Hoofdstuk 9
184
in de loop van hun leven prostaatkanker te ontwikkelen. Meer voorkomende genetische afwijkingen die een rol spelen bij het ontstaan van prostaatkanker, komen voor bij 1-5 % van de bevolking, maar deze afwijkingen vergroten de kans om prostaatkanker te krijgen maar in beperkte mate. Voeding, hormonale invloeden en obesitas spelen maar een geringe rol in het ontstaan van prostaatkanker.
C Diagnose Onderzoeken die helpen bij de diagnose en stadiëring van prostaatkanker, zijn: een bepaling van het PSA (prostaat specifiek antigeen) in het bloed, een rectaal onderzoek van de prostaat en beeldvormingsonderzoeken, zoals een transrectale echografie, een MRI, een botscan of een PSMA-PET-scan. De diagnose zelf wordt echter altijd gesteld door het uitvoeren van prostaatbiopsies. Tegenwoordig is het vermoeden van een prostaattumor vaak gebaseerd op een gestegen serumwaarde van het PSA. Dit PSA is prostaatspecifiek, maar niet tumorspecifiek. Het PSA kan bijvoorbeeld ook gestegen zijn door een prostaatontsteking. Een verhoogde serumwaarde vormt dus niet altijd een bewijs voor de aanwezigheid van een prostaatcarcinoom, maar het geeft wel aanleiding tot een uitbreiding van het onderzoek (zie het hoofdstuk over symptomen, diagnose en prognose meer specifiek de paragraaf over tumormerkers).
3.3
Prognose en behandeling
A Prognose Wanneer een niet-uitgezaaide prostaatkanker behandeld wordt, is de prognose zeer goed en bereikt de kans op vijfjaarsoverleving bijna 100 %. Als er uitzaaiingen zijn op afstand, wordt de kans op vijfjaarsoverleving gereduceerd tot ongeveer 60 %, wat nog steeds goed is in vergelijking met andere kankertypes.
B Behandeling De behandeling van prostaatkanker is afhankelijk van het stadium van de tumor, de leeftijd en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. De meest toegepaste behandelingen van prostaatkanker zijn op dit moment chirurgie, radiotherapie en hormonale therapie, al dan niet in combinatie. Radiotherapie kan zowel uitwendig als inwendig (brachytherapie, zie het hoofdstuk over het hoofdstuk over behandeling behandeling) toegepast worden. Gezien het vaak traag groeiende karakter van prostaatkankerweefsel is het bij kleine prostaatkankers soms ook een optie om alert af te wachten hoe de kanker zich verder ontwikkelt.