sterk verschillend.

cortisol stresshormoon

1.3 Prikkels en pijnbeleving De huid wordt geïnnerveerd door zenuwuiteinden van uiteenlopende aard en receptoren die prikkels ontvangen. De huid functioneert daardoor als zintuig. De eindpunten van de gevoelszenuwen worden

zenuwuiteinden receptoren


52 52

Handboek Acne

Doorsnede van de huid met tastzintuigjes Opperhuid: Hoornlaag Opperhuid: Kernlaag Lichaampje van Merkel Orgaantje van Meissner

Zenuwbaan

Blote zenuwuiteinden

Lederhuid

Pacini Receptor

Ruffini Receptor

receptoren genoemd. De huidreceptoren reageren op mechanische-, thermische-, chemische- en elektrische prikkels. Het prikkelverloop is van de vrije (of blote) zenuwuiteinden, via de sensibele zenuwen naar de hersenen. In de hersenen bevindt zich het gevoelscentrum waardoor de aanraking of pijn wordt gevoeld. Er zijn verschillende sensibele prikkels die door receptoren worden ontvangen: • mechanische prikkels: prikkels door druk en wrijving; • thermische prikkels: koude en warmte prikkels; • pijnprikkels. De sensibele prikkels worden door verschillende receptoren ontvangen: Mechanoreceptoren of tastpunten Tastpunten bevinden zich in alle lagen van de huid. tastcellen van Merkel

• De tastcellen van Merkel. Net als het lichaampje Vater-Pacini, Golgi Mazzoni en Meißner is ook het Lichaampje van Merkel een mechanoreceptor. Het lichaampje van Merkel is te vinden in de epidermis (opperhuid) van zowel de onbehaarde als behaarde huid, rondom de haarzakjes en in de slijmvliezen van de mond en anus. Het lichaampje van Merkel is een traag adapterende mechanoreceptor. Het wordt geprikkeld door fijne aanraking en trillingen met een zeer lage frequentie. Tastcellen van Merkel, gelegen in de epidermis, ontvangen fijne prikkels van langere aanrakingen.


Anatomie en fysiologie van de huid

• De tastcellen van Meißner. Deze zijn gelegen langs de papillaire laag van de dermis. De lichaampjes van Meißner kunnen als tastreceptoren zelfs geringe drukprikkels waarnemen. In de vingertoppen, tepels, voorhuid, schaamlippen en lippen zijn zij dan ook in grote aantallen aanwezig. Ze zijn gevoelig voor lichte tast en adapteren zeer snel; er wordt dus bij eenzelfde prikkeling maar kortstondig een impuls afgegeven. Deze tastcellen zijn groter dan de tastcellen van Merkel.

53

tastcellen van Meißner

• De tastlichaampjes van Vater Pacini en Golgi Mazzoni. tastlichaampjes De druklichaampjes van Vater-Pacini in de subcutis reageren op van Vater-Pacini en mechanische deformaties en vibraties. Ze bevinden zich in de Golgi Mazzoni diepe lagen van huid en subcutis (onderhuidse laag), maar ook in verschillende organen, zoals de uitwendige delen van de geslachtsorganen, delen van de urinewegen (blaas en urinebuis) en de pancreas. Het lichaampje van Vater-Pacini bestaat uit een zenuwuiteinde wat gevat is in concentrische ringen van bindweefsel. Door het indrukken van deze concentrische ringen wordt een impuls afgegeven door het vrije zenuwuiteinde. Het lichaampje van Pacini is gevoelig voor trillingen en adapteert snel (past zich snel aan). Doordat het lichaampje van Pacini snel adapteert wordt bij dezelfde prikkeling maar kortstondig een impuls gegenereerd. De tastlichaampjes van Golgi Mazzoni zijn lamelvormige lichaampjes die voornamelijk voorkomen in de vingertoppen. Met deze hoogsensitieve tastlichaampjes wordt vooral ruw en glad gevoeld. We vinden deze tastlichaampjes hoofdzakelijk in de vingertoppen. • V rije zenuwcellen, dicht onder het huidoppervlak, geven pijnprikvrije zenuwcellen kels door. Vrije zenuwuiteinden reageren niet op specifieke prikkels, maar op een scala van prikkels. Ook kunnen vrije zenuwuiteinden snel of juist traag adapteren. In de huid komen veel vrije zenuwuiteinden voor. Deze vrije zenuwuiteinden komen uiteindelijk samen in een zenuw. Ze liggen als wortels van de stam van een boom in de huid en bevinden zich in de epidermis (opperhuid) en rondom de haarzakjes. Ze kunnen gevoelig zijn voor aanraking, maar ook voor pijn en temperatuurschommelingen.


54 54

Krause

lichaampje van Ruffini

pijnpunten

Handboek Acne

Thermoreceptoren • Tastlichaampjes of eindknoppen van Krause, die in de corium papillen van de lederhuid liggen zijn belangrijk voor het voelen van kou. Ze geven de koude prikkels door aan de hersens. Bij afkoeling geven koudereceptoren meer pulsen af dan bij opwarmen. De koudereceptoren zijn talrijker dan de warmtereceptoren. Er zitten op een vierkante cm handoppervlak bijvoorbeeld één à vijf koude­receptoren tegen 0,4 warmtereceptoren. De lichaampjes van Krause detecteren kou, doordat ze reageren op door lagere temperaturen veroorzaakte weefselkrimp. • Het lichaampje van Ruffini is een warmtereceptor. Het is onderin de lederhuid gelegen en geeft warmteprikkels door aan de hersenen. De intensiteit van de doorgegeven zenuwpulsen neemt toe met de snelheid waarmee de temperatuursverhoging optreedt. Bij opwarmen, geven de warmtereceptoren meer pulsen af dan bij afkoelen. De lichaampjes van Ruffini detecteren warmte via het registreren van door hogere temperaturen veroorzaakte weefseluitzetting. Pijnpunten In de huid liggen de eindpunten van de gevoelszenuwen. Het zijn vrije zenuwuiteinden met aan de uiteinden tastcellen die vlak onder huid liggen en die gevoelig zijn voor pijn en aanraking. Pijnpunten liggen vooral in het onderste deel van de opperhuid en bovenste deel van de lederhuid en in de omgeving van haren. Afhankelijk van het aantal receptoren in de huid wordt de mate van gevoeligheid van de huid bepaald. Plaatselijk veel receptoren bij elkaar maakt de huid gevoeliger voor prikkels.

Aanraking

Druk

Warmte

Koude

Pijn


Anatomie en fysiologie van de huid

55

Het gevoel van pijn bij eenzelfde pijnprikkel is voor iedereen anders. Dit komt door de overdracht van de pijnprikkel via de sensibele zenuwen naar de hersenen, de pijnherkenning in de hersenen en de terugkoppeling van de hersenen naar de plaats waar de pijnprikkel binnen kwam. Endorfine Als reactie op pijnprikkels wordt er in de hersenen de stof endorfine vrijgemaakt. Endorfines maken deel uit van de groep signaalstoffen die bekend staat als neuropeptiden en waarvan verondersteld wordt dat ze aanwezig zijn in vele lichaamsweefsels, inclusief weefsels van het perifeer en centraal zenuwstelsel. Endorfine is een stof die door het lichaam wordt aangemaakt om pijn te onderdrukken, die als neurotransmitter fungeert. Neurotransmitneurotransmitters ters geven signalen door in ons lichaam en zorgen ervoor dat het lichaam tot actie overgaat. De eigenschappen van deze lichaamseigen stof zijn hetzelfde als die van pijnstillers, zoals morfine. Tijdens de behandeling kan het gebruik van fruitzuren en/of het verwijderen van talgafwijkingen een onaangenaam gevoel geven. Als mensen hun pijn extreem negatief interpreteren, dan heeft dat een negatief effect op hun pijnbeleving; een meer accepterende houding kan juist een positieve invloed hebben. Daarom is het de taak van de acnespecialist om heldere uitleg te geven over de behandeling met het herstel van de acnehuid als uiteindelijk doel.


56 56

Handboek Acne

Samenvatting De huid heeft vele functies. Het is een beschermend orgaan, een uitscheidingsorgaan, een neurohormonaal orgaan en een opnemingsorgaan. Ook regelt de huid de lichaamstemperatuur en produceert het vitamine D. In dit hoofdstuk is dit allemaal aan de orde gekomen. Daarnaast zijn de talgklieren uitgebreid besproken met de werking en de samenstelling van de talg. Specifiek voor acne zijn de micro-organismen aan het huidoppervlak behandeld en zijn de prikkels en de pijnbeleving aan de orde geweest. In het volgende hoofdstuk wordt de pathologie uitgebreid behandeld.


Anatomie en fysiologie van de huid

57


58 58

Handboek Acne

Over dit hoofdstuk Het examen richt zich, met betrekking tot de pathologie, specifiek op de besmetting, infectie en ontsteking, bacteriëmie en septikemie, de efflorescenties, het regeneratieproces en degeneratie. Zonder kennis over de algemene pathologie zijn deze begrippen lastig in een kader te passen. Daarom is ervoor gekozen deze basiskennis ter opfrissing toch in dit boek op te nemen. Wat je vooraf moet weten In dit hoofdstuk gaan we ervan uit dat je: • kennis hebt van de huid; • basiskennis hebt van biologie; • basiskennis hebt van scheikunde; • kennis hebt van cytologie/weet wat cellen zijn en doen; • kennis hebt van histologie/weet wat een weefsel is; Begrippen die aan de orde komen in het examen: • Ontsteking, besmetting, infectie • Abces • Bacteriëmie • Septikemie • Degeneratie • Regeneratie • Efflorescenties • Comedonen • Nomenclatuur Wat leer je in dit hoofdstuk? Dit hoofdstuk behandelt in het kort de voor acne noodzakelijke kennis uit de algemene ziekteleer. Deze zijn van belang om de volgende, meer specialistische hoofdstukken beter te kunnen begrijpen. Je frist in dit hoofdstuk eerst je kennis over de algemene pathologie op en weet wat gezondheid en wat ziekte is. Daarna richten we ons op de exameneisen aangaande de oorzaken en kenmerken van ontsteking, de efflorescenties en de wondgenezing. Ook worden de bijzonderheden van comedonen en de nomenclatuur behandeld.


2

Algemene pathologie

2.1 Ontsteking, besmetting en infectie De algemene pathologie, of algemene ziekteleer, houdt zich bezig met de algemene kennis van oorzaken en uitingen van ziekten. Gezondheid is gedefinieerd als een toestand van lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn. Ziekte wordt gezien als een verstoring van de toestand die we gezondheid noemen. Het is een proces in het lichaam, waarbij ten gevolge van in- of uitwendige invloeden een verandering in cellen of weefsels plaatsvindt, waardoor functies in het lichaam verstoord raken en er een reactie tot herstel wordt oproepen.

algemene pathologie

Oorzaken van ziekten Voor verstoring van de gezondheid is altijd een oorzaak aan te wijzen. Soms ligt die oorzaak in het lichaam zelf. We noemen dat een inwendige of endogene oorzaak. Vaak ontstaat een ziekte door een invloed van buitenaf. Dat noemen we uitwendige of exogene oorzaken. Soms is er sprake van zowel een endogene als een exogene oorzaak. Dat is bij een allergie het geval. Je hebt bijvoorbeeld een aanleg voor een allergie allergische aandoening (endogeen), maar de allergie ontwikkelt zich pas als in de omgeving allergenen aanwezig zijn (exogeen). Ook als een ziekte een duidelijk exogene oorzaak heeft, zullen inwendige factoren het beloop van een ziekte verder bepalen. Het uiteenlopende reactiepatroon waarmee verschillende mensen op een zelfde


60 60

Handboek Acne

e­ xogenen ziekteprikkel reageren, wijst op de grote invloed die endogene factoren hebben bij het ontstaan van ziekte. inwendige oorza­ ken van ziekten

uitwendige oorzaken

Endogene oorzaken Enkele voorbeelden van inwendige oorzaken van ziekten zijn: • erfelijke of aangeboren oorzaken (taaislijmziekte, ziekte van Down, aangeboren hartgebrek); • degeneratieve oorzaken (dementie, artrose); • hormonale oorzaken (tekort of overmaat aan productie van schildklierhormoon); • stofwisselingsoorzaken (aangeboren vetzucht). Exogene oorzaken Voorbeelden van uitwendige oorzaken zijn: • microbiologische oorzaken (infectieziekten); • fysische oorzaken: - mechanische oorzaken (botbreuken en snij-, druk- of schaafwonden); - thermische oorzaken (brandwonden, of onderkoelings­ verschijnselen); - stralingsoorzaken (zonnebrand door UV-licht); - elektrische oorzaken (brandwonden); • chemische oorzaken (allerlei soorten gif, roken, alcohol, of de etsende werking van sterke zuren en basen).


61

Algemene pathologie

Ook voedsel, of het gebrek daaraan kan ziekte veroorzaken: • door voeding met giftige bestanddelen, zoals bedorven voedsel; • door de hoeveelheid voeding: - te veel veroorzaakt adipositas; - te weinig veroorzaakt ondervoeding; • door een tekort aan de juiste voedingstoffen; • door een teveel aan voedingstoffen. Ontsteking Reacties van het lichaam op beschadiging Een ontsteking is een plaatselijke reactie van weefsels op een voor het lichaam schadelijke prikkel. Een ontsteking begint altijd met een weefselbeschadiging (die op zichzelf voor het lichaam ook een schadelijke prikkel is). Weefselbeschadiging kan op verschillende manieren ontstaan. De belangrijkste oorzaken van weefselbeschadiging zijn: • mechanisch (snij-, schaafwonden, botbreuken); • chemisch (etsende stoffen); • fysisch (verbranding, straling, elektrische beschadiging); • immunologisch (allergie, auto-immuunziekte); • pathogene micro organismen, ziektekiemen.

ontsteking weefsel­ beschadiging

Normaal beloop van een ontsteking Een ontsteking kenmerkt zich door een aantal specifieke verschijnselen. Door beschadiging van het weefsel en de reactie daarop van het lichaam verwijden zich de haarvaten. Dit is meteen de eerste stap in het genezingsproces van de weefselbeschadiging. Door verwijding van de haarvaten, vasodilatatie, vasodilatatie ontstaat roodheid. Als gevolg van de sterkere doorbloeding ontstaat ook warmte. Dat komt gedeeltelijk doordat het bloed uit dieper gelegen gebieden in het lichaam komt, waar de temperatuur hoger is. Ook ontstaat warmte door een versterkte celactiviteit ter plaatse van de ontsteking. In het ontstekingsgebied treden vocht en cellen buiten de bloedbaan. Hierdoor ontstaat zwelling. Bij een ontstekingsproces treedt meestal ook pijn op door de druk van de zwelling op de zenuwuiteinden en door prostaglandines, die door het prostaglandines ontstekingsproces vrij komen. Prostaglandines zijn hormoonachtige stoffen die in allerlei weefsels en


62 62

Handboek Acne

lichaamsvloeistoffen voorkomen. Verschillende soorten prostaglandines oefenen in heel kleine hoeveelheden uiteenlopende functies in het lichaam uit. De meeste zijn nog niet helemaal duidelijk. Het aangetaste weefsel is nu niet goed meer te gebruiken, denk bijvoorbeeld aan een ontstoken vinger (functio laesa). Zo ontstaan vijf algemene symptomen van een ontsteking. In de medische wereld worden de verschijnselen bij een ontsteking met onderstaande Latijnse termen aangegeven: • rubor - roodheid • calor - warmte • tumor - zwelling • dolor - pijn • functio laesa - gestoorde functie

snel verlopende (acute) traag verlopende (chronische) ont­ stekingen acute ontsteking

Behalve de lokale verschijnselen kunnen er bij een ontsteking ook allerlei algemene verschijnselen optreden, zoals koorts, lusteloosheid, algehele malaise en verlies van eetlust. We kunnen ontstekingen naar hun beloop verdelen in snel verlopende (acute) en traag verlopende (chronische) ontstekingen. Een acute ontsteking is een ontsteking die vrij plotseling ontstaat en waarbij zich hevige verschijnselen openbaren. Nadat het beschadigde of dode weefsel is opgeruimd, begint het genezingsproces door de vorming van nieuw weefsel. Een acute ontsteking duurt meestal enkele dagen tot maximaal enkele weken. De genezing verloopt over


63

Algemene pathologie

het algemeen voorspoedig en de genezing is, afgezien van een groter of kleiner litteken, meestal volledig. Bij een chronische ontsteking zijn chronische de ontstekingsverschijnselen minder duidelijk aanwezig. Het ontsteontsteking kingsproces komt langzamer op gang en verloopt minder hevig. Bij een acute ontsteking begint het herstel van het weefsel pas als de ontsteking (bijna) voorbij is. Bij een chronische ontsteking verlopen het ontstekingsproces en het reparatieproces van het weefsel naast elkaar. Wond

Huid

Bacterie Fagocyten

Histamine

Ten slotte kunnen ontstekingen worden ingedeeld naar hun plaats (lokalisatie) en de uitbreiding van hun verschijnselen. Een ontstoken vinger geeft in het algemeen alleen plaatselijke verschijnselen, maar een longontsteking veroorzaakt behalve plaatselijke verschijnselen (hoesten en sputum opgeven) ook algemene verschijnselen (koorts, moeheid, slechte eetlust). Soms is de grens moeilijk te trekken. Een ontsteking kan zonder resten genezen, maar kan zich ook uitbreiden en genezen mét restverschijnselen (denk bijvoorbeeld aan de littekenvorming bij brandwonden) of zelfs helemaal niet genezen en chronisch worden (zoals een chronische bronchitis). Wanneer een ontsteking in de dieper gelegen weefsels gaat doordringen, kan een infiltraat worden gevormd. Dit is een min of meer vaste zwelling, die ontstaat door de opeenhoping van vocht en ontstekingscellen (leukocyten). Oppervlakkig gelegen infiltraten zijn voelbaar, zoals bij een steenpuist en bij een borstontsteking van een zogende vrouw (mastitis). Soms zijn ook dieper liggende infiltraten

infiltraat


64 64

Handboek Acne

te voelen, zoals rond een ontstoken blindedarm. Maar andere typen infiltraten kunnen dikwijls alleen op andere manieren zichtbaar worden gemaakt, zoals het infiltraat van een longontsteking op een röntgenfoto. Als gevolg van een ontsteking of de vorming van een infiltraat kan zich een aantal bijzondere complicaties voordoen.

infectie besmetting

primaire infectie secundaire infectie

bacteriële infectie

Besmetting en infectie Als een ontsteking door pathogene micro-organismen, of hun gifstoffen (toxinen), is ontstaan noemen we dat een infectie. Aan een infectie is altijd een besmetting vooraf gegaan. Een besmetting is het in contact komen met ziektekiemen. Onder een infectie verstaan we het actief binnendringen, vermenigvuldigen en verspreiden van pathogene micro-organismen in het weefsel van een gastheer. We noemen de eerste fase van een infectie, het binnendringen van pathogene micro-organismen ook wel een invasie. Als een ontsteking door een andere oorzaak dan pathogene micro-organismen is ontstaan, noemen we dat een steriele ontsteking. Infectie van het hele lichaam is een infectieziekte. Een plaatselijke infectie is een ontsteking. We onderscheiden twee soorten infecties: • primaire infectie: Een infectie van een niet beschadigde huid.Een voorbeeld van een primaire infectie is folliculitis; • secundaire infectie: een infectie als gevolg van een huidbeschadiging door een huidaandoening. Een voorbeeld van een secundaire infectie is geïnfecteerd eczeem. Bacteriële infecties Een bacteriële infectie is een ontsteking door bacteriën. Bacteriën zijn heel kleine organismen die met het blote oog niet te zien zijn. Er zijn duizenden verschillende soorten bacteriën. Bacteriën zijn eencellige micro-organismen met een eigenstofwisseling. Wat bacteriën van de protozoën onderscheidt, is dat hun erfelijke materiaal niet in de vorm van chromosomen in een celkern ligt opgeslagen, maar zich vrij in het cytoplasma van de bacterie bevindt. Daarnaast kennen bacteriën geen geslachtelijke voortplanting; zij vermenigvuldigen


65

Algemene pathologie

Salmonellabacil

Tuberkelbacil

zich door deling. Naar levenswijze kunnen bacteriën worden onderscheiden in aërobe- en anaërobe bacteriën. Aërobe bacteriën maken de energie die ze nodig hebben vrij door de verbranding. Ze hebben voor hun bestaan dus zuurstof nodig. Anaërobe bacteriën kunnen zonder zuurstof leven. De voor hun levensverrichtingen noodzakelijke energie maken ze op andere wijze vrij. Anaërobe bacteriën treft men bijvoorbeeld in de dikke darm aan. De daar levende colibacteriën zijn voor 99% anaëroob. Naast het onderscheid tussen aërobe en anaërobe bacteriën worden bacteriën ingedeeld naar de verschillende vormen die ze hebben. Ingedeeld naar vorm onderscheiden we: • bacillen: dit zijn staafvormige bacteriën. De meeste in de darm levende bacteriën zijn staafvormige bacillen. Een voorbeeld van een pathogene darmbacil is salmonella. De verwekker van tuberculose is staafvormig en wordt om die reden ook wel tuberkelbacil genoemd; • kokken: dit zijn bolvormige bacteriën. Voorbeelden van kokken zijn: - stafylokokken: trosvormig. Deze bacterie is een pusvormer. Bijvoorbeeld steenpuisten, abcessen; - Staphylococcus aureus: stafylokok die normaal op de huid en in de neus zit en tot de normale huidflora behoort; bij binnen­dringen in de huid, kan deze huidinfecties veroorzaken; - P ropionibacterium acnes: anaërobe bacterie die zich bevindt in de verstopte talgklier, die een ontsteking (papel) kan veroor­ zaken; - streptokokken: kettingvormend, bijvoorbeeld keelontsteking, wondroos; - meningokokken: paarvormend, bijvoorbeeld hersenvlies­ ontsteking; - pneumokokken (longontsteking) en gonokokken (gonorroe).

aërobe- en ana­ ërobe bacteriën

bacillen

kokken


66 66

Handboek Acne

spirocheten

• spirocheten: spiraalvormig die bijvoorbeeld syfilis, ziekte van Weil (door rattenbeet) of de ziekte van Lyme (door Teek tekenbeet) veroorzaakt;

vibrionen

• v ibrionen: kommavormige bacteriën, veroorzaker van cholera.

koloniseren

opportunistische infecties virulentie

strikt pathogeen

Het is normaal dat er bacteriën in en op het lichaam leven. Ze komen onder andere voor op de huid, in de darmen, de mond, de geslachtsorganen en de slijmvliezen. Het merendeel van de bacteriële infecties wordt veroorzaakt door micro-organismen die het lichaam koloniseren; ze zijn in of op het lichaam aanwezig zonder daar schade aan te richten. De infectie berust dan op een tijdelijke verstoring van hun normale leefomstandigheden, zoals bijvoorbeeld een afgesloten haarzakje (tot steenpuist) of een niersteen die de urineweg afsluit (tot nierbekkenontsteking). Koloniserende micro-organismen maken daarbij in feite gebruik van de mogelijkheden die hun geboden worden, het zijn opportunistische infecties. Dit zijn meestal de bacteriën die het grootste ziekmakend vermogen, ofwel virulentie bezitten, zoals de huidbacterie Staphylococcus aureus. Deze bacteriën bezitten het vermogen om binnen te dringen in lichaamsweefsel en ziekteverschijnselen te veroorzaken. Micro-organismen die onder alle omstandigheden een infectie en ziekteverschijnselen veroorzaken, zijn ‘strikt pathogeen’. In tegenstelling tot bij virussen zijn strikt pathogenen onder de bacteriën zeldzaam. Ook aandoeningen, zoals diabetes mellitus, kanker, ondervoeding, een aangeboren stoornis in het afweersysteem of gebruik van bepaalde geneesmiddelen kunnen de weerstand tegen een binnendringend micro-organisme verminderen. Optreden van een infectie Het optreden van een infectie is afhankelijk van verschillende factoren. Vooral het aantal bacteriën en de snelheid, waarmee zij zich kunnen gaan vermenigvuldigen, zijn van belang. Bacteriën kunnen op verschillende manieren ziekte veroorzaken. Een grote groep bacteriën veroorzaakt in feite niet zelf de aantasting van het weefsel en de ziekteverschijnselen,


67

Algemene pathologie

maar deze worden veroorzaakt door hun uitscheidingsproducten. Uitscheidingsproducten van bacteriën die ziekteverwekkend zijn, worden toxinen genoemd. Toxinen zijn dus gifstoffen. toxinen Voorbeelden van toxineproducerende bacteriën zijn de tetanusbacil, de cholerabacil en sommige stafylokokkenstammen. Sommige bacteriën, zoals de tuberkelbacil, zijn pathogeen, omdat de afweer van het lichaam ze niet onder de duim kan houden. Ze kunnen zich blijven delen en in het lichaam verspreiden. Staphylococcus aureus daarentegen veroorzaakt doorgaans alleen lokaal een etterige infectie, zoals een steenpuist of een negenoog, die na ontlasting van de pus in de regel snel weer geneest. Het tot stand komen en voortschrijden van een infectie is afhankelijk van de uitslag van de balans, waarop het aantal en de kracht van de bacterie wordt gewogen tegen de afweer van de gastheer. Of eenvoudiger gesteld: de groeisnelheid van de bacteriën tegenover de snelheid van witte bloedcellen om bacteriën weer uit te schakelen. Is het aantal bacteriën klein, dan kan de afweer het vaak alleen af. Als de infectiedosis hoger is, helpen antibiotica het afweersysteem om de infectie op te ruimen.

Bacteriën Infectie

Overige

Sepsis

Schimmels

Ernstige ontstekingsreacties

Trauma

Parasieten Verbrandingen Virussen Overige

Pancreatitis

Bij een gezond individu kan een kleine remming van de bacteriegroei de balans ten gunste van de gastheer doen overslaan. Is de natuurlijke afweer van de gastheer bijzonder laag, bijvoorbeeld door een verlaagd aantal witte bloedcellen na chemotherapie, dan zal een sterkere remming van de bacteriële groeisnelheid nodig zijn. In het


68 68

bactericide bacteriostatisch

Handboek Acne

laatste geval wordt gekozen voor bacteriedodende (‘bactericide’) antibiotica, terwijl antibiotica die bacteriën alleen in hun groei remmen maar niet doden (‘bacteriostatisch’) gegeven worden als het afweersysteem kan bijdragen aan het opruimen van de infectie. Bij een behandeling met antibiotica zal het niet altijd noodzakelijk zijn om álle bacteriën die het lichaam zijn binnengedrongen, te doden. Sterker, bij antibioticagebruik wordt altijd een deel van het werk aan de afweermechanismen van de gastheer overgelaten. Wanneer dit afweersysteem ernstig verstoord is, kan een antibiotische behandeling, hoe juist uitgevoerd ook, toch tekort schieten.

virale infectie

Virale infectie Een virale infectie is een infectie die veroorzaakt wordt door een virus. Virussen zijn erg besmettelijk en er zijn heel veel soorten. Een simpele verkoudheid bijvoorbeeld kan al door tenminste 200 verschillende virussen worden overgebracht. Virussen kunnen op allerlei manieren in het menselijk systeem terecht komen. Het is bijna onmogelijk om ze volledig uit de weg te gaan. Een goede hygiëne (regelmatig handen wassen, opletten met niezen, gezond eten) is belangrijk om weerstand te bieden tegen virussen. Ook helpt het mee om te voorkomen dat je zelf virussen verspreidt. Virussen bestaan niet uit complete cellen, maar bestaan uit een stukje erfelijk materiaal. Een virus is dan ook geen organisme, maar hebben altijd een gastheercel nodig om zich voort te kunnen planten. Ze zijn niet zichtbaar onder een gewone microscoop, omdat ze veel kleiner zijn dan andere micro-organismen. Virussen zijn moeilijk te bestrijden. De gastheer maakt zelf antistoffen aan, die vervolgens altijd in het lichaam aanwezig blijven. Een zelfde virus zal de gastheer niet meer kunnen infecteren. Enkele voorbeelden van virussen zijn: • Humaan papillomavirus – veroorzaker van wratten; • Herpes simplex virus – veroorzaker van koortslip;


69

Algemene pathologie

• Varicella zoster virus – veroorzaker van waterpokken en gordelroos; • Norovirus – veroorzaker van buikloop en buikgriep; • Influenzavirus – veroorzaker van griep; • HIV – veroorzaker van AIDS. Parasitaire infecties Parasitaire infecties zijn infecties die veroorzaakt worden door parasitaire parasieten. Een parasiet is een dierlijk organisme dat voor het volinfecties brengen van zijn natuurlijke ontwikkelingscyclus gebruik maakt van een ander levend organisme, de gastheer. Een parasiet leeft tijdelijk of permanent in of op zijn gastheer en onttrekt hieraan zijn voedsel. Hoewel er ook parasieten van planten zijn, beperkt het vakgebied van de parasitologie zich tot die organismen, waarbij mens of dier als gastheer optreden. Parasieten vormen een afzonderlijke groep die te onderscheiden is van de virussen, bacteriën en schimmels. Enkele bekende voorbeelden van parasieten die de mens als gastheer gebruiken: • eencellige organismen die malaria, slaapziekte en toxoplasmosis veroorzaken; • lintwormen; • wormen die bilharzia (schistosomiasis) veroorzaken; • vlooien, hoofdluizen, schaamluizen; • mijten, die schurft (scabiës) veroorzaken. In de tropen en subtropen komen parasieten in grotere aantallen en in grotere diversiteit voor dan in de gematigde en koele streken van de wereld. Onder de infectieziekten in de tropen nemen de parasitaire infecties een dominante plaats in (bijvoorbeeld malaria en schistosomiasis). Het aantal geïnfecteerde personen op een bepaald moment ligt voor de diverse parasietsoorten tussen tientallen en vele honderden miljoenen (bijvoorbeeld ascaris met meer dan een miljard infecties en malaria, waaraan alleen al in Afrika meer dan een miljoen kinderen per jaar sterven). Het percentage van de mensen dat op een bepaald moment geïnfecteerd is met een bepaalde parasiet wordt de prevalentie van infectie genoemd. Veel infecties met parasieten verlopen zonder (duidelijke) ziekteverschijnselen. Het percentage geïnfecteerde mensen dat wel duidelijke klinische symptomen vertoont (zonder aan de infectie te overlijden), wordt morbiditeit genoemd.

morbiditeit


70 70

mortaliteit

Toxoplasma Trichomonas Enterobius Pediculis endemische infecties importinfecties

niet-endemisch

Handboek Acne

Mortaliteit is het percentage geïnfecteerde mensen dat overlijdt als gevolg van een infectie. In Nederland komen parasitaire infecties minder frequent voor en nemen infecties met virussen en bacteriën een belangrijker plaats onder de infectieziekten. Schurft Enkele parasitaire infecties die vroeger in Nederland voorkwamen, zoals malaria, zijn uit Nederland verdwenen en kunnen dus nu niet meer in Nederland worden opgelopen. Er zijn echter nog steeds een aantal parasitaire infecties, waarvan de prevalentie in Nederland hoog is, zoals die van bijvoorbeeld Toxoplasma, Trichomonas, Enterobius (aarsmade) en Pediculis (hoofdluis). Er is dus alle reden om ook in Nederland attent te zijn op parasitaire infecties. Parasitaire infecties die 'van nature' in Nederland voorkomen worden endemische infecties genoemd. Veel parasitaire infecties bij mensen in Nederland worden door parasieten veroorzaakt die hier niet voorkomen, maar die zijn opgelopen in het buitenland, de zogenaamde importinfecties. Er een toename van deze importinfecties in Nederland door de toename van het internationale reizigersverkeer. Migranten, gastarbeiders, asielzoekers, adoptiekinderen, vakantiegangers en diegenen die voor hun beroep of voor familie-aangelegenheden een endemisch gebied bezoeken kunnen parasitaire infecties oplopen en meenemen naar Nederland. Tot niet-endemische importziekten behoren bijvoorbeeld malaria, amoebendysenterie en talrijke wormziekten. De toename van importinfecties wordt niet alleen veroorzaakt door een toename van het reizigersverkeer. Ook een toename van (transmissie) van parasitaire infecties in de tropen en ontwikkeling van resistentie tegen geneesmiddelen, zoals bij malaria, kan een oorzaak zijn. Importinfecties zijn van groot belang voor de patiënt en de arts, maar zelden of nooit vindt de geïntroduceerde parasiet hier gunstige omstandigheden voor verspreiding.


Algemene pathologie

71

Schimmelinfectie Schimmels kunnen meercellig of eencellig zijn. Eencellige schimmels noemt men gisten. Schimmels vormen sporen die zeer lang kunnen overleven, ook onder ongunstige omstandigheden. Schimmels geven zelden ernstige infectieziekten. Een voorbeeld is dermatomycose. candida albicans Het bekendste voorbeeld van een gist is Candida albicans, een commensaal levend micro-organisme. Bij 50% van de gezonde mensen treffen we deze gist in de mondholte aan. Onder bepaalde omstandigheden kan Candida albicans zich echter pathogeen gaan gedragen. Het kan dan huid- en nagelriemafwijkingen veroorzaken. Bij candidiasis vrouwen geeft Candida nogal eens een ontsteking van de vagina, die gepaard kan gaan met vaginale afscheiding. Candida-infecties (candidiasis) worden vooral veelvuldig aangetroffen bij mensen met suikerziekte. Ook bij mensen met een gestoorde afweer (door bijvoorbeeld leukemie of AIDS) treden vaak Candida-infecties op. Bij zuigelingen die borstvoeding krijgen, wordt wel eens een Candida-infecties in de mondholte aangetroffen. Deze aandoening wordt spruw genoemd. De gist Pityrosporum ovale behoort tot de normale huidflora. Pity- pityrosporum rosporum ovale zou een regulerende werking hebben op de Propio- ovale nibacterium acnes. Huisarts Een besmetting zoveel mogelijk voorkomen, kunnen we hoofdzakelijk zelf. Daarvoor zorgen we voor een goede huishoudelijke hygiëne van lichaam en kleding, proberen we voldoende van de juiste voedingsstoffen binnen te krijgen en zien toe op beweging in de open lucht. Als er echter een infectie of ontsteking is ontstaan, kan er alleen behandeld worden door een arts. Deze neemt een anamnese af en voert een onderzoek uit met inspectie en palpatie. Eventueel wordt er nog een aanvullend serologisch onderzoek met kweek uitgevoerd, bijvoorbeeld bij patiënten met diabetes mellitus, kanker of perifeer arterieel vaatlijden.


72 72

Handboek Acne

Bij oppervlakkige bacteriële huidinfecties zal de huisarts lokaal kunnen behandelen. Bij diepe infecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk.

maceratie

Let op: de (allround) schoonheidsspecialist behandelt een ontsteking nooit, maar verwijst door naar een arts! Wel kunnen de onderstaande adviezen worden gegeven: • regelmatig handen wassen met zeep en nagels kort knippen; • eigen handdoek gebruiken en deze dagelijks verschonen; • dagelijks lichaam wassen met zeep met de juiste pH-waarde; • contact met de huidinfectie (bijvoorbeeld door krabben) vermijden; • vermijd factoren die maceratie (week worden) van de huid bevorderen, zoals warmte, vocht en wrijving; • was de huidplooien eenmaal daags (gebruik bij voorkeur weinig zeep); maak de aangedane huidplooien daarna goed droog; • vermijd beschadiging van de huid en gebruik van vetten en oliën op de huid; • dek de huid niet af met pleisters. Abces Necrose Een ontsteking zal langer duren naarmate de weefselschade groter is. Bij een ontstekingsproces veroorzaakt door een infectie is het verloop van de ontsteking vooral afhankelijk van de aanvalskracht van de bacteriën en de sterkte van de afweerreactie van het lichaam. Hoe groter de weerstand, des te korter duurt de ontsteking en des te sneller verloopt het herstel. Bij een grote aanvalskracht van het micro-organisme zal er veel weefsel te gronde gaan.

necrose

macrofagen

Dit weefselversterf noemen we necrose. De ontstekingsfase duurt dan langer en ook de reparatiefase van het weefsel, het genezingsproces, zal dan meer tijd in beslag nemen. Ontstekingen, waarbij veel necrose optreedt, zijn herkenbaar aan pus- of ettervorming. Pus of etter is een roomachtige substantie, die bestaat uit een opeenhoping van dode weefselcellen gemengd met dode en levende bacteriën, dode witte bloedcellen, vooral macrofagen, en andere bloedbestand­


73

Algemene pathologie

delen. Ontstekingen met necrose zijn ernstige ontstekingen die gepaard gaan met weefselversterf. Abces Een voorbeeld van een ontsteking met necrose is een abces. Een abces is opeenhoping van pus in een tevoren niet bestaande, afgekapselde holte. Men kan de holte zien als een succesvolle poging van het lichaam het ontstekingsproces in te dammen. De verschijnselen van een abces bestaan uit een rode, warm aanvoelende, drukpijnlijke ronde zwelling, omgeven door een infiltraat.

Een infiltraat is een lokale ophoping van vocht, eiwitten en bloedbestanddelen in weefsel, die ontstaat gedurende de verschillende fases van de ontsteking. In tegenstelling tot pus bevinden zich in een infiltraat juist levende witte bloedcellen, die een actieve rol spelen bij de ontsteking en de afweer van het lichaam. Een infiltraat kan genezen of zich verder ontwikkelen tot een abces.

abces

infiltraat

Door de voortdurende pusvorming stijgt de druk in de abcesholte. De pus bevindt zich centraal in de holte en is omgeven door een soort wal of kapsel, de zogenoemde abcesmembraan. Als de druk een beabcesmembraan paalde waarde overschrijdt, zal het abces openbarsten in de richting waar de tegendruk het minst is, meestal naar buiten toe. Soms barst het abces open in de richting van het weefsel. De pus kan dan ook in het bloed komen. Er ontstaat dan heftige koorts, die soms gepaard


74 74

Handboek Acne

gaat met een koude rilling. Om deze complicatie te voorkomen, maakt men een abces meestal open als het ‘rijp’ is, dat wil zeggen als de inhoud van het abces vervloeid is tot pus. Het voordeel hiervan is dat de pus niet het lichaam in zal gaan. Behandeling van een abces De schoonheidsspecialist verwijst altijd door naar een arts bij verdenking van een abces. De arts bepaalt wat er vervolgens gebeurt. Er zijn sommige kleine huidabcessen die het probleem vanzelf afvoeren en oplossen; hier is een behandeling dus niet nodig. Warmte op de plek van het abces (door middel van een warm kompres) wil nog wel eens helpen om de zwelling wat te verminderen en de genezing te versnellen. Het is echter wel belangrijk om een kompres hierna goed schoon te maken om op die manier eventuele verdere infectie tegen te gaan. Voor grotere of aanhoudende huidabcessen is het mogelijk dat de huisarts antibiotica voorschrijft om de infectie te verminderen en de verbreiding ervan te voorkomen. In de meeste gevallen zal antibiotica echter niet genoeg zijn om een huidabces compleet te verwijderen en zal het onderhuidse pus moeten worden afgevoerd om het helemaal te verwijderen. Als de huid open moet worden gemaakt dan wordt een kleine operatie onder narcose uitgevoerd. De gebruikte narcose zal afhangen van de omvang en ernst van het huidabces. Meestal zal gekozen worden voor een plaatselijke verdoving waarbij de patiënt wakker blijft en enkel het gebied rond het abces wordt verdoofd. Tijdens deze procedure maakt de arts een snee in het abces om ervoor te zorgen dat al het pus eruit loopt. Nadat alle pus is verwijderd, zal de wond die wordt achtergelaten door het abces met een zoutoplossing worden schoongemaakt. Het abces wordt open gelaten, zodat eventueel extra pus gemakkelijk kan worden afgevoerd. Als het abces diep genoeg is dan wordt er een antiseptische dressing (drain) in geplaatst om de wond open te houden. Deze procedure kan een klein litteken achterlaten.


75

Algemene pathologie

2.2 Bacteriëmie en septikemie Bacteriëmie Normaal gesproken is bloed steriel, dat betekent dat er geen bacteriën in aanwezig zijn. Soms kunnen tijdelijk kleine hoeveelheden bacteriën in de bloedbaan terecht komen. Dat geeft meestal geen verschijnselen. We spreken dan van een bacteriëmie. Een bacteriëmie kan men op het spoor komen door het kweken van bacteriën uit het bloed.

bacteriëmie

Een tijdelijke bacteriëmie kan optreden tijdens tandheelkundige procedures of tandenpoetsen, omdat bacteriën, die op het tandvlees rond het gebit voorkomen, in de bloedbaan worden gedrukt. Ook bij het openen van de huid, bij bijvoorbeeld het verwijderen van comedonen of pustels, kan een bacteriëmie ontstaan. Omdat het lichaam kleine aantallen bacteriën over het algemeen snel kan verwijderen, veroorzaakt tijdelijke bacteriëmie zelden symptomen. Meestal is bij een bacteriemie dus geen behandeling nodig. Wat is het verschil tussen bacteriëmie en sepsis? Bacteriëmie is de aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan. Sepsis is een bacteriële infectie in de bloedbaan. Uit een bacteriëmie kan wel een sepsis ontstaan wanneer bacteriën de kans krijgen zich te vermenigvuldigen. Hoewel bij sepsis meestal bacteriën de oorzaak zijn, kan dit ziektebeeld ook ontstaan door virussen, parasieten, gisten en schimmels. Deze bacteriëmieën zijn over het algemeen transiënt, wat betekent dat het bloed na enkele minuten alweer geklaard is.

sepsis


76 76

septikemie

ernstige bloed­ vergiftiging septische shock

Handboek Acne

Septikemie De term septikemie verwijst naar de toxinen van de micro-organismen in het bloed en wordt niet vaak meer gebruikt. Wel spreken we van sepsis of bloedvergiftiging. Zoals hierboven staat vermeld, kan een bacteriëmie een septikemie of sepsis tot gevolg hebben. Septikemie (sepsis of bloedvergiftiging) is de infectie van bloed met micro-organismen die in de bloedsomloop zijn binnengedrongen. De organismen die septikemie veroorzaken, zijn meestal bacteriën. Enkele organismen die septikemie kunnen veroorzaken, zijn Streptococcus, Staphylococcus, E.coli, Neisseria gonorrhoea, Klebsiella, Proteus en Pseudomonas. Deze organismen zijn afkomstig van de huid, darmen of geslachtsorganen waar ze normaal aanwezig zijn. Deze bacteriën komen de bloedsomloop binnen, vermenigvuldigen zich en veroorzaken symptomen, zoals koorts en lage bloeddruk. Ernstige bloedvergiftiging kan tot een septische shock leiden. Verschijnselen van septikemie Verschijnselen van septikemie zijn onder meer hoge koorts, hoofdpijn, koude rillingen, spierpijn, verwardheid en lage bloeddruk. Doordat de bloeddruk lager is en daarmee de bloedtoevoer naar de vitale organen afneemt, ziet de patiënt er bleek, koud en klam uit. Dit wordt septische shock genoemd. Afhankelijk van het type en de locatie van de infectiebron (als daar sprake van is) kunnen zich ook andere symptomen voordoen. In het geval van zwangere vrouwen gaat bloedvergiftiging meestal gepaard met het overlijden van de baby in de baarmoeder. Dit leidt tot een spontane miskraam of de geboorte van een dood kind. De aanwezigheid van de micro-organismen in de voortplantingsorganen leidt tot onwelriekende pusafscheiding van de baarmoederhals voor en na de bevalling. Wanneer de infectie zich naar de hersenen verspreidt, leidt dit tot meningitis (ontsteking van de vliezen die de hersenen omgeven). Dit gaat gepaard met een


Algemene pathologie

77

stijve nek en soms met beschadigingen van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg). Diagnose Wanneer een patiënt met een infectie plotseling hoge koorts krijgt, wordt meestal sepsis vermoed. Het is niet mogelijk zonder nader bloedonderzoek vast te stellen welk organisme de septikemie heeft veroorzaakt. Om de diagnose te stellen, wordt een aantal bloedmonsters afgenomen, waarna in het laboratorium wordt geprobeerd de bacteriën te kweken (bloedkweek); een proces dat één tot vijf dagen duurt. Soms worden monsters van de geïnfecteerde plaatsen genomen of wordt de vloeistof die de hersenen en het ruggenmerg omgeeft onder de microscoop onderzocht. Dit onderzoek is nodig, omdat alleen op deze wijze vastgesteld kan worden welk organisme de infectie heeft veroorzaakt en welk antibioticum geschikt is voor de behandeling. Behandeling Sepsis is zeer ernstig en levensgevaarlijk. Het vereist onmiddellijke behandeling met antibiotica, ook al zijn de resultaten die de diagnose moeten bevestigen nog niet beschikbaar. Uitstel van behandeling met antibiotica vermindert de overlevingskans van de patiënt aanzienlijk. De keuze van een antibioticum wordt in eerste instantie gebaseerd op de bacteriën die het meest waarschijnlijk verantwoordelijk zijn voor de infectie. Dit is afhankelijk van de plaats waar de infectie is begonnen (infectiehaard of ‘focus'). Vaak worden twee of drie antibiotica tegelijk gegeven om de kans dat bacteriën worden gedood te vergroten, vooral wanneer de infectiehaard onbekend is. Wanneer later de onderzoeksresultaten beschikbaar komen, kunnen deze antibiotica eventueel worden vervangen door een antibioticum dat het minst schadelijk en het meest effectief is tegen de bacteriën die de infectie veroorzaken. Soms is een operatie nodig om de infectiehaard weg te nemen. Ook dient voldoende vocht te worden toegediend om uitdroging te voorkomen. In sommige gevallen is een operatie nodig om geïnfecteerde weefsels te verwijderen.

infectiehaard


78 78

Handboek Acne

De voornaamste maatregel om een infectie en daarmee een mogelijke verspreiding te voorkomen, is het nemen van hygiënische maatregelen door de schoonheidsspecialist tijdens een behandeling. Ook het gebruik van gesteriliseerde instrumenten is van groot belang.

2.3 Degeneratie, regeneratie

dynamische even­ wichtstoestand

regressieve veranderingen

degeneratie

necrose

Regressieve celveranderingen Een normale cel is in staat om zijn gunstige eigenschappen te handhaven ten opzicht van de omgeving. Vanuit deze omgeving werken allerlei prikkels op de cel in, maar de cel is in staat om daar aangepast op te reageren. De cel verkeert in een dynamische evenwichtstoestand. Ziekte is een verstoring van deze dynamische evenwichtstoestand. Elke ziekte is gekoppeld aan ongunstige veranderingen in het zieke weefsel. Tijdens de eerste periode van een ziekte gaat het weefsel achteruit. De celveranderingen die dan optreden, noemen we regressieve veranderingen (regressie = achteruitgang). Bij herstel gaat de toestand van het weefsel vooruit. Dat noemen we progressieve celveranderingen. Tot de regressieve celveranderingen behoren: • degeneratie; • atrofie; • necrose. Degeneratie Als regressieve celveranderingen kortere of langere tijd aanhouden, leidt dit onvermijdelijk tot het functionele achteruitgang van cellen en weefsels. Dit verschijnsel noemen we degeneratie. Een voorbeeld van degeneratieve verschijnselen in de huid onder invloed van een schadelijke prikkel is solaire elastose. Bij solaire elastose degenereren, onder invloed van veelvuldige en intensieve blootstelling aan zonlicht, de collagene en elastische vezels in de huid. De huid verliest daardoor zijn veerkracht en elasticiteit. Necrose Degeneratie kan overgaan in necrose. Necrose ontstaat wanneer er onomkeerbare regressieve veranderingen in cellen plaatsvinden. De cellen gaan dan dood. De wond kan niet genezen zolang necrotisch weefsel aanwezig is. Ook is necrotisch


79

Algemene pathologie

weefsel een voedingsbodem voor micro-organismen. Als het zwarte weefsel loslaat aan de randen, of als er tekenen van infectie zijn, moet het weefsel chirurgisch worden verwijderd. Acute celdood kan ontstaan door een tekort aan zuurstof. Vooral hersen- en zenuwweefsel kunnen niet lang zonder zuurstof. Ook het spierweefsel van het hart sterft snel als er een tekort aan zuurstof ontstaat. Deze situatie veroorzaakt een hartinfarct. Weefselverlies door zuurstoftekort noemen we ook wel ischemische necrose. Het kan veroorzaakt worden door diabetes mellitus, decubitis (doorliggen), verbranding en bevriezing. Necrose heeft nog een aantal andere oorzaken. Verschillende gifstoffen veroorzaken bijvoorbeeld necrose en ook sommige micro-organismen zijn betrokken bij het ontstaan van weefselversterf, zoals de tuberkel-, de tetanusbacil en de Staphylococcus aureus.

acute celdood

Atrofie Onder atrofie verstaan we het atrofie in massa of volume afnemen van cellen, weefsels of organen. Dit berust zowel op het kleiner worden van de cellen als op een vermindering van het aantal cellen. Bij atrofie krimpt het weefsel dus in of het verschrompelt. In principe kunnen alle weefsels en organen atrofiëren, maar in de praktijk zal de schoonheidsspecialist vooral te maken krijgen met huidatrofie en spieratrofie. Over het algemeen is huidatrofie een gevolg van veroudering. Tijdens het verouderingsproces neemt het aantal cellen in de huid af en ver­mindert het volume van de cellen. De epidermis en/of dermis versmallen, waardoor de huid dunner wordt. Huidatrofie is meestal het gevolg van normale fysiologische veranderingen. Op een bepaald moment in een mensenleven sterven er meer cellen af dan er nieuwe cellen bijkomen. Huidatrofie kan ook het gevolg zijn van het wegvallen van de noodzakelijke hormonale prikkels. Meestal wordt dit veroorzaakt door een verminderde functie van de hypofyse. De hypofyse is een klein aanhangsel in het midden van de hersenen dat zelf hormonen pro-


80 80

Handboek Acne

duceert, maar ook de bijnieren aanzet tot de productie van bijnier­ schorshormonen. Ook de medische toediening van synthetische bijnierschorshormonen bij bepaalde huidaandoeningen als eczemen of psoriasis kan huidatrofie veroorzaken.

progressieve cel­ veranderingen

Progressieve celveranderingen De toestand van het weefsel kan ook vooruit gaan. In dat geval spreken we van progressieve celveranderingen. Dat is bijvoorbeeld bij de normale wondgenezing aan de orde. Tot de progressieve celveranderingen rekenen we: • regeneratie; • restauratie; • reparatie.

regeneratie

Regeneratie Onder regeneratie verstaan we de nieuwvorming van gelijkwaardig en gelijksoortig weefsel nadat ten gevolge van een pathologisch proces weefsel verloren is gegaan. Tussen de diverse weefsels bestaan grote verschillen in regeneratief vermogen. Het dekweefsel (epitheel) van de huid en ook het steun- en bindweefsel in het lichaam hebben bijvoorbeeld een veel groter regeneratief vermogen dan spier- en zenuwweefsel. Het regeneratieve vermogen van weefsels is ook afhankelijk van de leeftijd. Bij jongeren is het regeneratieve vermogen beter dan bij ouderen.

restauratie

Restauratie Restauratie berust niet op nieuwvorming, maar op herstel van weefsels en organen die ten gevolge van ziekte in kwaliteit achteruit zijn gegaan.

reparatie

Reparatie Bij reparatie wordt, evenals bij regeneratie, nieuw weefsel gevormd, maar niet van gelijkwaardig en gelijksoortig celmateriaal. Bij reparatie vormt zich een ander, minderwaardig weefsel. Het nieuw gevormde weefsel is meestal bindweefsel. Wondgenezing is een voorbeeld van de reparatie van weefsel. Wondgenezing is dus een progressief proces.


81

Algemene pathologie

Wondgenezing Een wond is een onderbreking in de normale samenhang van het weefsel. Volgens deze definitie kunnen wonden zich dus ook op andere plaatsen voordoen dan alleen de huid. Het genezingsproces van een huidwond begint meteen nadat de oorzaak van de verwonding is weggenomen. Bij elke open huidwond zijn bloedvaten en cellen beschadigd. Daardoor komen bloed en de inhoud van cellen, het wondvocht, in aanraking met de buitenlucht. Het wondvocht droogt in en vormt een korst. De wond wordt hierdoor afgedekt. De wondgenezing vindt plaats onder invloed van zogenaamde wondhormonen, die we interleukines noemen. Deze interleukines worden afgescheiden door gespecialiseerde witte bloedcellen en prikkelen het weefsel in het wondgebied tot de vorming van nieuw weefsel. De normale genezing van een wond kan in drie fases worden ingedeeld: • reactiefase; • regeneratiefase; • remodelleringsfase. Reactiefase De huid reageert op een verwonding in principe hetzelfde als op een ontsteking. Er doen zich dezelfde symptomen voor: rubor (roodheid), calor (warmte), tumor (zwelling), dolor (pijn) en functio laesa (gestoorde functie van de desbetreffende weefsels). Roodheid en warmte worden veroorzaakt door de vasodilatatie (vaatverwijding), de zwelling door het exsudaat (wondvocht) en de pijn door een aantal factoren, zoals druk op de zenuwvezels en de inwerking van chemische ontstekingsmediatoren (bradykinine, histamine, serotinine, prostaglandinen) en door ischemie (verminderende bloedtoevoer). Aan deze verschijnselen gaat na een verwonding een korte periode van ongeveer tien minuten vooraf van vasoconstrictie (vaatvernauwing). Daarin treedt het intrinsieke en extrinsieke stollingsmechanisme in werking met als eerste doel het afsluiten van de bescha-

interleukines

vasodilatatie exsudaat ischemie

vasoconstrictie


82 82

Handboek Acne

digde bloedvaatjes. Als tweede doel wordt het stollingsmechanisme geactiveerd. Door de toegenomen vasopermeabiliteit kunnen nuttige eiwitten en leukocyten uit de bloedbaan treden. Het beschadigde gebied is na enkele uren al verzadigd met granulocyten en macrofagen, die ter plaatse dode of beschadigde cellen en bacteriën opruimen. In de eerste fase zijn dat vooral de granulocyten. Granulocyten zijn gespecialiseerde witte bloedcellen gericht op de vernietiging van bacteriën. Zij voorkomen daarmee verdere schade door infectie. Andere leukocyten scheiden de eerder genoemde interleukines af, waardoor de volgende fase van de wondgenezing op gang kan komen. Vorming van wondoedeem is noodzakelijk voor een goed verloop van de regeneratiefase, met de daarbij behorende celproliferatie (celgroei, -toename). Regeneratiefase Terwijl in de eerste tijd na de verwonding vooral de granulocyten overheersen in het wondgebied, zijn na enkele dagen de macrofagen het sterkst actief. Deze cellen zijn erg beweeglijk en kunnen in een slecht doorbloed en slecht gevoed gebied overleven. Ze ruimen de resten beschadigd en necrotisch weefsel op, waar ze weer aminozuren, suikers en andere bouwstoffen van kunnen maken. Tegelijkertijd begint vanuit de wondranden een intensieve celvermeerdering. Deze nieuwe celvorming moet het verloren gegane weefsel vervangen. neo-vascularisatie hypoxie macrofagen fibroblasten

Zuurstofnood kan in een wond alleen worden verholpen door de ontwikkeling van nieuwe bloedvaten (neo-vascularisatie). Gestimuleerd door het tekort aan zuurstof in het weefsel (hypoxie) en door de macrofagen ontstaan in de wanden van nog functionerende vaatjes de zogenoemde capilary buds (vaatknopjes) waar zich weer functionerende bloedvaatjes uit kunnen ontwikkelen. Dit nieuw ontstane vaatbed wordt door collageenproducerende fibroblasten versterkt. Fibroblasten verplaatsen zich in het begin langs de fibrinedraden die in de eerste fase van de normale wondgenezing bij de stolling en het zich vormende wondoedeem vrijkomen. In het stolsel gaan fibroblasten bindweefsel produceren en jonge capillairen dringen het stolsel


Algemene pathologie

binnen. Dit nieuwe, sterk doorbloede weefsel wordt granulatieweefsel genoemd. Als dit proces is voltooid, begint de laatste fase van de wondgenezing. Remodelleringsfase Zodra zich voldoende granulatieweefsel heeft gevormd, treedt er een samentrekking (contractie) op. Door deze verandering van de vezelstructuren die in de wond zijn gevormd, wordt het wondoppervlak kleiner en het granulatieweefsel gaat langzaam over in littekenweefsel. Over het granulatieweefsel heen groeit vanuit de wondranden het epitheel van de huid, waarna de wond weer is gesloten. Gedurende de eerste drie weken na het trauma nemen de hoeveelheid bindweefsel in de wond en de sterkte van de vezels nog aanzienlijk toe. Na afloop van deze periode stabiliseert de hoeveelheid collageen zich op een bepaald niveau. De sterkte van de vezels neemt in de maanden daarna echter nog wel toe door een verdere groei van het aantal kruisverbindingen tussen de collagene vezels en door de vervanging van oude door nieuwe vezels. Zelfs vier maanden na een ongeval is de turnover van collageen in een litteken nog steeds aanzienlijk hoger dan in de normale huid. De kenmerken van een litteken worden echter niet alleen bepaald door de snelheid van de turnover van collageen, maar ook door het niveau waarop de balans tussen aanmaak

83

granulatieweefsel

littekenweefsel


84 84

Handboek Acne

(synthese) en afbraak (lysis) van collageen plaatsvindt. Dit bepaalt het uiterlijk van het litteken dat overblijft na genezing van de wond. Als de aanmaak van collageen overheerst, wordt een hypertrofisch litteken gevormd in het tegenovergestelde geval een atrofisch litteken. Het litteken zal na enkele maanden tot een jaar langzaam minder rood worden naarmate het aantal bloedvaatjes in het litteken afneemt. Littekenweefsel bestaat dus uit ander weefsel dan het oorspronkelijke weefsel. Het bevat meer collagene vezels, terwijl zweetklieren, talgklieren en haren ontbreken. littekens

schaafwond

Littekens Littekenweefsel, dat bestaat uit collageen bindweefsel, ontstaat na beschadiging van de huid tot in de lederhuid. Bij acne wordt deze beschadiging veroorzaakt door de heftige ontstekingsreactie in de huid. Er is een direct verband tussen de ernst van de ontsteking en de mate van littekenvorming. Maar het kan voorkomen dat er relatief grote littekens ontstaan op oppervlakkige en kleine acne-ontstekingen. De gevoeligheid voor het maken van littekens verschilt sterk van persoon tot persoon. De manier waarop een huidwond geneest, wordt allereerst bepaald door de diepte van de verwonding. Als alleen de epidermis is beschadigd, zoals bij een schaafwond of een oppervlakkige tweedegraadsverbranding, dan kan deze eenvoudig, volledig genezen door het naar elkaar toegroeien van nieuwgevormde epitheelcellen (proliferatie en migratie) vanuit de kiemlaag (Stratum germinativum) in randen van de wond en vanuit epitheeleilandjes die zich nog in de bodem van de wond bevinden. Het wondklimaat bepaalt de snelheid van de migratie van epitheelcellen. Wanneer de oppervlakte van de wond uitdroogt, ontstaat een korst en wordt epithelisatie, mede onder invloed van bestaande hypoxie (zuurstoftoestand), vertraagd. In een


Algemene pathologie

vochtig en zuurstofrijk milieu zal epithelisatie versneld plaatsvinden. De functies van de huid zullen intact blijven en er zal geen litteken ontstaan. Als er sprake is van een diepe huidwond dan wordt de manier van genezen bepaald door het feit of de wondranden wel of niet tegen elkaar aanliggen. Bij een diepere huidverwonding zijn ook bloed- en lymfvaatjes en zenuwtakjes beschadigd. Hierdoor verloopt het herstel anders. Genezing kan dan op twee verschillende manieren plaatsvinden, primair en secundair. Primaire wondgenezing Als de wondranden glad zijn, zoals na een snijwond, dan kunnen de wondranden door middel van fibrine, dat in de wond vrijkomt, met elkaar verkleven. Er ontstaat dan een heel klein wondoppervlak dat met weinig littekenweefsel in drie fases op de boven beschreven manier fraai geneest. Dit noemen we primaire wondgenezing.

85

epithelisatie

primaire wondgenezing

Secundaire wondgenezing Als de randen van een huidverwonding niet tegen elkaar kunnen komen, zoals bij een brede-, wijkende- of scheurwond of als er weefseldefecten zijn ontstaan, zoals bij een derdegraadsverbranding, dan treedt een ander genezingsproces van de huid op. Genezing vindt hierbij plaats door de vorming van granulatieweefsel, waar epitheel overheen groeit. Het granulatieweefsel groeit vanuit de capillairen in de buurt van de wond en is door de cel- en vaatrijkdom vast van consistentie en rood van kleur. Als het epitheel over het granulatie­weefsel heen groeit, kan de wond zich sluiten. Ook hierbij treedt verschrompeling van het bindweefsel op, zodat het litteken ten slotte smaller wordt dan het huiddefect oorspronkelijk was. In het algemeen geldt dat littekens die ontstaan door secundaire wondgenezing van mindere kwaliteit zijn dan littekens die ontstaan na primaire wondgenezing.

secondaire wond­ genezing


86 86

Handboek Acne

Granulatieweefsel Soms wordt een teveel aan granulatieweefsel gevormd, zodat dit boven het niveau van de huid uitkomt, waardoor het epitheel er niet meer overheen kan groeien. Dit verschijnsel noemen we wild vlees. De arts kan dit behandelen door het met een zilvernitraatstift aan te stippen, waarna het epitheel er alsnog overheen kan gaan groeien.

hypertrofische littekens

ijspriemlittekens appelboortekens

glooiende littekens

atrofische littekens

Littekens Een litteken bezit niet de functies die een gezonde huid wel heeft. Een litteken is bijvoorbeeld lang niet zo soepel en elastisch als de normale huid. Littekens kunnen soms verdikt zijn (hypertrofische littekens) of zijn juist wat verzonken, afhankelijk van de schade die is toegebracht aan de onderliggende huid- en weefsellagen. Ook kan de kleur variëren. Het litteken heeft geen goede bloedcirculatie, is soms ongelijkmatig en is minder elastisch. Ook geeft het vaak klachten zoals jeuk, verharding en verdikking en kan het ontsierend zijn. Verzonken littekens Littekens na acne zijn vaak diep in de huid gelokaliseerd (‘putjes’), maar zijn niet altijd echt atrofisch. Acnelittekens kenmerken zich door ‘putjes’ in de huid. • IJspriemlittekens zijn klein en hebben een steile 'wand', zijn diep en smal. Ze komen vooral op de wangen voor. • Appelboorlittekens hebben een steile wand maar zijn veel groter dan de ijspriemlittekens (tot enkele millimeters groot). De wanden en de bodem zijn vaak erg stug. Ze komen vooral op de Atrofisch litteken wangen voor. • Glooiende littekens hebben een soepel aanvoelende huid met kleine glooiende verzakkingen zonder scherpe begrenzing met de normale huid. Ze komen vooral op de wangen en slapen voor. • Atrofische littekens zijn kleine stukjes sterk verdunde, kwetsbare huid die bij samen-

Hypertr littek


Algemene pathologie

87

knijpen kan rimpelen. Bij deze littekens is er sprake van een zeer dun laagje littekenweefsel. De littekens kunnen verzonken zijn in de huid of een ‘sigarettenpapier’-aspect hebben. Als er meerdere zijn, ontstaat er in de huid de bekende ‘putjes effect’. Dit type litteken ontstaat wanneer het normale genezingsproces wordt verstoord, waardoor er onvoldoende nieuw huidmateriaal wordt aangemaakt. Bekende voorbeelden zijn de atrofische littekens bij acne en na waterpokken. Dit soort littekens worden wel gezien als restanten van huidbeschadigingen na infecties (virus, schimmel), chronische discoïde lupus erythematosus en na röntgenbestralingstherapie. Verdikte littekens • Hypertrofische littekens ontstaan bij overproductie van fibrine bindweefsel­vezels Hypertrofisch Atrofisch door de bindweefselcellen in de huid. litteken litteken Hierdoor ontstaan sterk verdikte littekens. Het zijn dikke, roze strengen en plaques op de huid die circa drie weken na de verwonding ontstaan en in een periode van maanden tot een jaar voortdurend dikker worden. Een hypertrofisch (= Latijn, betekent ‘verdikt’) litteken komt meestal voor bij jonge mensen, met name na brandwonden en bij mensen met een donkere huid. Dit type litteken is meestal rood, verdikt en verheven en kan ook jeuk geven of pijn doen. Een belangrijk kenmerk is echter dat de grootte van het litteken niet de begrenzingen van het oorspronkelijke verwonding overtreft. Een hypertrofisch litteken ontstaat meestal binnen enkele weken na de verwonding en kan spontaan genezen, hoewel dit soms jaren kan duren. Vooral de huid boven het borstbeen, de schouders, de nek en de oren is geneigd tot de vorming van deze hypertrofische littekens. Een aanleg tot het vormen van deze littekens is vaak familiair- of rasgebonden. Wanneer meerdere ontstekingen vlak bij elkaar hebben gezeten kunnen deze hypertrofische littekens samenvloeien tot één grote littekenmassa. Bijvoorbeeld bij acne conglobata. • Keloïd is een woekering van littekenweefsel. Keloïden zijn net als fibromen bindweefselwoekeringen. Ze zijn te herkennen als dikwijls grillig gevormde, harde verhevenheden van de huid, waar-

hypertrofisch litteken

Keloïd litteken

Keloïd bindweefsel­ woekeringen


88 88

Handboek Acne

over geen normaal huidepitheel groeit. Een keloïd kan op iedere leeftijd voorkomen, Hypertrofisch Atrofisch maar neigt eerder te ontstaan bij jongere litteken litteken mensen en bij mensen met een donkere huid. Het gaat hierbij om een abnormaal verdikte, onregelmatig gevormde rode tot donker­gekleurd litteken dat groter is dan de oorspronkelijke verwonding. Een keloïd kan ontstaan na iedere vorm van huidbeschadiging, bijvoorbeeld operatiewond, brandwond, vaccinaties, tatoeages, piercings of acnelittekens.

Keloïd litteken

Een keloïd kan daarnaast ook spontaan ontstaan, zonder dat er een beschadiging van de huid is geweest. Keloïdlittekens zijn eigenlijk een bijzonder soort hypertrofische littekens. Terwijl gewone hypertrofische littekens beperkt blijven tot de plaats van de verwonding, groeien keloïden over de grenzen van de verwonding heen, en kunnen zo betrekkelijk grote huidgebieden bedekken. Behandeling van acnelittekens Acnelittekens verdwijnen nooit helemaal en alle behandelingen zijn erop gericht om de littekens minder zichtbaar te maken. Pas na twee jaar gebruik van isotretinoïnen (Roaccutane®) mag gestart worden met een littekenbehandeling. Mogelijke behandelingen door de arts of huidtherapeut: • chirurgische behandeling waarbij opvallende, grote, diepe littekens worden weggesneden, waarna de huid gehecht wordt; • lasertherapie; • dermabrasie is een mechanische peeling die de huid verdunt en de littekens afvlakt; • chemische peeling zorgt ervoor dat de binding tussen de (dode) hoorncellen aan het huidoppervlak wordt verbroken. Hierdoor schilfert de huid sneller af en worden de diepere huidlagen geprikkeld tot een actieve aanmaak van nieuwe cellen;


Algemene pathologie

• massagetherapie, zoals bindweefselmassage, om de huidstofwisseling en doorbloeding te verbeteren; • siliconentherapie waarbij door middel van siliconenpleisters de huid op de plaats van het litteken soepeler en vlakker gemaakt wordt. Ook klachten, zoals pijn, jeuk of verkleuren, kunnen verminderen door siliconen. Met behulp van siliconentherapie kan keloïd, grote en kleine littekens behandeld worden. Behandelduur is ongeveer twee maanden. • corticosterideninjectie om keloïd te behandelen. Er zijn meerdere injecties nodig voordat het keloïd vermindert. Het is een pijnlijke behandeling, omdat de vloeistof direct in het keloïd gespoten wordt. Mogelijke behandelingen door de (allround) schoonheidsspecialist: • microdermabrasie, hiermee worden oppervlakkige cellagen verwijderd en de huid geëgaliseerd; • peeling/exfoliëren; • fruitzuurbehandelingen; • slijpbehandelingen; • microneedling, dat is een techniek waarbij met kleine naaldjes ondiepe microwondjes worden gemaakt. Daardoor wordt de huid gestimuleerd om nieuw, gezond collageen en elastine aan te gaan maken. De littekens worden hierdoor minder opvallend; • bindweefsel/pincementsmassage, hiermee kan de huidstofwisseling en de doorbloeding worden verbeterd, de talgproductie worden genormaliseerd en oppervlakkige littekens verminderd.

2.4 Efflorescenties en nomenclatuur Efflorescenties Ziekten van de huid kenmerken zich met een aantal zichtbare veranderingen aan de huid. Deze veranderingen zijn natuurlijk voor een arts van groot belang om de aard van een huidziekte te kunnen vaststellen. Acne wordt gekenmerkt door primaire en secundaire efflorescenties.

89


90 90

primaire efflorescenties secundaire efflorescenties

papel/knobbeltje

nodulus nodus pustel puistje pustula papulopustel custe/holte

erytheem/ roodheid vesikel/blaasje

squama/ huidschilfers infiltraat

Handboek Acne

Primaire efflorescenties zijn de hoofdsymptomen van de huid. Het zijn symptomen die direct gevolg zijn van de huid­verandering, bijvoorbeeld acne. Secundaire efflorescenties zijn symptomen die gedurende de huidverandering ontstaan uit primaire efflorescenties. Secundaire efflorescenties worden pas zichtbaar na het optreden van primaire efflorescenties. Voor het maken van een goede huidanalyse is het belangrijk om de verschillende efflorescenties te herkennen. Primaire efflorescenties die zich voordoen bij acne: • papel/knobbeltje: een rode verhevenheid van de huid kleiner dan één cm die ontstaat door cel-, weefsel- of vochttoename. De celvermeerdering ontstaat in de epidermis, de dermis of in beide huidlagen. Een papel geneest zonder littekenvorming; • nodulus/knobbeltje: een verhevenheid in de huid of onderhuid (subcutis), kleiner dan één centimeter, die ontstaat door cel-, weefsel- of vochttoename; • nodus/knobbel: voelbare weerstand in de huid of onderhuid (subcutis), soms boven de huid verheven en groter dan één centimeter; • pustel/puistje/pustula/papulopustel: een blaasje gevuld met purulent vocht/pus, kleiner dan één centimeter, ontstaan door een opeenhoping van leukocyten in de opperhuid (epidermis); • cyste/holte: een gesloten holte met een opeenhoping van serum, bloed, talg en celafval. De holte is bekleed met epitheelweefsel en omgeven door een bindweefselmembraan. De wand van een cyste is semipermeabel. Een talgcyste lijkt op een whitehead, een talgcyste is iets verheven op de huid. De talg die erin zit, stinkt erg; • erytheem/roodheid: roodheid van de huid door verwijding van de haarvaatjes; • vesikel/blaasje: verhevenheid van de huid, kleiner dan één centimeter, met een met vocht gevulde holte in de opperhuid. Secundaire efflorescenties die zich voordoen bij acne: • squama/huidschilfers: als gevolg van een hyperkeratose laten de hoorncellen los, waardoor een witte of gelige afschilfering van de opperhuid zichtbaar wordt; • infiltraat: een plaats waar zich cellen (inhoud uit een papel) uit een ontsteking tussen de normale weefselcellen hebben genesteld. Een infiltraat is te herkennen aan zwelling (bult), roodheid en soms pijn;


91

Algemene pathologie

• fistel/pijpzweer/buiszweer: een tunnelvormige verbinding tussen de ontstekingshaard (vaak een abces) en de buitenkant van de huid. Een fistel ontstaat als gevolg van een ontsteking en verdwijnt niet meer. Op de huid is een gaatje zichtbaar waar steeds talg of pus uitkomt. Een fistel kan alleen chirurgisch verwijderd worden; • crusta/korst: bestaat uit gestold of ingedroogd serum, pus of bloed dat op de huid ligt. Bij een oppervlakkige beschadiging van de huid ontstaat een vloeibare crusta (sereuze crusta). Wanneer er vaten zijn beschadigd vormt er zich een bloederige crusta (hemorragische crusta). Bij opdrogen van de inhoud van een pustel ontstaat een puskorst, die geel tot geelbruin is; • erosie: een oppervlakkige huidbeschadiging die maximaal tot de papillenlaag van de lederhuid (stratum papillare van de dermis) reikt. Erosie ontstaat na het openbarsten van een pustel. Bij erosie scheidt zich vocht af. Erosie is ook wel hetzelfde als een serieuze crusta; • ulcus/zweer: een diepe weefselbeschadiging tot in het bindweefsel of verder. Kenmerkt zich door een slechte genezing, verminderde bloedtoevoer en ettervorming. Een ulcus geneest altijd met littekenvorming. Indien een puist in de diepte uitbreidt en de papillenlaag van de lederhuid aantast, ontstaat er zweervorming; • cicatrix/litteken: is een gevolg van diep weefselverlies. Het bestaat uit bindweefselachtige vervanging van de huid. Er zijn geen haarfollikels, talg- en zweetklieren meer aanwezig. Verse littekens zijn roze. Oudere littekens zijn witter. Een hypertrofisch litteken is een verdikt litteken. Littekens die groeien buiten het beschadigde huidgebied zijn littekengezwellen, ook wel keloïden genoemd; • excoriatie/ontvelling: lokale verdwijning van de opperhuid door loslaten van de hoornlaag, meestal door krabben. Comedonen Acne ontstaat door een combinatie van factoren. In de meeste gevallen begint acne in de puberteit. De talgklieren ondergaan dan allerlei veranderingen onder invloed van mannelijke hormonen (androgenen), die ook door meisjes en vrouwen worden geproduceerd. De talgklieren worden groter en gaan meer talg produceren, die bovendien dikker van samenstelling wordt.

fistel pijpzweer buiszweer

crusta/korst

erosie

ulcus/zweer

cicatrix/litteken

excoriatie ontvelling


92 92

Handboek Acne

Tegelijkertijd treedt er een verhoorning van de uitvoergang van de talgklier op. Door deze combinatie van veranderingen kan het talg zich ophopen en de uitvoergang van de talgklier (de porie) verstoppen. Een comedo is een ophoping van hoorn gemengd met talg in de uitmonding van het haarzakje. De zwarte kleur berust op het melanine bevattend keratine. Comedonen zitten vaak op het gezicht, in het oor, in de nek of op de rug (vooral de schouders) en zien eruit als Normale huidporie zwarte of witte puntjes. Vooral jonge mensen in de puberteit hebben er last van. Een comedo ontstaat door een verhoorningsstoornis. Het hoorn hoopt zich op in het haarzakje en wordt vermengd met talg. Er worden open comedonen (blackheads) gesloten comedonen (whiteheads) en microcomedo's (kleine witte puntjes) onderscheiden. Microcomedo's kunnen evolueren naar een blackhead of een whitehead. Comedonen zijn kenmerkend voor de aandoening acne vulgaris. Ook is er onderscheid te maken tussen weke comedonen, die diep in de huid zitten, en harde comedonen. Weke comedonen komen voornamelijk voor op de neusvleugels en kin. Ze zijn makkelijk uit te drukken. Harde comedonen komen hoofdzakelijk voor op het voorhoofd, wangen, rug en borst en zijn moeilijker uit te drukken. open comedonen blackheads

Open comedo Open comedonen ('blackheads'): zijn donker van kleur door pigmentcellen (melanocyten) die in het bovenste deel van de afvoerbuisjes van de talgklier voorkomen. Wanneer een comedo wordt uitgedrukt, zie je dat alleen het bovenste deel van de talgprop donker gekleurd is. Dat komt doordat in het onderste deel van het afvoerbuisje geen pigmentcellen (melanocyten) voorkomen. Een blackhead is ongeveer één tot drie mm groot. Een open comedo gaat alleen ontsteken indien eraan gekrabd wordt. Bij open comedonen is het zwarte puntje de hoornprop die de verwijde uitvoergang van het haarzakje vult.

Open comedo


93

Algemene pathologie

Gesloten comedo Gesloten comedo ('whitehead'): is een verheven papel in de talgklier uitvoergang zonder zichtbare porie. Het is kolfvormig en het smalste deel heeft contact met het huidoppervlak. De gesloten comedonen zijn tijdbommen van acne en zijn voorlopers van puistvorming, zoals pustels en papels. Papels, noduli Papels, noduli: de talgophoping wordt nog versterkt door toegenomen verhoorning (dode Gesloten comedo huidcellen, keratinocyten) van de uitvoergang van de talgklier, waardoor deze extra nauw wordt. Daarnaast bevinden zich in de talgklieren tal van bacteriën, die zich snel kunnen vermenigvuldigen en de talg omzetten in vetzuren. Eén van deze bacteriën is de bacterie Propionibacterium acnes die goed gedijt in deze omgeving. Door het opgehoopte talg en de irriterende vrije vetzuren zet de verstopte talgklierfollikel steeds verder uit en zorgt voor zwelling en roodheid. Pustels Pustels zijn kleine ontstoken blaasjes gevuld met pus. Pus is een mengsel van dode huid- en witte bloedcellen en bacteriën. We noemen het ook wel een puist. Een pustel is een met pus gevulde holte zonder eigen wand. Ze liggen hoog in de huid en zijn altijd kleiner dan één centimeter. Het is dus een klein puistje met een kop erop. De rand van de follikel (porie) is niet erg beschadigd, dus er blijft geen litteken achter. een pustel kan overal op het lichaam voorkomen, waarbij vooral het gezicht, rug en schouders de meest vatbare plekken zijn. Daarnaast zijn ook de gebieden waar zweet zich verzamelt (zoals de oksels) gevoelig

gesloten comedo whitehead

papel

puist


94 94

Handboek Acne

voor pustels. Een pustel is te herkennen aan de zichtbare ‘witte kop­ jes’. Normaal gesproken is deze vorm van puistjes minder schadelijk dan bijvoorbeeld grote ontstoken talgcysten, maar wel weer erger dan comedonen op papels. talgcyste

Talgcyste Talgcyste: uiteindelijk scheurt deze ontsteking diep in de huid open. Zwelling en pijn zijn de gevolgen. Het lichaam gaat witte bloedlichaampjes naar de onderhuidse ontsteking voeren om deze op te ruimen. De witte bloedlichaampjes, die de bacterie te lijf gaan, kunnen ervoor zorgen dat ook gezond weefsel en gezonde cellen rond de follikel vernietigd worden. Talg in een talgcyste zit ingekapseld. Het ledigen van een cyste moet continue herhaald worden, omdat de cyste zich steeds weer vult. Kleine talgcysten kunnen behandeld worden door de schoonheidsspecialist. Grote talgcysten moeten chirurgisch verwijderd worden. Er bestaat een groot risico op littekenvorming. Behandeling Voordat comedonen worden verwijderd, is het van belang dat de huid goed voorverweekt en verwarmd wordt. Een voorbehandeling bij het verwijderen van comedonen kan met verschillende methoden: • een waterdampapparaat. Blijven stomen tijdens het uitdrukken, is nodig om de huid goed verweekt te houden. Het waterdampapparaat is erg geschikt bij een lijnzaadpakking of tijdens de lysing of peeling; • een paraffinemasker: de doorbloeding wordt geactiveerd. Vocht komt omhoog en bij verwijdering van het masker verdampt het vocht. Intussen komt de verweking tot stand. Het masker wordt beetje bij beetje verwijderd. Per verwijderd deel worden de comedonen verwijderd. De rest van de huid blijft verwarmd; • een lijnzaadpakking. Goede slijmvorming is hierbij van belang. De lijnzaadpakking wordt afgedekt met folie en verwarmd met warme kompressen of Infraroodlamp. De pakking moet minimaal 15 minuten op de huid blijven; • warme kompressen; • lichte zuren;


Algemene pathologie

• elektrische desincrustatie: met behulp van een zoutoplossing de huid en talg in de huid verzepen. Electrische desincrustatie werkt met gelijkstroom. Deze voorbehandeling wordt wel toegepast bij een huid met comedonen, niet op pustels en papels; • exfoliatielotion met gaasjes. Na een peeling of face-lysing wordt de dieptereiniging vervolgd door het uitdrukken van comedonen, pustels en talgcysten. Hierbij is het dragen van disposable (wegwerp) handschoenen noodzakelijk. Open comedonen kunnen uitgedrukt worden zonder opening met een naaldje. Gesloten comedonen en pustels moeten vooraf opengemaakt worden met een steriel disposable (wegwerp) naaldje. Het naaldje moet loodrecht en niet te diep (beperken tot in de hoornlaag) in de comedo of pustel gestoken worden. Bij een comedo mag een beetje een draaiende beweging worden gemaakt. Een pustel moet voor het verwijderen met behulp van een wattenstaafje gedesinfecteerd worden.

Talgcysten kunnen opengemaakt worden met een steriel naaldje (diep inprikken) of met scalpelmesje no 11 om de cysten open te kerven, zodat de talg er beter uit kan. Er zijn holle en massieve steriele naaldjes. De holle naald wordt vooral gebruikt als injectienaald. De massieve naald is een soort speld, waarmee gaatjes in de huid geprikt kunnen worden. Het prikken met een holle naald levert een hoger risico op dan prikken met een massieve naald, omdat de holle naald

95


96 96

Handboek Acne

grotere hoeveelheden bloed kan bevatten. Bij acne wordt voornamelijk gebruik gemaakt van massieve disposable naaldjes. Het is van belang om rondom de comedo of pustel een gelijkmatige druk te geven met de vingertoppen. De druk is in de diepte, waarna de talgprop omhoog wordt geduwd. De opening van de talgklieruitvoergang mag niet dichtgedrukt worden. De talgprop die eruit komt, kan met wattenstaafjes verwijderd worden. Op plaatsen waar met de vingers moeilijk bij te komen is, bijvoorbeeld op de neusvleugels of in de oren, kan dezelfde techniek met twee wattenstaafjes uitgevoerd worden. Het beschadigen van de huid moet worden vermeden. Huidbeschadigingen kunnen leiden tot microbloedinkjes, waardoor nieuwe puistvorming ontstaat; of gepigmenteerde vlekjes (postinflammataire hyperpigmentatie) en littekens. Bij het niet volledig verwijderen van een comedo of pustel, ontstaat op dezelfde plaats wederom een comedo of pustel. Daarom is controle van volledige verwijdering erg belangrijk. Na het verwijderen van comedonen en pustels moet plaatselijk de huid gedesinfecteerd worden. Samenvatting In dit hoofdstuk heb je kunnen lezen wat algemene pathologie in relatie tot acne inhoudt. Je weet nu wat de endogene en exogene oorzaken van ziekten zijn. Ook zijn de kenmerken en oorzaken van ontstekingen aan de orde geweest. Daarnaast is gesproken over besmetting, primaire en secundaire infectie en bacteriële-, viraleen parasitaire infecties. Uitgebreid zijn de vorming van een abces en een flegmone besproken. Nu weet je ook wat er bedoeld wordt met de termen bacteriëmie, sepsis en septikemie en wat daarvan de verschijnselen zijn. Een belangrijke plaats in dit hoofdstuk nam de wondgenezing in, met de verschillende fasen en de regressieve en progressieve celveranderingen. Verder zijn de vorming van littekens en de verschillende soorten littekens bij acne behandeld. De efflorescenties zijn ter opfrissing nogmaals genoemd. Als laatste zijn de verschillende soorten comedonen en talgcysten aan de orde geweest. In het volgende hoofdstuk wordt de speciële pathologie behandeld.


Algemene pathologie

97


98 98

Handboek Acne

Over dit hoofdstuk Als je je acnespecialist wilt noemen, moet je bijna alles weten over acne. Na de inleidende eerdere hoofdstukken gaat het daarom vanaf nu ook echt over acne. Het examen richt zich, met betrekking tot de speciële pathologie, met name op de verschillende acne soorten, de diagnostiek met betrekking tot acne en de pathogenese van acne. Wat je vooraf moet weten Dit hoofdstuk sluit nauw aan bij het vorige. Over de kennis die je daar hebt opgedaan, moet je in dit hoofdstuk kunnen beschikken. Begrippen die aan de orde komen in het examen: 3.1 Verschillende vormen van acne 3.2 Differentiële diagnostiek 3.3 Pathogenese van acne Wat leer je in dit hoofdstuk? In dit meer specialistische hoofdstuk, over de pathologie specifiek bij acne, ga je leren wat acne is en door welke processen het kan ontstaan. Daarna worden de kenmerken van acne besproken en worden de verschillende vormen van acne stuk voor stuk behandeld. Ook de overige, mogelijke afwijkingen van de talgklieren komen in dit hoofdstuk aan de orde.


3

Speciële pathologie

Acne Wat is acne?  Acne is één van de vervelendste en meest voorkomende huidproble- acne men bij mensen over de hele wereld. We spreken van acne als poriën met talg, bacteriën en vetzuren verstopt zijn. Deze talgophopingen veroorzaken ontstekingen in de omliggende huid: er ontstaan rode bultjes, puistjes en onderhuidse ontstekingen. Acne komt vooral voor in het gezicht, op de borst en op de rug. Acne vulgaris is de medische term voor jeugdpuistjes en wordt meestal kortweg acne genoemd. Vrijwel iedereen krijgt in de puberteit last van acne. Bij de één blijft het beperkt tot een paar nauwelijks opvallende puistjes, terwijl het bij iemand anders een uitgebreide huidaandoening wordt, die ook nog veel psychische problemen kan veroorzaken.

acne vulgaris


100 100

Handboek Acne

De huidafwijkingen treden meestal op in de puberteit en genezen langzamerhand tussen het twintigste en dertigste levensjaar. In de tussentijd zien we perioden van verergeren van de aandoening (exacerbaties) en perioden waarbij het beter gaat (remissies). De afwijkingen vertonen zich alleen op plaatsen waar talgklieren voorkomen, voornamelijk in het gelaat, op de borst, de rug en de schouders. Ongeveer 85% van de mensen tussen de 12 en 24 jaar krijgt te maken met acne. Na het 24e jaar neemt acne af tot 1% bij mannen en 5% bij vrouwen. Bij meisjes kan de talgklierproductie door hormonen actief worden vanaf 12 jaar. Bij jongens is dat vanaf 14 jaar. De leeftijd is bij meisjes lager omdat zij eerder geslachtsrijp zijn. De poriën zijn bij jongens groter, waardoor comedonen gemakkelijker te verwijderen zijn. Bij volwassen vrouwen komt acne vaker voor dan bij volwassen mannen. Zonder duidelijke oorzaak kan acne soms ook op oudere leeftijd ontstaan. Acne kan een groot psychisch probleem zijn doordat de huidaandoening vaak duidelijk zichtbaar in het gezicht voorkomt. Emotionele en sociale problemen kunnen hiervan het gevolg zijn. Acne is een huidaandoening die we niet mogen onderschatten.

3.1 Verschillende vormen van acne inflammataire acne niet-inflammataire acne acne door endogene oorzaken

Naast de veelvoorkomende acne vulgaris bestaan er nog een aantal andere vormen van acne, die een afwijkend beeld en beloop hebben. We kunnen de verschillende vormen van acne indelen in inflammatoire, of ontstoken acne, en niet-inflammatoire acne (niet ontstoken). Een inflammatoire acne vertoont papels, pustels, noduli. Een nietinflammatoire acne heeft comedonen. We beginnen met de acne­ vormen die zijn ontstaan door endogene invloeden. Acne door endogene oorzaken Acne vulgaris/comedonen acne Acne vulgaris, wat betekent: de gewone vorm van acne, is een aandoening die wordt gekenmerkt door het gelijktijdig voorkomen van folliculair gerangschikte: • comedonen: - open (zwart); - gesloten (wit);


Speciële pathologie

• • • • •

101

papels; pustels; noduli/nodi; cysten (alleen bij ernstige vormen); littekens.

Acne vulgaris, de meest voorkomende acnevorm, is de gewone acne die voorkomt op een seborroehuid met een verdikte hoornlaag en een slechte doorbloeding. Het is een chronische ontsteking van de talgklierfollikel als gevolg van mannelijke hormonen. Meestal komt het voor in een milde vorm, maar het kan ook overgaan in acne conglobata. Deze vorm van acne begint meestal in de puberteit en verdwijnt rond het 25ste jaar. Acne vulgaris wordt ook wel comedonenacne genoemd en kan worden ingedeeld in inflammatoire acne (ontstoken acne) en niet inflammatoire acne (niet ontstoken acne) We onderscheiden de volgende vormen naar de mate van ernst: • milde acne vulgaris met open en gesloten comedonen; dit is de mildste vorm van acne. Het treedt op aan het begin van de puberteit en verloopt zonder ontstekingen, dus niet inflammatoir;

seborroehuid

comedonenacne

milde acne vulgaris

• matig ernstige acne vulgaris met oppervlakkige ontstekingen met papels en pustels (acne papulopustulosa);

matig ernstige acne vulgaris

• ernstige acne vulgaris met noduli en cysten die fistels en abcessen veroorzaken.

ernstige acne vulgaris

Postinflammatoir erytheem Bij inflammatoire acne zijn er dus papels, pustels en noduli aanwezig, bij een niet-inflammatoire acne zijn er alleen comedonen. Ook onderscheiden we nog het postinflammatoir erytheem. Dat is een huid die herstellende is van ernstige acne, bijvoorbeeld na een

postinflammatoir erytheem


102 102

Handboek Acne

periode van (medische) behandeling. De huid vertoont dan een rood-paarse verkleuring. Postinflammatoir erytheem kan ook overgaan in postinflammatoire hyperpigmentatie. Postinflammatoire hyperpigmentatie is een donkerbruine tot grijsblauwe verkleuring op de plaats waar de ontsteking heeft gezeten. De verkleuring ontstaat doordat er een overmaat van melanine (pigment) in de huid wordt aangemaakt bij ontstekingen.

acne juvenalis

acne excoriée des jeunes filles

Als de ontsteking verdwijnt, wordt de verkleuring zichtbaar. Oppervlakkige verkleuringen verdwijnen meestal langzaam na een aantal jaren. Dieper gelegen verkleuringen verdwijnen niet. Het kan ook niet behandeld worden. Behandelingen met blekende crèmes en laser hebben een groot risico op complicaties. Deze aandoening is erger bij een huid met meer pigment. Naar plaats van optreden en naar aanzien van de aandoening onderscheiden we als meest voorkomende soorten en vormen van acne vulgaris: • acne juvenilis: worden ook wel jeugdpuistjes genoemd, acne door hormonale invloeden. Het is de meest bekende vorm van acne. Tot wel 85% van de jongeren krijgt er last van. Bij sommigen blijven de problemen beperkt tot enkele kleine puistjes in het gezicht. Anderen krijgen meerdere en grotere puisten op de kin, op de neus, op het voorhoofd, tot zelfs puisten op de rug. Het ontstaan van jeugdpuistjes is hormonaal gerelateerd en komt zowel bij jongens als bij meisjes voor aan het begin van de puberteit. De ontstekingen komen lokaal voor op plaatsen waar meer talgklieren aanwezig zijn, zoals in het gezicht, de hals, borst, boven rug of de bovenarmen. • acne excoriée des jeunes filles: is eigenlijk geen echte acne, omdat die niet ontstaat door verstopping van de talgklieren en ook niet gekenmerkt wordt door comedonen. Acne excoriée is een vorm van acne die veroorzaakt wordt een dwangmatige en soms onbewust krabben of pulken aan het gezicht aan niet


Speciële pathologie

bestaande of bestaande huidafwijkingen (zoals acne vulgaris). Daardoor wordt de ontsteking alleen maar erger en ontstaat littekenvorming (acne excoriée des jeunes filles). Deze vorm van acne staat ook bekend onder de naam: skin picking. Acne excoriée komt vooral voor bij jonge meisjes en vrouwen. De volledige Franse benaming is dan ook ‘acne excoriée des jeunes filles’, vrij vertaald betekent dit ‘opengekrabde acne bij jonge meisjes’. Het is onbekend hoe vaak acne excoriée voorkomt in Nederland.Veel meisjes geven uit schaamte ook niet meteen toe dat ze zelf de huid openkrabben. Sommige mensen met acne, veelal jonge vrouwen met geringe acne, kunnen zo geobsedeerd raken door de huidaandoening, dat iedere pukkel wordt opengekrabd of uitgeknepen. • acne corporis: jeugdacne die voorkomt op schouder, rug en borstbeen. Hier zijn veel talgklieren aanwezig en de huid is een stuk dikker dan in het gezicht. Daardoor is het lastiger te behandelen. Het schuren van de kleding over de puistjes en transpiratie maken de talgklier vatbaarder voor ontstekingen. Geneest meestal pas na het 40ste levensjaar. Er blijven vaak littekens achter. • acne comedonica: dit noemen we ook wel eerstegraads acne. De comedonen staan hierbij op de voorgrond. Bij deze vorm van acne vulgaris is meestal een vet voorhoofd met wit/gele papels met in het midden een zwarte punt, dit zijn open en gesloten comedonen. Dit is de mildste vorm van acne in het gezicht zonder ontstekingen die vaak in de puberteit optreedt. • acne punctata: comedonenacne met kleine rode pukkeltjes tussen de comedonen. In het centrum van elke puistje is ook een comedo waar te nemen. • acne cystica: diep in de huid gelegen, ernstige ontstoken cysten die leiden tot littekens. Er

103

skin picking

acne corporis

acne comedonica

acne punctata

acne cystica


104 104

acne papulosa acne pustulosa

acne indurata

Acne conglobata

conflueren

Handboek Acne

zijn comedonen zichtbaar, maar de ontsteking zit hier in kleine oppervlakkige cysten in plaats van in de comedonen. De cysten kunnen alleen operatief verwijderd worden wanneer de huid rustig is en in een niet-ontstoken stadium. • acne papulosa: acne met veel rode tot paarsrode, knobbelvormige verhevenheden, papels, of puisten te zien; • acne pustulosa: acne papulosa kan gemakkelijk overgaan in acne pustulosa. We spreken dan van acne pustulosa als de papel of puist een zichtbaar etterkopje heeft. Bij acne pustulosa zijn dus puisten met gele etterkopjes aanwezig; • acne indurata: bij deze acne vulgarisvorm zien we diepliggende puisten die aanvoelen als harde knobbels. Ze komen voor aan de zijkanten van de wangen en de nek en kunnen meer of minder pijnlijk zijn. Acne conglobata Ook acne conglobata valt onder de acnevormen met een endogene oorzaak. Het is ernstige vorm van acne in het gezicht of op de rug met ernstige ontstekingen die leiden tot littekens. Acne conglobata ontstaat vaak als een exacerbatie van al bestaande acne als gevolg van overgevoeligheid voor androgenen. De huid is vet met een zeer verhoogde talgproductie. Op wangen, kin en voorhoofd of rug komen ernstig ontstoken papels, pustels en noduli die soms leiden tot grote cysten, infiltraten en abcessen. Er zijn grote open en gesloten comedonen zichtbaar. De papels en de pustels gaan in elkaar over (conflueren), waardoor de ontstekingen erg hevig zijn.


Speciële pathologie

105

Er zijn veel littekens zichtbaar in het gezicht of op de rug van eerder actieve acne. Na genezing blijven veelal forse littekens achter. Deze vorm van acne komt meestal bij mannen voor, ook nog tot na hun 20ste levensjaar. Acne conglobata is een contra-indicatie voor behandeling door de schoonheidsspecialist. Acne fulminans Acne fulminans is een explosie van ernstige acne conglobata met koorts en algehele malaise bij volwassenen. De kenmerken zijn hetzelfde als bij acne conglobata, maar dan gepaard met koorts, gewichtsverlies, gewrichts- en spierpijnen. Behandeling met antibiotica moet met spoed gestart worden. Deze vorm van acne komt zeer zelden voor. Meestal bij vrouwen in het gezicht. Oorzaak is onbekend. Het is een contra-indicatie voor behandeling door de schoonheidsspecialist.

acne fulminans

Acne keloïdalis Acne keloïdalis is een acnevorm waarbij keloïd is gevormd. Het is een chronische huidaandoening met rode papels en noduli bij een meestal donkerder huidtype, bijvoorbeeld in de nek. In de beginfase zijn ook pustels zichtbaar.

acne keloïdalis

De ontstekingen worden littekens, die groter worden en keloïd vormen. Vaak als gevolg van acne conglobata. De behandeling bestaat uit voorkomen van het dragen van schurende kleding en sieraden. Medische behandeling bestaat uit antibiotica, lasertherapie of excisie. Omdat een donkere huid gevoeliger is voor litteken woekeringen, wordt opereren meestal niet aanbevolen. Ook acne keloïdalis is een contra-indicatie voor de schoonheidsspecialist. Acne tarda Acne tarda is een vorm van jeugdpuistjes die op latere leeftijd ontstaat. Het komt op volwassen leeftijd voor bij vrouwen tot ongeveer

acne tarda


106 106

Handboek Acne

40 jaar. Deze vorm van acne heeft voornamelijk hormonale afwijkingen of schommelingen als oorzaak. Een vrouw met acne tarda vertoont vaak ook andere lichamelijke symptomen, zoals menstruatiestoornissen, pijnlijke borsten, overbeharing, overgewicht of haaruitval. Soms ontstaat het door een onderliggende aandoening zoals polycysteus ovariumsyndroom (PCOS). De pustels, papels of comedonen zitten vaak op de kin en kaaklijn. Acne tarda is een relatieve contra-indicatie voor behandeling door de schoonheidsspecialist en wordt medisch behandeld. premenstruele acne

Premenstruele acne De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 28 dagen. De cyclus begint op de eerste dag van de menstruatie en kan worden verdeeld in drie delen: de folliculaire fase (dag 1 tot en met dag 13), de eisprong (de 14e dag) en de luteale fase (dag 14 tot en met dag 28). Tijdens de folliculaire fase ontwikkelt de eicel zich binnenin de follikel. Na de eisprong (als de eicel de eierstok heeft verlaten), vormt de follikel een kliertje, genaamd Corpus luteum of geel lichaam. Dit is de luteale fase. Wanneer de rijpe eicel niet bevrucht wordt, verdwijnt het Corpus luteum na 12 dagen, daalt de hormoonspiegel weer en wordt een vrouw ongesteld. Bij vrouwen die daar gevoelig voor zijn, kunnen de hormonale veranderingen, die gepaard gaan met de verschillende fasen van de cyclus, kan acne ontstaan. Meestal ontstaat acne vlak voor de menstruatie en daarom spreekt men van een premenstruele acne. Acne ontstaat bij een verstopping of een ontsteking van de talgklieren. Een goede behandeling tegen acne is belangrijk, omdat er anders littekens kunnen achterblijven. Bij een normale menstruatiecyclus van gemiddeld 28 dagen worden de talgklieropeningen wijder (tussen de 9e en 14e dag en tussen de 21ste en 26ste dag) en nauwer (tussen de 15e en 20ste dag). Hierdoor kan er meer of minder stuwing van talg ontstaan; als de talklieruitgang nauwer is, kan de talg er minder goed uit en ontstaat stuwing. Ook versterkte bacteriegroei in de talgstuwing is een mede. Gemiddeld op de 22ste dag wordt de acne erger.


Speciële pathologie

107

In de periode voor de menstruatie neemt het hormoon progesteron de overhand, dat activerend werkt op de talgklieren. Na de menstruatie neemt het hormoon oestrogeen weer de overhand, dat remmend werkt op de talgproductie en de acne verdwijnt weer. Premenstruele acne komt vooral voor in de kin en kaaklijngebieden. Acne inguinalis/acne axillaris Acne inguinalis en acne axillaris komen voornamelijk voor in de liezen (acne inguinalis), oksels (acne axillaris) en het anogenitale gebied (rond de anus en de genitaliën). Deze vormen van acne kunnen veel verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld transpiratie, de overgang, overgewicht en suikerziekte. De aandoening begint meestal in of na de puberteit onder invloed van androgenen hormonen. Primair is de talgklier aangetast, secundair de apocriene zweetklier. Acne inguinalis en acne axillaris komen vrijwel alleen bij vrouwen voor. Beide vormen kenmerken zich door chronische ontstekingen met pus, die met forse littekens genezen. Ook komen papels en pustels voor, die kunnen samenvloeien tot grote cysten en abcessen.

acne inguinalis acne axillaris

Acne neonatorum/ acne neanatorum acne infantilis/acne infantum Acne neonatorum of acne acne infantum infantum wordt ook wel babybaby-acne acne genoemd en is eigenlijk een buitenbeentje in de ‘acnefamilie’. Het komt vrij vaak voor dat pasgeboren baby’s kleine acnepuistjes in het gezicht krijgen onder invloed van hormonen, zoals androsteron en testosteron. Anders dan veel mensen denken, komen de hormonen niet in het lichaam van de baby door het drinken van borstvoeding. Dat gebeurt al voor de geboorte. De hormonen, die via de navelstreng uit de bloedbaan van de moeder aan de baby zijn doorgegeven, blijven na de geboorte nog een aantal weken in het lichaam van het kindje aanwezig. De pukkeltjes die hiervan het gevolg zijn, zijn kleine verstoppingen van de poriën door een opeenhoping van talg. Omdat de talg niet afgevoerd kan worden, raken de talgklieren soms ontstoken. Meestal


108 108

Handboek Acne

ontstaan de, op jeugdpuistjes lijkende, pukkeltjes bij een baby binnen twee tot vier weken na de geboorte. Dit verschijnsel wordt baby-acné (ook wel acne infantum of acne neonatorum) genoemd. De acne komt voor op het gezichtje, vooral op de wangen met papels, pustels en nodi bij baby’s en peuters. Acne neonatorum komt meestal voor bij babyjongens tot drie maanden oud. Acne infantilis komt vooral voor bij babymeisjes tussen de drie maanden en één jaar oud. De pukkeltjes mogen niet worden uitgeknepen, met producten worden behandeld of gewassen worden met zeep. Hoewel het herstellend vermogen van een babyhuidje enorm groot is, kunnen er toch littekens ontstaan. De verschijnselen zijn meestal mild en verdwijnen vanzelf. mallorca acne

acne aestivalis

cosmetica acne

Acne aestivalis of Mallorca acne Mallorca acne is de term die gebruikt wordt voor een acne-achtige huiduitslag, die gezien wordt bij vakantiegangers na een zonnige vakantie. Mallorca acne staat ook bekend onder de naam ‘acne aesti­ valis’. Hoe Mallorca acne precies ontstaat, is nog onduidelijk. Het kan zijn dat het ontstaat na zonverbranding, waarbij de afvoergangen van de haarfollikels geblokkeerd raken door de UVschade. De huid kan flink beschadigd raken, vervellen en daarna over afvoergangen heen groeien. Ook zweetklieren raken geblokkeerd na zonverbranding. Het kan ook zijn dat het door zonnebrandcrèmes en oliën wordt veroorzaakt (acne venenata, cosmetica acne), waardoor ook een afsluiting van de huidporiën wordt veroorzaakt. Mallorca acne is dan een variant van de zogenaamde ‘cosmetica acne’. De uitslag ontstaat door verdikking van de hoornlaag, waardoor afvoergangen van talgkliertjes verstopt raken. De verdikking van de hoornlaag is een gevolg van (overmatige) blootstelling aan UV-stralen. De uitslag is een vorm van zonneallergie oftewel de polymorfe licht­eruptie. Gelijksoortige huiduitslag wordt ook gezien bij mensen die UVA lichttherapie volgen, bijvoorbeeld bad-PUVA. Anders dan bij gewone acne zien we bij Mallorca acne maar één of twee soorten huidafwijkingen. Er zijn kleine rode ronde bultjes die verlopen via de patroon van de haarzakjes (folliculair patroon). Comedonen en puskopjes worden echter niet gezien. De bultjes zitten voornamelijk op de schouders, bovenarmen en decol-


Speciële pathologie

109

leté gebied, maar kunnen ook in het gezicht en op de rug zitten. De bultjes kunnen jeukklachten geven. Mallorca acne wordt alleen met lokale middelen behandeld, zoals tretinoïne crème of benzoylperoxide gel. Dit zijn middelen die de verdikte hoornlaag weer zachter maken waardoor de verstoppingen worden verholpen. Mallorca acne gaat meestal vanzelf over, geneest zonder achterlating van littekens, maar heeft wel de neiging om iedere zomer weer terug te keren. Acne door exogene oorzaken Soms wordt acne veroorzaakt door exogene oorzaken, dus oorzaken die niet vanuit het lichaam zelf komen, maar van buitenaf. Dat zijn bijvoorbeeld acne mechanica, acne tropicalis en acne venenata, waaronder chlooracne en cosmetica vallen. Medicijnenacne Hierbij is acne een bijwerking als bepaalde geneesmiddelen langdurig worden gebruikt. Voorbeelden zijn kalmerende middelen, die broom bevatten, bepaalde epilepsiemedicijnen (fenytoïne), prednison, sommige vitaminepreparaten (vitamine B6 en B12) en corticosteroïden. Na stoppen met het veroorzakende middel verdwijnen de laesies binnen enkele weken of maanden.

medicijnenacne

Beroepsacne Deze vorm ontstaan door langdurig contact met bepaalde chemische stoffen. Het wordt gezien bij garagemonteurs, werktuigbouwkundigen, stratenmakers en dakbedekkers, die beroepshalve vaak langdurig en intensief in aanraking komen met teer (smeer)olie of petroleum.

beroepsacne

• Acne tropicalis is een ernstige acne conglobata door tropisch klimaat en veel blootstelling van de huid aan zonlicht. Het kwam bijvoorbeeld veel voor bij Amerikaanse soldaten in de Vietnam­ oorlog. Ondervoeding en stress zijn factoren die de aandoening verergeren. Meestal komt acne tropicalis voor op de romp en armen, maar het kan ook in het gezicht. Er zijn geen comedonen zichtbaar, maar voornamelijk rode papels. De enige kans op genezing

acne tropicalis


110 110

Handboek Acne

is door verblijf op koelere plaatsen. Mensen die acne tropicalis krijgen, hebben meestal eerder acne vulgaris gehad. De kenmerken van acne tropicalis zijn vergelijkbaar met die van acne conglobata: infiltraten en met etter gevulde onderhuidse holten. Acne tropicalis komt voornamelijk voor op de rug, billen en dijen. acne venenata

• Acne venenata is een contact­acne die voorkomt op plaatsen waar het contact met het product plaats vindt. Bij dit type acne wordt de oorzaak bij cosmetica en bij minerale oliën, teer en andere stoffen neergelegd. Het openbaart zich als de huid de bacteriën uit de minerale oliën, teer en andere stoffen niet kan weren. Het komt vooral bij vrouwen voor, omdat zij vooral degene zijn die cosmetica en oliën gebruiken. Ook mensen die werken met teer zijn er erg kwetsbaar voor. Acne venenata kenmerkt zich door vele kleine comedonen. Als acne venenata wordt veroorzaakt door chloor, dan noem je dit ook wel chlooracne. Acne venenata komt voor op alle huidgebieden die in aanraking komen met de stoffen die een ontstekingsreactie veroorzaken.

acne mechanica

• Acne mechanica wordt veroorzaakt door hoge temperatuur samen met druk, wrijving of schuren van bijvoorbeeld kleding, gips en riemen. Door de druk, wrijving of schuring wordt de hoornlaag extra verdikt, waardoor de talg niet goed kan wegvloeien. In principe veroorzaakt dit geen acne, maar het kan bestaande acne wel verergeren. Acne mechanica kenmerkt zich door comedonen, papels en pustels. Deze vorm van acne komt vaak voor bij seborrhoe. Acne mechanica komt voor op alle huidgebieden die


Speciële pathologie

111

wordt blootgesteld aan druk, wrijving of schuren. De aandoening komt vaak voor bij soldaten, atleten, mensen die veel een helm dragen (motor- of bromfietsrijders), professionele muzikanten (viool) of mensen die hun mobiele telefoon veel gebruiken. Alles wat langere tijd tegen het lichaam drukt of wrijft, kan de huid irriteren wat weer kan leiden tot acne. Mensen die acnegevoelig zijn, hebben een grotere kans om acne mechanica te ontwikkelen. De symptomen zijn eerst blackheads en whiteheads en daarna papels en pustels tot uiteindelijk grote pustels met pusvorming. Het normale gebruik van de mobiele telefoon tegen de zijkant van het gezicht geven wrijving en druk. Daarnaast bevatten veel mobiele telefoons nikkel dat de huid kan irriteren, waardoor rode jeukende irritaties ontstaan die weer acne mechanica tot gevolg kunnen hebben. Een waarschijnlijke bijdrage aan de door de mobiele telefoon ontstane acne mechanica is de aanwezigheid van bacteriën aan de telefoon. Deze kunnen gemakkelijk ontstekingen veroorzaken, omdat de beschermlaag van de huid al is aangetast door de wrijving van de telefoon op de huid. Ook het dragen van te strakke kleding kan een oorzaak zijn van acne mechanica. Het komt dan ook vaak voor op plekken onder bhbandjes of strakzittend ondergoed. Acne mechanica kan behandeld worden door de oorzaak aan te pakken. Desinfecteer de mobiele telefoon bijvoorbeeld regelmatig en bel handsfree. Wanneer er gestopt wordt met het dragen van te strakke kleding kan de huid zichzelf herstellen, wat ertoe leidt dat de acne langzaam verdwijnt. Er zijn ook crèmes beschikbaar die het doen verdwijnen, deze dienen salicylzuur of benzoylperoxide te bevatten. Cosmetica acne Acne cosmetica of cosmetica acne is een milde maar hardnekkige vorm van acne, die veroorzaakt wordt door make-up. Het ontstaat door het gebruik van cosmetica en dat verergert ook de kwaal.

acne cosmetica


112 112

Handboek Acne

Vooral foundations zijn vaak comedogeen, dat wil zeggen: ze veroorzaken comedonen. In principe kunnen alle soorten cosmetica die in contact komen met de huid, puistjes veroorzaken. Er is waarschijnlijk een connectie met de minerale of synthetische bestanddelen in de cosmetica. Deze sluiten de huid af. Naast makeup producten bevatten ook lotions, gels, shampoos, conditioners minerale stoffen. Ook de gebruikte conserveringsmiddelen kunnen de boosdoeners zijn. Cosmetica acne ontstaat vaak pas na langere tijd gebruik van het veroorzakende product. Acne cosmetica komt meer bij vrouwen voor, vooral tussen 25 en 50 jaar. Het kan soms lang duren voordat de aandoening verdwijnt. De aandoening komt alleen in het gezicht voor, vooral op de kin en in mindere mate op de wangen. Overal op het gezicht is irritatie te zien, de huid wordt rood en er verschijnen papels. Verschillende talgkliertjes kunnen verstopt raken, waardoor er ook met pus gevulde pustels kunnen verschijnen. chlooracne

dioxine

Chlooracne Chlooracne is een zeldzame vorm van acne die wordt veroorzaakt door gechloreerde koolwaterstofverbindingen. De meest voorkomende oorzaak van chlooracne is dioxine, dat in de vorm van landbouwgif in de voedselketen terecht komt, maar ook andere chloorverbindingen die in de landbouw en de chemische industrie worden verwerkt, kunnen chlooracne veroorzaken. Dit soort chloorverbindingen wordt gebruikt voor het bestrijden van onkruid, zoals insecticiden en schimmelwerende middelen. Mensen kunnen worden vergiftigd door ongevallen in de industrie, langdurige blootstelling aan landbouwgif of via de voeding (koemelk). Minder bekend is dat in sigarettenrook, naast teerverbindingen, ook dioxinen voorkomen. Dat is waarschijnlijk ook de verklaring waarom het roken van sigaretten blackheads veroorzaakt en acne ectopica. Een bekend voorbeeld van chlooracne uit de media is de bewuste vergiftiging met dioxine van de presidentskandidaat van Oekraïne, Victor Yushchenko, in 2004. Onbekende tegenstanders serveerden hem soep met daarin dioxine, waarna hij in korte tijd een ernstige chlooracne in het gelaat ontwikkelde, naast andere klachten. De


Speciële pathologie

113

meest voorkomende symptomen van chlooracne zijn het ontstaan van vrij grote bultjes op de huid die overal kunnen voorkomen en gelig van kleur zijn. Vooral het gezicht en de rug worden aangedaan. Ook kan de huid kan een vergrijsde kleur aannemen en kan overmatig zweten voorkomen bij dit type acne. Een verschil met acne vulgaris is dat bij chlooracne ook vaak comedonen achter de oren te vinden zijn. Chlooracne kan op identieke wijze behandeld worden als normale acne. Bijvoorbeeld door specifieke huidverzorgingsproducten, antibioticakuren of door middel van isotretinoine. Dit laatste middel wordt vooral bij ernstige varianten gebruikt, het zorgt ervoor dat de talgproductie afneemt. Indirect wordt daarmee de acne geremd. Acne door intolerantie (acne artificialis) Acne artificialis is een acne-achtige aandoening die ontstaat door intolerantie ten gevolge van in- en/of uitwendig gebruik van bepaalde stoffen, bijvoorbeeld kalmerende of pijnstillende middelen. Acne door intolerantie kan zich bij iedereen en op elke leeftijd voordoen. Deze acne berust niet op een functionele stoornis van de talgklier, zoals bij acne vulgaris. Bij intolerantie acne na het inwendig gebruik van stoffen (zoals kalmerende middelen met broom en jodiumzouten, pijnstillende middelen zoals aspirine) kunnen de puistjes verschijnen op alle huidregionen waar talgklieren zijn. Comedonen worden hierbij niet waargenomen. Bij intolerantie acne na uitwendig contact van de huid met stoffen waarvoor de overgevoeligheid bestaat, treedt de puistvorming meestal alleen op de contactplaats op, meestal wel gecombineerd met comedonen. Grote en sterk etterende puisten komen bij acne door intolerantie niet voor.

acne artificialis


114 114

Handboek Acne

3.2 Differentiële diagnostiek met betrekking tot acne Met differentiële diagnostiek bedoelen we de huidaandoeningen die op acne lijken, maar dit niet zijn. acne ectopica acne inversa hidradenitis suppurativa

Acne ectopica/acne inversa/hidradenitis suppurativa Deze acnesoort, die bekend staat onder verschillende namen, is een chronische ontsteking van de talgklieren in de lichaamsplooien waar zich de apocriene klieren bevinden, bijvoorbeeld in de oksels, liezen, rond de anus en billen. Er zijn in het begin comedonen, pustels en papels zichtbaar en later nodi, noduli, infiltraten en abcessen die leiden tot fistels en epidermale cysten. Het haarzakje is verstopt met talg en hoorncellen. Door druk op de wand van het haarzakje knapt de follikel. De inhoud van de follikel komt in de huid terecht. Er vormt zich een holte gevuld met talg, dode hoorncellen en bacteriën, een abces. De inhoud zoekt een weg naar buiten en maakt een tunnelachtige verbinding met het huidoppervlak, een fistel. Acne ectopica veroorzaakt irritatie en pijn. Bij zeer ernstige vormen kan koorts en een sepsis voorkomen. Oorzaken kunnen zijn: overgewicht, fors roken, scheren, strakke kleding. Door roken raken afvoergangen van haarzakjes en talgklieren verstopt. De behandeling bestaat uit stoppen met roken en scheren, vermijden van strakke kleding, afvallen en lokale hygiëne. Stoppen met roken heeft geen effect op al bestaande cysten en fistels, maar heeft wel effect op nieuw vormen van abcessen en fistels. Deze vorm van acne doet zich vaak voor in combinatie met de ziekte van Crohn. Medische behandeling met antibiotica is nodig.

deroofing

Milde acne is een relatieve contra-indicatie voor behandeling door de schoonheidsspecialist. De ernstige vorm kan alleen medisch behandeld worden. Een cyste kan verwijderd worden met een excisie. Door incisie en drainage van abcessen kan pijn ontlast worden. Fistels kunnen behandeld worden middels deroofing. Bij deroofing


Speciële pathologie

115

wordt chirurgisch als het ware ‘het dak’ eraf gehaald. Het weefsel boven de holtes en gangenstelsels wordt daarbij verwijderd. Dat kan alleen in een periode met weinig ontstekingen. Genezing duurt enkele weken tot twee maanden. De wondgenezing is niet mooi en er ontstaan lelijke littekens. Preventief kan met een laser beharing worden verwijderd. Hierdoor wordt de haarfollikel vernietigd, zodat ontstekingen in de toekomst voorkomen kunnen worden. Chronische discoïde lupus erythematodes (CDLE) Discoϊde Lupus Erythematodes is een vrij zeldzame auto-immuunziekte met een invretend karakter. Dat betekent dat er door de ontsteking schade aan de huid kan worden aangericht. Bij autoimmuunziekten is er een stoornis ontstaan in het eigen afweersysteem. Ons afweer- of immuunsysteem beschermt ons onder andere tegen bacteriën en virussen. Bij CDLE is er sprake van een verstoring van dit systeem, waardoor het lichaamseigen weefsel aangevallen wordt door het eigen afweersysteem. De aandoening komt vooral voor bij vrouwen en begint meestal tussen het 30ste en 50ste levensjaar. Aziaten en negroïde mensen krijgen de aandoening vaker dan mensen met een lichte huidskleur. Bij CDLE richt het afweersysteem zich alléén tegen de huid. Het zijn rode plekken met wat schilfering en in het midden genezende huid of littekenvorming, dat op een schijf lijkt (discoïd betekent schijfvormig). De ronde of ovale plekken zitten vooral op de behaarde hoofdhuid en in het gezicht. Ook kan hierbij haaruitval optreden. Als eenmaal kale plekken zijn ontstaan, zullen deze niet meer verdwijnen. Als de ontsteking tot rust is gekomen, kunnen er littekens achterblijven of plekken die iets lichter van kleur zijn dan de omgevende huid. Ook komen atrofische littekenvorming en blijvende pigmentveranderingen voor.

discoϊde lupus erythematodes


116 116

Handboek Acne

De oorzaak is waarschijnlijk een genetische aanleg. Bij CDLE zijn er bepaalde factoren die de huidaandoening kunnen doen ontstaan of verergeren. De belangrijkste is zonlicht. Ook sommige geneesmiddelen, infecties, zwangerschap, en mogelijk stress kunnen CDLE doen beginnen. seborrhoïsch eczeem

eczema seborrhoicum

folliculitis

Eczema seborrhoïcum/seborrhoïsch eczeem Seborrhoïsch eczeem is een chronische, goedaardige, niet besmettelijke huidaandoening die wordt gekenmerkt door roodheid en schilfering. De aandoening komt vooral voor in het gezicht en op het behaarde hoofd. Het komt veel voor, naar schatting bij ten minste 5% van de bevolking. Mannen zijn iets vaker aangedaan dan vrouwen. Eczema seborrhoϊcum kenmerkt zich door een rood uitziende huid met een vettige schilfering en soms een branderige jeuk. De aandoening komt voornamelijk voor op plekken met veel talgklieren: behaarde hoofdhuid, achter de oren, op het gezicht (tussen de wenkbrauwen, neusvleugels), onder de borsten en rond de navel. De oorzaak van eczema seborrhoϊcum is onbekend, maar waarschijnlijk speelt de gist Pityrosporum ovale een rol. Stress, een lage luchtvochtigheid en lage temperaturen in herfst en winter kunnen de aandoening verergeren. Eczema seborrhoϊcum is vaak lastig te onderscheiden van andere huidaandoeningen die gepaard gaan met een schilferende huid, zoals psoriasis en constitutioneel of contacteczeem. Berg bij baby’s en hoofdroos zijn vormen van eczema seborrhoicum. De medische behandeling is met lokale corticosteroïde, lichttherapie of met salicylzuur. Folliculitis Folliculitis lijkt op acne vulgaris, maar is het niet. Waar bij acne vulgaris de talgklier ontstoken is, zit de ontsteking bij folliculitis alleen in het bovenste deel van het haarzakje (follikel). Door de ontsteking ontstaat er een puskopje op de plek van het haarzakje. Folliculitis wordt veroorzaakt door een infectie met een virus, bacterie, schimmel of gist.


117

Speciële pathologie

Vaak is er ook sprake van een jeukende of pijnlijke huid. Typisch voor een folliculitis zijn de kleine puskopjes in de opening van de haarfollikel. Puskopjes kunnen stukgaan, waardoor oppervlakkige wondjes ontstaan die geel wondvocht kunnen produceren. Ook kan de ontsteking zich dieper in de huid uitbreiden: zo ontstaan rode, pijnlijke, bultjes in de huid die kunnen leiden tot abcessen of een karbunkel. Folliculitis wordt vaak veroorzaakt door een combinatie van scheren en een slechte hygiëne. Naast folliculitis onderscheiden we ook pseudo folliculitis barbae, of ingegroeide haren. Het is een onschuldige aandoening door haren die boven het huidoppervlak uitsteken en weer in de huid ingroeien. Er ontstaan hierdoor papels en pustels. Oorzaak is scheren, vooral bij krullend haar. De behandeling bestaat uit: scheren met de haargroeirichting mee, droog in plaats van nat scheren, huid niet spannen bij het scheren. Bij ernstige vormen is het beter om tijdelijk niet te scheren en de haren te laten groeien of de haren te verwijderen met ontharingslaser.

pseudo folliculitis barbae

Furunkel/steenpuist furunkel Een furunkel is een ontsteking van een haarfollikel in de lederhuid (een diepe folliculitis). De huid raakt ontstoken door stafylokokken. Een furunkel begint met ontstekingsverschijnselen zoals warmte, roodheid en pijn, gevolgd door necrose en pustelvorming. Bij mensen met een slechte conditie kan een furunkel gepaard gaan met koorts en kan het leiden tot een bacteriëmie en sepsis. Furunkels komen veel voor op plaatsen waar kleding schuurt, zoals in de nek en op de billen. Het abces wordt door middel van een incisie ingesneden om de pus eruit te laten lopen. Behandeling met antibiotica is noodzakelijk.


118 118

Handboek Acne

Meerdere furunkels bij elkaar is een karbunkel (negenoog). Karbunkels genezen met hypertrofische littekens als gevolg. rosacea

Rosacea Rosacea is een chronische, niet besmettelijke huidaan­ doening in het gezicht, gekenmerkt door felrode verkleuringen met name van de wangen en de neus. Rosacea betekent letterlijk ‘rood als een roos’. De aandoening kan lijken op acne, de bekende jeugdpuistjes, maar is het niet. De soms nog gebruikte medische term ‘acne rosacea’ is wat verwarrend, omdat rosacea niets met acne te maken heeft. Rosacea komt op latere leeftijd voor dan jeugdpuistjes, meestal tussen de dertigste en vijftigste jaar en met name dan bij vrouwen met een licht huidtype. Bij rosacea zien we extreem erytheem op de wangen of kin met teleangiëctasieën en/of couperose, papulopustels, furunkels en cysten. Er zijn geen comedonen zichtbaar. Oorzaken zijn niet bekend. Factoren die rosacea kunnen beïnvloeden zijn hormonen, migraine, stress, klimaat, koorts, inspanning, opvliegers, voeding, alcohol, parfum, menthol, zeep, peeling en sommige geneesmiddelen. De behandeling bestaat uit het vermijden van hete drank en voedsel, sterk gekruid voedsel en alcohol, beschermen tegen grote temperatuurswisselingen en tegen hete of koude omgevingstemperatuur, wind en zon. De teleangiëctasieën kunnen verwijderd worden met behulp van de blendmethode. Maar vaak komen de teleangiëctasieën weer terug, omdat het bloed een andere weg zoekt en druk legt op andere vaatjes. Medische behandeling is inwendig mogelijk met antibiotica, zoals minocycline, tetracycline, doxycycline of claritromycine. Deze antibiotica hebben ook een ontstekingsremmend effect en helpen daardoor goed bij rosacea. Ook kan roaccutane of isotretinoïne worden voorgeschreven. Dit is een vitamine A zuur afgeleid middel en wordt alleen voorgeschreven als de antibiotica niet helpen, vanwege de soms ernstige bijwerkingen. Uitwendig kan er behandeld worden met metronidazolcrème of een antibioticum als lotion. Als de huidaandoening zich in een rustige


Speciële pathologie

fase bevindt, maar er nog steeds vertakte uitgezette bloedvaatjes zijn, kunnen ze verwijderd worden met pulsed dye laser (vaatlaser, coagulatie (dichtbranden) of elektrochirurgie. Rosacea is te verdelen in mate van ernst. Eerstegraads: vorming van teleangiëctasieën. Tweedegraads: teleangiëctasieën, erytheem en ontstekingen. Derdegraads: met heel veel ontstekingen, oedeem, branderige ogen, rhinophyma. Er zijn vier subtypen rosacea die in verschillende mate van ernst kunnen voorkomen: 1. erythemato-teleangiectatische rosacea: erytheem met teleangiëctasieën; 2. papulopustuleuze rosacea: erytheem met pustels en papels; 3. phymateuze rosacea: verdikte huid met nodulaire afwijkingen; 4. oculaire rosacea: teleangiëctasieën, oedeem, jeuk, branderige ogen, droogheid. Complicaties die bij rosacea kunnen voorkomen zijn rhinophyma en oogafwijkingen. Rhinophyma is een door talgklierproliferatie ontstane verdikking, die zo groot is dat de neus gaat vervormen. Er ontstaat een bloemkoolachtig aspect, gepaard gaand met paarsrode verkleuring van de neus, verwijde bloedvaatjes en pustels. Rhinophyma wordt vooral bij oudere mannen gezien. Naarmate de aandoening langer bestaat, wordt het ook erger. Ten onrechte wordt er vaak gedacht dat rhinophyma wordt veroorzaakt door overmatig drankgebruik; het wordt ook wel drankneus genoemd. De plastisch chirurg kan deze aandoening behandelen met elektrocoagulatie, lasertherapie of een combinatie van beide. Er kunnen hierbij littekens ontstaan. Oogafwijkingen komen bij ruim 50% van alle rosaceapatiënten voor. Meestal betreft het vrij onschuldige ontstekingen van de ooglid­ randen of bultjes in de huid van de oogleden. Soms gaat het om een ontsteking van het hoornvlies. De ogen zijn dan pijnlijk, tranen

119


120 120

rosaceakeratitis

dermatitis perioralis clownseczeem

epidermoïdcysten

epidermale cysten

Handboek Acne

gemakkelijk en er is sprake van lichtschuwheid. Dit wordt rosaceakeratitis genoemd. Dermatitis perioralis/clownseczeem Dermatitis perioralis is een goedaardige huidontsteking die voornamelijk voorkomt bij (jonge) vrouwen. De aandoening staat ook bekend als ‘clownseczeem’. Er bestaat geen verband met atopisch eczeem. Dermatitis perioralis wordt veroorzaakt door het gebruik van hormooncrèmes of afsluitende cosmetica in het gezicht. Het kenmerkt zich door kleine rode pukkeltjes en puistjes rond de mond: op de kin, naast de neus en op de bovenlip. Ook kan de huid rood en schilferig zijn, jeuken en branderig aanvoelen. De aandoening wordt medisch behandeld met een antibioticakuur, metronidazolcrème of een combinatie van beide. Andere relevante aandoeningen van de talgklieren Epidermoïdcysten Epidermoïdcysten of epidermale cysten, zijn een type folliculaire cysten. De inhoud van deze cysten bestaat uit cellen van de opperhuid, hoornstof en afbraakproducten hiervan. Epidermale cysten komen meestal voor op jongvolwassen tot middelbare leeftijd. Epidermoïd­ cysten kunnen ontstaan na een ontsteking van de haarzakjes, doordat een aantal opperhuidcellen diep in het onderliggende weefsel is binnengedrongen of als gevolg van een ontwikkelingsstoornis. Epidermale cysten kunnen daarnaast ook voorkomen bij een ernstige vorm van acne vulgaris. Kenmerken van epidermale cysten zijn pijnloze, langzaam groeiende knobbels in de huid met een stevige en elastische ronde bovenkant, die heen en weer kunnen worden geschoven. Als deze cysten zich in de bovenste huidlagen bevinden, zijn ze meestal gelig of witachtig van kleur en zijn een paar millimeter tot ongeveer vijf centimeter groot. De cysten komen vooral voor in het gezicht en op de hals, schouders en borst, en balzak, geïsoleerd of in groepjes bij elkaar. Epidermale cysten worden langzamerhand groter,


Speciële pathologie

121

kunnen ontstoken raken, gepaard gaan met ettervorming en pijnlijk worden. De inhoud van epidermale cysten bestaat uit een zachte, witte tot bruine massa, die bestaat uit dode huidcellen, die soms naar buiten lekt en ruikt naar bedorven kaas. Epidermale cysten die geen klachten veroorzaken, hoeven niet altijd te worden behandeld. Ze kunnen eventueel worden verwijderd door middel van een excisie. Epidermale cysten die ontstoken raken of waarin zich etter heeft gevormd, worden meestal behandeld door incisie en drainage. Hierbij wordt de cyste geopend om de inhoud te laten wegvloeien en vervolgens schoongespoeld met antibiotica om een nieuwe infectie te voorkomen. Steatocystoma Oorzaak van steatocystoma is een afwijking in het erfelijke materiaal, waardoor afwijkingen ontstaan aan de binnenkant van de talgklier. Kenmerken van steatocystoma zijn talrijke met talg gevulde holten in de lederhuid zich uitend op de huid als talrijke, gladde, gelige of huidkleurige, met vocht gevulde cysten op de borst, rug, buik en armen, maar ook op andere lichaamsdelen, van een paar millimeter tot enkele centimeters groot. Als de cysten dieper liggen, zijn ze huidkleurig, maar oppervlakkig gelegen cysten zijn gelig. De cysten ontstaan vaak in de puberteit bij mannen en vrouwen en veroorzaken meestal geen klachten. De cysten gaan niet meer weg, maar geven geen klachten. Als ze openbreken, kunnen littekens ontstaan. De inhoud bestaat uit een reukloze, olie-achtige materie. Behandeling is alleen nodig indien de cysten ontstoken of geïnfecteerd raken. De grootste cysten moeten soms operatief worden verwijderd. Daarbij wordt de hele cyste met inhoud en wand weggesneden, de wond heelt dan zonder hechting vanzelf. De operatie is niet geschikt voor kleine cysten. De behandeling van ontstoken cysten bestaat uit het laten wegvloeien van de inhoud en het vervolgens in de holte injecteren van corticosteroïden. Eventuele infecties kunnen worden behandeld met antibiotica.

steatocystoma


122 122

Handboek Acne

3.3 Pathogenese/etiologie van acne pathogenese etiologie

acnelaesies

Pathogenese betekent in de geneeskunde het meestal stapsgewijze ontstaan, ontwikkelen en verloop van een aandoening of ziekte. Etiologie is de leer der oorzaken. Het probeert antwoord te geven op de vraag: ‘hoe komt het dat…?’ De etiologie van een ziekte kan worden omschreven als de oorzaak van een ziekte. Ook dit woord maakt deel uit van het geneeskundig jargon. Ten aanzien van ons onderwerp vragen we ons af hoe acne ontstaat, welke factoren het ontwikkelen van acne beïnvloeden en hoe het verloop is. Pathofysiologie van acne Acne is een aandoening van de talgklierfollikel. Talgklierfollikels komen overal op het lichaam voor, behalve op de handpalmen en de voetzolen. De dichtheid van talgklierfollikels en de talgproductie zijn het grootst in het gelaat, op de rug en op de borst. Het aantal talgklieren blijft ongeveer constant gedurende het leven, de grootte van de talgklier neemt toe met de leeftijd. Androgenen zijn van invloed op het ontstaan van acne. Bij de pathogenese van acne spelen vier mechanismen een rol: • abnormale afschilfering van keratinocyten in het folliculaire kanaal; • toegenomen talgproductie; • proliferatie van Propionibacterium acnes (P. acnes); • immuun- en ontstekingsreacties. Door de ophoping van talg en folliculaire keratinocyten in het talgklierkanaal wordt een microcomedo gevormd. Dat is de voorloper van alle acnelaesies (laesie = weefselbeschadiging). De microcomedo wordt groter, doordat de talguitscheiding geblokkeerd wordt en de follikel zich vult met talg, bacteriën, ontstekingscellen en afgestoten epitheelcellen. Hierdoor wordt de laesie zichtbaar als een comedo (niet-ontstekingslaesie) of papel/pustel/nodulus (ontstekings­laesie). In het geval van een verwijde follikelmond treedt een donkere verkleuring op: dat is een open comedo of blackhead. Comedonen kunnen uitgroeien tot dubbel- en reuzencomedonen; onstekingslaesies kunnen aanleiding geven tot cyste-, infiltraat- en abcesvorming en soms tot het ontstaan van fistels. Etiologie Er heersen allerlei denkbeelden over factoren die mogelijk van


Speciële pathologie

123

invloed zijn op acne. Van weinig factoren is deze invloed wetenschappelijk aangetoond; de meeste berusten op persoonlijke ervaringen of misvattingen. Van de volgende factoren is wel invloed op het ontstaan of verergeren van acne aangetoond: gebruik van bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld steroïden), mechanische factoren (manipulatie van comedonen en pustels: ‘acne excoriée des jeunes filles’) en contact met chemische stoffen (bijvoorbeeld gechloreerde koolwaterstoffen, zoals dioxinen in verbrandingsrook en bestrijdingsmiddelen: ‘chlooracne’). Daarnaast zijn er aanwijzingen dat een genetische component een rol speelt bij acne. Ten slotte kan acne voorkomen bij endocriene stoornissen, zoals het polycysteusovarium­syndroom of het Cushing-syndroom. Oorzaken van acne Er zijn verschillende oorzaken die acne doen ontstaan. 1. Toegenomen talgproductie onder invloed van androgene hormo- toegenomen nen (mannelijke hormonen) met name testosteron. De talgklieren talgproductie bij een acnehuid hebben een verhoogde gevoeligheid voor androgene hormonen. Er is geen verhoogde androgenen­productie. Door hormoonverandering, bijvoorbeeld in de puberteit, worden de talgklieren groter en produceren meer talg. Er treedt verhoorning van de follikel op. De talg blokkeert de uitgang van de talgklier (de porie), waardoor er comedonen ontstaan. In de talgklier bevinden zich anaërobe bacteriën die talg omzetten in vetzuren. Door de opgehoopte talg en irriterende vrije vetzuren zet de verstopte follikel zich verder uit, waardoor de follikel barst. De vrije vetzuren komen in de huid terecht. Hierdoor ontstaat er een ontsteking met pustels en nodi.


124 124

Handboek Acne

androgene hormonen

2. Androgene hormonen zijn ook verantwoordelijk voor hyperkeratose en afsluiting van de talgklieruitvoergang (obstructie). Hoorncellen zitten vaster aan elkaar bij hyperkeratose, waardoor er een hoornprop ontstaat. Hierdoor gaan zich ook bacteriën vormen bij de talgklier. Door afsluiting van de uitvoergang kan de talg er niet uit en zal de talgklier opzwellen. Er ontstaat oppervlakkig gelegen een open comedo of meer onderhuids gelegen een gesloten comedo en later een papel of pustel.

toename van aërobe bacteriën

3. Door toename van anaërobe bacteriën (Propionibacterium acnes) in de talgklier wordt talg omgezet in vrije vetzuren (bacteriële kolonisatie). Hierdoor gaat de talgklier ontsteken. Door de ontstekingsreactie van de follikel wordt de follikelwand beschadigd en komen de vrije vetzuren vrij in het omliggende weefsel. Het omliggende weefsel gaat ook ontsteken. Er ontstaat een papel. In de papel gaat zich pus vormen, waardoor een pustel ontstaat. Als de ontsteking onderhuids blijft, kunnen noduli ontstaan of als meerdere gesloten comedonen samenvloeien, ontstaan nodi.

cosmetica make-up op oliebasis olie- en chloorhou­ dende producten

Factoren die acne beïnvloeden en kunnen verergeren: • verergering van acne vóór de menstruatie. Oorzaak ligt hier enerzijds in verhoging van het hormoon progesteron en anderzijds in de veranderde hydratatie in de talgklier. Vlak voor de menstruatieperiode is er een verhoogde kans op vochtretentie. Acne vormt zich vooral om de mond, op de kin en het kaakgebied; • verergering van acne door ernstige transpiratie; • voeding: de hoeveelheid vet en het soort vet heeft invloed op de vorming van acne. Dierlijke vetten bevatten veel verzadigde vetzuren en maken talgsubstantie deegachtig, waardoor het niet kan afvloeien en de talgklieruitvoergang verstopt raakt en daardoor de talgklier opzwelt. Er ontstaat een comedo. Ook kan voeding met een hoge glykemische index acne vulgaris in stand houden en voeding met een lage glykemische index het doen verminderen; • de talgklier kan ook verstopt raken door uitwendige factoren zoals: - cosmetica: langdurig gebruik van bijvoorbeeld paraffineolie en lanoline; - m ake-up op oliebasis, maar ook bij veelvuldig gebruik van make-up op waterbasis; - olie- en chloorhoudende producten (chlooracne) die gebruikt worden in bepaalde beroepen en industrieën;


125

Speciële pathologie

• acne kan verergerd worden door mechanische factoren, bijvoorbeeld door het dragen van strakke kleding (bijvoorbeeld een strakke helm) of door geneesmiddelen, zoals corticosteroïden, anabole steroïden, isoniazide, lithiumzouten; • psychische factoren, zoals stress. De acne vormt zich vooral op het voorhoofd. Het stresshormoon gluccocorticoïd (bijvoorbeeld cortisol) zorgt dat androgeengehalte daalt, waardoor de talgproductie vermindert. Na de stressperiode vindt er een inhaalreactie plaats. Het androgeengehalte wordt weer hoger, de talgproductie neemt toe, bacteriën vermeerderen zich met een ontsteking tot gevolg; • erfelijkheid; • darmproblemen, zoals constipatie. Verstopping van de darm veroorzaakt problemen in de uitscheiding, waardoor giftige stoffen vrijkomen in het bloed. Verontreinigd bloed kan gevolgen hebben voor de huid. De acne vormt zich vooral op het wangengebied; • na een periode van veel UV-licht is de huid verdikt en acne uitgedroogd. Maar bij stoppen met zonnen, ontstaat er eenzelfde inhaalreactie als na een stressperiode, waardoor er veel comedonen en milia ontstaan. Acne is dus een ontsteking van de talgklierfollikels, die cellen met androgenen (mannelijke hormonen) bevatten. Door hormoonverandering, bijvoorbeeld in de puberteit, worden de talgklieren groter en produceren meer talg. Er treedt verhoorning van de follikel op. Opperhuid

Verstopte follikel

Milde ontsteking

Hevige ontsteking

Talgklier

Afgestoten keratine en talg

Opeenhoping van bacteriën

De talg blokkeert de uitgang van de talgklier (de porie), waardoor er comedonen ontstaan. In de talgklier bevinden zich bacteriën die talg omzetten in vetzuren. Door de opgehoopte talg en irriterende vrije

mechanische factoren psychische factoren

erfelijkheid darmproblemen

veel UV-licht


126 126

Handboek Acne

vetzuren zet de verstopte follikel zich verder uit, waardoor de follikel barst. De vrije vetzuren komen in de huid terecht. Hierdoor ontstaan er een ontsteking, pustels en nodi. Acne kan ontstaan door een combinatie van verschillende factoren. In de meeste gevallen begint acne in de puberteit, wanneer onder invloed van androgenen de talgklier allerlei veranderingen ondergaat. De talgklieren in het gezicht, op de rug en op de borst worden groter en gaan meer talg produceren, die bovendien dikker van samenstelling wordt. Door een verhoogde productie en een toegenomen verhoorning van de uitvoergang van de talgklier kan het talg zich ophopen en de uitvoergang van de talgklier (de porie) verstopt raken. Acne en voeding Uit verschillende Amerikaanse wetenschappelijke onderzoeken blijkt steeds meer dat voeding wel degelijk invloed heeft op het krijgen en verergeren van acne. Bepaalde voedingsmiddelen laten het bloedsuikerpeil en in reactie daarop het insulinepeil in het lichaam extreem stijgen. Voorbeelden van deze voedingsmiddelen zijn: aardappelen, witte rijst, wit brood en zoete snacks. Door de stijging van het bloedsuiker- en insulinepeil wordt glucose in de vetcellen van ons lichaam omgezet in vetten. Hierdoor kan de talgproductie gestimuleerd worden. zuivelproducten

Zuivelproducten zijn ook mogelijke veroorzakers van acne. Zuivel bevat natuurlijke hormonen van de drachtige koe, omdat zij melk produceert dat eigenlijk voor een kalf bedoeld is. Deze natuurlijke hormonen stimuleren de talgklieren tot extra aanmaak van talg. Tevens raakt de hormoonspiegel van de mens van slag door de hormonen in de melk, waardoor de talgproductie toeneemt.

verzadigde vetzuren

Voedingsmiddelen met verzadigde vetzuren zijn ook mogelijk veroorzakers van verergering van acne. Voorbeelden van producten met dierlijke vetten (met veel verzadigde vetzuren) zijn room (ijs), slagroom, kaas, vlees, melk, bouillon, boter, kaas, zuivelproducten, vlees, chocolade, gebak, koek en snacks. Voorbeelden van producten met plantaardige verzadigde vetzuren zijn: cacaoboter, palmolie en


Speciële pathologie

kokosvet. Andere voedingsmiddelen die mogelijk acne veroorzaken of verergeren zijn pindakaas, witbrood, witte rijst, pasta, verschillende fruitsoorten, zoals aardbeien, ananas. kiwi, mandarijnen, te veel jodium en zoutjes/chips. Dikke onderhuidse pustels en comedonen worden mogelijk veroorzaakt door zuivel, suiker, chips en junkfood. Kleine papels en pustels worden mogelijk veroorzaakt door verschillende fruitsoorten en fruitsappen, zoals ananas, aardbeien, sinaasappel en mandarijn. Grote papels worden mogelijk veroorzaakt door noten en drop. Voedingsadviezen die je kunt geven bij acne zijn: • dierlijke vetten vervangen door plantaardige vetten. Deze vetten bevatten in vet oplosbare vitaminen (vitaminen A, D, E en K); • veel groenten eten ontzuurt het lichaam. Ontzuring is nodig om een gave huid te krijgen. Ontzuren betekent neutraliseren van zuren in het lichaam; • water drinken helpt bij het afvoeren van afvalstoffen en spoelt de cellen schoon; • een vastenkuur heeft een gunstig effect bij een acnehuid. Door de vastenkuur komt de hormoonhuishouding op een laag pitje, waardoor de talgproductie afneemt. Verder is belangrijk om te stoppen met roken: • het roken van sigaretten vernauwt de bloedvaten en heeft een schadelijk effect op alle lichaamsdelen. Het is zelfs zo dat roken de cellen beschadigt die de organen van het lichaam onderling verbindt, waaronder de bloedvaten en de huid; • roken veroorzaakt ook een ontstekingsreactie in het lichaam, wat leidt tot een lange lijst van ziekten, waaronder huidziekten en -aandoeningen, zoals slechte wondgenezing en psoriasis. Ook wordt aangenomen dat roken een verband heeft met huidkanker;

127


128 128

Handboek Acne

• daarnaast heeft roken een negatieve invloed op het uiterlijk van de huid. Er is een aangetoond verband met rimpels en vroegtijdige huidveroudering. Dit komt, omdat roken vrije radicalen creëert en vrije radicalen zijn schadelijk voor de huidcellen en ons DNA. Ook de collageenproductie vermindert enorm en de eiwitten van de huid gaan achteruit. Al deze factoren versnellen de veroudering van de huid. Samenvatting van hoofdstuk 3 In dit hoofdstuk heb je de kenmerken, (voorkeurs)lokalisaties en eventuele behandelingen of (contra)-indicaties geleerd van verschillende vormen van acne door endogene oorzaken. Dat zijn acne vulgaris/comedonenacne, waaronder acne inflammatoire, acne conglobata, acne keloidalis, acne tarda, acne inguinalis/axillaris, acne excoriée des jeunes files/acne excoriée/skin picking, acne fulminans, acne neonatorum, Mallorca acne/acne aestivalis. Daarnaast ook de acnevormen door exogene oorzaken: acne mechanica, acne tropicalis, acne venenata (waaronder chlooracne en acne veroorzaakt door make-up). Ook heb je in dit hoofdstuk geleerd wat de kenmerken, oorzaken en (voorkeurs)lokalisaties en eventuele behandeling en/of (contra)-indicaties zijn van de volgende aandoeningen: acne ectopica/hydradenitis suppurativa/acne inversa, chronische discoïde lupus-erythematodes, eczema seborrhoïcum, folliculitis, rosacea, dermatitis perioralis. Verder heb je geleerd wat de begrippen pathogenese en etiologie betekenen en kun je de factoren noemen die het ontstaan van acne en de productie van talg beïnvloeden. Ook de oorzaken en gevolgen voor acne van hyperkeratose, de oorzaken en gevolgen van de verstopping van de talgklieren en het effect van vrije vetzuren zijn in dit hoofdstuk aan de orde geweest. Het volgende hoofdstuk In het volgende hoofdstuk komen de verschillende mogelijkheden van medische behandelingen aan de orde.


Speciële pathologie

129


130 130

Handboek Acne

Over dit hoofdstuk Acne is een aandoening met een chronisch karakter en het is niet van de ene dag op de andere verdwenen. Jij, als acnespecialist, kunt er veel aan doen, maar niet alles. Vooral in ernstigere gevallen zal acne ook medisch behandeld moeten worden. Dat gebeurt door een arts, een dermatoloog of een huidtherapeut. De methoden die zij toepassen en de medicatie die daarvoor wordt gebruikt, komen in dit hoofdstuk aan de orde. Wat je vooraf moet weten Dit hoofdstuk sluit nauw aan bij het vorige. Over de kennis die je daar hebt opgedaan, moet je in dit hoofdstuk kunnen beschikken. Begrippen die aan de orde komen in het examen: • uitwendige- of lokale behandeling van acne; • systemische behandeling van acne; • overige medische behandelwijzen. Wat leer je in dit hoofdstuk? In dit hoofdstuk leer je welke behandelmethoden en medicatie worden toegepast door artsen en huidtherapeuten.


Medische behandeling

4

Inleiding Er bestaat geen standaardbehandeling voor acne. Flinke ontstekingsverschijnselen vragen om een andere behandeling dan de aanwezigheid van comedonen. De ernst van de aandoening, de klachten, het optreden van littekenvorming, maar ook leeftijd en geslacht, bepalen met welk anti-acne middel zal worden gestart. Er bestaan verschillende behandelvormen voor acne, zowel lokale (crèmes, lotions en dergelijke) als systemische (= tabletten) middelen. De keuze van behandeling hangt af van de ernst en uitgebreidheid van de ontsteking en/of infectie, de aanwezigheid van littekens, de leeftijd, het geslacht en de ervaring van de patiënt met eerdere middelen. Vaak wordt er een combinatiebehandeling door de arts voorgeschreven.

systemische


132 132

Handboek Acne

In de meeste gevallen van acne wordt de behandeling gestart met plaatselijke middelen van crèmes of zalven die medicijnen bevatten om op de acne aan te brengen. Deze behandeling kan worden uitgebreid of vervolgd worden door het slikken van medicijnen, zoals antibiotica. Bij een zeer ernstige acne wordt de behandeling met isotretinoïne (vitamine A-zuur) (bijvoorbeeld de Roaccutane® kuur) voortgezet. De medische behandeling is op verschillende doeleinden gericht. Afhankelijk van het type acne wordt gekozen voor een bepaalde behandeling. Soms wordt er gekozen voor middelen die de versterkte verhoorning van de talgklierafvoergang tegen gaan, soms voor middelen die de ontsteking remmen, meestal antibiotica, en soms wordt gekozen voor middelen die de talgafscheiding remmen. Daarnaast kan het herstel van de huid worden bevorderd door verschillende therapieën. Deze kunnen door de dermatoloog of door de huidtherapeut worden uitgevoerd.

4.1 Uitwendige- of lokale behandeling van acne Uitwendig kunnen de volgende stoffen worden voorgeschreven: • Keratolytica - benzoylperoxide (Benzac®) - adapaleen (Differinl®) - vitamine A-zuur (Tretinoïne) - trichloorazijnzuur/TCA - fenol - zwavel - resorcine - salicylzuur • Lokale antibiotica, waaronder - clindamycine - erytromycine • Zink


133

Medische behandeling

Keratolytica Keratolytica zijn middelen die de epidermis kunnen verwijderen of keratolytica verdunnen. Behalve bij acne kunnen ze ook voorgeschreven worden bij ichtyosis, hyperkeratose en wratten. • Benzoylperoxide is één van de meest bekende medicijnen tegen benzolperoxide acne en puistjes. De werkzame stof wordt ook in veel verzorgingsproducten verwerkt. Benzoylperoxide, onder de merknaam Benzac® is een zeer effectief middel tegen lichte tot middelmatige acne. Het is een geneesmiddel voor uitwendig gebruik dat verkrijgbaar is als gel of lotion met concentraties tussen 2,5 en 10%. De werkzame stof wordt ook in verzorgingsproducten voor lichte acne verwerkt. Bij contact met de huid breekt benzoylperoxide af in twee stoffen: benzoëzuur en zuurstof. Benzoëzuur droogt de huid uit, zodat dode huidcellen sneller schilferen en niet in de poriën vast komen zitten. Zuurstof desinfecteert de huid en helpt acnebacteriën te doden. Benzoylperoxide is weinig gevoelig voor bacteriële resistentie. De meest bekende bijwerkingen zijn uitdroging van de huid, huidirritatie, jeuk, roodheid, schilfering en overgevoeligheid van de huid. • A dapaleen, bekend onder de merknaam Differin®, behoort tot de groep geneesmiddelen die is afgeleid van vitamine-A zuur, de retinoïden. Retinoïden zijn derivaten van vitamine A. In Nederland zijn twee lokale retinoïden beschikbaar, adapaleen en tretinoïne. Retinoïden zijn comedolytisch, normaliseren het keratinisatieproces en hebben anti-inflammatoire eigenschappen. Bij de behandeling met lokale retinoïden is het gangbaar dat de retinoïden op het hele behandelgebied worden opgebracht en niet alleen op de laesies. Adapaleen is verkrijgbaar als een crème of een gel voor uitwendig gebruik. Het reguleert de talgproductie en verzacht huidirritatie en pijn. Het is heel effectief bij milde tot matige acne. Bijwerkingen kunnen uitdroging van de huid en huidirritatie zijn.

adapaleen


134 134

Handboek Acne

vitamine A-zuur

• Vitamine A-zuur en tretinoïne, is ook een geneesmiddel uit de retinoïdengroep. Het is verkrijgbaar als crème of gel en wordt voorgeschreven bij milde tot matige acne en pustels. De werkzame vitamine A-zuren in tretinoïne bevorderen de groei van cellen in de epidermis en prikkelt de aanmaak van collageen. Het kan dus diep in het onderhuids bindweefsel actief zijn. Het zorgt voor een verbeterde huidstructuur en vermindert vlekken als gevolg van acnelittekens. Tretinoïne stimuleert de groei en afstoting van huidcellen in en rondom de poriën. De poriekanalen worden hierdoor wijder, waardoor overtollig talg en dode huidcellen makkelijker en sneller kunnen uitstromen. Dit voorkomt de kans op pustels, omdat bacteriën geen mogelijkheid krijgen om zich in de poriën met vuil en talg te nestelen. Bekende bijwerkingen zijn onder andere huidirritatie (jeuk, uitdroging, roodhuid), hoofdpijn, duizeligheid, slijmvliesuitdroging en gevoeligheid voor zonlicht.

trichloorazijn TCA

• T richloorazijnzuur/TCA. Een techniek die speciaal is ontwikkeld om acne, acnelittekens en andere ongewenste huidaandoeningen te verminderen, is de fruitzuur of chemische peeling. Afhankelijk van de ernst van de acneklachten wordt gebruikt gemaakt van glycolzuur (alphahydroxyzuur, AHA), salicylzuur (betahydroxyzuur, BHA), melkzuur, resorcinol, trichloorazijnzuur (TCA) of een combinatie hiervan. Trichloorazijnzuur en fenol zijn beiden etsende vloeistoffen (organische zuren) die kunnen worden toegepast in chemische peelings. Andere stoffen die hierbij kunnen worden gebruikt, zijn salicyl, melk- en glycolzuur. Deze laatsten werken oppervlakkig en verwijderen alleen de dode huidcellen. TCA kan ook doordringen in de diepere huidlagen en wordt ingezet bij acne, littekens, rimpels en pigmentvlekken. De huid wordt gladder en egaler. TCA wordt ook, en dan puur, toegepast bij pigmentvlekken, xanthelasma en ouderdomswratten. Door aanstippen van de huid ontstaat plaatselijk frosting en na een paar uur komt er een bruin-geel korstje op. De genezing duurt tot ongeveer 14 dagen.

frosting


135

Medische behandeling

Bijwerkingen kunnen verbranding zijn, pijn, kans op hypopigmentatie, littekenvorming, mogelijkheid van blijvende pigmentvlekken bij blootstelling aan de zon binnen zes weken na de behandeling. • F enol. Een chemische peeling met fenol is de diepste peeling. Het duurt meestal zeven tot tien dagen, voordat iemand zich weer kan vertonen. Ook hierbij gaat de huid volledig vervellen. Deze peeling pakt diepe rimpels, lijnen en littekens aan en hoeft maar één keer te worden uitgevoerd. Na de peeling zal de huid rood worden, gaan schilferen of korstjes vertonen. Dit duurt ongeveer twee weken. Het is een zware ingreep. De huid kan na de behandeling blijvend wat bleker van kleur zijn. Het is vooral geschikt voor rimpels rond de mond en rond de ogen. Bijwerkingen: roodheid van de huid, zwelling, pijnklachten en jeuk. In zeldzame gevallen kan er een (tijdelijke) pigmentatieverandering van het behandelde gebied optreden, infecties, veranderde textuur van de huid en littekenvorming.

fenol

• Z wavel. Zwavel, resorcine en salicylzuur zijn niet meer de eerste keus bij acne. Het nut van zwavel is niet zeker. Het is een oud middel dat heel zwak werkzaam is tegen bacteriën, schimmels en gisten. Als nadelige eigenschappen zien we verkleuring van huid en kleding en de typische geur. Overgevoeligheid en resistentie komen niet voor.

zwavel

• R esorcine kan ook bruine vlekken veroorzaken en de urine groen kleuren, daarom wordt het nog weinig gebruikt. In hogere concentraties (15%) is het effectief bij acne ectopica of hydradenitis suppurativa (preventief, om talgklieren open te houden). Resorcine werkt jeukstillend, zwak keratolytisch en remt de talgproductie.

resorcine

• S alicylzuur. Salicylzuur is een medicijn dat in lage concentraties variërend van 0,5 tot 2% wordt verwerkt in diverse huidverzorgingsproducten, zoals crèmes, lotions, toners en gezichtsreinigers. Hogere concentraties zijn op doktersrecept verkrijgbaar. Bij lichte acne zonder ontstekingen werkt het exfolierend, bevordert het de aanmaak van nieuwe huidcellen en stimuleert

salicylzuur


136 136

Handboek Acne

het de doorbloeding van de huid. Het heeft een minimale invloed op de talgklierproductie en kan geen acnebacteriën bestrijden. Bijwerkingen kunnen huidirritatie, jeuk of branderig gevoel en overgevoeligheid zijn. lokale antibiotica anti-inflammatoire en antibacteriële werking clindamycine

Lokale antibiotica Lokale antibiotica hebben een anti-inflammatoire en antibacteriële werking en worden ingezet bij matig ernstige tot ernstige inflammatoire acne. Verkrijgbaar zijn erythromycine gel en lotion (1-4%) en clindamycine lotion (1%). • Clindamycine. Clindamycine is een medicijn (antibiotica) dat wordt gebruikt voor het tegengaan van milde tot matige acne en puistjes. Daarnaast wordt clindamycine ook ingezet voor de behandeling van bacteriële infecties in de botten, gewrichten en luchtwegen (onder andere longontsteking en bronchitis). Voor uitwendig gebruik wordt Clindamycine verwerkt in crèmes, gels, lotions en toner-achtige oplossingen. In Nederland is clindamycine verkrijgbaar als Dalacin-T® lotion en Zindaclin® gel. Clindamycine is zeer effectief in het tegengaan van acnebacteriën, het remt en verzacht pijn en ontstoken pustels. Daarnaast bestrijdt het bepaalde parasieten, zoals malaria. De werkzame stof clindamycine werkt effectief tegen acne, omdat het de bacteriën doodt die puistjes veroorzaken. Het zorgt namelijk dat de bacteriën geen eiwitten kunnen aanmaken. Een bacterie heeft deze eiwitten nodig om verder te kunnen ontwikkelen. Ook remt het ontstekingen af, waardoor de pijn wordt verzacht. De meest bekende bijwerkingen die mogelijk kunnen optreden bij gebruik van clindamycine zijn huidirritatie (roodheid of jeuk), uitdroging en schilfering van de huid. • E rytromycine. Erytromycine is een medicijn dat wordt gebruikt ter bestrijding van bacteriële infecties in onder andere de huid, luchtwegen en oren. Het is een effectief geneesmiddel tegen acne, rosacea, steenpuisten en andere huidaandoeningen, omdat het de ontwikkeling van bacteriën tegen gaat. Erytromycine is een antibioticum uit de macrolide-groep dat de groei van bepaalde soorten bacteriën remt of zelfs volledig stopzet. Werkt relatief snel en is een werkzaam antibioticum tegen acne. Erytromycine heeft een aantal voordelen in vergelijking met


137

Medische behandeling

andere, soortgelijke medicijnen tegen acne. Zo werkt het relatief snel: vaak zie je al binnen enkele dagen effect, hoewel het enkele weken kan duren, voordat het middel ook echt optimaal resultaat geeft. Het werkt dan ook sterker dan bijvoorbeeld benzoylperoxide of tretinoïne. De meest voorkomende bijwerking van erytromycine is een geïrriteerde huid op de plek waar de zalf of gel is aangebracht. Dat kan zich uiten in bijvoorbeeld roodheid, maar ook in een branderig of jeukerig gevoel, schilfering of zelfs kloven. Blijvende irritatie kan wijzen op overgevoeligheid voor de stof in kwestie. Doorgaans raakt de huid binnen enkele dagen gewend aan het medicijn, waardoor de bijwerkingen weer verdwijnen. Is dat niet het geval, dan is het verstandig om het middel wat minder vaak aan te brengen. Een laatste bijwerking is het gevaar op resistentie, dat bij veel antibiotica op de loer ligt. Als je dit middel veel of langdurig gebruikt, wordt het mogelijk minder effectief of verliest het zijn werking zelfs volledig. Zinkzalf De werkzame stof in zinkzalf is zinkoxide. Het beschermt, verkoelt en werkt licht indrogend en licht ontstekingsremmend. Het werkt ook jeukverzachtend en geeft vrijwel geen bijwerkingen. Bij een lichte vorm van acne kan zinkzalf goed helpen tegen jeuk en roodheid op pustels. Het wordt niet opgenomen door de huid. Gladskin Acnegel Deze huidgel is niet hetzelfde als antibiotica, maar bevat het enzym Staphefekt™ dat uitsluitend de ongewenste bacterie Staphylococcus aureus doodt. De goede bacteriën, die noodzakelijk zijn voor een gezonde huid, blijven intact. Hierdoor kunnen ontstekingen voorkomen worden en acne klachten, zoals roodheid, puistjes en een onrustige huid verminderen. Dit middel kan problemen opleveren in combinatie met andere medicijnen en moet daarom altijd in overleg met de arts worden toegepast. De behandeling van acne heeft altijd even tijd nodig om in te werken. Soms duurt het één tot drie maanden, voordat een bevredigend resultaat is bereikt. Ten slotte is het niet verstandig om steeds van het ene middel op het andere over te stappen.

zinkoxide

gladskin acnegel


138 138

Handboek Acne

4.2 Systemische behandeling van acne Een systemische behandeling van acne wordt toegepast als een plaatselijke behandeling niet voldoende is en als het gevaar van littekenvorming bestaat. In de regel wordt een systemische behandeling gecombineerd met een plaatselijke behandeling. Voor inwendige- of systemische behandeling tegen acne worden momenteel de volgende geneesmiddelen voorgeschreven: • orale antibiotica - tetracycline - minocycline - erytromycine - doxycycline - claritromycine/Klacid® • antiandrogenen - cyproteronacetaat - Diane 35® - Microgynon® - Minerva® - Androcur® - Yasmin® • isotretinoine - Roaccutane® antibiotica

tetracycline

Orale antibiotica Antibiotica is een verzamelnaam voor alle medicijnen die de groei van bacteriën tegengaan. Antibiotica worden vaak gebruikt ter bestrijding van acne en puistjes, waarbij het voornaamste doel is om de bacteriën in en rondom het haarzakje te vernietigen. Over het algemeen werken orale antibiotica effectief tegen milde of matige acne, doordat ze infecties bestrijden. Het voornaamste doel is de bacteriën te doden die zich in en om de haarfollikel bevinden. • Tetracycline is een antibioticum dat gebruikt wordt om matige tot ernstige acne met pustels te behandelen. Tetracycline kan, in


139

Medische behandeling

tegenstelling tot veel andere antibiotica, een grote verscheidenheid aan bacteriën tegelijk doden. De duur van de behandeling kan variëren van enkele weken tot maanden. In combinatie met een ander geneesmiddel kan tetracycline nog doeltreffender zijn om zodoende ernstig ontstoken puisten beter aan te pakken. Meestal wordt hiervoor een combinatie gemaakt met een topisch topisch (om op de huid te smeren) en een oraal (om in te nemen) meoraal dicijn. Een gangbare combinatiekuur is dan ook tetracycline met benzoylperoxide. De meest bekende bijwerkingen van het gebruik van tetracycline zijn maag/darmklachten, lichte verkleuring van de huid, verhoogde gevoeligheid voor UV-licht, duizeligheid en slijmvliesontsteking. Tetracycline is ook bekend onder de merknamen: Tetralysal 300®, Panmycin®, Sumycin®, Tetracon®, Actisite®, Brodspec®, Terramycine®, Tetracap® en Achromycin V®. Erytromycine Erytromycine is een antibioticum dat de groei van bepaalde soorten bacteriën remt of zelfs volledig stopzet. Om die reden wordt de stof vaak voorgeschreven bij bacteriële infecties van allerlei soorten, zowel inwendig (bijvoorbeeld longontstekingen) als uitwendig (bijvoorbeeld acne). Het wordt voorgeschreven als lichtere medicijnen niet werken, bijvoorbeeld bij hardnekkige acne. Bijwerkingen kunnen zijn diarree, buikpijn, misselijkheid, braakneigingen, roodheid en jeuk op de huid. Ook bestaat het gevaar voor resistentie. Als dit middel lang gebruikt wordt, kan het minder effectief worden of zelfs helemaal zijn werking verliezen. Erytromycine wordt wereldwijd ook verkocht onder de merknamen: Erythrocin®, Erythromycine®, Robimycin®, EryPed®, Ranbaxy®, E-Mycin®, Erymax® en Ery-Tab®.

erytromycine


140 140

minocycline

doxycycline

claritromycine

Handboek Acne

Minocycline Minocycline is een antibioticum uit de groep tetracycline-antibiotica: medicijnen die bacteriën doden. De werkzame stof minocycline zorgt ervoor dat de bacterie geen eiwit meer kan aanmaken, waardoor deze zich niet langer kan voortplanten. De symptomen van een ontsteking, zoals pijn, koorts of roodheid van de huid, worden zodoende snel minder. Minocycline doodt veel soorten bacteriën en wordt daarom gebruikt bij diverse bacteriële infecties. Dit middel heeft als bijwerkingen misselijkheid, diarree, buikpijn, overgeven, schimmelinfecties van de slijmvliezen, zoals de mond, vagina, keelholte of anus. Het middel mag beslist niet worden gebruikt bij zwangerschap of borstvoeding, een ernstige leverafwijking of een overgevoeligheid voor tetracycline antibiotica. Het middel kan de bot- en tandontwikkeling van de (ongeboren) baby verstoren. Doxycycline Ook doxycycline is een antibioticum uit de tetracyclinegroep. Het wordt ingezet tegen acne en rosacea, omdat de werkzame stof antibacteriële functies heeft. Doxycycline wordt voorgeschreven bij milde tot matige vormen van ontstoken acne. Vaak pas nadat lichtere medicijnen of behandelingen niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Het lichaam kan doxycycline beter verdragen dan tetracycline. De bijwerkingen van doxycycline zijn over het algemeen gelijk aan die van minocycline, zij het wat minder ernstig. Doxycycline is in Nederland bekend onder de volgende merknamen: Vibramycin®, Oracea®, Adoxa®, Alodox®, Morgidox®, Avidoxy®, Doryx®, Monodox®, Ocudox®, Oraxyl®. Claritromycine Claritromycine is ook een antibioticum. De gelijknamige werkzame stof claritromycine behoort tot de macrolide-antibiotica, medicijnen die de groei van bepaalde soorten bacteriën remmen, waardoor bacteriële infecties kunnen genezen.


141

Medische behandeling

Het wordt ook voorgeschreven bij andere soorten bacteriële infecties, zoals bijvoorbeeld long- en keelontsteking, huidinfecties, maagof darmzweren en bepaalde geslachtsziekten, zoals gonorroe. Claritromycine wordt opgenomen in het bloed en bereikt op die manier de meeste weefsels en organen. De werkzame stof doodt de bacteriën die de infectie veroorzaken, waardoor de klachten snel verminderen en de ontsteking geneest. Klacid Klacid® is een medicijn dat vaak wordt voorgeschreven bij infectie van de huid en weke delen, bijvoorbeeld bij cellulitis, folliculitis of erysipelas. De werkzame stof is claritomycine. Het wordt niet voorgeschreven bij jongeren onder de twaalf jaar en als er een allergie is voor claritomycine of soortgelijke antibiotica. Ook hartritmestoornissen, lever- en nierproblemen, een abnormaal lage kaliumspiegel of het gebruik van medicijnen die de kans op een hartaanval of en beroerte verminderen zijn contra-indicaties voor dit middel. Klacid® is ook op de markt verkrijgbaar onder de naam Clarosip®. Tijdens de behandeling met claritromycine of Klacid® komen soms de volgende bijwerkingen voor maagdarmklachten, veranderingen in smaak, slapeloosheid, hoofdpijn en schimmelinfecties in de mond of vagina. Corticosteroïden (bijnierschorshormonen), die ook bekend staan om hun ontstekingsremmende werking, worden alleen toegepast bij sommige vormen van acne. Bij bijvoorbeeld een beperkte acne inversa kan men behandelen met een plaatselijke injectie met corticosteroïden. Acne fulminans wordt soms door middel van een stootkuur met systemische corticosteroïden behandeld. Anti-androgenen Bij de pathogenese van acne worden drie belangrijke factoren onderscheiden, namelijk: toegenomen talgproductie, hyperkeratose met verstopping van de talgklieruitvoergangen en bacteriële kolonisatie. De talg- of sebumproductie staat onder invloed van androgenen hormonen. Hierbij is de productie niet vergroot, maar wel is de gevoeligheid hiervoor toegenomen. Er kan behandeld worden met oestrogenen, progestativa of met anti-androgenen. Oestrogenen remmen de sebumproduktie en verminderen de acne, zowel bij mannen als bij vrouwen, maar dit geeft onaanvaardbare bijwerkingen.

klacid

corticosteroïden

anti-androgenen


142 142

Handboek Acne

Voor progestativa ligt de zaak gecompliceerder. Deze bezitten behalve progestagene-, ook oestrogene- en androgene activiteit en zijn daarmee niet zo geschikt voor de behandeling van acne. Daarom worden oestrogenen en progestativa niet voorgeschreven bij acne. Het meeste effect wordt behaald met anti-androgenen. Er zijn inmiddels vele onderzoekingen verricht, waaruit blijkt dat orale behandeling met cyproteronacetaat een gunstig effect heeft. Vooral bij vrouwen die reeds een anticonceptiepil gebruiken, is cyproteronaceton succesvol gebleken. Niet iedere pil werkt tegen acne, omdat niet alle anticonceptiepillen anti-androgeenhormonen bevatten. cyproteronacetaat

Cyproteronacetaat Cyproteronacetaat is een chemische verbinding die in de geneeskunde wordt gebruikt als anti-androgeen. De werkzame stof is sub-50-pil met ethinylestradiol en cyproteron. De merknaam is Cyproteronacetaat/ Ethinylestradiol Mylan. Cyproteron is een hormoon dat lijkt op het vrouwelijk geslachtshormoon progesteron. Het werkt ook anti-androgeen, dat wil zeggen dat het de werking tegengaat van mannelijke geslachtshormonen. Ethinylestradiol is een oestrogeenhormoon. De combinatie met cyproteron maakt dat dit middel ook als anticonceptiepil werkt. Het is een zogenaamde sub-50-pil. Dit betekent dat deze pil minder dan 50 microgram oestrogeen-hormoon bevat. Artsen schrijven deze pil voor bij vrouwen met zware vormen van acne of overmatige haargroei. Deze pil werd vroeger ook wel gebruikt om zwangerschap te voorkomen. Dit wordt niet meer gedaan, omdat het risico op trombose hoger is dan bij sommige andere anticonceptiepillen. De belangrijkste bijwerkingen zijn het voorkomen van zwangerschap, tussentijds bloedverlies, vaginale afscheiding, maagdarmklachten, pijnlijke borsten, dikke enkels en voeten en hoofdpijn. Verhoogde kans op trombose. Sub-50-pil is onder andere een ingrediënt van Diane 35®. Anticonceptiepillen met cyproteronacetaat en ethinyestradiol worden onder verschillende merknamen verkocht. In Nederland is voornamelijk Diane 35® een bekend middel tegen acne. Overige merknamen zijn Claudia 35®, Elisa 35®, Minerva® en Zypina®.


143

Medische behandeling

Verschillende generaties anticonceptiepillen Anticonceptiepillen worden al heel lang voorgeschreven. In die tijd zijn ze ook regelmatig verbeterd. Daardoor zijn er inmiddels verschillende generaties. Grofweg kunnen we de pil indelen in vier groepen. Eerste-generatie-pil Deze pillen zijn niet meer verkrijgbaar. De pillen van de 'eerste generatie', bevatten veel oestrogeen en progestageen. Later bleek dat veel oestrogeen de kans op trombose doet toenemen. Deze pil werd in de jaren '60 veel gebruikt. Tweede-generatie-pil Daaronder vallen onder meer: Ministat®, Neocon®, Modicon®, Microgynon 30®, Stediril 30®, Lovette®, Microgynon 20®, Trigynon®, Trinovum®, Qlaira® en de driefasen pil. Pillen van de 'tweede generatie' bevatten minder oestrogeen, en meestal dezelfde progestagenen als die van de 'eerste generatie'. Risico's: kans op trombose: 15 op de 100.000. Ter vergelijking: bij vrouwen die geen pil slikken, krijgt vijf op de 100.000 trombose. De kans op trombose is bij deze groep pillen kleiner dan de derde-generatiepillen. Wel is er meer kans op een hoger cholestrol. Andere bijwerkingen: hoofdpijn, pijnlijke borsten, vocht vasthouden, vermoeidheid en depressiviteit. Deze risico's zijn net zo groot als bij de derde-generatie-pillen. Derde-generatie-pil: Daaronder vallen: Diane-35®, Marvelon®, Mercilon®, Meliane®, Femodeen®, Minulet®, Cilest®. Pillen van de 'derde generatie' be-

vatten evenveel oestrogeen als die van de 'tweede generatie', maar een nieuw soort progestageen (desogestrel of gestodeen). Deze progestagenen zouden gunstig zijn voor het cholesterolgehalte in het bloed. Men hoopte dat de kans op bepaalde harten vaatziekten daardoor zou verminderen. Maar in de praktijk blijkt dat niet zo te zijn. Risico's: kans op trombose: 25 op 100.000. Maar de kans op een verhoogd cholestrol is kleiner dan bij de tweede generatie-pillen. Bijwerkingen: hoofdpijn, pijnlijke borsten, vocht vasthouden, vermoeidheid en depressiviteit Vierde-generatie-pil Daaronder vallen: Yasmin®, Yaz 24+4®, Evra® pleister, Nuvaring®. Vierde-generatie-pillen bevatten het progestageen drosperinon of dienogest en hebben een verhoogd risico dat vergelijkbaar is met pillen van de derde generatie, zo blijkt uit onderzoek. De Yasmin-pil heeft evenals de Dianepil een gunstig effect op acne. Daarnaast nemen menstruatieklachten af, zoals stemmingswisselingen en gespannen borsten.


144 144

diane 35

Handboek Acne

Diane 35® De Diane 35® wordt primair voorgeschreven ter behandeling van huidaandoeningen, zoals acne, een zeer vette huid en overmatige beharing bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Het wordt pas voorgeschreven als andere middelen niet werken. Daarnaast werkt het als een anticonceptiemiddel, maar is niet als zodanig geregistreerd. Diane 35® heeft dezelfde werkzame stoffen als cyproteronacetaat en bevat nog andere stoffen, zoals sacharose en lactose. Het middel heeft ook dezelfde bijwerkingen, zoals extra risico op trombose. Dat risico is nog groter bij vrouwen die roken. Het werd vooral voorgeschreven tegen acne, maar niet als er een ander hormonaal medicijn wordt gebruikt, er ooit trombose is geweest of een lichte beroerte of hartaanval, bij diabetes mellitus, een verhoogde bloeddruk of een ernstig vetgehalte in het bloed. Ook niet als er problemen zijn met de bloedstolling, regelmatig migraine, ontstekingen van de alvleesklier, leveraandoeningen of geelzucht, bij kwaadaardige gezwellen, hepatitis-C, onduidelijk bloedverlies uit de vagina of een allergie voor één van de werkzame stoffen in deze pil. De vaak voorkomende bijwerkingen zijn gewichtstoename, hoofdpijn, misselijkheid, buikpijn, pijn in de borsten, gevoelige borsten, depressieve stemming, stemmingsverandering. Soms of zelden komen nog andere bijwerkingen voor. Dat zijn migraine, braken, diarree, huiduitslag, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes, vasthouden van vocht, groter worden van de borsten, verminderd libido (zin in seks), gewichtsafname, irritatie van de ogen bij gebruik van contactlenzen, veneus bloedstolsel, vorm van huiduitslag met pijnlijke blauwrode knobbels (erythema nodosum), vorm van huiduitslag, waarbij er ook sprake kan zijn van knobbeltjes, blaasjes of vochtophoping (erythema multiforme), overgevoeligheid, vaginale afscheiding of afscheiding uit de tepel. De Diane 35® is een omstreden geneesmiddel. In Frankrijk is het zelfs verboden, vanwege het overlijden van diverse gebruiksters. In Nederland is door het NHG besloten dat huisartsen het niet meer voorschrijven als anticonceptiemiddel aan nieuwe gebruiksters in verband met de gevaarlijke bijwerkingen. Het voorschrijven als acnemiddel is nog wel toegestaan.


145

Medische behandeling

Naast de Diane 35® geven ook andere derde- en vierde-generatie-pillen een verhoogd risico op trombose zoals onder andere combinatiepreparaten met gestodeen (Marvelon®, Mercilon®), met desogestrel (Femodeen®, Minulet®), en met drospirenon (Yasmin®, Yaz®) en zeer waarschijnlijk ook de vaginale ring (Nuvaring®) en de pleister (Evra®). Daarom blijft de eerste keus de tweede-generatie-pil. Hieronder staan de meest bekende bijwerkingen die mogelijk kunnen optreden bij gebruik van de Diane 35®, tijdelijke toe- of afname lichaamsgewicht, stemmingswisseling, hoofdpijn, misselijkheid, erg droge huid, gevoeligheid in de borsten en depressiviteit. Minerva® Ook Minerva® is een zogenoemde sub-50-pil. Dit betekent dat er minerva minder dan 50 microgram oestrogeen in zit. De werkzame stoffen in Minerva zijn ethinylestradiol en cyproteronacetaat. Cyproteron is een hormoon dat lijkt op het vrouwelijk geslachtshormoon progesteron. Het werkt ook anti-androgeen, dat wil zeggen dat het de werking tegengaat van mannelijke geslachtshormonen. Ethinylestradiol is een oestrogeenhormoon. De combinatie met cyproteron maakt dat dit middel ook als anticonceptiepil werkt. Artsen schrijven deze pil voor bij vrouwen met ernstige vormen van acne en/of overmatige haargroei. Androcur® Androcur-10® is een medicijn dat bij vrouwen voornamelijk werkzaam is tegen ernstige overbeharing, een mannelijke vorm van kaalheid en zware acne. Bij mannen kan het ingezet worden bij de behandeling van prostaatkanker. De werkzame stof is cyproteron, wat lijkt op het geslachtshormoon progesteron. Het heeft een antiandrogene werking. Het vermindert de overbeharing en remt de stimulerende werking van androgenen op de talgklierwerking. Hierdoor wordt de huid minder vet en zullen er minder pustels ontstaan. Androcur-10® kan voorgeschreven worden bij ernstige vormen van acne als een behandeling met kleinere hoeveelheden cyproteronacetaat de acne niet verbetert. Tijdens een behandeling met Androcur-10® wordt de werking van de eierstokken onderdrukt en is het mogelijk dat er geen eisprong optreedt. Het mag niet voorgeschreven worden bij zwangerschap. Vaak

androcur-10


146 146

Handboek Acne

wordt er naast Androcur-10® een anticonceptiepil voorgeschreven, omdat iemand die Androcur-10® gebruikt niet zwanger mag worden. Gebruikers van Androcur-10® moeten regelmatig hun bloed en urine laten controleren op aanwijzingen voor bijwerkingen. De meest bekende bijwerkingen zijn maagklachten, stemmingsveranderingen, hoofdpijn, veranderingen in het haarpatroon, pijnlijke borsten. Specifiek bij vrouwen kunnen er ook doorbraakbloedingen en een droge huid worden geconstateerd. Bij mannen kunnen er door gebruik van dit middel ook impotentie en borstvorming optreden. Tot de zeer ernstige bijwerkingen die niet vaak voorkomen behoren leveraandoeningen, overgevoeligheidsreacties, trombose en aanvallen van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen bij mensen met acute porfyrie (een aantal erfelijke aandoeningen waarbij de synthese van hemoglobine niet goed werkt). yasmin

Yasmin® De Yasmin® pil is een éénfase combinatiepil. Dit betekent dat de pil twee werkzame stoffen bevat. De werkzame stoffen in de Yaz® pil zijn ethinylestradiol (oestrogeenhormoon) en drospirenon (progesteronhormoon). De combinatie van deze werkzame stoffen komt onder andere ook voor in de Daylette®, Yaz®, Rosal® en Volina® pil. Yasmin® bevat een lage concentratie hormonen (sub-30-pil). Deze anticonceptiepil kan worden voorgeschreven om zwangerschap te voorkomen, bij menstruatiepijn en om menstruatie uit te stellen. Yasmin® is niet goedgekeurd voor de behandeling tegen acne. Wel is uit onderzoeken gebleken dat door deze anticonceptiepil de huidconditie wordt verbeterd. De combinatie drospirenon en ethinylestradiol lijkt effectief te zijn voor de behandeling van milde tot ernstige acne. De bijwerkingen van Yasmin® zijn vergelijkbaar met de symptomen die zich kunnen voordoen door het gebruik van andere anticonceptiemiddelen en kunnen veranderingen in de eetlust, gevoelige borsten en veranderingen in de menstruatiecyclus omvatten. Vrouwen die Yaz®-, Yasmin®-, Ocella®- en andere drospirenon/ethinylestradiolanticonceptiva gebruiken lopen een groter risico op het ontwikkelen van trombose of bloedstolsels. Andere bijwerkingen kunnen zijn verandering van gewicht, hoofdpijn, misselijkheid, braken, onregelmatig menstrueren, continue bloeden,


Medische behandeling

147

pijnlijke of gezwollen borsten, opgeblazen gevoel, zwelling in de enkels of de voeten, ongewone vaginale afscheiding, veranderingen in de eetlust. Vrouwen die Yaz® of Yasmin® gebruiken en roken, hebben een hogere Yaz kans op het ontwikkelen van bloedstolsels, een hoge bloeddruk en hebben ook een groter risico op het krijgen van een hartritmestoornis of een hartaanval. Vrouwen boven de 35 jaar en die roken en vrouwen die meer dan 10 sigaretten per dag roken, mogen daarom ook geen hormonale anticonceptiepil zoals Yasmin® gebruiken. Microgynon® Microgynon® is een anticonceptiepil microgynon die wordt gebruikt om zwangerschap te voorkomen. Anticonceptiepillen die twee hormonen bevatten, zoals Microgynon®, worden ‘combinatiepillen’ genoemd. De twee verschillende hormonen in Microgynon® zijn levonorgestrel (een progestageen) en ethinylestradiol (een oestrogeen). Vrouwen met acne moeten hormonen vermijden met een relatief hoge androgene werking. Voorbeelden daarvan zijn anticonceptiepillen onder de naam 'norgestimaat' (in Cilest) en 'levenorgestrel' in Microgynon® 30/Stediril® 30, Microgynon® 50/Neo-Stediril® en Neogynon® 21/Stediril-d). Deze kunnen juist meer acneproblemen geven. Microgynon® bestaat in drie doseringen, Namelijk 20, 30 of 50 microgram ethinylestradiol gecombineerd met respectievelijk 100, 150 of 125 microgram levonorgestrel. Een combinatiepil biedt betrouwbare bescherming tegen zwangerschap, op voorwaarde dat de pil correct wordt ingenomen, zonder dat er een pil wordt vergeten. Microgynon® 20 wordt ook wel de sub-30-pil met ethinylestradiol en levonorgesterel genoemd. Het bevat een lage dosering hormonen. Bij een lagere dosering zijn ook de eventuele bijwerkingen minder. Microgynon® 30 wordt ook wel sub-50-pil met ethinylestradiol en levonorgesterel genoemd. Deze werkzame stof zit, behalve in Microgynon® 30 ook in Stediril®-30, Levonorgestrel/Ethinylestradiol en Ethinylestradiol/Levonorgestrel. Microgynon® 50 wordt tot de eerste-generatie-pillen gerekend. Ook Microgynon® geeft, afhankelijk van de dosering, in meer of mindere mate de volgende bijwerkingen: tijdelijke toe- of afname lichaamsgewicht, stemmingswisseling, hoofdpijn, misselijkheid, erg


148 148

Handboek Acne

droge huid, gevoeligheid in de borsten en depressiviteit. Het middel heeft een hoge intrinsieke androgene werking die de huid vetter maakt en acneproblemen verergeren. Om die reden is Microgynon® niet werkzaam tegen acne. isotretinoïne

retinoïdengroep

Isotretinoïne Isotretinoïne heeft dezelfde eigenschappen als andere medicijnen binnen de groep retinoïden. Het bevordert de celdeling in de bovenste laag van de huid, waardoor (oude) huidcellen sneller door het lichaam worden vernieuwd. Tegelijkertijd worden de talgklieren onderdrukt, zodat deze minder talg kunnen produceren. Het remt de aanmaak van overdadig talg af, stimuleert het groeiproces van huidcellen en vermindert ontstekingen veroorzaakt door bacteriële-infecties. Het wordt uitsluitend voorgeschreven door een dermatoloog. Isotretinoïne is de werkzame stof die verwant is aan vitamine A-zuur en behoort tot de retinoïdengroep. Het kan worden voorgeschreven bij ernstige acne, omdat het na een succesvolle behandeling de acne soms voorgoed kan genezen. Isotretinoïne wordt voornamelijk gebruikt bij ernstig ontstoken pustels, wanneer eerdere (lichtere) medicatie tegen acne niet heeft geholpen. De acneverschijnselen worden in het begin erger. Het effect wordt pas na enkele weken zichtbaar. Een kuur van vier tot zes maanden geeft het beste resultaat. Als er een tweede kuur nodig is, moet daar minimaal twee maanden mee gewacht worden. Isotretinoïne is een zeer sterk geneesmiddel met een aantal zware bijwerkingen. Isotretinoïne mag niet gebruikt worden bij zwangerschap, omdat het de kans op een miskraam verhoogt en ernstige aangeboren afwijkingen bij het kind kan veroorzaken. Ook mag een gebruiker van isotretoïne geen bloeddonor zijn, omdat de kans bestaat dat een zwangere dit middel binnen kan krijgen. Tijdens het gebruik van isotretinoïne krijgen bijna alle patiënten last van droge ogen en droge lippen. Droge ogen kunnen worden behandeld met kunsttranen (op recept) en de droge lippen met een vette lippenbalsem (vrij via de drogist). Ook kan de gezichtshuid erg uitdrogen, soms met eczeemverschijnselen; vocht inbrengende gezichts­ crèmes zoals Effaclar H® kunnen daarbij hulp bieden. Deze bijwerkingen zijn echter geen reden om met de behandeling te stoppen.


Medische behandeling

149

Ernstiger bijwerkingen, die bij 10 op 100 kunnen voorkomen zijn gewrichtspijn, hoger cholesterolgehalte en glucose in het bloed, tekort aan bepaalde bloedcellen, haaruitval of juist overmatige haargroei bij vrouwen, overmatig zweten, nagelontstekingen en overgevoeligheid voor zonlicht. Zeer zelden komen heel ernstige bijwerkingen voor, bij ongeveer 1 op 100. Die klachten zijn psychische klachten, zoals angst, psychosen of stemmingsveranderingen en depressie, verminderd gehoor, slechter of wazig zien, staar, verhoging van de bloeddruk, ernstige hoofdpijnen, maagdarmklachten, leveraandoeningen of ontsteking van de alvleesklier, nieraandoeningen, hartaanval of beroerte en bij mannen moeilijker krijgen van een erectie en borstvorming. Isotretinoïne heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. Het mag bijvoorbeeld niet worden toegepast in combinatie met inwendig gebruikte antibiotica met name tetracycline. Een dergelijke combinatie verhoogt de bloeddruk in het hoofd gevaarlijk. Gedurende de behandeling moet regelmatig bloedonderzoek worden uitgevoerd, omdat het middel onder meer de vetstofwisseling kan beïnvloeden. Hierbij worden de functies van de lever en het cholesterol gecontroleerd. Daarnaast wordt maandelijks een zwangerschapstest uitgevoerd. Isotretinoïne kan ook worden ingezet voor de behandeling van andere huidaandoeningen, zoals rosacea, acne fulminans en acne conglobata. Tenslotte wordt het ook gebruikt tegen andere huidziekten, zoals psoriasis. Isotretinoïne is verkrijgbaar als gel (Isotrex®) om op de huid te gebruiken en als tablet/capsule (Roaccutane®) om in te nemen. In Nederland is het merk Roaccutane® niet gemakkelijk verkrijgbaar, wel het alternatief Isotrex®. Medicijnen met isotretinoïne worden onder verschillende merknamen verkocht. Enkele andere merknamen naast Roaccutane® zijn Accutane®, Sortret®, Amnesteem®, Claravis®, Isotroin®, Aknenormin® en Atretin®. Roacuttane® Roaccutane®/Accutane® (isotretinoïne) is een medicijn dat wordt gebruikt voor de behandeling van middelmatige tot ernstige acne. De werkzame stof in Roaccutane® heet isotretinoïne en valt onder de groep geneesmiddelen genaamd retinoïden. Het is zeer effectief tegen matige tot ernstige acne, heeft

roaccutane accutane


150 150

Handboek Acne

ontstekingsremmende eigenschappen en vermindert de aanmaak van overmatig geproduceerd talg. Roaccutane® kan effectief zijn bij de behandeling van ernstig ontstoken pustels. Het gebruik ervan kan echter gepaard gaan met ernstige tot zeer ernstige bijwerkingen. Het zijn dezelfde bijwerkingen zoals hierboven beschreven bij isotretoïne.

4.3 Overige medische behandelwijzen De overige medische behandelingen zijn meestal gericht op het verbeteren van de huidstructuur en het verminderen van achtergebleven acnelittekens. Dat gebeurt over het algemeen door het toepassen van een peeling. Deze kan mechanisch uitgevoerd worden met bijvoorbeeld cryotherapie, dermabrasie of microneedling. Ook kan een peeling chemisch uitgevoerd worden. Daarvoor worden zuren ingezet zoals glycol- of salicylzuur, fenol of trichloorazijnzuur, TCA. De medische behandelingen worden uitgevoerd door een plastischof cosmetisch arts, een dermatoloog of een huidtherapeut. Veel peelings kunnen ook door de schoonheidsspecialist worden uitgevoerd, maar dat gebeurt op een oppervlakkiger niveau. Mechanische peelings De huid kan mechanisch worden verdund of afgeschaafd met cryotherapie, dermabrasie, microneedling of mesotherapie. cryotherapie

• Cryotherapie/cryochirurgie Bij cryotherapie worden kleine, goedaardige afwijkingen aan het huidoppervlak bevroren. De huidtherapeut gebruikt vloeibare stikstof N2 (temperatuur -195,6 °C) om de oneffenheid te laten ‘verdampen’ waarna het wondje snel geneest. Er kan ook worden bevroren met CO₂-sneeuw (kooldioxide). De behandeling met CO₂- of koolzuursneeuw is minder effectief, 1 tot 5 mm bereik omdat de laagst bereikbare tempe- Bevroren gebied ratuur -79 °C is. Vooral cysteuze vormen van acne - 120° C kunnen hiermee behandeld worden. - 80° C Door de optredende ontstekings­ - 50° C reactie wordt de cyste teruggedrongen. Deze behandeling heeft geen Puistje


Medische behandeling

effect op ­comedonen. Cryochirurgie is eigenlijk ook cryotherapie, maar deze term wordt gebruikt voor het op een gecontroleerde manier bevriezen van maligne tumoren. Cryochirurgie wordt de laatste jaren minder vaak toegepast. • Dermabrasie Dermabrasie is een mechanische peeling die de dode huidcellen verwijdert en zo de huid gladder maakt. Ook andere onregelmatigheden van de huid en littekens kunnen hierdoor minder zichtbaar gemaakt worden. Bij dermabrasie wordt de huid (derma) tot in de papillaire dermis (dit is het laagje onder de opperhuid) afgeschaafd (abrasie). De plastisch chirurg past dermabrasie vooral toe voor het verwijderen van tatoeages, rimpels en littekentjes van acne. Bij oppervlakkige, niet te diepe littekens is het resultaat het beste. Deze behandeling vindt plaats onder algehele of plaatselijke verdoving. De keuze is afhankelijk van de grootte van het te behandelen huidoppervlak. Voor de arts met de behandeling begint, wordt de te behandelen huid goed schoongemaakt. Om de huid af te schaven, wordt een snel ronddraaiende borstel met staaldraad of een snel ronddraaiende schijf met diamantkorrels gebruikt. Ook kan deze behandeling worden uitgevoerd met fijne kristallen. Met een speciaal mondstuk wordt met een stroom van microkristallen de huid afgeschuurd. Deze methode noemen we ook wel microdermabrasie. Het afschaven, gebeurt bij een hoog toerental, waarbij de uitgeoefende druk bepalend is voor de te bereiken diepte. Het kan noodzakelijk zijn een huidafwijking meerdere keren met dermabrasie te behandelen. Door het vooraf bevriezen van de huid met een cryospray wordt de huid voor de dermabrasiebehandeling strak en stijf gemaakt. De behandeling met dermabrasie wordt toegepast bij een huid met acnelittekens. Een nadelig gevolg van dermabrasie is oppervlakkige hypopigmentatie, waardoor de grens tussen de behandelde huid en de normale huid opvallend kan zijn.

151

cryochirurgie

dermabrasie


152 152

microneedling

Handboek Acne

• Microneedling Bij microneedling worden zeer fijne naaldjes gebruikt om de lederhuid licht te beschadigen. Dit stimuleert de celdeling en de aanmaak van collageen en elastine, waardoor de huid sterker, soepeler, egaler van kleur en dikker wordt. Microneedling wordt succesvol toegepast bij (acne)littekens, een door de zon beschadigde huid, grove poriën en/of grove huid­structuur, melasma (zangerschapsmasker), rimpels en fijne lijntjes, cellulitis, striae en andere afwijkingen in de huidstructuur. Er zijn verschillende soorten apparaten en instrumenten op de markt die deze ‘naaldtechniek’ mogelijk maken. Zo is er de dermaroller, de dermastamp, de dermapen of het fractional microneedlingapparaat. Bij een huid- of dermaroller zitten er zo’n 200 zeer fijne naaldjes op een rolletje. Deze roller kan gemakkelijk over het te behandelen gebied heen en weer gerold worden. Voor een meer plaatselijke behandeling is er een kleine stamper met enkele naaldjes. Hierbij kan de huid handmatig en selectief verwond worden. Een vergelijkbare methode is een pen, de dermapen of het ­fractional microneedlingapparaat, waarmee trillende naaldjes mechanisch en snel over de huid bewogen worden. Hoe diep de naalden de huid binnengaan, varieert van 0,2 mm tot en met 3 mm. Patiënten kunnen thuis de huid behandelen met naalden van 0,2 en 0,3 mm. Voor een paramedische behandeling gebruikt de huidtherapeut naalden met een lengte van tussen de 1 en 2 mm, in uitzonderlijke gevallen zelfs met een lengte van 3 mm. De microneedlingtechniek wordt ook wel collageen inductietherapie genoemd. De fijne naaldjes stimuleren de huid om collageen en elastine aan te maken. Collageen verstevigt de huid en elastine maakt de huid soepeler. Door de verschillende naaldjes worden kleine verticale geultjes in de huid gemaakt die aan de buitenkant niet echt zichtbaar zijn. Er ontstaan microkanalen die samenknijpen en bijdragen aan verhoogde opname van actieve werkstoffen in de huid.


Medische behandeling

153

Na een behandeling ziet de huid er direct rood uit. Dit effect zal tot enkele dagen na de behandeling zichtbaar zijn. Na een intensieve behandeling kunnen enkele kleine ontstekingen, puntbloedinkjes en/of kleine blauwe plekjes ontstaan, deze trekken vanzelf weer weg. De huid moet enkele weken na de behandeling goed beschermd worden tegen de zon door het aanbrengen van zonnebrandcrème met een hoge spf-factor. De behandeling is in sommige gevallen goed te combineren met microdermabrasie of fruitzuur-, salicylzuur- en TCA-peelings. De huid zal na de behandeling roze tot rood kunnen worden. Ook is het mogelijk dat de huid gaat schilferen of licht gaat zwellen. In een enkel geval kunnen er korstjes ontstaan. Microneedling kan onder andere toegepast worden tegen: fijne lijntjes, rimpels, huidverslapping, acne- of andere littekens, zonbeschadiging, pigmentstoornissen, grove huidstructuur of vergrote poriën, striae, cellulitis en alopecia. Acnelittekens, striae en fijne lijntjes worden oppervlakkiger. Het effect van de behandeling is niet direct zichtbaar. De huid heeft tijd nodig om het collageen en elastine aan te maken (minimaal zes weken). Dit proces kan wel een paar maanden duren en vraagt dan ook meerdere behandelingen. Er zijn al wel resultaten te zien in de loop van de behandelkuur, maar het eindresultaat is er pas vier tot zes maanden na de laatste behandeling. In het geval van littekenverbetering en bij de behandeling van pigmentvlekken is er al eerder resultaat te zien. Beide verbeteren aanzienlijk binnen twee tot drie maanden. • Chemische peeling chemische peeling Een chemische- of medische peeling stimuleert de aanmaak van nieuw collageen en verwijdert de verouderde opperhuid met ac- medische peeling tinische keratosen, vlekken en rimpels. Bij een chemische peeling wordt het bovenste laagje van de huid verwijderd met behulp van vloeistoffen die op de huid worden aangebracht. De gewenste diepte van de peeling en het beoogde effect van de behandeling bepalen de keuze van het product. Lichte peelings kunnen worden uitgevoerd met vloeistoffen die melkzuur en fruitzuren kunnen bevatten. Voor de diepere peeling wordt vaak gebruik gemaakt van Trichloorazijnzuur (TCA) of fenol.


154 154

Handboek Acne

Door het variëren van de concentratie en hoeveelheid vloeistof kan een peeling op verschillende dieptes worden uitgevoerd. Hoe dieper de peeling, hoe beter het resultaat. Bij een lichte peeling is de huid binnen enkele dagen weer genezen. Na een middeldiepe peeling duurt de genezing ongeveer zeven tot tien dagen. Chemische peelings hebben een keratolytisch effect tot aan het stratum granulosum. Het aanbrengen van de chemische peeling zorgt voor celvernieuwing in het Stratum corneum en stimuleert de collageensynthese in de oppervlakkige dermis. De intensiteit van de peeling berust op de pH-concentratie en de inwerkingstijd van het product. Door een chemische peeling wordt de huid oppervlakkig verwond. Na genezing zal de huid een verbeterde huidtextuur hebben. Met name een huid met acnelittekens kan door een chemische peeling verbeteren. Een chemische peeling kan in drie gradaties toegepast worden: oppervlakkige peeling

medium-diepe peeling diepe peeling

• een oppervlakkige peeling, die niet dieper werkt dan de papillaire laag van de lederhuid. De oppervlakkige peeling maakt acnelittekens en wijde poriën minder opvallend. Het effect hiervan is tijdelijk en de behandeling kan herhaald worden. Voor deze peeling wordt 20-35% trichloorazijnzuur, glycolzuur, melkzuur of een combinatie van salicylzuur, resorcine en plantenenzymen gebruikt. Een chemische peeling kan niet gecombineerd worden met een behandeling met antibiotica of een behandeling met isotretinoïne; • een medium-diepe peeling werkt tot de netvormige laag van de lederhuid. Voor deze peeling wordt 40-50% trichloorazijnzuur of 88% vloeibaar fenol gebruikt; • een diepe peeling werkt tot in de diepe dermis. Voor deze peeling wordt 88% vloeibaar fenol of een fenoloplossing (Baker’s solution) gebruikt, waarna afgedekt wordt met pleisters. De volledige genezing duurt een half jaar. In tegenstelling tot de oppervlakkige peelings (scrub, lysing) mag een middeldiepe peeling alleen worden uitgevoerd door


Medische behandeling

155

huid­therapeuten en dermatologen. Zowel de medium-diepe als de diepe peeling wordt toegepast bij acnelittekens. Het meest nadelige gevolg van een chemische peeling kan hypo- en hyperpigmentatie zijn. We onderscheiden vijf categorieën in de chemische peelings: • A HA’s (Alpha-hydroxyzuren) voorbeelden zijn melkzuur, glycolzuur, pompoenzuur, lichte peelings die geschikt zijn voor elk huidtype en huidskleur; • Tretinoïden (vitamine A zuur) bijvoorbeeld Retinol; • BHA’s (Bèta-hydroxyzuren) bijvoorbeeld salicylzuur; • TCA (Trichloorazijnzuren), middeldiepe peeling op basis van en combinatie van stoffen, waaronder in belangrijke mate trichloorazijnzuur; • combinatie van zuren (Jessner), diepe peeling die niet geschikt is voor mensen met een donkere- of mediterrane huid. Het is een combinatie van stoffen, waaronder 14% salicylzuur (een BHA), 14% resorcinezuur en 14% melkzuur (een AHA), een totaal aan zuren van 42%. Absolute contra-indicaties voor alle typen peelings zijn het gebruik van orale retinoïden binnen zes maanden voor de chemische peeling, slechte wondgenezing en actieve herpes- of bacteriële infectie. Relatieve contra-indicaties zijn zwangerschap, borstvoeding, Fitzpatrick huidtype V-VI, voorgeschiedenis met bestraling, zware rokers, en een voorgeschiedenis met vorming van hypertrofische of keloïdale littekens. Contra-indicaties voor diepe peelings, in geval van fenol, zijn ook nog cardiale afwijkingen. • Licht- en lasertherapie Licht (IPL)- en lasertherapie kunnen ingezet worden bij diverse huidaandoeningen, waaronder acne. Zowel met lichtflits- als laserapparatuur wordt gebruikt gemaakt van licht dat wordt omgezet in warmte. Hierdoor worden specifieke huidstructuren verhit en daarmee vernietigd. De werking is gebaseerd op het zelfde principe en wordt ook wel selectieve fotothermolyse genoemd. De werking van zowel lichtflits- als laserapparatuur is gebaseerd op hetzelfde principe, namelijk selectieve fotothermolyse. Bij een laserlamp wordt gebruik gemaakt van één specifieke golflengte (ook wel coherent licht genoemd). Hierdoor ontstaat een dunne, krachtige straal, waarmee diep in de huid gewerkt kan worden.

AHA’s Alphahydroxyzuren tretinoïden BHA’s Bètahydroxyzuren TCA Trichloorazijn­ zuren combinatie van zuren Jessner

licht (IPL)- en laser­ therapie


156 156

intense pulse light

Handboek Acne

Afhankelijk van de golflengte van de laserlamp kan één specifieke huidaandoening behandeld worden. Een lichtflitslamp zendt daarentegen vele lichtbundels met diverse golflengtes uit. Dat noemen we niet-coherent licht. Een flitslamp wordt ook wel IPL genoemd, wat staat voor Intense Pulse Light (intensief gebruik van licht). Door de vele golflengtes kunnen meerdere huidaandoeningen met hetzelfde apparaat behandeld worden. Door middel van een filter kunnen golflengtes tegengehouden worden, zodat maar één specifieke huidaandoening behandeld wordt. Omliggende structuren zullen enigszins beïnvloed worden door de verschillende golflengtes. Afhankelijk van de huidaandoening wordt gekozen voor lichtflitsof laserapparatuur. Het resultaat van de behandeling is verder van verschillende factoren afhankelijk, zoals het huidtype, instellingen van het apparaat en de kunde van de behandelaar. De behandeling met lichtflits- of laserapparatuur is niet gevaarlijk voor de huid. Wel is het van belang leefregels op te volgen om schade aan de huid te voorkomen. Het is bijvoorbeeld altijd belangrijk om de huid zowel voor als na de behandeling te beschermen tegen UV-straling.

Licht- en lasertherapie is geschikt voor lichte tot ernstige acne. Er zijn verschillende vormen van licht- en lasertherapie: intense pulsed light • Intense pulsed light (pulsed dye laser, PDL): een laser, waarbij een kleurstof als medium wordt toegepast. Deze laser is ge(pulsed dye laser schikt bij inflammatoire acne; PDL) • Infrarood diodelaser: laser met Infraroodlicht; Infrarood diode­ • Nd-Yag laser: de laser werkt bacteriedodend en door warmte laser van de laser wordt talg vloeibaar, zodat de poriën minder snel Nd-Yag laser verstopt raken. De Nd-Yag laser is geschikt voor milde en matige acne; • Fractional laser: er worden microscopische gaatjes in de huid fractional laser gemaakt. Als reactie op de warmte vormt de huid nieuw collageen, waardoor de huid gladder wordt. De behandeling is


157

Medische behandeling

geschikt bij acnelittekens; • F litslicht/IPL: het flitslicht werkt bacteriedodend en de talgproductie wordt gereduceerd. Er zijn minimaal acht behandelingen nodig voor een resultaat. De behandeling is geschikt voor actieve acne; • CO² laser: de laser verdampt de bovenste laag van de huid, waardoor de huid gladder wordt. De behandeling moet onder verdoving, omdat het te pijnlijk is. De huid heeft twee weken nodig om te herstellen. De behandeling is geschikt voor acne­ littekens; • Lichttherapie met UV-licht: heeft een helende werking bij verschillende huidaandoeningen; • Lichttherapie met blauwlicht. Door blauwlicht met een golflengte van 414 nanometer worden de Propionibacterium acne vernietigd.

• Fotodynamische therapie (PDT) Fotodynamische therapie - of afgekort PDT - is een behandeling met een geneesmiddel verwerkt in een crème, dat werkzaam wordt na blootstelling aan speciaal licht. Het middel wordt op de huid aangebracht en zorgt ervoor dat de huidcellen en -bacteriën lichtgevoelig worden. Bij belichting ontstaat er een reactie in de huidcellen die leidt tot het verminderen van ontstekingen in de talgklieren en het verdwijnen van bacteriën. Het lichaam zorgt voor opruiming van de ontstekingscellen en voor herstel van de huid. PDT is een combinatie van een lichtgevoelige stof (fotosensitiser) in gel-, spray- of crèmevorm en blootstelling aan blauw- of roodlicht en soms licht van een laser. De meest gebruikte fotosensitisers zijn 5-aminolevulinezuur en methylaminovulinezuur, stoffen die van nature in menselijke cellen voorkomen. Door het licht worden 5-aminolevulinezuur en methylaminovulinezuur in de huid opgenomen en ondergaan een chemisch proces, waarbij zuurstofmoleculen vrijkomen. De zuurstofmoleculen vernietigen

Flitslicht IPL

CO2 laser

lichttherapie UVlicht lichttherapie blauwlicht

fotodynamische therapie PDT


158 158

Handboek Acne

de Propionibacterium acnesbacteriën. Direct na de behandeling ziet de behandelde huid eruit als een schaafplekje, meestal rood, soms met blaren en oppervlakkige wondjes. De genezing duurt ongeveer tien dagen. In de eerste tijd na de behandeling is vaak een kleurverschil te zien dat verbetert in de loop van de tijd. De behandelfrequentie is één keer bij 5-aminolevulinezuur of twee keer bij methylaminovulinezuur. Er zit één week tussen behandeling één en twee. De fotosensitiser moet drie à vier uur inwerken. Daarna wordt de huid tien minuten belicht. Na een pauze van twee uur wordt de huid nogmaals tien minuten belicht. Tijdens het belichten ontstaat een branderige pijn. Na de behandeling treedt er roodheid, zwelling en korstvorming op. De huid geneest na twee tot zes weken. De huid moet gedurende deze tijd met een hoge factor beschermd worden tegen de zon. Beter is tijdelijk de zon vermijden. Er kunnen pigmentverschuivingen ontstaan. Een groot voordeel van deze behandelmethode is dat er in tegenstelling tot de traditioneel toegepaste antibiotica geen risico op ernstige bijwerkingen is. Samenvatting In dit hoofdstuk heb je geleerd wat de meest voorkomende medische behandelwijzen bij acne zijn. Je hebt kennisgenomen van de verschillende medische behandelingen, die zowel uitwendig als systemische kunnen worden toegepast. Ook heb je kunnen lezen welke huidverdunnende behandelingen medisch worden toegepast en wat de eventuele indicaties en contra-indicaties zijn. In het volgende hoofdstuk komt vooral het toepassen van de code van de schoonheidsspecialist bij het uitvoeren van de acnebehandelingen aan bod.


Medische behandeling

159


160 160

Handboek Acne

Over dit hoofdstuk Als acnespecialist zorg je ervoor dat de kans op het overbrengen van ziektekiemen zo klein mogelijk is. Daarvoor is een goede hygiëne een basisvoorwaarde. Naast hygiënisch werken, is ook gezond werken een vereiste. Ook cliënten stellen hygiënisch werken en een schone salon zeer op prijs. Dit hoofdstuk gaat over de bedrijfs- en persoonlijke hygiëne, specifiek voor de behandeling van acne. De regelgeving over deze onderwerpen kun je vinden in de ‘Code van de Schoonheids­specialist’. Hierin staan de wettelijke eisen en de aanbevelingen vanuit de branche over hygiënisch werken, arbeidsomstandigheden en milieu. Wat je vooraf moet weten Voordat je aan dit hoofdstuk begint, is het goed om te zorgen dat je basiskennis vanuit de ‘Code van de Schoonheidsspecialist’ op niveau is. Over de kennis die je daar hebt opgedaan, moet je in dit hoofdstuk kunnen beschikken. Begrippen die aan de orde komen in het examen: 5.1 Hygiëne in verband met acne 5.2 Reiniging, desinfectie en sterilisatie Wat leer je in dit hoofdstuk? In dit hoofdstuk leer je welke hygiënemethoden en maatregelen van belang zijn bij de acnebehandeling. Ook kun je hierna uitleggen wat reinigen, desinfecteren en steriliseren inhoudt, kun je de verschillende werkwijzen benoemen en weet je wat het verschil tussen deze drie is. Uiteindelijk is het doel dat je zelf kunt bepalen welke hygiëne­ maatregelen in de praktijk het beste genomen kunnen worden en kun je deze succesvol toepassen bij je behandelingen.


Hygiëne, ARBO en milieu

5

Inleiding Als acnespecialist werk je niet gewoon met mensen, maar je werkt met mensen met een huidprobleem. Dit huidprobleem, acne, gaat meestal gepaard met de aanwezigheid van veel verschillende soorten micro-organismen. Door je specifieke werk bestaat er voortdurend een kans dat er vreemde stoffen en/of micro-organismen worden verplaatst en dat de huid wordt beschadigd. Zoals je weet, kan er door verspreiding van micro-organismen besmetting plaatsvinden, die uiteindelijk een infectie tot gevolg kan hebben. Als je infecties en kruisbesmettingen wilt voorkomen, moet je daarom allereerst díe maatregelen nemen die de verspreiding en groei van micro-organismen tegengaan. Deze maatregelen worden ook wel hygiënemaatregelen genoemd. In het kader van dit boek beperken we ons tot de bedrijfs- en persoonlijke hygiëne en de verschillende methoden en middelen om hygiënisch de acnebehandeling te kunnen uitvoeren.

besmetting infecties kruisbesmettingen


162 162

Handboek Acne

Hygiëne Mensen verschillen als het gaat over schoon of hygiënisch. Wat de één schoon vindt, vindt de ander overbodig. Wat iemand schoon of vies vindt, hangt af van wat er van huis uit is meegegeven en waar iemand zich prettig bij voelt. Hygiëne in de gezondheidszorg en in de acnepraktijk is een ander verhaal. Daar gelden niet je eigen normen, maar die van de beroepsgroep; oftewel de professionele standaard. Hygiëne gaat om doen wat goed is voor jouw gezondheid en die van anderen. Hoe je ziekteverwekkers uit je praktijk en buiten je lichaam (en dat van anderen) houdt. De medische wetenschap is in de laatste drie eeuwen veel wijzer geworden over ziekteverwekkers en de daarbij passende hygiënische maatregelen. Er zijn veel ontdekkingen gedaan die de hygiëne en daarmee de gezondheid van heel veel mensen bevorderd hebben. Een belangrijk begin hiervoor was de uitvinding van de microscoop door Antoni van Leeuwenhoek in 1674. Hierdoor konden voor het eerst bacteriën worden waargenomen. Daarvoor wisten we eigenlijk van hun bestaan niet af. Later ontdekte Louis Pasteur dat bacteriën bederf en rotting veroorzaakten en werd het verband gelegd tussen koorts en ziektekiemen. Inmiddels weten we dat goede hygiëne bijdraagt aan gezondheid en dat het ziekten buiten de deur houdt. De twee belangrijkste redenen om hygiënisch te werken zijn: • voorkomen dat je anderen besmet; • voorkomen dat je jezelf besmet.

5.1 Hygiëne in verband met acne bedrijfshygiëne

Bedrijfshygiëne Onder bedrijfshygiëne verstaan we alle maatregelen die bij de bedrijfsvoering genomen worden om schade aan de gezondheid te voorkomen. Dat zijn bijvoorbeeld maatregelen om te voorkomen dat


Hygiëne, ARBO en milieu

micro-organismen worden verspreid en dat infecties ontstaan. Daaronder valt ook het schoonmaken van de verschillende ruimten in het bedrijf. Het doel van de bedrijfshygiëne is het verwijderen van de voedingsbodem van bacteriën, waardoor de bacteriën geen kans krijgen zich te vermeerderen. Tijdens het behandelproces moet voorkomen worden voorkomen dat jij of de cliënten worden besmet. Dit betekent dat het schoonmaken van de praktijkruimte, de instrumenten en de apparatuur belangrijk is. Het is zelfs zo belangrijk dat het wettelijk verplicht is! Er moet altijd met schoon materiaal in een schone omgeving gewerkt kunnen worden. Algemene hygiëne in en rond de huidverzorgingspraktijk Om de hygiëne en veiligheid voor, tijdens en na de acnebehandeling zo veel mogelijk te kunnen waarborgen, is het ook van belang dat de behandelruimte op de juiste wijze is ingericht en dat eventuele apparatuur wordt gebruikt, zoals door de fabrikant/leverancier is aangegeven en met de juiste bijbehorende middelen. Neem ter herinnering nog even het onderstaande door. Apparatuur voldoet aan CE-normering en het beste kan deze jaarlijks worden gecontroleerd. In de behandelruimte moet hygiënisch en verantwoord gewerkt worden. Op hoofdlijnen dient de werkruimte te zijn ingericht met: • goed reinigbare, gladde wanden en nietvocht doorlatende vloeren; • goed reinigbare stoel. De stoel is voorzien van een op minimaal 60 °C wasbare stoelhoes, papierrol of celstofsheets. Zorg voor voldoende handdoeken en gebruik voor elke cliënt schone handdoeken en nieuwe disposables. Ook handdoeken moeten minimaal wasbaar zijn op 60 °C; • de handenwasgelegenheid is bij voorkeur uitgerust met een elleboogkraan met warm en koud stromend water.

163


164 164

NEN 1500-norm

Handboek Acne

Als de handenwasgelegenheid niet met een elleboogkraan is uitgevoerd, moet er ook een dispenser met hand­alcohol of alcoholgel aanwezig zijn. De handen worden in dit geval na het wassen en drogen met hand­alcohol ingewreven. De handalcohol wordt aan de lucht gedroogd. Gebruik handalcohol of alcoholgel op basis van 70-80% alcohol en die voldoet aan de NEN 1500-norm om voldoende micro-organismen te doden. Let op: de handenwasgelegenheid in de behandelruimte wordt niet gebruikt voor het wassen van de handen na het toiletgebruik.

L OHO ALC SERS EN DISP

Houd ruimtes en materialen schoon en netjes door: • het opruimen van de hele praktijk en reinigen van de werkoppervlakken, sanitair en vloer; • voor de overige huishoudelijke schoonmaakklussen een rooster te maken en uit te voeren; • de afvalemmer tijdens de werkzaamheden binnen handbereik te plaatsen en wel zo, dat het weg te werpen vuil niet over schone materialen gaat; • niet te roken in de ruimtes van de praktijk; • geen huisdieren toe te laten tot de behandelruimte; • een telefoonbeantwoorder te gebruiken, zodat tijdens de behandeling de telefoon niet opgenomen hoeft te worden; • oppervlakken en apparatuur na contact met bloed, pus, wondvocht of ander besmet materiaal te desinfecteren. In andere gevallen is reiniging alleen voldoende; • vóór desinfectie altijd te reinigen; • de reinigings- en desinfectiemiddelen altijd volgens voorschrift te gebruiken. Kruisbesmetting Als ziekteverwekkende bacteriën van de huid van cliënt A terecht komen op de huid van cliënt B of op jouw huid, dan noemen we dat kruisbesmetting. Goede hygiëne in je werk als schoonheidsspecialist voorkomt dat mensen met een verminderde weerstand besmet raken met ziekteverwekkers, en daardoor ziek kunnen worden en in het ergste geval zelfs aan de gevolgen overlijden.


Hygiëne, ARBO en milieu

165

Mensen met besmettingen kunnen ook de behandelaar besmetten. Het is vooraf niet altijd duidelijk of iemand besmet is. Toch moet je er altijd rekening mee houden dat dat wel het geval is. Via bloed, lichaamsvocht, wonden, slijmvliezen en materialen kunnen ziekteverwekkers van de besmette persoon overgaan op jou als schoonheidsspecialist. Daarmee word je zelf een bron van besmetting. Jij kan een besmetting ook weer overdragen op een volgende cliënt. Micro-organismen kunnen ook via voorwerpen, zoals de handdoeken of de stoelhoes overgedragen worden. De Werkgroep Infectie Preventie (WIP) houdt zich bezig met het ontwikkelen van landelijke richtlijnen op het gebied van infectie­ preventie. Deze richtlijnen gelden als dé standaard in Nederland. Persoonlijke hygiëne Tot de individuele hygiëne hoort de zorg van ieder individu voor individuele hygiëne zichzelf. Individuele hygiëne heeft te maken met verstandige voeding, goede lichaamsverzorging, schone kleding, voldoende lichaams­ beweging, voldoende ontspanning en een regelmatige levenswijze. Een goede persoonlijke hygiëne draagt ook bij aan infectiepreventie in de praktijk van de acnespecialist en beschermt de behandelaar zelf ook tegen infecties. Hierbij gelden de volgende voorschriften: • nagels zijn altijd kortgeknipt en schoon, eventuele nagellak is intact. Kunstnagels zijn niet toegestaan, omdat ze een bron van besmetting kunnen vormen; • het haar is schoon en lang haar wordt opgestoken of bij elkaar gebonden gedragen; • eventuele baarden en snorren zijn goed verzorgd en kort geknipt; • in verband met het goed kunnen reinigen van de handen en de onderarmen is het dragen van ringen, armbanden en polshorloges niet toegestaan. Een sieraad in een piercing moet ook worden verwijderd. Als de piercing ontstoken is, moet hij worden gedesinfecteerd en afgeplakt;


166 166

Handboek Acne

• tijdens werkzaamheden worden alleen papieren zakdoekjes gebruikt, die na gebruik direct worden weggegooid. Daarna worden de handen gewassen en gedesinfecteerd; • in ruimten waar wordt behandeld, wordt niet gegeten en gedronken.; • werkkleding heeft zowel een herkenningsfunctie als een beschermende functie en dient daarom altijd te worden gedragen tijdens behandelingen. De werkkleding moet minimaal wasbaar zijn op 60 oC en wordt minimaal dagelijks, maar ook na zichtbare verontreinigingen vervangen. Ook wordt de werkkleding niet buiten de praktijk gedragen; • als de behandelaar zelf een infectie heeft, bijvoorbeeld een steenpuist of een nagelriemontsteking, mag zij/hij zelf de behandeling niet uitvoeren. Ook moet het contact waarbij overdracht mogelijk is, worden vermeden met cliënten die extra gevoelig zijn. Bijvoorbeeld cliënten die weerstand verlagende medicijnen gebruiken. Vanwege het risico op blootstelling aan bloed of lichaamsvloeistoffen behoort een acnespecialist gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B; • er wordt altijd handbescherming gedragen en goede handhygiëne toegepast om besmetting te voorkomen; handen wassen met zeep en handalcohol gebruiken voor en na iedere behandeling, ook bij het dragen van handschoenen. handhygiëne

Handhygiëne Handhygiëne wordt beschouwd als de belangrijkste maatregel om het risico van overdracht van micro-organismen, van behandelaar naar cliënt, te verminderen. Vooral op de handen komen veel microorganismen (bacteriën, virussen en schimmels) voor die toevallig op de huid zijn terechtgekomen en waaronder vaak ziekteverwekkende kiemen zitten. Om de overdracht via de handen van mens tot mens uit te schakelen, dient handhygiëne te worden toegepast. Onder handhygiëne wordt verstaan: handreiniging, handdesinfectie en handverzorging met bijvoorbeeld handcrème. Zoals je eerder hebt kunnen lezen, leven er verschillende micro-organismen op de huid. In die aanwezige micro-organismen is een grove scheiding aan te brengen, namelijk: • de residente micro-organismen, ofwel de blijvende flora; • de transiënte micro-organismen, ofwel de tijdelijke flora.


Hygiëne, ARBO en milieu

167

De residente flora bestaat uit micro-organismen die de huid koloniseren en zich daar vermenigvuldigen. Na het wassen van de handen met water en zeep blijft de residente flora grotendeels aanwezig. Deze is dus veel moeilijker te verwijderen dan de transiënte flora. Alleen met behulp van een desinfecterend middel kan het aantal residente micro-organismen worden teruggebracht. De residente flora bestaat voornamelijk uit Propionibacterium acnes en Staphylococcus epidermidis. Over het algemeen zijn residente micro-organismen weinig pathogeen. Tot de transiënte flora worden de micro-organismen gerekend die boven op de huid zitten en die daar gekomen zijn door contact met andere mensen of met voorwerpen en dergelijke. Deze micro-organismen worden tijdelijk genoemd, omdat ze door het reinigen van de handen met water en zeep gemakkelijk zijn te verwijderen. De transiënte flora bestaat uit veel soorten micro-organismen die door toeval, bijvoorbeeld door handcontact of contact met besmette voorwerpen of met feces, op de huid zijn terechtgekomen. De micro-organismen van de transiënte flora vermenigvuldigen zich niet. Er zijn natuurlijk veel verschillende soorten micro-organismen tot de transiënte flora behoren. Handreiniging Handreiniging is het verwijderen van vuil en een deel van de transiënte flora op de handen met water en zeep. De handen zijn een belangrijke besmettingsweg. De handen moeten gewassen worden met water en vloeibare zeep als de handen zichtbaar verontreinigd zijn. Het effect van desinfecterende zeep is van geen enkel toegevoegd belang. Desinfecterende zeep is minder effectief dan handalcohol. Als er geen zichtbare verontreiniging aanwezig is, is het inwrijven van de handen met handalcohol gelijkwaardig aan het reinigen met water en zeep.

handreiniging


168 168

handdesinfectie

handverzorging

Handboek Acne

Handdesinfectie Handdesinfectie is het door middel van een handalcohol snel reduceren van de transiënte en residente flora die op de handen aanwezig is. Handalcohol is de verzamelnaam voor de alcoholpreparaten die gebruikt worden voor (niet-operatieve) handdesinfectie en kan zowel op basis van ethanol, n-propanol of isopropanol zijn samengesteld. Toevoeging van chloorhexidine of een ander desinfectans levert geen bijdrage aan de onmiddellijk kiemdodende werking die alcoholen reeds uitoefenen, wel leidt dit tot een langer durend effect. Alcohol heeft geen reinigende werking en heeft geen effect bij virale infecties (zoals het NORO-virus of Clostridium Difficile). De huid is in staat om in zeer geringe mate wat alcohol te absorberen. De absorptie is echter zo gering, dat dit geen risico vormt. Alcoholresorptie door de huid wordt ook niet als een probleem gezien binnen de religies waar de consumptie van alcohol verboden is. Handreiniging of inwrijven van de handen met handalcohol wordt beschouwd als de belangrijkste maatregel om het risico van kruisbesmetting van de ene persoon naar de andere of van het ene lichaamsdeel naar het andere te verminderen. Handalcohol wordt bij voorkeur door middel van een dispenser verstrekt. Handverzorging Met handverzorging bedoelen we datgene dat wordt gedaan om de handen in goede conditie te houden. Dit zijn bijvoorbeeld het kort­ houden en verzorgen van de nagels en het aanbrengen van handcrèmes om uitdroging en kloofvorming tegen te gaan. Door het vaak toepassen van handhygiëne, vooral wassen, kan de huid uitdrogen en geïrriteerd raken. Dit kan worden tegengegaan door het gebruik van een hydraterende huidcrème. Hiermee wordt uitdroging van de huid tegengegaan. Potten handcrème mogen niet worden gebruikt, omdat de handcrème dan gemakkelijk besmet kan raken.


Hygiëne, ARBO en milieu

Indicaties voor het wassen van de handen en handdesinfectie Handen worden gewassen met water en vloeibare zeep: • bij zichtbaar vuil; • bij plakkerig aanvoelen; • na bezoek van het toilet. Na het wassen van de Voor schone/ handen met water en steriele handelingen zeep wordt vervolgens 2 géén handdesinfecvoor contact de cliënt 4 Nametcontact 1 met de cliënt tie toegepast, omdat dubbele handhygiëne een te grote belasting contact met 3 Nalichaamsvloeivan de handen is. Ook stoffen cliënt verdunt het resterende Na aanraken van 5 omgeving de cliënt vocht aan de handen de alcoholconcentratie, waardoor het onwerkzaam wordt. Handen worden gedesinfecteerd: • voor contact met de cliënt; • voor contact/het werk met invasieve hulpmiddelen, zoals naaldjes, ook bij gebruik van handschoenen; • na hoesten of niezen; • na direct contact met lichaamsvloeistoffen van de cliënt; • na contact met de cliënt of de omgeving van de cliënt; • na het uittrekken van handschoenen. Techniek handreiniging Als de handen zichtbaar verontreinigd zijn of plakkerig aanvoelen, worden ze altijd gewassen met water en zeep. 1. Ringen, armbanden, kunstnagels en nagellak en polshorloges worden niet gedragen, evenmin als kleding met lange mouwen. 2. Open de kraan met lauw water. Elleboogkranen moeten altijd met de elleboog worden bediend. De temperatuur van het water moet prettig zijn voor de handen en het water moet flink doorstromen. 3. Maak de handen nat met water uit een flink stromende kraan. Voorzie de handen van een laag vloeibare zeep uit een dispenser zonder het tuitje van de dispenser aan te raken.

169


170 170

Handboek Acne

4. Wrijf de handen gedurende tien seconden goed over elkaar. Vingertoppen, duimen en gebieden tussen de vingers en ook de polsen moeten goed ingewreven worden. 5. Spoel goed af onder flink stromend water, waarbij het water van de pols naar de vingertoppen toe moet vloeien, doe dit minimaal 20 seconden. 6. Droog de handen goed af met een schone, droge (papieren) handdoek of een stuk keukenrol, ook de polsen en tussen de vingers. 7. Sluit de kraan met de (papieren) handdoek of elleboog. Techniek handdesinfectie met handalcohol Als de handen niet zichtbaar zijn verontreinigd, kan er gekozen worden voor handdesinfectie. Bij virale infectie (Noro-virus) heeft gebruik van handalcohol geen effect en worden de handen gewassen met water en zeep. Het voordeel van het gebruik van handalcohol is de tijdwinst ten opzichte van het wassen van de handen met water en zeep. Handalcohol is huidvriendelijk, omdat aan de alcohol een terugvettende substantie is toegevoegd die zorgt voor bescherming van de huid. De volgorde is: 1. Ringen, armbanden, kunstnagels, nagellak en polshorloges worden niet gedragen, evenmin als kleding met lange mouwen. 2. Breng uit de dispenser handalcohol aan op de droge handen, zonder daarbij het tuitje van de dispenser aan te raken. 3. Neem zoveel handalcohol dat het kuiltje van één hand met handalcohol is gevuld. Deze hoeveelheid is nodig om de handen gedurende de volledige inwerktijd van de handalcohol (30 seconden) nat te houden. 4. Wrijf de handen nu gedurende ongeveer 30 seconden zorgvuldig over elkaar tot ze droog zijn. Ook de vingertoppen, duimen, gebieden tussen de vingers en de polsen moeten grondig met de handalcohol worden ingewreven.


171

Hygiëne, ARBO en milieu

Hoe ontsmet ik mijn handen met handalcohol?

1a

Hoe was ik mijn handen met water en zeep?

1b

0

Bevochtig de handen met water

Neem een handvol handalcohol (ongeveer 3 ml)

2

3

Wrijf de handpalmen tegen elkaar

7

Wrijf de duim van elke hand in met de palm van de andere hand

Spoel de handen goed af zodat alle zeepresten verwijderd worden

20 à 30 sec

Wrijf de rechterhandpalm tegen de linkerhandpalm met de vingers van beide handen tussen elkaar

6

8

Neem een voldoende hoeveelheid zeep

4

Wrijf de rechterhandpalm over de linkerhandrug en omgekeerd

5

Breng de achterkant van de vingers in de andere handpalm en wrijf de vingers tegen deze handpalm heen en weer

1

Wrijf de vingertoppen van elke hand draaiend in de palm van de andere hand

9

Dep de handen droog met een wegwerphanddoekje

10

Sluit de kraan met het wegwerphanddoekje zodat de handen niet opnieuw besmet worden

40 à 60 sec


172 172

Handboek Acne

5. Bij niet of onvoldoende droging van de alcohol is het effect minder en bestaat bovendien de kans bij aansluitend gebruik van handschoenen op huidirritatie. Open huidaandoeningen zoals wondjes, kloofjes en eczeem moeten afgeplakt worden met goed afsluitbare waterafstotende pleister en er moeten wegwerphandschoenen gedragen worden tijdens de behandeling. handbescherming

Handbescherming Je beschermt je handen door het dragen van disposable- of wegwerphandschoenen. Disposable handschoenen zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. In onze branche worden drie soorten handschoenen gebruikt, namelijk vinyl, latex en nitril. Ook zijn er nog vingercondooms. Deze worden door de acnespecialist niet zoveel gebruikt. In de zorg worden ze bijvoorbeeld gebruikt als iemand een wondje heeft of voor het inbrengen van een zetpil. Vingercondooms zijn verkrijgbaar in verschillende maten en zijn gemaakt van latex. Disposable handschoenen of vingercondooms moeten altijd gebruikt worden als er kans is op besmetting. Bij de behandeling van acne is dat altijd. Handschoenen of vingercondooms worden na gebruik altijd weggegooid. De algemene eisen, die aan disposable handschoenen worden gesteld, zijn een CE-markering met een code van vier cijfers en voldoen aan NEN-EN 455-1, 2 en 3 (bijvoorbeeld nitril, vinyl of latex handschoenen), geschikt voor eenmalig gebruik, goed passend (aan de vingertoppen strak en bij de knokkels niet te strak) en hypoallergeen. De handschoenen worden altijd binnenstebuiten uit getrokken.

latex hand­ schoenen

Voordelen en nadelen van disposable handschoenen: 1. Latex handschoenen. Latex is een natuurproduct dat gewonnen wordt uit de rubberboom. Oorspronkelijk kwam dit rubber alleen uit Brazilië, maar tegenwoordig is Azië de grootste producent. Het voordeel van Latex is dat het materiaal stevig en zeer elastisch is en de handschoen een goede pasvorm heeft. Ook behoud je bij de latexhandschoen een goed tastgevoel, heeft de handschoen een slipvaste grip en een optimale zweetabsorptie.


Hygiëne, ARBO en milieu

173

Verder bieden ze een goede bescherming tegen bacteriën en virussen en zijn ze beter voor het milieu dan nitril of vinyl. Een belangrijk nadeel is dat veel mensen een latexallergie hebben, waardoor deze handschoenen beter niet gebruikt kunnen worden in de salon. Je weet immers vooraf niet of je cliënt een latex­ allergie heeft. Ook beschermen latex handschoenen slecht bij gebruik van oliën en vetten. 2. N itril handschoenen. Handschoenen van Nitril lijken het meest op Latex handschoenen, maar zijn wel geschikt bij een latex-allergie. Nitril handschoenen hebben de langste levensduur, omdat ze erg stevig zijn, een grotere trekkracht hebben en niet snel gaan scheuren. Ook nitrilhandschoenen geven een goed tastgevoel. Daarnaast zijn ze wel geschikt bij gebruik van oliën, vetten, zuren en basen. Ze hebben eigenlijk geen nadelen of het moet de iets hogere aanschafprijs zijn.

nitril hand­ schoenen

3. Vinyl handschoenen. vinyl hand­ Vinyl handschoenen hebben ook een schoenen goede pasvorm, maar vinyl is een zachter materiaal dan latex en daardoor minder stevig dan latex of nitril. Ze zijn in het bijzonder geschikt voor een gevoelige huid en bij een latex-allergie. Ook zijn ze geschikt bij gebruik van oliën, vetten, zuren en basen. Het nadeel is dat er meer plastic in verwerkt is dan in nitril handschoenen. Ook is vinyl minder sterk en is de pasvorm minder; ze zitten losser. Vinyl handschoenen zijn niet geschikt bij gebruik van essentiële oliën.


Accidenteel bloedcontact Prikaccidenten Bij een prik- of snijaccident komt bloed (of een andere lichaamsvloeistof) van een persoon via een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een injectienaald of scalpel, in het lichaam van een ander. We noemen dat kruisbesmetting. In de meeste gevallen is de kans op overdracht klein. Omdat het echter daarbij kan gaan om ernstige infecties, zoals een besmetting met hepatitis B-virus (HBV), hepatitis C-virus (HCV) of HIV, moet je hier toch voorzichtig mee zijn. Tegen besmetting met hepatitis B is, in tegenstelling tot HIV en HCV, vaccinatie mogelijk. Het is dan ook aan te bevelen om je preventief te laten inenten.

10 4 2

prik- of snij­ accident

Bij Latex en Vinyl handschoenen heb je de keuze tussen gepoederde en ongepoederde handschoenen. Een gepoederde handsschoen is voorzien van maiszetmeel en dit zorgt ervoor dat je de handschoen makkelijker aantrekt. Daarnaast wordt vocht of zweet beter opgenomen in een gepoederde handschoen. Als je de handschoen lang draagt, wordt een gepoederde handschoen als comfortabeler ervaren. In sommige werkomgevingen zijn gepoederde handschoenen niet toegestaan. Als er bijvoorbeeld gewerkt wordt in de voedsel­ industrie mag er geen poeder in het eten komen.

8

gepoederde hand­ schoen

Handboek Acne

6

174 174


Hygiëne, ARBO en milieu

Van bloed overdraagbare aandoeningen komt asymptomatisch dragerschap voor, dat wil zeggen dat iemand het virus bij zich kan hebben zonder klinische verschijnselen. De grootste kans op besmetting doet zich voor bij een prikaccident, als bloed van iemand in contact komt met het bloed van een ander. Risico op overdracht bestaat echter ook bij een spataccident (bloed, lichaamsvloeistof of speeksel komt terecht op slijmvliezen). Risicovolle momenten voor een accidenteel bloedcontact zijn: • het inprikken van de huid van de cliënt bij het verwijderen van pustels, of comedonen; • het insnijden van de huid met een scalpelmes om talgcysten of pustels te verwijderen. Daarnaast kan een prikongeval ook plaatsvinden bij het opruimen van een gebruikt naaldje. Via prikaccidenten kunnen hepatitis B, hepatitis C en HIV worden overgedragen. Of een prikaccident ook echt tot een infectie leidt, is afhankelijk van: • de aard van het accident, is er het daadwerkelijk bloed of andere lichaamsvloeistoffen overgedragen en hoeveel; • de serostatus van de bron, bevat het bloed of de lichaamsvloeistoffen virusdeeltjes; • de immuunstatus van het slachtoffer, is het slachtoffer al beschermd door vaccinatie of immunisatie? Preventie van accidenteel bloedcontact Gebruik voor iedere pustel een schone nieuwe naald. Ook gebruik je een nieuwe naald voor iedere comedo, waarbij pus of bloed vrijkomt. Het veiligst is het gebruik van massieve naalden. Holle naalden vormen altijd een risico, omdat daar micro-organismen in kunnen komen tijdens het gebruik. Het desinfectiemiddel kan niet goed in de holle naald komen. Daardoor kunnen de micro-organismen ook niet goed bereikt worden. Om een accidenteel bloedcontact te vermijden, let je heel goed op de onderstaande punten: • naalden mogen niet worden gebogen, afgebroken of iets dergelijks; • een gebruikt naaldje mag nooit terug gedaan worden in de verpakking; • naaldjes worden zonder hulsje in de naaldencontainer gedeponeerd;

175

accidenteel bloed­ contact

aard van het accident serostatus van de bron immuunstatus van het slachtoffer


176 176

Handboek Acne

• n aaldcontainers zijn de enig toegestane depots voor gebruikte naalden en andere kleine scherpe voorwerpen zoals scalpelmesjes; • naalden mogen nooit los in een plastic vuilniszak worden gedaan; • naaldcontainers moeten voldoen aan de gestelde eisen, ze zijn van hard plastic en zijn zodanig afsluitbaar dat ze niet open kunnen gaan en niet heropend kunnen worden. Ook zijn ze ondoordringbaar voor naalden en mesjes en zijn bovendien lekdicht; • naaldcontainers mogen niet te vol worden gedaan en ze worden vervangen als de aangegeven lijn is bereikt. Het doel van een naaldencontainer is voorkomen van prikaccidenten. Door de naaldencontainer op de juiste wijze te gebruiken en af te voeren, bescherm je niet alleen jezelf, maar ook je klanten. Als de naaldencontainer vol is, moet je hem zodanig sluiten dat hij niet meer open kan. Daarna lever je hem in bij een depot voor chemisch afval. Handelwijze na accidenteel bloedcontact Mocht er toch contact zijn geweest met het bloed of de lichaamsvloeistoffen van een cliënt, dan dienen de volgende stappen te worden genomen: • de wond wordt gespoeld en gedesinfecteerd met een huid­ desinfectans. Na accidenteel bloedcontact laat je de wond goed doorbloeden en spoel je de wond (met water of fysiologisch zout). Daarna desinfecteer je de wond met een huiddesinfectans (alcohol 70% of chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%). Bij besmetting van de slijmvliezen spoel je direct en zo goed mogelijk met water of fysiologisch zout; • de instelling of het bedrijf waar je werkt, moet afspraken hebben gemaakt over de verdere afhandeling van een accidenteel bloedcontact. Dit kan op verschillende manieren worden geregeld, bijvoorbeeld via de ARBO-dienst of via de GGD. RIVM (RIVM/LCI)

Door het Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziektenbestrijding van het RIVM (RIVM/LCI) is een draaiboek met betrekking tot de handelwijze na een prikaccident ontwikkeld. Je kunt dit draaiboek raadplegen via www.lci.rivm.nl/richtlijnen/prikaccidenten


Hygiëne, ARBO en milieu

177

Het is belangrijk dat er bij een prikaccident contact wordt opgenomen met de bedrijfsarts, spoedeisende hulp, de huisarts of de GGD. Zij beoordelen het prikaccident met behulp van landelijke richtlijnen waarin de volgende stappen zijn opgenomen: 1. het beoordelen van de aard van het prikaccident door een arts. De arts maakt een risico-inschatting op basis van de aard van het accident; 2. het controleren van de immuunstatus van het slachtoffer; vaccins of doorgemaakte infectie van hepatitis B; 3. het achterhalen van de serostatus van de bron van het prikaccident; 4. maatregelen indien de bron besmet is met hepatitis B; 5. maatregelen indien de bron besmet is met hepatitis C; 6. maatregelen indien de bron besmet is met HIV; doorverwijzing naar aidsbehandelaar en slachtoffer binnen twee uur na het prikaccident behandelen; 7. nacontrole; 8. voorlichting en preventie van verdere verspreiding van hepatitis B, hepatitis C en HIV.

5.2 Reiniging, desinfectie en sterilisatie Schoonmaken of huishoudelijk reinigen Reinigen, of schoonmaken, is het verwijderen van zichtbaar vuil en onzichtbaar organisch materiaal om te voorkomen dat microorganismen zich kunnen handhaven, vermeerderen en verspreiden. De keuze voor nat of droog reinigen, is afhankelijk van de aard van de vervuiling en de ruimte. Er komt veel kijken bij een goede schoonmaak. Als er verkeerd wordt schoongemaakt, kunnen er micro-organismen achterblijven of zelfs verspreid worden. Schoonmaken of huishoudelijk reinigen van oppervlakken, materialen schoonmaken huishoudelijk en instrumenten kun je doen met een allesreiniger. Let op: vermeng reinigen nooit verschillende schoonmaakmiddelen met elkaar! Gebruik de schoonmaakmiddelen altijd volgens de aanwijzingen op de verpakking. Draag bij schoonmaken ook altijd handschoenen. De praktijkruimte moet minimaal wekelijks schoongemaakt worden. De behandelstoel en de werktafel dagelijks. Afvalzakjes worden meteen na elke cliënt weggegooid.


178 178

Handboek Acne

Als je een pedaalemmer gebruikt, mag deze niet met de hand worden aangeraakt. Ook maak je deze dagelijks schoon. microvezeldoekjes

Methode van reiniging Aanbevolen wordt het gebruik van microvezeldoekjes. Deze hebben namelijk de eigenschap dat ze het vuil in zich opnemen, zodat het ook echt verdwijnt. Je gebruikt ze vochtig en zonder schoonmaakmiddel. Na gebruik in de wasmachine wassen op minstens 60 °C, zonder wasverzachter. Eventuele vervuiling door organisch materiaal kun je eerst met een tissue verwijderen voordat je gaat schoonmaken. Voor de dagelijkse reiniging van sanitair wordt een alkalisch reinigingsmiddel geadviseerd. Voor preventie en verwijdering van kalkaanslag van wasbakken en toiletten wordt een zuur (ontkalkings)middel geadviseerd. Aandachtspunten voor huishoudelijke reiniging: • geef iedereen die schoonmaakt instructie over de manier van schoonmaken en de middelen die ze hiervoor moeten gebruiken; • maak eerst ‘droog’ (afstoffen, stofzuigen) schoon en daarna ‘nat’ (vochtig doekje, stomen, dweilen); • maak schoon van ‘schoon’ naar ‘vuil’ en van ‘hoog’ naar ‘laag’.; • maak alleen schoon met middelen die ook daadwerkelijk als schoonmaakmiddel worden verkocht, zoals een allesreiniger. Gebruik de middelen volgens de instructies op de verpakking;


Hygiëne, ARBO en milieu

• meng schoonmaakmiddelen nooit met andere middelen. Mengen geeft risico op giftige gassen, verlaagde kwaliteit en slechter resultaat; • draag handschoenen bij het schoonmaken van voorwerpen of oppervlakken waar lichaamsvloeistoffen op (kunnen) zitten. Kan jouw kleding bij het schoonmaken in contact komen met lichaamsvloeistoffen? Draag dan ook een wegwerpschort. Gooi de handschoenen en het schort weg na het schoonmaken; • let tijdens het schoonmaken vooral op plekjes en voorwerpen je veel aanraakt, zoals kranen, handvatten van lades en kastjes, lichtschakelaars, deurklinken en doorspoelknoppen.

De schoonmaakmiddelen zelf moeten ook goed worden schoongemaakt, gedroogd en opgeruimd worden. Daarvoor gelden de volgende regels: • gebruik dagelijks schone materialen; • vervang schoonmaakmaterialen en sopwater als deze zichtbaar vuil zijn; • was schoonmaakmaterialen, zoals moppen en doeken, na gebruik op 60 °C. Laat ze daarna drogen, aan de lucht of in een wasdroger. Of gebruik wegwerpmaterialen en gooi deze direct na gebruik weg; • maak schoonmaakmaterialen, die niet in de wasmachine kunnen en niet weggegooid worden, zoals emmers en trekkers, na gebruik schoon en spoel ze af met water. Maak de materialen daarna handmatig droog, laat ze drogen op een schone ondergrond of hang ze op om te drogen (trekkers). Laat natte schoonmaakmate-

179


180 180

Handboek Acne

rialen na gebruik nooit in emmers achter, om te voorkomen dat ziekteverwekkers uitgroeien; • zijn de schoonmaakmaterialen die handmatig worden gereinigd, gebruikt bij het opruimen van bloed of andere lichaamsvloeistoffen met zichtbare bloedsporen? Dan moeten ze, nadat ze zijn schoongemaakt, ook worden gedesinfecteerd; • vervang het filter van de stofzuiger zo vaak als de fabrikant voorschrijft; • berg schoonmaakmaterialen en -middelen op in een speciaal daarvoor bestemde opslagruimte. Wasgoed Vuile doeken en werkkleding met bloeden inktspatten kunnen besmet zijn met ziekteverwekkers. Om deze ziekteverwekkers te doden of te verwijderen, moet dit wasgoed na gebruik op een hoge temperatuur gewassen worden. Houd je hierbij aan het volgende: • verwijder dagelijks de vuile was uit de praktijkruimte; • verzamel de vuile was op één plek, gescheiden van schoon textiel; • vervoer vuile was altijd in gesloten (plastic) zakken; • was met bloed bevuilde kleding op 60 °C en droog het wasgoed in een droogtrommel of strijk het wasgoed; • gebruik geen verkorte wasprogramma’s. Reiniging van de huid (cliënt) De huid, ogen en lippen reinig je met daarvoor bestemde producten. Het borstelapparaat mag alleen op huid die intact is toegepast worden, dus niet bij huidbeschadigingen en (actieve) acne. Het reinigingsproduct verwijderen met watten, tissues of kompresdoek. De huid wordt als het nodig is gedesinfecteerd met alcohol 70% of chloorhexidine 0,5% in alcohol 70% (voorzien van RVG-nummer) of overige huiddesinfectiemiddelen (voorzien van RVG-nummer). Een eventueel masker moet met de handen worden aangebracht.


Hygiëne, ARBO en milieu

181

Let op: bij acne mogen geen sponsjes, kwasten of borstels gebruikt worden. Lees meer hierover in het volgende hoofdstuk; Theorie van de praktijk. Desinfectie Er is een verschil tussen reinigen en desinfecteren. Door schoonmaken verwijder je stof en vuil. Zo raak je al veel ziekteverwekkers, die door stof en vuil worden afgeschermd, kwijt. Maar om zo veel mogelijk micro-organismen in bloed of lichaamsvloeistoffen te verwijderen, moet je na het reinigen ook desinfecteren. Door te desinfecteren, worden veel van de ziektekiemen gedood. Je gaat desinfecteren als steriliteit niet vereist is, maar wanneer alleen reinigen niet genoeg is, bijvoorbeeld na bloedcontact.

desinfecteren

Je kunt alleen desinfecteren als je eerst hebt gereinigd. Desinfecterende middelen werken namelijk niet als iets nog vuil of stoffig is. Als je echt alle ziektekiemen wilt doden, moet je steriliseren, daarover kun je verderop meer lezen. Reiniging van instrumenten, ruimtes en meubelen hoeft niet altijd te worden gevolgd door desinfectie. Desinfectie is alleen nodig als oppervlakten verontreinigd zijn met bloed, pus of wondvocht. Voorafgaand aan desinfectie moet wel altijd gereinigd worden, want zonder reiniging werkt desinfectie niet. Tijdens het reinigen en desinfecteren, moet er voor voldoende ventilatie gezorgd worden. Ook zijn huisdieren, eten, drinken en roken niet toegestaan in praktijkruimtes. Desinfectiemiddelen Reinigings- en desinfectiemiddelen moeten volgens gebruiksvoorschrift gebruikt worden. De juiste reinigingsproducten hebben een N-nummer dat vier of vijf cijfers bevat. Het juiste desinfectiemiddel is alcohol 70-80%. De alcoholen spelen van oudsher een belangrijke rol als desinfectiemiddelen. Ethyl- en isopropanolalcohol (ethanol respectievelijk isopropanol) zijn de meest gebruikte. Beide zijn snelwerkend bactericide, tuberculocide, fungicide en virucide, maar niet sporicide. De activiteit neemt snel af beneden een concentratie van 50%, de optimale concentratie ligt tussen 60 en 90% (v/v).

N-nummer


182 182

Handboek Acne

Voor de juiste toepassing van desinfectie, met alcohol 70%, is het noodzakelijk dat er eerst een goede huishoudelijke reiniging heeft plaatsgevonden. Desinfectie van instrumenten Uitgangspunt is dat voorwerpen, die met niet-intacte huid of slijmvliezen in aanraking zijn geweest, na gebruik worden gereinigd en gedesinfecteerd met alcohol 70-80%. Voor het reinigen en desinfecteren van instrumenten moet je de volgende stappen nemen: 1. instrumenten verzamelen in een draadmandje en onderdompelen in een inactiveringsvloeistof (met N-nummer) gedurende bepaalde inwerktijd. Daarna worden instrumenten afgespoeld met schoon en koud leidingwater; 2. gebruik van de ultrasoonreiniger of instrumentenwasmachine voor reiniging en desinfectie; 3. om gedesinfecteerde instrumenten op te pakken, worden pincet, tang of wegwerphandschoenen gebruikt; 4. instrumenten aan de lucht laten drogen op een schone (disposable) doek; 5. instrumenten opbergen in een schone en afsluitbare bak of kast of onder een schone doek; 6. regelmatig desinfecteren met alcohol 70-80% of andere desinfectiemiddelen voorzien van N-nummer van vier of vijf cijfers.

steriel gedesinfecteerd

Sterilisatie Om te voorkomen dat tijdens medische ingrepen, of bij handelingen, waarbij de huid wordt doorboord, ziekten worden overgedragen, moeten de daarbij gebruikte instrumenten absoluut vrij zijn van ziekteverwekkende micro-organismen. Daarvoor moeten de instrumenten niet alleen worden gereinigd en gedesinfecteerd, maar ook gesteriliseerd. Afhankelijk van de toepassing moeten de instrumenten: • steriel (geheel vrij van levensvatbare micro-organismen) of • gedesinfecteerd (vrij van ziekteverwekkende micro-organismen) zijn. In de acnepraktijk werk je met steriele disposable naaldjes. De fabrikant van deze naaldjes staat er garant voor dat ze ook echt steriel zijn. Ze zitten afzonderlijk verpakt in een hulsje en zijn daarna ook nog afzonderlijk geseald. Tijdens het gebruik worden de naaldjes regelmatig gedesinfecteerd, maar niet meer gesteriliseerd. Als je dat zou willen, moet je gebruik maken van een sterilisator of autoclaaf.


Hygiëne, ARBO en milieu

183

Sterilisatie is een proces dat alle micro-organismen op of in een voorwerp doodt of inactiveert, zodanig dat de kans op aanwezigheid van levende organismen per gesteriliseerde eenheid kleiner is dan één op een miljoen. Over het algemeen zijn vegetatieve bacteriën zeer gevoelig, dus zijn deze eenvoudig te doden. Sporen van sommige bacteriën en van schimmels zijn juist heel moeilijk te doden. Deze vormen zijn ongevoelig voor de meeste desinfectantia en zijn ook het moeilijkst te doden door sterilisatie. Voor microbicide gassen, zoals ethyleenoxide, zijn micro-organismen minder gevoelig. Deze werken eigenlijk niet goed. Sterilisatieproces Of een sterilisatieproces succesvol is hangt af van een aantal factoren: • de aard van het sterilisatieproces. Vochtige hitte werkt bijvoorbeeld veel beter dan droge hitte. De vochtige warmtesterilisatie wordt bereikt met een autoclaaf. Dit is een soort hogedruksnelkookpan met een aantal ingebouwde controles; • het aantal micro-organismen op het instrument. Hoe meer microorganismen op het instrument aanwezig zijn, des te langer zal het duren om ze te doden. Je kunt het aantal al sterk verminderen door vooraf grondig te reinigen en te desinfecteren. Maak hierbij gebruik van een ultrasoon reinigingsbad; • de blootstelling van het micro-organisme aan het steriliserende middel. Het sterilisatieproces moet zodanig worden ingericht dat ook echt alle micro-organismen op het volledige oppervlak van het instrument in aanraking komt met het steriliserende middel gedurende de voorgeschreven tijd. Steriliseren van instrumenten voor huiddoorborende behandelingen is uitsluitend met een autoclaaf toegestaan. Een goed alternatief is het gebruik van steriele disposable materialen. Andere methoden zoals kogel- of glaskorrelapparatuur, UV-lichtapparatuur, heteluchtovens, snelkook- of hogedrukpannen werken onvoldoende en zijn dus niet toegestaan. In de acnepraktijk zal sterilisatie over het algemeen niet van toepassing zijn. Argument hiervoor is dat stoomsterilisatie, de enig aange-

aard sterilisatie­ proces aantal microorganismen op het instrument blootstelling van het micro-organis­ me aan het sterili­ serende middel


184 184

Handboek Acne

wezen methode voor het eventueel steriliseren van de acnenaalden, gezien de hoge aanschafkosten van de sterilisator en de eveneens hoge kosten van (verplichte) regelmatige validatie economisch niet verantwoord is. Afvoer van afval Gebruikte materialen, waaronder ook watjes (eventueel met bloed), kunnen bij het huishoudelijk afval worden gedaan. Huishoudelijk afval wordt op de gebruikelijke wijze aan de vuilnisophaaldienst aangeboden. Volle naaldencontainers worden beschouwd als chemisch afval en mogen dienovereenkomstig niet bij het gewone afval worden aangeboden. Ze kunnen worden ingeleverd bij de depots voor chemisch afval. Samenvatting In dit hoofdstuk zijn de hygiënemaatregelen beschreven die in het bijzonder voor de acnepraktijk van belang zijn. Daarbij werd het begrip hygiënisch werken in de acnepraktijk aan de orde en het verschil tussen reinigen, desinfecteren en steriliseren. Ook werd aandacht besteed aan de maatregelen die je kunt nemen om besmettingsrisico’s en het risico op prikaccidenten zo veel mogelijk te voorkomen. Het volgende hoofdstuk beslaat de theorie van de praktijk Hierin komen het behandelplan, de behandeling en de voorbehandeling aan de orde. Daarnaast krijgen de toe te passen werkstoffen alle aandacht en worden de mogelijkheden van ondersteunende massages en apparatuur besproken.


Hygiëne, ARBO en milieu

185


186 186

Handboek Acne

Over dit hoofdstuk De oorzaak van acne kun je als schoonheidsspecialist niet wegnemen. Toch kun je bij acne veel voor jouw cliënt betekenen. Je kunt de huid heel goed reinigen en comedonen, pustels en talgcysten verwijderen, waardoor de cliënt minder last heeft van acne. Ook kun je goede verzorgingsadviezen geven en eventuele littekens, die na de acne achterblijven, behandelen. Wat je vooraf moet weten Voordat je aan dit hoofdstuk begint, is het goed om te zorgen dat je basiskennis vanuit de vorige hoofdstukken op niveau is. Over de kennis die je daar hebt opgedaan, moet je in dit hoofdstuk volledig kunnen beschikken. Daarnaast is het van belang dat je de kennis hebt van de basis schoonheidsbehandelingen. Begrippen die aan de orde komen in het examen: 6.1 Behandelplan 6.2 Informed consent 6.3 Voorbehandeling 6.4 Acnebehandeling 6.5 Cosmetische werkstoffen 6.6 Ondersteunende massages 6.7 Ondersteunende apparatuur 6.8 Doorverwijzen en advies Wat leer je in dit hoofdstuk? De acnebehandeling begint altijd met de anamnese, een huidanalyse en het maken van een behandelplan. Nadat je de mogelijkheden en onmogelijheden van de behandeling aan de cliënt hebt uitgelegd, maak je een behandelovereenkomst, of een informed consent, die door jou en door de cliënt moet worden getekend. De behandeling zelf begint met een optimale reiniging, waarna je de voorbehandeling gaat uitvoeren. Deze bestaat meestal uit het verdunnen van de hoornlaag. Hierna worden comedonen verwijderd en pustels en talgcysten geledigd. Daarna vindt de nabehandeling plaats. Eventuele restacne kan door jou worden behandeld of je verwijst de cliënt door naar een hogere discipline. Al deze onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan de orde.


Th e o r i e van de praktijk

6.1 Behandelplan Voordat je overgaat tot een behandeling doorloop je een aantal vaste stappen. Samenvattend zijn dat de volgende: • je houdt een intakegesprek; • maak een (digitale) cliëntenkaart aan; • stel de nodige vragen om de vraag en verwachting van de cliënt te achterhalen; • vul een informed consent in en laat de cliënt ook ondertekenen voor toestemming van de registratie van gegevens en eventuele foto’s;

6


188 188

Handboek Acne

• bespreek met de cliënt wat de behandelmogelijkheden zijn, de voordelen, het aantal behandelingen, de nazorg en de kosten, maar ook de te verwachten resultaten; • geef daarbij zo mogelijk ook aan wat de resultaten bij andere cliënten is geweest en zo nodig welke apparatuur en producten worden gebruikt; • maak een behandelplan; • overhandig de cliënt de leveringsvoorwaarden van de branche­ organisatie (voor zover aangesloten bij ANBOS zijn die voorwaarden onderdeel van het lidmaatschap en uit hoofde daarvan altijd van toepassing); • geef de cliënt, afhankelijk van de behandeling, een geschreven voorinformatie mee over de behandeling en zorg voor schriftelijke nazorginstructies.

intakegesprek

Intake en anamnese Je baseert je behandelingen altijd op een behandelplan. Dat plan maak je op basis van informatie die je op verschillende manieren van de cliënt kunt krijgen. Daarvoor houd je eerst een intakegesprek. In dat gesprek stel je allerlei vragen om erachter te komen wat precies het probleem van de cliënt is, hoe lang de huidproblemen zich al voordoen, of acne ook in de familie voorkomt en wat de cliënt zelf tot nu toe aan de huid heeft gedaan. Ook is het belangrijk om de medische voorgeschiedenis te kennen, of er eventuele allergieën zijn, hoe de wondgenezing is en het eventuele medicatiegebruik. Je wilt ook graag weten welke cosmetica de cliënt gebruikt en of deze de huid juist niet verstopt.


Theorie van de praktijk

189

Skindex 29 Tijdens de intake laat je de nieuwe cliënt ook een Skindex-29 formulier invullen. De Skindex-29 Skindex-29 is een dermatologie-specifieke kwaliteit-van-leven-vragenlijst. Deze van oorsprong Amerikaanse vragenlijst is uit wetenschappelijk onderzoek naar voren gekomen als betrouwbare en valide vragenlijst. Hij wordt gebruikt door huidtherapeuten, dermatologen en andere specialisten op het gebied van huidaandoeningen. De Skindex-29 kan worden afgenomen door jou, als professional in de huidverzorging, om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van leven van de cliënt en de zorg daarop af te stemmen. kwaliteit van leven Op die manier draagt de Skindex-29 bij aan het verbeteren van de zorg voor mensen met een chronische huidaandoening. De Skindex-29 bestaat uit 29 vragen, die zijn verdeeld over drie domeinen van kwaliteit van leven: Symptomen, Emoties en Functione­ ren. Aan de lijst is een vraag toegevoegd over de mogelijke bijwerkingen van medicatie en/of behandeling. De vragen van de Skindex-29 zijn voorzien van vijf vaste antwoordcategorieën, die aangeven hoe vaak het onderwerp van de vraag in de afgelopen week van toepassing was: 1) nooit, 2) zelden, 3) soms, 4) vaak of 5) altijd. Per vraag worden scores toegekend aan de antwoorden. • Nooit =0 • Zelden = 25 • Soms = 50 • Vaak = 75 • Altijd = 100 De domeinscores worden berekend door het totaal van de scores te delen door het totale aantal beantwoorde vragen van het betreffende domein. De totale score voor KvL (kwaliteit van leven) wordt berekend door het totaal van de scores van de vragen per domein te delen door het totale aantal beantwoorde vragen.


190 190

Handboek Acne

Vraag 18, die niet tot één van de drie schalen behoort, wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. De scores lopen van 0 tot 100, waarbij hogere scores een lagere KvL aangeven. In het algemeen geldt dat een totaalscore van 0 tot 25 aangeeft dat er sprake is van een relatief geringe, negatieve invloed van een huidziekte op de kwaliteit van leven van een cliënt. Een totaalscore van meer dan 40 geeft een relatief grote, negatieve invloed van een huidziekte op de kwaliteit van leven van een cliënt aan. Om het beantwoorden van de vragenlijst gemakkelijker te maken, heeft Stichting Aquamarijn een elektronische versie van de Skindex-29 ontwikkeld. Hierdoor kan de cliënt de vragen snel en eenvoudig op een computer of notebook beantwoorden. Een groot voordeel van elektronisch assessment is dat direct na beantwoording van de vragen de KvL-scores beschikbaar zijn.

Overzicht vragen Skindex-29 in de verschillende domeinen In het onderstaande overzicht zijn de Skindexvragen ingedeeld in de verschillende domeinen. Als je de Skindex afneemt, staan de vragen echter in de volgorde van de vraagnummers. Op die manier zal de cliënt de vragen objectiever kunnen beantwoorden en krijg je een zuiverder beeld van de KvL. Symptomen 1 Mijn huid doet pijn. 7 Mijn huidaandoening is branderig of steekt. 10 Mijn huid jeukt. 16 Water irriteert mijn huidaandoening (baden, douchen, handen wassen). 19 Mijn huid is geïrriteerd. 24 Mijn huid is gevoelig. 27 Mijn huidaandoening bloedt.

Emoties 3 Ik maak me zorgen dat mijn huid­ aandoening ernstig is. 6 Mijn huidaandoening maakt me depressief. 9 Ik maak me zorgen dat ik van de huidaandoening littekens kan krijgen. 12 Ik schaam me voor mijn huidaandoening. 13 Ik maak me zorgen dat mijn huid­ aandoening kan verergeren. 15 Mijn huidaandoening maakt mij boos. 21 Ik voel me opgelaten en ongemakkelijk door mijn huidaandoening. 23 Ik voel me gefrustreerd door mijn huidaandoening. 26 Ik voel me vernederd door mijn huidaandoening. 28 Mijn huidaandoening ergert me.


191

Theorie van de praktijk

Zij worden automatisch berekend en gepresenteerd in een overzichtelijk staafdiagram. Bovendien kan dit staafdiagram, inclusief een overzicht van alle gegeven antwoorden, worden afgedrukt. Ook kan de ontwikkeling van KvL door de tijd goed worden gevolgd; in het staafdiagram worden meerdere afnamen van een cliënt samengevoegd. Verder kunnen algemene cliëntgegevens en KvL-scores worden opgeslagen, zowel in een Skindex databestand als in Excel. De opgeslagen scores kunnen worden gebruikt voor het volgen en vaststellen van het effect van de behandeling. Bij de interpretatie van de scores moeten naast de domeinscores ook de antwoorden op individuele vragen worden betrokken. Zij leveren vaak aanvullende en relevante informatie op. De Skindex-29 is geschikt voor cliënten met een huidaandoening, van 18 jaar en ouder, die in voldoende mate de Nederlandse taal beheersen en die zelfstandig een vragenlijst kunnen invullen.

Functioneren 2 Mijn huidaandoening beïnvloedt hoe ik slaap. 4 Door mijn huidaandoening is het moeilijk mijn werk of hobby´s te doen. 5 Mijn huidaandoening beïnvloedt mijn sociale leven. 8 Ik ben geneigd thuis te blijven door mijn huidaandoening. 11 Mijn huidaandoening belemmert mij intiem om te gaan met de mensen van wie ik hou. 14 Ik ben geneigd om dingen in mijn eentje te doen vanwege mijn huidaandoening. 17 Door mijn huidaandoening is het moeilijk genegenheid te tonen. 20 Mijn huidaandoening beïnvloedt mijn contacten met anderen.

22 Mijn huidaandoening is een probleem voor de mensen van wie ik hou. 25 Mijn huidaandoening beïnvloedt mijn verlangen om samen met anderen te zijn. 29 Mijn huidaandoening belemmert mijn seksuele leven. 30 Mijn huidaandoening maakt mij moe. Bijwerkingen 18 Ik maak me zorgen over bijwerkingen van medicijnen en/of de behandeling die ik voor mijn huid krijg.


192 192

Handboek Acne

Fitzpatrick Classificatie Bij de intake maak je ook meteen een inschatting van het huidtype volgens de Fitzpatrick Classificatie. Dat is belangrijk want bij een Fitz­ patrick van V of VI moet je heel voorzichtig zijn met peelings, vooral met fruitzuren. De Fitzpatrick Classificatie kent zes huidtypen: • huidtype I: Zeer lichte huid, vaak sproeten, rood/lichtblond haar, blauwe ogen; • huidtype II: Lichte huid, blond haar, grijze, groene of lichtbruine ogen; • huidtype III: Licht getinte huid, donkerblond tot bruin haar, vrij donkere ogen; • huidtype IV: Meestal een getinte huid, donker haar, donkere ogen (Mediterraans); • huidtype V: Donkere huid, donker tot zwart haar, donkere ogen (bijvoorbeeld Aziatisch); • huidtype VI: Zeer donkere huid, zwart haar, donkere ogen (Negroïde).

Verzorgingsproducten meebrengen Als je de cliënt de eigen verzorgingsproducten en make-up mee laat brengen naar de intake kun je kijken of deze geschikt zijn voor de huid en of er geen verstoppende stoffen in zitten. Daarnaast kan het van belang zijn dat je de leefgewoonten en de eet- en drinkpatronen van de cliënt kent. Ook dat kan van invloed zijn op de acne. Verder is het belangrijk dat je erachter komt wat de cliënt precies van jou verwacht en of haar/zijn wensen ook haalbaar zijn. Het achterhalen van de informatie noemen we ook wel: het afnemen van de anamnese. Het intakegesprek wordt afgenomen in een vaste volgorde. Daardoor kan er niets vergeten worden en kun je je een


193

Theorie van de praktijk

goed beeld vormen. Je stelt daarvoor de volgende vragen naast de NAW gegevens. 1. Hoe lang en waardoor heeft u last van acne? • Vanaf pubertijd/tijdens zwangerschap/na zwangerschap/ menopauze, anders te weten: • Door medicijnen • Door ziekte • Eventueel andere oorzaken: • Komt acne in uw familie voor • Is hier een onderzoek naar gedaan • Bent u eerder onder behandeling geweest bij een schoonheidsspecialist, huisarts, dermatoloog voor acne • Gebruikt u medicijnen voor acne Zo ja, welke:

ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee

2. Algehele gezondheid • Hoe is uw algehele gezondheid? goed/matig/slecht • Gebruikt u momenteel medicijnen/ voedingssupplementen ja/nee Zo ja, welke: • Gebruikt u anti-conceptie ja/nee Zo ja, welke: • Bent u momenteel zwanger ja/nee • Rookt u ja/nee • Beweegt u voldoende ja/nee hoeveel: • Volgt u een dieet ja/nee Zo ja, welk: • Drinkt u voldoende water ja/nee …….… liter per dag/week/maand • Drinkt u alcohol ja/nee dagelijks/wekelijks/maandelijks ………. glazen per dag/week/maand 3. Algemene aanvullende informatie t.a.v. de algehele gezondheid • Heeft u de afgelopen tijd een operatie ondergaan ja/nee Zo ja, welke: • Heeft u last van stress nooit/soms/regelmatig • Heeft u een pacemaker, implantaten, piercings, ja/nee enzovoort.


194 194

Handboek Acne

• Heeft u weleens een allergische reactie gehad, bijvoorbeeld op voeding en dergelijke Zo ja, welke: • Heeft u klachten met betrekking tot: - bloedstollingsstoornissen - diabetes - stofwisseling - menstruatiestoornissen - epilepsie - anorexia/boulimia - HIV/hepatitis - schildklier - immuunziekten - eventueel andere aandoeningen • Heeft u eerder specifieke acnebehandelingen ondergaan, zo ja, te weten: - chemische peelings - microdermabrasie - IPL/laserbehandelingen - Gaat u wel eens onder de zonnebank Zo ja, hoe vaak: • Wat zijn uw verwachtingen van de acnebehandeling:

ja/nee

ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee

4. Huidverzorging: • Welke huidverzorgingsproducten gebruikt u op dit moment: • Gebruikt u make-up ja/nee 5. Mannen • Hoe scheert u zich • Heeft u last van ingegroeide haren • Welke producten gebruikt u na het scheren:

nat/droog ja/nee


Theorie van de praktijk

Samen met een eventuele doorverwijzing van een arts of specialist vormt de informatie uit de anamnese de basis voor het huidonderzoek. Dat onderzoek bestaat uit het goed kijken naar de huid (inspectie), voelen aan de huid (palpatie) en het verzamelen van meetgegevens, bijvoorbeeld het maken van foto’s. Naast het inventariseren van de klacht van de cliënt en het onderzoeken van de huid moeten alle verkregen gegevens ook heel goed worden geregistreerd. Dat doe je op de cliëntenstatus, ook wel ­cliëntenkaart genoemd. Dat kan op papier, maar er zijn ook heel goede digitale cliëntsystemen op de markt. Hiermee kun je niet alleen de onderzoeks- en behandelgegevens beheren, maar ook een scala van andere nuttige functies toepassen, zoals productaankoop, behandelfrequentie, de boekhouding en nog veel meer.

195

cliëntenkaart

Huiddiagnose Het hoofddoel van de huiddiagnose is jou in staat te stellen een goed huiddiagnose behandelplan op te stellen. Met een goede diagnose als uitgangspunt kun je: • een gerichte, op maat gesneden behandeling geven; • de juiste adviezen geven en de juiste aanbevelingen voor aanschaf en gebruik van cosmetische producten; • je een oordeel vormen over de te verwachten resultaten van de praktijkbehandeling, de behandelkuur of zelfverzorging op langere termijn. Een goede diagnose stellen, is dus van groot belang voor een goede behandelaanpak. Is de diagnose goed, en heb je alle benodigde gegevens op een rijtje, dan is daarmee ook de basis gelegd voor goed werk en een goed resultaat. Bij een verkeerde of onvolledige diagnose ga je ook verkeerd behandelen en adviseren. Met als gevolg niet alleen een slecht resultaat van de behandeling, maar zelfs een mogelijke verslechtering van de klachten. Er kunnen verschillende hulpmiddelen ingezet worden om tot een goede diagnose te komen. Een goede verlichting is daarvan nog wel het beste hulpmiddel. Daarnaast kan een loeplamp handig zijn om


196 196

Handboek Acne

bepaalde details te vergroten. Met een glazen- of plexiglasspatel kun je een diascopie en een dermografie uitvoeren. Een diascopie is een methode, waarmee je kunt bepalen hoe het met de talg- en zweetproductie is gesteld. Het werkt als volgt: je legt de schone gedesinfecteerde spatel plat tegen de huid. Als je hem er weer vanaf haalt, kun je een dun vetfilmpje zien met daartussen fijne waterdruppeltjes die snel verdampen. Bij een verminderde zweetuitscheiding zie je maar heel weinig waterdruppeltjes, bij een verminderde talgafscheiding zie je nauwelijks een vetfilmpje. Je voert een diascopie uit op plaatsen waar van nature weinig zweet- en talgklier zitten. dermografie

inspectie

Met een dermografie kun je de reactiviteit van de vaatwanden testen. Je voert de test uit op de onderarm, de hals of op het décolleté. Met een spatel geef je een stevige streep over de huid. Als daardoor een felrode streep verschijnt, die lang zichtbaar blijft en die zelfs een beetje dik kan worden, is er sprake van een te grote prikkelgevoeligheid van de bloedvatwandjes via de vaatverwijdende zenuwen. Ontstaat er een witte, snel verdwijnende streep dan is er een te grote prikkelgevoeligheid van de vaatvernauwende zenuwen. Een te grote vaatreactie, via de bloedvat verwijdende of -vernauwende zenuwen noemen we vaatneurose. Ook bestaat er elektronische cosmetische apparatuur waarmee de zuurgraad, de vochtigheidsgraad, de temperatuur en de elektrische spanning van de huid kunnen worden bepaald. Inspectie Met inspectie van de huid bedoelen we het nauwkeurig bekijken van de huid om de kenmerken en eigenschappen vast te stellen. Het gaat om informatie die door kijken (met het blote oog of door een loep) wordt verkregen. Bij de huidinspectie kijk je niet alleen nauwkeurig, maar vooral ook doelgericht. Je kijkt naar een aantal vooraf bepaalde aandachtsgebieden.


197

Theorie van de praktijk

Specifiek bij acne kijk je naar: • seborroe • comedonen • papels • pustels • nodus/noduli • infiltraten • crustae • littekens/keloïd Verder kijk je of er sprake is van: • erytheem • (over)beharing • teleangiëctasiën • hypo- of hyperpigmentaties • hypo- of hypertrofie • hyperkerastose • welke acnevorm Daarnaast maak je een classificatie van de acne: • zeer actief • actief • matig actief • passief Meetinstrumenten Binnen de gezondheidszorg komt er steeds meer belangstelling voor meetinstrumenten. ‘Meten is weten’ tenslotte. Het aantonen van het effect van een behandeling is een belangrijk onderdeel van het behandelproces. Of een behandeling bijdraagt aan de verbetering van het ziektebeeld kan gemeten worden met behulp van betrouwbare en bruikbare meetinstrumenten. Een goed meetinstrument bij acne moet aan de volgende eisen voldoen: • validiteit: voor de meting moet duidelijk zijn wat het meetinstrument moet meten. De metingen moeten een correct beeld geven van de werkelijke toestand; • reproduceerbaarheid: bij vaker meten moet hetzelfde resultaat worden verkregen. Het instrument moet betrouwbaar zijn en de diversiteit van acne kunnen aantonen; • responsiviteit: in staat zijn om veranderingen duidelijk te kunnen weergeven. Minimale veranderingen moeten kunnen worden aangetoond. Dit is belangrijk om het verloop van de behandeling/ kuur te kunnen evalueren;

meetinstrumenten

validiteit reproduceerbaar­ heid responsiviteit


198 198

Handboek Acne

hanteerbaarheid/ bruikbaar

• h anteerbaarheid/bruikbaar: de meting mag niet te belastend zijn (fysiek, mentaal, tijdsbeslag) voor zowel de cliënt/patiënt als behandelaar; documentatie • documentatie: de metingen zijn gemakkelijk te documenteren voor een duidelijke verslaglegging. Het meetinstrument moet eenvoudig te gebruiken zijn; onderscheid • onderscheid: er moet onderscheid gemaakt worden tussen inflammatoir en non-inflammatoir; relevante anatomi­ • relevante anatomische gebieden: het meetinstrument kan gesche gebieden bruikt worden op verschillende delen van het lichaam. Naast het gelaat, ook op de borst en de rug toepasbaar; huidskleur • huidskleur: het moet toepasbaar zijn bij alle huidskleuren, zonder onderscheid; kosten • kosten: het meetinstrument brengt weinig extra kosten met zich mee. laesietelling

Laesietelling Voor wat betreft de acnetherapie wordt er door de verschillende behandelaars meestal gewerkt volgens opgedane kennis en eigen ervaringen, waarbij er tot nu toe weinig tot geen metingen bij acne worden verricht. De ernst van de acne wordt hooguit globaal gedefinieerd in licht, mild/matig tot ernstig. Dit gebeurt op basis van het tellen van de laesies. Deze methode is op grond van reproduceerbaarheid en hanteerbaarheid heel goed, maar het is wel tijdrovend. De ernst van de acne wordt dan vastgesteld aan de hand van het aantal, de aard en de lokalisatie van de laesies en de aanwezigheid van littekens volgens de onderstaande indeling: 1. mild: hierbij zie je comedonen (± 20) en geen of weinig inflammatoire laesies (± 15); 2. matig-ernstig: hierbij zie je een mengbeeld van meer comedonen (20 – 100) en inflammatoire laesies (15 tot 125) in het gezicht, maar onvoldoende om ‘ernstige acne’ genoemd te worden; 3. ernstig: hierbij zie je veel inflammatoire laesies, of een mengbeeld van veel comedonen (>100), cystes (>5) en inflammatoire


Theorie van de praktijk

199

laesies (>100) op de romp, of acne conglobata, of acne met littekenvorming of post-inflammatoire hyperpigmentatie. Gradatie indeling gradatie indeling Deze indeling is een subjectieve methode. Het is een schatting gebaseerd op de beoordeling van de ernst van acne. Het wordt bepaald door het observeren van de dominante laesies, de aan- of afwezigheid van ontstekingen en het bepalen van de mate van betrokkenheid hiervan. Gradatie indeling wordt binnen de literatuur, vanwege de praktische toepasbaarheid, erg geschikt bevonden. Het is een simpele en snelle methode, maar het is minder specifiek en het maakt geen onderscheid tussen kleine verschillen in de therapie respons. Allen en Smith Door de tijd zijn er door verschillende wetenschappers gradatie indelingen gemaakt. We noemen hier het meetinstrument van Allen en Smith, uit de jaren ’80 van de vorige eeuw. Zij hanteerden naast de gradatie indeling ook de laesietelling. Zij hanteerden de onderstaande indeling en beoordeling. 1. Gradatie voor de totale ernst van acne vulgaris. Gr. 0: verspreid enkele comedonen of papels is mogelijk, alleen zichtbaar als het gezicht van dichtbij wordt onderzocht. Gr. 2: ongeveer een kwart van het gezicht is aangedaan, kleine papels (6-12), en comedonen (eventueel zijn enkele pustels of grotere papels aanwezig). Gr. 4: ongeveer de helft van het gezicht is aangedaan, met kleine papels en kleine of grote comedonen. Enkele pustels of grote papels. Gr. 6: ongeveer driekwart van het gezicht is aangedaan, met papels en/of grote open comedonen. Meerdere pustels, enkele kunnen groter zijn. Gr. 8: bijna het volledige gezicht is aangedaan, met grote pustels, inflammatoire laesies. Aspecten van bijvoorbeeld acne conglobata kunnen aanwezig zijn. 2. Gradatie voor comedonen. Gr. 0: geen comedonen Gr. 2: matig comedonen Gr. 4: zichtbare comedonen Gr. 6: ernstig veel comedonen Gr. 8: zeer ernstig veel comedonen

Allen en Smith


200 200

Cook Gentner Michaels Cook’s methode

Handboek Acne

Cook’s methode Cook, Gentner en Michaels ontwikkelden eind jaren ’70 de Cook’s methode. Dat is een indeling gebaseerd op een 0-9 schaal. In aanvulling wordt deze beoordeling uitgevoerd aan de hand van fotografische normen op basis van een 0-8 schaal; klassen van 0, 2, 4, 6 en 8. Bij de schatting van comedonen en papels wordt er gebruik gemaakt van de 0-9 schaal, ondersteund met beschrijvende zinnen. 1. Gradatie-indeling voor comedonen en pustels. Gr. 0: aantal laesies zijn toegestaan, klein, zichtbaar bij nader onderzoek. Gr. 1: aanwezigheid aantal laesies, gemakkelijk te herkennen; Gr. 2: groter dan graad 1, gemakkelijk te herkennen, het grootste deel is schoon. Gr. 3-4: progressief meer laesies, grotere delen van het gelaat zijn erbij betrokken. Gr. 5: ongeveer het halve gelaat is erbij betrokken. Gr. 6-7: progressief meer laesies, meer dan de helft van het gelaat is aangedaan. Gr. 8: het grootste deel van het gelaat is aangedaan. Gr. 9: het gehele gelaat is bedekt met laesies. In de tweede tabel wordt de indeling aan de hand van 0, 2, 4, 6 en 8 gebruikt, zie onderstaande indelingen. De ernst van acne kan op deze manier nauwkeurig worden beschreven, het voordeel van deze methode is dat er naast een gradatie-indeling, waarbij ook nog sprake is van onderscheid in de mate van acne, er gebruik gemaakt wordt van fotografische beschrijving. 2. Gradatie-indeling voor de mate van acne. Gr. 0: enkele comedonen en/of kleine papels, als ze verspreid zijn. Gr. 2: zeer weinig pustels of misschien een klein aantal papels en/ of comedonen, geen grote of opvallend aanwezige laesies. Gr. 4: rode laesies en inflammatoire laesies op een belangrijk niveau, therapie/behandeling wordt aangeraden. Gr. 6: vol met comedonen en weinig ontstekingen; er moeten meerdere pustels aanwezig zijn; sommige pustels mogen 1-2 centimeter zijn. Gr. 8: acne conglobata, cystes, of een erg inflammatoire acne, waarbij het grootste gedeelte van het gelaat is aangedaan; het breidt zich uit tot nek en kin.


201

Theorie van de praktijk

De meetinstrumenten van ‘Allen en Smith’ en ‘Cook, Gentner en Michaels’ blijken het meest betrouwbaar. Deze worden dan ook het meest toegepast. Palpatie Palperen betekent betasten. Door palpatie kun je gegevens over de huid verzamelen die je niet door vragen stellen of inspectie te weten kunt komen. Als een huidoneffenheid veroorzaakt wordt door een proces in de huid kan deze oneffenheid over de onderlaag verschoven worden. Ook kun je door palpatie vaststellen of de huidtemperatuur bijvoorbeeld hoger of lager is dan normaal. Een afwijkende temperatuur zegt iets over de doorbloeding van de huid. Bij verhoogde temperatuur is sprake van stuwing van slagaderlijk bloed, bij een lagere temperatuur is er sprake van een vertraagde afvoer van aderlijk bloed. Door palpatie controleer je de huid op: • temperatuur • vochtigheid • verschuifbaarheid • oppakbaarheid • consistentie (dikte/stevigheid) • pijn Behandelplan Hoofddoel Bij de behandeling van acne werk je uitsluitend volgens een vooropgesteld plan. Hierin wordt vastgelegd welke behandelmethode(s) je gaat toepassen, hoe het (verwachte) verloop van de behandeling is en wat er van de cliënt zelf wordt verwacht. Tijdens de therapie worden belangrijke adviezen en leefregels gegeven, die bedoeld zijn ter ondersteuning van de therapie of ter voorkoming van verergering en/of herhaling van de klacht. Zonder behandelplan kun je niet effectief behandelen. We onderscheiden twee soorten behandelplannen, één waarin je de behandeling zelf beschrijft en één waarin je het plan voor de behandelperiode beschrijft.

palperen palpatie

behandelplan


202 202

Handboek Acne

In het plan voor de behandelperiode neem je in ieder geval het volgende op: • het geschat aantal behandelingen; hoeveel behandelingen denk je nodig te hebben om resultaten te behalen; • behandelfrequentie; met welke regelmaat moet de cliënt behandeld worden? Eén keer per week, of per twee weken? Of is maandelijks voldoende; • duur: hoeveel tijd gaat de kuur beslaan? Drie maanden? Een half jaar; • kosten; wat worden de kosten per behandeling, per kuur of de totale kosten voor de volledige behandelperiode; • vergoedingen/registratie ANBOS; kan de cliënt voor jouw werkzaamheden vergoed worden door de ziektekostenverzekeraar? In het behandelplan voor de behandeling zelf staat in ieder geval wat je precies gaat doen en welke producten je gaat toepassen: • voorbehandeling: welke voorbehandeling ga je uitvoeren en hoe; • behandeling: wat ga je doen en hoe: - verweken ten behoeve van de dieptereiniging; - uitvoeren dieptereiniging; - verweken ter bevordering van het verwijderen comedonen; - verwijderen comedonen; - ledigen pustels; - ledigen talgcysten; - aanbrengen masker/pakking; • nabehandeling, welke nabehandeling ga je uitvoeren? Daarnaast geef je aan of je de behandeling gaat ondersteunen met behulp van een apparaat of specifieke massagetechnieken. Aan het eind van elke behandeling geef je een thuisverzorgingsadvies en een advies vervolgbehandeling (inclusief eventuele doorverwijzing). In de paragrafen 6.3 tot en met 6.8 kun je lezen over de voorbehandeling, de mogelijkheden rond de acnebehandeling, welke cosmetische werkstoffen je kunt toepassen, welke ondersteunende massages en apparatuur je kunt inzetten en hoe je eventueel kunt doorverwijzen. registratie van diploma

De voorwaarden voor vergoeding Registratie van je diploma Als je in het bezit bent van een specialisatiediploma Acne, of van het diploma Allround Schoonheidsspecialist van na 2014, kunnen jouw


203

Theorie van de praktijk

behandelingen geheel of gedeeltelijk worden vergoed door de zorgverzekeraars. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet je je diploma laten registreren bij de sectie VO/Specialisaties van ANBOS. Alleen dan kunnen je cliënten in aanmerking komen ANBOS voor een vergoeding. ANBOS registreert alleen diploma's die voldoen aan de door hen vastgestelde exameneisen. De toetsing van deze eisen kan alleen plaatsvinden door een door ANBOS erkende exameninstelling, zoals bijvoorbeeld Exuive. Voorwaarde is dat er bij het examen van de specialisatie een geregistreerde branche-assessor (uit de zogenaamde BAS-pool van assessoren) aanwezig is geweest. De exameninstelling ziet hierop toe. Na afloop van het examen krijg je een bewijs, waarop staat dat je geslaagd bent en welke BAS- assessor jou heeft beoordeeld. Dit formulier heb je nodig om je te kunnen registreren bij ANBOS. Dit geldt ook voor losse specialisatie­ diploma's. Na registratie van je diploma bij ANBOS wordt je op hun website vermeld en kunnen consumenten je vinden via ‘Ledenzoeker’. Zo kunnen zij in aanmerking komen voor een vergoeding van zorgverzekeraars. Ook stuurt ANBOS maandelijks een overzicht van geregistreerde specialisten naar de zorgverzekeraars. Kijk op de website van ANBOS voor actuele informatie hieromtrent. Zodra je specialisatie ingeschreven staat bij ANBOS word je eens in de drie jaar opgeroepen voor een nascholing. Als je hier geen gehoor aan geeft, wordt je uit het registratiesysteem geschreven en ben je niet meer zichtbaar voor de zorgverzekeraars. De nascholing is één dag en bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte, waarbij je een model mee moet nemen. Kijk voor de modeleisen en de kosten op de website van ANBOS. Vergoeding door zorgverzekeraars Behandelingen, als ontharen, acne en camouflage, kunnen geheel of gedeeltelijk worden vergoed door een merendeel van zorgverzekeraars. De cliënt is zelf verantwoordelijk voor het indienen van het declaratieformulier en het krijgen van de vergoeding. Laat je cliënt daarom altijd zijn/haar polisvoorwaarden controleren om te zien of de betreffende verzekeraar deze behandelingen ook daadwerkelijk gedeeltelijk of geheel vergoedt.

vergoeding door zorgverzekeraars


204 204

Vektis

AGB-code

Handboek Acne

Zorgverzekeraars willen steeds meer weten over de behandelingen die jij als zorgaanbieder geeft. Om zo volledig mogelijk te zijn, dien je de volgende gegevens op de factuur te vermelden: • NAW cliëntgegevens; • cliëntnummer en geboortedatum; • NAW zorgaanbieder (adres van de salon); • lidmaatschapsnummer ANBOS; • persoonlijke AGB-code van de behandelaar (schoonheidsspecialist); • AGB-code van de praktijk/salon waar de behandeling is uitgevoerd; • prestatiecode per behandeling met omschrijving (komt onder andere voor bij zorgverzekering VGZ); • alle behandeldata; • tarief per behandeling; • totaalbedrag nota. Ook zullen steeds meer zorgverzekeraars met prestatiecodes gaan werken. Deze genoemde prestatiecodes zijn de landelijke prestatiecodes van Vektis. De prestatiecodes vind je terug op de website onder de lijst Paramedische hulp (012). Je cliënt ontvangt pas een vergoeding als het declaratieformulier voorzien is van een AGB-code. AGB-code Om er voor te zorgen dat de uitwisseling van berichten over declaraties tussen zorgverleners - in dit geval jij als schoonheidsspecialist - en zorgverzekeraars goed verloopt, heb je een AGBcode nodig. AGB-code staat voor Algemeen Gegevens Beheer-code en is een landelijke code, waarmee zorgaanbieders kunnen worden herkend. Met deze unieke code(s) staan zorgaanbieders geregistreerd in de landelijke database dat beheerd wordt door Vektis. De AGB-code wordt landelijk gebruikt binnen het proces van declaratie tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Heb je geen AGB-code, dan kunnen declaraties van jouw cliënten niet verwerkt worden. De code bevat, naast jouw NAW-gegevens, ook informatie over de praktijkvoering en jouw bevoegdheid.


Theorie van de praktijk

205

Na het registreren van je specialisaties bij ANBOS ben je zelf verantwoordelijk voor de aanvraag van een AGB-code. Je kunt deze code aanvragen via www.agbcode.nl. Bij de aanvraag vraagt de Vektis altijd om je registratienummer bij ANBOS, de datum wanneer je lid bent geworden en ook de specifieke bevestigingsbrief die je van ANBOS hebt ontvangen naar aanleiding van het registreren van je specialisatie.

6.2 Informed consent Toestemmingsformulieren Sinds 1995 is de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) van kracht. Het uitgangspunt van deze wet is dat de arts of behandelaar de cliënt die informatie geeft die nodig is om zelf op een verantwoorde manier beslissingen te kunnen nemen over de eigen gezondheid. Dit betekent dat de behandelaar de cliënt duidelijk moet informeren over de aard en het doel van het onderzoek of de behandeling, de risico’s en de eventuele alternatieven. Voor iedere geneeskundige behandeling is toestemming van de patiënt vereist. Zonder deze toestemming, die we ook wel informed consent noemen, kan de behandelaar geen behandeling starten of voortzetten. Deze wet is ook van toepassing op jou als acnespecialist. Daarom moet ook jouw cliënt een informed consent ondertekenen. Informed consent Globaal bevat een informed consent de naam, het geslacht en de geboortedatum van de cliënt. Daarnaast bevat het een beschrijving van wat er uitgevoerd gaat worden en wat daarvan eventueel de gevolgen kunnen zijn. Dan volgt een gedeelte, waarin de cliënt aangeeft deze gevolgen te begrijpen en te accepteren. Op de volgende pagina volgt een voorbeeld van een eenvoudige informed consent.

toestemmings­ formulieren

toestemming

informed consent


206 206

Handboek Acne

Toestemmingsformulier behandeling met een chemische peeling Naam cliënt: Geslacht cliënt:

M/V

Geboortedatum: Ik ben me ervan bewust dat: - d e peeling een intensieve behandeling is, welke ontwikkeld is om de bovenlaag van de epidermis te exfoliëren en te verwijderen; - tijdens de behandeling een maximale inwerkingsduur van twee minuten voor wat betreft de peeling wordt aangehouden; - afhankelijk van de behandeling mijn huid er rood uit kan zien en warm aan kan voelen. De uren daaropvolgend kan de huid enigszins strak aanvoelen. Dit kan zelfs enkele dagen aanhouden; - er tevens een vervelling op kan treden binnen 48 uur. Iedere huid is natuurlijk uniek, dus van te voren is niet te voorspellen hoe dit vervellingsproces zal verlopen; - blootstelling aan zon en zonnebankgebruik, gedurende de eerste weken na de behandeling, risico’s met zich meebrengt voor wat betreft pigmentveranderingen en -verschuivingen; - dat mijn huid beschermd moet worden met een sunblock. Hierbij geef ik vrijwillig mijn toestemming om voor de behandeling van acne een chemische peeling te ondergaan. Ik bevestig dat het behandelingsprotocol evenals de voor- en na­ behandelingsvoorschriften mij duidelijk zijn uitgelegd. Datum: Naam en handtekening cliënt:

Naam en handtekening behandelend schoonheidsspecialist:


207

Theorie van de praktijk

Een informed consent kan er ook zo uitzien:

Toestemmingsformulier voor de behandeling van acne Naam: Geboortedatum:

Geslacht: M/V

De procedure is mij uitgelegd. Het doel van de behandeling is het verbeteren van huidproblemen, zoals acne, littekens en pigmentvlekken. Ik ben op de hoogte gesteld van het feit dat, ondanks het vooruitzicht op goede resultaten, de kans op complicaties en de aard van complicaties nooit precies kan worden voorzien en dat daardoor geen garanties, zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend, kunnen worden gegeven met betrekking tot het welslagen of andere uitkomsten van de behandeling. De diepte van de peeling is in overleg met mijn behandelaar vooraf besproken. Eventuele complicaties of problemen na de behandeling zijn vrijwel altijd van tijdelijke aard. Afhankelijk van de diepte van de peeling en van de erfelijke aanleg van mijn huid zal ik in meer of mindere mate de volgende problemen kunnen ervaren: - gedurende 2 tot 14 dagen verkleuring, zwelling en vervelling en een droog en trekkerig gevoel van de huid. Ook kan hier en daar wondvocht ontstaan en eventuele korstvorming optreden; - een reeds eerder opgetreden herpes infectie kan weer optreden ten gevolge van de behandeling; - in enkele gevallen kan de roodheid van de huid langere tijd aanhouden. Mogelijke complicaties en bijwerkingen zijn met mij besproken. Ik ben me ervan bewust dat het belangrijk is om alle gegeven adviezen op te volgen. Gedurende drie maanden na behandeling mag ik niet zonnebaden of zonnebanken met de behandelde huid. Ik mag tijdens de vervellingsfase in geen geval aan de velletjes trekken, scrubben, peelen, harsen, stomen, de sauna bezoeken of een behandeling van de schoonheidsspecialiste ondergaan. Ik geef de behandelaar van …….. toestemming voor een chemische peeling en eventuele andere behandelingen die naar het oordeel van de behandelaar wenselijk zijn voor mijn welzijn. Deze toestemming geldt ook voor vergelijkbare procedures in de toekomst. Datum:

Naam en handtekening cliënt:

Naam en handtekening behandelend schoonheidsspecialist:


208 208

Handboek Acne

Naast een informed consent kun je er ook voor kiezen om een vrijwaringsverklaring te laten ondertekenen door de cliënt. Met dit formulier geeft de cliënt aan dat hij/zij jou als behandelaar toestemming geeft om eventuele foto’s die zijn gemaakt van zijn/haar huid te mogen gebruiken. Hieronder een eenvoudig voorbeeld van een vrijwaringsverklaring voor het eventueel gebruik van fotomateriaal. Vrijwaringsverklaring voor het gebruik van fotomateriaal De ondergetekende: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Geboortedatum: de persoon die herkenbaar is afgebeeld op de foto’s gemaakt op……........…… te ……..........…… • Verklaart dat het getoonde portret is gemaakt met zijn/haar uitdrukkelijke toestemming. • Verklaart hierbij in rechte volledig en definitief afstand te doen van aanspraken op enig recht, titel of belang met betrekking tot bovengenoemde foto en/of onderdelen daarvan. Alle copyright, intellectueel eigendom of andere eigendomsrechten komen bij de hieronder genoemde schoonheidssalon te liggen (of worden zoals de schoonheidssalon bepaalt). • Verleent hierbij de schoonheidssalon het onherroepelijk recht (hetgeen kan worden overgedragen aan andere partijen, zoals bijvoorbeeld ANBOS) om zonder beperking de foto te gebruiken, publiceren, reproduceren en distribueren. • Verklaart dat hij/zij de schoonheidssalon vrijwaart van elke vorm van aanspraak (aanspraken) op het portretrecht van of door de getoonde persoon of diens wettelijke vertegenwoordiger. • Verklaart dat de regels voor het portretrecht bij hem/haar bekend zijn en dat hij/zij kennis heeft genomen van de tekst in de bijlage. • Dit bewijs is bindend voor erfgenamen, executeurs, bewindvoerders, rechtverkrijgenden en rechtsopvolgers van ondergetekende, nu en voor altijd en komt ten goede aan de schoonheidssalon. Voor akkoord: Handtekening

Plaats

Datum

Wanneer de afgebeelde persoon jonger is dan 18 jaar dient dit formulier door één van de ouders te worden ondertekend. Stempel schoonheidssalon


209

Theorie van de praktijk

6.3 Voorbehandeling De acnebehandeling begint met het reinigen van de huid om talg, vuil en dode huidcellen te verwijderen. De reiniging bestaat uit een oppervlaktereiniging met zwak zuur reagerende reinigingsmelk of mousse. Het liefst gebruik je een reinigingsmousse met een pH-waarde tussen vier en vijf. Het reinigingsproduct moet zwak zuur zijn om de pH-waarde van de huid te behouden, zodat bacteriën geen kans hebben om zich te vermeerderen. Als er zeep gebruikt zou worden (bijvoorbeeld bij de cliënt thuis), wat een basische werking heeft, zou de pH-waarde van de huid stijgen, waardoor de leefomgeving van bacteriën juist beter zou worden, met een groei van bacteriën als gevolg. Een lotion om de huid te ontvetten of de poriën te vernauwen, wordt alleen op het einde van de behandeling na het masker gebruikt of na de peeling. Dan kies je voor een zuurgraad regulerende lotion die het natuurlijk evenwicht van de huid herstelt. Verdunnen van de hoornlaag Een verdikte hoornlaag heeft een aantal nadelen. De huiddoorbloeding is vertraagd wat de celdeling belemmert. Daarnaast reageert de huid minder snel op prikkels en vermindert het opnamevermogen. Met behulp van microdermabrasie, fruitzuren, een slijpbehandeling, een peeling of een lysing kun je dode opperhuidcellen verwijderen. Daardoor wordt de hoornlaag dunner en kun je de comedonen en milia beter verwijderen.

oppervlakte­ reiniging

verdunnen hoornlaag

• Microdermabrasie microdermabrasie Microdermabrasie wordt beschouwd als een geavanceerde methode voor het mechanisch afschilferen van de opperhuid en is noodzakelijk voor het wegwerken van dode huidcellen. Als de huid het natuurlijke proces doorloopt wordt deze gemiddeld iedere 28 dagen vernieuwd. Door middel van microdermabrasie is dat proces eerder voltooid. Door mechanische afschilfering wordt de huid gestimuleerd tot productie van verse nieuwe huidcellen, dat betekent voor de huid een duidelijk gezondere uitstraling. Microdermabrasie betekent letterlijk: afslijpen van de huid. Dit kan plaatsvinden met behulp van

afslijpen van de huid


210 210

Handboek Acne

een diamantkop of met kristallen. Daarin onderscheiden we ook nog verschillende soorten. De meest gebruikte zijn aluminiumoxide kristallen. Aluminiumoxide is een grondstof voor keramiek, tegels en het slijppoeder in tandpasta. Aluminiumoxidekristallen, die uit China of India komen, zijn goedkoop. Deze kristallen worden gemalen in kogelmolens, waardoor er veel platte plaatjes en kleine deeltjes inzitten. Deze slijpen minder goed en zorgen soms voor verstoppingen van het apparaat.Er zijn ook kristallen die speciaal gemaakt zijn voor microdermabrasie, dat zijn de medical grade kristallen. Deze zijn zo gemaakt dat ze een kristal vormen met scherpe hoekjes. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende grofheden en zelfs met afgeronde hoekjes. Ze hebben allemaal dezelfde grootte en slijpen veel beter. Deze kristallen zijn duurder, maar werken beter en zijn veiliger voor de huid. De goedkoopste methode is die met de diamantkop. Dat is een apparaat met een handstuk met diamantfragmenten die vast zitten op de behandelkop. De kop wordt heen en weer bewogen over de huid en de losgemaakte dode huidcellen worden afgezogen in een filter. De opzetstukken moeten worden gereinigd in de ultrasoon. Omdat dit niet steriel kan plaatsvinden, wordt aan deze methode zeker niet de voorkeur gegeven. Een andere techniek van microdermabrasie is gebaseerd op het afstralen van de bovenste huidlaag door middel van microkristallen. Deze microkristallen worden onder vacuüm op de huid gestraald, waardoor de dode huidcellen van de hoornlaag verwijderd worden. Dit zorgt voor een zachte, gladde en egale huid. Ook wordt de huid dunner waardoor talgkliertjes minder snel verstopt raken en de kans op ontstekingen kleiner wordt. Daarnaast is microdermabrasie geschikt om te gebruiken bij littekenacne. Microdermabrasie kan toegepast worden bij een acne met comedonenvorming en acnelittekens, maar niet bij een actieve acne met pustels. Met microdermabrasie kun je de hoornlaag intensiever verdunnen dan met een peeling of een lysing. Bij de juiste techniek treden er weinig tot geen irritaties op.


Theorie van de praktijk

211

Relatieve contra-indicaties zijn zwangerschap, een oudere, verslapte huid, een huid met roodheden of een dunne gevoelige huid. • Slijpbehandeling Een slijpbehandeling kun je uitvoeren met het slijpsteentje van het borstelapparaat. Hiermee verwijder je de dode huidcellen en stimuleer je de bloed- en lymfecirculatie. We noemen een slijpbehandeling ook wel een mechanische peeling. De slijpsteen schaaft de bovenste huidlaag van de huid. Een slijpbehandeling kan toegepast worden bij een acne met comedonenvorming en acnelittekens, maar niet bij actieve acne. Je brengt eerst een peelingstof aan op de huid. Na de inwerktijd kun je beginnen met slijpen. Om huidbeschadigingen te voorkomen, mag de slijpsteen niet te lang op dezelfde plaats blijven. Deze methode is sterk verouderd. Contra-indicaties voor een slijpbehandeling zijn: een oudere, verslapte huid, een huid met roodheden, actieve acne en een dunne en gevoelige huid. • Peeling en lysing Peelings en facelysings zijn exfolianten. Dat zijn producten die bedoeld zijn om de hoornlaag te verweken, de verhoornde opperhuid te ontleden en dode huidcellen te verwijderen. In lysing producten zitten stoffen die eiwitsplitsend werken. Dat zijn bijvoorbeeld brandnetel, paardenbloem, lindebloem of de enzymen papayotine (plantaardig) en pepsine (dierlijk). In peelings zitten naast dezelfde eiwit- of hoornstofsplitsende stoffen ook schuurmiddelen. Dat zijn bijvoorbeeld marmerpoeder, zand, krijtpoeder of gemalen abrikozenpitten. Vaak zijn peelings en lysings basisch-reagerende producten. Door de basische reactie verweekt de hoornlaag, zodat de werkzame stoffen beter op de verhoornde cellen kunnen inwerken. Als eiwitsplitsende fermenten aan de producten zijn toegevoegd, moeten de producten zuur reagerend zijn. Eiwitsplitsende ferment kunnen namelijk alleen in een zuur milieu werken (lager dan pH 7). Met een peeling of een lysing kun je de verhoornde opperhuid dunner maken. Het verschil tussen een peeling en een lysing is de werkwijze. Bij een peeling behandeling wordt het product na een bepaal-

slijpbehandeling mechanische peeling

peeling facelysings exfolianten

peeling behande­ ling


212 212

lysing

lysing met zuur

Handboek Acne

de inwerktijd van de huid afgerubbeld. Om het afrubbelen mogelijk te maken, is aan peeling producten een schuurmiddel toegevoegd. Een peeling mag je niet toepassen bij een verslapte huid of bij actieve acne, maar wel bij comedonen acne en een acnehuid met littekens. Bij een lysing neem je het product na een bepaalde inwerktijd af met kompressen. Een lysing kent geen contra-indicaties; het mag dus ook bij actieve acne worden toegepast. Als je een face-lysing of peeling afdekt met folie, of extra verwarmt onder de Infraroodlichtlamp of onder het waterdampapparaat, is huid meteen goed verweekt. • Lysing met fruitzuur Sommige lysings bevatten zuren. Ook deze lysings zijn bedoeld om de hoornlaag mee te verdunnen. De lysing met zuur moet uiterst secuur (alleen door schoonheidsspecialisten) gebruikt worden. De meeste fruitzuurlysings bevatten melkzuur, meestal tussen 4 en 6%. Afhankelijk van het huidtype mag de fruitzuur lysing minimaal drie en maximaal tien minuten op de huid blijven. De lysing mag niet op de oogleden komen. Als de fruitzuurlysing te lang blijft zitten, kunnen er wondjes ontstaan op de huid. Hoe gevoeliger de huid, des te sneller moet de fruitzuur lysing verwijderd worden met een ruime hoeveelheid water. Adviseer de cliënt om na de behandeling ongeveer een week uit de zon te blijven of met een zonnefilter SPF 50. Anders kunnen er pigmentvlekken ontstaan. Relatieve contra-indicaties voor een fruitzuurlysing zijn: - een koortslip (herpes simplex); - aanleg tot littekenvorming; - een donkere huid (meer kans op pigmentvlekken) Fitzpatrick V-VI. Verschillende types lysings met fruitzuur De diepte van een fruitzuurlysing wordt niet alleen bepaald door het gebruikte lysingprodukt en de toegepaste techniek. De verdere chemische samenstelling, de bereidingswijze door de fabrikant, de huid van de individuele cliënt, de eventueel gebruikte medicijnen of lokale producten zijn voorbeelden van factoren die de diepte van de lysing kunnen beïnvloeden.


Theorie van de praktijk

213

We kunnen een indeling maken op basis van de dieptewerking van de lysing: oppervlakkige 1. Oppervlakkige lysings lysing Oppervlakkige lysings werken alleen in op de opperhuid. Het resultaat van deze peelings is subtiel, gewoonlijk zijn er meerdere behandelingen nodig voor een maximaal resultaat. Het is belangrijk om dit vooraf met de cliënt te bespreken om teleurstellingen naderhand te voorkomen. Oppervlakkige lysings worden uitgevoerd met glycolzuur 40-70% (alfa-hydroxy zuur) of salicylzuur (beta-hydroxyzuur). 2. Middeldiepe lysings Een middeldiepe lysing werkt dieper in op de opperhuid, tot het basale membraan. Om de diepere werking te krijgen wordt er vaak een combinaties van producten gebruikt.

middeldiepe lysing

3. Diepe lysings/chemische peelings Diepe lysings werken tot in het middelste deel van de reticulaire dermis, dus tot diep in de lederhuid. Dit kan bereikt worden met TCA >50% of de fenol peeling, waarvan de samenstellingen en concentraties van de ingrediënten kunnen wisselen. De behandeling is te verdelen in een oppervlakkige lysing van de hoornlaag, een middeldiepe lysing tot dieper in de opperhuid en een diepe lysing tot diep in de lederhuid.

diepe lysing chemische peeling


214 214

Handboek Acne

In het geval van een diepe peeling heeft de huid een half jaar herstel nodig. Bij een diepe peeling bestaat ook de grootste kans op littekenvorming. De diepe lysings, die we dan chemische peelings noemen, worden uitsluitend toegepast door de plastisch chirurg. Ze moeten ook onder verdoving uitgevoerd worden. Als acnespecialist werk je alleen met oppervlakkige lysings. In paragraaf 6.5, over de cosmetische werkstoffen bij acne, kun je meer lezen over (fruit)zuren. verweken van de hoornlaag

Verweken van de hoornlaag Je verweekt de huid als voorbehandeling bij het verwijderen van comedonen en het ledigen van pustels en talgcysten. Een voorbehandeling vergemakkelijkt de dieptereiniging. Als voorbehandeling bij de acnebehandeling kun je gebruik maken van een paraffinepakking, een lijnzaadpakking of elektrische desincrustatie. Ook is er tegenwoordig een huidverwekende lotion (Extenso, Alcalic comedo lotion) op de markt. Deze heeft een basische pH-waarde van 9,8 en verweekt de huid op een intensieve, diepe en snelle manier.

paraffinemasker

• Paraffinemasker Paraffine is een was die bij verhitting verandert in een olie. Het wordt gemaakt van gedestilleerd petroleum en is daardoor extreem zuiver. De paraffine bevat geen schadelijke of onnodige stoffen. Voor toepassing in het gezicht moet gezuiverde paraffine worden toegepast met een smeltpunt van ongeveer 40 oC. Behandelingen met behulp van paraffine kunnen gegeven worden als voorbehandeling om de huid te verweken, maar ook als vochtmasker bij een vochtarme huid. De opgebrachte paraffine sluit de huid af, waardoor de perspiratie wordt belemmerd. Daardoor ontstaat een vochtig laagje tussen de paraffine en het huidoppervlak. Hierdoor worden de bovenste huidlagen geweekt. Door de verweking kunnen comedonen daarna gemakkelijker worden verwijderd. Bovendien ontstaat er door de afsluitende werking een verhoogde temperatuur in de huid, waardoor de poriën wat open gaan staan. Niet geschikt voor een gestuwde huid, verder zijn er geen contra-indicaties bekend.

gezuiverde paraffine

lijnzaadpakking

• Lijnzaadpakking Ook met een lijnzaadpakking kun je de huid verweken. De werkstoffen van de lijnzaadpakking zijn heel erg effectief op het lichaam en


Theorie van de praktijk

215

ze hebben een verzachtende, verwekende en vochtregulerende werking. Het lijnzaad komt uit de vlasplant. Het is rijk aan oliën met vitamines op basis van linolzuur en bevat slijmstoffen. De slijmstoffen hebben een verwekende, doorbloedende en hydraterende werking. Het is geschikt voor voorbehandeling van verwijderen van comedonen, voor een vette en onzuivere huid of een vochtarme- en slecht doorbloede huid. Een lijnzaadpakking bestaat uit gemalen lijnzaad vermengd met kokend water. Door enige tijd roeren, ontstaat een slijmerig papje. Na de oppervlaktereiniging leg je een steriel gaasje op de huid. Hierop breng je het lijnzaadpapje aan. Voor een intensievere werking wordt de pakking afgedekt met folie en verwarmd met warme kompressen of een infrarood lamp. Na ongeveer 15 minuten kun je de pakking in zijn geheel verwijderen. Een lijnzaadpakking is voor iedereen geschikt. Het wordt het meest toegepast op het gezicht, het decolleté en de rug. Er zijn geen contra-indicaties bekend. • Elektrische desincrustatie Voor elektrische desincrustatie kun je hetzelfde apparaat gebruiken als voor iontoforese. Bij iontoforese gebruik je de positieve electrode om werkstoffen in de huid te kunnen sluizen. Desincrustatie werkt andersom en dan gebruik je de negatieve elektrode. Bij desincrustatie wordt met behulp van gelijkstroom een zoutoplossing in de bovenste huidlagen gebracht. De hoornlaag wordt hierdoor weker en er ontstaan basen die de geconcentreerde of ingedikte vetten in de afvoerbuisjes zachter maken. Hierdoor is de huid grondig en diep te reinigen en kunnen comedonen gemakkelijker verwijderd worden. Door de behandeling kan er een plaatselijke stijging van de huidtemperatuur (tot 3 oC) optreden, waardoor de doorbloeding en de celstofwisseling wordt verhoogd. Je werkt met een negatief geladen werkstof, dus gebruik je de negatieve electrode, de – pool. Bij de negatieve electroden ontstaan basen, die de huid verweken. Je mag geen elektrische desincrustatie uitvoeren als de cliënt:

elektrische desincrustatie


216 216

Handboek Acne

- - - - - - - biologische desin­ crustatie

een pacemaker heeft, de stroom kan de pacemaker ontregelen; last heeft van epilepsie, de stroom kan een aanval opwekken; een metalen plaat of pin in het lichaam heeft; zwanger is; een beschadigde huid heeft; spataderen heeft; hart of vaatziekten heeft.

• Biologische desincrustatie Een biologische desincrustant is een product voor een diepere reiniging van de huid. Het heeft een licht peelende werking en wordt ook wel ‘skin rubber’ genoemd. De werking is gericht op het verweken van de hoornlaag. Ook heeft het een lichte hoornstof splitsende werking, waardoor het de hoornlaag ook een beetje verdunt.

6.4 Acnebehandeling acnebehandeling

ledigen van come­ donen, pustels en talgcysten

De behandeling van acne is in hoofdlijnen hetzelfde als die voor een vette huid. Het accent van een acnebehandeling ligt op het manueel reinigen van de huid, stimulatie van de huidstofwisseling en activeren van de doorbloeding. Comedonen, pustels en kleine talgcysten moeten worden verwijderd, omdat deze de talgklieren kunnen laten ontsteken. Het reinigen moet heel zorgvuldig gebeuren. Als bijvoorbeeld comedonen met te grote druk worden verwijderd kunnen op die plaats weer nieuwe pustels ontstaan. Daarom is de kwaliteit van de voorbehandeling heel belangrijk. Het is vooral belangrijk dat de cliënt niet zelf in de huid gaat knijpen of aan pustels krabt. Dat kan leiden tot ernstiger ontstekingen en/of acnelittekens. Ledigen van comedonen, pustels en talgcysten Na de peeling of face-lysing wordt de dieptereiniging vervolgd door het uitdrukken van comedonen, pustels en talgcysten. Hierbij is het dragen van disposable (wegwerp)handschoenen noodzakelijk. Om comedonen goed te kunnen verwijderen, moet de huid goed voorverweekt en verwarmd worden. Hiervoor heb je kunnen lezen dat een voorbehandeling bij het verwijderen van comedonen met verschillende methoden worden uitgevoerd. Nog even in het kort:


Theorie van de praktijk

217

- met het waterdampapparaat. Je moet dan wel blijven stomen tijdens het uitdrukken om de huid goed verweekt te houden. Het waterdampapparaat is erg geschikt bij een lijnzaadpakking of tijdens de lysing of peeling; - een paraffinemasker. Hiermee wordt de doorbloeding geactiveerd. Vocht komt omhoog en bij verwijdering van het masker verdampt het vocht, maar is de verweking wel tot stand gekomen. Het masker wordt in kleine stukjes verwijderd. Per verwijderd deel worden de comedonen verwijderd. De rest van de huid blijft dan verwarmd; - een lijnzaadpakking. Het is belangrijk dat er een goede slijmvorming is. De lijnzaadpakking wordt afgedekt met folie en verwarmd met warme kompressen of Infraroodlamp. De pakking moet minimaal 15 minuten op de huid blijven; - elektrische desincrustatie. Door middel van gelijkstroom met een zoutoplossing kun je de hoornlaag verweken en talg in de huid verzepen. Deze voorbehandeling wordt toegepast bij een huid met comedonen, niet op pustels en papels. Na de voorbehandeling desinfecteer je het huidoppervlak met bijvoorbeeld chloorhexidine. Er bestaat tegenwoordig ook huidvriendelijke desinfectans zonder alcohol. Na afloop desinfecteer je de behandelde plekjes weer. Ook kun je de huid desinfecteren met behulp van het HF (hoogfrequentie) massage-apparaat. Open comedonen kunnen uitgedrukt worden zonder opening met een naaldje. Gesloten comedonen en pustels moeten vooraf opengemaakt worden met een steriel disposable (wegwerp)naaldje. Het naaldje moet loodrecht en niet te diep (beperken tot in de hoornlaag) in de comedo of pustel gestoken worden. Bij een comedo mag een beetje een draaiende beweging worden gemaakt. Een pustel moet voor het verwijderen met een wattenstaafje gedesinfecteerd worden. Talgcysten kunnen opengemaakt worden met een steriel naaldje (diep inprikken) of met pedicuremesje no 11 om de cysten open te snijden, zodat de talg er beter uit kan. Er zijn holle en massieve steriele naaldjes. De holle naald wordt vooral gebruikt als injectienaald. De massieve naald is een soort speld, waarmee gaatjes in de huid geprikt kunnen worden. Het prikken met

steriele naaldjes


218 218

Handboek Acne

een holle naald levert een hoger risico op dan prikken met een massieve naald, omdat de holle naald grotere hoeveelheden bloed kan bevatten. Bij acne wordt voornamelijk gebruik gemaakt van massieve disposable naaldjes. Bij iedere gesloten comedo, pustel of talgcyste moet je een nieuw steriel naaldje gebruiken. Je geeft rondom de comedo of pustel een gelijkmatige druk met de vingertoppen. De druk is in de diepte, waarna de talgprop omhoog wordt geduwd. De opening van de talgklieruitvoergang mag niet dichtgedrukt worden. De talgprop die eruit komt, kan met watten­ staafjes verwijderd worden. Op plaatsen waar je met de vingers moeilijk bij kan komen, bijvoorbeeld op de neusvleugels of in de oren, kan je dezelfde techniek met twee wattenstaafjes uitgevoeren. Probeer de huid niet te beschadigen. Huidbeschadigingen kunnen leiden tot microbloedinkjes, waardoor nieuwe pustels ontstaan. Ook kunnen er gepigmenteerde vlekjes en littekens ontstaan. Bij het onvolledig verwijderen van een comedo of pustel, ontstaat op dezelfde plaats weer een comedo of pustel. Daarom is controle van volledige verwijdering erg belangrijk. Na het verwijderen van comedonen en pustels moet plaatselijk de huid gedesinfecteerd worden. talg- of atherom­ cysten

Talgcyste Talg- of atheroomcysten zijn te herkennen aan hun ronde of ovale vorm, waarop een puntje te zien is. Dit puntje is het gaatje van het haarzakje. Deze zichtbare cyste kan tot wel zeven cm groot zijn. Naast het deel op de huid is er ook nog een deel dat zich onder de huid bevindt. Zodra de cyste open gaat, kan dit gepaard gaan met een vieze geur en een vloeibare substantie van haarschilfers, talg, bacteriën en pus. Talg in een talg- of atheroomcyste zit ingekapseld. Als acnespecialist mag je alleen kleine talgcysten verwijderen. Grote talgcysten moeten chirurgisch verwijderd worden. De talgcyste moet ingekerfd worden met een scalpelmesje no 11 of met het meskantje van het steriele naaldje. De substantie die eruit komt verwijder je met steriele gaasjes en wattenstaafjes. Daarna de laatste resten uitdrukken, zoals bij comedonen en pustels. Let op: je mag een talgcyste nooit uitdrukken zonder hem in te kerven! Er staat namelijk grote druk op de talgklierwanden.


219

Theorie van de praktijk

Als deze doorbreken komt de cystesubstantie in het weefsel terecht, waardoor nog grote ontstekingen kunnen ontstaan. Het ledigen van een cyste moet continue herhaald worden, omdat de cyste zich steeds weer vult. Er bestaat een groot risico op littekenvorming. Maskers en pakkingen Er kunnen bij de acnebehandeling verschillende soorten maskers worden gegeven. Dat kunnen maskers zijn met een adstringerend, reinigende, zuiverende, doorbloedende, kalmerende of ontvettende werking. Het soort masker of pakking dat je gaat geven, is afhankelijk van de behandeling. Moeten de poriën nog verder worden gereinigd, moeten de poriën weer samentrekken of moet de huid worden gekalmeerd? Maskers hebben een snelle en effectieve invloed op de huid. Een masker wordt direct op de huid als afsluitende laag aangebracht en niet afgedekt. Dit noemen we occlusie van de huid. Het afsluiten van de huid zorgt ervoor dat het vocht, dat normaal uit de huid verdampt, nu de opperhuid verweekt. Ook worden werkstoffen uit het masker makkelijker opgenomen. Een pakking is een tijdelijke afdekking van de gezichts- en halshuid met een textielsoort, bijvoorbeeld watten, tissues of verbandgaas. Deze worden in een vloeistof met werkstoffen gedrenkt (cosmeticum) gedrenkt, waarna het gezicht als het ware wordt ingepakt. Van de meeste maskers kun je een pakking maken door het af te dekken met folie, plastic, textiel of paraffine. Er zijn verschillende soorten maskers die bij een acnebehandeling toegepast kunnen worden. We onderscheiden hard wordende en zacht blijvende maskers. Voorbeelden zijn: • reinigende maskers - adstringerende maskers - zuurstofmaskers - paraffinemaskers • verzachtende maskers - hydraterende maskers - kuurmaskers • modellerend masker - thermomasker

maskers en pakkingen

occlusie van de huid

reinigende maskers verzachtende maskers modellerend masker


220 220

Handboek Acne

Reinigende maskers Reinigende maskers hebben een diepreinigende, doorbloedende, helende en adstringerende werking op de huid. Het zijn bijna altijd poedermaskers. De reinigende maskers hebben een zuiverende werking op het huidoppervlak; verder reinigen ze min of meer de poriën. De werking berust op de aanwezigheid van voornamelijk verwekende stoffen. Door het poedermengsel aan te maken met een vloeistof, wordt de verwekende werking van het masker ondersteund. Ook het zuurstofmasker kan tot de reinigende maskers gerekend worden, omdat het een zuiverende werking heeft op het huidoppervlak. Van een poedermasker kan geen biologische dieptewerking worden verwacht, omdat een poedermengsel geen geschikt medium is voor het onderbrengen van werkstoffen. Poedermaskers zijn dus praktisch altijd schoonheidsmaskers. adstringende maskers zuurstofmasker

paraffinemasker

Adstringerende maskers hebben een vernauwend effect op de huidporiën. Vaak verschijnen ze als poedermaskers of als pasta. Adstringerende stoffen zijn onder meer aluin, kamfer en citroenzuur. Een zuurstofmasker is altijd een poedermasker. De werkzame stoffen zijn magnesiumperoxide 25% en citroenzuur. Deze worden in een verhouding van drie tot één vermengd met een poeder, bijvoorbeeld talkpoeder. Als het hele poedermengsel met water wordt aangemaakt, komt uit het peroxide de zuurstof vrij. De werking van een zuurstofmasker is reinigend, enigszins desinfecterend, blekend en doorbloedend door een geringe warmteontwikkeling. Paraffinemaskers zijn gemaakt van minerale vetten. Minerale vetten vermengen zich gemakkelijk met vet en vuil aan het huidoppervlak en hebben daardoor reinigende eigenschappen. Behandelingen met behulp van paraffine kunnen worden gegeven bij een vochtarme huid. De opgebrachte paraffine sluit de huid af, waardoor de perspiratie wordt belemmerd. Hierdoor ontstaat een vochtig laagje tussen de paraffine en de opperhuid, waardoor de hoornlaag wordt verweekt. Ook kun je een paraffinepakking geven als voorbehandeling voor het verwijderen van comedonen en talgcysten. De hoornlaag wordt door de paraffine week gemaakt, waardoor de comedonen makkelijker zijn te verwijderen. Ook ontstaat door de afsluitende paraffine een verhoging van de huidtemperatuur. Voor de gezichtsverzorging gebruik je zuivere paraffine met een smeltpunt van ongeveer 40 oC. Voor lichaamsverzorging kun je paraffine met een hoger smeltpunt toepassen.


Theorie van de praktijk

221

Verzachtende maskers Verzachtende maskers zijn over het algemeen crème-, pasta- of gelei- verzachtende maskers, die eventueel kunnen worden gemengd met een vloeistof, maskers zoals plantaardige aftreksels of lotion. Afhankelijk van de werkstoffen kan de werking verschillend zijn. De werking van een masker bij een acnebehandeling is vooral kalmerend, reinigend, hydraterend, regenererend, doorbloedend, ontstekingsremmend en talgregulerend. Een verzachtend masker moet bij gebruik op de huid zacht te blijven. Hydraterende maskers zijn maskers die vocht toedienen aan het bovenste deel van de opperhuid; ze kunnen NMF-factoren (NMF = Natural Moisterising Factors) of algenextracten bevatten. Ook het paraffinemasker kunnen we als een hydraterend masker zien.

hydraterende maskers NMF-factoren

Maskers waarvan voornamelijk een biologische dieptewerking wordt verwacht, noemen we kuurmaskers. Deze maskers moeten cosmetische werkstoffen bevatten Dat kunnen werkstofcomplexen zijn, maar ook geïsoleerde werkstoffen. Deze werkstoffen zijn dus in principe gelijk aan die welke in de stimulerende crèmes zijn verwerkt. Kuurmaskers worden meestal als crèmemaskers in de handel gebracht. Modellerend masker Een modellerend masker bestaat uit calciumsulfaat (gips). Gips wordt met water gemengd en op de huid aangebracht. Onder het masker ontstaat een grote warmteontwikkeling, waardoor actieve hyperemie optreedt.

modellerend masker


222 222

thermomasker

rubberachtig masker

Handboek Acne

De temperatuur onder het gips kan oplopen tot 40 à 42 oC. Daarom wordt het modellagemasker ook wel een thermomasker genoemd. Voordat je een modellerend masker aanbrengt, breng je eerst een werkstof aan. De werkstof moet zijn aangepast aan het huidtype. Dit kan ook een vliesmasker gedrenkt in werkstoffen zijn. Tijdens het indrogen krimpt het masker en neemt het de vorm aan van het gelaat, waardoor het de gelaatstrekken modelleert en de spieren ontspant. Door de grote warmte-ontwikkeling is dit masker niet geschikt voor een huid met roodheden, zoals rosacea en teleangiëctasiën. Een ander thermomasker is een rubberachtig masker dat een elastisch isolerend laagje op de huid legt. Dit masker geeft ook warmte aan de huid en daardoor kunnen werkstoffen beter opgenomen worden. Dit masker kan na de inwerktijd in zijn geheel van de huid worden afgenomen. Algemene voorbehandeling voor maskers Een juiste voorbehandeling zorgt ervoor dat de werkstoffen uit het masker beter opgenomen kunnen worden. De voorbehandeling bij een masker is gericht op het reinigen (oppervlaktereiniging), verwarmen en verweken van de huid. De huid kan verweekt en verwarmd worden met een warm kompres of met dampapparatuur.

thalasso­ behandeling

Acnebehandeling met behulp van thalassotherapie: Je kunt je acnebehandelingen ondersteunen of inrichten op basis van verschillende therapiën, zoals thalasso of aroma. Thalassobehandelingen zijn behandelingen met ingrediënten uit de zee: zeewater, zee-algen, zeezout en zeemodder. De combinatie van zeewater met zee-algen heeft een opmerkelijke natuurlijke geneeskracht. Thalasso werkt revitaliserend (huid herstellend).


223

Theorie van de praktijk

Zeezout Zeezout wordt verkregen uit de Dode Zee, door natuurlijke verdamping van zeewater in zoutpannen. Het verkregen zout wordt nabehandeld op een temperatuur van 400 oC om bacteriën en verontreinigingen te verwijderen. De hoge zuiverheid en de grove korrel maken dat zeezout zeer geschikt is voor allerlei toepassingen in ons vakgebied. Belangrijke werkstoffen in zeezout zijn: • magnesium, verhoogt de vitaliteit van de cellen, hydrateert de huid; • kalium, verbetert doorlaatbaarheid van celmembranen, ontspannend op de huid; • chloor, regelt vochtgehalte van de cel, positieve werking op de stofwisseling van de huid; • calcium, helpt mineralenevenwicht te handhaven, herstellende en antibacteriële werking op de huid; • broom, natuurlijk ontsmettingsmiddel, antibacterieel; • jodium, ontstekingremmend.

zeezout

De hoge concentratie van de bovenstaande stoffen zorgen voor het regenereren, exfoliëren, verzorgen en beschermen van de huid. Het stimuleert de doorbloeding en de celstofwisseling en zorgt voor een optimale afvoer van afvalstoffen. Een sterke concentratie zeezout in bad heeft een gunstig effect op een acnehuid. Het voorkomt ontstekingen en werkt ontsmettend door de verschillende mineralen. Ook egaliseert een behandeling met zeezout de huid en verbetert de vochthuishouding. Zeezout wordt ook toegepast als een scrub, wat een herstellende en antibacteriële werking heeft op de huid. De scrub van zeezout mag alleen gebruikt worden bij een niet-actieve acne of een acnecomedonica. Zee-algen Zee-algen bevatten veel vitaminen, mineralen en sporenelementen, die helpen allerlei lichaamsprocessen op gang te brengen en sneller afval- en gifstoffen uit het lichaam doen verwijderen.

zee-algen


224 224

Handboek Acne

Je kunt zee-algen als pakking voor het lichaam of gezicht toepassen, omdat algen onder meer de volgende werking hebben: • verwijden van bloed- en lymfevaten door het mineraal lithium, dat kalmerend op de huid werkt; • stimuleren van de doorbloeding door het mineraal zink; • stimuleren van de uitscheiding van afvalstoffen door het mineraal koper; • ontgifting door de vitaminen; • reinigen en zuiveren door carbohydraten (koolhydraten). Algen kunnen ook als werkstof in een milk, lotion, masker, crèmes of serum worden toegepast. Een contra-indicatie voor behandeling met thalasso is actieve ontstekingen van de huid, waardoor een ernstig actieve acne niet met een thalassobehandeling behandeld kan worden. Andere contra-indicaties voor een thalassobehandeling zijn: • de eerste drie maanden van een zwangerschap; • hartproblemen; • nierafwijkingen; • koorts; • schildklierproblemen; • jodiumallergie; • morbide obesitas. aromatherapie

Acnebehandeling met behulp van aromatherapie Aromatherapie is een eeuwenoude, holistische therapie, waarbij aromatische oliën worden ingezet ter bevordering van de gezondheid. De specifieke en therapeutische eigenschappen van aromatische oliën hebben invloed op ons lichaam, onze geest en onze emoties. Aromatische oliën kunnen toegevoegd worden aan cosmeticaproducten om een op de acnehuid afgestemd product te krijgen.


Theorie van de praktijk

In een aromatische behandeling voor een acnehuid is het groene leemmasker een belangrijk product. Aan dit masker kunnen aromatische oliën worden toegevoegd. Groene leem bevat mineralen, zwavel, fosfor en enzymen en daardoor zuivert het de gifstoffen uit het lichaam, stimuleert de doorbloeding, remt bacteriën op de huid, verzacht en ontspant huidontstekingen.

225

groene leemmas­ ker

Bij een acnebehandeling kun je het beste de aromatische oliën mengen met jojoba-olie. Jojoba-olie is een vette plantenolie die erg jojoba-olie goed in de huid doordringt. Ze zorgt voor een vertraagde afgifte van talg en maakt de huid glad. Ook ondersteunt jojoba-olie het herstel van littekens. Soms kun je voor meerdere oliën bij het huidtype en/of toepassing kiezen. Sommigen zijn goed met elkaar te combineren. Zie hiervoor het onderstaande schema. Ook kun je de cliënt laten kiezen. De geur die de cliënt het meest aangenaam vindt, kun je dan in een acnebehandeling gebruiken of in de omgeving verdampen.


226 226

Handboek Acne

Hieronder zie je een schema van de meest toegepaste aromatische oliën bij de acnebehandeling en hun eigenschappen en mogelijkheden. Aromatische olie

Werking

Toepassing

Bergamot¹

Antibacterieel, kalmerend.

Verdampen, goed te combineren met lavendel, mandarijn, geranium en dennenachtigen. Massage, masker. Maximaal vijf druppels in bad bij slaapproblemen en stress.

Cypres²

Adstringerend, bactericide en vaat­vernauwend.

Verdampen, goed te mengen met sinaasappel en lavendel. Massage, masker en in bad.

Citroen³

Ontstekingwerend, bactericide, antiseptisch, huidversterkend, zuiverend.

Verdampen, massage, puur aanstippen op pustels, masker en in bad, maximaal tien druppels.

Eucalyptus

Antiseptisch, antibacterieel, anti-viraal, fungicide.

Verstuiven, massage (maximaal 10% verwerken) en in bad, maximaal 15 druppels

Geranium

Ontstekingremmend, antibacterieel, fungicide, pijnverdovend, krampstillend, adstringerend en genezend.

Verdampen, goed te mengen met lavendel, bij emotionele spanningen. Massage, masker, maximaal 10% olie verwerken. In bad maximaal tien druppels.

Grapefruit

Antiseptisch, antitoxisch, adstringerend, bactericide en stimulerend op het lymfestelsel.

Verdampen, massage, masker en in bad, maximaal tien druppels.

Lavendel

Genezend, verzachtend, licht verdovend, ontspannend, wondhelend en versterkend op het immuunsysteem.

Verdampen, puur aanstippen op pustels, massage, masker. Maximaal 16% olie verwerken. In bad maximaal 15 druppels.

Lemon grass

Bactericide, ontsteking werend, koorts bestrijdend, verkoelend en fungistatisch.

Verdampen, massage, masker en in bad.


227

Theorie van de praktijk

Mandarijn

Kalmerend, vochtregulerend, antiseptisch, licht krampstillend, stimulerend op lymfe.

Verdampen, massage, masker en in bad (maximaal tien druppels) bij slaapproblemen.

Patchoeli

Bactericide, ontsteking werend, kalmerend bij lage dosering, stimulerend bij hoge dosering.

Verdampen, massage en in bad, vooral bij huidontstekingen.

Rozenhout¹

Toniserend, pijnverdovend, antiseptisch, fungicide, weefsel­ regenererend. Antidepressivum.

Verdampen, massage (vooral bij littekens), masker, dag- en nachtcrème. Maximaal 15 druppels in bad bij vermoeidheid en stress.

Sinaasappel³

Bactericide, ontsteking werend, kalmerend, ontspannend en afvalstoffen en lymfe afvoerend. Antidepressivum.

Verdampen, goed te mengen met Ylang-ylang of lavendel, massage, masker. Maximaal 10% olie verwerken. In bad maximaal tien druppels.

Tea Tree¹

Ontstekingremmend, zuiverend, genezend, verzachtend, virucide, slijmoplossend en pijn verminderend. Vermindert jeuk en stimuleert de bloedsomloop.

Verdampen, te combineren met lavendel. Masker, puur aanstippen op pustels of bij verwijderen comedonen. Maximaal zes druppels in een vol bad.

Ylang-ylang

Kalmerend, ontspannend, krampstillend, bactericide en bloeddruk verlagend.

Verdampen, mengen met demiwater en hiermee de huid deppen, massage en in bad, maximaal vijf tot tien druppels.

¹ niet gebruiken tijdens de eerste drie maanden van een zwangerschap. ² niet gebruiken tijdens zwangerschap en geven van borstvoeding. ³ vermijd UV-straling voor 24 uur na gebruik.

Aromatische oliën zijn gecontra-indiceerd bij: • hartklachten; • kankerpatiënten; • nieraandoeningen; • epilepsie; • hart en vaatziekten. Bij de voorgeschreven dosering veroorzaken aromatische oliën geen of weinig bijwerkingen. Mogelijke huidirritaties zoals jeuk of branderigheid, of hoofdpijn kunnen voorkomen bij overdosering.


228 228

Handboek Acne

De meest gebruikelijke verhouding is 2%; twee druppels aromatische olie in vijf ml vette plantenolie. Gebruik nooit meer dan drie verschillende aromatische oliën in één product. Let ook op met citrusoliën. Deze bevatten componenten die een fototoxische bijwerking kunnen geven in combinatie met UV-straling. Dit kan bruine, vlekkerige verkleuringen veroorzaken op de huid. Bijzonderheden en een uitgebreide beschrijving per olie vind je in de volgende paragraaf: cosmetische werkstoffen. Acnebehandeling met massage of apparatuur Je kunt je acnebehandeling ondersteunen met verschillende massages of met apparatuur. De informatie hierover vind je verderop in dit boek in de paragrafen 6.6 en 6.7.

6.5 Cosmetische werkstoffen cosmetische producten

Cosmetische producten De eigenschappen van een cosmetisch product worden bepaald door de ingrediënten waaruit het is samengesteld. Bij het bestuderen van het etiket wordt al snel duidelijk dat voor het gewenste effect veel verschillende stoffen nodig zijn. Vaak staan hier tientallen stoffen vermeld, die allemaal één of meerdere functies vervullen.


Theorie van de praktijk

229

Zo wordt de kleur van een product bepaald door kleurstoffen en de geur door geurstoffen. Antizonnebrandcrème dankt zijn beschermende werking aan UV-filters en bodylotion aan hydraterende vetzuren. Deze twee ingrediëntsoorten zijn voorbeelden van actieve ingrediënten. Actieve ingrediënten actieve zijn stoffen, die veringrediënten antwoordelijk zijn voor de werking van het product. We noemen dit ook wel werkzame werkzame stoffen stoffen. De werking van deze actieve ingrediënten of werkzame stoffen wordt ondersteund door de aanwezige hulpstoffen. Bij antizonnebrandmiddelen wordt bijvoorbeeld een antiklontmiddel toegevoegd om te voorkomen dat de UV-filters samenklonteren, waardoor de SPF (beschermingsfactor) wordt verminderd. Hulpstoffen zorgen er ook voor dat een lotion goed smeerbaar is. Daarnaast zijn er nog stoffen die garanderen dat het product tot de vermelde houdbaarheid goed blijft. Verder zorgen conserveermiddelen, antioxidanten en emulgatoren ervoor dat het product zijn eigenschappen behoudt. Cosmetische producten kunnen werkstoffen of oppervlakkig werkzame stoffen bevatten. Werkstoffen zijn in kleine doseringen werkzaam op de huid. Ze hebben een gunstige invloed op de natuurlijke processen in de levende cellagen en verhogen daarmee de werkzaamheid van het cosmetische product. Voorbeelden van werkstoffen zijn vitamines, hormonen, enzymen, lipoïden, sporenelementen en mineralen.

werkstoffen

Werkzame stoffen werken oppervlakkig op de huid. Ze dringen niet in de levende cellagen door. Voorbeelden van werkzame stoffen zijn kruidenaftreksels en bloesemextracten. Heel ingewikkelde, maar ook ‘alledaagse’ stoffen worden in cosmetica gebruikt, zoals water, honing en melk. De ingrediënten bepalen de gewenste eigenschappen van het product, zoals geur, kleur, zuurgraad, smeerbaarheid, houdbaarheid én werking.

werkzame stoffen


230 230

cosmetische stoffen

werkstof­ complexen biostimulantia

geïsoleerde werk­ stof

Handboek Acne

Cosmetische werkstoffen Cosmetische werkstoffen zijn stoffen die gedeeltelijk door de huid kunnen worden opgenomen. Anders gezegd: ze kunnen de min of meer dode cellagen van de opperhuid passeren. We noemen cosmetische werkstoffen ook wel stoffen met een biologische dieptewerking. We passen deze werkstoffen toe om een gunstige invloed te kunnen uitoefenen op de natuurlijke processen in de levende cellagen. Er zijn werkstofcomplexen en geïsoleerde of enkelvoudige werkstoffen. Onder werkstofcomplexen, ook wel biostimulantia genoemd, verstaan we een plantaardig of een dierlijk extract, waarin van nature meerdere biologisch actieve stoffen zitten. In de moderne cosmetiek wordt meestal eerder gekozen voor werkstofcomplexen dan voor geïsoleerde werkstoffen. De meest toegepaste werkstofcomplexen zijn onder andere placenta­ extracten, embryonale extracten, kiemoliën (zoals tarwekiemolie en maïskiemolie), fruitzuren, gelée royale, pollenextracten, planktonextracten, Aloë vera, Sint Janskruidolie, algenextracten en vruchtwater (of Liquor amnii). We spreken van een geïsoleerde werkstof als één enkelvoudige stof (bijvoorbeeld een hormoon, ferment of vitamine) in een cosmetisch product is verwerkt. Als geïsoleerde werkstoffen kunnen worden gebruikt: fytohormonen, vitaminen, fermenten, azuleen, collageen, elastine, hyaluronidase, cynarine en rutin. Werkzame stoffen Onder werkzame stoffen verstaan we stoffen die een algemeen gunstige invloed op het huidoppervlak hebben, in tegenstelling tot de werkstoffen die een biologische dieptewerking hebben. Tot de groep werkzame stoffen rekenen we kruidenaftreksels, vruchtenextracten en extracten van plantendelen, zoals bloesems en bladeren. De cosmetische werkstoffen moeten bij voorkeur in vet oplosbaar zijn. De vetten in de emulsie werken dan als oplosmiddel voor de cosmetische werkstoffen. Deze vetten moeten zoveel mogelijk overeenkomen met de natuurlijke vetsubstanties van de huid. Daardoor kan de emulsie zich zo volledig mogelijk vermengen met de vetsubstanties van de opperhuid zelf.


231

Theorie van de praktijk

Cosmetische werkstoffenlijst Hieronder is een woordenlijst opgenomen, waar in alfabetische volgorde de cosmetische werkstoffen, die van belang zijn voor de acnespecialisatie, worden besproken. Genoemd worden de werking, toepassing, herkomst en eventuele bijwerkingen van algen, azuleen, benzoylperoxide, caroteen, chlorofyl, gelée royale, gist, honing, propolis, kamfer, leem/klei, lijnzaad, menthol, plankton, tarwekiem en zwavel. • Algen Algen of wieren is de verzamelnaam voor een groep eenvoudige, vaak eencellige, organismen die door fotosynthese koolhydraten kunnen verkrijgen. Blauwalgen behoren niet tot deze groep, maar worden tot de bacteriën gerekend. In de cosmetiek worden de grotere en meercellige zee-algen toegepast. We noemen deze algensoorten ook wel zeewier. Er zijn meerdere soorten die we kunnen onderscheiden naar hun vorm en kleur. Algen zijn rijk zijn aan vitamines (A, B1, B2 en C), slijmstoffen, plantenzuren, zouten en sporenelementen. Ook zijn ze rijk aan mineralen, vooral jodium, maar ook ijzer, chroom, kobalt, zink, lithium en koper. Ze behoren tot de werkstofcomplexen. Algen hebben een sterk ongiftende werking. Ze stimuleren de bloeden lymfecirculatie en hebben een hydraterende werking. Algen werken gunstig op de vette- en acnehuid. Producten waar algen in verwerkt zijn worden veel toegepast bij een vochtarme huid en bij oedemen. Een extract van bruine algen blijkt anti-oxidatieve eigenschappen te hebben, wat helpt bij het voorkomen van huidveroudering. Laurinterol, een extract van rode algen, kan ingezet worden als antibacterieel ingrediënt tegen de Staphylococcus aureus (S. aureus). Bij huidaandoeningen, zoals acne, folliculitis, steenpuisten, krentenbaard en eczeem, kan een product met dit algenextract goede resultaten geven. Algen worden vooral toegepast in maskers, lichaamspakkingen en crèmes.

algen


232 232

Handboek Acne

Contra-indicaties zijn: • de eerste drie maanden van een zwangerschap; • hartproblemen; • nierafwijkingen; • koorts; • schildklierproblemen; • jodiumallergie. azuleen

echte kamille

Azuleen is een donkerblauwe, geïsoleerde werkstof (koolwaterstof). Het is niet oplosbaar in water, maar wel in organische oplosmiddelen. Azuleen kan synthetisch worden gemaakt, maar ook gewonnen worden uit natuurlijke bronnen. De etherische- of aromatische olie die door stoomdistillatie gewonnen wordt uit de bloesem van de echte kamille en van duizendblad bevat ook azuleen. Azuleen wordt aan veel cosmetische producten toegevoegd. Al sinds de vijftiende eeuw weten we dat het een sterk ontstekingsremmende werking heeft en verzachtend werkt. Ook reduceert het ontstekingen en werkt het remmend op de histamineproductie. Azuleen wordt vooral aangewend bij de behandelingen van teleangiëctasieën en bij een nerveuze-, geïrriteerde of gestuwde huid. Klinisch onderzoek heeft aangetoond dat azuleen daarnaast ook nog anti-allergeen is en een regenererend vermogen heeft. Het wordt toegepast in allerlei producten tegen acne waaronder maskers. Er zijn geen bijwerkingen bekend.

benzoylperoxide

• Benzoylperoxide Benzoylperoxide is een chemische werkstof die in medische preparaten voorkomt. Het is een belangrijk preparaat bij de bestrijding van diverse vormen van acne dat al meer dan 60 jaar wordt voorgeschreven. Sinds 1980 is het verkrijgbaar zonder recept als een gel in een 5 tot 10% bereiding. Als het in contact komt met de huid valt benzoylperoxide uiteen in zuurstof en benzoëzuur. Het benzoëzuur heeft een sterk keratiniserende (hoornstofoplossende) werking, waardoor verstoppingen van


233

Theorie van de praktijk

de talgklieren worden opgelost. Het kan daarom ook in exfoliërende producten worden verwerkt. Benzoëzuur komt in hoge concentraties voor in veen- en andere bessen. Vanwege zijn antibacteriële werking wordt het veel gebruikt als conserveermiddel (E210) in levensmiddelen en in cosmetica. In de landbouw en veehouderij wordt het gebruikt als desinfectiemiddel. De stof wordt meestal synthetisch gefabriceerd in laboratoria. De zuurstof zorgt voor een goede desinfectie die het de anaërobe propionzuurbacterie onmogelijk maakt om te leven op de huid. Door de zuurstofproductie is benzoyl­ peroxide een sterk bleekmiddel, waarmee rekening moet worden gehouden in verband met kleding of beddengoed. Benzoylperoxide is heel effectief bij acne. Bij lichte acne kan een verzorgingsproduct waarin benzoylperoxide zit toegepast worden. Bij matige acne werkt de gelvorm erg goed en bij ernstige acne kan de arts een lotionvorm met een hoge concentratie voorschrijven. Onderzoek heeft uitgewezen dat benzoylperoxide minder gevoelig is voor resistentie. Eventuele bijwerkingen kunnen zijn uitdroging, huidirritatie, jeuk, roodheid, schilfering en overgevoeligheid van de huid. • Caroteen Caroteen is zelf geen vitamine, maar de werking van caroteen in het lichaam komt overeen met de werking van vitamine A. Voor de cosmetiek is het bètacaroteen het belangrijkst, dat is het gele pigment dat onder andere in worteltjes voorkomt. Bètacaroteen wordt door het lichaam in vitamine A omgezet. Het is dus een voorloper, of provitamine, van vitamine A.

caroteen bètacaroteen provitamine


234 234

Handboek Acne

Vitamine A is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende, aan elkaar gerelateerde verbindingen. Het in vet oplosbare vitamine A staat bekend als retinol, behorend tot de groep retinoïden. Tot deze groep behoort ook vitamine A zuur, ook wel bekend als tretinoïne. Dit middel is in hoge dosering alleen op recept verkrijgbaar bij ernstige vormen van acne. Vitamine A kan door het lichaam zelf worden gevormd uit een groep voedingsstoffen, genaamd de carotenoïden. Er bestaan meer dan 600 van deze carotenoïden, waarvan sommige heel bekend zijn, zoals bètacaroteen of lycopeen, terwijl andere minder bekend zijn. Caroteen wordt in de volksmond ook wel provitamine A genoemd. Voor gebruik in cosmetische producten wordt aan caroteen dezelfde werking toegeschreven als aan vitamine A. Omdat de toepassing van vitamine A in cosmetische producten is verboden, wordt het vitamine in de receptuur dikwijls vervangen door caroteen. Cosmetische producten met caroteen kunnen ook worden toegepast in preparaten voor een vochtarme huid, bij een verdikte hoornlaag, in acnepreparaten en bij aandoeningen die de keratinevorming normaliseren. Ook is caroteen als kleurstof in gebruik, daarom wordt het ook toegevoegd aan bruiningsmiddelen. Er zijn geen bijwerkingen bekend bij uitwendig gebruik. Bij inwendig gebruik kan carotenemie ontstaan, waardoor de hele huid geeloranje kleurt. chlorofyl

• Chlorofyl Chlorofyl (bladgroen) is een groene plantenkleurstof en is werkzaam als ferment. Het is een nauw aan hemoglobine verwante verbinding, die in alle planten en algen voorkomt die in staat zijn tot fotosynthese. De kern van het molecuul bevat alleen geen ijzer, zoals bij hemoglobine, maar magnesium. Chlorofyl speelt een belangrijke rol bij de synthese van zetmeel uit koolzuurgas en water en de uitscheiding van zuurstof. Chlorofyl heeft zuiverende, wondgenezende en deodoriserende eigenschappen. Het wordt gebruikt in deodorants en mondverzorgingsproducten. In wondreinigende middelen wordt chlorofyl toegepast, omdat het de genezing versnelt. In de cosmetiek wordt chlorofyl gebruikt als groene kleurstof en als toevoeging aan alle mogelijke producten voor huidverzorging.


235

Theorie van de praktijk

Gelée royale Gelée royale is voedsel voor alle larven in het bijennest. Het maakt niet uit of ze werksters, mannetjes of koninginnen worden. Dat verschil komt later. De gewone larven krijgen de gelei maar drie dagen lang te eten, terwijl de koningin de rest van haar leven de gelei zal eten. Het speciale voedsel zorgt ervoor dat de koningin groter wordt en langer leeft dan alle andere bijen.

Hierdoor kan ze het bijennest in stand houden en voor vruchtbare nakomelingen zorgen.

• Gelée royale Gelée royale of koninginnegelei is een melkachtige stof die door de honingbijen speciaal voor de koningin en larven gemaakt wordt. Werksters mengen honing en bijenpollen met een afscheiding die uit de speekselklieren komt tot de Koninginnegelei. Het bestaat uit een mengsel van 31% vetten, 15% koolwaterstoffen, 24% water en enkele procenten eiwitten. 15% bestaat uit diverse groeifactoren als enzymen en vitaminen en mineralen. Opvallend is het gehalte aan acetylcholine. Kosmetisch is gelée royale een belangrijk biostimulans met een regenererende, activerende en doorbloeding bevorderende werking. Gelée royale is van nature rijk aan antioxidanten, vitamines, mineralen, enzymen, aminozuren en andere micro-voedingsstoffen: - Thiamine (vitamine B1); - Riboflavine (vitamine B2); - Pantotheenzuur (vitamine B3); - Nicotamide (vitamine B5); - Pyridoxine (vitamine B6); - Inositol (vitamine B7); - Biotine (vitamine B8); - Folisch zuur (vitamine B9); - Cobalamine (vitamine B12); - Vitamine C; - 30 Aminozuren (waarvan Arginine); - IJzer, Chroom, Mangaan, Nikkel, Calcium, Koper, Fosfor en Silicium. Verder bevat het 2,84% nog niet geïdentificeerde stoffen.

gelée royale


236 236

Handboek Acne

Door de antibiotische en bactericide eigenschappen kan gelee royale goed ingezet worden bij een onzuivere, vette en acnehuid. De andere werkstoffen en microvoedingsstoffen ondersteunen en verbeteren het celmetabolisme. Het kan toegepast worden in maskers, crèmes en als pure werkstof in ampullen. gist

bètaglucanase

honing

• Gist Gist is een ééncellige schimmel die onder andere zetmeel kan omzetten in alcohol. Dit proces noemen we gisting. Gist bevat eiwitstoffen, fermenten, minerale stoffen en vitaminen, vooral vitamine B. Het werkt zuiverend, reinigend en doorbloeding bevorderend en wordt vooral in maskers toegepast. Ook heeft gist een anti-bacteriële werking op de huid. Gist kan de wondheling bevorderen door het beschermen en helpen herstellen van huidweefsel. De antioxidanten die het bevat, dragen daar aan bij, gist is rijk aan bètaglucanase. Dit uit glucosemoleculen bestaande polymeer met herstellend vermogen heeft het voordeel dat het beter doordringt tot in de huid. Uit onderzoek blijkt dat 28% van de aangebrachte bètaglucanase de huid binnendringt en 4% daadwerkelijk aankomt in de diepere lagen waar rimpels ontstaan. Om die reden wordt gist (extract) ook toegepast in anti-aging producten. Gebruik van gist op de huid is veilig en (gezondheids)risico's zijn niet bekend. • Honing Al 1000 tot 2000 jaar voor Christus werd honing gebruikt als geneesmiddel en ingezet voor het voorkomen van diverse kwalen. Door de opkomst van de antibiotica rond 1950 is honing een beetje op de achtergrond gekomen, maar de laatste jaren is honing als geneesmiddel en in cosmetica weer sterk in opkomst. Honing, gewonnen uit de raten van bijenkorven, is rijk aan eiwitten, fermenten en spore-elementen. Ook bevat het mierenzuur, dat er door de bijen aan toe wordt gevoegd als conserveermiddel. Honing wordt als werkstof met biologische dieptewerking gebruikt in beschermende en regenererende maskers, crèmes, en handver-


237

Theorie van de praktijk

zorgingsproducten. Ook wordt het gemengd met ontharingswas ter bescherming van de behandelde huid. Honing desinfecteert de huid, bevordert de groei van nieuwe huidcellen en heeft een herstellend vermogen. Het wordt daarom ook toegepast bij brandwonden. Het bevordert de genezing en gaat littekenvorming tegen. Uit onderzoek is gebleken dat honing ook een debriderende werking heeft. Dat wil zeggen dat honing in staat is dood weefsel op te ruimen. Dat gebeurt door het stimuleren van lichaamseigen enzymen. Wonden kunnen sneller helen en er is minder kans op het ontstaan van dikke korsten en littekenvorming. Het activeert de doorbloeding van de huid en werkt zuiverend en verzachtend op een geïrriteerde huid. Ook geeft honing een aangenaam verkoelend gevoel en heeft het antibacteriële en desinfecterende factoren. Het wordt toegepast in huidcrèmes en maskers. Contra-indicatie is een allergie voor bijenproducten. • Propolis Propolis is een natuurlijk antibioticum voor en door de bij. Propolis beschermt het bijenvolk tegen verschillende virussen, schimmels, en bacteriën. Vanwege de unieke wisselende samenstelling treedt geen resistentie op, iets wat op dit moment een groot probleem is bij bijvoorbeeld de synthetische antibiotica in de gezondheidszorg. Propolis is een kleverige stof, gemaakt van speciale harsen van de knoppen van bomen. De boom beschermt zijn knoppen zorgvuldig met deze harsen tot ze klaar zijn om uit te lopen. Bijen halen kleine hoeveelheden hars van de knoppen van bijvoorbeeld berken en populieren. Dit verwerken ze door toevoeging van enzymen uit hun speeksel tot propolis. De bijen dichten hiermee ongewenste kieren en openingen in het nest en bekleden de wanden ermee. In Nederland wordt door een bijenvolk, onder normale omstandigheden, gemiddeld zo’n 100 gram propolis per jaar geproduceerd. Het wordt gewonnen bij het schoonmaken van de bijenkast. Propolis was al in de Griekse oudheid bekend om zijn geneeskrachtige werking en is een krachtig antibioticum; het werkt bacterie- en schimmeldodend. Het bestaat uit flavonoïden, lipoïden, etherische oliën, suikers, mineralen en een klein beetje vitaminen A, B, C, E en nicotinezuur. Flavonoïden komen uit de hars van sommige boom­

propolis


238 238

Handboek Acne

soorten en we vinden er wel 26 verschillende soorten van in propolis. Ze remmen een ontstekingsreactie, stimuleren de vorming van antistoffen, voorkomen aderverkalking en trombose door een gunstige invloed op de bloedvaten en de rode bloedcellen. Propolis wordt toegepast in anti-acnepreparaten, huidcrèmes en in vloeistof voor iontoforese. Contra-indicatie is een allergie voor bijenproducten en acute leverziekten. kamfer

• Kamfer Kamfer wordt gewonnen uit de etherische olie van de kamferboom. Het kan echter ook synthetisch worden vervaardigd. Het werkt adstringerend, desinfecterend en doorbloeding verhogend op de huid. Geschikt voor de vette huid en acne. Het vermindert roodheid, irritatie en jeuk. Daarnaast werkt het ook tegen bacteriën en schimmels op de huid. De kamferboom is inheems in China, Taiwan en Japan. Van de jonge bomen worden regelmatig twijgen afgesneden, die rijk zijn aan kamferolie. Als de bomen 50 of 60 jaar oud zijn gaat de kamferproductie achteruit. Ze worden dan omgezaagd en tot zaagsel verwerkt, dat met stoom wordt gedestilleerd tot er kamferolie achterblijft. Kamferolie bestaat grotendeels uit safrol, eugenol, cineol en lanaloöl. Het oliegehalte van de bladeren varieert (leeftijd afhankelijk) tussen 10 en 75%. Kamfer wordt vooral toegepast in gezichtswaters. Niet gebruiken tijdens de zwangerschap of bij kinderen onder twee jaar. Kan bij astma patiënten een allergische reactie oproepen.

leem/klei

• Leem/klei Leem is een fijnverdeeld zand vermengd met klei. Er bestaat een grote diversiteit aan geneeskrachtige leemsoorten. Afhankelijk van het gebied waar de aarde gewonnen wordt, zien we verschillende kleuren, wit, rood, groen geel en bruin. De werking van deze leem­ soorten is in veel opzichten gelijk.


239

Theorie van de praktijk

Leem bevat aluinaarde, ijzer, silicium, calcium, magnesium, natrium en kalium. Daarnaast vinden we in leem sporenelementen, zoals titaan, fosfor, mangaan en zwavel. Ook bevat het vaak bepaalde enzymen, die mede de werkzaamheid bepalen. Leem werkt sterk absorberend, genezend, hoornstofverwekend, doorbloeding bevorderend, reinigend, zuiverend en regenererend. Het stimuleert de celstofwisseling, voert voedingsstoffen aan en voert schadelijke afvalstoffen af. Het wordt vooral verwerkt in poedermaskers. In de cosmetiek worden verschillende leemsoorten gebruikt, zoals bentoniet, groene leem en luvosoaarde. Groene leem heeft een groot geneeskrachtig vermogen en werkt daarbij sterk zuiverend en genezend op de huid. Het kan zowel in- als uitwendig gebruikt worden. Groene leem is rijk aan mineralen, zoals aluminium, ijzer, calcium, natrium en magnesium. Ook bevat het enzymen die ervoor zorgen dat het opnemen van mineralen en vitaminen bevorderd wordt. Het hoge gehalte aan kiezelzuur zorgt er verder nog voor dat de groei van haren en nagels bevorderd wordt en het verstevigt de huid (werkt op het bindweefsel). Groene leem leent zich bij uitstek voor het maken van poedermaskers, waaraan aromatische oliën, vitaminen en lecithine kunnen worden toegevoegd. Er zijn geen contra-indicaties bekend. • Lijnzaad Lijnzaad is het zaad van de vlasplant en bevat 40 tot 50% lijnzaadolie. Lijnzaadolie werd vroeger vooral toegepast bij de behandeling van brandwonden. Voor cosmetisch gebruik kunnen de zaden worden gebroken. Met

groene leem

lijnzaad lijnzaadolie


240 240

Handboek Acne

heet water kan je gebroken lijnzaad aanmengen tot een slijmerige massa, dat uitermate geschikt is voor het geven van pakkingen. Een lijnzaadpakking is zeer geschikt voor een vochtarme huid of als voorbehandeling voor het verwijderen van comedonen. Lijnzaad werkt verwekend, doorbloeding verhogend, verzachtend en reinigend. Er zijn geen contra-indicaties voor het gebruik van lijnzaad. menthol

plankton

• Menthol Menthol is een uit pepermuntolie afkomstige stof. Het werkt vaatvernauwend, antiseptisch, kalmerend, verkoelend en heeft een zuiverende werking op de huid. Menthol wordt hoofdzakelijk als geurstof gebruikt en in pakkingen. Menthol is een alcohol en behoort tot de terpenen. Het wordt vrijwel uitsluitend synthetisch gemaakt. De toepassing van planten, waarin zich menthol bevindt, is nog gebruikelijk in de aromatherapie (pepermuntolie). Het geeft een koel gevoel op de huid, verlicht jeuk, verzacht en ontvet. Niet te gebruiken bij een allergie voor menthol. Ook kan menthol aanleiding geven tot overgevoeligheid, plotselinge hitte en hoofdpijn. • Plankton Plankton is de levende vegetatie in zeewater. Het bestaat uit micro-­ organismen. Het is rijk aan minerale stoffen, onder andere zwavel. Het zijn in water zwervende micro-organismen, plantaardig zowel als dierlijk, die meegevoerd worden door de stroming van de zee. Daar ontlenen ze ook kun naam aan, het Griekse ‘plagkios’ wat dwalenden betekent. Elk plantje of diertje is heel klein. Ze bestaan grotendeels uit water en hebben meestal een platte- of schijfvorm. Ze bevatten veel opgeloste mineralen en suikers en dienen als voedsel voor tal van waterdieren. Planktonextracten kunnen worden toegepast bij veel huidsoorten, vooral bij een vochtarme huid en als zwavelhoudend werkstofcomplex ook bij een vette huid en acnehuid. Contra-indicatie: zwangerschap.


Theorie van de praktijk

241

• Tarwekiemolie Kiemoliën zijn oliën die uit zaden worden gewonnen. Vanwege hun hoge vitaminewaarde zijn vooral tarwekiemolie, maïskiemolie, tarwekiemolie avocado-olie en zonnebloemolie belangrijk voor de kosmetiek. Tarwe is één van onze belangrijkste voedingsgewassen. Het is op wereldschaal het meest gekweekte graan. De oorsprong voor het tarwegras ligt vermoedelijk tussen de Zwarte- en de Kaspische zee. Het wordt voornamelijk gebruikt voor de bereiding van brood, griesmeel, tarwebloem en alcohol. Tarwemeel zou ook een goede grondstof kunnen zijn als basis voor maskers, maar wordt hiervoor eigenlijk niet gebruikt. Wel gebruiken we graag de tarwekiemen. Tarwekiemolie is een vette plantenolie uit de zaadkiemen van het tarwegras. Het bevat de vitaminen alfa en bèta-tocoferol (vitamine E), provitamine A, Vitamine D, en B-complex, lecithine, eiwitten en sporenelementen. Tarwekiemolie werkt hydraterend, opbouwend, regenererend, stimuleert de huidstofwisseling en werkt verzachtend op de huid. Ook werkt het regulerend op de huidfuncties. Bij littekens stimuleert tarwekiemolie de productie van nieuwe huidcellen. Hierdoor is tarwekiemolie aan te raden bij een ontstoken en atrofische huid en bij acne. Je kunt tarwekiemolie inzetten als basisolie bij de aromabehandeling van acne, om massages mee te geven en in serums en maskers. Behalve een overgevoeligheid of allergie voor tarwe zijn er geen contraindicaties bekend.


242 242

zwavel

enzymen

Handboek Acne

• Zwavel Zwavel is een van de oudst bekende middelen tegen acne. Het is een geelkleurig element dat in de natuur zowel in verbindingen als in elementaire vorm voorkomt. Zwavel heeft vooral sterk desinfecterende eigenschappen. Het heeft een antibacteriële werking en gaat schimmels tegen. Ook werkt het keratolytisch wat het functioneren van de talgklieren kan verbeteren. Zwavelhoudende producten worden vooral voorgeschreven voor de behandeling van de vette- en de acnehuid. Door allerlei verbeterde behandelproducten voor acne is de aandacht voor zwavel wat naar de achtergrond geraakt. Zwavel kan de huid uitdrogen. Enzymen In peelings en lysings worden verschillende eiwitsplitsende enzymen toegepast. Een enzym is een eiwit dat als katalysator dienst doet bij een bepaalde chemische reactie in of buiten een cel. Het maakt een reactie mogelijk zonder daarbij zelf te worden verbruikt of van samenstelling te veranderen. De stof waar het enzym op SplitsingsSubstraat inwerkt, noemen we het subproducten straat. In geval van de toepassing in exfoliërende producten Enzym is dat substraat de moleculen van de hoornlaag van de huid. Tijdens de reactie verbindt het enzym zich kortstondig met het substraat. Elk enzym doet dat Enzym-substraat Binding tussen complex substraatdelen verbreekt op een andere manier, omdat elk enzym specifiek werkt. Een enzym wacht totdat een molecuul, waarmee het enzym aan de slag kan gaan, binnen bereik is en klemt zich daar vervolgens aan vast. De molecuul die omklemd is door het enzym wordt losgemaakt van de rest van de huid. Daarna is het enzym weer vrij en kan verder gaan met de volgende molecuul. Hieronder vind je een alfabetische lijst van deze enzymen met hun werking, toepassing, herkomst en eventuele bijwerkingen. Genoemd


243

Theorie van de praktijk

worden de volgende eiwitsplitsende enzymen papaïne, pepsine, trypsine, pancreatine. • Papaïne papaïne Papaïne is een enzym dat uit papaja wordt gehaald. Het is een plantaardige eiwitsplitsende stof, die lijkt op het door het lichaam aangemaakte pepsine. Papaïne wordt onder andere gebruikt bij het desinfecteren van brandwonden, het verwijderen van dode huidcellen, het verminderen van littekens en het behandelen van insectenbeten. Het enzym breekt dierlijk proteïnen gedeeltelijk af. Het is vergelijkbaar met bromelaïne dat uit de ananasvrucht wordt bromelaïne gewonnen. Papaïne en bromelaïne worden vaak tegelijk in producten toegepast. Papaïne wordt gewonnen uit de vruchten en bladeren van meloenachtige gewassen. Het is een ferment met een eiwitsplitsende werking en kan gebruikt worden in huidlysing- en peelingproducten. Deze peeling- en lysing producten noemen we enzymatische producten. Ze zijn geschikt voor de behandeling van acnelittekens, hyperkeratose, grove poriestructuur en een slecht doorbloede huid. • Pepsine Pepsine is een enzym dat tijdens de vroegste stadia van de spijsvertering in de maag eiwitmoleculen splitst, zodat eiwitten kunnen worden afgebroken en verteerd. Het is een agressief enzym dat ook gemakkelijk de eigen maagwand zou kunnen oplossen. Pepsine is alleen werkzaam in een zuur milieu. Pepsinen worden gewonnen uit de magen van slachtrunderen en kosmetisch gebruikt in peelings en lysings, in verband met de eiwit- en hoornstof splitsende werking. • Trypsine Trypsine is een eiwitafbrekend enzym dat in de dunne darm de voedingseiwitten afbreekt. Het wordt in de alvleesklier gevormd en zorgt voor een gedeeltelijke hydrolyse van de eiwitten. Het wordt in de cosmetiek gebruikt in keratolytische producten, zoals peelings en lysings. • Pancreatine Pancreatine is een mengsel van enzymen. Pancreatine wordt geproduceerd in de alvleesklier en wordt ook gebruikt als medicijn.

pepsine

trypsine

pancreatine


244 244

Handboek Acne

Pancreatine bestaat uit amylase, lipase en protease en wordt als medicament gebruikt als de alvleesklier niet of onvoldoende functioneert zoals bij pancreatitis. etherische-, essentiële- of aromatische oliën

Etherische-, essentiële- of aromatische oliën Aromatische-, essentiële- (ze worden gewonnen uit de essentie van de plant) of etherische oliën zijn zeer complexe mengsels van meer dan honderd verschillende moleculen die in een plant ontstaan via de stofwisselingsprocessen. Deze moleculen zijn biologisch actief en geven de plant geur en smaak. Ook hebben ze therapeutische en soms zelfs schadelijke eigenschappen. Aromatische olie kan uit verschillende plantenweefsels gedestilleerd worden. Bijvoorbeeld uit de bloemen, de bladeren, de wortels, de bessen of vruchten, de zaden of uit hout of hars. Uit welk deel van de plant de aromatische olie wordt gedestilleerd is afhankelijk van de plantensoort. Zoals bij alles wat leeft, worden ook planten beïnvloed door de omstandigheden waarin ze leven. De samenstelling van de aromatische olie die de plant produceert en die de geur bepaalt, wordt beïnvloed door factoren zoals zon, grondsoort, hoogte, vochtigheid en temperatuur. De uiteindelijk werking, geur, smaak, kwaliteit en prijs van de aromatische olie wordt bepaald door het moment van oogsten en de methode waarmee de olie uit de plant wordt gewonnen. De aromatische olie kan aan de plant worden onttrokken door stoomdistillatie, door koude persing (vruchten en schillen), door enfleurage (bloemblaadjes) of door extractie met oplosmiddelen. Deze laatste methode is niet geschikt in verband met eventuele resten van het oplosmiddel. Goede aromatische oliën zijn 100% plantaardige, zuivere geurstoffen die de levenskracht kunnen versterken, het afweersysteem kunnen activeren en het evenwicht herstellen. Elke oliesoort heeft specifieke eigenschappen en toepassingsmogelijkheden. Er zijn honderden verschillende aromatische oliën. Er zijn twee verklaringen voor de effecten van aromatherapie. De eerste is de invloed van aroma op de hersenen. De geur van de olie heeft effect op het gedeelte van de hersenen dat betrokken is bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen. De andere verklaring zijn de directe farmacologische effecten van de essentiële oliën. De olie die uit planten wordt gedestilleerd, bevat de werkzame delen van planten en kruiden in geconcentreerde vorm. (Vandaar de naam ‘essentiële oliën’, die de essentie van de plant bevatten.)


Theorie van de praktijk

Kort gezegd heeft een essentiële olie van een plant dezelfde werking als de plant zelf, maar dan sterker. Wanneer je de olie toepast op de huid, wordt deze door de huid opgenomen en komen de werkzame delen in het lichaam terecht. Aromatische oliën beïnvloeden ons lichaam, de geest en de emoties. Bestanddelen van aromatische oliën zijn in meer of mindere mate oplosbaar in water of in olie. Ze zijn ook positief en negatief geladen. De therapeutische eigenschappen van aromatische oliën kunnen de volgende effecten geven: • antiseptisch en bactericide, vernietigen en voorkomen van de ontwikkeling van bacteriën; • ontstekingsremmend, vermindert zwelling, irritatie en ontsteking; • fungicide, voorkomen en bestrijden van schimmelinfecties; • granulatievormend, herstelt weefsel; • zuiverend, ondersteunt de bestrijding van onzuiverheden in bloed en organen, ontgiftend; • insecten werend; • doorbloeding bevorderend, adstringerend en werkt tonisch op het weefsel; • vaatverwijdend, plaatselijke toename van bloed in het weefsel, geeft roodheid en warmte; • lymfestimulerend; • koorts bestrijdend en transpiratie bevorderend; • gunstig effect op het zenuwstelsel, evenwicht herstellend. Aromatische oliën kunnen toegevoegd worden aan cosmeticaproducten om een op de acnehuid afgestemd product te krijgen. In een

245


246 246

Handboek Acne

aromatische behandeling voor een acnehuid is het groene leemmasker een belangrijk product. Aan dit masker kunnen aromatische oliën worden toegevoegd. Groene leem bevat mineralen, zwavel, fosfor en enzymen. Daardoor heeft het de volgende werking: • zuiveren van gifstoffen uit het lichaam; • stimuleren van de doorbloeding; • remmen van bacteriën op de huid; • verzachten en ontspannen bij huidontstekingen. Dosering Omdat etherische oliën een sterke werking hebben, is het belangrijk dat je ze op de juiste wijze doseert en gebruikt. Bij verkeerd gebruik zullen etherische oliën zeker schade aan richten. Daarom gebruik je aromatische oliën nooit puur op de huid, met uitzondering van Tea Tree olie. Als een etherische olie irritatie opwekt, breng je direct een vette plantenolie op. Bij per ongeluk inslikken van etherische olie direct een paar slokken vette plantenolie nemen of vette melk. Niet laten uitbraken! Meteen een arts inschakelen. De meest gebruikte verhouding is 2%. Dat wil zeggen: twee druppels etherische olie op vijf ml vette plantenolie. De vuistregel is dat je nooit meer dan drie verschillende aromatische oliën in één product gebruikt. Contra-indicaties voor gebruik van etherische oliën zijn: • zwangerschap en baby’s; • mensen met hartklachten of nieraandoeningen; • kanker of epilepsie; • inwendig gebruik; • hart en vaataandoeningen. Bewaren De houdbaarheid van etherische oliën is verschillend. Citrusoliën zijn het minst lang houdbaar, ongeveer één jaar. Altijd geldt: hoe vaker een flesje wordt geopend, des te minder lang het houdbaar is. Bij elke opening komt er opnieuw zuurstof bij de olie die met de inhoud oxideert. Het beste kun je etherische olie bewaren op kamertemperatuur, in een donkere kast, zodat er geen zonlicht bij kan komen. Een donkere verpakking en goede afsluiting van het flesje heeft ook een gunstig effect op de houdbaarheid van de olie.


Theorie van de praktijk

247

Bewaar etherische oliën altijd buiten bereik van kinderen en huisdieren en gebruik ze niet in de buurt van open vuur. Ook breng je etherische oliën nooit aan op oog- of mondslijmvliezen of genitaliën. Hieronder vind je in alfabetische volgorde een lijst van aromatischeof etherische oliën die je kunt toepassen bij een acnebehandeling. Etherische-, essentiële- of aromatische oliën • Bergamot/Citrus bergamia Bergamot is van de familie van de Rutacea (ruitachtigen). De naam betekent in het Turks: ‘de peer van de heer’. Bergamot is een etherische olie die verkregen wordt door persing van de schillen van de bijna rijpe vrucht. Door de frisse, citrusachtige geur wordt bergamot veel toegepast als toevoeging aan allerlei eaux de toilettes (het is bijvoorbeeld een belangrijk bestanddeel van Eau de Cologne) en zepen. Ook geeft het een unieke smaak aan Earl-Greythee. Na gebruik van bergamot mag de cliënt enige uren niet in de zon of onder de zonnebank, omdat dit huidirritaties of pigmentvlekken kan veroorzaken. Werking: Regulerend, antidepressief, genezend, kalmerend, koortsverdrijvend, krampstillend, ontsmettend, pijnstillend, slijmoplossend, spijsvertering bevorderend, stankverdrijvend, wind- en wormverdrijvend. Verder kan bergamot toegepast worden als werkstof bij aandoeningen van abcesachtige aard, acne, eczemen, herpes, psoriasis en kleine infecties. Mogelijke bijwerkingen: Bergamot heeft een sterk fotosensibiliserend effect, allergeen, met de mogelijkheid tot het ontstaan van de huidaandoening die bekend staat als Berloque dermatitis. Gebruik: Bij verdamping verfrist bergamot de omgeving en geeft een opgewekt gevoel. Het werkt positief bij mensen met depressies, slaapproblemen en stress. Bergamot kan puur gebruikt worden, maar kan ook

bergamot citrus bergamia


248 248

Handboek Acne

worden gemengd met bijvoorbeeld lavendel, geranium, mandarijn en cypres of eucalyptus. Op de huid werkt bergamot sterk regenererend en wondhelend. Hierdoor is deze olie heel geschikt om in te zetten bij een vette of acnehuid. Ook bij jeuk, eczeem en psoriasis. In bad kan bergamot ingezet worden bij vermoeidheid, drukte en slaapproblemen. Maximaal vijf druppels in een vol bad. cipres

• Cipres/Cupressus sempervirens De cipres is uit de familie van de Cupressaceae. Het is een etherische olie die via stoomdestillatie wordt gewonnen uit de houtsnippers van de Italiaanse cipres. De kleur varieert van lichtgeel tot groen. De Italiaanseof Mediterrane cipres is een slanke, groenblijvende boom van soms wel 45 meter hoog. Hij is karakteristiek voor het Italiaanse landschap. Tegenwoordig komen we hem in het gehele Middellandse zeegebied tegen. Het eiland Cyprus dankt zijn naam aan deze boom. De cipres levert sterk en duurzaam hout dat al in de middeleeuwen werd gebruikt om kisten van te maken. Door de prettige geur van het hout waren deze kisten speciaal geschikt voor het bewaren van kleding en beddengoed. Cipres wordt door de Tibetanen als zuiverende wierook gebruikt. Er is 100 kilo hout nodig om één liter etherisch olie te verkrijgen. Werking: Cipres is ontstekingsremmend, antiseptisch, pijnverdovend, krampstillend en vaatvernauwend. Daarom is deze olie bij uitstek geschikt bij de behandeling van aambeien, spataderen en teleangiëctastieën. Mogelijke bijwerkingen: Bij lage doseringen blijkt cipres niet-toxisch en niet sensibiliserend. Door de aanwezigheid van carvacol in de olie bestaat bij mensen met een gevoelige huid kans op huidirritatie of -ontsteking (dermatitis).


249

Theorie van de praktijk

Niet te gebruiken op een gevoelige en beschadigde huid met wonden. Bij zwangerschap alleen verdampen, niet op de huid. Gebruik: Bij verdamping verspreidt cipresolie een frisse, heldere geur. Het werkt bemoedigend en stimuleert een goede stemming. Door de kalmerende eigenschappen is cipres geschikt bij heesheid, holte ontstekingen, astma en bronchitis. Cipres maakt slijm los en is daarom een hulp bij vastzittende hoest. Ook verdrijft de geur van cipres insecten. Je kunt cipres puur gebruiken, maar ook mengen met bijvoorbeeld sinaasappel en lavendel. Op de huid is cipresolie geschikt voor de sterk doorbloede, gestuwde huid en de huid met teleangiëctastieën door de vaatversterkende werking. Verder is deze olie geschikt voor de rijpere huid door de vochtregulerende werking. Het kan panniculose verminderen, uitbreiding van spataderen voorkomen en de bloedcirculatie verbeteren. Daarnaast helpt cipres de vette- of acnehuid in balans te brengen en wonden te genezen. In bad heeft cipres een weerstandverhogende werking. Het kan ingezet worden bij oedemen, spierkrampen en een slechte circulatie. Ook werkt het motiverend en stimulerend bij alle vormen van zwakte. • Geranium/Pelargonium graveolens Geranium is van de familie Geraniceae ook wel de ooie­ vaarsbekfamilie genoemd. Het komt in de natuur voor in Egypte, India, Réunion en Frankrijk. Geurgeraniums worden sinds de 17e eeuw gekweekt in Europa en er zijn nu al meer dan 1000 soorten. De Pelargonium graveolens is de meest voorkomende, en wordt op grote schaal gekweekt om via stoomdestillatie aromatische olie van te maken. Voor één liter olie zijn 500 tot 1000 geraniumblaadjes nodig. De kleur van de olie kan variëren van lichtgeel tot geelbruin, de geur is zoet en ruikt een beetje naar rozen.

geranium


250 250

Handboek Acne

Werking: Geranium is ontstekingsremmend, pijstillend, antibacterieel, schimmeldodend, pijnverdovend, krampstillend, adstringerend, wondhelend, deodoriserend en genezend. Toegevoegd aan een basisolie is geraniumolie werkzaam bij kleine bloedinkjes, bloeduitstortingen, ontstekingen en kleine zweertjes Mogelijke bijwerkingen: In lage doseringen is geranium niet-toxisch, niet-irriterend en niet sensibiliserend. In te hoge doseringen is geraniumolie vrij giftig, 20 ml is een dodelijke dosis. Bij mensen met overgevoeligheid kan geranium contactallergieën veroorzaken. Verdamping van geranium kan tot hoofdpijn leiden. Voorzichtig bij mensen met een gevoelige huid. Gebruik: Bij verdamping geeft geranium een aangename, naar rozen ruikende geur die je goed kunt mengen met lavendel en alle citrusoliën. Het werkt kalmerend in een ruimte en is aan te raden bij emotionele spanningen en evenwichtsstoornissen die samenhangen met lichamelijke zwakte en futloosheid. Het werkt kalmerend en verfrissend op de geest. Door verdamping van geranium houd je ook muggen op afstand. Op de huid is geranium bij uitstek geschikt voor de vette-, onzuivere- en acnehuid. Het werkt helend bij acne, verbrandingen, verwijde en gesprongen haarvaatjes, huidontstekingen, kloven en huid- en nagelmycosen. Daarnaast ondersteunt geranium een slechte bloed- en lymfecirculatie. Een hoofdhuidmassage met een basisolie, waaraan geranium is toegevoegd vermindert roosvorming. In bad werkt geranium bij huidklachten, zwakke bloedsomloop, stress­problemen en zenuwpijnen. lavendel

• Lavendel/Lavendula officinalis Lavendel behoort tot de familie van de lipbloemigen of Lamiceae. Het komt vrij in de natuur voor in Frankrijk, Spanje en Portugal. Lavendel­ olie wordt verkregen door stoomdestillatie van de bloeiende toppen van de plant. Voor het verkrijgen van één liter lavendelolie is 100 kg plantmateriaal nodig. De kleur van de olie kan variëren van kleurloos tot lichtgeel. Als de olie veroudert wordt deze donkerder. De geur is te omschrijven als fris, kruidig, licht prikkelend met een ondertoon van kamfer en eucalyptus. Toepassing is zowel in de parfumindustrie als in de kruidengeneeskunst reeds heel lang bekend. Aftreksels van de bloemen of de bladeren van lavendel kunnen gebruikt worden als


Theorie van de praktijk

gezichtswaters. Ook vinden we lavendel terug in huishoudelijke producten, zoals zeep, schoonmaakmiddelen en in de linnenkast. Binnen de aromatherapie wordt lavendelolie gezien als de meest veelzijdige olie. Het beschikt dan ook over zeer veel eigenschappen. Werking: Lavendel is licht pijnverdovend, antiseptisch, bactericide, schimmeldodend, ontstekingsremmend, antiviraal, cytofylactisch (versterkt de activiteit van witte bloedlichaampjes), immuunstimulerend, slijmoplossend, insecticide en parasietverdrijvend, genezend, verzachtend, roodheid verminderend, ontspannend bij allerlei vormen van verkrampingen, versterkend op het immuunsysteem en regulerend bij gespannenheid en stress. Eventuele bijwerkingen: In lage doseringen is lavendel niet-toxisch, niet-irriterend en niet sensibiliserend. In hoge dosering is het sterk stimulerend en kan het roodheid van de huid veroorzaken. Lavendel mag niet inwendig gebruikt worden. Bij epilepsiepatiënten mag je lavendel alleen verdampen en dan nog met mate. Hetzelfde geldt voor zwangere vrouwen en baby’s. Gebruik: Bij verdamping reinigt en verfrist lavendelolie de lucht en heeft het een positieve werking bij luchtwegaandoeningen en verkoudheid. Het vrolijkt zwaarmoedige mensen op en houdt insecten op afstand. Ook aan te bevelen bij slaapproblemen, vermoeidheid of een gebrek aan energie. Lavendel is goed te mengen met eucalyptus en alle citrusoliën. Op de huid is lavendel zeer geschikt voor de gevoelige-, geïrriteerdeen acnehuid. Het bevordert het genezingsproces van alle huidbeschadigingen. Eventueel en bij uitzondering kun je lavendel puur op

251


252 252

Handboek Acne

de huid aanbrengen. Je kunt er bijvoorbeeld pustels mee aanstippen, insectenbeten of wondjes en het is werkzaam bij een rode-, warmeof verbrande huid. Daarnaast kun je het inzetten bij schimmelinfecties en wondverzorging. Gemengd met een vette plantenolie kun je lavendel gebruiken om stramme- en stijve spieren mee te masseren en de doorbloeding te bevorderen. Op die manier is het ook een goed middel bij winterhanden en -voeten, reumatische pijnen en reumatoide artritis. In bad werkt lavendel kalmerend bij nervositeit en gespannenheid. Het helpt zeer goed bij slapeloosheid, hoofdpijn en migraine. Bovendien werkt het tegen schimmelinfecties op de huid, bij spier- en reumatische pijnen en als immuunstimulerend middel.

mandarijn

• Mandarijn/Citrus reticulata Ook mandarijn is lid van de Rutacea familie, ook wel de ruitachtigen genoemd. Het is een etherishe olie die verkregen wordt door koude persing van de schil van de rijpe mandarijnvrucht. De citrusfamilie omvat zo’n twintig soorten die allemaal inheems zijn in Zuid-oost Azië en de Pacific. De mandarijn komt oorspronkelijk uit China, maar wordt tegenwoordig veel gekweekt in Zuid Europa en Florida. De vruchten zijn geel tot oranje en hebben zoet vruchtvlees. De Portugese zeevaarders gebruikten het ‘mandiri’, wat hoge ambtenaar betekent, voor de hooggeplaatste Chinezen. In het oude China werden mandarijnen traditioneel geschonken aan mandarijnen, de Chinese notabelen. Daar komt dan ook hun naam vandaan. De vrucht wordt zo genoemd, omdat hij onder de citrusvruchten het hoogst geplaatst is. Om één liter mandarijnolie te maken is 120 kg aan schillen nodig. De mandarijnolie is heldergeel tot licht oranje van kleur. De geur is fris met een sterk zoete ondertoon. Mandarijn is één van de belangrijkste componenten voor een parfumeur. De olie wordt verwerkt in colognes en in zoete of bloemige parfums.


Theorie van de praktijk

Werking: Mandarijn is een zeer huidvriendelijke olie die antiseptisch werkt, licht krampstillend, sterk kalmerend, maagversterkend, traumaherstellend, lymfe stimulerend, en werkt regulerend op de spijsvertering. Eventuele bijwerkingen: Geperste mandarijn olie in de juiste dosering is niet irriterend, niet-toxisch en niet sensibiliserend. In een te hoge dosering in bad kan mandarijnolie huidirritatie of een allergische reactie veroorzaken. Etherische oliën uit citrusfruit oxideren snel en kunnen daarom het beste in de koelkast bewaard worden. Verouderde olie verhoogt de kans op overgevoeligheid en kan daarom niet meer worden toegepast op de huid. Gebruik: Bij verdamping geeft mandarijn een frisse, fruitachtige geur die verkwikkend werkt. Het werkt stimulerend op het immuunsysteem en is opbouwend na ziekte. Door de licht krampstillende werking verlicht het de ademhaling. Bij spanning geeft mandarijn een kalmerend gevoel. De olie is goed te mengen met lavendel en cipres. Mandarijn is een goede olie om te verdampen bij slapeloosheid door spanning en bij drukke kinderen. Op de huid kun je mandarijn goed toepassen bij een onreine-, vetteen acnehuid en bij een gemengd huidtype. Door de vochtregulerende werking is deze olie ook goed in te zetten bij een vochtarme huid. Daarnaast verzorgt en verzacht mandarijn zwangerschapsstriae en littekens. In bad kun je mandarijn inzetten bij spier- en menstruele krampen en bij nerveuze spanning en slapeloosheid. Ook werkt het vochtafdrijvend, werkt dus goed bij oedemen, en kun je het toepassen als hulp bij reinigingskuren, omdat het stimulerend werkt op de lymfe. rozenhout • Rozenhout /Aniba roseadora Rozenhout is van de familie van de laurierachtige, de Lauracea, en is afkomstig uit tropische regenwouden. Het is een aromatische olie die door stoomdistillatie wordt verkregen uit de houtsnippers van de rozenhoutboom. Dit is een altijd groene aromatische boom die wel 25 meter hoog kan worden. De kleur van het hout en de schors is rood.

253


254 254

Handboek Acne

De meeste soorten worden gevonden in tropische regenwouden van Brazilië, Peru en de Guyana’s. Het hout wordt gebruikt als timmerhout en van de snippers wordt aromatische olie gemaakt. Bomen moeten minstens 40 jaar oud zijn, voordat er een goede kwaliteit olie uit kan worden gedestilleerd. Er zijn tussen 70 en 120 kg houtsnippers nodig om één liter rozenhoutolie te produceren. De kleur van de olie is kleurloos tot lichtgeel en de geur is bloemig met een houtachtige ondertoon. De geur lijkt ook een beetje op die van een roos. Rozenhoutolie wordt gebruikt in zepen en andere huishoudartikelen. In de parfumindustrie gebruikt men rozenhoutolie onder meer in colognes. Werking: Rozenhoutolie is licht pijnverdovend, antiseptisch, schimmeldodend, werkt als een antidepressivum, deodorant en als algemeen stimulerend tonicum. Eventuele bijwerkingen: Rozenhoutolie is niet-toxisch, niet irriterend en niet sensibiliserend op de huid. Te veel aan rozenhoutolie kan mogelijk aanleiding geven tot hoofdpijn en misselijkheid. Gebruik: Bij verdamping verspreidt rozenhoutolie een warme, fris zoete rozengeur die goed te combineren is met bergamot, cipres en lemongrass. Het zorgt voor een aangename sfeer en het verheft de stemming. Vooral bij luchtwegaandoeningen, ook bij baby’s, geeft rozenhout verlichting. De olie stimuleert het immuunsysteem. Op de huid kun je rozenhoutolie goed gebruiken bij de droge-, gevoelige- en oudere huid. Ook heeft het een positieve werking op littekenweefsel en rimpels. De olie stimuleert huidcellen tot actie. Ook is de olie goed toe te passen in huidcrèmes of massageolie. Het werkt dan licht erotiserend. In bad werkt rozenhoutolie verfrissend bij weinig energie, overwerktheid, nervositeit of een jetlag.


255

Theorie van de praktijk

• Tea Tree/Melaleuca alternifolia Tea Tree is van de familie van de myrtaceae, de mirte-achtigen, onder andere gerelateerd aan de Eucalyptus. Het komt in de natuur voor in Australie, Nieuw ZuidWales, Nieuw-Zeeland en NieuwGuinea. Het is een etherische olie die via stoomdestillatie verkregen wordt uit de bladeren en jonge twijgen van de plant. Tegenwoordig is de meeste olie afkomstig van plantages. De kwaliteit van de Tea Tree olie staat onder controle van de Australische overheid. Die eist dat de olie meer dan 30% terpineen-4-ol bevat en minder dan 15% cineol. Er zijn tussen 50 en 75 kg bladeren en twijgen nodig voor één liter Tea Tree olie. De geneeskrachtige werking van de bladeren is al sinds mensenheugenis aan de autochtone bevolking bekend. James Cook beschrijft de werking al in 1777 in zijn reisverslagen. Door haar doeltreffendheid heeft Tea Tree olie, behalve in de aromatherapie, ook een plaats gevonden in de geneeskunde en de diergeneeskunde. Tea Tree olie combineert een zeer krachtige werking met een grote mate van huidvriendelijkheid. In de aromatherapie wordt het hoofdzakelijk ingezet bij blaasinfecties, huidontstekingen en -irritaties, candida en voetschimmel. Werking: Tea Tree olie wordt wel EHBO in een flesje genoemd, omdat het door de bactericide-, antivirale- en schimmeldodende werking een compleet natuurlijk antibioticum blijkt te zijn en bijvoorbeeld bij acne met infecties heel effectief is. Het heeft een breed werkingsgebied, het is ontstekingsremmend, antipruritisch (tegen jeuk), antiseptisch, antiviraal (onder andere werkzaam tegen herpesvirus), zeer sterk antiinfectie, breed spectrum bactericide (Staphylococcus, coli, gram+, proteus enzovoort), parasieten dodend, fungicide (candida), wondhelend, zweetdrijvend, ontstoppend (aders, darmen), krampstillend, slijmoplossend, immuunstimulerend (igA en igM-laag), insecticide, pijnverdovend, stimulerend.

Tea Tree


256 256

Handboek Acne

Eventuele bijwerkingen: Bij een lage dosering is Tea Tree olie niet-toxisch en niet irriterend. Door het lage cinol gehalte is Tea Tree niet irriterend op de huid en de slijmvliezen. Lokaal mag de olie puur op de huid gebruikt worden. Bij te hoge doseringen kunnen overgevoeligheidsreacties zoals netelroos, blaasjes en oedeem, voorkomen. Bij inwendig gebruik dient de olie zo vers mogelijk te zijn Gebruik: Bij verdampen geeft Tea Tree olie een frisse, harsachtige dennengeur die goed te mengen is met houtoliën, sinaasappel en lavendel. Het zuivert de lucht van microben en kan ingezet worden bij bronchitis, sinusitis, neus- en keelinfecties. Het vastzittend slijm wordt losgemaakt. Gebruik van Tea Tree olie helpt de weerstand te versterken tegen griep. Ook is de olie sterk vitaliserend bij vermoeidheid, zwakte en depressies. Op de huid is Tea Tree olie één van de beste oliën bij acne, ontstekingen, abcessen, huidinfecties, voetschimmel en wratjes. Tea Tree kan binnendringen in de pus van de pustels en maakt deze vloeibaar, waardoor het gemakkelijker kan worden afgevoerd. De olie is pijnverdovend en sterk genezend en mag puur aangebracht worden op een wondje. Daarnaast heet Tea Tree olie een gunstige werking bij eczeem, huidirritaties, zonverbranding en insectenbeten. Tea Tree olie bestrijdt ook ontstekingen in de mond, zoals mondzweertjes en tandvleesontstekingen, door te spoelen met een oplossing van twee druppels in wat water. Een bijzonder eigenschap van Tea Tree is de preventieve bescherming bij huidverbranding door bestraling. Daartoe wordt de olie op de huid gesprayed. Tea Tree olie kan ook in de haarverzorging worden ingezet. Het is een effectief middel bij de bestrijding van hoofdluis, roos en vet haar. In bad is Tea Tree olie in te zetten bij blaasontsteking, neuralgie, acne, vaginale ontstekingen, verkoudheid, griep, vermoeidheid, jeuk, huidschimmels en om de circulatie te bevorderen bij bijvoorbeeld spataderen. sinaasappel

• Sinaasappel/Citrus sinensis Sinaasappel is van de familie van de Rutacea, de ruitachtigen. Zoete sinaasappelolie is een etherische olie die verkregen wordt door


Theorie van de praktijk

koude persing van de rijpe vruchtenschil. De sinaasappel komt voor in de landen rond de Middellandse zee, Florida, Argentinië en Brazilië. Oorspronkelijk komt de sinaasappel uit China. Het is één van de meest populaire oliën binnen de aromatherapie. De kleur van de olie is geel tot oranje, afhankelijk van de herkomstplaats. Er is 200 kilo rijpe vruchtenschillen nodig om één liter aromatische olie te produceren. Werking: Zoete sinaasappelolie is een antidepressivum, is antiseptisch, schimmelbestrijdend, bactericide, kalmerend bij nervositeit, stimulerend op lymfe, hart en spijsvertering. Door het regenererende en herstellende vermogen gaat het vervroegde huidveroudering tegen. Eventuele bijwerkingen: In lage doseringen is zoete sinaasappel niet-toxisch, niet irriterend en niet sensibiliserend bij de meeste mensen. Verouderde olie geeft een grotere kans op overgevoeligheid. Voorzichtig zijn bij een beschadigde- of gevoelige huid. Citrusoliën oxideren snel en kunnen daarom het beste in de koelkast bewaard worden. Gebruik: Bij verdamping verspreid sinaasappel een zoete en fruitige geur. Het desinfecteert de omgeving en heeft een positieve werking bij verkoudheid en bronchitis. Het werkt opwekkend en ontspannend bij nervositeit en stress. Je kunt sinaasappelolie goed mengen met lavendel, dennenachtigen en Ylang-ylang. Op de huid is sinaasappelolie zeer geschikt voor de ouder wordende huid, de geïrriteerde huid en de vette- en acnehuid. De olie werkt regenererend, is antiseptisch en stimuleert de celvernieuwing. Ook verzacht het een gebarsten huid en kloofjes en versterkt de opperhuid. In bad kun je sinaasappelolie inzetten bij kou en griep, bij een spastische darm, hartkloppingen, nervositeit en stress.

257


258 258

Handboek Acne

Vette plantenoliën Aromatische oliën zijn sterk geconcentreerd. Daarom worden ze verdund met zogenoemde basisoliën, waar de olie in op kan lossen. Een goede basisolie maakt de olie geschikt om als huidolie toe te passen op de huid of als massage-olie te gebruiken tijdens het masseren. Uit noten, zaden en vruchten worden vette plantenoliën geperst. Deze koudgeperste vette oliën bevatten een maximale hoeveelheid aan vitaminen, mineralen, oligo-elementen en onverzadigde vetzuren. Dat maakt hen een perfecte basis voor aromatherapie. Door vermengen met één of meer etherische oliën kun je een op het huidtype afgestemde massage olie, bodyverzorging of dag- en nachtverzorging maken. Hieronder vind je de specificaties van drie soorten, amandelolie, jojoba-olie en druivenpitolie. amandelolie

• Amandelolie/Prunus amygdalus De zoete amandel, waar de amandelolie van gemaakt wordt, is familie van de Rosacea, de rozenfamilie, of het prunusgeslacht. Tot deze familie behoren ook andere bekende telgen, zoals kersen, pruimen, abrikozen, perziken en amandelen. Ze komen voor in het zuiden van Noord Amerika en in Zuid Amerika. Tegenwoordig worden ze geteeld in Frankrijk, Spanje en Californië. Amandelolie wordt verkregen uit de eerste koude persing van de pitten van de amandelboom. Er is ongeveer twee kg amandelen nodig om één liter amandelolie te produceren. Voor toepassing binnen de aromatherapie is het belangrijk dat de olie van biologische herkomst is. De zoete amandelolie is bleekgeel van kleur, helder en praktisch reukloos. Het is een olie met een vette textuur met een hoog oliegehalte. Dat maakt hem bij uitstek geschikt als massage-olie. Amandelolie bevat de vitamines B1, B2, B6 en een kleine hoeveelheid E en mineralen enfytosterolen. De olie is zeer mild en goed te verdragen. Werking: Zoete amandelolie werkt verzachtend (bij zonnebrand), zeer huidverzorgend en voedend, jeuk verlichtend, beschermend en ontspannend voor de huid. Ook dringt de olie goed de huid in en verhindert


Theorie van de praktijk

259

vochtverlies van de opperhuid. Het is geschikt voor elk huidtype, in het bijzonder voor de gevoelige, ruwe en droge huid. Bovendien is de olie zeer geschikt om het gezicht mee te reinigen. Eventuele bijwerkingen: Zoete amandelolie is niet-toxisch, niet irriterend en niet sensibiliserend, ook niet in grote hoeveelheden. De houdbaarheid is één jaar. Mensen met een notenallergie wordt aangeraden de olie eerst te testen omdat er een kans is op urticaria. Bij onregelmatig gebruik kan de olie het beste in de koelkast bewaard worden. • Jojoba/Simmondsia californica-chinesis Jojoba-olie is een vloeibare was die verkregen wordt door koude persing van de zaden van de jojobaplant. Deze plant is inheems in de Sonorawoestijn en in Nieuw Mexico. De plant kan meer dan 100 jaar oud worden. Tegenwoordig wordt jojoba op grote schaal geteeld in Arizona. Jojoba-olie is technisch gezien een plantaardige was. Deze zijn chemisch anders opgebouwd dan oliën. De olie is zeer zuiver en wordt niet ranzig, doordat hij niet oxideert met zuurstof. Jojoba is geel van kleur en praktisch geurloos. Naast vetzuren en esters bevat jojoba ook een kleine hoeveelheid vitamine E en mineralen. Jojoba-olie dringt goed in de huid en houdt het vochtgehalte perfect op niveau. Het ondersteunt het herstel van littekens, maakt de huid glad en zorgt voor een gereguleerde afgifte van talg. Jojoba kan goed gemengd worden met etherische oliën, maar is niet geschikt voor inwendig gebruik. Werking: Jojoba-olie gaat schilfering tegen en werkt sterk verzachtend. Het is ontstekingremmend, licht verkoelend, talgregulerend, beschermend, hydraterend, gladmakend, verzachtend en huidverstevigend (bij zwangerschap).

jojoba-olie


260 260

Handboek Acne

De olie heeft een lichtbeschermingsfactor 4 en is daardoor geschikt als basis voor zonnebrandolie. Bij zonnebrand en andere huidklachten verzacht jojoba en ondersteunt het helingsproces van de huid. Het is geschikt voor elk huidtype. Bij een vette huid wordt door jojoba de talgproduktie vertraagd. De chemische structuur van jojoba komt sterk overeen met het menselijk talg. Daarom is deze olie ook zeer geschikt bij de acnehuid. Bij een droge huid beschermt jojoba tegen vochtverlies. De olie produceert geen vrije radicalen. Daardoor kan het de hyaluronketens niet verstoren. Bij een normale huid beschermt het de huid bij kou, wind en guur weer, tegen de zon en tegen luchtvervuiling. Ook is het een geschikte basis voor make-up. Eventuele bijwerkingen: Jojoba is stabiel en heeft een lange houdbaarheid. Toch wordt geadviseerd om de olie binnen 30 maanden op te gebruiken. Goede jojoba kan een vaste substantie worden in de koelkast. Jojoba is niet-toxisch, niet irriterend en niet sensibiliserend. Het is goed te verdragen op de huid en is één van de belangrijkste basisoliën die ons ter beschikking staan. druivenpitolie

• Druivenpitolie/Vitis vinifera Druivenpitolie wordt door koude persing verkregen uit de pitten van de wijnstok. Deze behoort tot de familie van de Vitacea, misschien wel de oudste gecultiveerde plant ter wereld. Er zijn bewijzen gevonden dat er al 5000 jaar voor onze jaartelling wijnstokken werden aangeplant om wijn van te maken. Druivenpitolie is een waardevolle bron van meervoudig onverzadigde vetzuren en beschermt tegen vrije radicalen. Het is internationaal gezien één van de meest gebruikte oliën voor lichaamsmassage. De olie wordt minder snel door de huid opgenomen dan amandel- of jojoba-olie, wat een voordeel is als je langer moet masseren. De olie heeft een neutrale geur en is goed te mengen met aromatische oliën.


261

Theorie van de praktijk

Werking: Druivenpitolie beschermt de huid tegen uitdroging en bevordert de doorbloeding. Daardoor kunnen afvalstoffen sneller het lichaam verlaten. Het is effectief bij panniculose. Druivenpitolie bevat veel vitamines, mineralen, pycnogenol en proteïnen. Pycnogenol is een anti-oxidant die beschermt tegen vrije radicalen en de tere haarvaatjes versterkt. Bovendien stimuleert pycnogenol de werking van de op de huid aanwezige enzymen. Het maakt de huid glad en gaat vroegtijdige huidveroudering tegen. Het is geschikt voor alle huidtypen en in het bijzonder voor de rijpere huid. Druivenpitolie is een goed alternatief voor mensen die een noten­allergie hebben. Eventuele bijwerkingen: Door de versterkte huid doorbloedende werking kan er een lichte irritatie optreden bij een erg gevoelige huid. Minerale oliën Op pagina 226 en 227 is een korte woordenlijst opgenomen, waar in alfabetische volgorde de minerale oliën, die van belang zijn voor de acnespecialisatie, worden besproken. Minerale oliën en vetten kunnen de huid niet binnendringen. Hieronder worden de werking, toepassing, herkomst en eventuele bijwerkingen van paraffine en vaseline beschreven. • Paraffine Paraffine is een mineraal vet dat gewonnen wordt uit aardolie. Het is een koolwaterstoffencomplex dat we kunnen onderverdelen in twee soorten. De lagere paraffines zijn dik vloeibaar, zoals paraffine-olie, die als een neutrale massageolie kan worden toegepast. De hoge paraffines hebben een smeltpunt van ongeveer 40 oC. Dat maakt hen geschikt voor toepassing in paraffinemaskers. Dit omdat de afsluiting van de huid volledig is, maar de opbrengtemperatuur door de huid nog goed verdragen kan worden. Nog hogere paraffines hebben een smeltpunt van rond de 52 oC. Deze variant wordt toegevoegd aan ontharingswassen.

paraffine


262 262

Handboek Acne

Behandelingen met behulp van paraffine kunnen worden gegeven als vochtmasker bij een vochtarme huid. De opgebrachte paraffine sluit de huid af, waardoor de perspiratie wordt belemmerd. Daardoor ontstaat een vochtig laagje onder de paraffine aan het huidoppervlak, waardoor de bovenste huidlagen worden geweekt. Je kunt paraffine ook als voorbehandeling bij het verwijderen van comedonen en talgcysten toepassen. Door de afsluiting van de huid wordt de opperhuid week gemaakt, waardoor je de comedonen en talgcysten gemakkelijker kunt verwijderen. Bovendien ontstaat door de afsluitende paraffinelaag een verhoogde temperatuur in de huid. Paraffine wordt verder nog gebruikt als warmtebehandeling bij een plaatselijke of algehele ontvettingskuur. Door het warm opbrengen van de paraffine, en dit na afkoeling af te dekken met warme omslagen (bij lichaamspakkingen kunnen dit wollen dekens zijn), ontstaat een broeiproces in het onderhuidse vetweefsel. Er treedt ontvochting en ontslakking op in dit weefsel, waardoor het in staat is vet af te staan. Voor de gezichtsverzorging wordt gezuiverde paraffine gebruikt met een smeltpunt van ongeveer 40 °C. Voor lichaamsverzorging kan paraffine met een hoger smeltpunt worden gebruikt (de paraffine dan wel dikker opbrengen). vaseline

• Vaseline Vaseline is een mineraal vet, gewonnen uit hoger smeltende aardoliederivaten, zoals paraffine, samengesmolten en opgelost in lager smeltende elementen, zoals kerosine en paraffine-olie. De oorspronkelijke soortnaam was ‘petrolatum’. Vaseline wordt gebruikt als afsluitende zalf, als glijmiddel en om metalen te beschermen tegen oxidatie. In de cosmetiek wordt vaseline vooral toegepast in reinigende producten. Het werkt erg goed bij zware make-up, theater


263

Theorie van de praktijk

make-up en grime. Bij de acnehuid kan het bij uitzondering ingezet worden als reiniging, maar niet als verzorging vanwege de afsluiting van de poriën.

Vitamines Vitaminen zijn stoffen die als hulpstoffen bij veel processen in ons lichaam belangrijk zijn. Als we ze willen inzetten als biologische werkstoffen geven we de voorkeur aan natuurlijke vitaminen. Vitaminecomplexen hebben de voorkeur boven geïsoleerde vitaminen. Vitaminen kunnen worden verdeeld in twee groepen, in water oplosbare en in vet oplosbare. In dit boek bespreken we alleen de vitaminen die bij de acnebehandeling van belang zijn. Genoemd worden de volgende vitaminen: A/retinol, B3/nicotinezuur, B5/panthoteenzuur, C/ascorbinezuur en E/tocoferol. De in vet oplosbare vitaminen A en E kunnen door de huid worden opgenomen en worden daarom ook wel huidvitaminen genoemd.

vitamines

Vitaminetekort, hypo- of A-vitaminose, ontstaat meestal bij een eenzijdige voeding. Tekort aan in vet oplosbare vitaminen komen voor bij een eenzijdig dieet, bijvoorbeeld een dieet zonder vetten. Ook een tekort aan in water oplosbare vitaminen komt vaak voor bij het volgen van een streng dieet of bij veganisme. Soms ontstaat een tekort door het onvermogen van het lichaam om bepaalde vitaminen uit het voedsel te halen. Dat komt vaker voor bij ouderen, B12 tekort is hier een goed voorbeeld van. Ook kunnen tekorten aan vitaminen ontstaan bij bepaalde chronische darmziekten. Er kan ook sprake zijn van een teveel aan vitaminen, dat noemen we een hypervitaminose. Dit kan voorkomen als mensen lukraak en overmatig vitaminepreparaten slikken. Bij de besprekingen van de afzonderlijke vitaminen komt dit nog aan de orde.

vitaminetekort hypo- of A-vitami­ nose


264 264

Handboek Acne

Hieronder vind je een alfabetische lijst van een aantal vitaminen die van belang kunnen zijn bij de acnebehandeling. Beschreven wordt hun werking, toepassing, herkomst en eventuele bijwerkingen. vitamine A retinol

• Vitamine A/Retinol Vitamine A of retinol is in vet oplosbaar. Het is van invloed op ons gezichtsvermogen en verhoogt de weerstand, waardoor het lichaam beter kan strijden tegen infecties en ontstekingen. Ook regelt het de groei en activiteit van de epitheelcellen, gaat het overmatige verhoorning tegen en heeft het een regulerende werking op de talgklieren. De voor het lichaam noodzakelijke vitamine A kan op twee manieren voorkomen in de voeding, namelijk als caroteen of provitamine A, of als retinol, vitamine A. Provitamine A, of caroteen, vinden we in alle groene plantendelen en in wortels. Rode en kleurloze plantendelen bevatten geen of nauwelijks caroteen. Het zit bijvoorbeeld niet in tomaten of aardbeien. De caroteen die ons lichaam binnenkomt in de vorm van voedsel wordt door onze lever en in de darmen omgezet tot retinol of vitamine A. Daardoor is de lever rijk aan retinol. Het mineraal zink bevordert de werking van vitamine A. Omdat bij extra gebruik van vitamine A al snel een hypervitaminose kan optreden, mag de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor deze vitamine niet worden overschreden. We kunnen ook direct retinol binnenkrijgen door het eten van dierlijk voedsel. Vette vissoorten en lever, in het bijzonder vislever, bevatten veel retinol. Vitamine A wordt toegevoegd aan margarine om een tekort aan vitamine bij de bevolking te voorkomen. Caroteen, provitamine A, werkt normaliserend op de talgklierfunctie en gaat hyperkeratose tegen. Het wordt vaak gebruikt in crèmes voor de vette- en acnehuid. Hypo/hyper: Een tekort aan vitamine A veroorzaakt hyperkeratose, droge huid, pustels en acne. Ook veroorzaakt het nachtblindheid en droge ogen.


Theorie van de praktijk

265

Een overmaat aan vitamine A geeft een opgezette lever, slechte eetlust en diarree, gewichtsverlies, gesprongen lippen en haaruitval. Het kan ook gevaarlijk zijn voor de ongeboren vrucht. Een overmaat aan caroteen geeft alleen een oranje verkleuring van de huid. Toepassing: Vitamine A mag in cosmetische producten niet in geïsoleerde vorm worden toegepast in verband met eventuele opname in het bloed, met als mogelijk gevolg beschadiging van de lever. Een teveel aan vitamine A kan ook gevaarlijk zijn voor de ongeboren vrucht. Vitamine A werkt normaliserend en regulerend op de epitheellaag en de talgklieren. Het wordt gebruikt in zonneproducten, nagelproducten, speciale crèmes en haarwaters. Vitamine A-zuur wordt alleen in medische preparaten tegen acne gebruikt. Het veroorzaakt roodheid, branderigheid en afschilfering en geeft een dunne huid. Men mag er niet mee in de zon. Volgens Europese richtlijnen is toepassing van deze stof in cosmetische producten verboden. • Vitamine B3/ nicotinezuur Vitamine B3 of nicotinezuur is in water oplosbaar. Het is in het lichaam nodig voor het aanmaken van enzymen die de lichaamscellen kunnen aanzetten tot het vrijmaken van energie. Het is belangrijk voor de opbouw en afbraak van vetzuren en koolhydraten. Het bevordert haargroei en normaliseert de talgproductie. Het werkt kalmerend, verzachtend en verstevigend. Vitamine B3 vinden we in eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals eieren, melk, vlees en vis. In vrije vorm komt het ook nog voor in avocado, broccoli, asperges, spinazie, gist, granen, tomaten, peulvruchten en noten.

vitamine B3 nicotinezuur


266 266

Handboek Acne

Vitamine B3 is een krachtige ontstekingsremmer en is onontbeerlijk voor het omzetten van voedsel in energie. Het stimuleert de bloedsomloop en helpt de bloedsuikerspiegel in evenwicht te houden. Ook werkt nicotinezuur gunstig tegen huidontstekingen. Daarom wordt het vaak toegevoegd aan crèmes en gezichtswaters tegen een vette huid en acne. Hypo/hyper: Bij een tekort aan nicotinezuur is het energie stofwisselingsproces verstoord. Het veroorzaakt huidafwijkingen, zoals erytheem, hyperpigmentatie en hyperkeratose. Ook kunnen er maagdarmstoornissen ontstaan. In arme landen komt onder arme mensen pellagra voor door een ernstig tekort aan nicotinezuur als gevolg van eenzijdige voeding. De symptomen zijn diarree, dementie en ontstekingsverschijnselen van de huid. Het kan in ernstige gevallen zelfs leiden tot de dood. vitamine B5 panthoteenzuur

• Vitamine B5/ panthoteenzuur Vitamine B5 is in water oplosbaar. Het heeft als co-enzym een functie bij de citroenzuurcyclus. Dat is een ingewikkeld biochemisch proces als onderdeel van de koolhydraatstofwisseling, waarbij melkzuur weer kan worden omgevormd tot glucose. Ook is het essentieel voor de stofwisseling van eiwitten en vetten en voor de synthese van cholesterol en steroïdhormonen. Het verhoogt de weerstand, vult de energie aan en helpt stress te verminderen. Daarnaast stimuleert panthoteenzuur de genezing van wondjes, waardoor acnelaesies sneller verdwijnen. Bovendien reguleert het de talgproductie. Vitamine B5 is een belangrijke stof in alle plantaardige en dierlijke cellen. Alle voedingsmiddelen van dierlijke of plantaardige oorsprong bevatten dan ook panthoteenzuur. Bijzonder rijk aan panthoteenzuur is de kosmetische werkstof gelée royale. Bij acne wordt panthoteenzuur soms door artsen voorgeschreven.


Theorie van de praktijk

267

Het is inmiddels één van de bekendste behandelvormen. Doordat er tijdens de puberteit meer hormonen worden aangemaakt, kan er een tekort aan panthoteenzuur ontstaan. Dit kan zich uiten in een verhoging van de talgklierproductie, verstopte poriën en comedonen; acne. Panthoteenzuur wordt veel toegepast in haar- en nagelverzorgingsproducten, bijvoorbeeld in nagelverharders. Hypo/hyper: Bij een tekort aan vitamine B5 ontstaan huidafwijkingen, zoals hyperkeratose, pigmentafwijkingen en erytheem. Ook ontstaat er een verhoging van de talgproductie. Daarnaast kan ook nog vermoeidheid en geprikkeldheid veroorzaken. Bij een overdosering aan vitamine B5 ontstaat oververmoeidheid en depressie. • Vitamine C/ascorbinezuur Ascorbinezuur of vitamine C is in water oplosbaar en is één van de belangrijkste vitamines. De belangrijkste functies zijn: - collageenvorming, dus vorming van bind-, kraakbeen- en beenweefsel; - belangrijk voor wondgenezing; - stimuleert de vorming van rode bloedcellen; - bevordert de doorbloeding; - gunstige invloed op de bloedvaten; - regelt celgasstofwisseling (celademhaling); - helpt bij het zuiveren van het lichaam; - verhoogt de weerstand; - krachtige anti-oxidant. Ook voor het afweersysteem is vitamine C nodig, zodat de wondgenezing sneller gaat en de witte bloedlichaampjes actief blijven. Deze laatsten moeten het gevecht aangaan bij de acne-ontstekingen. Daarnaast is vitamine C in staat vrije radicalen te neutraliseren. Vrije radicalen zijn deeltjes die het DNA en de elastine in het bindweefsel kunnen aantasten. We treffen ascorbinezuur aan in verse groenten en citrusvruchten, zoals sinaasappelen en citroenen. Ook peulvruchten, koolsoorten,

vitamine C ascorbinezuur


268 268

Handboek Acne

paprika en spruitjes zijn rijk aan vitamine C. Het komt uitsluitend voor in plantaardig voedsel. Bij verkeerde bereiding van het voedsel kunnen veel vitaminen verloren gaan. Doordat vitamine C oxideert met zuurstof gaat de werking verloren bij blootstelling aan de lucht. Rauw, vers en ongesneden bevatten de groenten de meeste vitamine C. Hypo/hyper: Een tekort aan vitamine C veroorzaakt scheurbuik, een ziektebeeld dat wordt gekenmerkt door een slechte wondgenezing, tandvleesbloedingen en loszittende tanden, onderhuidse bloedingen, perifolliculaire hyperkeratotische papels, huidaandoeningen, bloedarmoede en een gestoorde celaanmaak. Vroeger kwam scheurbuik veel voor bij zeevarenden door hun eenzijdige voeding, waarin groenten en fruit volledig ontbrak. Doordat men nog niets wist over vitaminen liep scheurbuik vaak dodelijk af. Tegenwoordig komt een gebrek aan vitamine C nogal eens voor bij onverzorgde, oude alleenwonenden en alcoholisten. vitamine E tocoferol

• Vitamine E/tocoferol Vitamine E of tocoferol is oplosbaar in vet. Het werkt verzachtend, verbetert de celademhaling, bevordert de huiddoorbloeding en is een belangrijke antioxidant (minder schadelijke inwerking van zuurstof) die vrije radicalen opruimt. Vitamine E beschermt tegen kanker. Ook helpt vitamine E bij de productie van energie en houdt de huid gezond. De werking van vitamine E kan versterkt worden in combinatie met de vitamines B6 en B12. Ons lichaam kan vitamine E niet zelf aanmaken. Het moet uit plantaardig voedsel worden gehaald. Het komt vooral voor in graankiemen, kiemoliën en zonnebloempitten- en olijfolie. Ook veel groene groenten en bonen bevatten vitamine E, met name cacao- en soja­bonen. Dierlijk voedsel zoals ei, lever en vis kunnen wel vitamine E bevatten, die dan afkomstig is uit het voedsel dat het dier heeft gegeten. Vitamine E helpt de huid te genezen na wondjes en vermindert de littekenvorming. Hierdoor wordt het ook gezien als een vitamine die werkzaam is bij acne.


269

Theorie van de praktijk

Hypo/hyper: Bij een tekort aan vitamine E kan er oxidatieve celschade ontstaan en schade aan spier- en zenuwweefsel. Ook kunnen er bindweefselafwijkingen optreden, afbraak van erytrocyten bij pasgeboren baby’s en steriliteit bij mannen zowel als vrouwen. Vitamine E wordt ook gebruikt in pakkingen, speciale crèmes en emulsies. Zuren Als we het bij de acnebehandeling hebben over zuren, bedoelen we zuren bijna altijd vruchten- of fruitzuren. De begrippen vruchtenzuren en fruitzuren worden door elkaar gebruikt, maar er wordt hetzelfde mee bedoeld. Echte fruitzuren zijn natuurlijke biologisch-organische zuren, die in de meeste planten in wisselende hoeveelheden voorkomen. Ze kunnen ook chemisch zijn gemaakt. Om zeker te zijn van de zuurgraad (pH) en de zuiverheid, worden zuren kunstmatig vervaardigd. De fruitzuren zijn allemaal zuren van lagere hydroxyalkanen, voornamelijk van ethaandiol (glycol) en afgeleiden daarvan, soms ook in verbinding met elementen zoals benzeen. In de Engelstalige landen worden ze ‘Alpha Hydroxic Acids’, afgekort AHA’s genoemd, alfahydroxyzuren. Er zijn meer dan 35 vruchtenzuren bekend, waarvan de meest gebruikten zijn glycolzuur, melkzuur, appelzuur, citroenzuur, wijnsteenzuur, salicylzuur en amandelzuur. Een heleboel van deze zuren hebben niets met fruit te maken; hun scheikundige basisstructuur maakt dat ze tot de groep fruitzuren worden gerekend. Hieronder bespreken we de werking, toepassing, herkomst en eventuele bijwerkingen van glycolzuur/alpha hydroxy, melkzuur, salicylzuur/beta hydroxy, trichloorazijnzuur/TCA, samengestelde zuren/ poly hydroxy/gamma hydroxy en natriumbicarbonaat. Daarnaast vind je ook het verschil tussen gebufferde en ongebufferde zuren en de invloed van zuren op de pH-waarde van de huid. pH-waarde Zoals je weet, worden oude, dode huidcellen dagelijks afgestoten om plaats te maken voor nieuwe cellen. Sommige dode huidcellen verliezen we niet, maar blijven aan elkaar kleven. Het gevolg is een verdikte, onregelmatige bovenste huidlaag. Bij een opeenstapeling

pH-waarde


270 270

Handboek Acne

van dode huidcellen kunnen poriën verstopt Overzicht pH waarden substanties substantie pH raken, waardoor comedonenvorming kan zoutzuur -1.0 optreden of pustels kunnen ontstaan. batterijzuur 0,5 Die verkleefde dode huidcellen kunnen maagzuur 1.5 - 2.0 worden losgeweekt met fruitzuren. Deze citroenzuur 2.4 lossen het kleefmiddel, dat de cellen aan cola 2.5 azijn 2.9 elkaar gekit houdt, op. Dat lukt alleen als de 3.5 concentratie zuur in de formule hoog genoeg (sinaas)appelsap bier 4.5 is en het product de juiste pH-waarde heeft, zure regen ≤5.0 namelijk tussen 3 en 5. De pH-waarde van de koffie 5.0 huid zelf ligt tussen 4.2 en 5.6. gezonde huid/thee 5.5 melk 6.5 Hoe lager de pH-waarde van een product, puur water 7.0 des te groter is de kans op bijwerkingen. Een gezond speeksel 6.5 - 7.4 product met een pH-waarde van onder de bloed 7.34 - 7.45 drie veroorzaakt irritatie, schilfering en roodzeewater 7.7 - 8.3 handzeep 9.0 - 10.0 heid. Een product met een pH-waarde boven ammonia 11.5 de 5 doet daarentegen weinig, omdat het bleek 12.5 zuur dan al geneutraliseerd is. loog 13.5 pH geeft het zuur- of alkaligehalte in een probijtende soda 13.9 duct of samenstelling aan op een schaal van 1 tot 14, waarbij zeven het neutrale punt aangeeft. Hoe lager de pH des te zuurder het product. Hoe hoger de pH des te alkalischer of basischer het product. Om te zien wat de pH-waarde is van een product zijn er de zogenaamde pH-checkers te koop. Elke acnespecialist zou zo’n instrument ter beschikking moeten hebben. De fruitzuren zijn vrij sterke zuren, met een pH onder de 4. In lage concentratie worden ze in huidverzorgende producten toegepast voor hun collageen verbeterende werking, waardoor de huid gladder wordt en rimpels vervlakken. In hogere concentraties hebben ze een keratiniserend effect en worden ze verwerkt in peelings en lysings. Concentraties boven de 20% kunnen erg gevaarlijk zijn voor de huid. Daarom wordt gebruik hiervan alleen toegestaan aan de dermatoloog, plastisch chirurg, huidtherapeut of aan jou als acnespecialist. Fruitzuren Een zuur is ook een exfoliant, een middel om dode huidcellen te verwijderen. Zuren die jij kan toepassen bij de acnebehandeling zijn: - fruitzuren: citroenzuur (citric acid), appelzuur (malic acid); - plantenzuur: glycolzuur (uit suikerriet) (glycolic acid); - melkzuur (lactic acid): gewonnen uit melk.


271

Theorie van de praktijk

Fruitzuren bevorderen de celdeling, de collageenvorming en werken als vrije radicalen-vangers. Producten komen voor met verschillende percentages zuur. Hoe hoger het percentage, des te zuurder en agressiever het product is. - 1,5% fruitzuur mag in de dagelijkse huidverzorgingscosmetica worden gebruikt. Het geeft een toename van collageen, waardoor de rimpels minder diep worden. - 5% fruitzuur geeft een lysingeffect; dat mag maar korte tijd worden toegepast. - 20-70% fruitzuur is gevaarlijk. Je kunt het vergelijken met accu­ zuur. Het wordt alleen gebruikt door specialisten, zoals plastisch chirurgen, dermatologen en huidtherapeuten, voor de chemische peelings. Ook door jou als acnespecialist kan het worden toegepast, maar wel heel voorzichtig. In hoofdstuk 5, bij de medische behandeling heb je al iets kunnen lezen over zuren. Plastisch chirurgen en dermatologen voeren chemische peelings uit met hoge concentraties zuren. Als acnespecialist werk je wat gematigder. Cleopatra Vanuit de oudheid is melkzuur geliefd vanwege de huidverbeterende eigenschappen. Zo is uit de verhalen bekend dat Cleopatra VII, de laatste koningin van Egypte, zich baadde in zure ezelinnenmelk en zij stond bekend om haar mooie huid. Ook Elizabeth I van Engeland en Elisabeth in Beieren, algemener bekend als ‘Sisi’ waren liefhebbers van het melkbad. Melkzuur valt in de categorie fruitzuurpeelings onder de alpha hydroxy zuren en bevat het op een na grootste molecuul. Dit houdt in dat de peeling niet te diep in de huid kan dringen en redelijk mild is. Het blijft natuurlijk wel een professionele behandeling, maar een glycolzuur bijvoorbeeld gaat veel dieper in de huid.

Doordat melkzuur zowel aan de oppervlakte als in de diepte van de huid werkt, hydrateert het de opperhuid én stimuleert het de collageenaanmaak in de diepere huidlagen. Door het filmlaagje dat melkzuur op de huid achterlaat is het heel geschikt voor de wat drogere huid. Door de verbeterde collageenaanmaak is het geschikt bij huidveroudering en beginnende lijntjes. Ook werkt het oplichtend bij pigmentvlekjes.


272 272

Handboek Acne

Hieronder vind je nogmaals uitleg over de verschillende zuren en hun toepassingen: - AHA’s (Alpha Hydroxy Acids) bijvoorbeeld glycolzuur en melkzuur. Glycolzuur is oplosbaar in water en heeft de kleinste moleculen. Daardoor dringt het dieper in de huid, maar kan het ook meer huidirritatie geven. AHA’s hebben effect bij een concentratie van 5 tot 10% en een pH-waarde tussen de 3 en 4. Glycolzuur heeft een concentratie van minimaal 8% nodig voor exfoliërende eigenschappen. Bij lagere concentratie is het werkzaam als antioxidant en houdt vooral water vast. - BHA’s (Beta Hydroxy Acids) bijvoorbeeld salicylzuur. Salicylzuur is oplosbaar in vet en dringt dieper in de poriën. Het is oplosbaar in talg in de follikel. BHA’s hebben effect bij een concentratie van 1 tot 2% en een pH-waarde van 3. - PHA’s (Poly Hydroxy Acids) zijn meervoudige hydroxizuren, bijvoorbeeld gluconolactone. PHA’s hebben grotere moleculen en kunnen dus minder goed de huid binnendringen. Daardoor zijn ze minder effectief dan AHA’s en BHA’s. Ze lijken functioneel op AHA’s, maar zijn minder irriterend op de huid. Het kan worden toegepast bij een huid met rosacea en een zonbeschadigde huid. In combinatie met metretinoine werkt het goed bij acne. - TCA’s (trichloorazijnzuur): dit zuur wordt bij de plastische chirurg toegepast als chemische peeling om de huid snel te vernieuwen. De behandeling moet onder verdoving uitgevoerd worden. Tijdens het opbrengen van het zuur ontstaat er een intens branderig gevoel. Na twee minuten wordt de huid gekoeld en vermindert het pijnlijke gevoel. Na ongeveer één week zijn de oude huidcellen volledig afgestoten en komt er nieuwe huid voor in de plaats. Zon moet worden vermeden en de huid moet worden beschermd met een hoge factor. Van alle fruitzuren heeft glycolzuur de kleinste moleculaire structuur en dringt het diepst in de huid. Gebufferd of ongebufferd Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen, kun je werken met verschillende


273

Theorie van de praktijk

concentraties zuren, maar het is niet zo dat een peeling met 50% zuur per definitie werkzamer is dan een peeling met 20% zuur. Dit is namelijk afhankelijk van de pH-waarde van de buffer waar de zuren in zitten. De buffer is vaak basisch. Hoe meer zuur er in een oplossing zit, hoe langer het werkzaam is en hoe dieper in de huid het zijn werking kan uitoefenen. Hoe lager de pH-waarde (dus ook zuurder), hoe agressiever de lysing en des te meer irritatie voor de huid. Gedeeltelijk geneutraliseerd fruitzuur werkt het beste. Een fruitzuur mag niet alleen vrij zuur bevatten, omdat dit te agressief is. Een fruitzuurproduct moet een werkzaam percentage zuur bevatten. Percentages van minder dan 5% exfolieren niet, maar zijn wel erg hydraterend. Om te voorkomen dat het fruitzuurproduct meteen uit elkaar valt als het in aanraking komt met een base of een ander zuur wordt deze gebufferd. Gebufferd betekent dat er een aantal extra stoffen aan het fruitzuur zijn toegevoegd waardoor de pH-waarde hoger wordt en het dus zuur minder krachtig is. Hoe meer andere ingrediënten je toevoegt aan een fruitzuurproduct des te meer gebufferd hij wordt. Een fruitzuur dat volledig gebufferd is, verliest zijn werking. Gedeeltelijk geneutraliseerd zuur is het beste. Natriumbicarbonaat Met een oplossing van natriumbicarbonaat in water kun je de zuren neutraliseren. Natriumbicarbonaat is ook terug te vinden in bakpoeder. Het staat bekend als zuiveringszout. Natriumbicarbonaat zorgt ervoor dat op de huid aangebrachte zuren geneutraliseerd worden. Hierdoor wordt de zuurgraad van de huid weer in balans gebracht. Kuurverband Het is belangrijk dat de concentraties van zuren tijdens behandelingen langzaam worden opgebouwd, zodat de huid eraan kan wennen. Tijdens de behandeling moet er goed gelet worden op het verschijnen van subjectieve klachten (jeuk en branderig gevoel) en objectieve klachten (erytheem, loslaten van de opperhuid of frosting). Bij ernstige klachten van de huid moet de behandeling onmiddellijk worden gestopt. Na de behandeling moet de huid worden geneutraliseerd met natriumbicarbonaat. Daarna wordt een beschermende dagcrème met sunblock (minimaal SPF 25) toegepast. Om goed resultaat te krijgen met een behandeling met fruitzuren is het van belang om de huid in kuurverband te behandelen. Na ongeveer acht behandelingen is er verandering aan de huid te zien.

buffer

gebufferd

natriumcarbonaat


274 274

Handboek Acne

Werk altijd heel voorzichtig en accuraat. Leg alle benodigdheden vooraf klaar en maak een bak water met natriumbicarbonaat om te kunnen neutraliseren. Let goed op de reacties van de cliënt en neutraliseer tijdig. Het kan ook ernstig misgaan. Indicaties voor behandeling met zuren: • vermoeide vale huid; • rokershuid; • acne/comedonen; • littekens; • rimpels/huidverjonging; • grove en/of verstopte poriën; • lever-/ouderdomsvlekken; • zonschade/huidveroudering. Contra-indicaties voor zuren: • zwangerschap/borstvoeding; • donker huidtype Fitzpatrick 4 en 5; • extreem gevoelige huid; • eczeem of open wondjes; • Herpes Simplex; • verbrande huid; • gebruik van huidverdunnende medicatie en medicatie voor de acnehuid. Zuren ook niet gebruiken in combinatie met aromatherapie en retinol (vitamine A). huidverzorgings­ producten bij acne

Huidverzorgingsproducten bij acne Zuur reagerende (pH lager dan 7) cosmetica hebben een gunstige invloed op een acnehuid, omdat die een ontstekingwerende werking hebben en dode huidcellen makkelijker worden afgestoten. De samenstelling van preparaten moet een O/W-emulsie zijn. Door een O/W-emulsie wordt talg geëmulgeerd en deze vetvrije emulsies worden gemakkelijk door de huid opgenomen. De werking van cosmetica bij acne is: - antibacterieel; - hoornverdunnend; - comedolytisch ; - talgklierfunctie normaliserend;


275

Theorie van de praktijk

- vetstofwisseling regulerend; - celstofwisseling stimulerend; - desinfecterend; - kalmerend; - zuiverend; - doorbloedend; - reinigend. Producten voor een acnebehandeling kunnen bijvoorbeeld zijn: • een antibacteriële cleanser die vuil en vet verwijdert en onzuiverheden oplost met een pH van 4 tot 5 die de huid niet uitdroogt; • een zuurgraadherstellende lotion die het natuurlijk evenwicht van de huid herstelt. Liefst met een pH-waarde van 4; • een alkalische comedolotion, met een basische pH-waarde van 9.8 om de hoornlaag diep en snel te kunnen verweken. (Niet geschikt voor thuisgebruik!) Comedonen en onzuiverheden kunnen hierna gemakkelijk worden verwijderd; • een enymatische peeling, zonder slijpdeeltjes, op basis van papaïne en bromelaïne, bij een grove poriestructuur, acnelittekens, hyperkeratosen en een slecht doorbloede huid; • een mechanische peeling op basis van aluminiumoxide met een pH van 5. Deze peeling kan niet gebruikt worden bij actieve acne, rosacea en teleangiëctasien; • een dagverzorging in de vorm van een droge, matterende emulsie of crème voor de vette huid met een pH van 4 tot 4.8 en een zonbeschermingsfactor 10; • of een dagverzorging met een zonbeschermingsfactor 25 en een pH waarde van 5.5 om de beschadigde huid te herstellen en te beschermen. Deze crème mag meerdere keren per dag opgebracht worden en is dus een heel geschikt product voor thuisgebruik; • een acnegeschikt masker. Bijvoorbeeld een met een pH van 5 die de huid kalmeert, en de wondgenezing stimuleert; • ampullenkuur gericht op de acnehuid. Bijvoorbeeld Purovin, waarmee ook gemasseerd kan worden. Het helpt de acnehuid weer in balans te brengen. Purovin werkt zuiverend, talgregulerend, herstelt de huid en hydrateert. Ook geschikt als thuisverzorgingsproduct in een kuur.

antibacteriële cleanser zuurgraadherstel­ lende lotion alkalische comedo­ lotion enymatische ­peeling mechanische ­peeling

acnegeschikt masker ampullenkuur Purovin


276 276

renofruit

Handboek Acne

Een ander voorbeeld is Renofruit. Dit werkstoffencomplex bevat ook fruitzuren. Het zorgt voor een vernieuwing van de huid en bevordert de aanmaak van nieuwe cellen. Renofruit bevat antioxidanten die vervroegde huidveroudering tegen gaat. Beiden zijn in te sluizen met het iontoforese apparaat; • ampullen voor iontoforese bij een acnehuid bevatten mineralen, zoals negatief geladen koper, zink, mangaan en magnesium. Deze hebben een regulerende invloed op het vetgehalte van de huid.

6.6 Ondersteunende massages Bij actieve acne kan de huidstofwisseling geactiveerd worden door een bindweefselmassage van de rug, nek, schouders en decolleté. Ook kunnen er goede resultaten behaald worden met een hoofdhuid- en oormassage. Bij inactieve acne kan de huidstofwisseling geactiveerd worden door een klassieke massage, een pincementsmassage of lymfedrainage. Hieronder worden de werking, toepassing en eventuele (contra)indicaties genoemd van de volgende ondersteunende massages: klassieke massage, hoofdhuid- en oormassage, bindweefselmassage, manuele lymfedrainage, pincementsmassage, Oosterse massage volgens de Shiatsumethode en de huidverbeterende massage.

klassieke gelaats­ massage

• Klassieke massage Het woord massage is afkomstig uit het Frans. Ook de namen van de handgrepen zijn in het Frans. De klassieke gelaatsmassage kent zes handgrepen die in verschillende variaties uitgevoerd kunnen worden. Dat zijn de effleurage of strijking, petrissage of kneding, tapotement of klopping, vibratie of trilling, intermitterend drukken en frictie of wrijving. Deze klassieke grepen kennen een rijk verleden. Ze werden al in de oudheid toegepast en beschreven. Ook zijn er handgrepen met een minder lange traditie. Dit zijn bijvoorbeeld huidverschuiven, schudden en rekken.


Theorie van de praktijk

De klassieke gelaatsmassage noemen we ook wel een kosmetische massage. De kosmetische massage heeft verfraaien van de huid tot doel en dient tot algehele ontspanning. Dit is de massage die je in je basisopleiding hebt geleerd. Bij actieve acne kun je deze massage niet toepassen vanwege het gevaar van verplaatsing van de bacteriën. Bij inactieve acne kan het wel. Toch is het bij de acnebehandeling beter om voor andere massage technieken te kiezen, omdat deze meer specifieke resultaten opleveren.

277

kosmetische massage

• Bindweefselmassage Een bindweefselmassage is een stevige massage in de diepere huidla- bindweefsel­ gen. Hiermee stimuleer je het lichaam om sneller bindweefselcellen massage aan te maken Dit zorgt voor een beter huidstructuur en een stevigere huid. Actieve acne mag je alleen segmentaal behandelen, dus niet direct op het aangedane gebied. Littekenacne mag je ook lokaal, dus direct op het litteken masseren. Dit kan beiden goed met bindweefselmassagetechnieken. Bindweefselmassage is een reflexzonetherapie. Door verschillende bindweefselmassagegrepen worden mechanische prikkels aan de huid toegediend. Deze prikkels stimuleren zenuwuiteinden in de huid en het bindweefsel en verbeteren de doorbloeding in de huid. Bindweefselmassage heeft invloed op het vegetatieve zenuwstelsel. Bindweefselmassage werkt op het huidherstellend vermogen en is daarom zeer geschikt bij acne en acnelittekens. De massage moet in kuurverband gegeven worden, minimaal zes weken twee behandelingen per week. In het begin kan de bindweefselmassage onaan-

reflexzonetherapie


278 278

Handboek Acne

genaam voelen omdat eerst verklevingen worden losgemasseerd. Vervolgens worden huidfuncties genormaliseerd, doorbloeding gestimuleerd en afvalstoffen afgevoerd. manuele lymfe­ drainage

• Manuele lymfedrainage Acne is één van de belangrijkste indicaties voor een lymfedrainage. Lymfedrainage is een afvoerende massage die invloed heeft op het vegetatieve zenuwstelsel. Het vegetatieve zenuwstelsel bestuurt alle onwillekeurige functies van de organen van het lichaam. Het vegetatieve zenuwstelsel bestaat uit het sympathische en parasympathische zenuwsysteem.

Het sympathische deel prikkelt tot spiercontractie, vaatvernauwing en klierafscheiding. Het parasympathische deel zorgt voor herstel en ontspanning en prikkelt tot spierontspanning en vaatverwijding. Lymfedrainage heeft invloed op het parasympathische deel van het zenuwstelsel en zorgt voor rust en ontspanning. Andere invloeden van de lymfedrainage zijn: - verminderen van pijngewaarwordingen; - stimuleren van het afweersysteem; - afvoeren van afvalstoffen door de drainagewerking op de bloedvaten en lymfevaten; Acne kan een gevolg zijn van een slechte afvoer van afvalstoffen uit de huid. Door lymfedrainage kan acne afnemen. Bij aanvang van de behandelingskuur moet er frequent een lymfe-


Theorie van de praktijk

279

drainage worden gegeven van minimaal 30 minuten per massage om resultaat te krijgen. Ook acnelittekens worden minder zichtbaar door behandeling met lymfedrainage. • Pincementsmassage pincements­ Met de pincementsmassage kun je de huidstofwisseling en de doormassage bloeding verbeteren, de talgproductie normaliseren en oppervlakkige littekens verminderen. Pincementsmassage is een massage met een kort prikkelende knijptechniek die direct werkt op het gehele innervatiesysteem. De directe werking is het prikkelen van de zenuwuiteinden en indirect wordt de bloed- en lymfestroom bevorderd. Alleen milde vormen van acne kunnen behandeld worden met de pincementsmassage. Pincements worden in kuurverband gegeven. Een kuur van minimaal 21 behandelingen, drie behandelingen per week gedurende zeven weken is nodig om een resultaat te krijgen. In het begin van de behandelingskuur met pincementsmassage kan de acne verergeren. In het begin worden diepe pincements gegeven om verklevingen los te maken en de circulatie rond de talgklier te verbeteren. Er ontstaat een verbeterde afvoer en aanvoer. De stuwing wordt minder, waardoor de innervatie verbetert en de talgproductie normaliseert. Het gevolg hiervan is dat de zuurmantel zich kan herstellen en de huid beschermd wordt tegen het inwerken van bacteriën.


280 280

Handboek Acne

Middeldiepe en oppervlakkige pincements zorgen ervoor dat de spanning in de zenuwuiteinden genormaliseerd wordt. Bij behandeling van acnelittekens met pincementsmassage worden oppervlakkige pincements rondom de littekens gegeven. Hierdoor wordt er een prikkel gegeven aan het littekenweefsel tot wederopbouw, aanmaak van nieuwe cellen, vezels en vaatjes. Wanneer de huid van de acnelittekens dezelfde kleur begint te krijgen als de rest van de huid, kunnen er oppervlakkige pincements op de littekens worden gegeven. Shiatsu

Japanse drukpunt­ massage

• Oosterse massage volgens de Shiatsumethode Shiatsu is een Oosterse massagemethode, waarbij je de energiestromen in het lichaam in balans brengt. Het vindt zijn oorsprong in het oosten, maar is gebaseerd op de westerse kennis van anatomie en fysiologie. Shiatsumassage is van oorsprong een Japanse drukpuntmassage en meridiaanmassage. In de Shiatsumassage wordt gebruikgemaakt van drie hoofdstromingen. Dat zijn: - Chinese stroming: acupressuur en tuina-massage, traditionele Chinese geneeskunde gebaseerd op drukpunten en meridianen, warmtecompressen en cuppingmassage; - Japanse stroming: anma- en do-in massage, manuele drukmassage­technieken, Zenmassage en meridiaanmassage; - westerse stroming: anatomische kennis, werking van het zenuwstelsel en hormoonstelsel, lymfedrainage en bindweefselmassage. Shiatsu staat voor innerlijke schoonheid en cosmetiek staat voor de uiterlijke verzorging. De relatie tussen de innerlijke en uiterlijke verzorging staat centraal in de Shiatsumassage: yin en yang. Bij Shiatsu ligt de nadruk op het normaliseren van de huidfuncties en een evenwichtige energieverdeling. De massage heeft een tweezijdige werking: de huidmassage, een uitwendige behandeling direct op de huid, en de kern­massage, die een inwendige reactie direct op de energiehuishouding in het lichaam teweegbrengt.


281

Theorie van de praktijk

Shiatsu is gebaseerd op de yin (te weinig energie, bleekheid, indeuking, kou, en verslapping) en yang (teveel energie, roodheid, verhevenheid, warmte, gespannen huid) filosofie (yin-en-yangfilosofie). Yin is de negatieve energie en yang is de positieve energie. Yin en yang zorgen voor een evenwicht in de energie. Yin omvat de diepliggende oorzaken, het innerlijke van het lichaam en yang omvat de oppervlakkig liggende symptomen, het uiterlijk. De energiehuishouding is te beïnvloeden met drukpuntmassages en meridiaanmassage. Een meridiaan is een baan waar energie doorheen stroomt. Het meridiaanstelsel is een stelsel van energiebanen die door het lichaam lopen. Een aantal meridianen is verbonden met de organen en ze zijn hier ook naar vernoemd. Ze zijn onderverdeeld in paren van met elkaar samenwerkende yin- en yangmeridianen. Daarnaast zijn er nog twee extra meridianen die niet speciaal bij een orgaan horen. Nierenergie Longenergie (middenlijn voorhoofd)

Nierenergie

Nier- en blaasenergie Dunne darmenergie Milt- en maagenergie Leverenergie Nier-, blaas-, lever- en galblaasenergie

Nier- en blaasenergie leverenergie

Galblaasenergie

Hartenergie Dunne darmenergie

Long- en hartenergie

Longenergie

Miltenergie Dikke darmenergie

Maagenergie

Nier- en blaasenergie Darmen-, milt- en hartenergie Dikke darmenergie Darmenergie

Galblaasenergie

Nier- en blaasenergie

Milt- en maagenergie

Blaasenergie

Dunne darmenergie

Meridianen die in relatie staan tot acne zijn: - long- (yin) en dikkedarmmeridiaan (yang) hebben een relatie tot het afvoeren van afvalstoffen via zweetklieren, uitademing en stoelgang; - hart- (yin) en dunnedarmmeridiaan (yang) hebben een relatie tot de verstoring van de bloedcirculatie en de slechte doorbloeding van de huid;

yin yang yin- en yang­ filosofie


282 282

Handboek Acne

- hartconstrictor- (yin) en driewarmermeridiaan (yang) hebben een relatie tot de aanmaak van hormonen en de lymfecirculatie; - de milt- (yin) en maagmeridiaan (yang) hebben een relatie tot de aanmaak van hormonen en de spijsvertering; - de nier- (yin) en blaasmeridiaan (yang) hebben een relatie tot verstoring van de uitscheiding van afvalstoffen wat kan leiden tot huiduitslag; - de lever- (yin) en galblaasmeridiaan (yang) hebben een relatie tot een verstoring in de ontgifting, waardoor afvalstoffen ophopen met als gevolg een verstoring in de vetvertering en talgproductie wat een vette huid met comedonen en talgcysten veroorzaakt. Bij acne is er een energieverstoring in het lichaam. Bij de huidanalyse overheerst yang. Bij acne zijn er aan de buitenkant vele symptomen te zien, terwijl aan het yin de diepliggende oorzaken van acne verbonden zijn. Om de yangzone te behandelen en te sederen, moet op de yinhuidzone gemasseerd worden met een ontspannende en rustige massage. Acnebehandeling met Shiatsu Het reinigen van de huid en reguleren van de overvloedige talgproductie spelen een grote rol in de behandeling. Shiatsumassage is een aanvulling op specifieke cosmetica met de juiste werkstoffen voor een acnehuid. De cosmetica behandelen de huid van buitenaf. Door een shiatsumassage zal de huid van buitenaf en binnenuit herstellen, gereinigd raken en kalmeren. Nadruk van de Shiatsubehandeling ligt op de spijsvertering, de stof­wisseling en de ophoping van gif- en afvalstoffen. De massage­ accenten zijn: - long- en dikkedarmenergie: normaliseren van de huid, stimuleren van het afvoeren van afvalstoffen. Acne zit voornamelijk op voorhoofd, neus, rug, hals en borst; - milt- en maagenergie: werking spijsvertering bevorderen, met name de vetvertering. Acne zit voornamelijk op wangen, neus, kaak, hals en borst; - dikke- en dunnedarmenergie: beïnvloeden van afbraakprocessen van afvalstoffen, zorgen voor rust en ontspanning bij een acne door psychische spanningen. Acne zit voornamelijk op hals, borst en rug en T-zone gezicht (neus en voorhoofd); - nier- en blaasenergie: afvalstoffen verwijderen via vochtuitschei-


283

Theorie van de praktijk

Lo. 2 Lo. 1 Lo. 3

Mi. 20

Lo. 4

Mi. 21

Lo. 5 Lo. 6 Lo. 7

Mi. 15

Lo. 8 Lo. 9 Lo. 10 Lo. 11

Mi. 10

Mi. 9

Mi. 5 Mi. 1

ding en zuiverende functie van de nieren versterken. Acne zit voornamelijk op voorhoofd, kin, rug; - lever- en galblaasenergie: stimuleren van het ontgiftingsproces en het zuiveren van het bloed van gifstoffen. Acne zit voornamelijk op wangen, zijkant gezicht, schouders, voorhoofd; - tevens wordt de massage in het bijzonder gericht op de hormoonhuishouding (hormonale verstoringen normaliseren) en de bloedcirculatie. Acute acneproblemen kunnen al na een paar behandelingen verbeteren, maar de nabehandeling kost nog extra tijd. Chronische acneproblemen hebben meer behandelingen nodig, soms meer dan tien behandelingen. De volgorde van een acnebehandeling met shiatsumassage is: 1. reinigen zoals in de klassieke acnebehandeling; 2. kalmeren van de huid met sederende massagetechnieken in combinatie met passende cosmeticaproducten. Sedering van de lever- en galblaasenergie staat centraal; 3. stimuleren van lichaamsprocessen om de conditie van de huid te versterken. Eerst wordt de spijsvertering gestimuleerd om afbraak van gif- en afvalstoffen te bevorderen. Vervolgens worden de uitscheidingsprocessen gestimuleerd om de gif- en afvalstoffen te doen verwijderen uit het lichaam. Als laatste wordt de


284 284

Handboek Acne

hormoonhuishouding gestimuleerd om aanmaak van bepaalde hormonen te stimuleren. In de shiatsu wordt het gezicht in zones verdeeld om oorzaken van acne aan te geven: - acne op het voorhoofd als gevolg van emotionele invloeden, bijvoorbeeld stress (hart- en dunne darmenergie); - acne op het wang en neusgebied van het gezicht als gevolg van digestieve invloeden (maag- en darmenergie, lever- en galblaas­ energie); - acne op kaak, hals en decolletégebied als gevolg van hormonale invloeden (maag- en darmenergie, nier- en blaasenergie en hormoonhuishouding). behandeling van acnelittekens

Behandeling van acnelittekens Littekens zijn verstoringen van de energie. Ze vormen een blokkade in een energiebaan. Aan de ene zijde van het litteken is er een te hoge huidspanning en aan de andere zijde, door energietekort, een te lage huidspanning. Aan de zijde waar de spanning te hoog is, wordt een sederend tegen de energiestroom in masseren toegepast. Aan de zijde waar de spanning te laag is, wordt met de energiestroom mee gemasseerd. Er zijn specifieke drukpunten om littekens te verzachten en te ontgiften. Verse littekens mogen alleen met oppervlakkige techniek behandeld worden. Acne is een moeilijk met Shiatsu behandelbaar huidprobleem, omdat er te veel oorzaken van acne zijn. Hoe complexer de oorzaak hoe meer tijd nodig is om de huid te herstellen. Een kuur van Shiatsu­ behandelingen zal vooral erop gericht zijn om de huidconditie te verbeteren en de huid te kalmeren. Een reactie op behandeling van een chronische acne kan zijn dat deze een acute vorm aanneemt en de huid wordt op de plaats met acne roder. De acute vorm zal eerst duidelijk verminderen of verergeren om vervolgens te verdwijnen. Dat betekent dat het lichaam goed reageert op de Shiatsubehandeling. Een behandeling van acne met Shiatsu heeft een aantal contra-­ indicaties: - acne conglobata mag niet behandeld worden met een shiatsumassage; - bij medische behandeling van acne met behulp van cortisonen.


Theorie van de praktijk

285

Hoofdhuid- en oormassage Bij acne mag je geen klassieke massage uitvoeren op de ontstoken gebieden. In plaats daarvan kun je een hoofd- of oormassage geven. Bij de hoofdhuid- en oormassage spelen yin en yang een belangrijke hoofd- of oor­ rol, net als bij de Shiatsumassage. massage Yin en yang zijn niet zozeer tegenstellingen, maar ze vullen elkaar aan. Yin is de samentrekkende kracht en yang is de uitzettende kracht. De één kan niet zonder de ander. Het doel van de hoofdhuid-/oormassage is het in balans brengen van yin en yang. Je kunt deze massage op verschillende manieren inpassen in je behandeling. Bijvoorbeeld als aanvulling op je gezichtsmassage, als voorbehandeling bij een pincementsmassage of tijdens het inwerken van een masker. Indicaties/contra-indicaties De hoofdhuid-/oormassage kun je in het bijzonder toepassen bij een gestuwde huid, teleangiëctastieën, ontstekingen in het gezicht en bij actieve acne. Voor deze massage gelden dezelfde contra-indicaties als bij de klassieke gezichtsmassage, namelijk koorts, pijn, bloeduitstortingen, circulatiestoornissen, zwelling van de lymfeklieren en kanker. • Huidverbeterende massage Bij de huidverbeterende massage combineer je de massagegrepen van de bindweefsel- en de pincementsmassage. Per gebied kies je de

huidverbeterende massage


286 286

Handboek Acne

grepen die passen bij de huid van de cliënt. Op die manier kun je de massage precies aanpassen aan het huidtype of de huidindicaties van de cliënt en elk onderdeel zo behandelen als nodig is. De indicaties en contra-indicaties van beide massages zijn vrijwel hetzelfde en daarom kun je beide massages zo goed gecombineerd aanbieden. Ook versterken sommige massagegrepen elkaar.

6.7 Ondersteunende apparatuur Andere behandelingen die de huidstofwisseling bij (actieve) acne activeren, zijn behandelingen met gebruik van apparatuur of hulpmiddelen. Hieronder wordt de invloed genoemd van de volgende ondersteunende apparatuur en hulpmiddelen: het hoogfrequentiemassageapparaat, het iontoforese-apparaat, de infraroodbestralingslamp, de ultravioletbestralingslamp, het microdermabrasie-apparaat, het flitslichtapparaat, de dermaroller/microneedling en de derma­ pen. HF, hoogfrequen­ tie-apparaat

• Hoogfrequentieapparaat Het HF-, of hoogfrequentieapparaat, gebruik je vooral voor het geven van hoogfrequente massages. Daarnaast kun je het apparaat gebruiken voor het coaguleren van fibromen en teleangiëctastieën. Het HF-apparaat maakt gebruik van hoogfrequente wisselstroom. De glazen electroden, die via het handstuk met het apparaat in verbinding staan, bevatten een edelgas dat dienst doet als stroomgeleider. Een gevolg van de geleiding van elektriciteit door edelgassen is dat zich een gekleurd licht ontwikkelt. Er kunnen verschillende edelgassen gebruikt worden, bijvoorbeeld argon of neon. Afhankelijk van het gebruikte gas lichten de glaselektroden op in rood, blauw of groen als het apparaat aan staat. Bij het apparaat worden verschillende modellen elektroden geleverd. Zo zijn er bijvoorbeeld platte- en rolelectro-


Theorie van de praktijk

den voor gezicht en décolleté, kamelektroden voor de hoofdhuid, halfronde elektroden voor de halshuid en grote gesloten elektroden voor gebruik op het lichaam. Bij sommige apparaten wordt er een elektrode met een metalen spiraal erin meegeleverd. Dat is een open elektrode die geen edelgas bevat. De elektrische ontladingen verlopen dan via de metaaldraad, waardoor je de ontladingen op de huid op een specifiek punt kan richten. Als je de elektrode vlak boven de huid houdt, ontstaat een vonkenontlading op de huid. De open elektrode wordt dan ook gebruikt voor het coaguleren van teleangiëctastieën of voor het behandelen van kleine wratten. Onder invloed van hoogfrequente wisselstroom vindt er een prikkeling op de huid plaats door een vonkenregen. Hierdoor ontstaat een milde warmteontwikkeling, waardoor een verhoogde doorbloeding in de huid plaatsvindt. Ook komt er door de ontlading op de huid ozon vrij, dat desinfecterend werkt. Hoogfrequentiemassages kunnen op twee manieren worden gegeven: - indirect, door de elektroden vlak boven de huid te bewegen; er is dus geen direct contact tussen de elektrode en de huid; - direct, door de elektrode in direct contact met de huid over de huid te bewegen; deze methode veroorzaakt minder prikkeling.

287


288 288

Handboek Acne

Invloeden Bij indirect gebruik springen er vonkjes over op de huid. Door de vonkenregen op de huid ontwikkelt zich een milde warmte in het weefsel, waardoor de weefselstofwisseling verbetert. Ook ontwikkelt zich ozon tussen de elektrode en de huid wat een desinfecterende werking heeft. Bij direct gebruik heeft het HF-apparaat een zacht prikkelende werking. Dit stimuleert de doorbloeding van de huid en werkt ontspannend en kalmerend op het autonome zenuwstelsel. Indicaties en contra-indicaties Een indicatie voor een hoogfrequentiemassage is vooral de oude, atrofische huid en de vermoeide, slecht doorbloede huid. Bij acne kan een hoogfrequentiemassage een manuele massage vervangen. Actieve acne is namelijk een contra-indicatie voor de klassieke manuele massage in verband met het risico van verplaatsen van de bacteriën. Door de elektrode van het hoogfrequentieapparaat boven de huid te bewegen, ontstaan prikkeling (= massage) en desinfectie door de ozon. Contra-indicaties zijn teleangiëctasieën, rosacea, een gevoelige huid en een erg rode huid. iontoforese/ galvanic apparaat

• Iontoforese/galvanicapparaat Iontoforese is het toepassen van gelijkstroom om elektrisch geladen werkstoffen dieper, dan bijvoorbeeld manueel mogelijk is, de huid in te sluizen. Hierbij wordt de huidbarrière omzeild. Het doel is pure werkstoffen diep in de huid hun werk te laten doen. Zoals je weet trekken positieve en negatieve ladingen elkaar aan; gelijkgestelde ladingen stoten elkaar af. Van dit principe kunnen we in onze praktijk handig gebruikmaken. Werking Bij de positief geladen elektrode ontstaat een tekort aan elektronen. Elektronen worden aan deze elektrode door de bron onttrokken. Bij de negatief geladen elektrode ontstaat een overschot aan elektronen, wat ook weer veroorzaakt wordt door de bron. Bij voldoende spanning gaat er een gelijkstroom lopen in het lichaam via een ladingtransport. Die gelijkstroom bestaat uit elektronen die in één


Theorie van de praktijk

richting lopen die van de kathode (negatieve pool) naar de anode (positieve pool). Als je nu tussen de twee elektroden een elektrisch geladen werkstof op de huid plaatst, zal de werkstof diep in de huid worden getrokken. Dit kan een medicament zijn of een cosmetische werkstof. In de medische wereld wordt iontoforese toegepast voor bijvoorbeeld mensen die niet geïnjecteerd mogen worden. De positieve pool zal een positief geladen werkstof afstoten, waardoor deze dieper in de huid wordt gesluisd. De negatieve pool zal een negatief geladen werkstof afstoten dieper de huid in.

Met andere woorden: als de werkstof positief geladen is, dan gebruik je de positieve pool als actieve pool en is de negatieve pool de tegenelektrode. Is de werkstof negatief geladen, dan gebruik je de negatieve pool als actieve pool en is de positieve pool de tegen-elektrode. Bij positief werken, sluis je werkstoffen in. Dat is heel belangrijk bij huidverbetering, maar ook bij acne, om de huid bijvoorbeeld te kalmeren of om de talgproductie te helpen reguleren. Bij negatief werken, sluis je niet in, maar uit. Daarbij wordt loog gevormd dat in staat is om verharde vetophopingen te verzepen. Daardoor wordt een dieptereiniging van verstopte poriën mogelijk. Ook als voorbereiding voor het verwijderen van verharde comedonen is deze behandeling zinvol. We noemen dit desincrustatie. Je kunt met natte (zeer lichte zoutoplossing) gazen werken die je, na het gezicht goed gereinigd, verwarmd en ontvet te hebben, op het gezicht legt en waarop je dan de werkstof druppelt. Of je brengt de werkstof direct op de huid aan, waarover je dan het vochtige gaas legt. Daarover rol je beide elektroden. De stroomkring is compleet wanneer beide electroden op de huid gehouden worden. Je kunt ook de bolletjes elektroden met natte (zeer lichte zoutoplossing) watten omwikkelen en de werkstof op de watten aanbrengen

289


290 290

Handboek Acne

of de werkstof direct op de huid druppelen en met de omzwachtelde bolletjes elektroden langzaam over de huid bewegen. Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen, zal de werkstof elektrisch geladen moeten zijn. Als het goed is staat de polariteit op de werkstof aangegeven, zodat je weet of je met de plus pool (anode) of de min pool (kathode) moet werken. De fabrikant moet duidelijk op de verpakking hebben aangegeven met welke polariteit je moet werken. Je kunt namelijk niet zelf vaststellen of een werkstof positief of negatief geladen is. Niet alle werkstoffen zijn ioniseerbaar. Je kun alleen in water oplosbare stoffen insluizen. De O/W-emulsies in een elektrolytische oplossing zijn daar geschikt voor. Bijvoorbeeld vitamine C. Vetten en W/O-emulsies in opgeloste vorm zijn niet ioniseerbaar. Zoals bijvoorbeeld vitamine A. Hyaluronzuur (grote vochtbinder) kan in principe niet worden ingesluisd, omdat het moleculair gewicht te groot is. Het zal in de epidermis blijven steken waardoor er maar een tijdelijk effect kan worden teweeggebracht van verzachting van oppervlakkige rimpeltjes. Er zijn fabrikanten die ampullen verkopen waar gedeeltelijk werkstoffen inzitten die niet ioniseerbaar zijn. Met die werkstoffen zal niets meer gebeuren dan als je het manueel opgebracht zou hebben, al rol je nog zo lang. Er zijn meer apparaten in onze branche die werkstoffen in kunnen sluizen. Bijvoorbeeld door middel van geluidstrillingen (ultrasoon), maar dat werkt minder effectief dan de iontoforese. IR-lamp

• Infrarood bestralingslamp Met behulp van de IR-lamp, of de infra rood bestralingslamp, kun je de huid verwarmen en doorbloeding stimuleren. Infraroodstraling is een warmtestraling. Het is wel voelbaar, maar niet zichtbaar. De straling verwarmt de huid, omdat de huid de warmte absorbeert. Door de warmte die de lamp produceert, ontstaan er fysiologische reacties in de huid. De belangrijkste is de bloedvatverwijding. Doordat de vaten verwijd zijn, kan de huid beter doorbloeden en


Theorie van de praktijk

291

ontstaat een betere stofwisseling in de huid. Ook de klierfuncties in de huid worden door de betere doorbloeding geactiveerd. De IRstraling dringt ongeveer één centimeter in de huid door. De belangrijkste indicatie voor een infraroodbestraling is een slecht of traag doorbloede huid. Dit kan een vette, onzuivere huid of een ouder wordende huid zijn. Infraroodbestralingen kunnen in veel cosmetische behandelingen om verschillende redenen worden toegepast, bijvoorbeeld om gedurende een massage van een slecht doorbloede huid de doorbloeding extra te activeren, om tijdens het verwijderen van comedonen de voorverwarmde huid niet te sterk te laten afkoelen of om de werking van de cosmetische werkstoffen van een masker te ondersteunen of de doorbloeding onder het masker te activeren. Belangrijk is vooral goed te letten op de afstand van de lamp tot het huidoppervlak. Die mag niet te klein zijn, om ongewenste huidreacties te voorkomen, maar ook niet te groot, omdat dan het warmte-effect te klein is. Contra-indicaties zijn teleangiëctastieën, stuwing en natuurlijk alle huidziekten. • Ultra violetbestralingslamp ultra violet­ Over de negatieve effecten van bestralingslamp UV-straling is steeds meer bekend. Overmatige zonbestraling kan huidveroudering, pigmentverschuivingen en huidkanker veroorzaken. De belangrijkste bron van ultraviolette, infrarode, en zichtbare lichtstralen is de zon. Zowel de UV-A- als UV-B-stralen de UV-C-stralen kunnen ongewenste huidreacties veroorzaken. UV-C-stralen zijn vooral chemisch werkzaam, terwijl door UV-B-stralen erytheemvorming ontstaat en bij sterke doseringen zelfs verbrandingen kunnen optreden. Ook droogt UV het huidoppervlak uit, de huidstructuur wordt grover en het verhoorningsproces wordt geactiveerd. Wel schrijven we een bacteriedodende werking toe aan UV-licht. Ook vormt onze huid vitamine D onder invloed van UV-stralen.


292 292

Handboek Acne

Als je in uitzonderlijke gevallen toch hoogtezonbestraling geeft, zoals in een enkel geval bij hardnekkige acne, moet men de aanwijzingen van de fabrikant nauwkeurig opvolgen, vooral ten aanzien van de tijdsduur van de bestralingen en de afstand van de lamp tot de huid. Deze aanwijzingen kunnen verschillen afhankelijk van de sterkte van de lamp. Als algemene regel geldt dat de afstand van de lamp tot de huid bij ongefilterde ultraviolette stralen één meter moet bedragen. De intensiteit van de stralen neemt af naarmate de afstand tot de huid groter wordt. Als de afstand tweemaal zo groot wordt, is de intensiteit viermaal zo gering. Als de afstand driemaal zo groot is, wordt de intensiteit negenmaal zo gering (intensiteit is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand). Indicaties en contra-indicaties Een hardnekkige acne, die in de zomermaanden vermindert maar in de winter steeds terugkeert, kan een indicatie zijn voor een UV-Bbestraling. Behandel echter uitsluitend na toestemming van een arts! Een kuur met UV-straling wordt niet meer als gezondheidbevorderend gezien. Voor mensen met Fitzpatrick I tot en met IV wordt UVstraling als hoog kankerverwekkend gezien. microdermabrasie apparaat

• Microdermabrasie apparaat Dermabrasie is een mechanische peeling die de dode huidcellen verwijdert en zo de huid gladder maakt. Ook andere onregelmatigheden van de huid en littekens kunnen hierdoor minder zichtbaar gemaakt worden. Meer informatie hierover heb je kunnen lezen in hoofdstuk 6 over de voorbehandeling. De behandeling met dermabrasie wordt toegepast bij een huid met acnelittekens. Een nadelig gevolg van dermabrasie is oppervlakkige hypopigmentatie, waardoor de grens tussen de behandelde huid en de normale huid opvallend kan zijn. Microdermabrasie kan toegepast worden bij een acne met comedonenvorming en acnelittekens, niet bij een actieve acne met pustels.


Theorie van de praktijk

293

• Flitslichtapparaat Licht (IPL)-therapie kan ingezet worden bij diverse huidaandoeningen. Voorbeelden hiervan zijn verwijde bloedvaatjes, pigmentvlekken, ongewenste haargroei, overbeharing en littekens. Bij deze moderne behandelmethode wordt hoogenergetisch licht opgenomen in de huid en omgezet in warmte. Hierdoor worden specifieke huidstructuren verhit en daarmee vernietigd. Ook worden de Propionibacterium acnesbacteriën hierdoor vernietigd. De werking wordt ook wel selectieve fotothermolyse genoemd. De behandeling wordt in kuurverband gegeven. Gedurende 16 weken wordt de huid elke twee weken behandeld met IPL. Er zijn ongeveer acht behandelingen nodig voor zichtbaar resultaat.

flitslichtapparaat

Blauwlichttherapie Acne kan op een effectieve manier worden behandeld met blauw licht. Met deze vorm van lichttherapie kunnen zelfs nieuwe uitbraken worden voorkomen. Bij blauwlichttherapie wordt de huid belicht door blauw licht. De Propioni­ bacterium acnesbacteriën zijn gevoelig voor licht. Door de absorptie van het blauwe licht in de huid komen zuurstofmoleculen vrij die de Propionibacterium acnesbacteriën vernietigen. Deze bacterien worden door zelfproducerende stoffen vernietigd door bestraling met blauw licht. Het belichten met blauw licht wordt toegepast na een oppervlakte- en dieptereiniging van de huid in kuurverband. De kuur bestaat uit acht tot tien behandelingen gedurende tien weken. De huid moet 15-20 minuten belicht worden.

blauwlichttherapie


294 294

Handboek Acne

De behandeling heeft geen contra-indicaties of bijwerkingen en is pijnloos. De behandeling geeft alleen resultaten bij ontstoken acne met pustels en papels. microneedling

dermaroller dermastamp fractional micro­ needling apparaat

• Dermaroller/microneedling Bij microneedling worden zeer fijne naaldjes gebruikt om de lederhuid licht te beschadigen. De naaldjes prikken 0,2 tot 3 mm in de huid. Dit stimuleert de celdeling en de aanmaak van collageen en elastine, waardoor de huid sterker, soepeler, egaler van kleur en dikker wordt. Microneedling wordt succesvol toegepast bij: (acne)littekens, een door zon beschadigde huid, grove poriën en/of grove huidstructuur, melasma (zangerschapsmasker), rimpels en fijne lijntjes, cellulitis, striae en andere afwijkingen in de huidstructuur. Er zijn verschillende soorten apparaten en instrumenten op de markt die deze ‘naaldtechniek’ mogelijk maken. Zo is er de dermaroller, de dermastamp, de dermapen of het fractional microneedling apparaat. Bij een huid- of dermaroller zitten er zo’n 200 zeer fijne naaldjes op een rolletje. Deze roller kan gemakkelijk over het te behandelen gebied heen en weer gerold worden. Voor een meer plaatselijke behandeling is er een kleine stamper met enkele naaldjes. Hierbij kan de huid handmatig en selectief verwond worden. De huid zal na de behandeling roze tot rood kunnen worden. Ook is het mogelijk dat de huid gaat schilferen of licht gaat zwellen. In een enkel geval kunnen er korstjes ontstaan. Dit effect zal tot enkele dagen na de behandeling zichtbaar zijn. Na een intensieve behandeling kunnen enkele kleine ontstekingen, puntbloedinkjes en/of kleine blauwe plekjes ontstaan, deze trekken vanzelf weer weg. De huid moet enkele weken na de behandeling goed beschermd worden tegen de zon door het aanbrengen van zonnebrandcrème met een hoge SPF-factor. De behandeling is in sommige gevallen goed te combineren met microdermabrasie of fruitzuurlysings. Microneedling kan onder andere toegepast worden tegen: fijne lijntjes, rimpels, huidverslapping, acne- of andere littekens, zonbescha-


295

Theorie van de praktijk

diging, pigmentstoornissen, grove huidstructuur of vergrote poriën, striae, cellulitis en alopecia. Acnelittekens, striae en fijne lijntjes worden oppervlakkiger. Het effect van de behandeling is niet direct zichtbaar. De huid heeft tijd nodig om het collageen en elastine aan te maken (minimaal zes weken). Dit proces kan wel een paar maanden duren en vraagt dan ook meerdere behandelingen. Er zijn al wel resultaten te zien in de loop van de behandelkuur, maar het eindresultaat is er pas vier tot zes maanden na de laatste behandeling. In het geval van littekenverbetering en bij de behandeling van pigmentvlekken is er al eerder resultaat te zien. Beide verbeteren aanzienlijk binnen twee tot drie maanden. Contra-indicaties voor behandeling met micro-needling zijn open wondjes, infecties, actieve acne en gebruik van medicijnen, zoals corticosteroïden, medicijnen tegen acne, antibiotica en bloedverdunners. • Dermapen Een nieuwe techniek van de micro-needling is de dermapen. De dermapen maakt vibrerend miniscule gaatjes in de huid, waardoor aanmaak van collageen en elastine wordt geactiveerd. De naaldjes prikken 0,5 tot 2 mm in de huid. Door de verschillende naaldjes worden kleine verticale geultjes in de huid gemaakt die aan de buitenkant niet echt zichtbaar zijn. Er ontstaan microkanalen die samenknijpen en bijdragen aan verhoogde opname van actieve werkstoffen in de huid. De voordelen van de dermapen ten opzichte van de dermaroller zijn: - bij behandeling met de dermapen is minder hersteltijd nodig; - de behandeling is nauwkeuriger op een klein oppervlak zoals rondom de ogen of de mond; - het resultaat is mooier, omdat er op verschillende dieptes gewerkt kan worden.

6.8 Doorverwijzen en advies Voor elke cliënt stel je een individueel behandelplan op. De nadruk wordt gelegd op adviezen voor zelfzorg en huidverzorging. Een ac-

dermapen


296 296

Handboek Acne

tieve bijdrage van de cliënt is de voorwaarde voor een goed resultaat. Het positief resultaat van de behandeling leidt er doorgaans toe dat de cliënt zich zekerder van zichzelf voelt. Je werkt ernaar toe dat de patiënt de acne zo snel mogelijk zelf kan verzorgen. Verder blijven de regelmatige instituutsbehandelingen lange tijd nodig. Leg de cliënt uit dat acne een onschuldige aandoening is, die bij de meeste mensen na verloop van tijd vanzelf verdwijnt. Meestal voor het 25e jaar, maar soms blijft de aandoening bestaan tot op oudere leeftijd. Voor sommige mensen blijft acne echter een chronische aandoening. Er zijn goede periodes en er zijn slechte periodes. Acne kan niet echt worden genezen door ons. Wel lukt het meestal met behulp van behandelingen en thuisverzorging ervoor te zorgen dat de aandoening ‘rustig’ en acceptabel wordt. Uit het bovenstaande blijkt dat acne soms chronisch kan zijn en niet echt kan worden genezen. Er is daarom ook geen standaard tijdsduur voor de behandeling. Vaak komen cliënten in het begin één keer per week in de salon en wordt dit, afhankelijk van het resultaat, afgebouwd naar meestal één keer per vier tot zes weken. Naast frequente behandelingen in kuurverband is het gebruik van de juiste cosmetica belangrijk. Verder zijn er verschillende adviezen die je aan een cliënt met een acnehuid kunt geven. • Goede hygiëne is zeer belangrijk. Gebruik geen washandjes of (make-up) sponsjes. Verschoon dagelijks het kussensloop en handdoek. Neem dagelijks een douche. • Laat de cliënt de huid zoveel mogelijk rust gunnen. Na het reinigen de huid voorzichtig droogdeppen. Niet overmatig wassen, wrijven of masseren. • De cliënt mag niet zelf pustels of comedonen uitdrukken in verband met beschadigen van de huid en het ontstaan van nieuwe puistvorming. • De cliënt kan beter geen knellende kleding dragen. Ook geen sjaal voor het gezicht. Als de huid wordt afgedekt stimuleert dat acne. De huid laten ademen heeft een positieve invloed op de huid. • Raad sterk afdekkende make-up af, maar adviseer met mate voor make-up in de vorm van een emulsie en zonder poederbestanddelen op waterbasis. • Bij acne op het voorhoofd geen haarlok of pony. Bij acne in de hals ook geen coltrui dragen.


Theorie van de praktijk

• Adviseer de cliënt voldoende lichaamsbeweging te nemen en dagelijks in de buitenlucht. Ook voldoende slaap en ontspanning hebben een gunstig effect op de huid. • Niet roken spreekt voor zich. • Met mate zonlicht heeft een gunstig (tijdelijk) effect op acne. Geen zonnebank. Samenvatting In dit hoofdstuk heb je kennis gemaakt met de theorie van de praktijk van de acnespecialist. Je hebt gelezen wat je moet doen om tot een afgewogen behandelplan te komen en je weet wat een informed con­ sent is. Bij de voorbereiding van de acnebehandeling zijn de verschillende technieken van huidverdunnen en huidverweken aan de orde gekomen. Bij de acnebehandeling heb je kunnen leren hoe je comedonen, pustels en talgcysten het beste kunt verwijderen. Daarna heb je kunnen lezen over de verschillende maskers en pakkingen die je kunt toepassen en hoe je een acnebehandeling kunt geven met thalassoof aromatherapie. Vervolgens heb je kennis gemaakt met de uitgebreide stoffenlijst, waarin verschillende stoffen intensief werden uitgelegd. Daarna zijn verschillende ondersteunende massagetechnieken en -apparatuur aan de orde gekomen. Het hoofdstuk werd afgesloten met de adviezen die je kunt meegeven en hoe en naar wie je kunt of moet doorverwijzen. We hopen dat dit handboek met veel plezier hebt bestudeerd en dat je er een mooi naslagwerk aan hebt voor je acnepraktijk. Veel succes!

297


298 298

Handboek Acne

Woordenlijst/Nomenclatuur A Abces: een hoeveelheid pus (etter) in een niet eerder bestaande holte als gevolg van een bacteriële infectie. Acupressuur: acupressur lijkt op massage. Doel is een verbetering van het ‘welbevinden van lichaam en geest’. Het is een techniek die relateerd is aan acupunctuur (behandeling met naaldjes), waarmee de energieën van het lichaam geregeld kunnen worden door het manipuleren van punten op het lichaam met meestal de duim. Dit heeft effect op de emoties, spanning en fysieke condities. De punten worden gewoonlijk ‘acupunctuurpunten’ of ‘drukpunten’ genoemd. Aërobe bacteriën: bacteriën die zuurstof in hun milieu nodig hebben voor hun ontwikkeling en die bestand zijn tegen blootstelling aan de lucht. Anaërobe bacteriën: bacteriën die geen zuurstof nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen of niet kunnen leven indien ze aan de lucht blootgesteld worden. Anma-massage: Japanse ontspannende massage met overeenkomsten met de westerse klassieke massage. B Bacteriostatisch: bacteriegroei remmend. Bacteriestatische antibiotica doden de bacteriën niet, maar beletten wel dat ze zich vermenigvuldigen, zodat het lichaam de tijd krijgt ze om op te ruimen. Een voorbeeld van een bacteriostatisch antibioticum is tetraglycine. Bactericidemiddelen: doden de bacterie. Zo maakt penicilline de celwand zwakker, waardoor de bacterie door zijn eigen osmotische druk ontploft. C Comedogeen: comedonenvormend. Comedolytisch: vorming van comedonen remmend.


Woordenlijst en register

Consistentie: de vastheid of vloeibaarheidsgraad. Cuppingmassage: strijkingen met cups over de huid. D Derivaat: afgeleide van. Deroofing: (het dak eraf halen) kan worden toegepast als er onder de huid holtes en/of gangenstelsels aanwezig zijn, die voortdurend talg blijven produceren en ontsteken. In een rustige fase, als er weinig ontsteking is (of als de ontsteking onder controle gebracht is door een tijdje antibiotica te gebruiken voorafgaande aan de ingreep), kan het weefsel boven de holtes en gangenstelsels worden verwijderd. De bodem daarvan wordt zoveel mogelijk intact gelaten, die vormt later de nieuwe huid. De randen worden afgevlakt, zodat een soepel verloop ontstaat naar de omgevende huid. Desquamatie: normale afschildering of vervelling van de huid. Do-in massage: een combinatie van meridiaanstrekkingen, ademhalingsoefeningen, Ki-oefeningen, meditatie en zelfmassage. Drainage: afvoeren van wondvocht/etter/water. E Elastose: degeneratie (afbraak) van elastisch weefsel. Hierdoor ontstaan rimpels. Electrochirurgie: een operatie, waarbij gesneden wordt met een elektrisch verwarmd mesje, waardoor bloedvaten meteen dichtgebrand worden. Emulgeren: een melkachtige oplossing vormen. Exacerbatie: plotseling verergeren van een ziekte. Excisie: wegsnijden van een huidafwijking. Exfoliëren: hoornlaag verdunnen. Exocriene klier: klier met afvoerbuis.

299


300 300

Handboek Acne

F Fenol: C⁶H5OH: een organische (chemische) verbinding bestaande uit koolstofatomem, waterstofatomen en een hydroxylgroep (OH, bestaande uit een zuurstef- en een waterstofatoom). Fistel: een pijpvormige zweer, die vanaf het oppervlak naar de diepte reikt. In de diepte zit een ontsteking. Ontstekingsvocht en het pus komen door de fistel naar buiten. Frosting: bevriezing van de huid, waardoor de huid lokaal dieper loslaat. Furunkel: steenpuist, een ontsteking van de haarfollikel door bacteriën. Fysiologisch zout: een oplossing van 9 gr keukenzout per liter water, zodat de osmotische waarde van de verkregen oplossing overeenkomt met die van de lichaamsweefsels. G Glykemische index: een maat voor het effect van koolhydraten op de bloedglucosespiegel. Koolhydraten die snel worden afgebroken tijdens de spijsvertering en hun glucose snel afgeven in de bloedbaan hebben een hoge glykemische index, terwijl koolhydraten die langzaam afbreken en hun glucose geleidelijk aan het bloed afgeven een lage glykemische index hebben. H Hydratie: het verbinden van een chemische stof met water. Hydrofiel: wateropzuigend, wateraantrekkend. Hygroscopisch: wateraantrekkend, de vochtigheid van de lucht opnemend. Hyperkeratose: overmatige verhoorning. I Isoniazide: geneesmiddel tegen tuberculose.


Woordenlijst en register

Immuunstatus: is het slachtoffer van een prikaccident beschermd door vaccinatie of doordat de infectie is doorgemaakt. Incisie: insnijding. K Karbunkel: negenoog, ontsteking van een aantal haarfollikels dicht bij elkaar. Keratolytisch: hoornlaagverwekend. L Lithiumzouten: stemmingregulerende middelen/antidepressiva. M Malaise: gevoel van onwel zijn, zich onwel voelen. O O/W emulsie: olie-in-wateremulsie P Percutane verwonding: verwonding door de huid heen. Pijngewaarwording: het centrale zenuwstelsel registreert de signalen van pijnprikkels. De persoon wordt zich bewust van de pijn. Porie: (talgklier)uitvoergang Prednison: corticosteroïd/synthetisch bijnierschorshormoon dat ontstekingen remt. Purulent vocht: etterig vocht. R Receptor: een cel die gevoelig is voor prikkels. Relatieve contra-indicatie: in afweging nemen om te behandelen, in overleg met de arts wel of niet behandelen. Reversibel: omkeerbaar.

301


302 302

Handboek Acne

S Seborroïsch eczeem: eczeem met een matige roodheid en schilfering. Sebostatisch: uitdrogend. Sebum: talg. Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke kenmerken die zich pas ontwikkelen in de puberteit. De lichamelijke veranderingen, zoals de beharing in de schaamstreek, oksel, baard en snor, de ontwikkeling van lichaamsdelen en het vervormen van het lichaam, verschillen naargelang het geslacht, zoals borstvorming en uitzetten van het bekken bij een vrouw en spierontwikkeling bij een man. Secretie: afscheiden. Sederen: kalmeren. Semipermeable wand: vocht kan door de wand in de holte binnendringen, maar niet door de wand eruit. Serostatus: bevat het bloed van de bron van een prikaccident virusdeeltjes van hepatitis B. Solair: met betrekking tot de zon. Solitaire talgklier: een enkelvoudige ontstoken talgklier. Systematische antibiotica: de werking is over het hele lichaam verspreid. T Talgklierproliferatie: talgklierwoekering. Tuina-massage: Chinese drukpuntmassage, waaruit acupressuur is ontstaan. Z Ziekte van Crohn: chronische ontstekingsziekte van het maag-darmstelsel.


Woordenlijst en register

303


304 304

Handboek Acne

A aard sterilisatieproces 183 aard van het accident 175 abces 73 abcesmembraan 73 accidenteel bloedcontact 175 accutane 149 acne 99 acne aestivalis 108 acne artificialis 113 acne axillaris 107 acne comedonica 103 acne conglobata 104 acne corporis 103 acne cosmetica 112 acne cystica 104 acne door endogene oorzaken 100 acne ectopica 114 acne excoriée des jeunes filles 102 acne fulminans 105 acne indurata 104 acne infantum 107 acne inguinalis 107 acne inversa 114 acne juvenalis 102 acne keloïdalis 105 acne mechanica 110 acne neanatorum 107 acne papulosa 104 acne punctata 103 acne pustulosa 104 acne tarda 106 acne tropicalis 109 acne venenata 110 acne vulgaris 99 acnebehandeling 216 acnegeschikt masker 275 acnelaesies 122 actieve ingrediënten 229 acute celdood 79 acute ontsteking 62

adapaleen 133 adnexa van de huid, haren 23 adrenocorticotrope hormoon 46 adstringende maskers 220 aërobe- en anaërobe bacteriën 65 afslijpen van de huid 209 afvalstoffen 28 AGB-code 204 AHA’s Alphahydroxyzuren 155 5ɑ (alfa)-reductase 49 algemene pathologie 59 algen 231 alkalische comedolotion 275 Allen en Smith 199 allergie 59 alopecia androgenetica 49 amandelolie 258 druivenpitolie 260 ampullenkuur 275 ANBOS 203 androcur-10 145 androgeen 49 androgene hormonen 124 androgenen 47 anti-androgenen 141 anti-inflammatoire en antibacteriële werking 136 antibacteriële cleanser 275 antibiotica 138 antidiuretisch hormoon 46 apocriene klieren 26 appelboortekens 86 aromatherapie 224 atrofie 79 atrofische littekens 86 azuleen 232 B baby-acne 107 bacillen 65 bactericide 68


305

Woordenlijst en register

bacteriële infectie 64 bacteriëmie 75 bacteriostatisch 68 basaalcellenlaag 15 basale membraam 13 bedrijfshygiëne 162 behandeling van acnelittekens 284 behandelplan 201 benzolperoxide 133 benzoylperoxide 232 bergamot 247 beroepsacne 109 bescherming tegen bacteriën 10 besmetting 64, 161 bètacaroteen 233 bètaglucanase 236 BHA’s Bètahydroxyzuren 155 bindweefsel 12 bindweefselmassage 277 bindweefselwoekeringen 87 biologische desincrustatie 216 biostimulantia 230 biotoop 37 blackheads 92 blauwlichttherapie 293 blootstelling micro-organisme aan het steriliserende middel 183 bromelaïne 243 buffer 273 buisvormig (tubuleuze) 24 buiszweer 91

chlorofyl 234 cholesterol 40 chondroïtine-B-sulfaat 21 chronische ontsteking 63 cicatrix/litteken 91 cipres 248 citrus bergamia 247 claritromycine 140 cliëntenkaart 195 clindamycine 136 clownseczeem 120 157 CO2 laser collageen 17, 19 combinatie van zuren Jessner 155 comedonenacne 101 conflueren 105 Cook 200 Cook’s methode 200 coriumpapillen 13 corticosteroïden 141 corticosteroïden 21 cortisol 51 coryne bacteriën 34 coryne bacteria 32 cosmetica 124 cosmetische stoffen 230 crusta/korst 91 cryochirurgie 151 cryotherapie 150 custe/holte 90 cyproteronacetaat 142

C candida albicans 71 candidiasis 71 caroteen 233 celactiviteit van de talgklier 42 cellen van Langerhans 15 cellen van Merkel 15 chemische peeling 153 chlooracne 112

D darmproblemen 125 degeneratie 78 dermabrasie 151 dermapen 295 dermaroller 294 dermastamp 294 dermatitis 120 dermis, lederhuid 17


306 306

Handboek Acne

dermografie 196 deroofing 114 desinfecteren 181 diane 35 144 diepe lysing 213 diepe peeling 154 5ɑ-dihydro-testosteron 49 dikte van de huid 13 dioxine 112 discoϊde lupus erythematodes 115 documentatie 198 doxycycline 140 dynamische evenwichtstoestand 78 E eccriene klieren 25 echte kamille 232 eczema seborrhoicum 116 EFG 51 eierstokken 48 elastine 17 elastine 19 elektrische desincrustatie 215 ledigen van comedonen, pustels en talgcysten 216 endemische infecties 70 endocrienen 45 enterobius 70 enymatische peeling 275 enzymen 242 epidermale cysten 120 epidermis 14 epidermoïdcysten 120 epithelisatie 85 erfelijkheid 125 ergosterol 40 ernstige acne vulgaris 101 ernstige bloedvergiftiging 76 erosie 91 erytheem/roodheid 90 erytromycine 139

escheria coli bacterie 36 etherische-, essentiële- of aromatische oliën 244 etiologie 122 excoriatie 91 exfolianten 211 exsudaat 81 extracellulaire matrix (ECM) 22 F face lysings 211 fenol 135 fibroblasten 17, 19, 82 fibrocyten 19 fistel 91 flitslicht IPL 157 flitslichtapparaat 293 folliculitis 116 follikelstimulerend hormoon 46 fotodynamische therapie PDT 157 fractional laser 156 fractional micro-needlingapparaat 294 frosting 134 functie van talg 40 furunkel 117 G gaswisseling 10 gebufferd 273 gedesinfecteerd 182 geïsoleerde werkstof 230 gelée royale 235 Gentner 200 gepoederde handschoen 174 geranium 249 geslachtscorticoïden 46 geslachtshormonen 22 geslachtsklieren van een man 49 geslachtsklieren van een vrouw 48 gesloten comedonen 93 gezuiverde paraffine 214


307

Woordenlijst en register

gist 236 gladskin acnegel 137 glooiende littekens 86 gluccocorticoïden 46 glyceriden 40 gonadotrope hormoon 46 gradatie-indeling 199 granulatieweefsel 83 groeihormoon 46 groene leem 239 groene leemmasker 225 grote zweetklieren 26 H handbescherming 172 handdesinfectie 168 handhygiëne 166 handreiniging 167 handverzorging 168 hanteerbaarheid/bruikbaar 198 HF, hoogfrequentie-apparaat 286 hidradenitis 114 hoeveelheid talg 41 honing 236 hoofd- of oormassage 285 hoornlaag 209 hormonale acne 47 hormonen 45 hormonen met een directe werking 46 hormonen met een indirecte werking 46 huid (cutis) 13 huiddiagnose 195 huideigen microben 36 huidfilm 17 huidklieren 24 huidskleur 198 huidsplijtlijnen van Langerhans 18 huidverbeterende massage 285 huidverzorgingsproducten bij acne 274 huishoudelijk reinigen 177 microvezeldoekjes 177

hyaluronzuur hydraterende maskers hydrofiele eigenschap hydrolipide film hydrolipidenfilm hygroscopisch hypertrofische littekens hypo- of A-vitaminose hypofyse hypothalamus hypoxie

21 221 29 31 40 29 86 263 45 45 82

I IGF-1 50 ijspriemlittekens 86 immuunstatus van het slachtoffer 175 importinfecties 70 individuele hygiëne 165 infectie 64 infectiehaard 77 infecties 161 infiltraat 63, 73, 90 inflammataire acne 100 informed consent 205 infrarood diodelaser 156 inspectie 196 insuline 50 intakegesprek 188 intense pulse light 156 intense pulsed light (pulsed dye laser PDL) 156 interleukines 81 inwendige oorzaken van ziekten 60 iontoforese/galvanic apparaat 288 IR-lamp 290 ischemie 81 isotretinoïne 148 J Japanse drukpuntmassage 280 jojoba-olie 225


308 308

Handboek Acne

K M kamfer 238 maceratie 72 keloïd 87 macrofagen 17, 72, 82 make-up 124 keratinocyten 14 op oliebasis 124 keratolytica 133 mallorca acne 108 klacid 141 mandarijn 252 klassieke gelaatsmassage 276 manuele lymfedrainage 278 kleine zweetklieren 25 maskers en pakkingen 219 klierlichaam 39 matig ernstige acne vulgaris 101 kokken 65 mechanische factoren 125 koloniseren 66 mechanische peeling 211, 275 kosmetische massage 277 medebepalende factor vochtgraad 28 kosmetische producten 228 medebepalende factor zuurgraad 28 kosten 198 mederegulateur lichaamswarmte 28 Krause 54 medicijnenacne 109 kruisbesmettingen 161 medische peeling 153 kwaliteit van leven 189 medium-diepe peeling 154 meerlagig epitheel 12 L meetinstrumenten 197 laesietelling 198 melanocyten 15 latex handschoenen 172 menthol 240 laurinezuur 44 mestcellen 17 lavendel 250 Michaels 200 leem/klei 238 microdermabrasie 209 lichaampje van Ruffini 54 microdermabrasie apparaat 292 licht (IPL)- en lasertherapie 155 microgynon 147 lichttherapie blauwlicht 157 microneedling 152, 294 lichttherapie UV-licht 157 middeldiepe lysing 213 lijnzaad 239 migratiecellen 15 lijnzaadolie 239 milde acne vulgaris 101 lijnzaadpakking 214 mineralcorticoïden 46 lipoïde stoffen 41 minerva 145 littekens 84 minocycline 140 littekenweefsel 83 modellerend masker 219, 221 lokale antibiotica 136 morbiditeit 69 luteïniserend hormoon 46 luteotope hormoon (prolactine) 46 mortaliteit 70 lysing 212 myristinezuur 44 lysing met zuur 212 N N-nummer 181


Woordenlijst en register

nagels 24 natriumcarbonaat 273 natuurlijke huidflora 31 Nd-Yag laser 156 necrose 72, 78 NEN 1500-norm 164 neo-vascularisatie 82 neurotransmitters 54 niet-endemisch 70 niet-inflammataire acne 100 nitril handschoenen 173 NMF-factoren 221 nodulus 90 nodus 90 normale huidflora 37 O occlusie van de huid 219 oestrogeen 48 olie-/chloorhoudende producten 124 onderscheid 198 ontsteking 61 ontvelling 91 aantal micro-organismen op het instrument 183 open comedonen 92 oppervlakkige lysing 213 oppervlakkige peeling 154 oppervlaktereiniging 209 opportunistische infecties 66 opslag van vet 11 oraal 139 ovariële androgenen 49 ovulatie 48 oxytocine 46 P palmitinezuur 40, 44 palpatie 201 palperen 201 pancreatine 243

309

papaïne 243 papel/knobbeltje 90, 93 papulopustel 90 paraffine 261 paraffinemasker 214, 220 parasitaire infecties 69 pathogenese 122 pediculis 70 peeling 211 peeling behandeling 211 pepsine 243 perioralis 120 permanente flora 34 perspiratie 29 pH-waarde 269 pigmenthormoon 46 pijnpunten 54 pijpzweer 91 pincementsmassage 279 pityrosporum ovale 36, 71 plankton 240 polysachariden 17 postinflammatoir erytheem 101 premenstruele acne 106 prik- of snij-accident 174 primaire efflorescenties 90 primaire infectie 64 primaire wondgenezing 85 progesteron 48 progressieve celveranderingen 80 propioni bacterium acnes 34 propionibacteriën 34 propolis 237 prostaglandines 61 proteoglycanen 19, 21 provitamine 233 pseudo folliculitis barbae 117 psychische factoren 125 puist 93 puistje 90 purovin 276


310 310

Handboek Acne

pustel 90 pustula 90 R receptoren 51 reflexzonetherapie 277 regeneratie 80 registratie van diploma 202 regressieve veranderingen 78 reinigende maskers 219 relevante anatomische gebieden 198 renofruit 276 reparatie 80 reproduceerbaarheid 197 residente flora 34 residente huidflora 35 resorcine 135 responsiviteit 197 restauratie 80 reticuline 17, 21 retinoïdengroep 148 RIVM (RIVM/LCI) 176 roaccutane 149 rosacea 118 rosaceakeratitis 120 rozenhout 253 rubberachtig masker 222 S salicylzuur 135 samenstelling van talg 40 schaafwond 84 schildklierhormoon 22 schoonmaken 177 seborrhoïsch eczeem 116 seborroe 41 seborroe oleasa 41 seborroehuid 101 sebostase 41 secondaire wondgenezing 85 secundaire efflorescenties 90

secundaire infectie 64 sepsis 75 septikemie 76 septische shock 76 serostatus van de bron 175 Shiatsu 280 sinaasappel 256 skin picking 103 Skindex-29 189 slijpbehandeling 211 snel verlopend (acute) 62 solitaire talgklier 39 spirocheten 66 squaleen 41 squama/huidschilfers 90 staphilococcus epidermis 34 staphylococcus aureus 32 staphylococcus epidermidis 32 stearinen 40 stearinezuur 40, 44 steatocystoma 121 steriel 181 steriele naaldjes 217 stratum basale 15 stratum corneum, hoornlaag 16 stratum granulosum, korrellaag 16 stratum lucidum, lichtbrekende laag 16 stratum papillare, papillenlaag 18 stratum reticulare, netlaag 18 stratum spinosum, stekelcellenlaag 16 streptococcus pyogenes 32 stresshormoon 51 strikt pathogeen 66 subcutis/onderhuid 23 suppurativa 114 systemische 131 T T-lymfocyten talg- of atheromcysten talgcyste

17 218 94


311

Woordenlijst en register

talgklier- of sebumfollikel 39 talgklieren 38 tarwekiemolie 241 tastcellen van Meißner 53 tastcellen van Merkel 52 tastlichaampjes van Vater Pacini en Golgi Mazzoni 53 TCA 134 TCA Trichloorazijnzuren 155 Tea Tree 255 temperatuurregulatie 11 terminaalhaar-follikel 39 testosteron 47 tetracycline 138 thalassobehandeling 222 thermomasker 222 thyreotrope hormoon 46 toegenomen talgproductie 123 toename van aërobe bacteriën 124 toestemming 205 toestemmingsformulieren 205 topisch 139 toxinen 67 toxoplasma 70 traag verlopende (chronische) ontstekingen 62 transiënte huidflora 35 transpiratie 29 tretinoïden 155 trichloorazijn 134 trichomonas 70 triglyceriden 40 trypsine 243 U uitscheiding 28 uitscheiding van afvalstoffen 10 uitwendige oorzaken 60 ulcus/zweer 91 ultraviolet-bestralingslamp 291

V validiteit 197 vaseline 262 vasoconstrictie 81 vasodilatatie 61, 81 veel UV-licht 125 Vektis 204 vellushaarfollikels 38 verdunnen 209 vergoeding zorgverzekeraars 203 verweken van de hoornlaag 214 verzachtende maskers 219, 221 verzadigde vetzuren 126 vesikel/blaasje 90 vetalcoholen 40 vibrionen 66 vinyl handschoenen 173 virale infectie 68 virulentie 66 vitamine A (retinol) 22, 44, 264 vitamine A-zuur 134 vitamine B3 nicotinezuur 44, 265 vitamine B5 panthoteenzuur 266 vitamine C ascorbinezuur 22, 45, 267 vitamine D 22 vitamine E 45 vitamine E alfa-tocoferol 22 vitamine E tocoferol 268 vitamines 263 vitaminetekort 263 voeding 42 vorming van hormonen 10 vorming van vitamine D 10 vrije vetzuren 40 vrije zenuwcellen 53 W weefselbeschadiging 61 werkstofcomplexen 230 werkstoffen 229 werkzame stoffen 229


312 312

Handboek Acne

whiteheads 93 Y yang 281 yasmin 146 Yaz 147 yin 281 yin- en yang-filosofie 281 Z zaadballen, testes 49 zakvormig (alveollaire) 24 zee-algen 223 zeezout 223 zenuwuiteinden 51 zetel van zintuigen 11 zinkoxide 137 zuivelproducten 126 zuren 269 zuurgraad 29 zuurgraadherstellende lotion 275 zuurmantel 17, 29 zuurstofmasker 220 zwavel 135, 242 zweetklieren 24


Uitgeverij Container levert ook:

Voetzorg Pedicure niveau 3 • Leerboek voetverzorging/pedicure • WETEN • Leerboek voetverzorging/pedicure • DOEN • Meerkeuzevragen Pedicure • Handboek Pedicurebehandeling Uitvoeren Medisch pedicure niveau 4 • Leerboek voetverzorging EXTRA • Supplement risicovoet • Meerkeuzevragen Medisch Pedicure Algemeen • Praktijkgids Fraisen Schoonheidsverzorging Schoonheidspecialist niveau 3 • Leerboek schoonheidsverzorging • WETEN • Leerboek schoonheidsverzorging • DOEN • Meerkeuzevragen Schoonheidsverzorging • Cosmetica • Cosmetische apparatuur Allround schoonheidsspecialist niveau 4 • Shiatsu Kosmetiek • Shiatsu Methodiek • Handboek Acne Specialisaties • Manuele lymfedrainage Algemeen • Energie à la carte • Geurende energie Keuzedelen/vakboeken • Handboek Visagie • Handboek Nagelstyling • Sportmassage • Handboek Commercieel handelen en ondernemen Niveau 3 en 4


314 314

Handboek Acne


Woordenlijst en register

315


316 316

Handboek Acne


Articles inside

6.8 Doorverwijzen en advies

4min
pages 296-298

6.5 Cosmetische werkstoffen

1hr
pages 229-276

6.3 Voorbehandeling

10min
pages 210-216

6.7 Ondersteunende apparatuur

11min
pages 287-295

6.4 Acnebehandeling

15min
pages 217-228

6.1 Behandelplan

22min
pages 188-205

5.2 Reiniging, desinfectie en sterilisatie

11min
pages 178-187

5.1 Hygiëne in verband met acne

19min
pages 163-177

4.3 Overige medische behandelwijzen

14min
pages 151-162

4.2 Systemische behandeling van acne

16min
pages 139-150

4.1 Uitwendige- of lokale behandeling van acne

8min
pages 133-138

3.3 Pathogenese/etiologie van acne

10min
pages 123-132

3.2 Differentiële diagnostiek met betrekking tot acne

11min
pages 115-122

3.1 Verschillende vormen van acne

19min
pages 101-114

2.4 Efflorescenties en nomenclatuur

12min
pages 90-100

2.2 Bacteriëmie en septikemie

3min
pages 76-78

1.1 De huid/cutis

41min
pages 10-38

1.3 Prikkels en pijnbeleving

7min
pages 52-59

1.2 De talgklieren

18min
pages 39-51

2.3 Degeneratie, regeneratie

14min
pages 79-89

2.1 Ontsteking, besmetting en infectie

19min
pages 60-75

Theorie van de acnebehandeling

3min
pages 7-9

Hygiëne, ARBO en milieu

1min
page 6
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.