topoklimaten en bodemprofielen resulteert. De meeste wijngaarden zijn te vinden aan het begin van grote rivierdalen: in het Rhônedal in het zuidwesten, in het Rijndal in het noorden en in
de dalen van zijrivieren van de Po in het zuiden. In deze dalen en langs de vele meren liggen
veel wijngaarden op gletsjermorenen. Deze glaciale morenen komen vooral voor in het westen en (noord)oosten van het land. De wijngaarden zijn vaak in terrasvorm aangelegd, omdat de
hellingen steil zijn. Op de steilste hellingen, zoals in Valais, kan bodemerosie een risico voor de wijnbouw zijn.
De bodemsoorten in Zwitserland lopen erg uiteen. Kalk, leisteen, graniet en zanderige klei komen
het meest voor. Er zijn veel interessante terroirs die buiten Zwitserland nauwelijks bekend zijn. De kleine gemeente Fläsch in Bundner Herrschaft bijvoorbeeld staat bekend om zijn schistbodems, die minerale, strenge wijnen van pinot noir opleveren. In de gemeente Salgesch in Valais
leveren kalkhoudende bodems goede Blauburgunders op. Graniet en gneis zijn de belangrijkste bodemcomponenten in het noorden van Ticino, kalksteen en klei in het zuiden van dit kanton.
27.4 Klimaat In het Mittelland en in de dieper gelegen dalen heerst een gematigd klimaat. De twee belangrijkste meren van West-Zwitserland, het Meer van Genève en het Meer van Neuchâtel, hebben een
matigende invloed, waardoor extreem hoge of extreem lage temperaturen niet voorkomen. Wijn-
gaarden die aan deze meren liggen, profiteren van de warmte van de weerkaatste zon. Het koele klimaat van de wijngebieden in Duits-Zwitserland (in het noorden en noordoosten) is alleen
geschikt voor vroegrijpende druivenrassen als pinot noir en müller-thurgau. Vorst vormt hier een risico, maar wijngaarden in de nabijheid van meren en rivieren profiteren van een milder meso-
klimaat. Ondanks het koele klimaat in het noorden en oosten van Zwitserland legt men zich hier vooral toe op de productie van rode wijn.
De gemiddelde jaartemperatuur in Zwitserland ligt rond de 10 °C. De temperatuur daalt met ongeveer 0,7 °C per 100 meter hoogte. Het grote verschil tussen dag- en nachttemperaturen heeft een
positieve invloed op de rijping en de aromatische ontwikkeling van de druiven. De belangrijkste
wijnbouwgebieden, zoals Valais en Ticino, hebben meer dan 2.000 zonuren per jaar. Met name
aan de zuid(west)kant van de Alpen is sprake van veel zonlicht en betrekkelijk weinig neerslag. Het zuidelijke Ticino krijgt daarentegen juist wel veel regen.
Valais is de zonrijkste en droogste wijnstreek. De warme wind, föhn genoemd, heeft een
belangrijke invloed op het klimaat daar. In Valais kunnen hoge temperaturen in de zomer
resulteren in geconcentreerde, rijke wijnen. Het gebied rond Sion en Sierre, twee belangrijke
wijnbouwgemeenten in Valais, behoort tot de droogste delen van Zwitserland. De gemiddelde temperatuur in het groeiseizoen is in Sion 14,9 °C.
TERUG NAAR INHOUD
92
Hoofdstuk 27 - Zwitserland (2022-2023)