Hoofdstuk 5
78
1
Oorzaken van kankerontwikkeling
In het hoofdstuk over het ontstaan van kanker kon je lezen dat kanker ontstaat als een cel tijdens het celdelingsproces ontspoort en zo een agressieve, sneldelende kankercel wordt. Fouten in het overschrijven van het erfelijk materiaal, vooral ter hoogte van de oncogenen en tumorsuppressorgenen, liggen aan de basis van die ontsporing. Maar waarom ontspoort een cel? Wat zijn de oorzaken daarvan? Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. Ten eerste omdat kanker een zeer uiteenlopende ziekte is, met heel veel verschillende soorten tumoren op verschillende plaatsen in het lichaam. Ten tweede omdat kanker pas ontstaat na een meerstappenproces waarbij er verschillende (genetische) fouten in een cel nodig zijn die zich moeten opstapelen om uiteindelijk in een kankercel uit te monden. Omdat deze opstapeling vaak jaren in beslag neemt, is het soms onmogelijk om een precieze, exclusieve oorzaak aan te duiden voor het ontstaan van kanker. Langdurig wetenschappelijk onderzoek, zowel basiswetenschappelijk onderzoek naar de mechanismen van de celdeling als epidemiologisch onderzoek naar het optreden van kanker, heeft echter op veel vlakken meer duidelijkheid gebracht over de ontstaansmechanismen en de oorzaken van kanker.
1.1
Fouten in het celdelingsproces
Fouten in het ingewikkelde celdelingsproces (met een ontsporing naar een kankercel als eindresultaat) kunnen op drie manieren ontstaan: 1 Ten eerste is een spontane fout mogelijk. Aangezien er in het menselijk lichaam miljoenen celdelingen per seconde plaatsvinden, is een spontane fout uiteraard niet ondenkbaar. Nochtans gebeurt dat waarschijnlijk uiterst zelden. Het celdelingsproces is heel strikt gereguleerd en er zijn verschillende controlemechanismen voor bijsturing ingebouwd als er toch iets foutloopt (zie het hoofdstuk over het ontstaan van kanker). 2 Ten tweede bestaat de mogelijkheid dat een erfelijke afwijking een snellere ontsporing van een cel doet ontstaan. Volgens deze veronderstelling erft het kind een of enkele fouten in het DNA over van een of beide ouders. Ofwel leidt dat rechtstreeks tot een kankercel, ofwel ontstaan er zo cellen die al vanaf de geboorte een of enkele fouten meedragen, waardoor een opstapeling van fouten tijdens het leven versneld wordt en zo sneller tot kanker leidt. 3 Ten derde is het mogelijk dat uitwendige invloeden het celdelingsproces verstoren, waardoor er veel sneller een fout kan ontstaan. In het hoofdstuk over het ontstaan van kanker gaven we hiervan al een voorbeeld bij longweefselcellen. Zolang de deling van de cellen niet verstoord wordt, kunnen we aannemen dat er nagenoeg geen fouten optreden. Als we dit celdelingsproces echter verstoren door schadelijke