Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten
3.1.5.15 Overgevoeligheidsreacties Overgevoeligheidsreacties kunnen voorkomen bij de toediening van onder meer taxanen (paclitaxel, docetaxel) en platinabevattende cytostatica (oxaliplatin, carboplatin, cisplatin). Een overgevoeligheidsreactie kan gedefinieerd worden als een immunologische reactie op medicatie die resulteert in bijwerkingen. Het is een overdreven immuunrespons die resulteert in beschadiging of veranderingen in weefsel, lokaal of door het hele lichaam, als reactie op een antigeen of vreemd organisme. Een ernstige overgevoeligheidsreactie wordt ook wel een anafylactische reactie genoemd. Dit wordt gedefinieerd als een ernstige, systemische, allergische reactie die als gevolg van een blootstelling aan een lichaamsvreemde substantie optreedt. Dat kan resulteren in een cardiovasculaire reactie en/of respiratoir falen met mogelijk de dood tot gevolg. Bij een allergische reactie op de genoemde middelen is meestal sprake van een allergische reactie type I. Dit is een immunoglobuline-E- of IgE-gerelateerde reactie waarbij kort na blootstelling aan het middel een reactie kan optreden. Het immuunsysteem herkent vreemde organismen aan bepaalde structuren die aanwezig zijn op de buitenkant van vreemde cellen. Dergelijke structuren op celoppervlakten noemen we antigenen. Antigenen dienen als herkenningstekens voor het immuunsysteem en ze kunnen een immuunrespons op gang brengen. Een overgevoeligheidsreactie verschilt van een normale immunologische reactie doordat de immuunrespons (te) hevig of onvolledig is. Preventie en behandeling De preventieve farmacologische interventies bestaan uit het geven van premedicatie: corticosteroïden en H1- en H2-antagonisten, ook wel antihistaminica genoemd. Deze middelen binden aan histaminereceptoren in diverse organen en hierdoor wordt voorkomen dat vrijgekomen histamine aan H1- en H2-receptoren bindt en een overgevoeligheidsreactie ontstaat. Interventies bij het ontstaan van een overgevoeligheidsreactie bestaan uit: – het stoppen van de infusie, het toedienen van NaCl 0,9 %; – het inschakelen van een arts; – het meten van de vitale functies; – het uitvoeren van medicamenteuze interventies op aanwijzing van een arts; – basic life support wanneer van toepassing (ademweg vrijmaken, beademing, hartmassage). Medicamenteuze interventies bij een overgevoeligheidsreactie zijn afhankelijk van de ernst van de reactie en de ‘soort’ symptomen. Medicamenteuze interventies kunnen bestaan uit het toedienen van bronchodilatoren, corticosteroïden, adrenaline, H1- en H2-antagonisten. Afhankelijk van de ernst van de allergische reactie kan na stabilisatie de behandeling weer opgestart worden op de halve snelheid van de infusie waarop de reactie ontstond, al dan niet ondersteund met premedicatie.
136
597193_Oncologie_Inner_2021.indd 136
13/08/21 08:20