2 minute read

Hoofdstuk 8 Kankeroverlevers en rol oncologische revalidatie

Next Article
Woordenlijst

Woordenlijst

Hoofdstuk 8 Kankeroverlevers en rol oncologische revalidatie

Hoofdstuk 8 Kankeroverlevers en rol oncologische revalidatie

Elsie Decoene, Eva Pape

Voor mensen die met een diagnose van kanker geconfronteerd worden, valt het vertrouwde dagelijkse leven weg en komt er een strikt therapieschema in de plaats. Tijdens de behandeling is er continue ondersteuning en begeleiding: medische zorg met chirurgie, radiotherapie en/of een systemische antitumorale behandeling en ondersteunende zorg door de oncoloog, huisarts, verpleegkundigen, verpleegkundig specialist of consulent, familie en vrienden, psycholoog, sociale dienst enz.

Zodra de behandeling voorbij is, is de opluchting vaak groot. Helaas begint vaak pas dan de verwerking van het geheel (de diagnose, het afgelegde behandelparcours, de ongemakken, de angst enz.). Er volgt een periode vol contradicties tussen opluchting en vrees om te hervallen. Vaak lukt het patiënten niet om de draad van het dagelijkse en professionele leven – die ze tijdens de diagnostische en de behandelingsfase moesten loslaten – weer op te nemen. Velen komen in een zogenaamd ‘zwart’ gat’ terecht, veroorzaakt of in de hand gewerkt door aanslepende of late nevenwerkingen. Die bijwerkingen manifesteren zich op verschillende vlakken: – Fysiek: cancer survivors ervaren nog heel vaak vermoeidheid na het beëindigen van hun behandeling. Het is opletten dat men niet terechtkomt in een vicieuze cirkel van vermoeidheid (zie figuur 1).

Hoofdstuk 8 Kankeroverlevers en rol oncologische revalidatie

Figuur 1 De vicieuze cirkel van vermoeidheid

vermoeidheid ervaren

hogere belasting ervaren meer rusten

fysieke fitheid daalt

– Andere lichamelijke late effecten zijn o.a. een toename van het lichaamsgewicht, verlies aan spiermassa, osteoporose, pijn, cardio- of longtoxiciteit, gevolgen op het gebied van seksualiteit … – Psychisch: angst voor herval en onzekerheid, een veranderd lichaamsbeeld, controleverlies, schuldgevoelens, concentratie en geheugenproblemen ... – Sociaal: verschuiving in relaties, (tijdelijke) afname van relaties, onbegrip, moeite met ‘passend’ reageren, wat met de partner, het gezin, de vrienden, moeizame werkhervatting, financiële gevolgen ...?

Ook de vaak voorkomende verschuiving in het waarden en normenstelsel van de patiënt, waarbij de omgeving niet altijd kan volgen, vergemakkelijkt het geheel er niet op. Zaken waar vroeger veel belang aan gehecht werd, worden minder belangrijk of omgekeerd. Gevoelens van kwetsbaarheid, onzekerheid, angst en depressie sluimeren of steken de kop op. Elke vorm van pijn of elk ongewoon gevoel maakt ongerust, doet de bange vraag rijzen of de kanker terug is. Het vertrouwen in het eigen lichaam is geschonden. Literatuur toont aan dat een groot deel van de cancer survivors een bepaalde mate van angst voor herval ervaren. De verpleegkundige heeft een belangrijke rol in het detecteren van die angst en het informeren van patiënt en omgeving over dit veel voorkomende fenomeen. De patiënt kan aanvullend doorverwezen worden naar de oncopsycholoog en kan deelnemen aan een oncorevalidatieprogramma met lotgenoten. Gelijkaardige verhalen horen bij lotgenoten kan heel wat patiënten helpen bij het omgaan met eerder omschreven late effecten.

This article is from: