
22 minute read
6.1 Behandelplan
from Handboek acne
Theorie van de praktijk

Advertisement
6.1 Behandelplan
Voordat je overgaat tot een behandeling doorloop je een aantal vaste stappen. Samenvattend zijn dat de volgende: • je houdt een intakegesprek; • maak een (digitale) cliëntenkaart aan; • stel de nodige vragen om de vraag en verwachting van de cliënt te achterhalen; • vul een informed consent in en laat de cliënt ook ondertekenen voor toestemming van de registratie van gegevens en eventuele foto’s;
6
intakegesprek • bespreek met de cliënt wat de behandelmogelijkheden zijn, de voordelen, het aantal behandelingen, de nazorg en de kosten, maar ook de te verwachten resultaten; • geef daarbij zo mogelijk ook aan wat de resultaten bij andere cliënten is geweest en zo nodig welke apparatuur en producten worden gebruikt; • maak een behandelplan; • overhandig de cliënt de leveringsvoorwaarden van de brancheorganisatie (voor zover aangesloten bij ANBOS zijn die voorwaarden onderdeel van het lidmaatschap en uit hoofde daarvan altijd van toepassing); • geef de cliënt, afhankelijk van de behandeling, een geschreven voorinformatie mee over de behandeling en zorg voor schriftelijke nazorginstructies.

Intake en anamnese
Je baseert je behandelingen altijd op een behandelplan. Dat plan maak je op basis van informatie die je op verschillende manieren van de cliënt kunt krijgen. Daarvoor houd je eerst een intakegesprek. In dat gesprek stel je allerlei vragen om erachter te komen wat precies het probleem van de cliënt is, hoe lang de huidproblemen zich al voordoen, of acne ook in de familie voorkomt en wat de cliënt zelf tot nu toe aan de huid heeft gedaan. Ook is het belangrijk om de medische voorgeschiedenis te kennen, of er eventuele allergieën zijn, hoe de wondgenezing is en het eventuele medicatiegebruik. Je wilt ook graag weten welke cosmetica de cliënt gebruikt en of deze de huid juist niet verstopt.
Skindex 29 Tijdens de intake laat je de nieuwe cliënt ook een Skindex-29 formulier invullen. De Skindex-29 is een dermatologie-specifieke kwaliteit-van-leven-vragenlijst. Deze van oorsprong Amerikaanse vragenlijst is uit wetenschappelijk onderzoek naar voren gekomen als betrouwbare en valide vragenlijst. Hij wordt gebruikt door huidtherapeuten, dermatologen en andere specialisten op het gebied van huidaandoeningen. De Skindex-29 kan worden afgenomen door jou, als professional in de huidverzorging, om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van leven van de cliënt en de zorg daarop af te stemmen. Op die manier draagt de Skindex-29 bij aan het verbeteren van de zorg voor mensen met een chronische huidaandoening. Skindex29
kwaliteit van leven
De Skindex-29 bestaat uit 29 vragen, die zijn verdeeld over drie domeinen van kwaliteit van leven: Symptomen, Emoties en Functioneren. Aan de lijst is een vraag toegevoegd over de mogelijke bijwerkingen van medicatie en/of behandeling. De vragen van de Skindex-29 zijn voorzien van vijf vaste antwoordcategorieën, die aangeven hoe vaak het onderwerp van de vraag in de afgelopen week van toepassing was: 1) nooit, 2) zelden, 3) soms, 4) vaak of 5) altijd. Per vraag worden scores toegekend aan de antwoorden. • Nooit = 0 • Zelden = 25 • Soms = 50 • Vaak = 75 • Altijd = 100
De domeinscores worden berekend door het totaal van de scores te delen door het totale aantal beantwoorde vragen van het betreffende domein. De totale score voor KvL (kwaliteit van leven) wordt berekend door het totaal van de scores van de vragen per domein te delen door het totale aantal beantwoorde vragen.
Vraag 18, die niet tot één van de drie schalen behoort, wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. De scores lopen van 0 tot 100, waarbij hogere scores een lagere KvL aangeven.
In het algemeen geldt dat een totaalscore van 0 tot 25 aangeeft dat er sprake is van een relatief geringe, negatieve invloed van een huidziekte op de kwaliteit van leven van een cliënt. Een totaalscore van meer dan 40 geeft een relatief grote, negatieve invloed van een huidziekte op de kwaliteit van leven van een cliënt aan.
Om het beantwoorden van de vragenlijst gemakkelijker te maken, heeft Stichting Aquamarijn een elektronische versie van de Skindex-29 ontwikkeld. Hierdoor kan de cliënt de vragen snel en eenvoudig op een computer of notebook beantwoorden. Een groot voordeel van elektronisch assessment is dat direct na beantwoording van de vragen de KvL-scores beschikbaar zijn.
In het onderstaande overzicht zijn de Skindexvragen ingedeeld in de verschillende domeinen. Als je de Skindex afneemt, staan de vragen echter in de volgorde van de vraagnummers. Op die manier zal de cliënt de vragen objectiever kunnen beantwoorden en krijg je een zuiverder beeld van de KvL.
Symptomen
1 Mijn huid doet pijn. 7 Mijn huidaandoening is branderig of steekt. 10 Mijn huid jeukt. 16 Water irriteert mijn huidaandoening (baden, douchen, handen wassen). 19 Mijn huid is geïrriteerd. 24 Mijn huid is gevoelig. 27 Mijn huidaandoening bloedt.
Emoties
3 Ik maak me zorgen dat mijn huidaandoening ernstig is. 6 Mijn huidaandoening maakt me depressief. 9 Ik maak me zorgen dat ik van de huidaandoening littekens kan krijgen. 12 Ik schaam me voor mijn huidaandoening. 13 Ik maak me zorgen dat mijn huidaandoening kan verergeren. 15 Mijn huidaandoening maakt mij boos. 21 Ik voel me opgelaten en ongemakkelijk door mijn huidaandoening. 23 Ik voel me gefrustreerd door mijn huidaandoening. 26 Ik voel me vernederd door mijn huidaandoening. 28 Mijn huidaandoening ergert me.
Zij worden automatisch berekend en gepresenteerd in een overzichtelijk staafdiagram. Bovendien kan dit staafdiagram, inclusief een overzicht van alle gegeven antwoorden, worden afgedrukt.
Ook kan de ontwikkeling van KvL door de tijd goed worden gevolgd; in het staafdiagram worden meerdere afnamen van een cliënt samengevoegd. Verder kunnen algemene cliëntgegevens en KvL-scores worden opgeslagen, zowel in een Skindex databestand als in Excel. De opgeslagen scores kunnen worden gebruikt voor het volgen en vaststellen van het effect van de behandeling. Bij de interpretatie van de scores moeten naast de domeinscores ook de antwoorden op individuele vragen worden betrokken. Zij leveren vaak aanvullende en relevante informatie op. De Skindex-29 is geschikt voor cliënten met een huidaandoening, van 18 jaar en ouder, die in voldoende mate de Nederlandse taal beheersen en die zelfstandig een vragenlijst kunnen invullen.
Functioneren
2 Mijn huidaandoening beïnvloedt hoe ik slaap. 4 Door mijn huidaandoening is het moeilijk mijn werk of hobby´s te doen. 5 Mijn huidaandoening beïnvloedt mijn sociale leven. 8 Ik ben geneigd thuis te blijven door mijn huidaandoening. 11 Mijn huidaandoening belemmert mij intiem om te gaan met de mensen van wie ik hou. 14 Ik ben geneigd om dingen in mijn eentje te doen vanwege mijn huidaandoening. 17 Door mijn huidaandoening is het moeilijk genegenheid te tonen. 20 Mijn huidaandoening beïnvloedt mijn contacten met anderen. 22 Mijn huidaandoening is een probleem voor de mensen van wie ik hou. 25 Mijn huidaandoening beïnvloedt mijn verlangen om samen met anderen te zijn. 29 Mijn huidaandoening belemmert mijn seksuele leven. 30 Mijn huidaandoening maakt mij moe.
Bijwerkingen
18 Ik maak me zorgen over bijwerkingen van medicijnen en/of de behandeling die ik voor mijn huid krijg.
Fitzpatrick Classificatie
Bij de intake maak je ook meteen een inschatting van het huidtype volgens de Fitzpatrick Classificatie. Dat is belangrijk want bij een Fitzpatrick van V of VI moet je heel voorzichtig zijn met peelings, vooral met fruitzuren. De Fitzpatrick Classificatie kent zes huidtypen: • huidtype I: Zeer lichte huid, vaak sproeten, rood/lichtblond haar, blauwe ogen; • huidtype II: Lichte huid, blond haar, grijze, groene of lichtbruine ogen; • huidtype III: Licht getinte huid, donkerblond tot bruin haar, vrij donkere ogen; • huidtype IV: Meestal een getinte huid, donker haar, donkere ogen (Mediterraans); • huidtype V: Donkere huid, donker tot zwart haar, donkere ogen (bijvoorbeeld Aziatisch); • huidtype VI: Zeer donkere huid, zwart haar, donkere ogen (Negroïde).

Verzorgingsproducten meebrengen
Als je de cliënt de eigen verzorgingsproducten en make-up mee laat brengen naar de intake kun je kijken of deze geschikt zijn voor de huid en of er geen verstoppende stoffen in zitten. Daarnaast kan het van belang zijn dat je de leefgewoonten en de eet- en drinkpatronen van de cliënt kent. Ook dat kan van invloed zijn op de acne. Verder is het belangrijk dat je erachter komt wat de cliënt precies van jou verwacht en of haar/zijn wensen ook haalbaar zijn. Het achterhalen van de informatie noemen we ook wel: het afnemen van de anamnese. Het intakegesprek wordt afgenomen in een vaste volgorde. Daardoor kan er niets vergeten worden en kun je je een
goed beeld vormen. Je stelt daarvoor de volgende vragen naast de NAW gegevens.
1. Hoe lang en waardoor heeft u last van acne? • Vanaf pubertijd/tijdens zwangerschap/na zwangerschap/ menopauze, anders te weten: • Door medicijnen • Door ziekte • Eventueel andere oorzaken: • Komt acne in uw familie voor • Is hier een onderzoek naar gedaan • Bent u eerder onder behandeling geweest bij een schoonheidsspecialist, huisarts, dermatoloog voor acne • Gebruikt u medicijnen voor acne
Zo ja, welke: ja/nee ja/nee
ja/nee ja/nee
ja/nee ja/nee
2. Algehele gezondheid • Hoe is uw algehele gezondheid? • Gebruikt u momenteel medicijnen/ voedingssupplementen ja/nee
goed/matig/slecht
Zo ja, welke: • Gebruikt u anti-conceptie
Zo ja, welke: • Bent u momenteel zwanger • Rookt u • Beweegt u voldoende hoeveel: • Volgt u een dieet ja/nee
ja/nee ja/nee ja/nee
ja/nee
Zo ja, welk: • Drinkt u voldoende water
ja/nee …….… liter per dag/week/maand • Drinkt u alcohol ja/nee dagelijks/wekelijks/maandelijks ………. glazen per dag/week/maand
3. Algemene aanvullende informatie t.a.v. de algehele gezondheid • Heeft u de afgelopen tijd een operatie ondergaan ja/nee
Zo ja, welke: • Heeft u last van stress nooit/soms/regelmatig • Heeft u een pacemaker, implantaten, piercings, ja/nee enzovoort.
• Heeft u weleens een allergische reactie gehad, bijvoorbeeld op voeding en dergelijke
Zo ja, welke: • Heeft u klachten met betrekking tot: - bloedstollingsstoornissen - diabetes - stofwisseling - menstruatiestoornissen - epilepsie - anorexia/boulimia - HIV/hepatitis - schildklier - immuunziekten - eventueel andere aandoeningen • Heeft u eerder specifieke acnebehandelingen ondergaan, zo ja, te weten: - chemische peelings - microdermabrasie - IPL/laserbehandelingen - Gaat u wel eens onder de zonnebank Zo ja, hoe vaak: • Wat zijn uw verwachtingen van de acnebehandeling: ja/nee
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
4. Huidverzorging: • Welke huidverzorgingsproducten gebruikt u op dit moment: • Gebruikt u make-up ja/nee
5. Mannen • Hoe scheert u zich nat/droog • Heeft u last van ingegroeide haren ja/nee • Welke producten gebruikt u na het scheren:

Samen met een eventuele doorverwijzing van een arts of specialist vormt de informatie uit de anamnese de basis voor het huidonderzoek. Dat onderzoek bestaat uit het goed kijken naar de huid (inspectie), voelen aan de huid (palpatie) en het verzamelen van meetgegevens, bijvoorbeeld het maken van foto’s. Naast het inventariseren van de klacht van de cliënt en het onderzoeken van de huid moeten alle verkregen gegevens ook heel goed worden geregistreerd. Dat doe je op de cliëntenstatus, ook wel cliëntenkaart genoemd. Dat kan op papier, maar er zijn ook heel goede digitale cliëntsystemen op de markt. Hiermee kun je niet alleen de onderzoeks- en behandelgegevens beheren, maar ook een scala van andere nuttige functies toepassen, zoals productaankoop, behandelfrequentie, de boekhouding en nog veel meer. cliëntenkaart
Huiddiagnose
Het hoofddoel van de huiddiagnose is jou in staat te stellen een goed behandelplan op te stellen. Met een goede diagnose als uitgangspunt kun je: • een gerichte, op maat gesneden behandeling geven; • de juiste adviezen geven en de juiste aanbevelingen voor aanschaf en gebruik van cosmetische producten; • je een oordeel vormen over de te verwachten resultaten van de praktijkbehandeling, de behandelkuur of zelfverzorging op langere termijn. Een goede diagnose stellen, is dus van groot belang voor een goede behandelaanpak. Is de diagnose goed, en heb je alle benodigde gegevens op een rijtje, dan is daarmee ook de basis gelegd voor goed werk en een goed resultaat. Bij een verkeerde of onvolledige diagnose ga je ook verkeerd behandelen en adviseren. Met als gevolg niet alleen een slecht resultaat van de behandeling, maar zelfs een mogelijke verslechtering van de klachten. huiddiagnose

Er kunnen verschillende hulpmiddelen ingezet worden om tot een goede diagnose te komen. Een goede verlichting is daarvan nog wel het beste hulpmiddel. Daarnaast kan een loeplamp handig zijn om
dermografie
inspectie bepaalde details te vergroten. Met een glazen- of plexiglasspatel kun je een diascopie en een dermografie uitvoeren. Een diascopie is een methode, waarmee je kunt bepalen hoe het met de talg- en zweetproductie is gesteld. Het werkt als volgt: je legt de schone gedesinfecteerde spatel plat tegen de huid. Als je hem er weer vanaf haalt, kun je een dun vetfilmpje zien met daartussen fijne waterdruppeltjes die snel verdampen. Bij een verminderde zweetuitscheiding zie je maar heel weinig waterdruppeltjes, bij een verminderde talgafscheiding zie je nauwelijks een vetfilmpje. Je voert een diascopie uit op plaatsen waar van nature weinig zweet- en talgklier zitten.
Met een dermografie kun je de reactiviteit van de vaatwanden testen. Je voert de test uit op de onderarm, de hals of op het décolleté. Met een spatel geef je een stevige streep over de huid. Als daardoor een felrode streep verschijnt, die lang zichtbaar blijft en die zelfs een beetje dik kan worden, is er sprake van een te grote prikkelgevoeligheid van de bloedvatwandjes via de vaatverwijdende zenuwen. Ontstaat er een witte, snel verdwijnende streep dan is er een te grote prikkelgevoeligheid van de vaatvernauwende zenuwen. Een te grote vaatreactie, via de bloedvat verwijdende of -vernauwende zenuwen noemen we vaatneurose. Ook bestaat er elektronische cosmetische apparatuur waarmee de zuurgraad, de vochtigheidsgraad, de temperatuur en de elektrische spanning van de huid kunnen worden bepaald.
Inspectie
Met inspectie van de huid bedoelen we het nauwkeurig bekijken van de huid om de kenmerken en eigenschappen vast te stellen. Het gaat om informatie die door kijken (met het blote oog of door een loep) wordt verkregen. Bij de huidinspectie kijk je niet alleen nauwkeurig, maar vooral ook doelgericht. Je kijkt naar een aantal vooraf bepaalde aandachtsgebieden.

Specifiek bij acne kijk je naar: • seborroe • comedonen • papels • pustels • nodus/noduli • infiltraten • crustae • littekens/keloïd Verder kijk je of er sprake is van: • erytheem • (over)beharing • teleangiëctasiën • hypo- of hyperpigmentaties • hypo- of hypertrofie • hyperkerastose • welke acnevorm Daarnaast maak je een classificatie van de acne: • zeer actief • actief • matig actief • passief

Meetinstrumenten
Binnen de gezondheidszorg komt er steeds meer belangstelling voor meetinstrumenten. ‘Meten is weten’ tenslotte. Het aantonen van het effect van een behandeling is een belangrijk onderdeel van het behandelproces. Of een behandeling bijdraagt aan de verbetering van het ziektebeeld kan gemeten worden met behulp van betrouwbare en bruikbare meetinstrumenten. Een goed meetinstrument bij acne moet aan de volgende eisen voldoen: • validiteit: voor de meting moet duidelijk zijn wat het meetinstrument moet meten. De metingen moeten een correct beeld geven van de werkelijke toestand; • reproduceerbaarheid: bij vaker meten moet hetzelfde resultaat worden verkregen. Het instrument moet betrouwbaar zijn en de diversiteit van acne kunnen aantonen; • responsiviteit: in staat zijn om veranderingen duidelijk te kunnen weergeven. Minimale veranderingen moeten kunnen worden aangetoond. Dit is belangrijk om het verloop van de behandeling/ kuur te kunnen evalueren; meetinstrumenten
validiteit
reproduceerbaarheid
responsiviteit
hanteerbaarheid/ bruikbaar
documentatie
onderscheid
relevante anatomische gebieden
huidskleur
kosten
laesietelling • hanteerbaarheid/bruikbaar: de meting mag niet te belastend zijn (fysiek, mentaal, tijdsbeslag) voor zowel de cliënt/patiënt als behandelaar; • documentatie: de metingen zijn gemakkelijk te documenteren voor een duidelijke verslaglegging. Het meetinstrument moet eenvoudig te gebruiken zijn; • onderscheid: er moet onderscheid gemaakt worden tussen inflammatoir en non-inflammatoir; • relevante anatomische gebieden: het meetinstrument kan gebruikt worden op verschillende delen van het lichaam. Naast het gelaat, ook op de borst en de rug toepasbaar; • huidskleur: het moet toepasbaar zijn bij alle huidskleuren, zonder onderscheid; • kosten: het meetinstrument brengt weinig extra kosten met zich mee.
Laesietelling
Voor wat betreft de acnetherapie wordt er door de verschillende behandelaars meestal gewerkt volgens opgedane kennis en eigen ervaringen, waarbij er tot nu toe weinig tot geen metingen bij acne worden verricht. De ernst van de acne wordt hooguit globaal gedefinieerd in licht, mild/matig tot ernstig. Dit gebeurt op basis van het tellen van de laesies. Deze methode is op grond van reproduceerbaarheid en hanteerbaarheid heel goed, maar het is wel tijdrovend. De ernst van de acne wordt dan vastgesteld aan de hand van het aantal, de aard en de lokalisatie van de laesies en de aanwezigheid van littekens volgens de onderstaande indeling: 1. mild: hierbij zie je comedonen (± 20) en geen of weinig inflammatoire laesies (± 15); 2. matig-ernstig: hierbij zie je een mengbeeld van meer comedonen (20 – 100) en inflammatoire laesies (15 tot 125) in het gezicht, maar onvoldoende om ‘ernstige acne’ genoemd te worden; 3. ernstig: hierbij zie je veel inflammatoire laesies, of een mengbeeld van veel comedonen (>100), cystes (>5) en inflammatoire

laesies (>100) op de romp, of acne conglobata, of acne met littekenvorming of post-inflammatoire hyperpigmentatie.
Gradatie indeling
Deze indeling is een subjectieve methode. Het is een schatting gebaseerd op de beoordeling van de ernst van acne. Het wordt bepaald door het observeren van de dominante laesies, de aan- of afwezigheid van ontstekingen en het bepalen van de mate van betrokkenheid hiervan. Gradatie indeling wordt binnen de literatuur, vanwege de praktische toepasbaarheid, erg geschikt bevonden. Het is een simpele en snelle methode, maar het is minder specifiek en het maakt geen onderscheid tussen kleine verschillen in de therapie respons.
Allen en Smith
Door de tijd zijn er door verschillende wetenschappers gradatie indelingen gemaakt. We noemen hier het meetinstrument van Allen en Smith, uit de jaren ’80 van de vorige eeuw. Zij hanteerden naast de gradatie indeling ook de laesietelling. Zij hanteerden de onderstaande indeling en beoordeling. 1. Gradatie voor de totale ernst van acne vulgaris.
Gr. 0: verspreid enkele comedonen of papels is mogelijk, alleen zichtbaar als het gezicht van dichtbij wordt onderzocht.
Gr. 2: ongeveer een kwart van het gezicht is aangedaan, kleine papels (6-12), en comedonen (eventueel zijn enkele pustels of grotere papels aanwezig).
Gr. 4: ongeveer de helft van het gezicht is aangedaan, met kleine papels en kleine of grote comedonen. Enkele pustels of grote papels.
Gr. 6: ongeveer driekwart van het gezicht is aangedaan, met papels en/of grote open comedonen. Meerdere pustels, enkele kunnen groter zijn.
Gr. 8: bijna het volledige gezicht is aangedaan, met grote pustels, inflammatoire laesies. Aspecten van bijvoorbeeld acne conglobata kunnen aanwezig zijn.
2. Gradatie voor comedonen.
Gr. 0: geen comedonen
Gr. 2: matig comedonen
Gr. 4: zichtbare comedonen
Gr. 6: ernstig veel comedonen
Gr. 8: zeer ernstig veel comedonen gradatie indeling
Allen en Smith
Cook Gentner Michaels
Cook’s methode
Cook’s methode
Cook, Gentner en Michaels ontwikkelden eind jaren ’70 de Cook’s methode. Dat is een indeling gebaseerd op een 0-9 schaal. In aanvulling wordt deze beoordeling uitgevoerd aan de hand van fotografische normen op basis van een 0-8 schaal; klassen van 0, 2, 4, 6 en 8. Bij de schatting van comedonen en papels wordt er gebruik gemaakt van de 0-9 schaal, ondersteund met beschrijvende zinnen.
1. Gradatie-indeling voor comedonen en pustels.
Gr. 0: aantal laesies zijn toegestaan, klein, zichtbaar bij nader onderzoek.
Gr. 1: aanwezigheid aantal laesies, gemakkelijk te herkennen;
Gr. 2: groter dan graad 1, gemakkelijk te herkennen, het grootste deel is schoon.
Gr. 3-4: progressief meer laesies, grotere delen van het gelaat zijn erbij betrokken.
Gr. 5: ongeveer het halve gelaat is erbij betrokken.
Gr. 6-7: progressief meer laesies, meer dan de helft van het gelaat is aangedaan.
Gr. 8: het grootste deel van het gelaat is aangedaan.
Gr. 9: het gehele gelaat is bedekt met laesies.
In de tweede tabel wordt de indeling aan de hand van 0, 2, 4, 6 en 8 gebruikt, zie onderstaande indelingen. De ernst van acne kan op deze manier nauwkeurig worden beschreven, het voordeel van deze methode is dat er naast een gradatie-indeling, waarbij ook nog sprake is van onderscheid in de mate van acne, er gebruik gemaakt wordt van fotografische beschrijving.
2. Gradatie-indeling voor de mate van acne.
Gr. 0: enkele comedonen en/of kleine papels, als ze verspreid zijn.
Gr. 2: zeer weinig pustels of misschien een klein aantal papels en/ of comedonen, geen grote of opvallend aanwezige laesies.
Gr. 4: rode laesies en inflammatoire laesies op een belangrijk niveau, therapie/behandeling wordt aangeraden.
Gr. 6: vol met comedonen en weinig ontstekingen; er moeten meerdere pustels aanwezig zijn; sommige pustels mogen 1-2 centimeter zijn.
Gr. 8: acne conglobata, cystes, of een erg inflammatoire acne, waarbij het grootste gedeelte van het gelaat is aangedaan; het breidt zich uit tot nek en kin.
De meetinstrumenten van ‘Allen en Smith’ en ‘Cook, Gentner en Michaels’ blijken het meest betrouwbaar. Deze worden dan ook het meest toegepast.
Palpatie
Palperen betekent betasten. Door palpatie kun je gegevens over de huid verzamelen die je niet door vragen stellen of inspectie te weten kunt komen. Als een huidoneffenheid veroorzaakt wordt door een proces in de huid kan deze oneffenheid over de onderlaag verschoven worden. Ook kun je door palpatie vaststellen of de huidtemperatuur bijvoorbeeld hoger of lager is dan normaal. Een afwijkende temperatuur zegt iets over de doorbloeding van de huid. Bij verhoogde temperatuur is sprake van stuwing van slagaderlijk bloed, bij een lagere temperatuur is er sprake van een vertraagde afvoer van aderlijk bloed. Door palpatie controleer je de huid op: • temperatuur • vochtigheid • verschuifbaarheid • oppakbaarheid • consistentie (dikte/stevigheid) • pijn palperen palpatie

Behandelplan
Hoofddoel Bij de behandeling van acne werk je uitsluitend volgens een vooropgesteld plan. Hierin wordt vastgelegd welke behandelmethode(s) je gaat toepassen, hoe het (verwachte) verloop van de behandeling is en wat er van de cliënt zelf wordt verwacht. Tijdens de therapie worden belangrijke adviezen en leefregels gegeven, die bedoeld zijn ter ondersteuning van de therapie of ter voorkoming van verergering en/of herhaling van de klacht. Zonder behandelplan kun je niet effectief behandelen. We onderscheiden twee soorten behandelplannen, één waarin je de behandeling zelf beschrijft en één waarin je het plan voor de behandelperiode beschrijft. behandelplan
registratie van diploma In het plan voor de behandelperiode neem je in ieder geval het volgende op: • het geschat aantal behandelingen; hoeveel behandelingen denk je nodig te hebben om resultaten te behalen; • behandelfrequentie; met welke regelmaat moet de cliënt behandeld worden? Eén keer per week, of per twee weken? Of is maandelijks voldoende; • duur: hoeveel tijd gaat de kuur beslaan? Drie maanden? Een half jaar; • kosten; wat worden de kosten per behandeling, per kuur of de totale kosten voor de volledige behandelperiode; • vergoedingen/registratie ANBOS; kan de cliënt voor jouw werkzaamheden vergoed worden door de ziektekostenverzekeraar?
In het behandelplan voor de behandeling zelf staat in ieder geval wat je precies gaat doen en welke producten je gaat toepassen: • voorbehandeling: welke voorbehandeling ga je uitvoeren en hoe; • behandeling: wat ga je doen en hoe: - verweken ten behoeve van de dieptereiniging; - uitvoeren dieptereiniging; - verweken ter bevordering van het verwijderen comedonen; - verwijderen comedonen; - ledigen pustels; - ledigen talgcysten; - aanbrengen masker/pakking; • nabehandeling, welke nabehandeling ga je uitvoeren? Daarnaast geef je aan of je de behandeling gaat ondersteunen met behulp van een apparaat of specifieke massagetechnieken. Aan het eind van elke behandeling geef je een thuisverzorgingsadvies en een advies vervolgbehandeling (inclusief eventuele doorverwijzing). In de paragrafen 6.3 tot en met 6.8 kun je lezen over de voorbehandeling, de mogelijkheden rond de acnebehandeling, welke cosmetische werkstoffen je kunt toepassen, welke ondersteunende massages en apparatuur je kunt inzetten en hoe je eventueel kunt doorverwijzen.
De voorwaarden voor vergoeding
Registratie van je diploma Als je in het bezit bent van een specialisatiediploma Acne, of van het diploma Allround Schoonheidsspecialist van na 2014, kunnen jouw
behandelingen geheel of gedeeltelijk worden vergoed door de zorgverzekeraars. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet je je diploma laten registreren bij de sectie VO/Specialisaties van ANBOS. Alleen dan kunnen je cliënten in aanmerking komen voor een vergoeding. ANBOS registreert alleen diploma's die voldoen aan de door hen vastgestelde exameneisen. De toetsing van deze eisen kan alleen plaatsvinden door een door ANBOS erkende exameninstelling, zoals bijvoorbeeld Exuive. Voorwaarde is dat er bij het examen van de specialisatie een geregistreerde branche-assessor (uit de zogenaamde BAS-pool van assessoren) aanwezig is geweest. De exameninstelling ziet hierop toe. Na afloop van het examen krijg je een bewijs, waarop staat dat je geslaagd bent en welke BAS- assessor jou heeft beoordeeld. Dit formulier heb je nodig om je te kunnen registreren bij ANBOS. Dit geldt ook voor losse specialisatiediploma's. Na registratie van je diploma bij ANBOS wordt je op hun website vermeld en kunnen consumenten je vinden via ‘Ledenzoeker’. Zo kunnen zij in aanmerking komen voor een vergoeding van zorgverzekeraars. Ook stuurt ANBOS maandelijks een overzicht van geregistreerde specialisten naar de zorgverzekeraars. Kijk op de website van ANBOS voor actuele informatie hieromtrent. Zodra je specialisatie ingeschreven staat bij ANBOS word je eens in de drie jaar opgeroepen voor een nascholing. Als je hier geen gehoor aan geeft, wordt je uit het registratiesysteem geschreven en ben je niet meer zichtbaar voor de zorgverzekeraars. De nascholing is één dag en bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte, waarbij je een model mee moet nemen. Kijk voor de modeleisen en de kosten op de website van ANBOS. ANBOS
Vergoeding door zorgverzekeraars
Behandelingen, als ontharen, acne en camouflage, kunnen geheel of gedeeltelijk worden vergoed door een merendeel van zorgverzekeraars. De cliënt is zelf verantwoordelijk voor het indienen van het declaratieformulier en het krijgen van de vergoeding. Laat je cliënt daarom altijd zijn/haar polisvoorwaarden controleren om te zien of de betreffende verzekeraar deze behandelingen ook daadwerkelijk gedeeltelijk of geheel vergoedt. vergoeding door zorgverzekeraars
Vektis
AGB-code Zorgverzekeraars willen steeds meer weten over de behandelingen die jij als zorgaanbieder geeft. Om zo volledig mogelijk te zijn, dien je de volgende gegevens op de factuur te vermelden: • NAW cliëntgegevens; • cliëntnummer en geboortedatum; • NAW zorgaanbieder (adres van de salon); • lidmaatschapsnummer ANBOS; • persoonlijke AGB-code van de behandelaar (schoonheidsspecialist); • AGB-code van de praktijk/salon waar de behandeling is uitgevoerd; • prestatiecode per behandeling met omschrijving (komt onder andere voor bij zorgverzekering VGZ); • alle behandeldata; • tarief per behandeling; • totaalbedrag nota. Ook zullen steeds meer zorgverzekeraars met prestatiecodes gaan werken. Deze genoemde prestatiecodes zijn de landelijke prestatiecodes van Vektis. De prestatiecodes vind je terug op de website onder de lijst Paramedische hulp (012). Je cliënt ontvangt pas een vergoeding als het declaratieformulier voorzien is van een AGB-code.
AGB-code
Om er voor te zorgen dat de uitwisseling van berichten over declaraties tussen zorgverleners - in dit geval jij als schoonheidsspecialist - en zorgverzekeraars goed verloopt, heb je een AGBcode nodig. AGB-code staat voor Algemeen Gegevens Beheer-code en is een landelijke code, waarmee zorgaanbieders kunnen worden herkend. Met deze unieke code(s) staan zorgaanbieders geregistreerd in de landelijke database dat beheerd wordt door Vektis. De AGB-code wordt landelijk gebruikt binnen het proces van declaratie tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Heb je geen AGB-code, dan kunnen declaraties van jouw cliënten niet verwerkt worden. De code bevat, naast jouw NAW-gegevens, ook informatie over de praktijkvoering en jouw bevoegdheid.