
16 minute read
Woordenlijst
Woordenlijst
adaptieve RT
tussentijdse beeldvorming in de radiotherapie om behandelingsplan bij te stellen (dosis, doelvolume aanpassen) adjuvant een adjuvante behandeling is een helpende, preventieve behandeling NA een operatie ALARA-principe zo laag zijn als redelijkerwijs mogelijk is; as low as reasonably achievable
alfastralen
bepaalde stralen die door radioactieve stoffen uitgezonden worden
alopecie
haarverlies, kaalheid
anafase voorlaatste fase van de mitose; in deze fase bewegen de dochterchromosomen (chromatiden) zich naar de twee celpolen; vanaf dit tijdstip worden de chromatiden chromosomen genoemd anafylactische reacties anafylaxie: overgevoeligheid voor een substantie waarmee het lichaam vroeger in aanraking geweest is en waartegen het antistoffen gevormd heeft, die bij een volgend contact een hevige reactie veroorzaken anafylactische shock heftige reactie van afweerstoffen in het bloed tegen een tweede inspuiting van hetzelfde soort vreemde eiwit analgetisch pijnstillende anatomopathologie deel van de geneeskunde dat zich bezighoudt met het bestuderen van (menselijke) weefsels, voornamelijk onder de microscoop. Elke tumor wordt door een anatomopatholoog onderzocht om te kijken of het een kwaadaardige tumor is, en zo ja, welk type precies.
anemie
gebrek aan bloedkleurstof en/of rode bloedcellen, bloedarmoede
antagonistisch anterior
tegengesteld vooraan gelegen
antigeenpresenterende cellen (APC)
APC controleren het lichaam op de aanwezigheid van pathogenen (bv. antigenen afkomstig van tumorcellen) en presenteren ze aan de T-cellen om het immuunsysteem te activeren anus praeternaturalis stoma, kunstmatige anus
Woordenlijst
anxiolyticum
geneesmiddel dat de verschijnselen van angst onderdrukt
applicator
ascitesvocht
instrument waarmee elektronen op een bepaalde plaats in het lichaam gebracht worden vloeistof die zich bij ascites (vochtophoping in de vrije buikholte) in de buikholte bevindt
asthenie
auscultatie
zwakte (zowel m.b.t. lichamelijke als tot geestelijke constitutie gebruikt), krachteloosheid het beluisteren van de in het lichaam van de patiënt (door longen, hart, vaten, darmen) geproduceerde geluiden, hetzij direct met het oor op het lichaam, of indirect via een stethoscoop
azoöspermie
afwezigheid van (of sterke vermindering van het aantal) spermatozoa in het ejaculaat benigne goedaardig bestralingsveld gebied dat bestraald wordt bètastralen uit elektronen bestaande radioactieve stralen
biomarker biomarkers zijn moleculaire of cellulaire eigenschappen die een indicatie geven van de patiënt zijn/haar genetica en wijzen op de aanwezigheid van een afwijkend gen/pathway die het target van de behandeling vormen. Ze kunnen een diagnostische (bv. BRCA1 en BRCA2), voorspellende (reactie op behandeling) of prognostische (agressiviteit van de tumor voorspellen) waarde hebben biopsie – biopt wegname van een stukje weefsel uit de tumor of klierweefsel voor microscopisch onderzoek
blokken
loodblokken worden gebruikt om bepaalde delen van het bestralingsveld af te schermen en alzo onregelmatige vormen te criëren
bolus
materiaal gelijkend op weefsel om op de huid te leggen om de straling af te remmen en een hogere dosis op de huid te bekomen
boost
botmetastase
botscan
nabestraling. het laatste deel van een bestralingsbehandeling, nog nauwkeuriger gericht op het gezwel zelf, of de plaats waar het gezwel gezeten heeft uitzaaiing van het gezwel in het bot onderzoek van het hele skelet met behulp van radioactieve producten om te controleren of er botmetastasen zijn
Woordenlijst
brachytherapie een bepaalde soort bestraling, niet met een bestralingstoestel van buiten uit, wel door het brengen van stralende producten op of in je lichaam.
breat-hold
ademhalingsstop tijdens de bestraling calcificatie verkalking carcinogeniteit mate waarin een stof kankerverwekkend is carcinoma in situ voorstadium van een carcinoom waarbij de tumor het omliggende weefsel nog niet aangetast heeft cervix baarmoederhals cervixuitstrijkje uitstrijkpreparaat uit de baarmoederwand ten behoeve van preventief gynaecologisch kankeronderzoek chemotherapie Systemische of algemene behandeling waarbij de tumorcellen door gebruik van celdodende medicatie vernietigd of in hun groei vertraagd worden
coeliacusblok
inspuiting in de plexus coeliacus (= zenuwknoop in de bovenbuik) met als doel pijn door kanker in de bovenbuik te verminderen
concaaf
uitgehold zoals de binnenste ronding van een cirkel of een bol concomitant Een behandeling die tegelijkertijd gegeven wordt. Bijvoorbeeld radiotherapie en concomitante chemotherapie. cone beam CT recent type CT met als belangrijkste kenmerk de lagere stralingsdosis; de stralenbundel heeft de vorm van een ‘piramide’ of ‘conus’
3D-conformele radiotherapie
klassieke bestraling met gebruik van multileaf rond ingetekende structuren contralateraal aan de andere kant van het lichaam conventionele radiotherapie klassieke bestraling zonder multileaf (vooral palliatieve bestraling)
CT-simulator
toestel om de patiënt te scannen in voorbereiding op de bestraling, gebruik makende van lasers
curatief
gericht op genezing
cyclus
een reeks (van bijvoorbeeld bestralingen of chemotherapie).
cyste
een zwelling, met vocht gevuld
cystoscopie
cytokinen
endoscopisch onderzoek van de blaas door inspectie via een cystoscoop eiwitten die een rol spelen in het immuunsysteem
Woordenlijst
cytologisch onderzoek microscopisch onderzoek van geïsoleerde cellen, afgenomen of losgekomen uit al dan niet afwijkend weefsel; wordt voornamelijk gebruikt voor de diagnose van maligne aandoeningen, waarbij nagegaan wordt of er cytologische kenmerken van kwaadaardigheid zijn cytostaticum geneesmiddel dat de groei van cellen remt darmmotiliteit darmperistaltiek of darmbeweging debulking wegname van al het met het blote oog zichtbare maligne weefsel
dermatitis
dermolyse
huidontsteking loskomen van de huid
digital reconstructed radiograph (DRR) DIBH
overzichtsbeeld gemaakt van de CT-data (van het bestralingsplan) deep inspiration breath hold
distaal
doelgebied
van het middelpunt of de middellijn verwijderd gebied waarop de straling gericht is doelvolume volume dat bestraald moet worden dosisequivalent maat voor het effect van straling in het lichaam, rekening houdend met het soort straling en het biologische effect per orgaan
dosisgebied
gebied waar een bepaalde dosis afgeleverd moet worden dosistempo dosis per tijdseenheid dosimetry check beeldvormingssysteem om in-vivotransitdosimetrie uit te voeren tijdens de bestraling
dysurie
moeilijk en/of pijnlijk urineren
electronic portal imaging device (EPID)
elektronisch camerasysteem dat na een korte bestralingstijd een beeld van de bestralingsbundel vormt
elektrolyt
stof die in waterige oplossing of in gesmolten toestand de stroom geleidt en daarbij ontleed wordt elektronvolt kinetische energie die een vrij bewegend elektron krijgt bij het doorlopen van een potentiaalverschil van een volt, ongeveer 1,602 × 10-19 joule (symbool: eV) embryotoxiciteit toxiciteit of giftige effecten op het embryo emesis vomeren of braken endorfine morfineachtige substantie die door de hersenen afgescheiden wordt en een pijnstillende werking heeft
endoscopie
inwendige bezichtiging van een hol orgaan d.m.v. een starre of flexibele buis (endoscoop)
Woordenlijst
epidermolyse epiduraal ergotherapeut
erytheem
erytrocyt
erytropoëtine
exsudaat
extrapolatie
extravasatie
fibroscoop
fibrose
de huid gaat open onder invloed van de bestraling op of buiten het ruggenmergvlies persoon die leiding geeft bij ergotherapie (therapie die speciaal gericht is op het herstellen of aanpassen van de gestoorde activiteiten van het dagelijkse leven) luchtige rode kleurverandering van de huid die berust op vaatverwijding rode bloedcel
glycoproteïne dat in de nier (85 %) en de lever (15 %) geproduceerd wordt en dat de vorming van de erytrocyten stimuleert vloeistof die bij ontstekingen vrijkomt, ontstekingsvocht het extrapoleren of veralgemenen van bijvoorbeeld onderzoeksresultaten op basis van verwachte overeenkomst het buiten de bloedvaten treden van een vloeistof, extravasaat
fiberscoop, endoscoop, bestaande uit buigzame glasvezels; het lichttransport gebeurt door de mantelvezels, het beeldtransport door de centrale vezels taaier worden van weefsel
flebitis
aderontsteking fotonen een type straling die dieper in het lichaam doordringt, afhankelijk van de energie fotonenbundel stralenbundel die ontstaat doordat elektronen naar een lagere energietoestand terugvallen waardoor energie in de vorm van fotonen vrijkomt
fractie
één bestralingszitting fractionatie het toedienen van een totale dosis door middel van verschillende kleine, opeenvolgende doses fundamenteel onderzoek uitgebreid preklinisch onderzoek in het laboratorium gammagrafie het nemen van beelden d.m.v. gammastraling gammastralen elektromagnetische stralen met zeer korte golflengte en een hogere energie dan röntgenstralen gastroscopie het bekijken van de binnenzijde van de maag d.m.v. een gastroscoop gastrostomiesonde een darmpje door de buikwand rechtstreeks tot in de maag, om (bij)voeding te geven
gating
is een bestralingstechniek waarbij de bestraling van een patiënt wordt gekoppeld aan zijn/haar ademhalingsbeweging
Woordenlijst
geaccelereerde bestraling bestralingsschema waarbij de fracties op een kortere tijdspanne dan gewoonlijk toegediend worden (bv. 7 fracties per week i.p.v. 5) genetische schade verandering in DNA, veelal veroorzaakt door genotoxische agentia, die onder te verdelen zijn in fysische agentia (uv-straling, röntgenstraling en ioniserende straling) en chemische agentia
gray
de bestralingsdosis (per zitting of in het totaal)
halfgeleider
diode, stof die de elektriciteit slecht of alleen in bepaalde omstandigheden geleidt HDR high dose rate hematopoëtisch bloedvormend hemoglobine zuurstof transporterende, ijzer bevattende rode kleurstof in de rode bloedcellen, bloedkleurstof histologisch onderzoek onderzoek van het weefsel holistische geneeskunde geneeskunde waarin de mens als biopsychosociale eenheid centraal staat en die de nadruk legt op persoonlijke verantwoordelijkheid en de samenwerking met betrokkenen; de arts richt zich niet alleen op ziekte, maar op de onderlinge samenhang tussen lichamelijke, geestelijke en sociale aspecten hyperpigmentatie het donkerder worden van de huid (bijvoorbeeld na uitwendige radiotherapie) hypofractionatie het geven van een groter aantal fracties met een kleinere fractiedosis dan 2 Gy, maar met dezelfde behandelingsduur
IGRT
image guided-radiotherapie
IMRT (intensity-modulated radiotherapy)
IMAT (intensitymodulated arctherapy)
radiotherapeutische techniek waarbij meerdere stralenbundels gebruikt worden en de intensiteit binnen een bestralingsbundel gevarieerd wordt (dose painting), zodat het doelgebied homogener bestraald kan worden (met zo nodig extra dosis binnen dit doelgebied) en gelijktijdige vermindering van de dosis buiten het doelgebied radiotherapeutische techniek waarbij meerdere stralenbundels in boog gebruikt worden en de intensiteit binnen een bestralingsbundel gevarieerd wordt (dose painting), zodat het doelgebied homogener bestraald kan worden (met zo nodig extra dosis binnen dit doelgebied) en gelijktijdige vermindering van de dosis buiten het doelgebied wordt gebruikt bij concave tumoren
Woordenlijst
in-vivodosimetrie systeem om de kwaliteit van de bestraling te controleren door de hoeveelheid straling die het lichaam binnendringt na te meten
incidentie
kans op een gebeurtenis in een bepaalde periode en populatie; vaak gericht op sterfte; bv. kans op sterfte in één jaar onder mannen
infiltrerend
infra
inguinaal inhalatie
interval
intracavitair
ingroeiend gelegen onder ... ter hoogte van de lies het inhaleren of inademen (hetzij als therapie, m.n. bij plaatselijke aandoening van de luchtwegen, hetzij als ongewenste verontreiniging) onderbreking in een lichaamsholte
ipsilateraal irritatie
isocentrum
aan dezelfde kant gelegen branderigheid een welbepaald punt in je lichaam dat door het radiotherapieteam gebruikt wordt als referentiepunt. Het helpt het team te beschrijven welke stralingsbundels precies waar gebruikt worden, en het helpt om je elke dag op precies dezelfde manier te bestralen
isolatie
joule
afzondering. Bijvoorbeeld van iemand die te gevoelig geworden is aan ontstekingen, of van iemand die een bestraling van binnenuit krijgt met stralende middelen de joule is gedefinieerd als de energie die nodig is om een lichaam te verplaatsen met een kracht van 1 newton over een afstand van 1 meter. De massa van dat lichaam is niet van belang kanker kwaadaardig gezwel klinisch onderzoek lichamelijk onderzoek laryngoscopie onderzoek van de larynx (het strottenhoofd) d.m.v. de laryngoscoop
laser
een fijne lichtstraal die het radiotherapieteam helpt de te bestralen plaats terug te vinden. De kruising van laserstraallijnen duidt meestal het isocentrum aan (zie isocentrum)
lateraal
zijdelings, opzij, naar opzij
leukocyt
witte bloedcel
leukopenie
vermindering van het aantal witte bloedcellen in het bloed
Woordenlijst
libido
linac
seksuele lust, begeerte lineaire versneller accelerator
lokalisatie
bepaling van de plaats van een ziekteproces
longfibrose
vorming van bindweefsel in de long waardoor het longweefsel minder goed functioneert en met kortademigheid tot gevolg longitudinaal op een (lang) tijdsverloop betrekking hebbend lumbale punctie het aftappen van vocht uit de ruggenmergsholte met een holle naald lymfoom een bepaald type gezwel dat ondermeer in de lymfeklieren kan ontstaan. Er zijn vele verschillende types lymfomen. maculopapulaire uitslag vorm van huiduitslag maligne kwaadaardig mammae borsten mammografie radiografisch onderzoek van de borst. masker een theroplastisch materiaal dat op individuele basis gebruikt wordt voor fixatie van de patiënt Het houdt het hoofd onbeweeglijk en op de goede plaats tijdens de simulatie en de bestraling in het hoofd/halsgebied mastectomie mammectomie, operatieve verwijdering van de borsten okselklieren, borstamputatie megaloblastaire anemia vorm van anemie waarbij grote, abnormale rode bloedcellen geproduceerd worden
megavolt
duizend kilovolt
metastase tweede fase van de mitose; in deze fase is het kernmembraan onzichtbaar geworden en de chromosomen zijn in het equatoriale vlak gerangschikt een uitzaaiing van het gezwel naar een andere plaats in het lichaam. Een uitzaaiing ontstaat als gezwelcellen van het oorspronkelijke gezwel door het bloed of lymfevocht meegevoerd worden naar elders. Die gezwelcellen kunnen ergens vast blijven zitten en beginnen te groeien. Dan ontstaat een nieuw gezwel dat meer of minder gelijkt op het oorspronkelijke gezwel microcalcificatie aanwezigheid van kleine ‘kalkspetters’ op een röntgenbeeld, bv. bij een mammogram; verkalkingen kunnen op zowel benigne als maligne processen wijzen
mitose
proces waarbij de chromosomenparen paarsgewijs uit elkaar gaan
Woordenlijst
monitoring controle (tijdens een technisch proces) mnoklonale antilichamen vorm van kankerbehandeling waarbij een afweerreactie tegen kankercellen beoogd wordt; bij monoklonale antilichamen worden de antilichamen toegediend die buiten het lichaam nagemaakt zijn
moulage
een aan het lichaam aangepast hulpmiddel (het heeft de vorm die nauw bij het lichaam aansluit)
mSv
millisievert
mucositis ontsteking van slijmvliezen, bijvoorbeeld in de mond multidisciplinair in samenwerking met medewerkers van andere afdelingen multileaf collimator systeem ingebouwd in een bestralingstoestel waardoor willekeurig onregelmatige bestralingsvelden gevormd kunnen worden mutageen mutaties bevorderend of teweegbrengend mutaties bevorderend of teweegbrengend myeloseuppressie remmende werking op het beenmerg
nausea
misselijkheid
nefrotoxiciteit
toxiciteit of giftige effecten op de nieren neo-adjuvant een behandeling voor de operatie neurotoxiciteit toxiciteit of giftige effecten op de zenuwen neutron deeltje van een atoomkern zonder elektrische lading met ongeveer gelijke massa als die van het proton
nodus
bolvormige zwelling nodulus kleine nodus nucleaire geneeskunde een specialisatie in de geneeskunde die zich bezighoudt met het gebruik van radioactieve producten voor het uitvoeren van labotests, voor het maken van beelden om zo ziektes op te sporen, en soms ook voor het behandelen van ziektes. De nucleaire geneeskunde houdt zich niet bezig met brachytherapie of uitwendige bestralingen
OBI
on board imager
oedeem
vochtopstapeling
oestrogenen
vrouwelijke hormonen
oncologie
dat deel van de geneeskunde dat zich bezighoudt met de opsporing en behandeling van gezwellen. De radiotherapie en de medische oncologie zijn delen van de algemene oncologie.
Woordenlijst
osteoporose
ototoxiciteit
oxidatieproces
oxideren
palliatief palpatie pancranieel paralyse paresthesie
parasternaal PDR
Peg sonde percussie
PET/CT
petechieën
metabole skeletaandoening waarbij de massa van het bot door verhoogde resorptie afneemt met een grotere breekbaarheid van de botten als gevolg toxiciteit of giftige effecten op het binnenoor (gehoororgaan en evenwichtsorgaan) In het lichaam vinden verbrandingsprocessen plaats, waarbij zuurstof essentieel is. In en buiten de cel vinden met behulp van zuurstof verbrandingsprocessen (oxidatie) in en buiten de cel d.m.v. zuurstof waarbij vrije radicalen gevormd worden. Dat zijn kleine chemische deeltjes die schade in het lichaam kunnen aanrichten; deze schade kan variëren van vaatwandirritatie tot ernstige degeneratieve ziekten zoals kanker, hart- en vaatziekten, DNA-schade en een hormonale onbalans. Dit oxidatieproces is gelijk aan het verouderingsproces van het lichaam zich met zuurstof verbinden
de pijn verlichtend, verzachtend betasting, onderzoek door aftasten met de vingers een bestraling op het volledige hoofd (schedelinhoud) verlamming verkeerde gevoelswaarneming veroorzaakt door inwendige prikkels (bv. het gevoel alsof er mieren over de huid lopen) net naast het borstbeen
pulsed-dose rate-brachytherapie percutane endoscopische gastrostomiesonde methode om door bekloppen van een lichaamsdeel een indruk te krijgen van de aard of hoedanigheid van het eronder liggende weefsel een PET-scan (positronemissietomografie) is een onderzoek waarbij met een kleine hoeveelheid licht radioactieve stof (in dit geval FDG, een suikerstof of glucose), ook wel tracer genoemd, afwijkingen in het lichaam kunnen worden opgespoord onderhuidse bloedingen
Woordenlijst
placebo
schijngeneesmiddel, stof (tablet, poeder enz.) die uiterlijk en in smaak geheel overeenkomt met een bekend medicijn, maar geen werkzame bestanddelen bevat; wordt gebruikt ter verkrijging van het placebo-effect (zowel voor patiënten, met het oog op de autosuggestieve invloed, als bij farmaceutische proefnemingen) planning dit is de verwerking van de gegevens van de simulatie en de scanner, om de juiste bestralingstechniek te berekenen. pleura visceralis longvlies, binnenblad van de pleura, dat de longen vanbuiten bekleedt
pleuravocht
hoeveelheid vocht die normaal in de pleuraholte aanwezig is
poliep
goedaardig epitheliaal gezwel, meestal uitgaande van het colon pollakisurie medische term, meer plassen dan normaal polyneuropathie zenuwaandoening die leidt tot gevoelloosheid en verlamming in armen en benen
port-a-cath
portal film
prikaccident profase
protocol
punctie
pyurie
radiopneumonitis (radiatiepneumonie) radioprotectie
radioresistent
een onderhuids ingeplant doosje, om gemakkelijk bloed te kunnen nemen en infusen te geven bij mensen die anders te vaak in de bloedvaten van de arm zouden moeten geprikt worden. Uit het doosje komt een klein darmpje dat naar de diepte loopt, tot in grote bloedvaten (vlakbij het hart) röntgenfoto die genomen wordt om de correcte positionering van de patiënt t.o.v. het bestralingstoestel te controleren naaldincident, het per ongeluk in de eigen vinger prikken beginfase van de mitose; de chromosomen zijn kort en dik en daardoor zichtbaar geworden; elk chromosoom bestaat uit twee chromatiden (dochterchromosomen); kernmembraan en kernlichaampje(s) verdwijnen formulier met een nauwkeurig beschreven werkwijze. Bijvoorbeeld een protocol van een wetenschappelijke studie. een prik met een naald om vocht of cellen te aspireren voor onderzoek. aanwezigheid van pus, en daarmee witte bloedcellen, als vlokken in de urine longontsteking uitgelokt door bestraling van een stukje long
stralingsbescherming: het beschermen van de bevolking tegen de effecten van straling, zowel accidentele straling als tijdens het uitoefenen van het beroep minder gevoelig voor bestraling
Woordenlijst
radiosensitizer chemische stof die de werking van straling verhoogt radiotherapeut een arts die gespecialiseerd is in bestralingsbehandelingen rectitis ontsteking van het slijmvlies t.h.v. het rectum t.g.v. de bestraling
resectie
uit-, wegsnijding van delen of gehele organen of weefsels scintigrafie het maken van scintigrammen (grafische weergave van de intensiteit van de door een orgaan of lichaamsdeel uitgezonden gammastralen), scanning sentinelprocedure opsporen van de schildwachtklier (sentinel node: de eerste klier waar kankercellen uitzaaien)
septicaemia
aanwezigheid en vermeerdering van infectiekiemen in het bloed
SGRT
sievert
simulatie
spinaal stereotaxie
stent
surface guided-radiotherapie eenheid van het dosisequivalent: het product van de geabsorbeerde dosis stralingsenergie in weefsel en de kwaliteitsfactor van de straling (1 Sv is 1 joule per kg (J/kg-1)) het simuleren van een bestraling met als doel het bestralingsveld te bepalen ter voorbereiding van een echte bestralingsbehandeling op de ruggengraat betrekking hebbend lokalisatie van een bepaalde plek (speciaal i.d.schedel) met behulp van een richtapparaat bestraling op een klein doelvolume met hoge dosis verende buisvormige prothese van een fijnmazig gaas die in een bloedvat ingebracht wordt om een vernauwing daarvan op te heffen
synergetisch TBI
TEE
telofase
teratogeen
teratogenese
samenwerkend, in dezelfde richting werkend totale lichaamsbestraling in kader van het vernietigen van ziek beenmerg en het onderdukken van het immuniteitssysteem (total body irradiation) transoesofageale echocardiografie, registratie van de elektrische activiteit van het hart via een elektrode in de slokdarm vierde (laatste) fase van de mitose: de chromosomen verspreiden zich, worden langer en dunner en daardoor minder duidelijk zichtbaar; er wordt een kernmembraan gevormd en de kernlichaampjes worden weer zichtbaar misvormingen verwekkend teratogeniteit, de ontstaanswijze van aangeboren misvormingen
Woordenlijst
therapeutische breedte het verschil tussen de minimale en maximale dosis waartussen de dosis moet zitten om effectief te zijn zonder buitensporige bijwerkingen te geven; hoe kleiner de therapeutische breedte, des te belangrijker is de nauwkeurigheid m.b.t. dosering en doseringsintervallen
therapeutische hardnekkigheid
het opstarten of voortzetten van een curatieve of levensverlengende behandeling waarvan algemeen aangenomen wordt dat deze in de gegeven situatie niet langer doeltreffend of zinvol is
thermoluminescentiedetectoren (TLD)
techniek waarbij de bestralingsdosis gecontroleerd wordt
thermoplastisch door verwarming plastisch gemaakt kunnen worden transcutaan door de huid heen toegediend, transdermaal trombocyt bloedplaatje trombopenie vermindering van het aantal trombocyten in het perifere bloed vorming van een prop of proppen in de bloedbaan, in een bloedvat
trombose
vorming van een prop of proppen in de bloedbaan, in een bloedvat tumorbed plaats waar de tumor zat voor die verwijderd werd tumorlysissyndroom geheel van metabole stoornissen die optreden na het opstarten van een cytotoxische behandeling (chemotherapie, radiotherapie)
ulceratie
verzwering
vijfjaarsoverleving(spercentage) Vmat
percentage van patiënten in een populatie dat vijf jaar na het vaststellen van een ziekte nog in leven is volumetric-modulated arc therapy
x-stralen
röntgenstralen