Preview Meerkeuzevragen Medisch Pedicure

Page 1

Aan de hand van een duidelijke hoofdstukindeling worden de belangrijkste elementen van de theorie op een uitgebreide manier behandeld. De vragen worden op een duidelijke manier gesteld en de antwoorden worden per hoofdstuk gegeven.

Dijkhuizen 13 9761 AE Ruinerwold Tel.: 088-3745440 info@uitgeverijcontainer.nl www.uitgeverijcontainer.nl

Meerkeuzevragen Medisch Pedicure

De ongeveer 1750 meerkeuzevragen in dit boek zijn gericht op de theoretische onderdelen van de opleiding tot Medisch Pedicure. Dit boek helpt je om je goed voor te bereiden op de theoretische examens.

Meerkeuzevragen Medisch Pedicure

Opleidingsniveau 4


© 2017 Uitgeverij Container BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN: 978-90-70502-41-6 Vormgeving: Uitgeverij Container Eerste druk, eerste oplage 2012 Tweede druk, eerste oplage 2016

Dijkhuizen 13 9761 AE Ruinerwold Tel.: 088-3745440 info@uitgeverijcontainer.nl www.uitgeverijcontainer.nl


Inhoud

1 Diabetes mellitus 1.1 Spijsvertering en stofwisseling 1.2 Diabetes mellitus 1.3 Gevolgen en complicaties 1.4 Neuropathie 1.5 Circulatiesysteem Antwoorden hoofdstuk 1

9 9 26 44 57 66 72

2 Voetonderzoek en behandelplan 2.1 Standafwijkingen 2.2 Huidafwijkingen 2.3 Nagelafwijkingen 2.4 Mechanische stress 2.5 Screening 2.6 Schoeisel 2.7 Behandeling voorbereiden 2.8 Voorlichting en advies Antwoorden hoofdstuk 2

77 77 83 88 91 95 117 123 129 138

3 Reuma 3.1 Ontstekingsreuma 3.2 Artrose 3.3 Weke delen reuma Antwoorden hoofdstuk 3

143 143 172 181 194


66

Meerkeuzevragen • Medisch Pedicure

4 Reumatische voet 4.1 Complicaties bij reuma 4.2 Huidaandoeningen 4.3 Nagelaandoeningen 4.4 Standafwijkingen 4.5 Anamnese en screening 4.6 Schoeisel en hulpmiddelen 4.7 Behandeling en advies Antwoorden hoofdstuk 4

199 199 211 213 221 238 272 279 290

5 Overige risicovoet 5.1 Oudere en verwaarloosde voet 5.2 Spasticiteit 5.3 Anamnese en screening 5.4 Behandelen en schoeisel Antwoorden hoofdstuk 5

297 297 301 302 307 310

6 Specialistische technieken 6.1 Drukontlasting 6.2 Nagelreparatie 6.3 Nagelregulatie Antwoorden hoofdstuk 6

313 313 321 324 332

7 Kwaliteitszorg Antwoorden hoofdstuk 7

335 348

8 Bedrijfsvoering Antwoorden hoofdstuk 8

351 384


9

1

Diabetes mellitus

1.1 Spijsvertering en stofwisseling 1 Door welk orgaan wordt alcohol voor het grootste gedeelte afgebroken? a Door de lever. b Door de dunne darm. c Door de alvleesklier. 2

Waar begint de vertering van voedsel? a In de slokdarm. b In de maag. c In de mond.

3 Hoe is de anatomische ligging van de kop van de alvleesklier? a Dicht tegen de milt aan. b Direct onder de maag. c In de bocht van de dunne darm. 4 Van welk orgaan mondt de afvoerbuis, samen met de afvoerbuis van de alvleesklier, uit in de twaalfvingerige darm? a Van de galblaas. b Van de maag. c Van de dikke darm. 5 In welk deel van de pancreas wordt insuline aangemaakt? a In de kop. b In de gehele pancreas. c In de staart.


10 10

Meerkeuzevragen • Medisch Pedicure

6 Welke hormonen worden er in de alvleesklier gemaakt en door welke cellen? a Alfa-cel: insuline, bèta-cel: somatostatine, delta-cel: glucagon. b Alfa-cel: somatostatine, bèta-cel: glucagon, delta-cel: insuline. c Alfa-cel: glucagon, bèta-cel: insuline, delta-cel: somatostatine. 7 Welk proces vindt plaats onder invloed van glucagon? a Het omzetten van glycogeen in glucose in de lever. b Het remmen van de vorming van suikers in de lever. c Het omzetten van suiker in vet in de vetcellen. 8

Welk orgaan bevindt zich bij de pijl? a Het wormvormig aanhangsel. b De alvleesklier. c De galblaas.

9

In welke vorm wordt een teveel aan suikers opgeslagen in de lever? a In de vorm van glucagon. b In de vorm van glycogeen. c In de vorm van glucose.

10 Welke van de volgende stelling(en) is/zijn juist? I De alvleesklier is groter dan de lever. II De alvleesklier ligt, in vergelijking met de lever, meer richting het hoofd.

a b c

Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn niet juist.


1

Diabetes mellitus

11

In welke spijsverteringsorganen worden enzymen geproduceerd die koolhydraten afbreken? a In de slokdarm en de alvleesklier. b In de speekselklieren en de alvleesklier. c In de speekselklieren en de maag.

12

Wat zijn de functies van water in het lichaam? a Beschermende stof, bouwstof, brandstof. b Bouwstof, oplosmiddel, transportmiddel. c Beschermende stof, oplosmiddel, transportmiddel.

13

Waar mondt de galgang uit? a In de dikke darm. b In de maag. c In de dunne darm.

14 Welke voedingsstof heeft een belangrijke functie bij het opbouwen en onderhouden van cellen in het lichaam? a Eiwitten. b Vetten. c Koolhydraten. 15 Wat is de beste omschrijving voor de bouw en werking van de slokdarm? a Bevat twee kringspieren en het voedsel valt naar beneden. b Bevat twee kringspieren en peristaltiek zorgt voor transport. c Bevat één kringspier en peristaltiek zorgt voor transport. 16

Wat wordt door de endocriene klieren van de alvleesklier geproduceerd? a Insuline. b Parathormoon. c Alvleeskliersap.

11


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.