12 minute read

2.4 Efflorescenties en nomenclatuur

• massagetherapie, zoals bindweefselmassage, om de huidstofwisseling en doorbloeding te verbeteren; • siliconentherapie waarbij door middel van siliconenpleisters de huid op de plaats van het litteken soepeler en vlakker gemaakt wordt. Ook klachten, zoals pijn, jeuk of verkleuren, kunnen verminderen door siliconen. Met behulp van siliconentherapie kan keloïd, grote en kleine littekens behandeld worden. Behandelduur is ongeveer twee maanden. • corticosterideninjectie om keloïd te behandelen. Er zijn meerdere injecties nodig voordat het keloïd vermindert. Het is een pijnlijke behandeling, omdat de vloeistof direct in het keloïd gespoten wordt.

Mogelijke behandelingen door de (allround) schoonheidsspecialist: • microdermabrasie, hiermee worden oppervlakkige cellagen verwijderd en de huid geëgaliseerd; • peeling/exfoliëren; • fruitzuurbehandelingen; • slijpbehandelingen; • microneedling, dat is een techniek waarbij met kleine naaldjes ondiepe microwondjes worden gemaakt. Daardoor wordt de huid gestimuleerd om nieuw, gezond collageen en elastine aan te gaan maken. De littekens worden hierdoor minder opvallend; • bindweefsel/pincementsmassage, hiermee kan de huidstofwisseling en de doorbloeding worden verbeterd, de talgproductie worden genormaliseerd en oppervlakkige littekens verminderd.

Advertisement

Efflorescenties

Ziekten van de huid kenmerken zich met een aantal zichtbare veranderingen aan de huid. Deze veranderingen zijn natuurlijk voor een arts van groot belang om de aard van een huidziekte te kunnen vaststellen. Acne wordt gekenmerkt door primaire en secundaire efflorescenties.

primaire efflorescenties

secundaire efflorescenties

papel/knobbeltje

nodulus

nodus

pustel puistje pustula papulopustel

custe/holte

erytheem/ roodheid vesikel/blaasje

squama/ huidschilfers

infiltraat Primaire efflorescenties zijn de hoofdsymptomen van de huid. Het zijn symptomen die direct gevolg zijn van de huidverandering, bijvoorbeeld acne. Secundaire efflorescenties zijn symptomen die gedurende de huidverandering ontstaan uit primaire efflorescenties. Secundaire efflorescenties worden pas zichtbaar na het optreden van primaire efflorescenties. Voor het maken van een goede huidanalyse is het belangrijk om de verschillende efflorescenties te herkennen.

Primaire efflorescenties die zich voordoen bij acne: • papel/knobbeltje: een rode verhevenheid van de huid kleiner dan één cm die ontstaat door cel-, weefsel- of vochttoename. De celvermeerdering ontstaat in de epidermis, de dermis of in beide huidlagen. Een papel geneest zonder littekenvorming; • nodulus/knobbeltje: een verhevenheid in de huid of onderhuid (subcutis), kleiner dan één centimeter, die ontstaat door cel-, weefsel- of vochttoename; • nodus/knobbel: voelbare weerstand in de huid of onderhuid (subcutis), soms boven de huid verheven en groter dan één centimeter; • pustel/puistje/pustula/papulopustel: een blaasje gevuld met purulent vocht/pus, kleiner dan één centimeter, ontstaan door een opeenhoping van leukocyten in de opperhuid (epidermis); • cyste/holte: een gesloten holte met een opeenhoping van serum, bloed, talg en celafval. De holte is bekleed met epitheelweefsel en omgeven door een bindweefselmembraan. De wand van een cyste is semipermeabel. Een talgcyste lijkt op een whitehead, een talgcyste is iets verheven op de huid. De talg die erin zit, stinkt erg; • erytheem/roodheid: roodheid van de huid door verwijding van de haarvaatjes; • vesikel/blaasje: verhevenheid van de huid, kleiner dan één centimeter, met een met vocht gevulde holte in de opperhuid.

Secundaire efflorescenties die zich voordoen bij acne: • squama/huidschilfers: als gevolg van een hyperkeratose laten de hoorncellen los, waardoor een witte of gelige afschilfering van de opperhuid zichtbaar wordt; • infiltraat: een plaats waar zich cellen (inhoud uit een papel) uit een ontsteking tussen de normale weefselcellen hebben genesteld. Een infiltraat is te herkennen aan zwelling (bult), roodheid en soms pijn;

• fistel/pijpzweer/buiszweer: een tunnelvormige verbinding tussen de ontstekingshaard (vaak een abces) en de buitenkant van de huid. Een fistel ontstaat als gevolg van een ontsteking en verdwijnt niet meer. Op de huid is een gaatje zichtbaar waar steeds talg of pus uitkomt. Een fistel kan alleen chirurgisch verwijderd worden; • crusta/korst: bestaat uit gestold of ingedroogd serum, pus of bloed dat op de huid ligt. Bij een oppervlakkige beschadiging van de huid ontstaat een vloeibare crusta (sereuze crusta). Wanneer er vaten zijn beschadigd vormt er zich een bloederige crusta (hemorragische crusta). Bij opdrogen van de inhoud van een pustel ontstaat een puskorst, die geel tot geelbruin is; • erosie: een oppervlakkige huidbeschadiging die maximaal tot de papillenlaag van de lederhuid (stratum papillare van de dermis) reikt. Erosie ontstaat na het openbarsten van een pustel. Bij erosie scheidt zich vocht af. Erosie is ook wel hetzelfde als een serieuze crusta; • ulcus/zweer: een diepe weefselbeschadiging tot in het bindweefsel of verder. Kenmerkt zich door een slechte genezing, verminderde bloedtoevoer en ettervorming. Een ulcus geneest altijd met littekenvorming. Indien een puist in de diepte uitbreidt en de papillenlaag van de lederhuid aantast, ontstaat er zweervorming; • cicatrix/litteken: is een gevolg van diep weefselverlies. Het bestaat uit bindweefselachtige vervanging van de huid. Er zijn geen haarfollikels, talg- en zweetklieren meer aanwezig. Verse littekens zijn roze. Oudere littekens zijn witter. Een hypertrofisch litteken is een verdikt litteken. Littekens die groeien buiten het beschadigde huidgebied zijn littekengezwellen, ook wel keloïden genoemd; • excoriatie/ontvelling: lokale verdwijning van de opperhuid door loslaten van de hoornlaag, meestal door krabben.

Comedonen

Acne ontstaat door een combinatie van factoren. In de meeste gevallen begint acne in de puberteit. De talgklieren ondergaan dan allerlei veranderingen onder invloed van mannelijke hormonen (androgenen), die ook door meisjes en vrouwen worden geproduceerd. De talgklieren worden groter en gaan meer talg produceren, die bovendien dikker van samenstelling wordt. fistel pijpzweer buiszweer

crusta/korst

erosie

ulcus/zweer

cicatrix/litteken

excoriatie ontvelling

open comedonen blackheads Tegelijkertijd treedt er een verhoorning van de uitvoergang van de talgklier op. Door deze combinatie van veranderingen kan het talg zich ophopen en de uitvoergang van de talgklier (de porie) verstoppen.

Een comedo is een ophoping van hoorn gemengd met talg in de uitmonding van het haarzakje. De zwarte kleur berust op het melanine bevattend keratine. Comedonen zitten vaak op het gezicht, in het oor, in de nek of op de rug (vooral de schouders) en zien eruit als zwarte of witte puntjes. Vooral jonge mensen Normale huidporie in de puberteit hebben er last van. Een comedo ontstaat door een verhoorningsstoornis. Het hoorn hoopt zich op in het haarzakje en wordt vermengd met talg. Er worden open comedonen (blackheads) gesloten comedonen (whiteheads) en microcomedo's (kleine witte puntjes) onderscheiden. Microcomedo's kunnen evolueren naar een blackhead of een whitehead. Comedonen zijn kenmerkend voor de aandoening acne vulgaris. Ook is er onderscheid te maken tussen weke comedonen, die diep in de huid zitten, en harde comedonen. Weke comedonen komen voornamelijk voor op de neusvleugels en kin. Ze zijn makkelijk uit te drukken. Harde comedonen komen hoofdzakelijk voor op het voorhoofd, wangen, rug en borst en zijn moeilijker uit te drukken.

Open comedo Open comedonen ('blackheads'): zijn donker van kleur door pigmentcellen (melanocyten) die in het bovenste deel van de afvoerbuisjes van de talgklier voorkomen. Wanneer een comedo wordt uitgedrukt, zie je dat alleen het bovenste deel van de talgprop donker gekleurd is. Dat komt doordat in het onderste deel van het afvoerbuisje geen pigmentcellen (melanocyten) voorkomen. Een blackhead is ongeveer één tot drie mm groot. Een open comedo gaat alleen ontsteken indien eraan gekrabd wordt. Bij open comedonen is het zwarte puntje de hoornprop die de verwijde uitvoergang van het haarzakje vult.

Open comedo

Gesloten comedo Gesloten comedo ('whitehead'): is een verheven papel in de talgklier uitvoergang zonder zichtbare porie. Het is kolfvormig en het smalste deel heeft contact met het huidoppervlak. De gesloten comedonen zijn tijdbommen van acne en zijn voorlopers van puistvorming, zoals pustels en papels.

Papels, noduli Papels, noduli: de talgophoping wordt nog versterkt door toegenomen verhoorning (dode huidcellen, keratinocyten) van de uitvoergang Gesloten comedo van de talgklier, waardoor deze extra nauw wordt. Daarnaast bevinden zich in de talgklieren tal van bacteriën, die zich snel kunnen vermenigvuldigen en de talg omzetten in vetzuren. Eén van deze bacteriën is de bacterie Propionibacterium acnes die goed gedijt in deze omgeving. Door het opgehoopte talg en de irriterende vrije vetzuren zet de verstopte talgklierfollikel steeds verder uit en zorgt voor zwelling en roodheid. gesloten comedo whitehead

papel

Pustels Pustels zijn kleine ontstoken blaasjes gevuld met pus. Pus is een mengsel van dode huid- en witte bloedcellen en bacteriën. We noemen het ook wel een puist. Een pustel is een met pus gevulde holte zonder eigen wand. Ze liggen hoog in de huid en zijn altijd kleiner dan één centimeter. Het is dus een klein puistje met een kop erop. De rand van de follikel (porie) is niet erg beschadigd, dus er blijft geen litteken achter. een pustel kan overal op het lichaam voorkomen, waarbij vooral het gezicht, rug en schouders de meest vatbare plekken zijn. Daarnaast zijn ook de gebieden waar zweet zich verzamelt (zoals de oksels) gevoelig puist

talgcyste voor pustels. Een pustel is te herkennen aan de zichtbare ‘witte kopjes’. Normaal gesproken is deze vorm van puistjes minder schadelijk dan bijvoorbeeld grote ontstoken talgcysten, maar wel weer erger dan comedonen op papels.

Talgcyste Talgcyste: uiteindelijk scheurt deze ontsteking diep in de huid open. Zwelling en pijn zijn de gevolgen. Het lichaam gaat witte bloedlichaampjes naar de onderhuidse ontsteking voeren om deze op te ruimen. De witte bloedlichaampjes, die de bacterie te lijf gaan, kunnen ervoor zorgen dat ook gezond weefsel en gezonde cellen rond de follikel vernietigd worden. Talg in een talgcyste zit ingekapseld. Het ledigen van een cyste moet continue herhaald worden, omdat de cyste zich steeds weer vult. Kleine talgcysten kunnen behandeld worden door de schoonheidsspecialist. Grote talgcysten moeten chirurgisch verwijderd worden. Er bestaat een groot risico op littekenvorming.

Behandeling

Voordat comedonen worden verwijderd, is het van belang dat de huid goed voorverweekt en verwarmd wordt. Een voorbehandeling bij het verwijderen van comedonen kan met verschillende methoden: • een waterdampapparaat. Blijven stomen tijdens het uitdrukken, is nodig om de huid goed verweekt te houden. Het waterdampapparaat is erg geschikt bij een lijnzaadpakking of tijdens de lysing of peeling; • een paraffinemasker: de doorbloeding wordt geactiveerd. Vocht komt omhoog en bij verwijdering van het masker verdampt het vocht. Intussen komt de verweking tot stand. Het masker wordt beetje bij beetje verwijderd. Per verwijderd deel worden de comedonen verwijderd. De rest van de huid blijft verwarmd; • een lijnzaadpakking. Goede slijmvorming is hierbij van belang.

De lijnzaadpakking wordt afgedekt met folie en verwarmd met warme kompressen of Infraroodlamp. De pakking moet minimaal 15 minuten op de huid blijven; • warme kompressen; • lichte zuren;

• elektrische desincrustatie: met behulp van een zoutoplossing de huid en talg in de huid verzepen. Electrische desincrustatie werkt met gelijkstroom. Deze voorbehandeling wordt wel toegepast bij een huid met comedonen, niet op pustels en papels; • exfoliatielotion met gaasjes.

Na een peeling of face-lysing wordt de dieptereiniging vervolgd door het uitdrukken van comedonen, pustels en talgcysten. Hierbij is het dragen van disposable (wegwerp) handschoenen noodzakelijk. Open comedonen kunnen uitgedrukt worden zonder opening met een naaldje. Gesloten comedonen en pustels moeten vooraf opengemaakt worden met een steriel disposable (wegwerp) naaldje. Het naaldje moet loodrecht en niet te diep (beperken tot in de hoornlaag) in de comedo of pustel gestoken worden. Bij een comedo mag een beetje een draaiende beweging worden gemaakt. Een pustel moet voor het verwijderen met behulp van een wattenstaafje gedesinfecteerd worden.

Talgcysten kunnen opengemaakt worden met een steriel naaldje (diep inprikken) of met scalpelmesje no 11 om de cysten open te kerven, zodat de talg er beter uit kan. Er zijn holle en massieve steriele naaldjes. De holle naald wordt vooral gebruikt als injectienaald. De massieve naald is een soort speld, waarmee gaatjes in de huid geprikt kunnen worden. Het prikken met een holle naald levert een hoger risico op dan prikken met een massieve naald, omdat de holle naald

grotere hoeveelheden bloed kan bevatten. Bij acne wordt voornamelijk gebruik gemaakt van massieve disposable naaldjes.

Het is van belang om rondom de comedo of pustel een gelijkmatige druk te geven met de vingertoppen. De druk is in de diepte, waarna de talgprop omhoog wordt geduwd. De opening van de talgklieruitvoergang mag niet dichtgedrukt worden. De talgprop die eruit komt, kan met wattenstaafjes verwijderd worden. Op plaatsen waar met de vingers moeilijk bij te komen is, bijvoorbeeld op de neusvleugels of in de oren, kan dezelfde techniek met twee wattenstaafjes uitgevoerd worden. Het beschadigen van de huid moet worden vermeden. Huidbeschadigingen kunnen leiden tot microbloedinkjes, waardoor nieuwe puistvorming ontstaat; of gepigmenteerde vlekjes (postinflammataire hyperpigmentatie) en littekens.

Bij het niet volledig verwijderen van een comedo of pustel, ontstaat op dezelfde plaats wederom een comedo of pustel. Daarom is controle van volledige verwijdering erg belangrijk. Na het verwijderen van comedonen en pustels moet plaatselijk de huid gedesinfecteerd worden.

Samenvatting

In dit hoofdstuk heb je kunnen lezen wat algemene pathologie in relatie tot acne inhoudt. Je weet nu wat de endogene en exogene oorzaken van ziekten zijn. Ook zijn de kenmerken en oorzaken van ontstekingen aan de orde geweest. Daarnaast is gesproken over besmetting, primaire en secundaire infectie en bacteriële-, virale- en parasitaire infecties. Uitgebreid zijn de vorming van een abces en een flegmone besproken. Nu weet je ook wat er bedoeld wordt met de termen bacteriëmie, sepsis en septikemie en wat daarvan de verschijnselen zijn.

Een belangrijke plaats in dit hoofdstuk nam de wondgenezing in, met de verschillende fasen en de regressieve en progressieve celveranderingen. Verder zijn de vorming van littekens en de verschillende soorten littekens bij acne behandeld. De efflorescenties zijn ter opfrissing nogmaals genoemd. Als laatste zijn de verschillende soorten comedonen en talgcysten aan de orde geweest.

In het volgende hoofdstuk wordt de speciële pathologie behandeld.

Over dit hoofdstuk

Als je je acnespecialist wilt noemen, moet je bijna alles weten over acne. Na de inleidende eerdere hoofdstukken gaat het daarom vanaf nu ook echt over acne. Het examen richt zich, met betrekking tot de speciële pathologie, met name op de verschillende acne soorten, de diagnostiek met betrekking tot acne en de pathogenese van acne.

Wat je vooraf moet weten

Dit hoofdstuk sluit nauw aan bij het vorige. Over de kennis die je daar hebt opgedaan, moet je in dit hoofdstuk kunnen beschikken.

Begrippen die aan de orde komen in het examen: 3.1 Verschillende vormen van acne 3.2 Differentiële diagnostiek 3.3 Pathogenese van acne

Wat leer je in dit hoofdstuk?

In dit meer specialistische hoofdstuk, over de pathologie specifiek bij acne, ga je leren wat acne is en door welke processen het kan ontstaan. Daarna worden de kenmerken van acne besproken en worden de verschillende vormen van acne stuk voor stuk behandeld. Ook de overige, mogelijke afwijkingen van de talgklieren komen in dit hoofdstuk aan de orde.

Speciële pathologie 3

Acne

Wat is acne?  Acne is één van de vervelendste en meest voorkomende huidproblemen bij mensen over de hele wereld. We spreken van acne als poriën met talg, bacteriën en vetzuren verstopt zijn. Deze talgophopingen veroorzaken ontstekingen in de omliggende huid: er ontstaan rode bultjes, puistjes en onderhuidse ontstekingen. Acne komt vooral voor in het gezicht, op de borst en op de rug. acne

Acne vulgaris is de medische term voor jeugdpuistjes en wordt meestal kortweg acne genoemd. Vrijwel iedereen krijgt in de puberteit last van acne. Bij de één blijft het beperkt tot een paar nauwelijks opvallende puistjes, terwijl het bij iemand anders een uitgebreide huidaandoening wordt, die ook nog veel psychische problemen kan veroorzaken. acne vulgaris

This article is from: