
1 minute read
1.3.2 Interventieradiologie
Hoofdstuk 4 Oncologische diagnostiek
Computed tomografie (CT)
Bij deze techniek maakt men een groot aantal digitale dwarsdoorsneden van het lichaam door middel van röntgenstraling. De stralingsbelasting is gevoelig groter dan bij de klassieke röntgenfoto. Hierdoor kan men een gedetailleerd, tweedimensionaal beeld van het lichaamsdeel of orgaan samenstellen. Zowel de botstructuren als de ‘zachte’ weefsels worden getoond. Vaak gebruikt men hierbij contraststoffen om de weergave verder te kunnen verbeteren.
Magnetic resonance imaging (MRI)
MRI werkt met een magneetveld en radiogolven waarmee organen in het lichaam zichtbaar kunnen worden gemaakt. In tegenstelling tot de klassieke röntgenopname en CT-scan wordt er geen gebruik gemaakt van röntgenstraling of ioniserende straling. MRI zal voornamelijk de ‘zachte’ weefsels duidelijk kunnen visualiseren.
Hoewel CT- en MRI-beelden sterk op elkaar lijken, verschilt de verkregen informatie significant. Beide onderzoeken worden daarom vaak aanvullend op elkaar gebruikt.
Echografie
Een echografie creëert beeldmateriaal door middel van geluidsgolven met een echotoestel. Die geluidsgolven hebben een dermate hoge frequentie dat ze voor mensen niet hoorbaar zijn. De ultrasone geluidsgolven worden doorheen het lichaam gestuurd en worden gereflecteerd door bepaalde lichaamsstructuren. Die reflectie wordt door een toestel opgevangen en omgezet in beeldmateriaal. Een echografie geeft een minder duidelijk of gedetailleerd beeld van het te onderzoeken orgaan of de te onderzoeken structuur dan een CT- of MRI-scan kan bieden, maar is door de lage belasting voor patiënten toch relevant in de oncologische diagnostiek. Een echografie kan ook ondersteunend ingeschakeld worden bij bijvoorbeeld het uitvoeren van een gerichte biopsie van bepaalde organen of structuren, of in combinatie met een endoscopische techniek.
Interventieradiologie legt zich toe op minimale invasieve procedures, ondersteund door radiologisch beeldmateriaal. Vele ingrepen kunnen zo gebeuren onder lokale verdoving en in dagbehandeling. Deze procedures worden veelvuldig gebruikt binnen verschillende medische disciplines en pathologieën zoals bijvoorbeeld katheterisaties bij vaatlijden of percutane plaatsing van een gastrostomiesonde. Men gebruikt voornamelijk echografie, MRI of CT om bijvoorbeeld puncties visueel te ondersteunen. De klassieke radiologie kan hier slechts beperkte meerwaarde bieden. Binnen het oncologische domein zijn er ook een aantal specifieke technieken te bespreken.