Primorska
Primorska, ook wel Primorje genoemd, ligt in het westen van Slovenië, aan de Adriatische Zee-
kust. Het gebied telt 8.000 ha aan wijngaarden. Het is een heuvelachtige regio met een mediterraan
klimaat. Door de ligging langs de grens met Italië (Friuli) is er in Primorska een sterke Italiaanse
invloed op de wijnbouw, druivenrassen en vinificatiestijlen. De wijnen lijken een beetje op die uit
Friuli: aromatische witte wijnen en krachtige rode. Er wordt in Primorska ongeveer evenveel rode
als witte wijn geproduceerd, maar per district verschilt dit sterk. Rumena rebula (ribolla gialla) is de belangrijkste witte druif van Primorska. Hiervan worden tal van wijntypen geproduceerd, ook wij-
nen waarbij langdurig schilcontact en rijping in amforen worden toegepast (‘natuurlijke’ wijnen en orange wines). Ook zoete wijnen in passito-stijl worden in Primorska geproduceerd. Primorska is onderverdeeld in vier districten:
• Slovenska Istra (rond de havenplaats Koper, op het schiereiland Istrië); • Kras (vlak bij de Italiaanse stad Triëst);
• Vipavska Dolina (de vallei van de rivier Vipava, meer landinwaarts);
• Goriška Brda (ten noordwesten van Nova Gorica, een voortzetting van het Italiaanse Collio Goriziano).
In Slovenska Istra en Kras is de meerderheid van de wijnen rood. De belangrijkste blauwe drui-
venrassen zijn in beide gebieden refošk, barbera, cabernet sauvignon en merlot. Voor witte wijnen wordt vooral malvazija (malvasia istriana) gebruikt. Slovenska Istra is een van de warmste gebie-
den van Slovenië en loopt door tot in Kroatië. Het kleine gebied Kras is de Sloveense voortzetting van de Italiaanse streek Carso. Het ligt op een kalkstenen plateau met een ijzerrijke bodem. De
bovenlaag bestaat grotendeels uit rode aarde (terra rossa). In Kras is zo’n 70 procent met refošk aangeplant, die hier kraški teran wordt genoemd. Wijnen hiervan zijn diep van kleur, aromatisch, krachtig, strak en rijk aan zuren en tannine. Het bekendste voorbeeld is de populaire wijn Teran, die een PTP-status heeft. De stijl is voor veel westerse wijndrinkers even wennen.
De naam van het Krasplateau in Slovenië is een verwijzing naar een geologisch verschijnsel: karst. Karstgebieden zijn gebieden waar kalksteen aan de oppervlakte onder invloed
van de zuren in smelt-, rivier- of regenwater verweert en oplost. Dergelijke gebieden ken-
merken zich door verwerings- en erosieverschijnselen zoals spleten, ondergrondse rivieren,
zinkgaten en grotten. Karstgebieden zijn vaak droog, want het meeste water verdwijnt rechtstreeks in de ondergrond. Kras en Dolenjska zijn voorbeelden van karstgebieden in Slove-
nië. De grotten van Postojna, zo’n 40 kilometer ten noordoosten van Triëst, zijn beroemd. In Kroatië vinden we karst onder meer op het schiereiland Istrië en op de Kvarnereilanden. In Nederland komen karstverschijnselen voor op het kalkplateau van de Sint-Pietersberg in Zuid-Limburg.
TERUG NAAR INHOUD Hoofdstuk 29 - Centraal en Oost-Europa en voormalige Sovjet-Unie (2022-2023)
173