7 minute read

3.1.5.9 Huidreacties

Next Article
Woordenlijst

Woordenlijst

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

– Voldoende drinken (1,5 liter/dag), zuigen op pepermunt, snoepjes of kauwgom bij een vieze smaak in de mond. – Zorg voor een goede mondhygiëne.

3.1.5.9 Huidreacties

Als gevolg van de toediening van cytostatica en doelgerichte therapie kan de patiënt last hebben van verschillende bijwerkingen ter hoogte van de huid. De huid oefent meerdere functies uit (bv. sensatie, thermoregulatie, beschermen van immuniteit …). Een van de voornaamste functies is de barrièrefunctie. De huid biedt namelijk bescherming tegen onze omgeving en voorkomt dat vocht uit het lichaam naar buiten kan treden. Een verminderde barrièrefunctie geeft gemakkelijker aanleiding tot kloven, ontstekingen en infecties. Huidzorg zal er zich dus op richten om de barrièrefunctie maximaal in stand te houden.

De oorzaken van een verminderde barrièrefunctie zijn divers. Een fysiek trauma kan de barrièrefunctie namelijk rechtstreeks doorbreken. De dikte van de huid is ook een beïnvloedende factor voor de barrièrefunctie (de huid wordt dunner naarmate men veroudert). Tot slot zal elke blootstelling van de huid aan de omgeving een effect uitoefenen op de huidconditie. Zeep en detergenten, extreme temperaturen, een lage luchtvochtigheidsgraad (bv. airco) hebben een impact op de huid. Omgekeerd zal hydratatie d.m.v. een crème de huid voeden en de barrièrefunctie herstellen. Het zijn de aangrijpingspunten waarop huidzorg en de aanpak van oncologische huidreacties gericht zijn.

Verpleegkundige interventies – Een hydraterende crème kan preventief worden gebruikt in geval van een droge huid. Het lichaam wordt idealiter na blootstelling aan water (wassen/zwemmen) ingewreven en men kan de frequentie opdrijven naargelang de noodzaak. – Adviseer de patiënt een neutrale zeep of doucheolie te gebruiken om zich te wassen. Alcohol is vaak een bestanddeel van geparfumeerde zepen en droogt de huid uit. – Langdurige blootstelling van de huid aan water verweekt de huid en heeft een uitdrogend effect. Ideaal is dus om zich kort te douchen/baden met lauw water. – Om zich te drogen gebruikt men bij voorkeur een zachte handdoek. Alle lichaamsdelen, ook huidplooien en de zones tussen vingers en tenen, moeten goed gedroogd worden. – In de winter is aangepaste kledij aan te raden om zich tegen de koude te beschermen. In de zomer is fysische protectie nodig op de meest intense zonuren. Een zonnecrème factor 50 is aanbevolen. – Bescherm drukgevoelige zones van handen en voeten d.m.v. goed passend, los schoeisel (cave hoge hakken); katoenen sokken; bescherming van drukgevoelige punten. – Knip de nagels steeds recht af (i.p.v. rond) en niet te kort. Vermijd nagelbijten en het verwijderen of intrekken van de nagelriem. – Draag eventueel handschoenen voor huishoudelijk werk of klusjes in de tuin om trauma te voorkomen. – Bij aanvang van de therapie is een grondige inspectie van de huid aangewezen. Het laat toe om eventuele afwijkingen proactief op te sporen en te behandelen (bv. kalknagels, knellend

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

schoeisel, overmatig eelt, droge huid …). Tegelijk kan een dergelijke huidcontrole als baseline dienen wanneer huidreacties optreden als gevolg van de behandeling. Foto’s laten toe om huidproblemen objectief op te volgen en evoluties gemakkelijk te beoordelen.

Tal van huidreacties kunnen zich manifesteren. Hierna illustreren we de meest voorkomende reacties. Het is echter geen limitatieve lijst. De aanpak vertoont vaak generieke principes. Minder ernstige huidreacties kan men steeds lokaal behandelen (bv. hydratatie met vette crème, antibiotica opstarten ingeval infectie, corticoïdengebruik ingeval inflammatie, desinfectie van open huiddefecten …). Uitgesproken letsels vereisen soms een systemische behandeling (antibiotica/corticoïden). Naargelang de ernst van de huisreacties kan een dosisreductie of therapieonderbreking aangewezen zijn.

Hand-voetsyndroom

Het hand-voetsyndroom is een vorm van lokaal erytheem dat bestaat uit pijnlijke, gezwollen, droge, rood verkleurde, jeukende handen en voeten (vaak met een strakke huid) waarop blaren kunnen zitten. Ze kunnen barsten waarbij de huid later afschilfert. Deze huidreactie treedt veralgemeend op de handpalmen en voetzolen en leidt vaak tot functionele beperkingen Een hand-voetsyndroom is steeds het gevolg van een behandeling met chemotherapie.

Cytostatica die dit vaak veroorzaken, zijn 5-fluorouracil (via continu infuus), capecitabine (orale vorm van 5-fluorouracil), liposomaal doxorubicine (Caelyx®).

Figuur 34 Hand-voetsyndroom als bijwerking op capecitabine (A foto 27)

© Michiel Daem

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

Hand-voethuidreactie

Het hand-voetsyndroom uit zich als een teveel aan eelt op de drukpunten van handen of de voeten en is steeds het gevolg van een behandeling met doelgerichte therapie. De reactie wordt gekenmerkt door het ontstaan van erytheem en een schilfering louter ter hoogte van de druk en/ of flexiepunten. Dit kan evolueren tot blaren met een pijnlijke hyperkeratose. Vaak gaat dit gepaard met sensoriële stoornissen zoals bijvoorbeeld tintelingen of paresthesieën. Zowel de preventie als behandeling is er sterk op gericht om een desquamatie en afschilfering te bekomen van de hyperkeratose d.m.v. exfoliërende middelen (bv. salicylzuur of ureum). Deze huidreactie moet worden onderscheiden van de hand-voet reactie tengevolge van chemotherapie waar de huidletsels zich veralgemeend stellen op handen en voeten.

Figuur 35 Hand-voethuidreactie als bijwerking op regorafenib (A foto 28)

© Michiel Daem

Nagelafwijkingen en nagelriemontstekingen

Nagelafwijkingen en nagelriemontstekingen zijn laattijdige huidreacties die pas na twee of meerdere maanden na de start van de behandeling optreden. Preventie is cruciaal. Cryotherapie ter hoogte van handen en voeten tijdens toediening van het antitumorale product laat toe om cyclische schade ter hoogte van de extremiteiten te minimaliseren op momenten van toediening van de chemotherapie. Beide huidreacties komen zowel voor als bijwerking van chemotherapie en doelgerichte therapie.

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

Nagelafwijkingen manifesteren zich o.a. als wijzigingen in de groei, voorkomen en kleur van de nagelplaat. In het bijzonder taxanen kunnen aanleiding geven tot de ontwikkeling van broze nagels. Vaak is het een louter cosmetisch probleem dat reversibel is na afloop van de oncologische behandeling.

Figuur 36 Nageltoxiciteit als bijwerking op docetaxel (A foto 29)

© Michiel Daem

Nagelriemontstekingen uiten zich als een inflammatie van de laterale of proximale nagelwal of nagelriem. De ontsteking uit zich objectief door roodheid en zwelling en kan subjectief bijzonder gevoelig en pijnlijk zijn voor de patiënt. Klinisch uiten nagelriemontstekingen zich dikwijls als een ingegroeide nagel al dan niet met de aanwezigheid van etter en dikwijls ook bloed. Dit kan uiteindelijk aanleiding geven tot een pyogeen granuloom. Vaak komt het voor aan meerdere vingers en de grote teen.

Figuur 37 Nagelriemonsteking als bijwerking op cetuximab (A foto 30)

© Michiel Daem

Huidkloven

Huidkloven komen voort vanuit een extreem droge huid die aanleiding geeft tot een verdunde epidermis. Vanuit die verdunning kan uiteindelijk een ruptuur in de huid, of kloof optreden. Ze worden vaak gezien op de vingertoppen, de voethiel en knokkels. Kloven zijn vaak een laattijdige nevenwerking die ten vroegste na enkele weken van behandelen optreden. Eenmaal ze optreden, kunnen ze verergeren tijdens de verdere behandeling. Kloven zijn pijnlijk en kunnen de dagelijkse levensactiviteiten, zoals grijpen en wandelen ernstig beperken.

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

Figuur 38 Huidkloven als bijwerking op een oncologische behandeling (A foto 31)

© Michiel Daem

Alopecia

Haarverlies of alopecia is een vaak voorkomende nevenwerking, maar niet alle cytostatica veroorzaken haarverlies.

Patiënten moeten op voorhand verwittigd worden dat haarverlies kan optreden als gevolg van de toediening van de voorziene cytostatica. Voor het merendeel van de patiënten is de confrontatie met haarverlies ondanks de tijdige verwittiging emotioneel belastend.

De patiënt moet ingelicht worden over de mogelijkheden die er zijn na haarverlies (bv. muts/ sjaal, haarstuk …). Adviseer de patiënt tijdig acties te ondernemen (kapper raadplegen), voor het haarverlies effectief begint. Ook moet de patiënt ingelicht worden dat haarverlies vrijwel altijd ‘tijdelijk’ is en dat na het stoppen van de chemotherapie er weer spontaan haargroei zal zijn. De textuur en kleur kan soms verschillen van het oorspronkelijke haar.

Hoofdhuidkoeling kan ervoor zorgen dat er minder haaruitval is, soms wordt haaruitval grotendeels voorkomen. De werking van hoofdhuidkoeling berust op het verlagen van de temperatuur van de hoofdhuid. Hierdoor neemt de doorbloeding rondom de haarwortels af en neemt de impact van het cytostaticum ter hoogte van de haarwortel af (verminderde bloedperfusie en vertraagd celmetabolisme). De effectiviteit van hoofdhuidkoeling verschilt sterk tussen cytostatica. Hoofdhuidkoeling is in het bijzonder effectief bij een taxanenbehandeling.

Hoofdstuk 5 Behandelingsmodaliteiten

Figuur 39 Toepassing van hoofdhuidkoeling ter preventie van alopecia

© Michiel Daem

Acneïforme rash

Acneïforme rash is een frequente huidreactie bij doelgerichte therapie met EGFR-inhibitoren. De aandoening wordt gekenmerkt door een eruptie bestaande uit papels (een rode ontsteking) en pustels (etterkopje), die doorgaans voorkomen op het gezicht, de hoofdhuid en het bovenste deel van de borst en de rug. Deze eruptie kan door de patiënt sociaal als zeer storend ervaren worden.

Figuur 40 Acneïforme rash als bijwerking op cetuximab (A foto 32)

© Michiel Daem

This article is from: