
2 minute read
Bodem
De meeste kloosters hadden een wijngaard. Ook werd wijn (al dan niet aangevuld met kruiden) gebruikt als medicijn.
In de elfde en twaalfde eeuw breidde de wijnbouw zich uit. Ook de adel begon wijngaarden aan te leggen en wijn werd een commercieel product. In 1079 had het dorp Borgloon, ten zuidwesten van Maastricht, zo’n 50 ha aan wijngaarden. Het wijngaardareaal groeide ook in de late middeleeuwen flink. In elke grote stad vond je wijngaarden.In 1411 stonden inLeuven bijvoorbeeld meerdere openbare wijnpersen. In de loop van de zestiende eeuw is de Belgische wijnbouw echter teloorgegaan als gevolg van godsdienstoorlogen en de kleine ijstijd. In de zeventiende eeuw werd een betere manier ontdekt om bier te maken (door hop toe te voegen), waardoor wijn bijna geheel uit beeld verdween. Napoleon bracht in de negentiende eeuw de genadeklap toe door wijnbouw buiten Frankrijk te verbieden. Klimatologisch was 1815-1816 bovendien dramatisch voor de wijnbouw. De druifluis, de Eerste en de Tweede Wereldoorlog waren tenslotte desastreus voor de wijngaarden die dit alles overleefd hadden.
Advertisement
In 1945 werd de laatste wijngaard, een ommuurde wijngaard in Hoei (Huy) ten zuidwesten van Luik, bij een bombardement verwoest. De eerste moderne wijngaarden werden in 1962 en 1964 aangelegd in respectievelijk Hoei en Borgloon. In de jaren zeventig kwam de professionalisering van de wijnbouw op gang.
Bodem
België heeft een rijke ondergrond, met afzettingen uit veel verschillende geologische perioden. Het land kan op geologisch gebied worden ingedeeld in drie eenheden (van oud naar jong): • paleozoïsche sokkel (primair); • mesozoïsche (trias, jura, krijt) en cenozoïsche (tertiair) deklagen; • quartaire mantel.
Het uiterste zuiden van België bevat zuidwaarts gerichte deklagen die onderdeel zijn van het Bekken van Parijs. Hoe meer je naar het noorden-noordoosten gaat (richting Antwerpen en Turnhout), hoe dikker de afzettingslagen uit het mesozoïcum en cenozoïcum worden. Boven deze deklagen bevindt zich de quartaire mantel, die hooguit 2 meter dik is. Deze sedimentlaag is ‘pas’ 1,8 miljoen jaar oud en bedekt met name een groot deel van Laag- en Midden-België. Vanaf het quartair maakten in zee gevormde afzettingen plaats voor continentale afzettingen, zoals afzettingen door rivieren, wind en erosie.
België is in zijn ontstaansgeschiedenis meerdere keren overspoeld door de zee, waarbij steeds dikke lagen sediment werden afgezet. Daarna trok de zee zich terug. Tijdens elke ijstijd was de zeespiegel een stuk lager. Uit het droog liggende Noordzeegebied werd materiaal door de wind verplaatst. De zwaardere zanden werden langzaam verplaatst en kwamen met name in LaagBelgië terecht als dekzand. Silt en leem werden hoger door de lucht vervoerd en konden zo meer landinwaarts verplaatst worden. Vooral in Midden-België werden deze materialen afgezet. Een
TERUG NAAR INHOUD