
7 minute read
1.3 Prikkels en pijnbeleving
from Handboek acne
dien toe. Zowel testosteron als IGF-1 stimuleren de productie van talg en keratine. De kans op ontwikkeling en verergering van acne neemt hierdoor toe. EFG
Insuline is een soort opslaghormoon. Het transporteert glucose en aminozuren in ons bloed naar de cellen. Het eten van koolhydraten en eiwitten veroorzaakt een stijging van de insulinewaarde in het bloed. De insuline achtige groeifactor (IGF-1) is een groeihormooon. Dit hormoon werkt samen met insuline, waardoor bij een toename van insuline er ook een toename van IGF-1 ontstaat.
Advertisement
IGF-1 stimuleert de groei van talgklieren en daarmee de talgproductie. Ook maakt het de huid gevoeliger voor de invloed van androgenen en wordt de synthese van androgenen in de testes en in de ovaria gestimuleerd. Terwijl insuline en IGF-1 een direct effect hebben op de huid stimuleren ze indirect ook de werking van androgenen op de huid.
Cortisol
Psychosomatische invloeden (dat zijn de wederkerige invloeden van de ziel, de geest, op het lichaam) kunnen ook bij de talgafscheiding een meer of minder grote rol spelen. Sterke spanningen of conflictsituaties in het leef- en/of werkmilieu kunnen de talgklierafscheidingen vergroten en een acne doen verergeren. Naast testosteron maakt het lichaam bij stress cortisol aan. Cortisol wordt ook wel het stresshormoon genoemd. Dit hormoon verzwakt het immuunsysteem, terwijl dat juist van belang is bij het remmen van ontstekingen en het herstellen van de huid. De mate waarin de bovengenoemde punten van meer of minder invloed zijn op de talgklierwerking is individueel sterk verschillend. cortisol stresshormoon
De huid wordt geïnnerveerd door zenuwuiteinden van uiteenlopende aard en receptoren die prikkels ontvangen. De huid functioneert daardoor als zintuig. De eindpunten van de gevoelszenuwen worden zenuwuiteinden receptoren
Doorsnede van de huid met tastzintuigjes
Lichaampje van Merkel
Orgaantje van Meissner
Blote zenuwuiteinden Opperhuid: Hoornlaag Opperhuid: Kernlaag
Zenuwbaan
Lederhuid
tastcellen van Merkel
Pacini Receptor Ru ni Receptor
receptoren genoemd. De huidreceptoren reageren op mechanische-, thermische-, chemische- en elektrische prikkels. Het prikkelverloop is van de vrije (of blote) zenuwuiteinden, via de sensibele zenuwen naar de hersenen. In de hersenen bevindt zich het gevoelscentrum waardoor de aanraking of pijn wordt gevoeld. Er zijn verschillende sensibele prikkels die door receptoren worden ontvangen: • mechanische prikkels: prikkels door druk en wrijving; • thermische prikkels: koude en warmte prikkels; • pijnprikkels. De sensibele prikkels worden door verschillende receptoren ontvangen:
Mechanoreceptoren of tastpunten
Tastpunten bevinden zich in alle lagen van de huid.
• De tastcellen van Merkel.
Net als het lichaampje Vater-Pacini, Golgi Mazzoni en Meißner is ook het Lichaampje van Merkel een mechanoreceptor. Het lichaampje van
Merkel is te vinden in de epidermis (opperhuid) van zowel de onbehaarde als behaarde huid, rondom de haarzakjes en in de slijmvliezen van de mond en anus. Het lichaampje van Merkel is een traag adapterende mechanoreceptor. Het wordt geprikkeld door fijne aanraking en trillingen met een zeer lage frequentie.
Tastcellen van Merkel, gelegen in de epidermis, ontvangen fijne prikkels van langere aanrakingen.
• De tastcellen van Meißner.
Deze zijn gelegen langs de papillaire laag van de dermis.
De lichaampjes van Meißner kunnen als tastreceptoren zelfs geringe drukprikkels waarnemen. In de vingertoppen, tepels, voorhuid, schaamlippen en lippen zijn zij dan ook in grote aantallen aanwezig.
Ze zijn gevoelig voor lichte tast en adapteren zeer snel; er wordt dus bij eenzelfde prikkeling maar kortstondig een impuls afgegeven. Deze tastcellen zijn groter dan de tastcellen van Merkel. tastcellen van Meißner
tastlichaampjes van VaterPacini en Golgi Mazzoni
vrije zenuwcellen
• De tastlichaampjes van Vater Pacini en Golgi Mazzoni.
De druklichaampjes van Vater-Pacini in de subcutis reageren op mechanische deformaties en vibraties. Ze bevinden zich in de diepe lagen van huid en subcutis (onderhuidse laag), maar ook in verschillende organen, zoals de uitwendige delen van de geslachtsorganen, delen van de urinewegen (blaas en urinebuis) en de pancreas. Het lichaampje van Vater-Pacini bestaat uit een zenuwuiteinde wat gevat is in concentrische ringen van bindweefsel. Door het indrukken van deze concentrische ringen wordt een impuls afgegeven door het vrije zenuwuiteinde.
Het lichaampje van Pacini is gevoelig voor trillingen en adapteert snel (past zich snel aan). Doordat het lichaampje van Pacini snel adapteert wordt bij dezelfde prikkeling maar kortstondig een impuls gegenereerd. De tastlichaampjes van Golgi Mazzoni zijn lamelvormige lichaampjes die voornamelijk voorkomen in de vingertoppen. Met deze hoogsensitieve tastlichaampjes wordt vooral ruw en glad gevoeld. We vinden deze tastlichaampjes hoofdzakelijk in de vingertoppen.
• Vrije zenuwcellen, dicht onder het huidoppervlak, geven pijnprikkels door. Vrije zenuwuiteinden reageren niet op specifieke prikkels, maar op een scala van prikkels. Ook kunnen vrije zenuwuiteinden snel of juist traag adapteren. In de huid komen veel vrije zenuwuiteinden voor. Deze vrije zenuwuiteinden komen uiteindelijk samen in een zenuw. Ze liggen als wortels van de stam van een boom in de huid en bevinden zich in de epidermis (opperhuid) en rondom de haarzakjes. Ze kunnen gevoelig zijn voor aanraking, maar ook voor pijn en temperatuurschommelingen.
Krause
lichaampje van Ruffini
pijnpunten
Thermoreceptoren
• Tastlichaampjes of eindknoppen van Krause, die in de corium papillen van de lederhuid liggen zijn belangrijk voor het voelen van kou. Ze geven de koude prikkels door aan de hersens. Bij afkoeling geven koudereceptoren meer pulsen af dan bij opwarmen. De koudereceptoren zijn talrijker dan de warmtereceptoren. Er zitten op een vierkante cm handoppervlak bijvoorbeeld één à vijf koudereceptoren tegen 0,4 warmtereceptoren. De lichaampjes van Krause detecteren kou, doordat ze reageren op door lagere temperaturen veroorzaakte weefselkrimp. • Het lichaampje van Ruffini is een warmtereceptor. Het is onderin de lederhuid gelegen en geeft warmteprikkels door aan de hersenen. De intensiteit van de doorgegeven zenuwpulsen neemt toe met de snelheid waarmee de temperatuursverhoging optreedt. Bij opwarmen, geven de warmtereceptoren meer pulsen af dan bij afkoelen. De lichaampjes van Ruffini detecteren warmte via het registreren van door hogere temperaturen veroorzaakte weefseluitzetting.
Pijnpunten
In de huid liggen de eindpunten van de gevoelszenuwen. Het zijn vrije zenuwuiteinden met aan de uiteinden tastcellen die vlak onder huid liggen en die gevoelig zijn voor pijn en aanraking. Pijnpunten liggen vooral in het onderste deel van de opperhuid en bovenste deel van de lederhuid en in de omgeving van haren. Afhankelijk van het aantal receptoren in de huid wordt de mate van gevoeligheid van de huid bepaald. Plaatselijk veel receptoren bij elkaar maakt de huid gevoeliger voor prikkels.
Aanraking Druk Warmte Koude Pijn

Het gevoel van pijn bij eenzelfde pijnprikkel is voor iedereen anders. Dit komt door de overdracht van de pijnprikkel via de sensibele zenuwen naar de hersenen, de pijnherkenning in de hersenen en de terugkoppeling van de hersenen naar de plaats waar de pijnprikkel binnen kwam.
Endorfine
Als reactie op pijnprikkels wordt er in de hersenen de stof endorfine vrijgemaakt. Endorfines maken deel uit van de groep signaalstoffen die bekend staat als neuropeptiden en waarvan verondersteld wordt dat ze aanwezig zijn in vele lichaamsweefsels, inclusief weefsels van het perifeer en centraal zenuwstelsel.
Endorfine is een stof die door het lichaam wordt aangemaakt om pijn te onderdrukken, die als neurotransmitter fungeert. Neurotransmitters geven signalen door in ons lichaam en zorgen ervoor dat het lichaam tot actie overgaat. De eigenschappen van deze lichaamseigen stof zijn hetzelfde als die van pijnstillers, zoals morfine. Tijdens de behandeling kan het gebruik van fruitzuren en/of het verwijderen van talgafwijkingen een onaangenaam gevoel geven. Als mensen hun pijn extreem negatief interpreteren, dan heeft dat een negatief effect op hun pijnbeleving; een meer accepterende houding kan juist een positieve invloed hebben. Daarom is het de taak van de acnespecialist om heldere uitleg te geven over de behandeling met het herstel van de acnehuid als uiteindelijk doel. neurotransmitters
Samenvatting
De huid heeft vele functies. Het is een beschermend orgaan, een uitscheidingsorgaan, een neurohormonaal orgaan en een opnemingsorgaan. Ook regelt de huid de lichaamstemperatuur en produceert het vitamine D. In dit hoofdstuk is dit allemaal aan de orde gekomen. Daarnaast zijn de talgklieren uitgebreid besproken met de werking en de samenstelling van de talg. Specifiek voor acne zijn de micro-organismen aan het huidoppervlak behandeld en zijn de prikkels en de pijnbeleving aan de orde geweest.
In het volgende hoofdstuk wordt de pathologie uitgebreid behandeld.
Over dit hoofdstuk
Het examen richt zich, met betrekking tot de pathologie, specifiek op de besmetting, infectie en ontsteking, bacteriëmie en septikemie, de efflorescenties, het regeneratieproces en degeneratie. Zonder kennis over de algemene pathologie zijn deze begrippen lastig in een kader te passen. Daarom is ervoor gekozen deze basiskennis ter opfrissing toch in dit boek op te nemen.
Wat je vooraf moet weten
In dit hoofdstuk gaan we ervan uit dat je: • kennis hebt van de huid; • basiskennis hebt van biologie; • basiskennis hebt van scheikunde; • kennis hebt van cytologie/weet wat cellen zijn en doen; • kennis hebt van histologie/weet wat een weefsel is;
Begrippen die aan de orde komen in het examen: • Ontsteking, besmetting, infectie • Abces • Bacteriëmie • Septikemie • Degeneratie • Regeneratie • Efflorescenties • Comedonen • Nomenclatuur
Wat leer je in dit hoofdstuk?
Dit hoofdstuk behandelt in het kort de voor acne noodzakelijke kennis uit de algemene ziekteleer. Deze zijn van belang om de volgende, meer specialistische hoofdstukken beter te kunnen begrijpen. Je frist in dit hoofdstuk eerst je kennis over de algemene pathologie op en weet wat gezondheid en wat ziekte is. Daarna richten we ons op de exameneisen aangaande de oorzaken en kenmerken van ontsteking, de efflorescenties en de wondgenezing. Ook worden de bijzonderheden van comedonen en de nomenclatuur behandeld.