2 minute read

2.3.3.2 Positionering en immobilisatie

Next Article
Woordenlijst

Woordenlijst

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

van eventuele vragen zijn taken van een simulatieverpleegkundige of simulatietechnoloog. De verpleegkundige of technoloog zal de patiënt daarnaast al kunnen informeren over huidverzorging, hygiëne, eventuele voorzorgsmaatregelen, het verdere verloop van de behandeling of eventuele onderzoeken die nog moeten gebeuren.

Sommige CT-simulaties vereisen het meedelen van specifieke instructies aan de patiënt. Dat komt voor bij bestralingen in het bekken. Bij die therapie kan het noodzakelijk zijn dat de blaas- en/of darmvolumes zowel tijdens de simulatie als tijdens de therapie gelijk moeten zijn. Zo kan het doelvolume overeenkomen met de plannings-CT en kan het bestralingsplan correct worden uitgevoerd. De voorbereidingsinstructies moeten duidelijk uitgelegd worden aan de patiënt. Andere CT-simulaties vereisen het scannen van een patiënt in diepe inademing. Ook hier is het van belang dat de patiënt precies weet waarom en hoe hij dit kan uitvoeren.

2.3.3.2 Positionering en immobilisatie

Na de opvang van de patiënt en de uitleg over het onderzoek laat men de patiënt op de CT-tafel plaatsnemen. De keuze van de houding van de patiënt en van de verschillende hulpstukken wordt door een aantal aandachtspunten bepaald: - Comfort

De meeste behandelingen duren ongeveer tien minuten, maar complexe of hogedosisbestralingen kunnen tot dertig minuten of meer duren. De patiënt mag gedurende de volledige behandeling niet bewegen, alleen een rustige ademhaling is toegelaten. De verpleegkundige of technoloog moet er dus over waken dat de patiënt zo comfortabel mogelijk op de behandeltafel ligt. - Houding

Afhankelijk van de bestralingsregio zal de houding van de patiënt verschillen. Bij de behandeling van een longtumor bijvoorbeeld worden de armen boven het hoofd gelegd om toe te laten de tumor vanuit verschillende invalshoeken te bestralen zonder het gezonde weefsel van de armen te belasten. - Hulpstukken

Er zijn verschillende hulpstukken beschikbaar om bepaalde lichaamsdelen van de patiënt te ondersteunen. Zo kan men gebruikmaken van eenvoudige kussens of meer specifiek materiaal, zoals een vacuümmatras, armsteunen en hoofd- en neksteunen.

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

Figuur 4a Vacuümmatras (A foto 2a) Figuur 4b Armsteunen en hoofd- en neksteunen (A foto 2b)

De keuze van hulpstukken en standaardhoudingen kan in de radiotherapiecentra verschillen, maar de aandachtspunten blijven dezelfde. - Immobilisatie

Bij het bestralen van sommige regio’s is het nodig om fixatiemateriaal te gebruiken. Zo zal men bijvoorbeeld bij hoofd of halsbestralingen gebruikmaken van thermoplastisch materiaal om het hoofd en eventueel de schouders te fixeren. Dat is nodig om altijd dezelfde houding te reproduceren en bewegingen tijdens de behandeling tegen te gaan.

Figuur 5 Thermoplastisch materiaal (A foto 3)

- Reproduceerbaarheid

Het is belangrijk dat men de patiënt voor elke behandelingssessie dezelfde houding laat aannemen. Afspraken rond een identieke houding van patiënten en het gebruik van dezelfde hulpstukken per bestralingsregio voorkomen vergissingen tijdens het positioneren voor de bestraling. Men moet soms afwijken van deze afspraken vanwege de leeftijd, de algemene toestand of eventuele beperkingen van de zieke. De verpleegkundige of technoloog moet die uitzonderingen ook duidelijk noteren en communiceren.

This article is from: