Van Verre 295 - NL

Page 1

NYENRODE ALUMNI VCV MAGAZINE

ONDERNEMER CARL MAKAFUI

ACOLATSE SWINGT (MET BRUID) OP ZONNEENERGIE IN GHANA

THEMA: AFRICA, THE NEXT BIG THING!

NUMMER 295 MAART 2023 * Diana Wesselius - ontwikkelingsbank FMO: Afrika is rijk continent met grote uitdagingen; * Gary de Vogel - Hi-Tec SA: Rwanda wordt verrassing van de eeuw; * Alex Soethoudt - consultant: Wildplaats is een uit de hand gelopen hobby; * Jeroen Tollenaar - ondernemer: koffiebranderijen in Kenia; * Charles Odoom - African Center for Economic Transformation: private sector cruciaal voor de jeugd; * Shayne Vervoort - ex-McKinsey: ANC is kerk met stromingen van kapitalisme naar communisme; * Bas de Lange - Chevron: in Nigeria zijn miljarden oliedollars weggesluisd.

INHOUD VAN VERRE nr.295

S ERIE

52 TOPVROUWEN

Linda Hummel CEO until No Leprosy Remains / directeur Leprastichting:

“Ik zie nog steeds mensen, zelfs kinderen, met lepra. Terwijl dat nu onnodig is!”

THEMA: AFRICA, THE NEXT BIG THING!

08 INLEIDING THEMA

10 Investeerder Diana Wesselius (19960129) werkte 17 jaar voor ontwikkelingsbank FMO. “Afrika is een rijk continent, met veel uitdagingen die economische groei kunnen beperken.”

16 CEO van Hi-Tec SA Gary de Vogel (20107252): “Rwanda wordt de verrassing van de eeuw!”

22 Consultant Alex Soethoudt (19880175) over haar unieke keuze: “Deze wildplaats is een uit de hand gelopen hobby!”

26 Carl Makaful Acolatse (20120401) maakte een veelbelovende start met een afvalverbrandingsproject in Ghana. Toen kwamen de verkiezingen…

29 Jeroen Tollenaar (20125501) kwam in Kenia terecht om tweemaal een koffiebranderij op te starten. “Mijn vrouw zei, ga alsjeblieft weer reizen!”

34 "Private sector cruciaal voor toekomst van jonge Afrikanen!"  Charles Odoom (20100425) is consultant bij het African Center for Economic Transformation (ACET).

37 “Oliewinning in Angola en Nigeria was nauwelijks winstgevend.”  Zo stelt Bas de Lange (20000407), ingenieur/manager voor Chevron in de grootste oliebron en gasbel van het Afrikaanse continent.

40 Softwarespecialist Marcel Nkongo Kwedi (20080415):  "Ik wilde werk met impact doen in Kameroen."

42 “Als ik op het vliegtuig stap naar Kaapstad, ga ik naar huis.” Egon Theunissen (20050343) was zes jaar lang CEO van Danone SA. Hij verruilde gevaarlijk Johannesburg voor prachtig Paarl.

45 “ANC is een grote kerk met stromingen van kapitalisme naar communisme!” McKinsey-man en ondernemer Shayne Vervoort (20100425) belicht de problemen van Zuid-Afrika.

48 Asset manager Lies Oudemans (20140063) was stagiaire in de democratische republiek Congo: “Het zijn de vrouwen die zorgen voor een stabiel inkomen!”

Na vijftien jaar werkzaam te zijn geweest in het internationale bedrijfsleven besloot Linda Hummel (19820163) zich te wijden aan maatschappelijk relevant werk. Ze tilde de funding van Amref Flying Doctors naar een hoger plan. Als CEO van until No Leprosy Remains heeft ze haar ideale plek gevonden, mede omdat ze iets terug wilde doen voor haar gehandicapte broer. Haar doel is om lepra de wereld uit te helpen.

COLUMNS

03 HOOFDREDACTIONEEL

Oele Steenks: Africa, the next big thing!

07 Prof. dr. Désirée van Gorp

LL.M.: De kracht van Afrika

57 Kapé Breukelaar: Leergeld

VCV NIEUWS

RUBRIEKEN

VOORWOORD Corina Blokland 05 NYENRODE ALUMNI VCV NIEUWS 06 BESTUREN NIEUWS 59 COLOFON
04
TUMTUM 1 58 TUMTUM 2 59 Privé nieuws 2 | VAN VERRE 295
57

OELE STEENKS (19720057)

Africa, the next big thing!

In deze editie ben ik uw reisleider op zakelijke safari door Afrika. Hiermee wordt aangesloten op de plotseling opkomende urgentie van de EU en de VS om op mega-investeringen te jagen in Afrika. Voor zover het een vergeten continent zou zijn, dan komt daar in 2023 verandering in. Afrika is ‘the next big thing.’

In februari 2022 vond in Brussel een conferentie plaats tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie. Hierbij spraken beide partijen uit dat de EU de belangrijkste handelspartner van het Afrikaanse continent zal zijn, met een voortrekkersrol met betrekking tot ontwikkelingshulp en humanitaire bijstand.

In 2017 had de EU al een investeringsprogramma van 44 miljard euro op het Afrikaanse continent in gang gezet. Ursula von der Leyen kondigde een extra investeringsprogramma aan van 150 miljard euro. Daarmee zullen o.a. de energietransitie, de infrastructuur, de digitale communicatie, de gezondheidszorg en de biodiversiteit in Afrika verder worden ontwikkeld.

In december 2022 ontving president Biden 49 Afrikaanse staatshoofden voor een driedaagse top in Washington. Ook hier stond een gelijkwaardig partnership tussen de VS en de AU centraal. De timing kon niet los worden gezien van het conflict met Rusland over de oorlog in Oekraïne. Het sentiment onder een aantal Afrikaanse landen is dat zij het slachtoffer zijn van de strijd, aangezien de westerse sancties de voedselvoorziening in een deel van de AU in de waagschaal hebben gelegd. Om tegengas te geven kwam Biden met een US-investeringsprogramma in Afrika van $ 55 miljard.

Vanuit Beijing is een uitgebreid

REAGEREN? josteenks@planet.nl

netwerk van Chinese ondernemingen die investeren in het Afrikaanse continent uitgerold. McKinsey becijferde in 2017 dat er meer dan 10.000 Chinese ondernemingen actief waren in de AU. De Chinezen zijn heel gericht bezig om energiewinning (nog steeds veel steenkool en olie), infrastructuur en transport, vastgoed en schaarse metalen in handen te krijgen.

De Nyenrode Business University heeft ondernemers, investeerders en managers opgeleid die zowel vanuit hun Afrikaanse identiteit als vanuit hun positie in westerse organisaties, bedrijven en financiële instellingen actief zijn op het Afrikaanse continent. Afgezet tegen de omvang van het continent, is het aandeel van alumni relatief beperkt, maar niet minder interessant. Zij zullen werken met respectering en waarborging van de Europese ESG-regels en niet willen meegaan in corruptie.

Diana Wesselius (19960129) was 17 jaar werkzaam als investeerder voor ontwikkelingsbank FMO en geeft inzicht in de projectaanpak in een aantal Afrikaanse landen. Zij geeft aan dat de ESG-regels de financiering kunnen vertragen, maar wanneer Afrikaanse partners eenmaal aan boord zijn, groeit het begrip voor de westerse optiek. En dan kan er winst worden gemaakt!

Een van de succesvolste Nyenrodianen, Frank van Wezel (19580108), verkocht zijn schoen imperium Hi-Tec, maar hield de Afrikaanse markt voor zichzelf.

Zijn CEO Hi-Tec SA Gary de Vogel (20107252) neemt ons mee op een tour langs Afrikaanse markten, waar hij prima geld verdient. Zijn tip voor dit jaar is de kleine staat Rwanda, dat strak is georganiseerd onder president Paul Kagame.

De man is een verlichte despoot, maar diverse alumni stellen dat dit

soms beter is dan alle corruptie die gepaard gaat met reguliere verkiezingen, zoals in Nigeria. Bas de Lange (20000407), manager van Chevron Nigeria, ziet met afschuw hoe de politieke top miljarden dollars aan olie-inkomsten heeft verkwanseld, waardoor een deel van de bevolking van 220 miljoen inwoners straatarm dreigt te worden, zeker nu er wordt gewisseld van bankbiljetten. De Centrale Bank heeft er blijkbaar te weinig gedrukt.

Afrika is een prachtig continent, dat slechts vier procent van de CO2emissie produceert. De mensen zijn er meer geaard en gewend om met de dag te leven. Lees het verhaal van Jeroen Tollenaar (20125501) die als een moderne avonturier twee koffiebranderijen in Kenia op poten zette. Hij is verslaafd geraakt aan het leven op zijn boerderij tussen de Masai.

Wellicht dat alumni als Marcel Nkongo Kwedi (200804415), Charles Odoom (20070128) en Carl Makafui Acolatse (20120401) hierom zullen grinniken, want humor is belangrijk in Afrika. De liefde trouwens ook, want Carl en zijn bruid delen hun geluk op de cover

Tot slot wil ik mijn dank en waardering uitspreken naar Corina Blokland (20070305) die afscheid nam als voorzitter van het Hoofdbestuur van de VCV. Ik wens haar opvolger Menno Broos ( 20060025) veel succes toe en kijk uit naar een constructieve samenwerking. ♦

Van Verre!

Oele Steenks, hoofdredacteur

HOOFDREDACTIONEEL
VAN VERRE 295| 3

CORINA BLOKLAND (20070305)

Corina Blokland (20070305) is voorzitter van Nyenrode Alumni VCV. Zij deed PTMSc en EMBA op Nyenrode en is ondernemer.

Liefde voor Afrika en passie voor de VCV!

Deze nieuwste Van Verre gaat over Afrika. Een immens continent met diverse landen, gezichten en contrasten. Er is een rijkdom aan natuur, grondstoffen en stammen, volken, mensen. Mijn eerste kennismaking met Afrika was omstreeks 2005. Een vriend van mij werkt voor WarChild en met een groep vrienden gingen we niet alleen een prachtige rondreis maken door Oeganda, maar we bezochten ook een vluchtelingenkamp. Vooraf hadden we sportkleding ingezameld die we daar konden uitdelen. We gingen met de kinderen spelen, sporten en muziek maken. Een ervaring om nooit te vergeten én een reden om nog meer van Afrika te ontdekken. Tijdens de Executive MBA van Nyenrode stonden er twee uitwisselingsprogramma’s op de rol en eentje daarvan was de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Het waren lange en intensieve dagen, maar gelukkig kregen we de tijd om de lokale omgeving te ontdekken. Een project voor een wijnboerderij maakte dat we met enige regelmaat op pad waren en meer over het land en de cultuur leerden kennen. En vooruit, de vele wijnproeverijen waren ook niet verkeerd.

Mijn laatste trip naar Afrika was naar Ghana, samen met Peter Willemse (Commissaris ICT) en Jan Bernard Nolst Trenité (voormalig voorzitter VCV). Ghana is het tweede thuisland van JB en hij leidde ons rond, liet ons kennismaken met de lokale cultuur en geschiedenis. Al met al drie unieke ervaringen waardoor ik Afrika in mijn hart heb gesloten, hoe beperkt mijn reiservaring wellicht ook is. Als het over reizen gaat, dan stopt voor nu ook mijn reis als voorzitter van het Hoofdbestuur van de NA VCV. Het aanstaande moederschap in combinatie met mijn bedrijven, maakt dat ik niet meer de tijd heb om met volle

AGENDA

06-04-2023

Nyenrode Alumni Event in London

11-04-2023

Nyenrode Alumni Talks

13-04-2023

Kring Marketing & Digital 01-06-2023

aandacht en passie mijn functie uit te kunnen voeren. En het zit nu eenmaal in mij dat ik het graag goed wil doen, of niet. Ik kijk met veel plezier en trots terug op de ruim 11 jaar waarin ik met het vertrouwen van u, heb mogen meewerken en -bouwen aan de NA VCV. Dank daarvoor en als de tijd er weer rijp voor is, hoop ik met veel energie, passie en liefde, weer iets te kunnen betekenen voor onze vereniging.

In mijn ogen is de VCV iets waar we als alumni trots op mogen zijn en moeten koesteren. Gelukkig wordt alles wat we organiseren erg gewaardeerd. Het was even wat lastig door corona, maar we merken dat er weer reuring is. Het investors event in de Ridderzaal zat tjokvol en de kringen komen ook weer op stoom, zowel in Nederland als internationaal. Ik zag op ons platform mooie events voorbijkomen van onder andere de Ladies Circle, Kring Commissarissen en Kring London, waar binnenkort een borrel georganiseerd wordt. Reis mee op al deze positieve energie waar we op allerlei manieren (samen) werken aan wat ons verbindt: Nyenrode en haar kernwaarden Leadership, Entrepreneurship en Stewardship. Ik neem afscheid van u als voorzitter, niet als Nyenrodiaan. Speciale dank wil ik hier uiten naar mijn collega’s van het Hoofdbestuur, het Alumni Office, het RvA bestuur, de jaarvertegenwoordigers, de redactie van dit magazine, het College van Bestuur van Nyenrode, de Heeren V NCV, het bestuur van de JCV en de VAS. Ooit toen ik op Nyenrode ging studeren werd mij verteld dat Nyenrode naast een reward voor life, ook zorgde voor friends for life. Niets is minder waar!

Van Verre, Corina Blokland Voorzitter

Retail as an ecosystem in 2030, Circulaire economie

11-06-2023

Oldtimer- & Cabriodag

03-07-2023

Nyenrode Alumni

RBM Golf event 2023

Voor aanmeldingen en meer informatie: nyenrodealumni.nl en Nyenrode Alumni VCV Office, info@nyenrodealumni.nl, telefoon 0346 - 291 513

Nyenrode Alumni Kring

Amsterdam & Kring Sustainability wilden een serieus onderwerp luchtig aansnijden en dat is gelukt!

Alumna Tanja Dik (19920911), CEO van de Johan Cruijff ArenA, stond op het podium met de getalenteerde improvisatiekunstenaars van Boom Chicago. Tanja vertelde over haar ambitie om te streven naar netto positiviteit voor de Johan Cruijff ArenA in 2030. De concerten van Coldplay (15,16,18 en 19 juli) zijn een uitdagende testcase, om alle partners in de supply chain mee te krijgen in zo’n energiedoelstelling. Daar wisten de comedians van Boom Chicago wel raad mee.

HET BESTUUR
VAN
REAGEREN? ➜ bloklandc@gmail.com
4 | VAN VERRE 295
NYENRODE
INFO@NYENRODEALUMNI.NL, TELEFOON: 0346 – 291 513
ALUMNI VCV OFFICE,
TANJA DIK ONTMOET BOOMCHICAGO....

NYENRODE ALUMNI VCV NIEUWS

INVESTORDAY:

VIER SCALE-UPS DIE GAAN DOORPAKKEN

LADIES CIRCLE KENT

MEGA-HERSTART!

Hoe kan vrouwelijk leiderschap groeien en kunnen de quota van vrouwen in directies, raden van bestuur en raden van commissarissen gehaald worden? Dat was onder andere één van de onderwerpen tijdens de Ladies CircleFemale Leadership die op 16 maart werd gehouden in het Koetshuis. Twee topvrouwen fungeerden als inspirator: Ceo Aon Holdings Marguerite Soeteman-Reijnen (19850161) en Carla van Stralen (20000373), topcoach en oprichtster van The Women’s Leadership Program. In de Top 100 corporate vrouwen van 2022 (Management Scope, red.) zijn de Nyenrode-vrouwen goed vertegenwoordigd. Maar benadrukt werd ook dat het uiteindelijk gaat om de impact, binnen en buiten de organisatie, die vrouwen op deze posities willen maken. Geïnspireerd door de verhalen van Marguerite en Carla waren er rondetafeldiscussies over de eigen leiderschapsontwikkeling. Tien alumni topvrouwen op CEO-niveau traden op als tafelhosts en hebben tijdens de interactieve sessie de gesprekken mogen leiden. Succesverhalen bereiken de media, maar het durven tonen van kwetsbaarheid kan net zo belangrijk zijn bij het bereiken van persoonlijke doelen. En dat is wat de ruim honderd vrouwen tijdens deze avond hebben mogen laten zien en ervaren.

Dit Ladies Circle event was de herstart van de kring en we hopen de komende tijd weer veel mooie evenementen neer te zetten. We zijn op zoek naar een nieuw bestuur dus mocht je het leuk vinden om mee te helpen deze evenementen vorm te geven stuur dan even een mailtje naar info@nyenrodealumni.nl

Dit was het laatste evenement van Nienke Janzen, ze gaat ons team helaas verlaten. We wensen haar heel veel succes in haar verdere toekomst en bedanken haar voor haar inzet.

Dit jaar stond tijdens de Investorday de categorie scale-ups op de agenda. De belangstelling bij inschrijving was groot en vier scale ups kwamen door de selectie om te presenteren op Investorday, die op 16 februari plaats vond in de Ridderzaal van het kasteel. Maar liefst 72 geïnteresseerden, waaronder de nodige investeerders, waren afgekomen op de vier pitches van de volgende ondernemingen:

Siip Group, een techbedrijf dat op maat gemaakte identificatie, authenticatie en verificatie oplossingen biedt, op basis van een echte identiteit. De technologie biedt meerdere toepassingen waaronder closed-loopticketing, wat betekent dat men vanaf de uitgifte van een ticket tot het moment van gebruik weet dat men met een echt persoon te maken hebt. Dat levert meerwaarde op en betekent dat je elk individu in het publiek kunt bereiken. IPD is een gezondheidsgericht initiatief dat overtuigend werd gepitcht door Richard van de Wateringen.

Een slimme oplossing voor infecties aan prothesegewrichten en metalen implantaten. 2Play richt zich op het creëren van een interactieve speeltuin voor jonge kinderen in verschillende winkelcentra in Nederland. Een concept dat perfect aansluit bij de zoektocht van jongeren naar nieuwe ervaringen gedreven door technologie.

OOPKOP Is afnemende geestelijke gezondheid de volgende pandemie? Niet volgens OOPKOP, een scale-up die meer is dan een platform maar een echte bedrijfspartner in mentale gezondheid.

Investorday werd geleid door Bas van Lieshout en Yvette Schuurmans van Ondernemend Nyenrode. Aart Zandbergen, venture capitallist bij Smartbiz Investment, was de moderator.

SLIM OMGAAN MET BEDRIJFSDATA

Op donderdag 13 april is er een interessante kennissessie over hoe je data slim kunt toepassen voor Marketing & Sales. Die avond is de Kring Marketing & Digital te gast bij Company.info (onderdeel van FD Media) in de Glasfabriek in Amsterdam. Company.info is een organisatie die relevante data over bedrijven samenbrengt, structureert en toegankelijk maakt op basis van slimme technologie. Meer informatie en tickets vind je op het VCV-platform onder Events (www.nyenrodealumni.nl)

VAN VERRE 295| 5

STUDENTEN BESTUURS NIEUWS

NCV MODERNISEERT TRADITIES!

deel uit van de Farato Education Foundation. In de betreffende regio zullen ze kwaliteitsonderwijs aanbieden, waarvoor druk wordt gebouwd aan een derde school. De reis is het eerste contact tussen Nyenrode studenten en de leerlingen van de Farato Education Foundation. Het doel is een samenwerking tussen Nyenrode Business Universiteit en de bevolking van Farato. De reis duurt een maand. Midden april worden de ontwikkelingswerkers terugverwacht.

Inmiddels is de Dies Natalis van de NCV in maart gevierd met een boks gala. Dat werd voorafgegaan door een weighin & stare-down presentatie. In de sporthal namen zestien boksers uit vier verschillende lichtingen het tegen elkaar op in de ring.

Verder namen aankomende jaarclubs deel aan ‘Crazy 78, The Battle of the Yearclubs’. Ze kregen de kans om zich te bewijzen als een waardige jaarclub, door samen leuke dingen te doen en opdrachten uit te voeren in een onderlinge strijd tegen andere vriendenclubjes.

jaar welke studententradities in vergetelheid zijn geraakt, maar nog wel veel inspiratie en training zouden kunnen brengen. Daarom wordt er hard gewerkt aan de terugkeer van de ‘kathederavonden.’ Hierbij zullen alle studenten meermaals in de week gezamenlijk in de mensa eten. Ondertussen worden speeches verzorgd vanaf de katheder en kan er gediscussieerd worden met en door de zaal. Het past in ons streven om de NCV toekomstbestendig te maken. We willen dat onze studentenvereniging meer reflecteert op het eigen functioneren, zeker onder de kritische, maatschappelijke beeldvorming van corpora.

Acht tweedejaars bachelors zijn in maart afgereisd naar Gambia om zich in te zetten voor de lokale bevolking. Zij maken in het kader van een ‘company project’

Ten slotte zal in april een Nyenrode studententeam deelnemen aan een studentenzeilevenement voor klassieke schepen. Ze wagen op een fraai schip de oversteek naar Engeland in een race tegen andere studententeams uit Nederland. Het belooft een spannend evenement te worden!

Het Collegie onderzoekt dit bestuurlijk

Ten slotte, toen het Collegie in januari het stokje overnam, kreeg het de kans om de eerste grote Heeren Vijf van Weleer Homecoming - Time for Change bij te wonen. Een geslaagde avond waar meer dan honderd alumni van het XIe tot het huidige Collegie, uit elf verschillende landen samen kwamen in het Koetshuis om elkaar weer te zien, samen te dineren, te discussiëren, aandachtig te luisteren naar speeches en zelf verhalen te vertellen. Voor allen was het terugkomen op een plek die zij thuis hebben genoemd. Dat is wat de NBU-opleiding op het landgoed zo uniek maakt. Het is niet alleen een academische ervaring, maar ook een thuis voor het leven! ♦

Namens het LXXVIIIe Collegie der Heeren Vijf, Van Verre!

Het JCV- bestuur ging zijn jaar van start met een goed bezochte ontbijtsessie op 10 februari in de Industriële Grote Club in Amsterdam. Jan-Bart van Beek, manager bij computerspelbouwer

Guerilla Games en Merel

Osinga, werkzaam bij SunRock, de ontwikkelaar van slimme energieoplossingen, boden veel kennis en praktische ervaring. De week daarna was het tijd voor een fitting sessie bij sponsor Quality-

Farato Education programma Gambia. Stare Down voor Boks Gala.
6 | VAN VERRE 295
Heeren Vijf Homecoming.
J CV NIEUW BESTUUR, NIEUWE OUTFIT

ONDERNEMEND NYENRODE: MEER

DAN PODCASTS!

Afgelopen december vond een wisseling van de wacht plaats bij Ondernemend Nyenrode. Dit gebeurde tijdens een podcast met designer Fabienne Chapot, waarbij de oude en de nieuwe board gezamenlijk de uitzending verzorgden. Het nieuwe team bestaat uit zeven personen die NBU studenten gaan inspireren op het gebied van ondernemerschap. Uiteraard blijft de podcast op het programma staan, maar de ambitie reikt verder. Denk aan een golfevenement, onderhandelingstrainingen, ideegeneratie workshops en ontvangen van verschillende gastsprekers.

Van Verre!

Bas van Lieshout - Chairman

Yvette Schuurmans - Vice chairman

Hessel van Holten - Head of events

Sofia Konincks - Head of promotion

Stella Visser - Head of outreach

Thom Prins  - Head of podcast

Philip van Tholen - Head of technic

Tailor in Haarlem. Voor de passpiegel drong het besef door dat het nieuwe JCV-jaar echt was begonnen. Op naar de Rally en tot op de ALV!

Van Verre!

Het 12e JCV bestuur

De Kracht van Afrika

Afrika een immens continent met prachtige natuur, rijk aan grondstoffen, aanstekelijk ondernemerschap en met de jongste populatie in de wereld. Nyenrode heeft een bescheiden maar krachtige footprint op het continent van alumni, die er wonen en werken. Ze wijzen ons regelmatig op het potentieel van het continent. Er liggen bijvoorbeeld grote kansen om Afrikaanse vrouwen meer het voortouw te laten nemen in handelsactiviteiten. Vrouwen spelen niet alleen een essentiële rol in de sociale cohesie binnen veel landen op het Afrikaanse continent, zij vertegenwoordigen een enorm economisch potentieel dat deels onontgonnen is. Een belangrijk rolmodel en voorvechter van het ontwikkelen van het vrouwelijk potentieel is Dr. Ngozi Okonjo-Iweala. Zij refereert aan het investeren in vrouwen als smart economics: “Investing in women is smart economics, and investing in girls, catching them upstream, is even smarter economics.” Dr. Ngoizi is de eerste vrouwelijke en eerste Afrikaanse Directeur Generaal van de Wereldhandelsorganistie (WTO). Misschien nog belangrijker is dat zij, in mijn ogen, als geen ander dé persoon is die vernieuwing binnen de Wereldhandelsorganisatie kan brengen.

Zij is groter dan het papier van haar curriculum vitae kan dragen met haar rol als hervormer in verschillende ministersposten in Nigeria, ontwikkelingseconoom bij de Wereldbank en nu als de baas van de WTO. Ook in die rol zal zij er ongetwijfeld in slagen om de sociale en economische ontwikkeling van de minst ontwikkelende landen te bevorderen, zoals zij onvermoeibaar in haar indrukwekkende carrière heeft gedaan. Ik heb vorig jaar november de eer gehad Dr. Ngozi in onze Nyenrode gemeenschap te verwelkomen met het uitreiken van een eredoctoraat1, waarmee ze in de voetsporen is getreden van een continent genoot, Nelson Mandela. In de verschillende professionele rollen die Dr. Ngozi heeft vervuld is zij, ondanks tegenkrachten, altijd blijven staan voor haar idealen en heeft zij deze weten om te zetten in acties getuigend van een uitzonderlijk leiderschap. Hoe eervol dat zij nu op een bijzondere manier aan Nyenrode verbonden is. Net als veel van onze alumni, is Dr. Ngozi van mening dat de beste manier om het potentieel van Afrika verder te ontwikkelen is banen te creëren en daar speelt ondernemerschap een cruciale rol. Dat is de reden dat de WTO met name ondernemers met kleinere bedrijven en vrouwelijke ondernemers ondersteunt om regionale en internationale markten te betreden. Wat mij betreft is er een belangrijke taak weg gelegd voor westerse multinationals en voor ons allemaal om het Afrikaanse continent met producten en diensten van hogere toegevoegde waarde te laten aansluiten op wereldwijde waardeketens2.

Met de snelgroeiende bevolking en urbanisatie, ontstaat er nieuw ondernemerschap in zogenaamde charter cities3. Het gaat om nieuwe steden met een eigen juridisch systeem als antwoord op de toenemende trek van vooral jonge mensen naar de steden, waar vrij baan gegeven kan worden aan ondernemerschap en nieuwe governance structuren los van oud politiek en economisch zeer dat veel steden in de greep heeft. In Nigeria bijvoorbeeld wordt een nieuwe stad, Itana, gebouwd. Ook in Rwanda, Zambia en Zanzibar zijn initiatieven van deze stedelijke laboratoria, waarin wordt geëxperimenteerd met onder andere regelgeving, governance en het staat landen vrij om de geleerde lessen landelijk uit te rollen. Ja de kracht van Afrika, dat is waar deze column over gaat en waar ik in geloof. In mijn rol in de adviesraad van het Chairs programma van de WTO, ervaar ik de kracht van Afrika in collega’s waar ik mee mag samenwerken. Een ander mooi voorbeeld is de Wildlife Forensic Academy die in Zuid-Afrika is opgericht. Het is de essentiële ontbrekende schakel in het tegengeluid van stropende criminaliteit, die natuur en dieren op wereldwijde schaal in de greep heeft. En ja ook ons, als belangrijk doorvoerland voor illegale stropers. Nyenrode gaat dit jaar een samenwerking aan met deze Academie. Het eerste programma, een unieke symbiose van design thinking en leiderschap, bieden wij in het najaar exclusief voor onze alumni aan. Zo omarmen we binnen Nyenrode de kracht van Afrika. d.vgorp@nyenrode.nl ♦

COLUMN
VAN VERRE 295| 7 NIEUWE OUTFIT
Voor tekst met voetnoten gebruik de QR-code
8 | VAN VERRE 295

THEMA: AFRICA, THE NEXT BIG THING!

Afrika heeft een magische klank: het enige continent waar de unieke natuur en de inwoners nog in zekere harmonie leven. Goed verdienende mensen uit Europa, de Verenigde Staten en Azië moeten toch eenmaal in hun leven de Big Five hebben gezien. De toeristenindustrie maakt dat de inwoners dikwijls met een romantische bril worden bekeken. De bevolking van de 54 landen op het continent is trots en meer geaard dan westerlingen.

Het is de vraag of de moderne Afrikanen zo gezien willen worden.

In elk geval hebben ze in 2022 duidelijk gemaakt, dat ze als internationale zakenpartners behandeld willen worden. De EU zegde een investeringspakket van 150 miljard euro toe en de VS kwamen met een som van $55 miljard over de brug. Hiermee moeten de energietransitie, de infrastructuur, de digitale communicatie, de gezondheidszorg en de biodiversiteit verder ontwikkeld worden. Het zijn projecten waarbij staatsondernemingen partnerships aangaan met de multinationals van deze wereld. Deze samenwerkingsverbanden moeten verder toegang verschaffen tot de internationale kapitaalmarkt.

In deze editie komen alumni aan het woord die een professionele bijdrage leveren of hebben geleverd aan de economische transformatie in Afrika.

De interviews met investeerder Diana Wesselius (19960129) die 17 jaar in Afrika werkte voor ontwikkelingsbank FMO; met CEO van Hi-Tec SA Gary de Vogel (20107252) die de consumentenmarkten van Afrika bewerkt en met de Ghanese business consultant Charles Odoom (20100425) die regeringen adviseert; geven inzicht in de enorme mogelijkheden van het continent en de grote beperkingen.

De keerzijden van de medaille zijn in veel staten de politiek, verkiezingen, het monetair beleid en de olifant in de kamer die corruptie heet! Lees in dit kader de volgende interviews.

Shayne Vervoort (20100425), ex-McKinsey en ondernemer, belicht de problematiek van Zuid-Afrika waar ex-president Jakob Zuma verantwoordelijk was voor een diepgeworteld systeem van corruptie. Onlangs bleek het ANC nog steeds banden te hebben met het Rusland van president Poetin.

Bas de Lange (20000407), ingenieur/manager voor Chevron, stelt op persoonlijke titel vast dat de leiders van Nigeria miljarden dollars hebben weggesluisd naar Londen en Dubai. Beelden van de recente verkiezingen laten de wanhoop van de gewone Nigeriaan zien.

Zakenman Carl Makafui Acolatse (20120401) maakte een veelbelovende start met een afvalverbrandingsproject in Ghana. Toen kwamen de verkiezingen en lag het project direct stil. Gelukkig voor Carl, bloeit ook in Ghana de private markt voor zonne-energie!

VAN VERRE 295| 9

In 2022 bereikte de Europese Commissie een akkoord met de Afrikaanse landen, vertegenwoordigd door de Afrikaanse Unie (AU), om 150 miljard euro te gaan investeren in Afrika. Een termijn werd niet genoemd, maar het is logisch om daar het jaar 2030 aan te koppelen, want dan moeten de zogenaamde Sustainable Development Goals (werelddoelen voor duurzame ontwikkeling) gehaald zijn. Nadrukkelijk werd door Ursula von der Leyen gesteld, dat er op basis van gelijkwaardigheid zaken moesten worden gedaan. Het tijdperk van ontwikkelingshulp zou ten einde moeten komen.

In ons land houdt de ontwikkelingsbank

De EU komt met een investeringsgarantie van 150 miljard euro om grote zaken te doen met het continent. Diana Wesselius Msc (19960129) heeft 17 jaar lang voor ontwikkelingsbank FMO investeringen gedaan in de infrastructurele sector, met een sterke nadruk op de energie sector. Er is een ideologische agenda, maar de Nederlandse ontwikkelingsbank maakt wel winst. Voor Diana betekende de samenwerking met ambitieuze mensen met een passie voor impact, die actief willen bijdragen aan een betere toekomstige wereld, een grote voldoening. Zij deelt haar ervaringen en inzichten op persoonlijke titel.

FMO zich bezig met het financieren van de private sector in onder andere Afrika, met als doel bij te dragen aan een inclusieve en duurzame welvaartsgroei.

Dat het niet om liefdadigheid gaat, blijkt uit het jaarverslag over 2021, dat een winst rapporteert van 491 miljoen euro. Een multinational zal er de hand niet voor om draaien, maar toch!

De waardering van het private equity portfolio was omhooggegaan na het beëindigen van de coronapandemie, de dollarkoers was gunstig uitgepakt en de meeste klanten hadden aan hun financiële verplichtingen voldaan.

De portfolio aan uitstaande leningen zorgde daarbij voor een stabiel inkomen. FMO heeft inmiddels een gecommitteerde portfolio van tien

miljard euro aan investeringen.

Dat het bij FMO gaat om een bijzondere missie, wordt ook snel duidelijk in het jaarverslag. Er werd 714 miljoen euro geïnvesteerd in het verminderen van ongelijkheid in de wereld en 544 miljoen euro ging naar bedrijven en/of projecten die bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen. Met de onderliggende activiteiten van FMO’s portfolio zouden 644 duizend directe en indirecte banen gecreëerd zijn. Het zijn de eindcijfers, maar daarmee is het volledige verhaal over financieren in Afrika zeker niet verteld.

NALEVING VAN ESG STANDAARDEN

“Als ontwikkelingsbank hanteert FMO hoge ESG standaarden bij het doen van financieringen. Projecten en

10 | VAN VERRE 295
“Afrika is een rijk continent, met veel uitdagingen die
DIANA WESSELIUS
DOOR OELE STEENKS / FOTO’S FRANS LEMMENS (19710024) & DIANA WESSELIUS

die economische groei kunnen beperken.”

businessmodellen worden niet alleen getoetst op financiële haalbaarheid, ook worden financieringen beoordeeld op milieu- en sociale impact van de onderliggende activiteit, governance praktijken, en wordt er getoetst of de Afrikaanse partner voldoet aan antiwitwas en anti-corruptie regelgeving. We gaan er dus met een moreel kompas in. Dat maakt dat er wel wat tijd overheen gaat voordat we tot een finaal financieringsbesluit komen. Regelmatig zijn er verbeteringen in de ESG-aanpak van de betreffende ondernemer dan wel de lokale overheidsinstanties vereist, voordat FMO over kan gaan tot financiering. Ook begeleidt FMO de partijen die zij financiert bij het in de praktijk toepassen van ‘best practise’ in het managen van de ESG. Een goed voorbeeld daarvan is het betrekken van de lokale bevolking in de plannen voor de ontwikkeling van energieprojecten, op een manier dat de lokale bevolking er ook van mee profiteert. Zuid-Afrika is daarin een voorloper op het continent. Bij de biedingen voor energieprojecten is het een vereiste dat een percentage van de winst van de projecten wordt uitgekeerd aan de lokale bevolking. Deze bijdragen worden vervolgens geïnvesteerd in projecten die de gemeenschap ten goede komen,” aldus Diana Wesselius.

We horen en lezen veel over de toenemende Chinese betrokkenheid bij de ontwikkeling van infrastructuur in Afrika. Is het voor een Afrikaanse partij niet interessanter om zaken te doen met Chinese partijen, die ESG niet zo nauw lijken te nemen?’ “Het is voor de meeste Afrikaanse landen zeker interessant om samen te werken met de Chinese partijen. De Chinezen hebben andere drijfveren dan de Europeanen, zij zien Afrika vooral als een belangrijke handelspartner. Daarmee zijn zij over het algemeen zeer pragmatisch in hun benadering. Er wordt vaak met argusogen gekeken naar de betrokkenheid van China in Afrika, maar ik geloof dat Afrika de betrokkenheid van zowel de Chinezen, als de Europeanen en Amerikanen nodig heeft om zich als continent verder te ontwikkelen. De verschillende benaderingen vanuit Europa, de VS of China hebben zowel voor- en nadelen. Als voorbeeld, wanneer een Afrikaans land een infrastructureel project wil ontwikkelen, staan de Chinezen klaar om de volgende dag te beginnen met bouwen, en brengen ze zelf de financiering mee. Europese partijen zijn ook geïnteresseerd in de bouw en financiering van het betreffende project, echter komen zij met voorwaarden en zijn er maanden nodig voordat er aan die voorwaarden kan worden voldaan. De Europeanen leggen een nadruk op hulp en hebben de wens om Afrika naar een

hoger niveau te tillen. Het nadeel van de snelle Chinese aanpak is dat de lokale bevolking minder profiteert. Zo bieden de Chinezen over het algemeen minder ruimte voor lokale werkgelegenheid. Ook is het waarschijnlijk dat ze voor de financiering, cruciale infrastructuur opeist als onderpand, wat een dreiging is voor de economische onafhankelijkheid van het betreffende land. Echter, wanneer het infrastructurele project urgent nodig is voor de economische welvaart van een land, zoals bijvoorbeeld bij de herbouw van het vliegveld in Nairobi na een grote brand in 2013, zullen de Chinezen de snelste oplossing kunnen bieden. Verschillende Afrikaanse leiders vinden dat China meer inspeelt op de behoeftes van de betreffende landen. Tegelijkertijd zijn er voorbeelden waar cruciale infrastructuur, waaronder haven infrastructuur, in eigendom is gekomen

VAN VERRE 295| 11 uitdagingen
Voorzitter van de Afrikaanse Unie, Macky Sall (ook president van Senegal) en Ursula von der Leyen, voorzitster Europese Commissie sloten historische deal van 150 miljard euro.

van de Chinezen, omdat leningen niet tijdig konden worden terugbetaald. Door korte termijn denken komen landen in een lastige squeeze waar ze niet zomaar weer uitkomen,” aldus Diana Wesselius. Deze situatie past in de wereldwijde discussie over de bedreiging door China als economische macht, die geen gehoor zou geven aan het principe van een internationaal ‘level playingfield.’ De volksrepubliek wordt door financiële insiders weggezet als een geslepen roofdier dat een groot deel van de kostbare metalen en goedkope steenkool en olie uit Afrika haalt.

Blijft er dan nog wel voldoende over om ontwikkelingsfinanciering rendabel te maken? “Het perspectief wat je schetst van ‘financiële insiders’ is eenzijdig, en negeert de nuance in de bijdrage die China levert op het continent. Er is ontzettend veel te doen, en bijdragen vanuit verschillende regio’s zullen nodig blijven. Op het terrein van de realisering van infrastructurele projecten

in werkelijkheid gaat om 54 landen die allemaal hun eigen politieke werkelijkheid hebben, uiteenlopen in cultuur en karakteristiek van de bevolking, verschillende economisch mogelijkheden hebben en zeker verschillen in rijkdom, waarbij Nigeria, Zuid-Afrika en Egypte er bovenuit steken wat BNP betreft. Die veelzijdigheid vereist een flexibiliteit in de benadering, ook vanuit een financier of ondernemer,” aldus Diana.

GROEI BELEMMERENDE FACTOREN

Overigens zou de rijkdom van Afrika aan met name olie, gas, steenkool, kostbare metalen en diamant en de oogst van koffie en cacao moeten zorgen voor veel betere groeicijfers, als de vergelijking wordt gemaakt met opkomende economieën in Azië en LatijnsAmerika. “Politiek en corruptie zijn groei belemmerende factoren in Afrika. Ik ben van mening dat in verschillende Afrikaanse landen een democratisch bestel niet per se optimale vooruitgang oplevert. Rwanda bijvoorbeeld heeft

gingen die de economie niet ten goede komen. Kijkend naar de rijkdom aan natural resources in de regio, is het zondermeer duidelijk dat de recente hoge energieprijzen in landen als Nigeria en Angola positief uitpakten.Ondertussen hebben Oeganda en Rwanda, landen met minder grondstoffen maar wel een prachtige natuur, het heel goed gedaan met de ontwikkeling van duurzame energie. Ook in Oeganda is een president aan de macht die je kunt typeren als autocratische leider. Soms moet je toegeven dat zo’n leider beter is voor de stabiliteit van een Afrikaans land om een moderne visie tot uitvoering te brengen,” aldus Diana Wesselius.

REACTIE OP VN KLIMAATCONFERENTIE COP27

en energiecentrales, met de bijbehorende elektriciteitsnetwerken en distributiesystemen, valt nog heel veel te investeren. Er is in Afrika ook wel een groeiende weerstand tegen het minder sociale karakter van Chinese investeerders, die het met de werkomstandigheden van arbeiders niet al te nauw nemen. Daarbij zien we ook bij Afrikaanse leiders een ontwikkeling in de aandacht voor de milieu- en sociale impact bij de ontwikkeling van infrastructurele projecten. Ik spreek nu generaliserend over Afrika, maar we moeten ook stilstaan bij de veelzijdigheid van het continent. Europeanen spreken vaak over Afrika alsof het een eenheid is, maar

enorme vooruitgang geboekt, in zowel de infrastructurele als economische groei. Het land wordt al meer dan 20 jaar geleid door Paul Kagame, die met een lange termijnperspectief zijn ambitieuze plannen voor het land succesvol heeft kunnen uitrollen. Dat is natuurlijk positief, maar hij wordt ook bekritiseerd, oppositie wordt in het land niet geduld. In meer democratische landen zien we vaak dat er veel onzekerheid ontstaat rondom een verkiezing, waardoor veel beslissingen rondom infrastructurele projecten worden vertraagd en economische activiteit ook tijdelijk afneemt. Corruptie leidt daarnaast tot suboptimale beslissingen en vertra-

Tijdens de VN-klimaatconferentie COP27 die in november 2022 in Egypte werd gehouden, stond de Afrikaanse klimaatagenda hoog op de discussielijst. Vrij vertaald, was het sentiment dat juist in Afrika direct doorgeschakeld kan worden naar een economisch blok zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Daar moest dan wel een uitgebreide financiële compensatie tegenover staan. Wat vonden de Afrikaanse landen hier achter de schermen echt van? “Het is een uiterst controversieel onderwerp en het ligt echt gevoelig bij de Afrikaanse leiders. Het is nu eenmaal zo dat Afrika als continent slechts bijdraagt aan drie procent van de wereldwijde CO2-emissie. De Afrikaanse politici zijn gewoonweg boos. Die zeggen jullie in Europa gebruiken nog steeds steenkool gestookte centrales, waarom moeten wij daaronder lijden. Wij hebben een betrouwbare basis aan energie nodiglees: niet volatiel - om de economie aan te jagen en als basis voor verdere uitbreiding van de energiemix met duurzame energie. Daar tegenover staat dat de Europese ontwikkelingsbanken niet langer in olie- en/of gas gestookte energiecentrales willen investeren. In wezen zeggen we, als jullie olie en gas willen ontwikkelen, dan moet je de benodigde financiering zelf organiseren. Vanuit Afrikaans perspectief kan ik me voorstellen dat Europa hypocrisie wordt verweten. Ondertussen zijn investeerders uit Saoedi-Arabië en uit de andere oliestaten in het Midden-Oosten graag bereid om in deze markt te springen. Ook de Chinezen maken gebruik van de situatie. Voor hen zijn steenkool, olie en gas nog steeds energiebronnen die zonder discussie worden geïmporteerd

12 | VAN VERRE 295
Informatiebijeenkomst met de lokale bevolking als voorbereiding op het Addax Bioenergy project in Sierra Leone, waarvan de bouw in 2008 geïnitieerd is.

uit Afrika. Tegelijkertijd is het echt schokkend om te zien hoeveel rijkdom aan grondstoffen Nigeria heeft en hoe weinig inwoners van die 220 miljoen, toegang hebben tot energie. Nigerianen zijn nog niet in staat geweest om hun nationale rijkdom te vertalen naar de energiebehoefte in eigen land,” zo ligt Diana Wesselius toe.

ECHT ARME LANDEN

Diana heeft gedurende 17 jaar als investment manager gewerkt in de Afrikaanse markt, waarbij ze zich respectievelijk op telecommunicatie, infrastructurele projecten en energieprojecten heeft geconcentreerd, steeds met een zakelijke optiek, wat betekende dat investeringen terugbetaald dienden te worden. “Er wordt bij het doen van financieringen samen gewerkt met andere investeringsmaatschappijen uit de EU, waarbij de Duitse en Franse ontwikkelingsbanken de belangrijkste partijen in de samenwerking zijn. Het nieuwe EU-investeringspakket van 150 miljard euro moet worden gezien als een gecombineerd subsidie, lening- en garantiepakket voor projectinvesteringen die mede gefinancierd worden door zowel ontwikkelingsbanken als internationale asset maatschappijen en grootbanken. Uit het fonds zullen ook NGO’s worden ondersteund. “

De laatste jaren investeerde Diana Wesselius met haar team een bedrag van gemiddeld 100 miljoen euro per jaar in energiefondsen en projecten in ontwikkelingslanden wereldwijd. Hoewel het ministerie van Financiën de voornaamste aandeelhouder is in FMO, worden er ook fondsen met een specifiek ontwikkelingsmandaat gealloceerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Er was een duidelijke focus op Afrika, met extra aandacht voor de armere landen. Als echt arme landen noemt zij op basis van het GDP per inwoner Malawi, Madagaskar, Sierra Leone, Mozambique en Chad.

Uit de ervaringen van Diana Wesselius opgedaan in de Afrikaanse praktijk, blijkt dat snelle aannames over het reilen zeilen in Afrika, heel misleidend kunnen zijn. “ Het is een complex continent, waarbij elk land zijn eigen uitdagingen heeft, eigen cultuur en verschillende normen en waarden gelden. Over het algemeen wordt er door Westerse partijen veel comfort gehaald uit toezeggingen en contractuele

afspraken. Toezeggingen zijn vriendelijk en goed bedoeld, maar betekenen weinig zolang het niet op papier staat. En dan nog, nemen sommige overheden het niet zo nauw met contractuele afspraken. Er is in de energiesector vaak een garantie vanuit de overheid nodig op de betalingen van de partij die de energie afneemt. Omdat in veel landen het energietarief de daadwerkelijke kosten niet dekt, zijn de lokale utilities afhankelijk van overheidsgaranties. Wij stellen die garanties als voorwaarde voor een financiering. Het komt voor dat wanneer het project eenmaal gebouwd is, en zowel de afnemer als de overheid krap in hun budget zitten, afspraken ten aanzien van tarieven en garanties niet worden nageleefd. In de westerse cultuur halen we financieel comfort uit contractuele verplichtingen. Contracten in Afrika leveren vaak schijnzekerheid op. Een arbitragezaak kan zomaar vijf tot tien jaar duren. En als je dat doet dan verlies je direct goodwill van de overheid, wat weer politieke implicaties kan hebben. Dus zakendoen in Afrika vereist wel een zekere voorzichtigheid en veel gesprekken met de tegenpartij om ook te toetsen of de contractuele verplichtingen daad-werkelijk begrepen worden. Als het gaat om het waarborgen van het minimaliseren van milieu- en sociale impact, Human Rights, gelijke behandeling van vrouwen, en integriteit, komen deze zaken altijd aanbod in het verlengstuk van projecten voor energievoorziening en infrastructuur, want dat zijn de dragers van economische vooruitgang. Als die agenda wordt gedeeld tussen beide partijen, is het ook gemakkelijker om onze ESG-standaard te bespreken. Bij FMO werken verschillende specialisaties samen bij het beoordelen van een financiering, en werken investment specialisten

actief samen in een dealteam met ESG en juridische specialisten. ESG-specialisten helpen om een vruchtbare dialoog op gang te brengen. Daarvoor bestaat groeiende waardering bij onze Afrikaanse partners. Daarentegen moet Europa ook weer niet paternalistisch worden.”

AFRIKANEN ZIJN POSITIEVE MENSEN

Na 17 jaar Afrika is Diana Wesselius inmiddels overgestapt naar de functie van Managing Director Multi-Asset Impact Investments bij Anthos Fund & Asset Management, een waarde gedreven vermogensbeheerder die kapitaal beheert voor professionele beleggers die samen een grotere impact willen creëren. Ze gaat zich concentreren op het managen van een portefeuille van impact investeringen, waarvoor haar praktijkervaring in de Afrikaanse staten zeker van pas zal komen. “Ik heb ervaren dat Afrikanen positieve mensen zijn, waarmee je goed kunt samenwerken. Mijn ervaring is dat Afrikanen sterk verbonden zijn met hun geschiedenis en cultuur. Ze zijn geaard, trots en bijzonder creatief. Ze lossen problemen op op een wijze die wij als Europeanen niet bedacht zouden hebben. Daarbij hebben ze doorgaans veel gevoel voor humor.

VAN VERRE 295| 13
Dorpsgemeenschap in westelijk Oeganda komt bijeen onder een centraal gelegen boom in het dorp, voor een informatie bijeenkomst over een kleine, nog te bouwen, waterkrachtcentrale. Humor bij een bouwplaats in Oeganda.

Wat ik jammer vind, kijkend naar de ontwikkeling van Afrika, is dat door de hoeveelheid liefdadigheid vanuit Westerse landen, er in Afrika ook een bepaalde mate van afhankelijkheid geaccepteerd is.

De landen willen onafhankelijk zijn, maar wanneer er problemen zijn kijken ze naar buiten, verwachten ze dat er hulp van buiten komt. Het zou de vooruitgang helpen als de landen meer eigenaarschap zouden nemen in het oplossen van vooral financiële uitdagingen. Energietarieven verhogen zodat ze kostendekkend zijn ligt gevoelig. Daarmee blijven veel landen afhankelijk van buitenlandse hulp in crisissituaties. Echte zakelijke discipline ontbreekt regelmatig. Tegelijkertijd zijn er ook voorbeelden van grote game changers, waar duurzame energieprojecten zeer dure energiegeneratoren vervangen, en de overheid daarmee minder afhankelijk wordt van olie-import. Een dergelijke ontwikkeling draagt in sterke mate bij tot onafhankelijkheid van een land.

Een belangrijke tip voor iedereen die in een Afrikaanse markt aan de slag wil, zorg dat je betrouwbare lokale mensen in dienst hebt. Dat is de enige manier om te kunnen omgaan met de lokale politieke dynamiek. In Afrika is het soms nodig dat voor de goedkeuring van een Ministerie, iemand dagelijks bij de Minister voor de

deur gaat staan, om ervoor te zorgen dat jouw verzoek niet onderaan de stapel terecht komt. Ook corruptie is een uitdaging. Ik heb in Chad een jaar of tien geleden due diligence gedaan voor de financiering van telecomprojecten, waarbij de geïmporteerde netwerkinstallaties drie maanden op de kade van Mombasa bleven staan. Naar het schijnt in afwachting van een onderhandse betaling. Wanneer je op een integere manier wilt werken, betekent dat dat je geduld moet hebben. Een dergelijke vertraging heeft financiële implicaties, waar je als financier begrip voor moet hebben. Zorg als westerse ondernemer dus altijd voor een grote buffer in je businessmodel, want je gaat zeker tegen vertragingen aanlopen,” aldus Diana Wesselius. Het zijn mistanden in de ogen van internationale onder-nemingen en entrepreneurs, maar soms ligt in Afrika de humor letterlijk op straat. Diana Wesselius: “We waren betrokken bij een westerse onderneming die een energieproject uitvoerde. Daarvoor had men keurig Afrikaanse arbeiders in dienst genomen, die een maandsalaris kregen uitbetaald. Na de eerste uitbetaling kwam er de volgende dag niemand opdagen. De onderneming had zich niet gerealiseerd, dat de Afrikaanse arbeiders die in de rurale omgeving woonden waar het project gebouwd werd, nooit eerder in vaste dienst hadden gewerkt. Het laat zien dat de Afrikanen ook een ‘carpe diem’ mentaliteit hebben. Het is voor die arbeiders heel normaal om pas weer te gaan werken wanneer het geld op is, en je kan ze geen ongelijk geven. Daarop heeft het bedrijf een informatiesessie georganiseerd over het concept ‘in vaste dienst zijn’, de relevantie ervan voor de bouw van een groot project, en is het bedrijf snel overgegaan naar weeksalarissen.” ♦

14 | VAN VERRE 295
Fundering windturbine van het in aanbouw zijnde 140MW Loeriesfontein windproject in Zuid-Afrika. FMO was minderheidsaandeelhouder en heeft haar belang succesvol verkocht.
VAN VERRE 295| 15
Constructie van de 250 MW Bujagali waterkrachtcentrale in Oeganda, die 45% van de totaal geproduceerde energie in het land levert.
16 | VAN VERRE 295

Statistieken geven een indicatie van de scoringskans in Afrikaanse landen, maar die vertellen zelden het echte verhaal. De CEO van Hi-Tec SA Gary de Vogel (20107252) levert het assortiment aan schoenen en kleding aan distributeurs en aan klanten met Gmail adressen in de bush. Hij weet waar hij echt aan toe is, wanneer hij persoonlijk research heeft gedaan in een van de 54 staten van het continent. Hij neemt ons mee in zijn verkenning van succesbestemmingen en absolute afraders. Een ding is duidelijk, saai wordt het nooit in Afrika.

De Nederlandse overheid/FMO/VNO kwam in 2019 met een indeling van Afrikaanse landen die de beste investeringsmogelijkheden boden voor het Nederlandse bedrijfsleven.

De top 3 bestond uit: 1) Zuid-Afrika; 2) Nigeria; 3) Egypte. Het is duidelijk dat deze ranking is gemaakt op basis van de aanwezigheid van Nederlandse ondernemingen in bepaalde landen en dat er relatief veel input is van de olie en gassector, land-en tuinbouwprojecten, handel in producten als koffie en cacao en infrastructurele werken. Ook politieke stabiliteit in een Afrikaans land en bestaande diplomatieke betrekkingen met Nederland spelen een rol.

Vraag: Voor Hi-Tec SA is Zuid-Afrika de thuismarkt en daarover valt in andere artikelen van deze editie het nodige te lezen, laten we je daarom volgen als de ZuidAfrikaanse zakenman die heel het continent als zijn ‘jachtgebied’ mag beschouwen. Dus, wat is jouw ervaring met Nigeria als de runner up?

GdV: “Ik denk dat het er heel erg is gekeken naar GDP en naar populatie. Nigeria zou nu officieel over de 200 miljoen inwoners zijn. Het is de grootste economie van Afrika, maar het is geen gemakkelijk land om zaken mee te doen. Het is lastig om Nederlandse aandelen in handen te houden. Je kunt worden gedwongen om in Nigeria een share- split te doen, maar het is lastig om daarvoor een betrouwbare partner te vinden. Als je eenmaal een bedrijf hebt in Nigeria zal het moeilijk zijn om je winst naar boven te sturen, dus naar een internationale entiteit, door een dollar tekort. Voor mij blijkt het lastig om te importeren in Nigeria en met dollars betaald te krijgen. Ik heb enkele pogingen gedaan om een zakenpartner te

vinden, maar ik ben nog niemand tegengekomen die ik echt kan vertrouwen. Pogingen om zaken te doen, lopen vaak uit op ‘een blind eye’, waarbij vrienden, bestuurders en generaals op komen draven. Ze proberen je te imponeren met namen en functies. Uiteindelijk krijg je dan, als alles meezit, een kleine order van $100.000 tot $200.000, dat is meer als compensatie voor het diner, waarvan je natuurlijk de rekening moet betalen. Als de officiële statistieken zeggen dat een Nigeriaan $ 50 per maand verdient, dan is dat het legale loon. Het zegt niets over wat er zwart wordt bijverdiend. Met allerlei neveninkomsten zit een gemiddelde Nigeriaan al gauw op $250 tot $300 per maand. Iedereen in Nigeria die in loondienst is, heeft er legio bijbaantjes bij. Het is het land met de hoogste multiple income stream, wat betekent dat een chauffeur van een Nigeriaanse manager er gemiddeld acht baantjes bij heeft, die hij vanuit de auto kan runnen. Werknemers zijn altijd bezig met hustling. Ze moeten toch wachten op de baas. Als een Nederlandse ondernemer wil verkopen in Nigeria, heeft hij in eerste instantie een betrouwbaar warehouse nodig, waar een Engelse of Nederlandse grootaandeelhouder in zit. Hij moet verder zorgen voor een direct contact met een grote bank in Nigeria, want die zitten er genoeg in het land. Er moet beslist een directe link zijn, waarmee je op afstand leveringen en betalingen kunt autoriseren. Dat hoort in Amerikaanse dollars te gebeuren. Je kunt overigens een payroll-aannemer inhuren die je transacties gaat bewaken. Nigerianen zullen niet snel van policy veranderen, waardoor je ineens alles kwijt bent. Er zijn wel bepaalde moeilijkheden die Nederlanders niet verwachten. Nigeria staat erom bekend, dat als je een pand wilt huren, je twee jaar huur vooruit moet betalen. Dat is best veel cashflow, zeker als je na een jaar weer een rekening krijgt om opnieuw een jaar vooruit te betalen.”

DOOR OELE STEENKS FOTO FRANK VAN WEZEL (19580108) VOORGROND EN GARY DE VOGEL GARY DE VOGEL:
“RWANDA WORDT DE VERRASSING VAN DE EEUW!”
VAN VERRE 295| 17

Vraag: Egypte staat op nummer drie als ondernemerskans; is dat ook jouw bevinding?

GdV: “De Nederlandse overheid, FMO en VNO zullen bij Egypte eerder kijken naar het afsluiten van contracten voor olie, gas en petroleum. Daar is altijd wel een hand shake op te voeren. Italië, Frankrijk en Spanje onderhouden ook goede relaties met dit land. Er worden nieuwe pijpleidingen gelegd voor de aanvoer van fossiele brandstof naar Zuid-Europa, maar dat is zakendoen op internationaal niveau, met betrokkenheid van ambassadeurs en presidenten. Het vestigen van een geregistreerde dochteronderneming van een middelgrote entiteit, wordt volgens mij al lastiger in Egypte, hoewel het land goed scoort in allerlei internationale investerings-indexen, zoals investment attractiveness, environmental index en growth per capita. Het land telt meer dan 100 miljoen inwoners, dus dat is een enorme consumentenmarkt. Ik ben gematigd positief. De tenders die worden uitgeschreven door de Egyptische overheid en grote nationale bedrijven zijn tegenwoordig meer naar buiten gericht. Dus dat is gunstig voor het opzetten van handelsrelaties. Wel is er met enige regelmaat politieke oproer, zoals met het noorden van Ethiopië. Je zit natuurlijk niet te wachten op een situatie waarin jouw zaakwaarnemer, als verlengstuk van jouw business in Egypte, wordt ingesloten of geblokkeerd om politieke redenen. Verder zijn Egyptenaren over het algemeen hardere mensen en taaie onderhandelaars. Ze hebben altijd wel een mooi verhaal waarom een extra korting noodzakelijk is. Dat is een nationale sport. Ik heb er nog geen geluk gehad, behalve met een tender die ik heb gewonnen voor een bepaald soort schoen. In mijn business, heb ik te maken met concurrentie van lokale producenten van lederen sandalen, die doorgaans worden gedragen onder de Egyptische kledingdracht. Als men in Egypte het comfort van sportieve sandalen gaat ontdekken, dan kan ik er nog gaan scoren in de toekomst. Onze ‘uniform boots’ doen het goed in heel Noord-Afrika.”

Vraag: The Next 5 bestond uit de volgende selectie: Ivoorkust, Kenia, Algerije, Ethiopië en Marokko. Komt dit anno 2023 overeen met jouw marketingsucces?

GdV: “Laat ik beginnen met Ivoorkust, dat is voor mij als markt nauwelijks toegankelijk. Met kleinere landen aan de westkust van Afrika, die voorheen Franstalige koloniën

waren en waar het Frans nog de voertaal is, is het voor ons lastig zakendoen. Je moet echt perfect Frans spreken om in landen als Benin, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo-Brazzaville, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Guinee, Ivoorkust, Niger, Senegal en Tsjaad zaken te kunnen doen. Die markten worden rechtstreeks bediend door de Franse Hi-Tec organisatie. De uitzondering is de Democratische Republiek Congo; zo is er in Kinshasa voldoende basiskennis van het Engels om zakelijke gesprekken te voeren. Marokko wordt qua verkoop en marketing gedaan vanuit de Hi-Tec organisatie in Spanje. Het bedienen van de Marokkaanse markt is niet zo moeilijk want je kunt altijd een distributeur vinden die onze partijen wil overbrengen van Spanje naar Marokko. Het gemak bepaalt voor een belangrijk deel dat Marokko voor mij een goede markt is. Mijn Chairman, Frank van Wezel, werkte vroeger in Kenia als MD van een kunstmestfabriek, waardoor we een goed algemeen beeld hebben van Kenia, maar het is voor mij een beetje ‘flatlining’op dit moment. Ik heb er een distributeur die het op zich niet slecht doet, maar het land levert niet de resultaten op die je zou verwachten. Hij heeft wel een contract met de overheid en heeft licenties voor Adidas, Puma en Nike, wat op zich geen slechte uitgangspositie is. Ik zou echt onderzoek moeten doen in die markt om meer omzet te halen. Ik zie de potentie van Kenia voor een belangrijk deel in de supplychain connecties met achterliggende landen, zoals Oeganda, Soedan en Rwanda. Die potentie geldt overigens ook voor Ethiopië. De onderlinge handel gaat vaak via familierelaties, zo van een distributeur in Kenia heeft een neef in Oeganda, en die vertrouwen elkaar. In Rwanda zit een zakenman die weer familie heeft in Oeganda.”

Vraag: Tot op heden zijn er geen echte verrassingen uitgekomen, hoe zit dat met Algerije?

GdV: “Het land is altijd een gesloten entiteit geweest, maar we doen er veel business. Misschien is het een kwestie geluk dat we zo’n goede Algerijnse partner hebben. Het is er niet altijd even gemakkelijk; zo is er in 2022 een importblokkade geweest, waarbij alle importvergunningen werden herroepen. Toen moest ik alle vergunningen opnieuw aanvragen. Ik moest langs twee departementen, een voor militaire screening en voor screening van ons assortiment schoenen. Pas na zeven maanden wachten, kon ik verder met importeren van een shipment die onderweg was. Alle orders gaan via de bank in Algerije, die op zich weer toestemming moet vragen van de overheid voor het afvinken van transacties. Het is ingewikkeld, maar het levert verschrikkelijk goede business op. De opstelling van de overheid hangt samen met het streven naar meer lokale productie. Er wordt scherp gecontroleerd op de noodzaak van import. Als goederen of producten lokaal gemaakt kunnen worden, dan wordt dit actief ondersteund, maar het betekent niet dat er een gesloten markt ontstaat. In Algerije waar Frans-Arabisch de voertaal is, is er altijd een tolkvertaler aanwezig, zeker voor het opstellen van contract afspraken. Daarbij merk ik dat er door de overheid wordt aangestuurd op bijscholing van de beroepsbevolking, zodat ze mee kunnen in de Engelstalige zakenwereld. Zeker in Algerije houden ze niet zo van de Fransen, hoewel ze

18 | VAN VERRE 295
Hectiek in Algiers.

Frankrijk graag bezoeken, dat dan weer wel. Algerijnen zijn fantastische mensen en goede ondernemers. Ze zijn goed in ‘sharing’, wat betekent dat ze deskundige managers het land binnenhalen als business partners voor finance, marketing en commerce. Het is ook echt geen arm land; ‘informal settlements’ zoals we die in Zuid-Afrika kennen, zul je daar niet zien. De mensen wonen allemaal in keurige stenen huizen. Daarbij is het een heel mooi land. Toen ik er was kon ik niet begrijpen dat Algerije niet in de lijstjes van toeristisch meest aantrekkelijke landen staat. Ik vind het mooier dan Tunesië of Egypte en het is vergelijkbaar met Marokko.”

Vraag: Wat zijn verder jouw favoriete markten op het Afrikaanse continent?

Vraag: Ben je net zo positief over Ethiopië?

GdV: “Toevallig ben ik enkele maanden geleden in Ethiopië geweest. Toen ik er was kon ik niet buiten Addis Abeba komen vanwege aanvallen door rebellerende militairen vanuit een noordelijke provincie. Ook maakten rebellerende jongeren onder het mom van een religieuze vrijheidsbeweging, de snelwegen richting Egypte onveilig, waardoor je kans liep om te worden vermoord. Nu is de situatie tot rust gekomen en hebben de twee religieuze stromingen in het land vrede gesloten. De vrede kan worden bewaakt door een enorm groot nationaal leger. Het land is nu veilig te noemen. De presidente van Ethiopië, Sahle-Work Zewde, heeft de afgelopen vier jaar een investeringsprogramma ingezet, om Addis Abeba te moderniseren. Zo zijn er prachtige tuinen aangelegd, onder andere bij het presidentieel paleis, en er is een nationaal museum geopend dat vrij toegankelijk is. Overal zie je nieuwe kantoorgebouwen. De Ethiopiërs zijn lieve, betrouwbare mensen die erg trots zijn op hun cultuur en de nationale keuken. Ik ben enthousiast geworden over het land, want er is een bevolking van meer dan 120 miljoen Ethiopiërs die meer buying power hebben, dan er wordt opgegeven in de internationale statistieken. Het is echt zo veel beter dan gedacht! In Addis Abeba zie je grote Retail ketens en shopping malls van enkele verdiepingen hoog. Er worden veel fake-producten aangeboden, maar wel tegen de prijs van echte wereldmerken. Er zijn groothandels die 80 tot 90% marge maken, die kopen hun spullen in voor 10 en verkopen het voor 100, dat is echt ongelooflijk. Ik heb daar zogenaamd sneakers van Nike gezien die werden verkocht tegen $250 en die zo nep waren als het maar kon. Het waren op zich best goede schoenen, maar die koop je in het Verre Oosten voor minder dan $20. Er is echter duidelijk een groeiende markt voor kwaliteitsproducten, zeker als ik schoenen in de markt ga zetten tegen min of meer normale marges. Ik zie daar voor het jaar 2023-2024 heel verrassende resultaten uitkomen!”

GdV: “Rwanda is echt verbazingwekkend. Het is nog heel vroeg, maar ik denk dat dit land over twintig jaar de verrassing van de eeuw kan worden. Het land wordt al dertig jaar geleid door president Paul Kagame. Dat is de enige risicofactor. Wat gebeurt er als hij er niet meer is? Ik heb van insiders begrepen dat hij zijn dochter aan het trainen is om precies dezelfde strategie te volgen. De populatie weet dat! De vraag is natuurlijk of die dochter inderdaad de vereiste steun van de kiezers gaat krijgen, als Kagame zegt, ik ben er klaar mee. De president heeft inmiddels meer dan twintig onderscheidingen gewonnen voor zijn prestaties, afkomstig uit Amerika, Engeland, Qatar en uit Afrika zelf. Kroonprins van Qatar Sjeik Tamim Bin Hamad al-Thani heeft een enorm groot kunstwerk in de vorm van een open ijzeren hand geschonken, dat nu voor het nationale conferentiecentrum van Kigali is te zien. Het kunstwerk heet de ‘Hand of Direction’ en is uitgereikt als anti-corruptie award. Inmiddels is de prijs voor het schoonste land ter wereld ook uitgereikt aan Rwanda! Toen ik er was, moest je elke derde week van de maand op zaterdagochtend community service doen; of je kunt een gemeenschapshuis verven of met een prikker het weinige zwerfplastic opruimen. Het is echt bizar, maar in Rwanda kun je van de vloer eten. Vergelijk dat met bijvoorbeeld Nigeria. Ik was daar een keer in een lagoon, waar je geen water meer kon zien, vanwege het plastic dat op het water dreef. Hier in de Zuid-Afrikaanse settlements wordt het afval langs de kant van de weg in brand gestoken. Het stinkt verschrikkelijk en allerlei verkeerde stoffen komen in de lucht. Mensen zijn hier niet getraind om op de natuur te letten. Commercieel gezien is er in Rwanda nog van alles te doen; er zijn nog geen ketens en shopping malls. Het is gemakkelijk een bedrijf online te openen binnen vier uur waarbij je gratis vier visa krijgt voor medewerkers. Dit geld op een ratio 1:4. Dus 1 buitenlander voor 4 lokale medewerkers. Verder heb je binnen een paar uur een bankrekening en mag er worden geïmporteerd en mogen er dollars naar moeder entiteiten worden gestuurd. Ook in sommige sectoren zijn er belastingkortingen vanwege het aantal banen wat de industrie creëert. Op dit moment kun je al scooterbezorgers inschakelen, die bestelde schoenen afleveren. Daar zijn ze heel erg van onder de indruk. Er staat daarbij politie op elke hoek, dus zo’n bezorgservice is heel veilig. Het politietoezicht is gericht op het welzijn van de mensen, dus agenten letten op of er geen mensen dronken achter stuur zitten en of iedereen veilig is. Het is niet zoals in Mozambique een tijd geleden, waar het wemelde van de politieagenten die geld van je vragen; en dan geen klein geld, maar grof geld.”

VAN VERRE 295| 19
Kigali conferentiecentrum/kunstwerk uit Qatar. Sahle-Work Zewde, presidente Ethiopië.

Vraag: Nog meer runners up?

GdV: “Botswana is een goed georganiseerd land, dat een enorm winstgevende mijnbouw en diamantindustrie heeft en hoge exportcijfers haalt. Dat geld investeert de overheid in de eigen bevolking met lage belastingen voor lonen en voor onroerend goed. Er hangt een positieve sfeer, met een mix van nationaliteiten, van Indisch tot en met ZuidAfrikaans, ook met Namibiërs en Zambiaanse mensen. Het is echter niet zo eenvoudig om met een geringe bevolking, zo’n bloeiende economie te laten draaien. Ze moeten echt vele ballen in de lucht houden. Botswana moet snel in de richting van de 12 miljoen inwoners gaan, want de economische ondergrond is al aanwezig. Er is veel buying power om de interne markt hard te laten groeien. Ook wil ik Ghana noemen, hoewel veel zaken worden aangestuurd vanuit Nigeria. Ik zou er graag een keer naar toe gaan om een goede distributeur te vinden, want Ghanezen zijn niet kortzichtig. Ze willen investeren in duurzame kwaliteit. Dat is voor een Afrikaans land best een unicum. Meestal gaat het om prijs, prijs en nog eens prijs. Er is een grote groep vrouwelijke truckchauffeurs in Ghana die onze werkschoenen via een tussenpersoon koopt. Het gaat met schokken, drie maanden merk je niets en dan ineens, boem, hebben al die vrouwen onze top veiligheids producten gekocht. Er is nu net een order voor die werkschoenen naar Nigeria de deur uit. Ik ben benieuwd wat daar verder uitkomt.”

Vraag: dichter bij Zuid-Afrika ligt buurland Mozambique; daar waren behoorlijk wat moeilijkheden. Hoe is de situatie nu?

GdV: “Mozambique begint nu weer een beetje op orde te komen. Sinds IMF bij de staatsfinanciën betrokken is, is het makkelijker geworden om daar business te doen. Ik hoor ook van vakantiegangers dat het nu aantrekkelijker geworden is als bestemming. De politie was daar verschrikkelijk, zo van: je staat hier verkeerd geparkeerd, dat kost je $300 boete. Het was een tijd heel erg grimmig, met kans op het meenemen van je vrouw of je dwingen om geld op te nemen uit een pinautomaat. De politie heeft enorm op zijn falie gehad van de regering. Als het toerisme nu niet op gang komt, dan vallen er veel ontslagen in het politiekorps. Mozambique was een van de weinige landen die op staatsniveau met de nationale boekhouding fraudeerde. IMF heeft ingegrepen en dat heeft het land goed gedaan. De staatsschulden die niet konden worden terugbetaald, zijn gelukkig overgenomen door het IMF. Het BNP zit duidelijk in de lift en de economie is aan het veranderen. Dit is in vier tot vijf jaar tijd gebeurd.”

Vraag: In welk Afrikaans land kom je niet graag terug?

GdV: “Tijdens mijn eerste half jaar in Kaapstad keek ik vooral naar handelscontacten die wij binnen kregen en daarvan is Gmail een 90% scam en 10% success rate. Er waren behoorlijk veel verzoeken om distributeur te worden of ik kreeg tenders waarop ik via internet kon inschrijven waar ze dan een ‘vergoeding’ voor vragen. Ik was positief verrast over de voorkennis die importeurs en tussenpersonen in Oeganda hadden van ons merk en assortiment. Ze wisten precies wie voor Hi-Tec werkten, hoe hittebestendig onze schoenen waren en ze wisten bijvoorbeeld tot op de millimeter nauwkeurig de leerdikte van onze modellen. Ik heb niet eerder meegemaakt dat er vooraf niet om geld werd gevraagd voor tenders. Ik kreeg berichten, in de trant van, we weten al zoveel van je en we willen je graag hier hebben. Dus ik besloot om in te vliegen en ik boekte een lokaal hotel in Kampala, dus niet een internationale keten. Daar ontmoet ik een vrouw; ik dacht direct waar ken ik je van. Zij bleek in het due diligence team te hebben gezeten van de eigenaar van FILA, een Indiase club die de Engelse en Europese licensie partner zou worden van ons Amerikaanse beursgenoteerde bedrijf. Ze bleek de eigenaar van het hotel, opgebouwd door haar vader en zij was na zijn overlijden teruggekomen om het hotel te leiden. Ze vroeg wat ik aan het doen was in Oeganda; daarop waarschuwde ze me dat ik erg moest uitkijken, omdat het land door en door corrupt was. Ze vertelde dat een Amerikaans marketingbureau anderhalf miljoen dollar had uitstaan bij de Oegandese overheid. De highcourt van Oeganda bepaalde echter dat de factuur onwettig was en er werd niet betaald. Daarop was het marketingbureau failliet gegaan. Ik kreeg een gesprek met een van de veertig man die de militaire coup hadden gepleegd. Die persoon werd met een helikopter ingevlogen op een compound waar een congres werd gehouden. Eerder had ik een foto gezien van een staatssecretaris van Defensie en ja hoor, het was dezelfde persoon en hij was een van de sprekers. Na afloop nam hij me apart. Ik dacht nog even ‘this is the real deal.’ Hij zei dat er een tweede bespreking zou volgen. Toen maakte hij duidelijk dat ik twee opties had. Of ik kon ter plekke een bedrag van $ 12,.500 neerleggen voor ‘directe’ inschrijving op de tender. Daarmee win je de tender meteen. Of geen aanbetaling en dan werd de tender uitgezet en ‘may-the-best-man-win’.

Ik koos voor de open tender, maar toen werd het gesprek onaangenaam. Ik kreeg te horen dat ik nu in zijn land was en dat hij hier de spelregels bepaalde. Als ik die $12.500 niet kon neerleggen, dan zou ik het land niet kunnen verlaten. Toen ik terugkwam in het hotel, stonden er twee soldaten bij de ingang me op te wachten. Ik zei snel dat ik niets uit mijn creditcard kreeg bij een pinautomaat, maar dat ik wel een EFT (cheque) zou uitschrijven. Uit voorzorg had ik door een schoendesigner een chequeboek laten maken, dat niet van echt was te onderscheiden. Ik vertelde daarna dat ik met spoed het vliegtuig naar Kaapstad moest halen, omdat ik nog veel business had te doen. Daarbij zou het cashen van de EFT zeker meer dan vier uur duren, omdat de Federal Reserve Bank van Zuid-Afrika een goedkeuring moest geven voor de transactie. Op het vliegveld zelf werd ik opgewacht door een soldaat die me bij mijn naam aansprak. Ik wist dat ze me aan het checken waren, maar ik kon op het nippertje mee met het vliegtuig. Toen dacht ik, ik kom hier nooit meer terug! “ ♦

20 | VAN VERRE 295
Straatverkoop in Algiers.

Werken voor een charismatische Nyenrodiaan!

Ik ben begonnen als accountant bij Deloitte. Er heerste een zwaar competitieve sfeer, maar daar kon ik wel in floreren door een snelgroeiende verslaving aan een prestatiecultuur. Aan de andere kant werd je inzet niet altijd gewaardeerd en klanten je zien als kostenpost. Voor een grote klant had ik bij de audit nog het nodige budget bespaard door efficiënt te werken en heb ik tijdens de avonduren en in het weekend een management letter geschreven, waarvan ik dacht, dit is echt toegevoegde waarde voor de klant om meer winst te maken en kosten te besparen. Een half jaar later vond ik het rapport toevallig in de prullenbak van de CEO. Het was duidelijk dat het nooit was ingezien.

Op een dag zat ik met een collega een aantal dossiers af te tikken, toen hij een telefoontje kreeg. Ik begreep dat het zijn vrouw was, die zei kies je nu voor Deloitte of voor je huwelijk? Toen zei hij: Deloitte en zijn partner hing op. Ik vond dat erg koud en hard. Een paar weken later was hij gescheiden. Voor mij ging toen een knop om!

Op een gegeven moment kreeg ik weer eens een belletje van een headhunter We spraken ’s avonds af in een trendy brasserie en de man nam me onder vuur met allerlei staccato vragen. Het ging om een functie als global controller. Hij stelde een gedetailleerde vraag over een fiscaal hot issue. Toevallig had ik me verdiept in de materie, dus ik kon hem exact vertellen waar de gevraagde regelgeving te vinden was. Volgens de headhunter was mijn antwoord niet juist. Thuis zocht ik het nogmaals op en dacht, zie je wel, ik had wel gelijk.

Een vriend belde of het gesprek iets had opgeleverd. Ik zei hem dat het waarschijnlijk niets werd. Ik vond het interview te agressief. Ik wilde voor een persoon werken waarvoor ik respect had en niet voor een onpersoonlijke organisatie.

Toen kreeg ik een telefoontje van Ed van Wezel, de zoon van Chairman en founder van HI-TEC Frank van Wezel (19580108). Hij zei dat ze ook wel wisten dat de headhunter nogal staccato kon zijn, maar ik moest op kantoor van Hi-Tec komen, want Ed (CEO) wist zeker dat ik verliefd zou worden op hun plannen, als die operationeel zouden worden. Het kwam behoorlijk charismatisch over, want hij zei: Gary, ik heb gehoord wie je bent en dit is duidelijk een droombaan voor jou!

De volgende stap was een gesprek met

Ed en de COO, op kantoor. Dat voelde direct heel goed aan. Toen kwam Frank van Wezel binnen lopen en vroeg op welke universiteit ik had gestudeerd. Ik zei ‘Nyenrode Business Universiteit, meneer van Wezel’. Toen zei Frank: ‘OK je bent aangenomen. Heren maken jullie het papierwerk in orde? Ik zie je dan volgende maand!’ Toen dacht ik, wauw, deze man moet ik echt leren kennen. Hoe kan iemand binnen enkele seconden zo’n judgement call maken?

Ik werd Finance and Operations Head voor Hi-Tec Benelux/Duitsland en groepscontroller voor de wereld. Alle CFO’s en financieel managers rapporteerden aan mij. Ik bekeek alle audits, budget forecasting, finance reports, investment proposals en tax reports. Ik werkte me uit de naad, waardoor Frank al snel meedeelde dat ik eerst alle uitgaven moest goedkeuren en aftekenen, voordat die bij hem op z’n bureau terecht kwamen.

Toen kwam ik een factuur tegen met de codenaam ‘Project Irene’. Nu is het een goed gebruik in high finance om due diligence opdrachten het label van een vrouwennaam te geven. Ik ben naar Frank gestapt. Ik zei: kopen wij een organisatie of worden we verkocht? Toen zei hij, hoe weet jij dat nou? Ik zei hem dat ik ook wel een en twee kon optellen. Ik klaagde: dat is lekker, ik heb net mijn carrière bij Deloitte op gegeven en straks komt er een overname, waarbij de financiële man van de overgenomen partij wordt ontslagen. Ik weet precies hoe dat werkt. Frank zei dat het ging om een grote beursgenoteerde Amerikaanse partij en dat ik zeker zou gaan genieten van het verkoopproces. Met dezelfde capaciteit werd het sparren met het eigen management en late calls met Amerika voorbereiden.

Ik werd steeds meer in het proces getrokken. Ik zag bij de valuation dat Nederland behoorlijk minder presteerde. Niet voor niets waren vier MD’s binnen drie jaar tijd vertrokken. De vijfde stond op het punt om te worden ontslagen. Ik begon daarop een beetje passief aan te sturen, zo van let hierop, dit verkoopt goed en die voorraden zijn te groot. Het was sparren vanuit financieeleconomisch oogpunt: waar werd de meeste yield op behaald, welke markten of productielijnen waren verlieslatend?

Tijdens een geheime meeting tussen Frank en zijn trouwe staf, zeiden tien Nederlandse medewerkers dat ze niet

langer voor de huidige MD wilden werken. Frank zou zichzelf aanstellen als Interim CEO. Hij vroeg mij een uur voor de meeting, waarin hij het besluit zou aankondigen: ik zal wat hulp nodig hebben voor sommige rapportages, is dat een probleem? Mijn antwoord: als een werkmaatschappij hulp nodig heeft, dan spring ik bij. Daarna kwam Frank snel door met de opmerking: ik vlieg bijna 9 maanden per jaar dus als jullie een goedkeuring voor iets nodig hebben is Gary jullie man. Met de minste woorden ooit werd ik als interim MD naar voren geschoven.

In een half jaar tijd heb ik het blazoen van Hi-Tec weten op te poetsen. Zo brachten we het bedrijf op een mooie waardering in de Benelux/Duitsland. De documenten voor de overname werden afgerond. Daarna ben ik naar de VS gegaan om de listing te begeleiden. De dame die aan de Amerikaanse kant, voor de listing zou zorgen, leed echter juist op dat moment aan een mental breakdown. Haar werk heb ik toen ook in twee weken tijd voor mijn rekening genomen. Ik kreeg daarop een aanbod om in Los Angeles te werken. Na twee dagen zonder slaap kwam ik terug in Amsterdam en Frank liep mijn kantoor binnen en zei: wil je in Kaapstad werken? Ik zei ja! Zonder enige hapering. Ja tegen een charismatische leider, ja tegen een mentor die mij alle mogelijkheden in mijn loopbaan binnen HI-TEC tot dan toe heeft aangeboden zonder een gram twijfel. Frank had besloten om de Afrikaanse activiteiten van Hi-Tec zelf te behouden. Daarop ben ik benoemd tot CEO van Hi-Tec SA en ben ik in 2017 verhuisd naar Kaapstad. In de tussentijd hebben wij de organisatie drie keer in omzet zien groeien. En andere trademarks gekocht zoals Duca Del Cosma wat nu actief is in 46 landen. ♦

WAT VOORAFGING: VAN VERRE 295| 21
Frank van Wezel en Gary de Vogel verrassen NBU-rector magnificus dr. Koen Becking met een rugbyshirt uit Zuid-Afrika.
22 | VAN VERRE 295

ALEX SOETHOUDT:

Consultancy en bankwezen lijken de opmaat naar een luxueus leven als rentenier. Zo niet voor Alex Soethoudt (19880175) die een unieke keuze heeft gemaakt. Hoog boven Pretoria zwaait ze met haar Zuid-Afrikaanse echtgenoot de scepter over een eigen wildpark, Syringa Sands. De beloning van een succesvolle carrière zit nu in het bijdragen aan het natuurbehoud in de provincie Limpopo. Wakker worden met giraffen en zebra’s om het duurzame huis en af en toe komt er een luipaard langs!

“DEZE WILDPLAATS IS EEN UIT DE HAND GELOPEN HOBBY!”

Alex Soethoudt: “Ik ben in 1998 naar ZuidAfrika gegaan voor het Britse managementconsultancy bureau Proudfoot. Dat was voor een adviestraject van drie jaar. Vervolgens ben in Johannesbrug overgestapt naar Accenture, de verzelfstandigde adviestak van Arthur Andersen. Ik ben vervolgens in het bankwezen terecht gekomen en ben in dienst van de Standard Bank van Zuid-Afrika. Momenteel ben ik executive coach, waarbij ik bezig ben met een team in Angola. Daarvoor reis ik een keer per maand voor een week of een dag of tien naar het Standard Bank kantoor in Luanda.”

Vraag: Ben je inmiddels een echte Zuid-Afrikaanse geworden?

AS: “Mijn echtgenoot is een Zuid-Afrikaan. We zijn elkaar op latere leeftijd tegengekomen in Johannesburg, waar hij in de radio en tv-wereld werkte. Ik was destijds werkzaam in retail banking. Inmiddels ben ik volledig opgenomen in zijn familiekring en door zijn vrienden en kennissen. Ik ben sinds mijn vertrek uit Nederland 33 jaar verder en ik hoop niet terug te hoeven keren.”

Vraag: Samen met je man zijn jullie de trotse eigenaars van een ‘gamefarm’. Wat is het verhaal?

AS: “Vijftien jaar geleden zagen we in de krant een advertentie waarin iemand een kleine wildplaats van 250 hectare te koop aanbood in het district Waterberg, dat onderdeel is van de provincie Limpopo. We zijn gaan kijken en het leek ons wel wat. Zo zijn we in de Waterberg terechtgekomen, op drie uur rijden ten noorden van Johannesburg. We zitten op 180 kilometer ten noorden van Pretoria. Het dichts bij gelegen dorp heet Vaalwater.

Gedurende de eerste tien jaar waren we hier in het weekend en hadden we ons corporate leven in Johannesburg. Vandaar is het een hobby geworden die een beetje uit de hand is gelopen. Nu wonen we hier permanent. Als ik naar Angola ga , dan rijd ik eerst met de auto naar het vliegveld van Johannesburg. Daarna is het drie uur vliegen naar Luanda.”

Vraag: Wat gaf de doorslag om te kiezen voor het leven in de bush?

AS: “We gingen samen voor een nieuwe werkervaring naar Angola en Oeganda. Als we hier op de wildplaats terug waren, kwamen we tot rust en gingen op in de prachtige natuur. We zijn uit Oeganda gekomen in 2015 om hier permanent te gaan wonen. Er moest wel een commerciële ondersteuning komen om in elk geval de kosten van deze wildplaats te kunnen dragen. Toen zijn we gaan werken aan een commercieel model. Het gamepark heet inmiddels Syringa Sands Private Gamefarm. We wonen in een lodge en er staan drie cottages voor verhuur op de plaats. Alle drie worden van stroom voorzien met zonne-energie. Recent hebben we land bijgekocht met daarop nog een cottage.

Dat wordt ons project voor 2023. Als we van de inkomsten van onze wildplaats moesten leven, waren we allebei dunne, magere mensen geworden. Het is niet onze doelstelling geweest om de gamefarm zwaar winstgevend te maken. Het is meer een passie van ons twee en een keuze qua levensstijl. Tot op heden kunnen we de wildplaats en ons werk gelukkig goed combineren; mijn echtgenoot zit tegenwoordig in de bouw en doet van tijd tot tijd een grote klus en ik blijf dus parttime werkzaam als executive coach.”

DOOR OELE STEENKS FOTO’S ALEX SOETHOUDT
VAN VERRE 295| 23

Wat is het concept van Syringa Sands?

AS: “Onze markt is voor 80% Zuid-Afrikaans. Het gaat hier om zelf catering. In Johannesburg is er sprake van een zekere overbevolking, dus mensen willen in een lang weekend er graag tussenuit. Voor de weekends hebben we dan ook een goede bezettingsgraad van 80%. Zo hebben we net de kersdrukte achter de rug. We hebben er een leuke kampeerplaats bij, dat is voor Afrikanen die met van die tenten op het dak van Jeeps en kleine kampeer trucks rijden. In die categorie hebben we ook internationale gasten die door Afrika reizen. Die zijn vaak op weg naar Botswana of Zimbabwe. Daar zijn zogenaamde bush camps voor, waar je kunt kamperen, wandelen, dieren kunt spotten of kanoën op een rivier. Zo kom je uit op het soort wildlife experience zoals wij die bieden. We werken samen met enkele kleine wildplaatsen in Waterberg om mensen op een duurzame wijze te laten genieten van het Afrikaanse wildlife. We doen dit vanuit een zeer persoonlijke benadering. We hebben een aantal biking en walking trails, waarmee je dicht bij de dieren kunt komen. Zelf hebben we de Big Five niet op de wildplaats, maar die zijn wel te zien in de aanliggende nationale parken, zoals Marakela National Park. En als ik zeg tegen de gasten we hebben wel giraffen en zebra’s, dan zeggen ze, dat is ook prachtig.”

Vraag: Is het mogelijk om een Big Five dier op Syringa Sands te houden?

AS: “Er zijn momenten geweest dat we hebben nagedacht over het binnen halen van enkele Big Five soorten. Zo had een buurman een overtal buffels, waarvan we er enkele konden overnemen. Dat zou echter de hele ervaring van

onze wildplaats hebben veranderd, want die beesten worden dominant en het combineren van buffels met fiets- en hiking routes is levensgevaarlijk en verboden. Dan moet je officieel gekwalificeerde gidsen inhuren om jouw gasten de buffels te laten zien. Een ander voorbeeld is dat we een grote vijver hebben bij een van de cottages; elk jaar zeg ik tegen mijn man wordt het geen tijd voor nijlpaarden, dat lijkt me zo leuk. En elk jaar herinnert hij me er dan aan dan dat gasten en nijlpaarden, een moeilijke combinatie zijn. Dus nee, we hebben ons neergelegd bij de huidige opzet van de wildplaats. Hoewel, de homerange van een luipaard bedraagt 15.000 vierkante meter. Dus af en toe hebben we een luipaard op de wildplaats, die blijft dan een maand of twee en vertrekt dan naar de boerderij van de buurman.”

Vraag: Zijn de Big Five -olifant, leeuw, luipaard, buffel en neushoorn- iets geworden voor de happy few uit het buitenland?

AS: “Je kunt boeken in dure lodges om de Big Five te bekijken, waarbij alles is geregeld in een luxe setting. De doelgroep waarop gemikt wordt zijn vooral Europeanen in de categorie zestig plus. Die willen afgehaald worden van het vliegveld, slapen in een luxe kamer, hebben een trapje om op de Landrover te stappen, nemen grote camera’s mee en kunnen al bij het spotten van wild aan de borrel. Maar als je in een luxe safari vijf dagen lang in een Landrover of een gameviewer moet zitten, dan is het ook wel eens leuk om een wandeling te maken tussen de giraffen en zebra’s. Daarbij zijn er 21 Nationale Parken, inclusief het Kruger Park in Zuid Afrika. De totale oppervlakte aan parkland is iets meer dan 4 miljoen hectare, dat is even groot als Nederland. Deze parken hebben een lokaal Zuid-Afrikaans tarief en een buitenlands tarief en dat werkt uitstekend, de zogenaamde Sanparks zijn een enorm populaire bestemming voor veel Zuid Afrikanen.”

Vraag: Is het terecht dat er een hype rond de Big Five is gecreëerd, in de trant van: beleef het nu, want in de toekomst zijn deze dieren wellicht uitgestorven?

AS: “Big Five begint iets minder belangrijk te worden als natuurbeschermingsdoel. De term komt tenslotte voort uit de jacht in de vorige eeuw. De leeuw, het luipaard, de buffel, de neushoorn en de olifant waren het gevaarlijkst om zelf te bejagen, dus onder jagers gaf dit een speciale status. Het dier dat nu het meest met uitsterven wordt bedreigd is de neushoorn, zonder enige twijfel. Maar direct gaat door mijn hoofd, dat het gordeldier ook met uitsterven wordt bedreigd. Aan de andere kant is het wel leuk om te vermelden, dat in veel reservaten de olifant aan de prikpil is, want er komen er veel te veel van en er is steeds minder geschikte open natuur en bosveld beschikbaar.

24 | VAN VERRE 295
‘African Queen’Alex Soethoudt verkent met haar Zuid-Afrikaanse echtgenoot en haar Jack Russell het Syringa Sands Private Gamefarm.

Vraag: Lever je vanuit Syringa Sands een bijdrage aan natuurbehoud?

AS: “We proberen op de wildplaats een of twee grotere diersoorten te laten grazen die in hun voortbestaan worden bedreigd. In het district Waterberg doen we mee aan een initiatief om wilde honden te beschermen. Het is een van weinige soorten die in groepen trekken over de omliggende gamefarms. Elk jaar zijn ze stationair op een plek waar de vrouwtjes bevallen. Bezoekers en enthousiastelingen kunnen redelijk dichtbij komen om de eerste maanden van de pups te zien. De boerderijen die vee verliezen aan de wilde honden worden gecompenseerd. Met dit initiatief is het aantal honden in de ‘packs’ van wilde honden in drie jaar tijd verdubbeld. Dat is echt een mooi resultaat.”

Vraag: Zijn de bekende nationale parken van ZuidAfrika nog steeds in trek bij de eigen bevolking?

AS: De Zuid Afrikaans middenklasse geniet van de Nationale Parken, zoals het Kruger park in Limpopo, de Kgalagadi in the Northern Cape, Addo Elephant Reserve in de Oostkaap en Hluhluwe Imfolozi in KwaZulu Natal. Echter, er zijn naar schatting ongeveer 20 miljoen ZuidAfrikanen die onder de armoede grens leven. In het beste geval draagt een Nationaal Park bij aan toerisme en werk gelegenheid. Helaas leiden armoede en overbevolking nabij nationale parken ook tot stropen, bezetting van park land voor huisvesting en het vergaren van brandhout. Verder is het een kwestie van: kan de gemiddelde Zuid-Afrikaan dit nog betalen? Het gemiddeld inkomen ligt op 25.000 Rand per maand. Een privé lodge in een nationaal park, reservaat of concessie kost tegenwoordig 18.000 Rand per nacht.”

Vraag: Heeft klimaatverandering invloed op de natuur in Syringa Sands?

AS: “Ik houd vanaf 2003 de regenstatistieken bij met een eigen regenmeter. Ik zie geen substantiële verandering in de totale regenval, dus dat is in elk geval een goed teken. We zien wel dat de regenval meer extreem is geworden. Het regent steeds heviger in steeds een kleiner gebied. Ook zien we al lange tijd dat wanneer El Nino zich voordoet in Zuid-Amerika, het klimaat in midden en zuidelijk Afrika een stuk droger is, maar dat zou ik niet onder de klimaatverandering willen rangschikken.

En trouwens, laten we niet vergeten dat Europa in zijn geheel past in Zuid-Afrika. Ik ben me niet zo bewust van de exacte klimaatverandering in bijvoorbeeld Kaapstad, want dat ligt 1350 kilometer verderop. Dat is hetzelfde om in Amsterdam te vragen was er zon vandaag in Zuid-Frankrijk of sneeuw in Zwitserland?” ♦

VAN VERRE 295| 25

"Ik wil geen zaken meer doen met de Ghanese overheid!"

Hij studeerde wiskunde en heeft briljante eigenschappen, die ook duidelijk werden tijdens zijn NIMBA-studie aan Nyenrode. Carl Makaful Acolatse (20120401) maakte een veelbelovende start met een afvalverbrandingsproject, waarbij energie werd teruggegeven aan het elektriciteitsbedrijf van Ghana. Het project was een bijdrage aan het oplossen van de ernstige milieuvervuiling. Na landelijke verkiezingen in 2016 werd het project van de ene op de andere dag afgeblazen. Helaas is dat hoe het kan gaan in Ghana.

Vraag: Kun je een korte introductie van jezelf geven?

CMA: "Ik heb wiskunde gestudeerd aan de Universiteit van Ghana. Daarna heb ik een aantal jaren voor de Deense containerrederij MAERSK gewerkt als management trainee. Ik heb ervaring kunnen opdoen in Europa en heb enkele jaren een functie gehad in de VS, maar ik had al de intentie om een MBA te halen, waarvoor ik de nodige werkervaring moest hebben. Mijn GMAT-score was behoorlijk indrukwekkend. Ik ontmoette Charles Odoom (20100425) die al een NIMBAstudie aan Nyenrode had gedaan. Hij wees me op de Nederlandse universiteit. Uiteindelijk moest ik kiezen tussen Warwick University in het Verenigd Koninkrijk en Nyenrode. Ik kon van beide universiteiten een volledige studiebeurs krijgen . Doorslaggevend was het feit dat ik Nyenrode voor het eerst bezocht tijdens Koninginnedag. Ik wist niet wat ik zag. Het vertelde me veel over de positieve en veilige cultuur in Nederland. Ik wil benadrukken dat het NIMBAprogramma zeer innovatief en inspirerend was. Bijzonder waren de studiereizen en de ontmoetingen met managers en directeuren van internationale bedrijven. Op Nyenrode heb ik gekozen voor het ondernemerschaps-traject, omdat ik in mijn tijd bij MAERSK al het ideaal had om zelf een bedrijf te starten."

Vraag: Kon je meteen iets met die ambitie beginnen?

CMA: "Tijdens het onderzoeksproces op Nyenrode moesten we een bedrijfsconcept ontwikkelen en daarvoor de benodigde financiering krijgen. Dit heb ik samen met een Japanse studente opgezet; het project was een E-commerce bedrijf in Ghana. We zijn erin geslaagd om $ 100.000 te ontvangen van een internationale investeerder. We zijn naar Ghana gegaan en hebben de webshop opgezet; deze was behoorlijk succesvol op het gebied van naamsbekendheid en maatwerk in de markt. De omzetcijfers vielen echter tegen, waardoor beleggers niet aan een tweede ronde wilden beginnen. Toen zijn we gestopt met deze start up"

Vraag: Hoe ben je te werk gegaan?

CMA: "Vervolgens hebben we een marketingstrategie en projectontwikkelingsadviesbureau opgezet voor buitenlandse investeerders die actief wilden worden in Ghana. Daarnaast ben ik me gaan verdiepen in duurzame energie. Er waren vooral kansen op het gebied van waste to energy, d.w.z. het gebruik van energie die uit afvalverwerking kan worden gehaald. Hiervoor kreeg ik financiering van de investeringsmaatschappij die J. B. Nolst Trénité (19760059) in Ghana heeft opgericht. Mijn haalbaarheidsstudie werd ook positief ontvangen in een kring van Amerikaanse private equity investeerders. Het project kreeg ook subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in Den Haag. We ontwierpen een energiecentrale die draaide op vast

stedelijk afval. Als locatie kozen we voor een stortplaats aan de rand van Accra. Bij de afvalverbranding zou stoom vrijkomen, die vervolgens zou worden omgezet in elektriciteit. Het maakte deel uit van het oplossen van de milieuvervuiling die optreedt in Ghana als gevolg van ontoereikende afvalophaal- en verwijderingsfaciliteiten. Er komt een enorme hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen vrij in de lucht en vervuiling van bodem en water vindt op grote schaal plaats. Nederlandse projectfinanciering werd toegekend op voorwaarde dat het een publiek-private onderneming zou worden. De Ghanese overheid moest daarom aandeelhouder en partner zijn in het project. Dat gebeurde en ik trad op als projectmanager. In 2016 vond een regeringswisseling plaats. We hebben hier een tweepartijenstelsel en het is een winner-takes-all-systeem. Het is een ontwrichtend proces, waarbij veel bestuurders en ambtenaren van de ene op de andere dag worden vervangen. Het is ook een kwestie van corruptie, waarmee ik bedoel dat veel bedrijven en projecten worden vernietigd, die onder normale politieke omstandigheden goed kunnen blijven functioneren. Zo werd ons energieproject plotseling on hold gezet – ogenschijnlijk omdat het niet meer paste in het nationale energiebeleid. Meestal wachten overheidsfunctionarissen op een initiatief van onze kant om met smeergeld te komen om de zaken voort te zetten. Daar zijn we echter niet in getrapt. Helaas ligt het project tot op de dag van vandaag stil."

Vraag: Wat kun je zeggen over Ghana, en Accra in het bijzonder, als werkterrein voor een jonge ondernemer met een Nyenrode MBA?

CMA: "Ghana heeft 30 miljoen inwoners; Accra heeft ongeveer vijf miljoen inwoners. In het centrum van Accra is het net als in elke metropool. Er zijn

DOOR OELE STEENKS FOTO’S CARL MAKAFUI ACOLATSE
26 | VAN VERRE 295

kantoren, winkels en er is een nachtleven. We hebben ook een beurs en onze eigen valuta, de Ghanese CEDI. Helaas hebben we financieel een slecht jaar achter de rug, waarbij de CEDI is gedevalueerd. Er is een goed functionerende centrale bank en we hebben een aantal commerciële banken voor de opkomende middenklasse en we hebben ook investeringsbanken die gespecialiseerd zijn in bepaalde sectoren. In dit opzicht is Accra een prima commerciële stad. Het land is verder relatief goed ontwikkeld. In heel Afrika is de gemiddelde dekking van het elektriciteitsnet slechts 46%, hier in Ghana is dat 85%. Dat is naar Afrikaanse maatstaven erg hoog. We hebben een internationale luchthaven en goede wegen. Het land is gezegend met veel natuur en mineralen; in bepaalde jaren hebben we de op een na grootste productie van goud in Afrika. We zijn de grootste exporteur van cacao, we exporteren houtsoorten, er is olie en gas dat we commercieel exploiteren."

Vraag: Welke keuzes heb je gemaakt na het debacle met het afvalverwerkingsen energieproject?

CMA: "Sinds 2016 ben ik actief als consultant en ondernemer, voornamelijk op het gebied van projectontwikkeling en zonne-energie. Als er één ding is dat ik heb geleerd, is het om nooit meer met de overheid samen te werken. Er zijn grote projecten, met overheidsparticipatie, op het gebied van wind- en zonne-energie. Een stap lager in de markt heb je duurzame energieprojecten voor bedrijfsgebouwen, zoals winkels en kantoren. Het is een interessante markt omdat bedrijven en ondernemers niet onder tijdsdruk een aansluiting op het elektriciteitsnet van de overheid hoeven te regelen, wat veel papierwerk en het betalen van steekpenningen aan ambtenaren en lokale bestuurders met zich meebrengt. En zelfs dan moeten ze ervoor zorgen dat het overheidsbedrijf zijn contractafspraken nakomt, want in Ghana is niets gegarandeerd als het gaat om contracten met de overheid. Wat projectontwikkeling betreft, maak ik meestal een plan voor commerciële zonne-energieprojecten voor industrieterreinen, commerciële gebouwen, fabrieken en kantoren. Het is een kwestie van initiatief nemen en financiers, aannemers en kopers vinden. Ik kan nu samenwerken met

een groep betrouwbare particuliere investeerders uit Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Zuid-Afrika. We hebben tot nu toe een orderboek met 18 tot 20 projecten gevuld. Het proces omvat het doen van een voorstel, het afsluiten van contracten, financiering, het werven van investeringspartners en uitvoerders, levering en betaling. Ik werk met buitenlandse investeerders en zou idealiter een gemiddelde doorlooptijd per project van drie tot zes maanden moeten hebben. Maar hier in Ghana kan er gewoon een onverwachte vertraging zijn, dus projecten kunnen soms anderhalf tot twee jaar duren. Dan is het heel moeilijk om het rendement aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders."

Vraag: je had het over de hoge mate van elektrificatie in Ghana; kun je daar nader op ingaan?

CMA: "Afrika heeft een goede mix

van hernieuwbare energiebronnen, als we waterkrachtenergie meetellen. Over het hele continent is 40% van de elektriciteitsproductie gekoppeld aan waterkracht. Dat is hoger dan in welk geïndustrialiseerd land dan ook. Dit betekent dat waterkracht ons ook 40% van het elektriciteitsnet levert. De grootste dam ligt op zo'n tachtig kilometer van Accra. De elektriciteit wordt over het hele land verdeeld. Daarmee is onze stroomvoorziening veel beter dan in andere Afrikaanse landen, zoals Zuid-Afrika."

VAN VERRE 295| 27
Carl Makafui Acolatse verdient prima aan zonneenergie.

Vraag: Kun je voorbeelden geven van recycling door Ghanese bedrijven?

CMA: "In de palmolie-industrie gebruiken de fabrieken tegenwoordig verwerkingsafval als brandstof voor hun eigen energiebehoefte. Dat is dus een aantrekkelijke markt. Er zijn tientallen palmoliefabrieken , en ze recyclen allemaal palmafval en hebben hun eigen energiecentrales. Ook in de cacaosector is er een groot potentieel voor recycling en duurzame energie uit cacaoschilafval. De cacaomarkt wordt echter gecontroleerd door de overheid. De opbrengsten zijn landelijk aantrekkelijk, dus er is geen echte prikkel om aan duurzame energie te doen."

Cacao-offensief van Ghana en Ivoorkust!

Enige tijd geleden vond in Berlijn een wereldcacaoconferentie plaats, waar Ghana en Ivoorkust – de twee grootste cacaoproducenten ter wereld met een marktaandeel van 60 procent – grote druk uitoefenden op cacaokopers Mars, Mondeléz, Nestlé en Tony's Chocolonely om een hogere prijs te betalen, omdat cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust onder de armoedegrens leven. In Ghana koopt de Cacoa Board de nationale cacaooogst centraal op en in Ivoorkust is dat de Ivorian Coffee and Cocoa Council. Beide instanties vochten elkaar al lang de tent uit, maar slaan nu de handen ineen, omdat het doel dat cacaoboeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten nog lang niet bereikt is. De twee landen zijn het eens geworden over een zogeheten Living Income

Differential van 360 euro per duizend kilo cacao en leggen dit op aan de cacaoindustrie. Die 360 euro is bedoeld als bodemgarantie bovenop de internationale marktprijs. Tot afgrijzen van allerlei ngo's die in beide landen duurzame projecten hebben opgezet als garantie voor de duurzaamheidsclaim dat de wereldspelers van chocoladeproducten op hun producten plakken.

Vraag: Zijn deze NGO's terecht bezorgd?

CMA: "Het probleem met het realiseren van duurzame energieprojecten met staatsbedrijven is het gebrek aan technologische kennis en projectontwikkelingscapaciteit bij bestuurders en overheidsmanagers. Daarom zie ik helaas veel projecten vrij snel vastlopen na het opstarten en dan weet niemand hoe het verder moet. Zo is er een windenergie-project als pilot dat al bijna twintig jaar in de pijplijn zit. De investeerders en uitvoerders blijven er geld in steken. Landelijk staat zonne-energie nog in de kinderschoenen. De staatsbedrijven die waterkracht controleren, zijn echter begonnen met het opzetten van combinaties met zonne-energie. Voor het eerst hebben we nu een drijvend zonneenergieveld in een reservoir. Dat is een primeur voor West-Afrika."

Vraag: Met name de Verenigde Staten maken zich grote zorgen over de economische voetafdruk van China op het Afrikaanse continent. Klopt dat? CMA: "Persoonlijk ben ik niet zo negatief over Chinese investeringen in Afrika en zeker niet in Ghana. Als je de Europese en Amerikaanse investeringen in dit land bij elkaar optelt, is het vele malen meer dan het Chinese aandeel. De angst voor Chinese controle over Afrikaanse hulpbronnen en infrastructuur ligt meer in het feit dat veel Chinese investeringen direct worden ondersteund door de overheid in Peking. We kunnen niet voorbijgaan aan het feit dat China een grotere voetafdruk over de hele wereld heeft gekregen. Zo komt 80% van de zonnepanelen die ik gebruik uit China. Hoewel ons waste to energyproject werd gefinancierd door Europese investeerders, kwam de apparatuur grotendeels uit China. De leiders van de Volksrepubliek zijn erg hongerig om cruciale hulpbronnen, infrastructuur en voedsel naar China te brengen, omdat ze 1,4 miljard monden moeten voeden."

Vraag: Na het uitbreken van de Oekraïne-oorlog staan de voorraden olie en gas van de Afrikaanse westkust in een positiever daglicht. In hoeverre profiteert Ghana hiervan?

CMA: "We hebben een behoorlijke voorraad gas in Ghana (en Afrika), maar we gebruiken het zelf niet echt. Het overgrote deel wordt geëxporteerd naar de EU, vooral na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Het probleem is dat gaswinning wordt gefinancierd door Amerikaanse en Europese oliemaatschappijen, die niet echt de prikkel hebben om het binnenlandse gasgebruik te stimuleren. Dat kan veranderen als Afrikaanse landen aardgas gaan zien als een minder milieubelastende brandstof, in de transitie naar een fossielvrije economie. Vanuit mijn perspectief is het potentieel dat Afrika kan hebben in de wereldwijde productie van zonne-energie, die 40% is in vergelijking met een huidig aandeel van minder dan 2%, veel interessanter. "

Vraag: Wat is het groenste land van Afrika?

CMA: "Statistisch gezien zou dat Ethiopië zijn dat 100% op waterkracht draait. De DR Congo heeft echter het grootste potentieel, met krachtige rivieren die van het Afrikaanse binnenland naar de Atlantische Oceaan stromen, die mogelijk meer stroom leveren dan de grootste waterkrachtcentrale van China."

Vraag: Hoe ziet je sociale leven eruit?

CMA: "In 2020, vlak voor het uitbreken van de covidpandemie, trouwde ik met een meisje uit Ghana, dat toevallig ook Nederlands spreekt. Ze groeide op in België. Haar vader was professor aan de Universiteit van Leuven. Ze studeerde bedrijfskunde aan de Vlerick Business School in Gent. Ze werkt als projectmanager voor een Nederlands bedrijf in Ghana. We hebben een appartement in Antwerpen en reizen vaak op en neer, dus we genieten van het beste van twee werelden. Ook onderhoud ik regelmatig contact met Nederland, omdat ik in de Ghana-Netherlands Business Chamber

28 | VAN VERRE 295
Carl en zijn bedrijfskundige bruid.

ONDERNEMER EN HERENBOER JEROEN TOLLENAAR:

“Mijn vrouw zei, ga alsjeblieft weer reizen!”

Als alumni eenmaal kiezen voor het ondernemerschap op andere continenten en in verschillende culturen, blijkt het moeilijk om nog in Nederland te aarden.  Jeroen Tollenaar (20125501) is daar een inspirerend voorbeeld van. Hij heeft visverwerkingsbedrijven opgezet in Dubai en Nigeria, kwam vervolgens in Kenia terecht om tweemaal een koffiebranderij op te starten. Inmiddels is hij herenboer in het land van

Vraag: Wat is de voorgeschiedenis?

JT: “Ik ben begonnen met functies in de levensmiddelenindustrie in Nederland. Vanuit dat circuit ben ik gevraagd om een visverwerkingsbedrijf in Dubai te beginnen als directeur, eerst een handelsmaatschappij, maar al snel ook een productie-unit. Uit kostenoogpunt, want water is duur, heb ik daar een eigen waterzuiveringsinstallatie gebouwd. Ik moest daarvoor Belgisch zand in de woestijnstaat importeren wat veel vragen opriep. In 2012 heb ik daar www.cleanwateragency.org geregistreerd en ben me gaan specialiseren in biologische zuivering en membraanfiltratie. Na 10 jaar hebben we Dubai verlaten en zijn teruggegaan naar Nederland. Ik heb

Vraag: In 2017 kwam je in Kenia; wat was de reden van de move?

JT: “Ik werd gebeld door een recruitment agency dat een manager zocht voor een aardappelverwerking- annex fritesfabriek in Kenia. Alle losse onderdelen voor de fabriek waren gearriveerd, maar het geheel moest worden gebouwd, aangesloten op het elektriciteitsnetwerk, er moest personeel worden geworven en afnemers worden gevonden. Die klus heb ik in ruim een half jaar geklaard. Ik ben toen met een bonus opgestapt en werd snel gebeld door een ander recruitment agency om een koffiebranderij te reorganiseren, waarvoor ook weer de basismaterialen aanwezig waren. De opdrachtgever was een grote retailer uit Scandinavië. Op het hoofdkantoor hadden de Zweden een

VAN VERRE 295| 29

We mikten niet alleen op de Scandinavische markt, maar ook op het Midden-Oosten. Ik ben daar twee jaar mee bezig geweest, toen was de klus geklaard. Ik ben er uitgestapt en werd meteen benaderd om nog een koffiebranderij te beginnen, maar daar ben ik direct aandeelhouder van geworden. In 2020 ben ik gestart met de nieuwe fabriek die een stuk compacter was dan de Scandinavische fabriek. Er werken maar 12 mensen met dezelfde jaarcapaciteit. De processen in de fabriek heb ik zoveel

natuurlijk omhulsel (de parchment) blijven zitten. Zo kunnen ze langer bewaard worden en wordt de piekbelasting uit de keten gehaald. Hiermee wordt de productieketen een proces dat financieel over een jaar kan worden uitgesmeerd en de cashflow niet in 6 maanden voorraad groene bonen zit. Daarnaast blijft het vochtgehalte dat in de koffiebessen zit, langer stabiel, waardoor de kwaliteit van de gebrande bonen optimaal is.”

Vraag: Wat zijn de pluspunten van Kenia met betrekking tot export naar westerse landen en de Arabische wereld?

mogelijk geautomatiseerd. In de koffiehandel zijn de toeleveringsketens gefragmenteerd en daarom behoorlijk duur. Ik ben erin geslaagd om contracten af te sluiten met boerencoöperaties, waarbij het aantal stappen in de supply chain van negen naar vijf kon worden ingekort en de boeren een fair share prijs ontvangen en binnen 14 dagen betaald werden in plaats van 9 tot 12 maanden, wat heel gebruikelijk is in de koffiewereld. Die koffieboeren in Kenia zijn heel goed in hun vak, maar het op de markt brengen van de productie is voor hen in het algemeen niet bepaald gesneden koek, laat staan een rendabele business. Lokaal branden is hier de oplossing! Je moet weten dat Kenia twee natte seizoenen telt waarna de koffiebessen geplukt kunnen worden. In overleg met de schakels in de aanlevering hebben we ingesteld dat de koffiebonen zo lang mogelijk in het

JT: “De fabriek staat in een freetrade zone aan de rand van Nairobi, langs de snelweg naar Mombassa. Het betekent dat je geen invoerheffingen voor bonen uit omringende landen en winstbelasting betaalt gedurende 7 jaar; bij lokale verkoop dien je wel belasting te betalen in Kenia. Het doel van deze ‘export processing zone’ is export van een Keniaans product en betaling in stabiele westerse valuta bevorderen. Overigens, de Keniaanse partners krijgen in Keniaanse shillings uitbetaald, maar deze munt is gekoppeld aan de US-dollar, wat uiteraard een voordeel is. Als je extra koffie wilt inkopen in Rwanda, Oeganda, DR Congo of Tanzania dan wordt er een aparte munteenheid afgesproken, maar dat kan in eerste instantie de US-dollar zijn. De belangrijkste exportmarkten voor de nieuwe koffiebranderij zijn Europa, Verenigde Staten, Rusland en sommige Golfstaten.”

Vraag: Kenia maakte tot 1964 deel uit van het VK, wat merk je nog van deze Britse periode?

JT: “Een van de eerste dingen die ik doe is me verdiepen in de historie en de cultuur van het land waarin ik ga werken en zaken moet doen. Officieel is Kenia vanaf 1964 een zelfstandige staat, maar het is een publiek geheim dat voor alle belangrijke beslissingen nog steeds een belletje naar Londen wordt gepleegd. De erfenis van het Verenigd Koninkrijk is nog duidelijk aanwezig en gaat verder dan het lidmaatschap van het Gemenebest. In de jaren vijftig en zestig van de 20ste eeuw werd Kenia geteisterd door de Mau Mau opstand, waarbij een aantal stammen verzet pleegde tegen de Britse

30 | VAN VERRE 295
Jeroen Tollenaar met crew van koffiebranderij nr. 2

overheersers, die grote belangen hadden in de agrarische sector. In die dagen hadden deze stammen bijna geen toegang tot landbouwgrond. Het Britse leger heeft met grof geweld de opstand neergeslagen, maar aan het begin van de jaren zestig kwam Jomo Kenyatta, die eerder gevangen was genomen, naar voren als leider van de inheemse bevolking. Hij slaagde erin om een overeenkomst te sluiten met de Britse regering, waarna de overgang naar een zelfstandige staat zonder verder bloedvergieten is verlopen. Dat heeft ervoor gezorgd dat er een constructieve, pro-Britse sfeer is blijven hangen.”

Vraag: Jomo Kenyatta en Arap Moi waren in de vorige eeuw legendarische presidenten, die internationaal werden beschuldigd van corruptie. Is corruptie een traditie geworden in Kenia?

JT: “Wat mij betreft, bestaat corruptie overal. Dat geldt zeker voor Afrika. Hier in Kenia heeft de overheid het bestaan van corruptie als probleem benoemt en links en rechts worden mensen bestraft, maar de Kenianen zijn heel slim in het afdekken van steekpenningen. Hier wordt corruptie niet als een doodzonde gezien. Iedereen weet dat politiemensen, op een enkeling na, corrupt zijn.  Ik doe er in elk geval niet aan mee en ik wil iedereen die in Kenia gaat investeren, adviseren om vanaf het begin niet in te gaan op corruptievoorstellen. Het is de manier waarop je ermee om gaat of die opstelling je schaadt of niet schaadt.  Ik kreeg te maken met agenten die tegen me zeiden, waarom geef je mij niet een kop Chai (thee). Dat is jargon voor het aanbieden van steekpenningen. Ik zei daarop dat ik uitsluitend in koffie deed en niet in chai thee. Uiteraard was ze dat om het even, maar toen ik ze vervolgens een echte kop koffie met een grote glimlach gaf, wisten ze direct dat ik niet meeging in hun werkelijke bedoeling. Die agenten gingen ervan uit dat ik met ‘protection money’ over de brug zou komen. Ze hebben het geaccepteerd en me verder nooit wat gevraagd. Humor speelt een belangrijke rol in deze samenleving en ze konden de grap er wel van inzien. Zo zijn ze gelukkig ook wel weer. Daarentegen ben ik hierdoor verschillende overheidsprojecten misgelopen. So be it.”

VAN VERRE 295| 31

minder vee en gecontroleerd grazen en beginnen ook gewassen te kweken. Stilletje uiteraard want het is een erg trots volk. Ze eten naast mais en vlees bijvoorbeeld veel tomaten en ui, maar tot voor kort kweekten ze die nooit zelf.”

Vraag: Kenia heeft naar schatting 56 miljoen inwoners, met een enorm jeugdige bevolking. Het onderwijs lijkt prima geregeld, 85% van de kinderen die lager onderwijs volgt, waarvan driekwart doorstroomt naar middelbaar onderwijs, waarna nog eens een kleine 40% verder studeert. Er zijn bijna 50 universiteiten. Welk perspectief hebben deze goed opgeleide jongeren in Kenia?

JT: “Ik ben zelf niet zo overtuigd van de kwaliteit van het onderwijs; het is nog heel erg afgestemd op de Britse traditie. Het komt neer op het zoveel mogelijk uit je hoofd leren van leerstof en als je dat kunt oplepelen tijdens een examen, krijg je een diploma. De jeugd hier moet eigenlijk meer voor zichzelf leren denken en handelen. Gelukkig is er inmiddels een aantal goede universiteiten die hun lesmethodes

Er wordt ook gesuggereerd dat onderwijs nagenoeg gratis is in Kenia, maar dat is in de praktijk niet het geval. De helft van de universiteiten bestaat uit private instellingen, die voor jongeren van het platteland nauwelijks bereikbaar zijn. Goed onderwijs is relatief duur in Kenia en dan nog wordt er niet altijd kwaliteit geleverd. Ik heb de nodige vacatures in de markt gezet en daarbij heb je als Nederlander verwachtingen van het niveau dat mensen hebben met een bepaald diploma. Dat was vaak een koude douche. Komt bij, dat hier veel diploma’s gewoon kunnen worden gekocht. Dat soort corruptie kom je ook tegen in het wegverkeer, mensen hebben een rijbewijs, maar dat betekent nog niet dat ze een auto kunnen besturen.  Inmiddels heb ik in 2021 het grootste deel van mijn aandelen in de koffiebranderij verkocht en eind 2022 heb ik mijn tweede en laatste tranche van de hand gedaan. Vervelen doe ik me overigens allerminst. Clean Water Agency Ltd, mijn onderneming in waterzuivering loopt uitstekend. De droogte maakt dat de omzetting van rioolwater naar schoonwater

32 | VAN VERRE 295

en zelfs tot drinkwater heel veel aandacht krijgt. In het kader van capacity building, werk ik daarbij samen met lokale overheden en een aantal universiteiten die beschikken over natuur- en scheikunde laboratoria. Het is een behoorlijke uitdaging om daarvoor in Kenia de juiste academische partnerships af te sluiten, maar als het lukt dan is de bevrediging extra groot.”

Vraag: Internationaal wordt er geklaagd over de footprint van de volksrepubliek China op het Afrikaanse continent. Is dat terecht?

JT: “Het is zondermeer duidelijk dat de Chinezen in Kenia de infrastructuur van wegen, spoorverbindingen en commercieel onroerend goed in handen hebben. Dat valt niet terug te draaien. In ruil daarvoor importeert Kenia enorm veel goedkope consumptiegoederen uit China. De gemiddelde Keniaan kijkt maar naar een ding; dat is de laagste prijs. Het schept een cultuur van goedkoop, maar kwalitatief ondermaats. Dat maakt het voor Nederlandse investeerders lastiger, omdat die de extra kwaliteit en de Nederlandse kostenstructuur moeten verdedigen. Steeds meer gaan Kenianen inzien dat goedkoop echter vaak duurkoop is. Dit biedt mooie kansen voor Nederlandse bedrijven die Kenia als internationale hub erkennen. De goede export faciliteiten, Jomo Kenyata International Airport met directe vluchten naar alle belangrijke steden en Mombasa als internationale haven maken dat het land een stabiele partner kan zijn voor het internationale bedrijfsleven. De regering in Nairobi die hierin meegaat is daarin duidelijk onmisbaar.”

Vraag: Onlangs werd in Brussel tijdens een overleg tussen de EU en de AU (Afrikaanse Unie) een gigantisch investeringsplan voor Afrika afgesproken. Denk je dat dit geld terecht komt bij de boeren om je heen?

JT: “Ik ben daar nog niet helemaal van overtuigd. Het zijn miljarden die vaak naar internationale ondernemingen gaan die actief zijn in Afrika; dat kunnen zowel Afrikaanse bedrijven zijn of multinationals van andere continenten. Heel veel EU-geld gaat verder naar

Afrikaanse staatsbedrijven die het weer zullen investeren in contracten met multinationals. Als Nederlandse investeerders de koffieboeren, telers van groente en fruit en van bloemen willen ondersteunen, doen ze dat het best met rechtstreekse voorzieningen, zonder al te veel stroperige bemoeienissen van overheden. Het opzetten van publicprivate partnerships, waarbij de overheid verantwoordelijk wordt voor het doorzetten van subsidie en investeringskapitaal is veelal duur en werkt vertragend!”

Vraag: Tot voor kort werd het trio Zuid-Afrika, Kenia en Marokko bestempeld tot de economische koplopers van Afrika. Klopt dit beeld vandaag de dag nog, wat jou betreft?

JT: “De vergelijking met deze twee landen is momenteel niet zo relevant. Steeds meer speelt in centraal-oost Afrika de economische concurrentie zich af tussen Kenia en Rwanda. Dat land wordt sinds 2000 geleid door Paul Kagama, een ijzersterk staatshoofd die met strakke hand regeert. Internationale Ngo’s hebben enorm veel geïnvesteerd, deels daardoor is het zo’n stabiel land. Er is daar een bloeiende tech-industrie opgebouwd. Ik merk nu bij het opzetten van mijn waterzuiveringsbedrijf, dat veel ondernemingen in de biotechnologie en farmaceutische industrie tot voor kort de voorkeur gaven aan Rwanda. Ikzelf geef Kenia nog de beste kansen, omdat het aan de Indische Oceaan ligt. Een sleutelrol speelt de haven van Mombasa. Die ligt aan een inham die te ondiep is voor moderne grote containerschepen. Daar moet snel een diepere vaargeul worden gegraven; dat is een prioriteit die moet worden gefinancierd met internationale fondsen, het liefst uit de EU en de VS. Daarnaast heeft het land prachtkansen voor bedrijven die de agrarische sector naar een hoger niveau kunnen tillen en toegevoegde waarde kunnen creëren. En laten we niet vergeten dat de Covid Lockdown heeft huisgehouden in Kenia, maar niet zozeer door het aantal inheemse slachtoffers. Het toerisme hoort bij de top van nationale inkomsten voor Kenia en dat heeft ruim twee jaar volledig stilgelegen.”

Vraag: Er is wel een tiental Afrikaanse landen die kunnen schermen met wildparken, waarvan sommige nog echt ongerept zijn. Is de wildpark sector in Kenia toe aan modernisering?

JT: “We missen misschien een aanbod van grote namen op dit gebied, maar Kenia heeft een concurrentievoordeel en dat is de jaarlijkse trek van de gnoes. In de maanden juli tot en met september kunnen miljoenen dieren besluiten om vanuit Tanzania de Mara rivier, de Talek rivier en de Sand rivier over te steken. Dan komen ze vanuit de Serengeti savanne terecht in Masai Mara op zoek naar vers gras. Als dat spektakel losbarst, dan zijn er duizenden toeristen die grof geld betalen om de trek vanuit jeeps, vliegtuigen en helikopters te kunnen volgen. Ook de luxe hotels aan de zuidelijke grens van Kenia, richting de Serengeti, zijn dan compleet volgeboekt.”

Hoe ziet je sociale leven eruit?

JT: Ik vlieg vier keer per jaar naar huis in Zeeuws-Vlaanderen waar mijn gezin woont. We hebben twee dochters. De oudste is inmiddels afgestudeerd en het huis uit. Mijn jongste studeert verpleegkunde. Zij is laatst voor een stage meegegaan naar Kenia en merkte dat zij wel enthousiast kon worden voor het leven daar. Ik hoop dat mijn vrouw ook zin krijgt in het leven in de outback savanne van Kenia of wellicht in een ander (bewoond) gebied. Al is het verkeer hier problematisch!” ♦

VAN VERRE 295| 33
Haven van Mombasa. Thuis in Zeeuws-Vlaansderen.

Eens in de drie jaar verschijnt het African Transformation Report dat door het merendeel van de Afrikaanse regeringen wordt gebruikt om de transitie van de nationale economie te analyseren. Producent is het African Center for Economic Transformation (ACET). Het is een denktank die zelf ook actie onderneemt. Charles Odoom (20100425) werd als managementconsultant aangeworven, om de private sector van landen aan te jagen.

CHARLES ODOOM:

"Private sector cruciaal voor toekomst van jonge Afrikanen!"

Het ACET ondersteunt de groei van Afrika op lange termijn door middel van economische transformatie. Het instituut produceert onderzoek, biedt beleidsadvies en verbindt belangrijke belanghebbenden, zodat Afrikaanse economieën beter gepositioneerd zijn voor slimme, inclusieve en duurzame ontwikkeling. Groei op zich is geen garantie voor een betere samenleving, beginnen ook Afrikaanse staten in te zien, zo blijkt uit de toelichting van Charles Odoom. ACET heeft als lange termijn doel om binnen een generatie nationale economieën zo te veranderen dat het leven van de gemiddelde Afrikaan erop vooruit gaat. De volksgezondheid staat voorop. “Ons groeikader zorgt ervoor dat, naast de groei van het BBP, de Afrikaanse economieën diversifiëren, goederen produceren die exportconcurrerend zijn, hun productiviteit verhogen, de nieuwste technologie integreren en de efficiëntie vergroten. Uiteindelijk is alles gericht op een betere gezondheid.”

Het ACET instituut werd in 2008 opgericht door Dr. K. Y. Amoako, een in Ghana geboren voormalige ondersecretaris-generaal van de Verenigde Naties die verantwoordelijk is voor de Economische Commissie voor Afrika van de Verenigde Naties. ACET's reeks vlaggenschip-rapporten, The African Transformation Reports (ATR's), verkent de belangrijkste hefbomen van economische transformatie en analyseert beperkingen. Elk rapport schetst transformatiethema's en uitdagingen en geeft beleidsaanbevelingen. ATR's zijn gebaseerd op originele analyses en maken gebruik van best practices uit heel Afrika. De eerste van de serie, gepubliceerd in 2014 en getiteld "Growth with DEPTH", bouwde het kader dat economische transformatie voor Afrika definieert en verklaart, waarbij lessen worden getrokken uit internationale casestudy's, vooral in Azië. De vijf kernbegrippen zijn diversificatie, export, produktiviteit, technologie en gezondheid.

De African Transformation Index (ATI) is ook ontwikkeld volgens de lijnen van de Growth with DEPTH-elementen. Resulterende gewogen scores meten de economische transitie over het hele continent en bieden voor elk Afrikaans land een transformatie score. Landen kunnen hun progressie vergelijken met het continentale resultaat en met andere Afrikaanse staten. Ook worden scores aangeboden op specifieke elementen, ook weer aan de hand van het uitgangspunt DEPTH. Drie jaar geleden is Charles Odoom door ACET binnengehaald als hoofd van de nieuwe ontwikkelingseenheid voor de particuliere sector. Hij kreeg de taak om een praktijkprogramma op te zetten. Daarvoor was Charles directeur-eigenaar van een managementadviesbureau genaamd Carl Moodo Advisory. Hij is ook medeoprichter van FMS Ghana, een managementdienstenen adviesbureau dat hoofdzakelijk klanten in de olie- en gasindustrie bedient. Eerder was hij strategie- en operations consultant bij PricewaterhouseCoopers, PwC.

"Impact door beleidsondersteuning en belangenbehartiging bij overheden kost meestal tijd en ziet soms nauwelijks het daglicht. ACET realiseerde zich dat om een inclusieve en holistische transformatieagenda te stimuleren, belanghebbenden en actoren uit de particuliere sector betrokken moesten worden in het werkveld. Het DEPTH-kader vraagt om waarborging van actieve deelname op microniveau. Ik ben binnengehaald om deze agenda te realiseren,” zegt Charles Odoom. Om transformatie mogelijk te maken moeten Afrikaanse overheden de particuliere sector gaan zien als motor van de economie, maar dat vraagt wel om een helder kader dat door die overheden moet worden bepaald en omarmd. Er is een serie voorwaarden die vooraf gaan aan het stimuleren van kleinere en

DOOR OELE STEENKS FOTO CHARLES ODOOM
34 | VAN VERRE 295

middelgrote bedrijven, die succes hebben. "Allereerst moet er een stabiel politiek klimaat zijn waarin de rechtsstaat van het grootste belang is en wordt bewaakt door sterke instellingen. Dit om een gunstig ondernemingsklimaat te ondersteunen. Vervolgens moet er een economie zijn die gericht is op het ontwikkelen van een binnenlandse marktomgeving die waardecreatie door productie en industrialisatie ondersteunt. De structuur van de meeste Afrikaanse economieën, ontworpen om westerse en Aziatische industrieën te voeden met grondstoffen, blijft de grootste ontwikkelingsuitdaging. De Afrikaanse economie is gebaseerd op export van grondstoffen naar Europa en andere delen van de wereld en dat moet gedeeltelijk veranderen,” aldus Charles Odoom.

Hij werkt samen met spelers uit de particuliere sector in verschillende Afrikaanse landen, om uit te vinden hoe ze hun capaciteiten kunnen versterken. Met die bevindingen stapt hij naar de betreffende overheden om de basis te leggen voor een nationaal industrialisatiebeleid en het uitbouwen van de particuliere sector. Zijn programma richt zich op de ontwikkeling van het MKB, met name de middelgrote ondernemingen die goederen en diensten produceren die het potentieel hebben om in mondiale waardeketens te integreren. Het programma hanteert een accelerator/incubator model dat sector-agnostisch is. Uiteindelijk probeert het programma verschillende zorgvuldig geselecteerde MKB-ondernemingen daadwerkelijk verder te helpen. Odoom organiseert technische ondersteuning, mentorschap, coaching, financiële ondersteuning en transactieadviesdiensten. Het oogmerk is om geselecteerde bedrijven investeringsklaar te maken en hen te ondersteunen bij integratie in Afrikaanse en mondiale waardeketens. De toegang tot risicokapitaal en de kosten van financiering blijven belangrijke hindernissen voor groeiende MKB-bedrijven in Afrika. Bemiddeling van ACET maakt het makkelijker om industriele groeibedrijven aan te sluiten op passende financiering. “Lokale leningen van bancaire instellingen of financieringsmaatschappijen zijn erg duur, vanwege hoge rentepercentages. Het is echter goed mogelijk om veelbelovende Afrikaanse bedrijven toegang tot externe kapitaalverschaffers te bieden, om zo goedkopere financiering van hun groei-agenda te krijgen. Lokale financiële instellingen kunnen daarbij tussenpersoon zijn. Ze helpen om de garanties te bieden die nodig zijn om internationale financiering mogelijk te maken.

De adviesondersteuning voor transacties die aan het MKB wordt verleend, omvat ook onderhandelingen met financieringspartners. Het helpt om de machtsdynamiek in evenwicht te brengen die gewoonlijk in het voordeel van de grote beleggers wordt gezien. We werken aan de ontwikkeling van particuliere bedrijven in Afrikaanse landen die directe partners kunnen worden voor investeerders die naar de Afrikaanse markt kijken, via FDI's, JV's en andere regelingen. Deze worden steeds belangrijker om nationale programma's voor economische ontwikkeling en transformatie op dit continent ten uitvoer te brengen.” ACET voert meerlandenstudies uit die inzichten verschaffen om adviseurs, beleidsactoren en ontwikkelingspartners bijeen te roepen om aanbevelingen te bespreken en aan te nemen voor het hervormen van beleid gericht op economische transformatie. Ook ontwikkelt ACET specifieke implementatieprogramma’s voor het MKB in bepaalde landen. Ghana, Rwanda en Liberia hebben dergelijke programma's. ACET is ook een kernpartner voor Compact with Africa (CwA), een initiatief van de G20. Onder dit pact ondersteunt ACET landen onder de CwA om het doel van het programma te bevorderen. ACET's ontwikkelingsprogramma voor de particuliere sector is een van de initiatieven die worden geïmplementeerd om de CwAagenda te stimuleren. Net als andere Afrika-experts in deze editie is Charles Odoom enthousiast over het vestigingsklimaat in het relatief kleine land Rwanda. "Het land is democratisch en heeft sinds 2000 een inclusieve en welvarende ontwikkeling doorgemaakt onder het bewind van president Paul Kagame. Rwanda is zeer vooruitstrevend en de emancipatie van vrouwen heeft een prominente plaats gekregen. Het parlement heeft het hoogste percentage vrouwelijke parlementariërs ter wereld. Hoewel de economie relatief klein is, heeft het ondernemingsklimaat grote vooruitgang geboekd, is er gebruik gemaakt van technologische innovatie en is het land zeer gunstig voor investeerders. Er is een one-stop-shop voor bedrijfsregistratie, licenties en vergunningen. Een bedrijf kan binnen twee uur worden geregistreerd. De houding van de overheid ten opzichte van het bedrijfsleven is zeer efficiënt en vriendelijk. Rwanda heeft ook speciale economische zones die fiscale prikkels bieden voor zowel lokale als buitenlandse investeerders. Rwanda biedt gratis bedrijfsterrein en infrastructuur voor elke fabriek of productie-entiteit die minstens duizend werknemers in dienst neemt..

VAN VERRE 295| 35

Charles Odoom stelt vast dat er in Afrika grotere landen zijn met enorme middelen, maar die toch worden geconfronteerd met veel problemen die de groei en transformatie beperken. De DR Congo is een van die enorme landen met een groot potentieel om banen voor zijn mensen te transformeren en te creëren. De decennia van politieke conflicten en het gebrek aan infrastructuur, zoals wegennet, stroom en connectiviteit, zorgen echter voor ecnomische stagnatie. Op basis van de transformatie-index van ACET is Charles Odoom niet enthousiast over het land. "Congo is er altijd geweest en we weten al tientallen jaren dat het land enorme reserves heeft aan diamanten, goud, kobalt, nikkel en andere grondstoffen. Ondanks de positieve groei van het bbp in de afgelopen jaren, voornamelijk gedreven door de mijnbouw, ontbreekt het statistisch bewijs voor transformatie. Corruptie blijft door Afrika razen en Congo is niet vrijgesteld,” aldus Charles Odoom. Aan de andere kant is hij behoorlijk enthousiast over Nigeria. Het land is niet alleen een economische reus vanwege zijn olie- en gasreserves, maar meer en meer grijpt het regionale controle in Afrika. De economie is de grootste in Afrika, de 31e grootste in de wereld door het BBP. De Wereldbank beschouwt Nigeria als een opkomende markt.

Nigeria wordt aangeprezen als de reus van Afrika vanwege de grote bevolking van ongeveer 220 miljoen mensen. Nigeria heeft de afgelopen decennia een stabiel democratisch bestel gehad na jaren van militaire dictators. Nigeria is een van de oprichters van de Afrikaanse Unie en lid van vele internationale organisaties, waaronder de Verenigde Naties, het Gemenebest van Naties, NAM, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, de Organisatie voor Islamitische Samenwerking en de OPEC. Het is ook lid van de informele MINT-groep van landen en is een van de Next Eleven-economieën. Het land scoort echter laag in de Human Development Index en blijft een van de meest corrupte landen ter wereld. De zorg over corruptie komt tot uiting in andere interviews in deze Afrika-editie. Charles Odoom is ook positief over het continent Afrika. "Van Kenia in Oost-Afrika naar het zuiden tot in Zuid-Afrika zijn de politieke omstandigheden op dit moment stabiel. Dat is een voordeel dat we in de vorige eeuw niet echt hebben gezien. Het creëert de mogelijkheid om de middenklasse van burgers snel te laten groeien. De landen aan de noordkant, zoals Marokko en Egypte, zijn al geavanceerde economieën geworden. Helaas kan dit niet gezegd worden van alle staten in West-Afrika, zoals Guinee, Mali en Burkina Faso, waar de afgelopen jaren opstanden zijn geweest met gevallen van plundering en mensenrechtenschendingen. Ik wil het geen langdurige oorlogen noemen, het zijn eerder verstoringen van de democratie.

Het gebrek aan werkgelegenheid voor de enorme jeugdige bevolking van Afrika blijft een groot risico dat kan escaleren tot veiligheidsspanningen. Het is een race tegen de klok om genoeg banen te creëren om deze tikkende tijdbom snel te ontmantelen. De Afrikaanse continentale vrijhandelszone is een gemeenschappelijke markt die alle Afrikaanse landen de mogelijkheid biedt om samen te gedijen. Hoewel enkele landen het niet vertrouwen, laten de ACET-projecties zien dat alle landen op termijn zullen profiteren van liberalisering op dit continent. Afhanklijk van het economisch klimaat kunnen landen zowel winsten als verliezen ervaren. Alle landen moeten echter scherp zijn om winsten te realiseren en om de impact van verliezen te minimaliseren. We kunnen niets aan het toeval overlaten." Charles eindigt met de opmerking dat het beleid van Afrikaanse landen om ondernemerschap te stimuleren en om de particuliere sector te ondersteunen, het nodige dividend zal opleveren om banen te scheppen voor de Afrikaanse jeugd. ♦

36 | VAN VERRE 293

Door de oorlog in Oekraïne en de afsnijding van Europa van Russisch gas is de vraag naar LNG enorm gegroeid met navenante prijzen tot gevolg en daarmee megawinsten voor veel olie & gasbedrijven; maar ook de huidige winsten lijken slechts ten goede te komen aan een kleine groep in WestAfrika. Dit interview bevat geen (officiële) Chevron standpunten maar is uitsluitend het persoonlijk beeld dat Bas de Lange heeft overgehouden na een decenium te hebben gewerkt en gewoond in West-Afrika.

Nigeria en Angola zijn – met Algerijede Afrikaanse landen met de hoogste productie van aardolie en in toenemende mate aardgas. Sinds de Oekraine-oorlog staat het gebied weer volop in de belangstelling. Op Bonny Island, dat ligt in de Nigerdelta, hebben de Nigerianen een enorme productiecapaciteit mogelijk gemaakt voor het omzetten van aardgas in LNG. Samen met

Zo’n 10 jaar is alumnus Bas de Lange (20000407) werkzaam als ingenieur en manager binnen Chevron in de grote oliebron en gasbel van het Afrikaanse continent. Hij zag hoe contracten niet werden nageleefd en schrok van de enorme afdrachten aan de overheden en staatsoliemaatschappijen van Nigeria en Angola. De afgetikte miljarden dollars uit het verleden, zijn niet of nauwelijks ten goede gekomen aan de miljoenen gewone Afrikanen, zo stelt De Lange.

Qatar is het een van de kraamkamers waar de tekorten van aardgas in Europa, worden aangevuld. Voordat president Poetin de levering van aardgas aan met name Duitsland stopzette, werd er in Nigeria en Angola al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw veel geld verdiend door de machthebbers in beide landen. We spreken hierover met Nyenrodiaan Bas de Lange, die manager was bij Chevron Nigeria en nu in Luanda, de hoofdstad van Angola, is gestationeerd.

“De grote oliemaatschappijen zoals Shell, BP, Exxon, Total en Chevron hebben al decennia geïnvesteerd in de exploitatie van olievelden langs de kust van beide landen. Steeds moesten er nieuwe contracten worden opgesteld met de staats-oliemaatschappen. Er zijn verschillende eigendomsconstructies gebruikt, maar legerleiders, presidenten, ministers hebben allemaal gezorgd dat ze er flink beter van werden. Het probleem is dat de regimes van Nigeria en Angola vaak niet in staat blijken om een echte jointventure financieel te dragen. Op het moment dat een oliemaatschappij bijvoorbeeld een $ miljard had

geïnvesteerd in een nieuw platform, bleek Nigeria vaak niet in staat om zijn deel van de investering op te brengen; zijn deel van de olie-opbrengsten was al weg gevloeid naar andere bestemmingen. Als oplossing moesten we terugvallen op deals waarbij externe financiering door (internationale) banken noodzakelijk was, of er werden overeenkomsten opgesteld waarbij de oliemaatschappij de investering in een veld of platform mocht terugverdienen, waarna Nigeria en/of Angola belasting gingen heffen over onze lokale winst danwel inkomen kreeg uit royalties. Het laatste is een manier om geen risico te lopen en toch te kunnen meeliften op de productie van westerse oliemaatschappijen. De olie & gas industrie is een kapitaalsintensieve industrie, waarbij de enorme investering upfront gedaan moet worden, waarna de returns zich vaak over 20+ jaar uitspreiden. Er is gespeeld met miljarden investeringen. De regels van het spel veranderen soms tijdens de wedstrijd; het gebeurt nogal eens dat wanneer een westerse maatschappij zich eenmaal heeft gecommitteerd, de wetgeving verandert, aanbestedingscontracten

OELE
DOOR
STEENKS FOTO BAS DE LANGE
“Oliewinning in Angola en Nigeria was nauwelijks winstgevend.”
BAS DE LANGE:
VAN VERRE 295| 37

worden aangepast, etc. Met name na lokale of nationale verkiezingen kunnen er aanvullende eisen komen, want er is bijna altijd wel een nieuwe legerleider of politicus die dan wil meedelen in de olie-opbrengsten. De gedachte is dan: nu is het mijn beurt; ik pak mijn deel direct, want morgen is het er misschien niet meer. En met die manier van handelen is het er morgen inderdaad niet meer; een self-fulfilling prophecy die zich telkens herhaalt! Op die manier hebben verscheidene bestuurders van Afrikaanse olieproducerende landen veel geld vastgezet in onroerend goed in Londen, Dubai, etc. De bevolking heeft nauwelijks iets van deze cashcow teruggezien, hoewel ze indirect gesubsidieerd worden met lage benzineprijzen; een liter diesel kost in Angola zo’n 25 eurocent, benzine zo’n 30 Eurocent,” aldus Bas de Lange.

EXTREME FISCALE HEFFINGEN

In 2022 kwam de EU een investeringsprogramma van 150 miljard euro overeen met de Afrikaanse Unie. Een belangrijke voorwaarde van Afrikaanse zijde was dat hun overheden de regie over deze enorme verdeling van middelen mocht houden. De tendens was dat in het verleden Europese en ook Amerikaanse ondernemingen al zoveel hadden geprofiteerd van laag geprijsde grondstoffen uit Afrika. Die conclusie is volgens Bas vaak niet terecht.

“Wat de buitenwereld amper beseft is dat we bloot worden gesteld aan zeer hoge fiscale heffingen in Nigeria en Angola, wanneer de productieplatforms op zee eenmaal draaien. Dit fiscale regime is echt een essentiële factor; er zijn tijden geweest dat we -zelfs bij een behoorlijk hoge olieprijs- nieuwe investeringen niet van de grond kregen vanwege extreme fiscale heffingen en regels. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat veel westerse maatschappijen hun vizier verleggen naar landen waar de geopolitieke onzekerheid kleiner is.”

Ook wijst Bas de Lange op “vandalisme” waaraan de oliemaatschappijen in de Niger-delta en de zogenaamde shallowwaters worden blootgesteld.

“We kunnen hier meemaken dat pijpleidingen en installaties dicht onder de kust worden gesaboteerd. Er wordt simpelweg ruwe olie afgetapt en verkocht of plaatselijk geraffineerd “in potten en pannen”. Als er daarbij milieuvervuiling optreedt is het meestal de oliemaatschappij die daarop wordt aangekeken en kan opdraaien voor de kosten. Het komt ook voor dat pijpleidingen door locals worden opgeblazen om de cashflow van de president te raken; een middel om pressie uit te voeren bij

onderhandelingen. Het zijn echt maffia-achtige praktijken. Exxon Mobil had er zoveel last van, dat zij een groot deel van hun operatie in deze regio hebben verkocht aan een indigenous company.”

De wereldwijde vraag naar aardgas, dat inmiddels door de EU wordt gezien als een schone of energie neutrale brandstof, heeft Chevron en andere maatschappijen in de kaart gespeeld.

“We hebben aardgas in dit gebied lange tijd als een bijproduct van oliewinning moeten zien, waaraan niets viel te verdienen. Sterker nog, soms stuitten we op een gasveld en besloten om de put direct af te sluiten, want de exploitatie zonder aanwezigheid van gas-infrastructuur was niet rendabel te maken. In de huidige markt en met nieuwe technologie kunnen we met aardgas, dat grotendeels vrijkomt bij oliewinning, wel geld verdienen, waarmee verliezen uit het verleden goed gemaakt kunnen worden. We maken ook gebruik van de faciliteiten op Bonny Island (Nigeria) en Soyo (Angola) om het aardgas vloeibaar te maken en het transport klaar te hebben voor de internationale tankervloot. Ons geluk is dat we relatief weinig LNG-contracten hadden afgesloten, zoals bijvoorbeeld Qatar dat heeft gedaan met China en Japan. Een groot deel kunnen we aanbieden op de LNG spotmarket en daarmee hebben we kunnen profiteren van de verhoogde energieprijzen in het afgelopen jaar. De huidige hoge inkomsten moeten natuurlijk worden

38 | VAN VERRE 295

afgezet tegen de grote risico’s die we lopen in landen als Nigeria en Angola. Sommige projecten zijn tegen gevallen en energiemaatschappijen krijgen geen overheidssteun zoals bijvoorbeeld de Nederlandse banken. Als we ergens omvallen, dan is het ook echt gedaan. Overigens, ook in Nederland is er een aparte belasting voor oliemaatschappijen -boven op de normale vennootschapsbelasting– indien de winsten als (te) hoog worden beschouwd. Nu beleven we een periode van hoge winsten, maar gelukkig kan in een vrije markt iedereen daarvan meeprofiteren als aandeelhouder.”

PERSOONLIJK GEVAAR

Overigens is het werken voor een internationale oliemaatschappij zeker niet zonder persoonlijk gevaar. “Ik heb voor deze positie vijf jaar in Lagos, Nigeria, gewoond. Na zeven uur ’s avonds mocht ik het kamp niet uit zonder beveiliging. Er was een bepaalde straal waarbinnen ik me overdag vrij kon bewegen, maar voor zakelijke besprekingen daarbuiten, moest er altijd aparte beveiliging worden geregeld. Hier in Luanda is het best prettig wonen, maar ook hier ben je als buitenlander een potentieel doelwit voor overvallen of kidnapping . Gelukkig voor Angola begint het toerisme na een periode van militaire dictatuur, voorzichtig op gang te komen. Er rust nog duidelijk een Portugees stempel op het land en deze stad, wat het best aantrekkelijk maakt als reisbestemming. Ook Nederland heeft een paar jaar over Angola geregeerd en daar zijn nog sporen van te vinden.”

MILIEU

Shell en BP worden in het Verenigd Koninkrijk sterk onder druk gezet om extra winst in te leveren en om zwaarder te investeren in de energietransitie. Als employee van het Amerikaanse Chevron houdt Bas de Lange zich niet bezig met de marktkansen voor windenergie in de wateren van Angola of Nigeria.

“Een snelle transitie naar solar of windenergie voor eigen gebruik ligt in West Afrika niet voor de hand; het vraagt grote investeringen en dat geld is er niet, en er is relatief veel olie en gas voorradig. Dit jaar zijn er verkiezingen in Nigeria, waarbij er drie grote partijen betrokken zijn met hun presidentskandidaten. In zo’n laatste jaar van een vierjarige regeringsperiode van president Muhammadu Buhari, zie je dat er weinig overheidsgeld beschikbaar is en beslissingen worden uitgesteld. Overheidsinkomsten worden nu onder andere besteed aan verkiezingscampagnes en er wordt ongetwijfeld het nodige geld weggesluisd nu de zittende partij nog bij de kas kan. Dure investeringen in het milieu zijn dan zeker geen prioriteit.

Zelf zorgen we bij Chevron dat onze olie- en gaswinning zo schoon mogelijk presteert. De CO2-emissie per geproduceerde barrel ruwe olie en per kubieke meter gas of de totale uitstoot van schadelijke gassen per productielocatie wordt bijgehouden en we zien die cijfers steeds verder dalen. Zeker met de opkomst van de LNG-markt, zijn we op zee een stuk schoner geworden doordat vrijkomend

gas bij de oliewinning niet meer wordt afgefakkeld of niet meer hoeft te worden geinjecteerd. Verder zijn er in West Afrika verscheidene milieueisen van toepassingen die ook geldig zijn in de westere wereld.

Olie en gas zijn nogal altijd de belangrijkste business van Chevron. We gaan uit van het standpunt dat het geld van aandeelhouders het meest verantwoord wordt ingezet, op projecten waar onze technische expertise doorslaggevend is. Overigens kan ik me ergeren aan de opstelling van Nederlandse activisten die oliemaatschappijen als de grote vervuiler aanwijzen. De Nederlandse overheid heft al decennia ongeveer 60% belasting op brandstoffen, in de vorm accijns en BTW; zijn die vele tientallen miljarden euro’s in een spaarpotje gezet voor de energietransitie en milieu? Het antwoord is helaas: nee.” ♦

VAN VERRE 295| 39
EU & Angola werken samen. LNG-tanker voor Bonny Island, Nigeria.

Als kind werd Marcel Nkongo Kwedi (20080415) er op school uitgepikt om hem voor te bereiden op een succesvolle carrière. Hij werd computerprogrammeur en haalde een MBA op Nyenrode. Hij kreeg een baan bij het Nederlandse RAET, maar de roep om als sociaal ondernemer aan de slag te gaan in zijn thuisland Kameroen was te sterk. Hij werkt hard aan de realisatie van zijn ideeën voor een succesvol lokaal MKB. Jonge mensen in Kameroen moeten beseffen dat ze onderaan de ladder horen te beginnen.

"Ik wilde werk met impact doen in Kameroen."

Vraag: Kun je jezelf kort voorstellen?

MNK: "Ik kom uit een gezin van 16 kinderen van twee vrouwen. Vijf broers en zussen wonen in Kameroen, maar de anderen wonen in Europa, Canada en de VS. Ik ben de jongste van het stel. De regering van Kameroen selecteert jaarlijks 100 kinderen met het hoogste IQ voor een hogere opleiding. Ik werd uitgekozen om te studeren aan het nationale polytechnische instituut. Op 22-jarige leeftijd ben ik afgestudeerd als software programmeur. Ik ben meteen met mijn eigen bedrijf begonnen, maar na drie jaar had ik financiële problemen. Dat was in 2007. Ik vroeg me af wat ik verkeerd had gedaan. Ik heb veel zelfstudie gedaan door managementboeken te lezen in de bibliotheek van de Britse ambassade. Toen deed ik de GMAT-test en scoorde genoeg punten om naar een Europese universiteit te gaan. Mijn eerste contact was de Universiteit van Mannheim, maar daar kwam ik niet in aanmerking voor een volledige beurs. Dat was wel het geval op Nyenrode, waar ik werd toegelaten tot het NIMBA-programma. Ik heb 13 maanden op Nyenrode gezeten; in zekere zin voelde het als een verblijf in de hemel. Er was een mix van nationaliteiten, politieke systemen, religies, cultures, kleuren, gender en seksuele geaardheid die ik nog niet eerder had meegemaakt. Ik had zelfs een Chinese en een Taiwanese huisgenoot en er waren veel internationale klasgenoten die samenwerkten in groepsprojecten en dat ging goed samen! Na het behalen van mijn MBA heb ik in Nederland gesolliciteerd. Ik was al succesvol met mijn eerste sollicitatie. Het bedrijf was RAET BV, de ontwikkelaar van HR-software, en ik werd verantwoordelijk voor het ontwerp van nieuwe softwareproducten. Ik heb er tweeënhalf jaar gewerkt, daarna raakte ik uitgekeken op de functie. Ik wilde werk doen met meer impact. Voor mij betekende dit een terugkeer naar Kameroen."

Vraag: Hoe was het om terug te zijn in je thuisland?

MNK: "Om terug te zijn in Kameroen, na vijf jaar in Nederland, vond ik een schok. Er was eigenlijk niets veranderd. Dezelfde businsess, chaos, stof en sloppenwijken. Tegelijkertijd besefte ik dat ik er moest zijn om echt een verschil te maken. Het eerste wat ik deed was het onderwijs in gaan. Ik heb een coöperatie opgezet voor docenten die een modern lesprogramma konden aanbieden. We mikten niet zozeer op jongeren die al op school zaten, maar op ondernemers die veelal laagopgeleid waren en aan wie we de essentie van business, marketing en finance aanboden. Er waren studenten die bijvoorbeeld geen Frans konden lezen, maar wel een goede handelsgeest hadden. We leerden hen de essentie van efficiëntie, boekhouding, logistiek en marketing. Ik heb ook een boek geschreven over sociaal ondernemerschap dat dient als een gids voor kleine bedrijven in Kameroen. Het gaat over pragmatisch ondernemen in een extreme omgeving. Het boek werd gratis aangeboden aan de studenten. Ik heb in drie jaar tijd 200 studenten opgeleid. Helaas hadden we wel last van de verwachtingen die sommige studenten hadden, dat ze na afloop van de cursus gratis geld zouden krijgen van een buitenlands ontwikkelingsfonds. Dat was nooit de bedoeling. In 2018 ben ik gestopt met het programma."

Vraag: We gaan ervan uit dat je daar in Kameroen niet van zou kunnen leven?

MNK: "Ik verdien geld om te voorzien in mijn leven als consultant in marketingstrategie en projectontwikkeling. Een van de grotere opdrachten die ik kreeg was van de regering van Tsjaad, het land dat aan de noordoostelijke grens van Kameroen ligt. Ze wilden weten wat de kansen waren voor een zogenaamde droge haven in Douala, de belangrijkste havenstad van Kameroen aan de Atlantische Oceaan. Dit betrof voornamelijk de behandeling van in- en uitvoergoederen voor Tsjaad via een belastingvrije zone in Douala. Ik kreeg onlangs een opdracht uit Canada, van de Universiteit van Regina, Saskatchewan, die een instituut voor

DOOR OELE
STEENKS FOTO MARCEL NKONGO KWEDI
40 | VAN VERRE 295

Afrikaanse studies wil oprichten. De Canadezen wilden een businessplan om een aantrekkelijk zelfvoorzienend Afrikaans Instituut te ontwikkelen voor de groeiende stad Regina."

Vraag: Wat is je motivatie?

MNK: "Ik zie mezelf liever als sociaal ondernemer. Ik bedoel met sociale projecten geen vorm van liefdadigheid, want geld weggeven in Kameroen is volstrekt zinloos. Sociale projecten zijn pogingen om op een zakelijke manier in de basisbehoeften van deze samenleving te voorzien. De internationalisering van bedrijven en hun producten en de opkomst van sociale media hebben ertoe geleid dat mensen in Kameroen het gevoel hebben dat ze niet onderaan de ladder hoeven te beginnen. Ze willen onmiddellijk leven zoals de Europeanen en Amerikanen dat doen. We hebben sinds 2001 een beurs in Douala, maar voor de bevolking is het totaal zinloos. Ondernemersin Kameroen moeten leren dat je geen stappen kunt overslaan in het opbouwen van een gezonde econmie."

Vraag: Wat bedoel je daarmee?

MNK: "De eerste stap in de Maslow behoefte piramide is voedsel, waarmee ik gezonde voeding bedoel. Mensen in Afrika eten veel, maar het is allemaal voedsel met een teveel aan calorieën. Ze krijgen nauwelijks eiwitten en vitamines binnen. Daarom ben ik in 2015 gestart met het Nutrimax project. Ik ben begonnen met het kweken van Moringa bomen' in plastic kassen. De bladeren van deze plant zijn buitengewoon voedzaam en kunnen worden gebruikt om yoghurt rijk aan eiwitten en vitamines te maken. Het is de bedoeling dat de yoghurt wordt geleverd aan basisscholen. Het is een project van pionieren, omdat leraren eerst zelf de behoefte aan gezonde voeding moeten zien. In de armste delen van Kameroen is er een schaarste aan water. Door het gebruik van kunststof kassen zorgt de warmte voor een hoge luchtvochtigheid die ideaal is voor de Moringa bomen. Op dit moment ligt het project stil omdat de manager die het zou leiden plotseling is opgestapt. Ik ben echter vastbesloten om een herstart te maken. Daarvoor moet ik een betrouwbare man vinden met een agrarische opleiding. Ik kan de lokale subsidies vergeten, want de overheid tot en met elke gemeente is corrupt. Zo heeft de overheid ervoor gezorgd dat lokale ngo's niet zelfstandig geld uit het buitenland kunnen binnenhalen."

Vraag: Hoe belangrijk is de lokale landbouw?

MNK: "Zestig procent van de bevolking in Kameroen bestaat uit kleine boeren. Ze weten niet echt hoe ze hun producten op een grotere markt moeten aanbieden, anders dan aan de wegverkopers in de lokale stad. Een enorme hoeveelheid voedsel wordt zo verspild in Kameroen. Daarom heb ik een internetplatform opgezet om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Het bijzondere is dat de regering van Nigeria wel degelijk het nut van zo'n veilingplatform inziet en dat ze mij financieel hebben gesteund met

een subsidie. Het systeem werkt als een futures-handel, waarbij boeren hun oogst vooruit kunnen verkopen, waardoor ze hun productie kunnen verfijnen en de juiste hoeveelheid verpakkingsmateriaal kunnen kopen. Het platform staat na een half jaar on hold omdat er een wantrouwen is tegen vooraf betalen door de klanten. Een oplossing hiervoor moet nog worden gevonden."

Vraag: Het schijnt dat de initiatieven in eerste instantie logisch lijken, maar toch vastlopen. Heb je ondertussen moeten stoppen met sociaal ondernemerschap?

MNK: "Ik ben in ieder geval tot de conclusie gekomen dat de veranderingen in Kameroen heel traag gaan. De enige manier om het land te verheffen is door een middenklasse te creëren. Ik heb nu een nieuw platform opgezet, Africa Development Network. Het is gericht op het financieren van kleine ondernemers die dat wel doen in populaire producten en diensten, zoals verkopers van motorfietsen of donutwinkels. De doelgroep bestaat uit mensen die een goede opleiding hebben genoten, maar geen kans maken op een baan en geen geld hebben om een bedrijf te starten. Politici zijn vaak niet van plan om die mensen naar een hoger niveau te tillen, omdat dit concurrentie voor zichzelf kan betekenen. Lokale politieke leiders die aan de touwtjes trekken, zijn alleen maar bezig hun zakken te vullen."

Vraag: Zal Kameroen geholpen worden door een goed monetair beleid?

MNK: "Een groot probleem is de munt van Kameroen, dat is de Centraal-Afrikaanse frank, een Franse munt die wordt ondersteund door centrale banken in zes Afrikaanse landen, namelijk Kameroen, Centraal-Afrika, Tsjaad, Republiek Congo (Congo Brazzaville), Equatoriaal-Guinea en Gabon. De wisselkoers is gekoppeld aan de euro, waardoor de waarde te hoog is voor onze onderliggende economie. Elk jaar wordt een bedrag aan Centraal-Afrikaanse franken gedrukt zonder enig verband met de economische en financiële realiteit van de lidstaten! Het is vooral de Afrikaanse elite die hiervan profiteert, omdat ze dure buitenlandse producten kunnen kopen tegen een spotprijs."

Vraag: Hoe belangrijk is het behoud van ecosystemen voor Kameroen?

MNK: "De milieuproblematiek wordt verdoezeld door het feit dat Kameroen een groot land is en dunbevolkt. De milieuvervuiling in stedelijke gebieden is ernstig. Ook hier doen de lokale heersers er weinig aan; er is geen duidelijk plan om ons ecosysteem te beschermen. De overheid daarentegen draagt bij aan de vernietiging van de natuur in Kameroen, door enorme percelen oerwoud te verkopen aan Chinese bedrijven.

Ze weten precies wat ze in Afrika in handen willen krijgen. Dit zijn natuurlijke grondstoffen, voornamelijk goud. Centraal-Afrika is gezegend met enorme goudreserves, maar de lokale bevolking ziet er niets van terug." ♦

VAN VERRE 295| 41

“Als ik op het vliegtuig stap naar Kaapstad, ga ik naar huis.”

Johannesburg is een gevaarlijke stad. Dat is een internationaal bekende realiteit. Toch kun je er als Nyenrodiaan een uitstekende carrière opbouwen. Sterker nog, je kunt er verliefd worden op het land Zuid-Afrika en op een Zuid-Afrikaanse. Egon Theunissen (20050343) leidde zes jaar lang de Zuid-Afrikaanse organisatie van Danone en maakte beide dingen mee. Nu woont hij in Paarl in de Westkaap, waarschijnlijk een van de beste regio’s ter wereld voor een eindstation.

Vraag: Wat was je eerste ervaring met Zuid-Afrika?

ET: “Ik heb zes jaar voor Heinz gewerkt, toen ben ik in 2013 voor het eerst in Zuid-Afrika geweest, zonder al te veel verwachtingen. Heinz had een joint venture met Pioneer Foods, een van de grootste lokale voedingsmerken. De combinatie had een kantoor in Paarl, ten noordoosten van Kaapstad.”

Vraag: Hoe was het om voor een legendarisch merk als Heinz te werken?

ET: “Zuid-Afrika was een kleine markt voor Heinz. Het is een van de weinige landen waar Heinz Ketchup niet de marktleider is. In dat jaar nam Berkshire Hathaway, het conglomeraat van Warren Buffett, het bedrijf Heinz over, om het in 2015 te laten fuseren met Kraft Foods. Voorafgaand werd besloten om de activiteiten van Heinz in Zuid-Afrika in franchise te geven aan Pioneer Foods. Daarmee veranderde mijn job voor Heinz. Ondertussen was er in korte tijd het nodige gebeurd. Ik heb op verschillende plekken van de wereld gezeten, maar ik heb me nergens zo snel thuis gevoeld als in Zuid-Afrika. Voor dat ik het wist had ik een kring van collega’s en kennissen die bereid waren om me op sleeptouw te nemen. Binnen de kortste keren had ik een drukker sociaal leven dan ik in

Nederland had. Het had er ook mee te maken, dat in Paarl zoveel te zien is, van de Atlantische Oceaan, wildparken, wijngaarden tot en met Kaapstad zelf. Zeker in die tijd was er een relaxte houding ten opzichte van de verhouding werk/vrije tijd. Binnen een half jaar heb ik toen een heel goede indruk gekregen van het land.”

Vraag: Waarom wilde je in Zuid-Afrika blijven, terwijl Heinz andere plannen met je had?

ET: “Ik werd niet alleen verliefd op het land, maar ook op een Zuid-Afrikaanse, een Zulu vrouw om precies te zijn. Ondertussen wilde Heinz me hebben op hun vestigingen in China en Japan, waar ik integratieklussen moest doen voor de inkoop in die landen. Die klussen heb ik naar tevredenheid volbracht, waarna ik een grote doorbraak kon maken op het hoofdkantoor van Heinz in Pittsburgh als procurement director voor North America, de grootste regio voor Heinz. Ik had een topfunctie, maar ik werkte ook bij een club die behoorlijk ‘cut-throat’ was geworden. Werkdagen van 15+ uur waren de norm en de druk om je targets te halen was immens.Ondertussen probeerde ik iets van mijn relatie te maken door regelmatig naar Kaapstad te vliegen, eerst vanaf China en Japan. Daarna vanuit Pittsburgh, naar Washington en vervolgens via Dakar naar Kaapstad. Qua belasting was dat

natuurlijk een drama. Toen kreeg ik een tip van een oud-collega bij Heinz, die me vertelde dat er een baan vrijkwam bij Danone in Zuid-Afrika. Misschien moest ik eens gaan praten. Aan de andere kant was de variabele beloning in Amerika erg hoog, zeker vergeleken met de baan in Zuid-Afrika. Maar na lang wikken en wegen, heb ik echter gekozen voor mijn relatie en voor die job bij Danone.”

Vraag: Was het relatieprobleem hiermee opgelost?

ET: “Mijn geliefde werkte toen voor Brandhouse, een joint venture tussen Heineken, Diageo en Namibian Breweries, in Kaapstad en ik kwam voor Danone op kantoor te zitten in Johannesburg. Ik ging van 24 reizen naar twee uur reizen in ZuidAfrika, maar dat voelde alsof het om de hoek was. Op een gegeven moment werd haar kantoor verplaatst van Kaapstad naar Johannesburg. Mooier kon je het niet bedenken en eindelijk konden we samen gaan wonen. We zijn nu al negen jaar gelukkig met elkaar. Het is een van de betere levensbeslissingen die ik heb genomen. Ze heeft een zoon uit een eerder huwelijk van 23 die net is afgestudeerd aan de Universiteit van Pretoria. Ik beschouw mezelf als zijn tweede vader op enige afstand.”

42 | VAN VERRE 295
EGON THEUNISSEN:
DOOR OELE STEENKS FOTO’S EGON THEUNISSEN

Vraag: Hoe ziet de Zuid-Afrikaanse markt er voor Danone uit?

ET: “In Zuid-Afrika zit Danone voor 95% in zuivel, dat is historisch zo gegroeid. We hebben het dan hoofdzakelijk over yoghurt-producten. Daarvoor hebben we hoofdzakelijk lokale merken. We hebben wel topmerken als Activia en Danino, maar dat is een klein segment. De watermarkt is lastig. Het is wellicht een nalatenschap van de Nederlanders dat het drinkwater van hoge kwaliteit is. Je kunt bijna overal water uit de kraan drinken, waardoor de markt voor mineraalwater niet zo interessant is, hoewel er de laatste tijd wel ruimte is gekomen voor mineraalwaters. Het is bovendien een erg competitieve markt en de marges zijn niet aantrekkelijk genoeg voor Danone. We hebben hier een aantal producten van Evian via een distributeur, maar erg duurzaam is het niet om vanuit de Franse Alpen water naar Afrika te slepen. We hebben ook een lijn van babyvoeding, maar daarvoor is de markt vergeven aan Nestlé en lokale merken. Er geldt op die markt een strikt verbod op reclame en het uitgangspunt is altijd dat borstvoeding de voorkeur geniet. Babyvoeding is een goed alternatief, met name als daar medische redenen voor zijn. In Zuid-Afrika is het echter een hele opgave om jonge moeders daarvan te overtuigen. Het gaat om vertrouwen winnen en daarvoor is een lange adem nodig.”

Vraag: Welk gedeelte van de consumentenmarkt kan Danone bereiken in Zuid-Afrika?

ET: “De onderkant van de markt is min of meer onbereikbaar voor Danone. Het gaat om zo’n 40% van de bevolking die wordt bediend met een uiterst competitieve markt. Die groep mensen hebben simpelweg niet genoeg middelen om het aan relatief dure yoghurt te besteden. Voor hen komt bijvoorbeeld rijstepap op de eerste plaats. Daarnaast is Danone een multinational met bepaalde kwaliteitseisen aan zijn producten, wat onze producten relatief duurder maakt en waardoor je de connectie met het werkloze deel van de bevolking helaas mist. Als voorbeeld, er is nu eenmaal een cold chain nodig voor Danone, dus de producten moeten gekoeld kunnen

worden in de winkels en daarna thuis weer gekoeld kunnen worden. Daar hangt een bepaald prijskaartje aan. Dit wil niet zeggen dat het zo gemakkelijk is om een winstgevende yoghurt markt te hebben voor de middenklasse. Een sixpack met Danone ‘tubs’ kost in Zuid-Afrika ongeveer een euro, terwijl dit in Europa viermaal zo duur is. We moesten dus enorm aan de bak om voldoende omzet te halen tegen lage marges. Bedenk wel dat 70% van de supermarktuitgaven wordt gedreven door prijspromotie. De bevolking gaat geld uitgeven op het moment dat de maandsalarissen, pensioenen en uitkeringen worden gestort, maar dan kopen ze ook voor een hele maand in. Dus op dat moment moet je als merk je slag slaan door middel van gerichte reclame.”

Vraag: En hoe zit het met de premiummarkt?

ET: “Fascinerend is dat Woolworths de supermarkt is met het beste bereik onder de upperclass, maar deze meest premium winkel van Zuid-Afrika gebruikt voor de meeste producten private labels. Ze leveren daarbij een uitstekende marketing prestatie door innovatief te zijn en kwalitatief goede producten aan te bieden. Zo hebben ze inmiddels een Vegan-lijn en leveren ze smaken die trendy zijn. Woolworths zegt dan ook tegen gevestigde merken, no thanks! Ze hebben dus een sterke foothold in het marktgedeelte waar de marges aantrekkelijk zijn. Momenteel zijn er supermarkten als Spar en Checkers die de competitie aangaan met Woolworths. De Spar is in Zuid-Afrika een franchisemodel dat veelal wordt gerund door lokale ondernemers. Daarmee hebben ze een hoge dekkingsgraad op het platteland. Checkers zit dichter tegen onze Albert Heijn aan. Daar waar we aan de consumentenkant echt retail hebben die in de wereldtop mee kan, voelt het aan de leveranciers-zijde alsof we tien tot vijftien jaar achterlopen op Europa. Het is een agressieve business waarbij inkopers leveranciers onder zware druk zetten, totdat ze juiste prijs hebben afgegeven. Het is heel lastig om een strategische discussie te hebben zonder prijs.”

Vraag: Danone claimt strak te sturen op Sustainable Development goals; hoe ziet dat eruit in Zuid-Afrika?

ET: “Danone heeft al lang een bedrijfscultuur, waarbij naast het produceren van zuivelproducten, er aandacht is voor community projecten. We zijn een bedrijf dat heel graag op natuurlijke wijze maatschappelijk betrokken wil zijn. We hebben niet de pretentie dat we de onderneming zijn die het grootste verschil kan maken in ZuidAfrika, maar proberen wel de toon te zetten. Allereerst doen we de voor de hand liggende zaken als waist reduction, zonne-energie en eigen grondwater voorzieningen. Maar we hebben ook een onderwijsplan, waarmee we op scholen voorlichting geven over vitamines, minarelen en gezonde voeding. We zamelen verder plastic verpakking van yoghurt in en die werken we om tot bureautjes voor kinderen op school. Daarvoor hebben we ook een packaging award gekregen.”

Vraag: Hoe is het met de financiële positie van de gemiddelde ZuidAfrikaan gesteld?

ET: “We hebben hier al decennialang tussen de vijf tot tien procent inflatie. We zijn het echter gewend. De inflatie is traditioneel hoog, maar het is ook stabiel. Het zou me niets verbazen als 2022 het jaar wordt, waarin Nederland een hogere inflatie heeft als Zuid-Afrika. Het conflict in Oekraïne heeft hier veel minder invloed gehad op de energieprijs. De kosten van geld lenen zijn exorbitant. We zijn verhuisd van Johannesburg naar Paarl, waar we een eigen huis hebben gebouwd, waarvoor ik een kleine hypotheek had afgesloten. Ik kan je vertellen, dat ik behoorlijk gemotiveerd was om die snel af te betalen. Hypotheekrenten tussen de acht en tien procent zijn hier vrij normaal. Ze werken hier met variabele rente, je kunt een rentetarief niet voor langere tijd vastzetten, tenzij je bereid bent om een enorme premie te betalen. De Rand is geen fantastische munteenheid, hoewel er in Afrika ergere currencies zijn. Aan de andere kant zijn de rendementen op beleggen een stuk hoger. Het is hier vrij normaal om een rendement van tien procent of hoger te halen, daar kun je in Europa alleen van dromen. Dit is een land waarin je als ondernemer een behoorlijk

VAN VERRE 295| 43

kapitaal kunt verdienen, als je bereid bent om risico te nemen.”

Vraag: Wat is het commitment van Danone als multinational op het Afrikaanse continent?

ET: “Afrika is het continent dat het meest past bij de missie van Danone om gezonde voeding naar zoveel mogelijk mensen te brengen. Het concern zit in heel Afrika, maar het succes verschilt per land. Op het hoofdkantoor hadden ze wellicht de hoop dat de markt in Afrika zich sneller zou ontwikkelen, zoals dat in Azië is gebeurd. Dat is echter behoorlijk tegen gevallen. Africa is not for sissies zeggen we hier altijd met een knipoog, je hebt een lange adem nodig. Op het Afrikaanse continent is echter altijd wel iets aan de hand, een crisis, een opstand of een importverbod. Nigeria en Angola waren een tijdlang enorm winstgevende landen, vanwege de olie-export draaide die economieën overuren, maar dat is al bijna een decennium lang tot stilstand gekomen. De realiteit is dat geen enkel Afrikaans land groeit zoals Danone het had gehoopt, ook niet in Zuid-Afrika. Maar ik heb geen reden om te veronderstellen, dat Danone niet blijft investeren in Afrika. Het continent past nadrukkelijk bij de missie van de multinational: bringing health through food to as many people as possible.”

Vraag: Jullie zijn verhuisd van Johannesburg, terug naar Paarl. Is Johannesburg echt zo’n gevaarlijke stad?

ET: “Hoge criminaliteit is helaas de realiteit. Als je ooit ervaring krijgt met aanranding, verkrachting, carjacking of een overval, dan vergaat de liefde voor dit land snel. Je kunt ’s avonds niet zomaar de straat op. Ik heb geluk gehad dat ik tijdens mijn verblijf van zes jaar in Johannesburg nooit iets vervelends heb meegemaakt. De realiteit is wel dat je daar in een zwaarbeveiligde compound woont. Zoiets moet je een eigen plek kunnen geven. Als je dat erg beperkend

vindt, dan is Zuid-Afrika en met name Johannesburg geen goede plek. Als je er wel tegen kunt, dan is dit een fantastisch land met een ongekende energie, diversiteit, schoonheid en ruimte.”

Vraag: Hoe ernstig zijn de problemen met het elektriciteitsnetwerk?

ET: “In Zuid-Afrika heb je toch te maken met een zich ontwikkelende markt, elk moment kan er iets onverwachts gebeuren, zeker nu we te maken hebben met het probleem load-shedding, waardoor de stroom op bepaalde uren wordt uitgedraaid door het staatsenergiebedrijf Eskom. Vandaag hebben we meer uren geen stroom gehad dan wel! Soms word ik er knettergek van, maar tegelijkertijd geeft het voldoening omdat hier nog zoveel te verbeteren valt, waarbij ik daadwerkelijk een aandeel kan leveren. Dat is iets dat me enorm veel energie geeft. Je kunt hier werken met inwoners van Zuid-Afrika die afkomstig zijn van verschillende rassen en stammen. Qua historie zou ik dichter bij de Afrikaanders moeten staan, maar het is juist fantastisch om vrienden van allerlei etnische achtergronden te hebben, een ware verrijking. Dit is wat Zuid-Afrika zo bijzonder maakt en waarom het nu al bijna tien jaar lang thuis is. “

Vraag: Je praat nog vol enthousiasme over Danone, maar ondertussen ben je er niet werkzaam. Hoe zit dit?

ET: “Ik heb afgelopen zomer een break genomen, na 17 jaar hard gewerkt te hebben. Ik wilde even tijd voor mezelf om na te denken over de volgende fase in mijn (corporate) leven. Er kwamen enkele zaken bij elkaar, waardoor ik er op een goede en vriendelijke manier kon uitstappen bij Danone. Maar nu, na enkele maanden rust en heel veel sport, denk ik er toch over om weer in het bedrijfsleven terug te keren, want daar ligt mijn ervaring. Het zal niet een kopie

worden van mijn baan bij Danone, ik wil graag voortborduren op wat ik heb gedaan, maar tegelijkertijd ook een nieuwe dimensie toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan een andere industrie, kleinere omvang van het bedrijf, ander type eigendom… en wellicht zelfs een ander land. Het moet een functie worden met een andere dynamiek, maar wel voldoende uitdaging om mijn internationale managementervaring te benutten.”

Ben je een echte Zuid-Afrikaan geworden?

ET: “Ik ben natuurlijk een Nederlander en heb mijn directe familie in Nederland. Maar als ik op Schiphol op het vliegtuig stap om naar Zuid-Afrika te gaan, zeg ik tegenwoordig, ik ga naar huis. Het is hier ontzettend mooi en je kunt hier een goed leven leiden. Ik heb niet het gevoel dat ik klaar ben met opdrachten in andere werelddelen, maar thuis is hier in Paarl in de Westkaap. Ik ben ervan overtuigd dat het mijn eindbestemming is.” ♦

44 | VAN VERRE 295
Egon Theunissen met Zuid-Afrikaanse vriendin en ‘bonuszoon.’

SHAYNE VERVOORT:

“ANC is een grote kerk met stromingen van kapitalisme naar communisme!”

De heersende politieke partij ANC (Afrikaans Nationaal Congres) heeft Zuid-Afrika zo’n dertig jaar in de greep gehad. President Mandela wordt nog steeds gezien als de bevrijder van Apartheid en het ANC als de kerk waar de ommekeer begon. Inmiddels is het blazoen van het ANC danig besmet geraakt door een reeks corruptieschandalen. Met name president Jakob Zuma heeft zijn zakken gevuld met ‘state capture.’ Alumnus Shayne Vervoort (20100425) geeft inzicht in de problematiek van een potentiële wereldspeler.

Zuid-Afrikaan Shayne Vervoort heeft aan de universiteit van Stellenbosch gestudeerd, waarna hij een MSc heeft gedaan op Nyenrode. Daarna ging hij terug naar zijn vaderland om marketingmanager te worden van Hi-Tec, het sportschoenenbedrijf van miljardair Frank van Wezel (19580108) die een bijzondere band heeft met Afrika. Shayne schoof door naar McKinsey in Johannesburg. Daar maakte hij op enige afstand kennis met de corruptiecultuur die Zuid-Afrika in zijn greep houdt.

Vraag: Wat was er precies gaande?

SV: “McKinsey heeft veel opdrachten gedaan voor de ZuidAfrikaanse overheid en voor staatsbedrijven. De manier waarop het bureau gebruik maakte van onderaannemers was discutabel. Ik geloof dat er goed werk is geleverd, maar dat het niet altijd is geïmplementeerd. Na anderhalf jaar te hebben gewerkt op het Zuid-Afrikaanse kantoor van McKinsey, heb ik opdrachten aangenomen in het buitenland, om internationale ervaring op te doen. Zodoende kon ik ook vermijden dat ik voor

de Zuid-Afrikaanse staats-bedrijven moest werken. Zo zat ik in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Nederland, Ethiopië, Nigeria en Australië. Ik ben ruim vier jaar bij McKinsey in dienst geweest. Daarna ben ik begonnen als ondernemer.”

Vraag: Onder welke omstandigheden kon het zover komen?

SV: “Verscheidene vooraanstaande bureaus en organisaties waren betrokken bij de zogenaamde ‘state capture.’ Het ging niet alleen om McKinsey, ook adviesbureau Bain & Co, KPMG en een aantal Zwitserse en Franse dienstverleners waren op een of andere wijze betrokken. Het punt is dat in een democratie, die in een ontwikkelingsfase verkeert, de private sector een rol speelt in het faciliteren van staatscorruptie. Overheid en private sector zijn dan met elkaar verstrengeld.”

Vraag: De wereld heeft opgezien naar Nelson Mandela. Heeft hij achteraf ook aan het begin gestaan van corruptie?

SV: “Zeker niet! Mandela had ongelooflijk hoge ethische normen en heeft Zuid-Afrika door een uitdagende transformatie geleid. Hij was de enige persoon die in staat was om het land uit Apartheid te loodsen naar een democratie. Zijn opvolger, president Mbeki, heeft gezorgd voor een periode van economische groei. Toen brak het decennium Jakob Zuma aan. Hij was vicepresident en ANC-partijleider, en had al een kwalijke reputatie, voordat hij in 2009 werd gekozen tot president. Zo had hij grote bouwopdrachten in handen gespeeld van een malafide zakenman, Schabir Shaik, die daarvoor 15 jaar gevangenisstraf kreeg. Zuma bleef echter buiten schot. Als president was hij diep betrokken bij corruptieschandalen. Hij was verantwoordelijk voor het verkopen van staatsbedrijven om daar persoonlijk van te profiteren, daarvoor had hij een wettelijk systeem in werking gezet, waarmee hij dit kon doen. In Zuid-Afrika noemden ze het ‘state capture.’

DOOR OELE STEENKS FOTO’S SHAYNE VERVOORT
VAN VERRE 295| 45
Vader en zoon Vervoort, teamwork! Topbaan in Singapore voor mrs. Vervoort

President Jakob Zuma liet Zuid-Afrikanen lijden onder corruptie!

Vraag: Sinds 2017 is president Cyril Ramaphosa (ANC) aan de macht; heeft hij het roer kunnen omgooien?

SV: “De afgelopen vijf jaar heeft de Zuid-Afrikaanse overheid zichzelf moeten zuiveren. Ramaphosa moest beginnen om het rechtssysteem in Zuid-Afrika te herstellen. Als je gedurende tien jaar het staatsbestel hebt ondermijnd, duurt het een tijd voordat de rechtsorde hersteld is. De rechterlijke macht lijkt nu te worden gezuiverd van corrupte mensen. Er lopen rechtszaken tegen ambtenaren en politici die waren betrokken bij corruptieschandalen. De belastingdienst die een tijd onderdeel was van het corruptiesysteem, is op dit moment behoorlijk op orde. De laatste tijd is een groeiend aantal ondernemingen ter verantwoording geroepen voor hun betrokkenheid bij ‘state capture’. McKinsey heeft uit eigen beweging besloten om een miljard Rand terug te betalen aan de staat als excuus voor zijn praktijkvoering in het tijdperk Zuma. Tot een rechtszaak tegen McKInsey is het niet gekomen. Andere private ondernemingen hebben boetes opgelegd gekregen door de overheid.”

Vraag: Inmiddels is Zuid-Afrika wereldnieuws door de problemen met de elektriciteitsvoorziening die in staatshanden is. Het is bekend dat het ANC sterk gelieerd is met de kolengestookte energiecentrales in het land. Is dit ook een kwestie van corruptie?

SV: “Absoluut! Nyenrode alumnus Andre de Ruyter (19970413) heeft geprobeerd om Eskom, het staatsenergiebedrijf, efficiënter te maken. Zo zou hij hebben willen aansturen op een splitsing van de onderneming in aparte entiteiten voor opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit. Dit was een stap te ver en werd binnen het ANC ervaren als een bedreiging van de machtspositie en het mogelijke verlies aan inkomsten voor de partijtop. De Ruyter heeft zijn ontslag aangeboden omdat hij zich te weinig gesteund voelde in zijn hervormingsplannen. Dit heeft geleid tot interne woede. In november 2022 heeft men zelfs geprobeerd om De Ruyter te vergiftigen, waarschijnlijk met cyanide. Ik ben ervan overtuigd dat de moeilijkheden worden opgelost. Op het moment dat we de socialistische beginselen van de ANC-regeerperiode gaan combineren met de efficiency van de private sector, kunnen we heel goede resultaten behalen in ZuidAfrika. Voor dit jaar heeft president Cyril Ramaphosa al een veel zakelijker mandaat gekregen van het ANC, wat een teken is dat de partijleiders hem niet terug willen drijven in een moeras van corruptie. De president gaat in elk geval zelf aan het hoofd staan van de ‘war room’ bij Eskom die moet zorgen dat het probleem van de

nationale elektriciteits-voorziening wordt opgelost. Het land is te ver ontwikkeld om het vraagstuk niet te kunnen oplossen. En de wereld wil niet anders dan dat Zuid-Afrika weer een succes wordt, want het economisch potentieel en de geopolitieke positie zijn te belangrijk om hier te falen.”

Vraag: Zijn er voorbeelden van staatsbedrijven die een succes zijn geworden?

SV: “De nationale telecomleverancier Telkom is een enorm succesverhaal. De telecomprovider werd in 1999 opgericht als verlengstuk van de Zuid-Afrikaanse telefoondienst, met de nationale overheid als meerderheidsaandeelhouder (40%), en het staatsbeleggingsfonds Public Investment Corporation als tweede grootaandeelhouder. De resterende 35% is echter gefinancierd via internationale beleggingsfondsen. Telkom is nu de grootste internet- en telefoonaanbieder in Afrika en is actief in 32 landen. Het is overigens heel belangrijk om voor dergelijke grote bedrijfsmatige veranderingen de beste topmanagers, zoals Andre de Ruyter, aan te trekken en hen ook in het openbaar te ondersteunen. Dus als er een goede overgang komt van staatsbedrijven naar semi-staatsbedrijven met een competente bestuurslaag afkomstig uit multinationals als private partners, dan kan de Zuid-Afrikaanse economie zomaar in een stroomversnelling komen, want het goede nieuws is dat de onderliggende infrastructuur van ZuidAfrika nog steeds intact is, ondanks alle corruptieschandalen.”

Vraag: Blijft het ANC onverminderd populair?

SV: “In 2024 zijn er nieuwe verkiezingen en voor het eerst is er een kans dat het ANC geen meerderheid krijgt. Het betekent dat Zuid-Afrika voor het eerst een coalitiekabinet zou krijgen. Op zich zal dat voor nieuwe moeilijkheden kunnen zorgen, maar aan de andere kant, kunnen de kiezers laten zien dat een regering die incompetent is, wordt weggestemd. komende vijf jaar kunnen voor Zuid-Afrika een periode van economische groei en meer welvaart worden. De mandaten van staatsbedrijven en semizijn nog steeds gebaseerd op een politiek van socialisme. Dat is niet per se verkeerd in een land als Zuid-Afrika, waar de economische en sociale ongelijkheid nog steeds erg groot zijn. Er is een pakt nodig tussen bedrijfs-leven, politiek en bevolking. Juist op het terrein van bijvoorbeeld energie, elektriciteit en internet zullen er echter goede publiek-private ondernemingen nodig zijn, die mede worden gefinancierd met internationale beleggingsfondsen uit de VS en Europa. Dat is de basis voor geheel private bedrijven om in Zuid-Afrika een gezonde bedrijfsvoering te

Vraag: Hoe zwaar is het om in Zuid-Afrika een succesvol ondernemer te worden?

SV: “De omstandigheden om een bedrijf tot een succes te maken zijn zwaar. In de eerste plaats

46 | VAN VERRE 295
Voor meer informatie gebruik de QR code

heerst het probleem van load-shedding voorlopig in heel Zuid-Afrika. Daarnaast zijn er socialistische regels die het ondernemen op zich lastig maken. Een bedrijf moet voldoen aan voorschriften voor het aannemen van minderheden. De kwaliteit van het onderwijs is goed, maar helaas kiezen jongeren er steeds meer voor om in het buitenland te gaan werken. Dat kan de nodige problemen opleveren bij het vinden van het juiste personeel. Gemeenten, districten en provincies leveren vaak niet de diensten die ze zouden moeten leveren. De overheid stelt zich erg bureaucratisch op, waardoor er veel red tape is. Private ondernemers die dit alles kunnen verslaan, zijn echt goede ondernemers. Als je eenmaal weet hoe je moet omgaan met de Zuid-Afrikaanse maatschappij, dan heb je hier een gouden toekomst.”

Vraag: Werkt de koers van de Rand tegen?

SV: “De Rand heeft aan waarde ingeboet als gevolg van recente sociale onrust, die ontstond door gevangenneming van Jakob Zuma, wat op zich een positieve ontwikkeling was. Inmiddels is de orde hersteld en blijkt het vertrouwen in de munt te verbeteren. We zijn gewend aan een stelsel met drie tot zes procent jaarlijkse inflatie. Nu we ook te maken hebben met de internationale inflatie veroorzaakt door problemen in de logistieke ketens, tikken we ongeveer 7% aan. Onze Federal Reserve Bank is overigens erg goed en weet de inflatie steeds stabiel te houden. Hypotheekrentes en rentes voor consumentenleningen liggen hoog in dit land. Concluderend wil ik zeggen dat we gewend zijn aan een hoger inflatiepercentage. Zet dit af tegen het bijna ontbreken van inflatie zoals Europeanen tot aan de Oekraïne-oorlog kenden. Mijn vrouw, afkomstig uit GrootBrittannië, heeft voor de Oekraïne crisis een appartement gekocht in Engeland tegen een vaste rente voor tien jaar. Zoiets bestaat gewoon niet in Zuid-Afrika.”

Vraag: Moeten boeren zich zorgen maken over mogelijke onteigening?

SV: “De landbouwsector is belangrijk in Zuid-Afrika, want het land is zelfvoorzienend in zijn voedselvraag. In 2013 ontstond echter een nieuwe communistische partij die zich Economic Freedom Fighters noemt, die het voorbeeld van Cuba, Venezuela of Zimbabwe wilde volgen. Het was duidelijk dat EFF erop uit was om de boeren te onteigenen zonder de nodige compensatie. Gelukkig is hun invloed gestabiliseerd en wordt er zo’n 8% van de stemmen binnengehaald bij nationale verkiezingen. Binnen het ANC zijn er stromingen die gaan van kapitalisme tot en met communisme. Het is een grote kerk met verschillende gezindten. Op een gegeven moment ontstond ook daar een beweging om landbouwgrond te herverdelen. Toch is de huidige nationale opvatting dat we onder geen beding het voorbeeld van Zimbabwe achterna moeten gaan. Dat wordt over een breed front als een absolute ramp gezien. Ondertussen heeft de regering gewerkt aan betere wetgeving op het gebied van landeigendomsrechten.”

Vraag: Welke rol speelt de opkomende middenklasse in Zuid-Afrika?

SV: “Ik voorzie dat de middenklasse snel zal groeien; steeds meer burgers hebben een goede baan, bezitten auto’s, wonen in een nieuwbouwhuis en sturen hun kinderen naar een goede school. Die mensen willen gewoon een prettig leven leiden. Die gaan echt geen domme acties ondernemen. Voorlopig zal het ANC de grootste partij blijven, want ze zijn de bevrijders

in de perceptie van de bevolking. In de stedelijke gebieden beginnen mensen echter op oppositiepartijen te stemmen of ze stemmen niet, wat eigenlijk een verkapt protest tegen ANC is. De partij verloor in vier metropolitan areas (Johannesburg, Kaapstad, Pretoria en Durban) aanzienlijk bij de laatste verkiezingen.”

Vraag: Inmiddels ben je naar Singapore verhuisd, kun je dat toelichten?

SV: “Mijn vrouw werkt voor het Zuid-Afrikaanse verzekeringsbedrijf Discovery. Het is een prima bedrijf dat bezig is om zijn businessmodel internationaal uit te rollen. Discovery is een hierbij een joint venture aangegaan met AIA om een nieuwe Health Tech onderneming te ontwikkelen, Amplify Heathcare genaamd, die is gevestigd in Singapore. Mijn vrouw kon daar een toppositie bemachtigen. Ik wilde haar graag ondersteunen in haar carrière en heb besloten om met haar en de twee kinderen mee te gaan. Vanuit Singapore stuur ik nu Co.mpanion Vet Practices aan, een investmenten managementpartner voor dierenartsen. Eens in de zes weken vlieg ik naar Johannesburg om deze business persoonlijk te managen.”

Vraag: Wat maakt Co.mpanion speciaal?

SV: “We geloven in de kracht van een lokale en onafhankelijke dierenarts in Zuid-Afrika. We bieden een samenwerkingsmodel aan, waarbij Co.mpanion zorgt voor het business/administratie gedeelte en de dierenarts zich helemaal kan richten op het medische aspect. Je moet het beschouwen als een partnership; wij zorgen voor investeringen en financiële deelname, waardoor beginnende dierenartsen minder financiële stress hebben en oudere dierenartsen hun praktijk stapsgewijs kunnen afbouwen. Daar komt bij dat het merendeel van de intredende dierenartsen bestaat uit vrouwen, die ook voor de kinderen zorgen. Deze professionals willen delen in de economische voordelen van het eigendom van een praktijk, maar kunnen zich niet committeren aan het aantal uren dat voorgaande generaties dierenartsen draaiden.

Ook zorgt Co.mpanion voor investeringen in moderne apparatuur, voor de aankoop van vastgoed en een goede administratie. Op dit moment zijn 14 dierenartspraktijken aangesloten. Onlangs is Co.mpanion ook van start gegaan in Nederland. Het model heeft enorme potentie in Australië, Engeland en Canada, want daar zijn veel Zuid-Afrikaanse dierenartsen naar toe gegaan. Als het werkt in Zuid-Afrika, dan kan het overal werken!” ♦

VAN VERRE 295| 47

“HET ZIJN DE VROUWEN DIE ZORGEN

LIES OUDEMANS WAS STAGIAIRE IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

Lies Oudemans (20140063)

werkt nu in Nederland voor

Van Eck, een Asset Manager die beleggingsproducten bouwt die op de beurs verhandelbaar zijn.

Ze begon haar carrière in 2016 als stagiaire bij Heineken in Kinshasa, hoofdstad van de Democratische Republiek Congo. In dit immense land van 100 miljoen inwoners maakte ze kennis met het echte Afrika. Saai was het niet, want ze was betrokken bij de lokale Heinekenpromotie van een James Bond film en ze organiseerde een voetbaltoernooi ter introductie van Primus, het grootste Congolese biermerk. Ondertussen werd ze opgehaald met een company Jeep en weer thuisgebracht naar een zwaarbeveiligd huis voor stagiaires. En o ja, ze mocht niet naar de berg gorilla’s!

Vraag: : Hoe kwam je aan die stage?

LO: “Ik had een finance track gedaan op Nyenrode, maar ik vond de combinatie marketing en Afrika heel leuk. Een van de voorwaarden van Heineken was dat je vloeiend Frans moest spreken. Het sollicitatiegesprek ging ook deels in het Frans. Ik had een half jaar in Parijs gewoond, dus daar lag de basis van mijn beheersing van het Frans. Ik kreeg een opdracht van 6 maanden vanuit de marketingafdeling van Heineken International. Ik moest onder andere consumentenonderzoek gaan doen in Congo.”

Vraag: Hoe functioneerde Heineken in deze voormalig Belgische republiek?

LO: “Heineken heeft zes brouwerijen staan in Congo, die vallen onder de vlag van de lokale brouwerij Bralima, wat staat voor Brasseries Limonaderies et Malterie Africaines. Het was een bestaande organisatie die in 1986 is overgenomen door Heineken. Er worden nog steeds lokale biersoorten gebrouwen, terwijl het echte Heinekenbier wordt geïmporteerd. Dit is in Congo het premium merk dat een flink hogere prijs heeft als hetzelfde bier in Nederland.”

Vraag: Hoe ziet de biermarkt eruit in Congo?

LO: “In Kinshasa waren er enkele grote horecatenten die rechtstreeks werden beleverd. Die kregen er ook

een branding pakket bij, met stoelen, tafels en dat soort zaken. De hoofdmoot werd echter weggezet met gigantisch veel trucks waarop kratten bier en limonades werden gestapeld. Die trucks hebben een vaste route door het centrum van Kinshasa richting de buitenwijken van de stad. Ze stoppen bij kraampjes langs de weg, die voornamelijk door vrouwen worden gerund. Die kopen dan een of twee kratten, die ze verkopen samen met maaltijdens die ze hebben gekookt. Het was fascinerend om te zien dat vooral vrouwen zorgen voor het inkomen van gezinnen. Ze betaalden ook gewoon cash aan de truckchauffeur, in Congolese franken of in Amerikaanse dollars. (Momenteel is de wisselkoers 200 CF tegen grofweg een US-dollar, redactie). In elk geval wordt er betaald met grote stapels papiergeld.”

Vraag: Welke indruk maakte Kinshasa op je?

LO: “Ik had als voorbereiding het boek “Congo, een geschiedenis” van David van Reybrouck gelezen. Veel van de feiten uit het koloniale verleden zijn inmiddels weggezakt bij de lokale bevolking, zo kreeg ik de indruk. In het straatbeeld valt er niet veel meer van terug te zien. Wat naar mijn idee wel duidelijk doorwerkt is de onafhankelijkheidsverklaring van de Democratische Republiek Congo in 1960 en de machtsovername van dictator en president Mobutu in 1964. De Belgische politici hadden de overdracht van het land op een diplomatieke manier willen regelen, maar de Congolezen hadden geen geduld. Daarop is een vrijheidsstrijd uitgebroken, die volgens mij nooit helemaal tot stilstand is gekomen. Ik zat precies in de periode dat de termijn van president Joseph Kabila zou aflopen. Eind 2016 waren de verkiezingen gepland, maar al vanaf het begin van dat jaar begon de spanning op te lopen. Er was op een bepaald moment een proteststaking georganiseerd tegen Kabila. De stagiaires werden echter

DOOR OELE STEENKS FOTO’S LIES OUDEMANS
48 | VAN VERRE 295

DIE ZORGEN VOOR EEN STABIEL INKOMEN!”

gewoon door de Jeep opgehaald en naar kantoor gebracht. Onderweg werden we bang gemaakt door Congolezen die een teken gaven dat we een kopje kleiner gemaakt zouden worden. Toen moest ik wel even aan het boek van Van Reybrouck denken, waarin valt te lezen dat de Belgen die in 1960 in Kinshasa waren achtergebleven, zonder pardon werden vermoord. Op zo’n moment besef je dat de onafhankelijkheid van Congo niet zo lang geleden plaats had gevonden. Als blanke val je op in het straatbeeld en als er onlusten zijn, dan ben je al snel een gemakkelijk doelwit. Het gaat in zo’n situatie doorgaans niet om politieke overtuiging, er wonen veel jongeren in de stad die op zoek zijn naar opstootjes. We verbleven met acht stagiaires in het gasthuis van Bralima. Daar werden we getraind hoe je moest reageren op opstootjes en bedreigingen. In de villa was een safe room ingericht, voor het geval er een overval zou plaatsvinden en we ons moesten verstoppen. We werden ook getraind in een mogelijke ontsnapping over de Congo rivier, naar Brazzaville, dat de hoofdstad van Congo-Brazzaville is en een Frans koloniaal verleden heeft.”

Vraag: Was het leven niet erg benauwend in dat Bralima-huis?

LO: “We zaten niet op een compound, zoals de meeste expats in Congo. Ons huis stond in een buitenwijk op vijf minuten rijden van de brouwerij. Het was niet echt een villa, maar het was op zich een prima huis met een zwembadje erbij. Maar er stond wel een flinke muur omheen en er waren permanent twee bewakers aanwezig. Op de muur waren de bekende rollen prikkeldraad aangebracht, want aan de andere kant was er wel sprake van het begin van een gettowijk. We mochten dus niet alleen de straat op, zeker niet als vrouw. Op sommige dagen mochten we wel in een groep naar de brouwerij wandelen. Ik heb me echter nooit echt onveilig gevoeld. Sterker nog, ik heb voornamelijk hele fijne herinneringen aan mijn tijd daar. De Congolezen leven misschien wel met de dag, maar hebben een warme en gezellige cultuur. Iedereen zorgt voor elkaar en bij Congolese collega’s waren we ook altijd welkom om aan te schuiven voor Pondu of Fufu, de lokale gerechten.”

Vraag: Je sprak van binnenlandse strijd in Congo, wat kreeg je daarvan mee?

LO: “We werden op de hoogte gehouden als er in de binnenlanden rebellen dorpen onveilig maakten. Ik wilde graag naar Oost-Congo reizen om de berg gorilla’s te zien, maar dat mocht dus niet. Het was verboden om daar onder contract bij Heineken naartoe te reizen. Overigens hadden we een lokaal bier dat populair was onder de rebellen. Op posters hadden we gebruik gemaakt van silhouetten van rebellenstrijders met geweren. Daarover is in de Nederlandse pers destijds de nodige stennis ontstaan, want het was ondenkbaar dat Heinkelen indirect de rebellen ondersteunde. Je moet echter wel bedenken dat de marketeers die inspeelden op de lokale situatie, ook Congolezen waren.”

Vraag: Kinshasa is een wereldstad met zeventien miljoen inwoners; hoe ziet het buitenlandse zakenleven eruit in die metropool?

LO: “Ik heb in Kinshasa nauwelijks Amerikaanse of Europese zakenlieden gezien. Ik weet niet precies hoe de situatie nu is, maar in 2016 kwam je hoofdzakelijk Aziatische zakenmensen tegen, inclusief mensen uit Rusland. Daarbij heeft Kinshasa nauwelijks een westers georiënteerd cultureel leven. Musea, theaters en chique merken als Chanel en Dior, kom je er gewoon niet tegen.”

Vraag: Afrika heeft de naam om zwaar corrupt te zijn; wat heb je daarvan gemerkt?

LO: “Ik heb het boek Heineken in Afrika van Olivier van Beemen gelezen. Het beschrijft de praktijk van Heineken in alle Afrikaanse landen, waar de brouwerij actief is. Daar komt het woord corruptie in vele hoofdstukken voor. Ikzelf heb geen directe ervaring gehad met mensen die me wilden omkopen, maar ik was me er wel van bewust dat het kon gebeuren. De meeste Congolezen hebben geen bankrekening en de handel vindt met cash plaats. Dan is corruptie altijd om de hoek. Verder wordt er veel betaald met belminuten van telecomproviders, wat nauwelijks controleerbaar is.”

Vraag: Hoe werkt een land dat zoveel oncontroleerbare cashtransacties kent?

LO: “Als exchange traded funds (ETFs) investeerder ben ik bezig met de lange termijn; je zoekt naar ondernemingen en markten die over twintig tot dertig jaar veel meer waard zijn geworden. Dat kan alleen met monetaire zekerheid; de muntsoorten waarin contracten worden afgesloten en zaken worden gedaan, zullen er dan nog met grote mate van zekerheid zijn. Monetaire stabiliteit is één van de kernvoorwaarde voor economische groei. President Mobuto doopte Congo om tot Zaïre en heeft het land geplunderd. Toen het regime veranderde en Zaïre weer de Democratische Republiek Congo werd, heeft er een ‘currency-change’ plaats gevonden. De Congolezen kregen een dag tijd om hun geld in te wisselen tegen nieuw Congolese franken. Dat moesten ze doen bij wisselkantoren. Er is toen een vreselijke run geweest van iedereen die zijn geld zeker wilde stellen.

VAN VERRE 295| 49
Lies Oudemans en Heineken stagiaires vermaken plaatselijke jeugd in Kinshasa.

Pech in Congo: “Skyfall met Chinese ondertiteling”

De mensen kregen ook echt maar een dag de tijd. Een hoog percentage van de bevolking kwam te laat en verloor daarbij al het opgebouwde spaargeld. Dat trauma hebben de Congolezen niet echt kunnen verwerken, heb ik her en der ondervonden. Hierdoor is een soort carpe diem cultuur ontstaan. Als een Congolees op een dag vijf dollar heeft verdiend, dan is het heel normaal dat het bedrag dezelfde avond opgaat aan drank en eten. Er wordt nauwelijks gespaard, er is geen pensioenopbouw en mensen werken totdat ze overlijden. Het veilige gevoel van we gaan met z’n allen bouwen aan een veilige toekomst bestaat niet in de Democratische Republiek Congo, want die toekomst kan morgen van je afgenomen worden. Het zijn overigens de vrouwen van Congo die zorgen voor een steady inkomen, terwijl de mannen het dagloon veelal in de kroeg uitgeven.”

Vraag: Welke bijzondere dingen heb je meegemaakt als stagiaire?

LO: “Ik zat daar in de periode dat er een samenwerking was met de James Bondfilm Skyfall, met Daniel Craig in de hoofdrol. Wereldwijd konden lokale Heinekenkantoren promotie maken met de film première. Het bleef enige tijd stil, toen heb ik op kantoor maar gevraagd hoe we dat gingen doen in Kinshasa. Toen bleek dat er geen enkele bioscoop te vinden was in de stad. Daarom hebben we een grote zaal afgehuurd met een groot scherm en een projector. Toen vroeg ik waar is de film? Wat bleek? Een Congolese medewerker kwam met een illegaal gekopieerde film met Chinese ondertiteling op de proppen, die hij op een USB-stick had gezet. Toen ben ik naar de manager van mijn manager gestapt en heb ik gezegd, jongens dit gaat helemaal niet goed. Toen is de première twee dagen van tevoren afgeblazen en pas een aantal weken later vond het spektakel plaats. Dat is de Congoleze manier van de dingen doen, je moet veerkrachtig en weerbaar zijn om echt op lange termijn zaken te doen in DRC. Het leukste van mijn 6 maanden stage was denk ik wel de marketingcampagne rondom het grootste Congolese biermerk Primus genaamd. Daarvoor was hét voetbalstadion van Kinshasa, Le Stade des Martyrs, afgehuurd door Bralima (Heineken) en speelden de drie grootste profclubs van de stad om de Primus-bokaal. Je moet wel bedenken dat ook zoiets veelal houtje, touwtje is. Op een gegeven moment was de stroom uitgevallen en konden we geen commentaar geven op de wedstrijd. Ook de muziek deed het op een belangrijk moment niet. Dat wordt dan door Congolese collega’s afgedaan met bijgeloof, het is de schuld van hogere machten of de concurrent dat er problemen zijn.”

Vraag: Congo is wel een van de meest katholieke landen in de wereld, toch?

LO: “De rooms-katholieke kerk speelt inderdaad een belangrijke rol. Ik ben een keer mee geweest naar een kerkdienst op zondagochtend. Van een afstand kreeg ik de indruk, dat het vooral ging om het idee van community, om even rust te hebben met elkaar in een ruimte met een goede airconditioning. Ik zag de dienst meer als een wekelijks ritueel, dan dat het ging om een strenggelovige gemeenschap. Ik ben ook een keer aanwezig geweest bij de begrafenis van de vader van een Congolese collega. Daarbij waren maar liefst 800 mensen aanwezig. Het was echt gigantisch. Niemand is daar echt rijk, maar op zo’n moment komt iedereen opdagen en is er ook eten voor iedereen. Ik was de enige blanke vrouw aanwezig. Op zo’n moment trek je de aandacht alhoewel je dat eigenlijk niet zou willen. Het was precies zoals je ziet in films over Amerikaans geloofsgemeenschappen van donkere mensen; veel zingen en dansen!”

Vraag: Hoe was de samenwerking met Congolese collega’s?

LO: “Ik was echt wel jong, ambitieus en drammerig. Zo van ‘ik doe een stage van een half jaar en wil mijn doelen voor elkaar krijgen’. Terwijl de Congolese collega’s zoiets hadden van, waar maak je je druk om; wij zitten hier nog dertig jaar dus doe lekker rustig aan. Het is moeilijk om echte vriendschappelijke banden te hebben met Congolese collega’s. In het begin lijkt er een band te ontstaan , maar uiteindelijk word er toch om geld of bepaalde gunsten gevraagd. Er is altijd wel een broer of zus die ernstig ziek is of een opa gaat dood en er is geen geld voor een begrafenis.”

Vraag: Was je daarna klaar met de bier business? LO: “Ik heb wel gesolliciteerd bij Heineken maar werd helaas niet geselecteerd voor het traineeship. Ik heb toen besloten om het over een andere boeg te gooien en ben bij de ABN AMRO gaan werken. Dat heb ik vijf jaar gedaan. Ik zat onder andere in Amsterdam en Den Haag op kantoor. En nu dus bij Van Eck als Product Owner waar we iets heel gaafs aan het bouwen zijn…!” ♦

50 | VAN VERRE 295
Veel plezier ondanks beveiliging.

NALATEN AAN JOUW ALMA MATER

De erfenis is allang niet meer voorbehouden aan familie en traditionele goede doelen. Steeds meer mensen laten na het leven een deel van hun vermogen na aan universiteiten en dragen zo bij aan de toekomst. Zo bied je kansen voor een nieuwe generatie. Ook op Nyenrode krijgen we steeds vaker de vraag of doneren via een testament mogelijk is.

We zijn nog niet zo ver als in de Verenigde Staten, waar het heel gebruikelijk is om een onderwijsinstelling in je testament op te nemen, maar het gebeurt steeds vaker. Immers, onderwijs is de grootste gift die je kunt nalaten aan toekomstige generaties.

DOELSTELLINGEN

Donateurs kiezen er soms voor om een doelstelling te steunen waarmee ze zich verbonden voelen. Deze liggen vaak in het verlengde van de renovatie van monumenten op het landgoed, het bevorderen van onderzoek of het mogelijk maken van scholarships.

Studeren aan Nyenrode is niet voor iedereen weggelegd. Sinds de bankencrisis in 2007 is een lening echt niet zomaar meer afgesloten, waardoor veel potentiële studenten een studie aan Nyenrode niet kunnen betalen. Stichting Nyenrode Fonds biedt voor deze getalenteerde studenten scholarships aan. Scholarships die veelal door alumni beschikbaar worden gesteld, tijdens hun leven en na hun overlijden.

Als private universiteit komt Nyenrode niet in aanmerking voor enige subsidie vanuit het Rijk waar het gaat om het uitvoeren van onderzoek. Daarom is het van groot belang dat ook daarvoor giften binnenkomen. Daarmee kunnen we PhD studenten en leerstoelen bekostigen, waarmee we het academisch fundament van Nyenrode verder verstevigen en daarmee maatschappelijke impact kunnen realiseren. Om de maatschappelijke uitdagingen waar we in Nederland voor staan aan te pakken is onderzoek essentieel.

Het erfgoed is de derde pijler waar het om gaat bij fondsenwerving vanuit Stichting Nyenrode Fonds. Het landgoed met haar zevenentwintig monumenten vraagt voortdurend om onderhoud en renovatie. We koesteren allemaal onze herinneringen aan het Kasteel, het Koetshuis en de Rozentuin. Herinneringen die wij in stand kunnen houden, mede door schenkingen van onze alumni.

Iedere bijdrage, groot of klein, is zeer welkom.

BELASTINGVRIJ

Stichting Nyenrode Fonds is door de Belastingdienst erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Dit betekent dat er geen erfbelasting of schenk- belasting betaald hoeft te worden over erfenissen en schenkingen die Stichting Nyenrode Fonds ontvangt. Die komen daardoor volledig ten goede aan het werk van Stichting Nyenrode Fonds.

Wil je meer weten over nalaten aan Stichting Nyenrode Fonds?

Vraag de brochure aan bij

Heleen van Hall (20070509)

op 0346 291 432 of H.vHall@nyenrode.nl

of download de brochure via www.nyenrode.nl/stichting-nyenrode-fonds/nalaten ADVERTENTIE VAN VERRE 295| 51

Na vijftien jaar werkzaam te zijn geweest in het internationale bedrijfsleven, in commerciële functies en als directeur, besloot Linda Hummel (19820163) zich te wijden aan maatschappelijk relevant werk. Ze tilde de funding van Amref Flying Doctors naar een hoger plan. Als CEO van until No Leprosy Remains heeft ze haar ideale plek gevonden, mede omdat ze iets terug wilde doen voor haar broer met een beperking. Haar doel is om lepra de wereld uit te helpen.

Vraag: Wat is je achtergrond?

LH: “Ik heb een jaar op Nyenrode gezeten en ben dus geen volledige alumnus. Ik heb een superleuke tijd gehad, maar heb me iets te veel in de gezelligheid gestort. Daarna ben ik in

Amsterdam Europese studies gaan studeren. Mijn vader Ben (19540031) had de tweejarige NOIB-opleiding gedaan en is daarna direct vertrokken naar Zuid-Afrika, waar hij voor de Nederlandse Bank voor Zuid-Afrika (NEDBANK) is gaan werken. Mijn moeder is hem een jaar later per schip gevolgd. Mijn jongere broer en ik zijn in Zuid-Afrika geboren. Hij bleek een verstandelijke beperking te hebben en dat was aanleiding voor het gezin om weer terug te verhuizen naar Nederland. Er was destijds geen goede zorg voor mensen met een beperking in ZuidAfrika. Hij werkt nu op een zorgboerderij in Baarn, waar hij op een goede plek terecht is gekomen. Ik denk dat zijn verhaal een motivatie is geweest om me in te zetten voormensen met een slechte gezondheid in landen waar geen adequate medische hulp beschikbaar is.”

TOPVROUW: LINDA HUMMEL
“Ik zie nog steeds mensen, zelfs kinderen, met lepra. Terwijl dat nu onnodig is!”
LINDA HUMMEL CEO UNTIL NO LEPROSY REMAINS / DIRECTEUR LEPRASTICHTING: DOOR OELE STEENKS FOTO’S DOOR LINDA HUMMEL
52 | VAN VERRE 295
Op werkbezoek in Nepal.

Vraag: Heeft die persoonlijke ervaring je direct naar de maatschappelijke sector geleid?

LH: “Ik heb eerst 15 jaar met ontzettend veel plezier in het bedrijfsleven gewerkt. Ik ben begonnen in de marketing bij TIME Magazine en mijn eerste rol als directeur was bij International Masters Publishers, een Zweedse uitgeverij die ik in Nederland op poten heb gezet. Daarna was ik voor AOL/CompuServe werkzaam als directeur marketing en communicatie en bij Veronica Magazine ben ik commercieel directeur lezersmarkt geweest. Vervolgens ben ik bewust op zoek gegaan naar een functie in de maatschappelijke sector. Ik wilde graag mijn verdere energie en werkzame uren aanwenden voor een doel dat positieve verandering in de wereld kan bewerkstelligen. Zo is Amref Flying Doctors op mijn pad gekomen. De eerste klik die ik had met AMREF was Afrika, daar had ik nog een goed gevoel bij. Ik wilde iets doen voor mensen die steun nodig hadden en het directe contact met mensen in verschillende continenten was voor mij belangrijk.”

Vraag: Het werk voor AMREF bleef een commerciële invulling hebben, of is dat niet juist?

LH: “Ik was eerst primair verantwoordelijk voor fondsenwerving en partnerships. Financiële duurzaamheid is nu ook eenmaal belangrijk voor maatschappelijke vooruitgang. Mijn ervaring als CEO van een internationale uitgeverij viel prima samen met de zakelijke ondersteuning van een ontwikkelingsorganisatie als AMREF. Ik heb wel gezorgd dat ik voortdurend voeling had met de basis, het werk ‘in het veld’. Ik heb veel gereisd voor AMREF: gezondheidsprojecten bezocht en vergaderingen gehad. Het is heel belangrijk om te ervaren hoe de dingen werkelijk gaan in Afrikaanse landen en welke mensen het veldwerk doen. Je moet het juiste beeld hebben van veranderingen die daadwerkelijk plaats vinden vanuit de basis van de organisatie.”

Vraag: Waarom was de Leprastichting de juiste match?

LH: “Ik werd attent gemaakt op de vacature van directeur bij de Leprastichting. Daar kwamen gezondheid, ontwikkelingssamenwerking en leiderschap bij elkaar, wat ik als een ideale match beschouw. Lepra is een ziekte die de komende twintig jaar tot een einde gebracht kan worden. Er is dus een concrete doelstelling aanwezig en dat sprak mij erg aan. Alle ingrediënten

zijn beschikbaar om ervoor te zorgen dat er in 2040 geen nieuwe leprapatiënten bijkomen. Een afgeleide persoonlijke doelstelling is emancipatie. Jonge vrouwen die voor ons werken op locatie vinden het ontzettend leuk dat een vrouw leidinggeeft aan de organisatie. Het is mooi om in die rol mensen aan te moedigen en bij te dragen aan persoonlijke groei. Overigens heb ik de afgelopen twee jaar mogen deelnemen als CEO uit de not for profit sector, aan het New Board Programma van Nyenrode. Daar heb ik ontzettend veel profijt van gehad, speciaal bij de organisatieverandering van de Leprastichting.”

Vraag: De Leprastichting is een organisatie met een duidelijke verankering in de Nederlandse maatschappij. Ervaar je dit anno nu als een voordeel of een uitdaging?

LH: “De Nederlandse Leprastichting is in 1967 opgericht nadat Ciska AntenMengelers een hulpactie was gestart om een ziekenhuis in Tanzania voor lepra patiënten te financieren, waar haar zoon Hans tropenarts was. De actie bracht een voor die dagen enorm bedrag op van 200.000 gulden. Dat was de start van de stichting, die verder werd gedragen door dr. Dick Leicker, lepradeskundige van het Tropeninstituut. De Leprastichting is inderdaad goed geworteld in de Nederlandse maatschappij met veel donateurs, maar we zitten midden in de transitie naar een andere organisatievorm. Van een juridische entiteit met een hoofdkantoor in Amsterdam en vijf landenkantoren in India, Nepal, Brazilië, Indonesië en Mozambique, vinden we het in deze tijd passender dat er in de betreffende landen een zelfstandige lokale stichting met een lokale board komt. We werken toe naar een alliantie van stichtingen in de zes landen, dus inclusief de Nederlandse, onder de naam until No Leprosy Remains (NLR) Dit proces van internationalisatie was voor mij een belangrijke reden om deze baan te ambiëren. Ik vind het zeer vooruitstrevend van een ontwikkelingsorganisatie om je eigen toekomst zo te willen organiseren. India en Brazilië zijn de grootste landen qua lepraverspreiding, waarna Indonesië volgt. Het is dus belangrijk dat we zeker in deze drie landen goed verankerd zijn in de maatschappij.

Uiteraard geldt dit ook voor Nepal, dat zich gesteund moet weten vanwege de grote armoede daar, en voor

Mozambique in Oost-Afrika, daar komt mijn ervaring met AMREF als Afrikaanse organisatie met het hoofdkantoor in Nairobi goed van pas.”

Vraag: Welke samenwerking is er met de World Health Organisation (WHO)?

LH: “De WHO heeft lepra gedefinieerd als één van internationale ziektes die tot een eind gebracht kan worden. Daarvoor heeft de WHO een strategie uitgeschreven, waarbij wordt samenwerkt met NLR en met leprastichtingen in andere landen. andere landen zoals Duitsland, België en de Verenigde Staten. De regie van de WHO is belangrijk om de overheden van de betrokken landen waar (nog) lepra is, tot de juiste actie te motiveren. We moeten met zijn allen de juiste kant op werken.”

Vraag: Er komen 200.000 nieuwe gevallen per jaar van lepra voor in de wereld. Is het geen druppel op een gloeiende plaat?

LH: “Lepra is een infectieziekte die we in de afgelopen decennia heel effectief hebben bestreden. Op de totale wereldkaart zien we een mooie dalende lijn. Echter, lepra heeft een lange incubatietijd, dus in de haarden die er nog zijn, kan lepra lang blijven door sudderen. In India en Brazilië komt de ziekte voor in de meest afgelegen gebieden; daarbij is er een groot verschil tussen rijk en arm, waardoor de meest kwetsbare mensen die slecht geïnformeerd zijn en een grote afstand hebben tot de lokale gezondheidszorg, het slachtoffer worden.

In zijn algemeenheid kun je zeggen, dat wanneer de nationale volksgezondheid sterk vooruitgaat, lepra vanzelf zal verdwijnen omdat het immuunsysteem

VAN VERRE 295| 53
Overleg in Chandauli, India.

van gezonde mensen het ziek worden door de leprabacterie tegen gaat. Verder is er een directe correlatie tussen welvaart en gezondheid. Als we als westerlingen naar lepragebieden gaan, zullen we de ziekte niet meer oplopen, omdat ons weerstandsniveau te hoog is.”

Vraag: Nu is de socialist Lula da Silva gekozen als president van Brazilië, gaat dat iets uitmaken voor de leprabestrijding?

LH: Absoluut! Onze mensen zijn direct aan de slag gegaan om bij het ministerie van Gezondheid te vragen om extra aandacht voor lepra. We kunnen preventieve medicatie, in de vorm van een antibioticapil, bieden die verspreiding van lepra enorm beperkt. Het besmettingsrisico wordt met zestig procent verminderd. We zijn bezig met een onderzoek waarbij met een serie van drie pillen het besmettingsrisico waarschijnlijk zelfs tot negentig procent wordt verminderd. En bij besmetting zorgt een antibioticum voor het voorkomen van verminkingen aan voeten, handen en het gezicht, mits tijdig wordt ingegrepen. In de leprabestrijding vinden gelukkig nog steeds baanbrekende medische ontwikkelingen plaats. Maar in de noordelijke Braziliaanse regio’s waar het probleem speelt, was er onder president Bolsonaro weinig belangstelling voor.”

Vraag: De Postcode Loterij speelt een grote rol in de funding. Hoe ervaar je de samenwerking met een club die zo’n Nyenrode DNA heeft?

LH: “Ze geven grote bedragen zonder die te oormerken, dat is zeldzaam en waardevol. De Postcode Loterij vertrouwt ons als organisatie en zegt, jullie weten hoe lepra bestreden moet worden. Het is een inspirerende partij die aanzet om buiten de grenzen van het traditionele kader te denken: durf maar

iets voor te stellen dat ook risico’s met zich meebrengt. Dat is heel bijzonder, want zoiets doen funding verschaffers over het algemeen niet zo graag. We hebben vijf jaar geleden tien miljoen euro gekregen voor het onderzoek naar die betere preventieve antibioticakuur, waarvoor het onderzoek nu in vier landen loopt. Door corona heeft het project vertraging opgelopen, maar we worden gestimuleerd door de Postcode Loterij om door te pakken.”

Vraag: Lepra is terug te vinden in de Nederlandse taal met termen als klaploper, verklikker en klikspaan: is een belangrijk deel van je werk het bestrijden van het idee dat Lepra iets van vroeger is?

LH: “Lepra is inderdaad een eeuwenoude ziekte, waarbij in de middeleeuwen lepra patiënten werden afgezonderd, waarbij ze moesten ratelen met houten kleppers om voorbijgangers te waarschuwen. Dagelijks ontmoet ik mensen die verbaasd zijn dat lepra nog bestaat. Het mooie is dat we bij NLR weten dat de ziekte over twintig jaar onder controle zal zijn en dat er geen nieuwe besmettingen bijkomen. Het stigma is echter hardnekkig in de landen waar lepra nog voorkomt, waar nog altijd te weinig kennis over de ziekte aanwezig is onder de bevolking. Gelukkig kunnen we tegenwoordig gebruik maken van social media. Zo is er in Indonesië een campagne opgezet om mensen te informeren dat lepra een te genezen ziekte is. Verder wordt verteld wat mensen die met lepra in aanraking komen, wel en niet moeten doen. Het is te herkennen, te voorkomen en te genezen.

Ondertussen werkt de WHO aan de introductie van een internationale app voor het detecteren van tropische ziektes en het bijbehorende advies voor patiënten hoe te handelen. Op die app krijgt lepra een prominente plek. De Leprastichting heeft aan de eerste versie van de app gewerkt! Het is mooi om te zien hoe moderne communicatiemiddelen worden ingezet om een eeuwenoude ziekte tot stilstand te brengen. We zien dat er steeds minder kinderen zijn met lepra, waardoor we weten dat de besmettings-haarden kleiner worden. Foto’s van kinderen met harde plekken of bulten in hun gezicht zien we gelukkig steeds minder. Maar elke patiënt blijft schrijnend, zeker als je bedenkt dat het zo onnodig is.”

Updates in Nepal. TOPVROUW: LINDA HUMMEL
◆ 54 | VAN VERRE 295

COLUMN

KAPÉ BREUKELAAR (19860015)

BBA Nyenrode, is partner van investeringsmaatschappij Amlon Capital. Hij schreef eerder achttien jaar voor De Telegraaf en was vaste medewerker van het televisieprogramma Kassa.

Leergeld

Al tijdens mijn studie aan Nyenrode begon ik met beleggen. Mijn ouders hadden voor ieder van hun kinderen een kleine beleggingsrekening opgebouwd in het toen populaire Amro All In Fonds. Dat was een wat suf mixfonds met aandelen, obligaties en vastgoed. Op mijn achttiende kreeg ik daar zelf de beschikking over en mijn interesse in beleggen was geboren. Geld verdienen zonder te werken vond ik een aanlokkelijk perspectief. Daarvoor moest ik eerst het vak leren.

Na Nyenrode startte ik dan ook als trainee bij de toenmalige Bank Mees & Hope. Dat was indertijd een chique effectenbank op de Herengracht in Amsterdam. Zo chique dat tegenwoordig het Waldorf Astoria hotel huist op mijn voormalige werkplek. Na mijn opleidingsjaar mocht ik aan de slag als beleggingsadviseur. Een van de opleidingen die ik met succes had afgerond was die voor het handelen in opties. Ik wist alles van straddles, strangles en de invloed van volatiliteit, dividend en rente op de prijsvorming van opties. Ik adviseerde niet alleen mijn klanten over opties maar begon ook met mijn eigen geld in opties te handelen. En niet zonder succes, al snel had ik een leuke vakantie bij elkaar verdiend. Ook daarna ging het crescendo, op papier maakte ik duizenden guldens winst. Het feestje werd bruut verstoord toen het echt verkeerd ging op de beurs. Al mijn winst was als sneeuw voor de zon verdwenen. Per saldo resteerde zelfs een klein verlies.

Dat was mijn eerste leergeld in beleggingsland. Ik had zelf ervaren dat speculeren echt iets anders is dan beleggen. Nadat de speculant in mij tot bedaren was gebracht stond de belegger in mij op. Ik koos voor een paar goed gespreide aandelenfondsen met een mooie trackrecord. Het fonds OBAM had een geweldig trackrecord opgebouwd van enkele decennia. Het was het paradepaardje van mijn werkgever. Het fonds rendeerde ook in de jaren negentig prima maar werd in alle ranglijstjes ingehaald door een nieuwkomer, het Ohra aandelenfonds. Daarom verdeelde ik mijn geld over beide fondsen. Dat leek een goede keuze, ‘mijn’ twee fondsen versloegen de concurrentie met duidelijke cijfers. Helaas was de transparantie onder beleggingsfondsen toen nog niet zoals vandaag de dag. Toen de internetbubbel barstte gingen zowel OBAM als het Ohra aandelenfonds als een baksteen naar beneden. Ze hadden een groot deel van het vermogen in de sectoren informatietechnologie en internet belegd. Dat leverde enkele jaren grote plussen op maar ook heel dikke min toen de bubbel barstte. Het probleem was dat in de vergelijkende lijstjes deze fondsen werden ingedeeld bij de wereldwijd beleggende fondsen. Daar stonden ze fier bovenaan. Onder de motorkap speelde ze echter een veel riskanter spel door zo fors op informatietechnologie en internet in te zetten. Het was de tweede keer dat ik leergeld betaalde en een belangrijke les leerde: als het koersverloop van een beleggingsfonds veel beter is dan het gemiddelde, zoek dan eerst uit waarom dat zo is voordat je investeert.

In die bankjaren viel mij nog iets op. Al mijn duurbetaalde collegae konden de koersen niet voorspellen. Ze gaven goedbedoelde adviezen maar per saldo deden de portefeuilles het niet beter dan de markt. Na aftrek van de kosten van de bank waren de rendementen zelfs wat lager dan de markt. Speculeren met opties doe ik al jaren niet meer en beleggen doe ik alleen nog in indexproducten met lage kosten. Ik betaalde mijn leergeld voor de belangrijkste les: niemand weet het beter dan de markt. Sindsdien ben ik dan ook een dodelijk saaie belegger. En het bevalt uitstekend. ♦

Kapé Breukelaar (19860015)

VAN VERRE 295| 55

EERSTE “Fonds op Naam” ONDER STICHTING NYENRODE FONDS

Het eerste “Fonds op Naam” onder Stichting Nyenrode Fonds is een feit! Op 15 december jl. tekenden Jolt Oostra, namens Lichting 1958 en Rector Magnificus Koen Becking, namens Stichting Nyenrode Fonds, in de Ridderzaal de overeenkomst tot instelling van het ‘1958 Legacy Scholarship Fonds’.

Met dit Fonds op Naam willen de alumni van NOIB 1958 studeren aan Nyenrode Business Universiteit mogelijk maken. Sinds 2004 zijn er door de donateurs van Lichting 1958 maar liefst 23 scholarships toegekend. Zij verdienen een diepe buiging! Inmiddels doneert ook een aantal van de inmiddels afgestudeerde ontvangers van een “lichting 1958 scholarship” al in dit eigen fonds. Zo wordt de continuïteit gewaarborgd. De intentie van het fonds is om scholarships eeuwigdurend mogelijk te blijven maken. De legacy van 1958!

WAT IS EEN FONDS OP NAAM?

Kortgezegd is een Fonds op Naam 'een goed doel binnen een bestaand fonds'. In overleg wordt de doelstelling vastgesteld zodat die past bij de specifieke wensen van de donateur(s). Ook kunnen alumni die een Fonds op Naam instellen zelf de naam van het fonds bepalen, bijvoorbeeld de eigen naam, de naam van de Lichting, Dispuut/ Verticaal of de naam van een dierbare, maar het kan bijvoorbeeld ook een eerbetoon zijn aan een wetenschapper of ondernemer of juist een naam die de doelstelling beschrijft.

De toekenning, administratie en verantwoording van de bestedingen uit het fonds regelt Stichting Nyenrode Fonds. In het jaarverslag en op de website van Stichting Nyenrode Fonds worden fondsen op naam en bestedingen daaruit apart vermeld. Zo vormt het fonds een apart en zichtbaar onderdeel van Stichting Nyenrode Fonds.

DONATIE

De minimale schenking voor een Fonds op Naam bedraagt 50.000 euro, te schenken via een periodieke schenkingsovereenkomst van 10.000 per jaar, of een schenking ineens. Alumni kunnen ook overwegen een fonds bij leven in te stellen en het te combineren met vermelding in het testament. Op die manier wordt het eigen fonds in de toekomst aangevuld vanuit de nalatenschap. Zo kan een Fonds op Naam toch een interessante mogelijkheid zijn ook als het minimumbedrag van 50.000 euro niet ineens wordt gedoneerd. En heeft de donateur al bij leven plezier van de impact van zijn of haar bijdrage.

FISCAAL

VOORDEEL

Met het instellen van een Fonds op Naam is de volledige schenking fiscaal aftrekbaar, zeker als het vermogen in het fonds via een periodieke schenking in vijf achtereenvolgende jaren wordt opgebouwd. Er zijn geen kosten verbonden aan de instelling of het beheer van een fonds op naam.

INSTELLERS

Een Fonds op Naam kan worden ingesteld door één of meerdere personen, als Lichting of een Verticaal samen, maar ook door bedrijven of rechtspersonen zoals stichtingen die (een deel van) hun vermogen bij Stichting Nyenrode Fonds willen onderbrengen.

MEER INFORMATIE

Bent u geïnteresseerd in de mogelijkheden van een Fonds op Naam binnen Stichting Nyenrode Fonds?

Voor meer informatie en persoonlijk advies kunt u contact opnemen met:

Anouk Reitsma

(T: +31 6 223 107 88) a.reitsma@nyenrode.nl

ADVERTENTIE 56 | VAN VERRE 295

HONK VOOR HOOGBEGAAFDEN

Femke Hovinga (20100039) knipte zaterdag 6 maart het lint door als startsein van de Smartlink locatie in Nieuwendijk. Smartlinks is een organisatie die hoogbegaafde kinderen in al hun mogelijkheden wil laten stralen.

Femke zelf: "Ik was als kind bezig met het sterrenstelsel en dacht: er is iets mis met mij.” Ze haalde een MBA, richtte jeugdzorgorganisatie Talentissimo op en werd uitgever. (https:// hbpraktijksmartlinks.nl)

EUROPESE START-UP TOPPER!

Corné van der Poel Msc Acc & PM RA 2016, oprichter van @Upgraders The Universal Bank, is geselecteerd als één van de nieuwe toppers door EU Startup.News. @Upgraders richt op het kritisch benaderen van de financiële sector en op innovatief bankieren!

Redactie: Alumni Office - info@nyenrodealumni.nl Prive nieuws insturen: mail naar info@nyenrodealumni.nl - tav privé nieuws.

MARKTPLAATS VOOR SPIERMASSA TOT SOUPLESSE

Jimme.com is het eerste online platform voor personal trainers in verschillende gradaties Het is een online marktplaats voor vraag en aanbod, van bodybuilding tot zen beleving met yoga. Peer van Andel (20150225): ”Via onze website zijn we al geruime tijd live en zijn we druk bezig om onze app te lanceren, waarbij we ook software hebben gecreëerd om het klantenbestand van de trainers perfect te kunnen bedienen.“ Ben je geïnteresseerd als trainer of sporter? www.Jimme.com is iets voor jou!

Last minute FLOWERS!

Carlo van Noortwijk (20178201) medeoprichter van het chique Daily Flowers begrijpt de moderne generatie: druk, druk en helemaal vergeten dat je moeder jarig is. In winkelcentrum Hoog Catharijne kun je de mooiste rozen en boeketten uit de muur trekken, 24/7! Groot succes.

ART FUND NYENRODE

Op 9 februari vond in de Ridderzaal van het Kasteel de schenking plaats van een kopergravure door alumnus Rudie Cortissos (19570021) aan de Stichting Art Fund Nyenrode. Dit kunstwerk voorstellende “Het Huis Nyenrode, by Breukelen fiende aan de Vecht” van Jacobus Schijnvoet (1737), wordt toegevoegd aan de Art Fund Nyenrode kunstcollectie, welke nu al 13 schenkingen van alumni telt.

WATERTANDEN

Op weg naar afgelopen provinciale statenverkiezingen schreef adviseur Anke Sitter (20070336) een pakkende blog over de economische waarde van water, goed verhaal/om van te watertanden. (businessconstructionsite.com)

TUM TUM
VAN VERRE 295| 57
Femke links op de foto.

TUM TUM

Redactie: Alumni Office - info@nyenrodealumni.nl Prive nieuws insturen: mail naar info@nyenrodealumni.nl - tav privé nieuws.

NYENRODE RUGBY 7S AANMOEDIGEN

Het Amsterdam Rugby 7s toernooi vindt dit jaar plaats op 2-4 juni. Vorig jaar won het Nyenrode Rugby 7s team, onder leiding van Hasan Akman (20040002) het héle toernooi op imponerende wijze! Natuurlijk gaan de mannen ook nu weer voor de winst. Het team nodigt alumni van harte uit om aan te moedigen. Vandaar dat wij als Nyenrode de toegangsprijs vergoeden voor geïnteresseerden. Lets go Nyenrode 7s!

MONUMENT VOOR DE EERSTE LIEFDE

Jeugdliefdes kunnen een mens de rest van zijn leven in de ban houden. Het overkwam

Nyenrodiaan Rob Verboog (19760086). Hij kwam er vorig jaar achter dat zijn eerste liefde, de Engelse Ann, 31 jaar geleden was overleden. Het was een hartverscheurende ervaring, waarop hij een rouwadvertentie in De Telegraaf plaatste.

“Onbewust ben ik altijd naar haar op zoek geweest.

Tientallen jaren keek ik achterom als ik ergens voor mijn werk in het buitenland een glimp blond haar zag en een vrouw Engels hoorde spreken. Op luchthavens, op straat. Nooit was het Ann.” Op www.samantha-ann.nl heeft Rob een digitale plek gemaakt om haar te eren en de losse eindjes van zijn zoektocht aan elkaar te knopen. Bron: De Telegraaf / Reportage – 17 dec. 2022

M&A NEEMT AF

De groei van de Nederlandse overnamemarkt voor MKB-bedrijven is omgeslagen in een krimp. Al ziet Tom Beltman (20000005) nog steeds een goedgevulde pijplijn met opdrachten voor overnameadviseurs. Al zorgt de stijgende rente wel voor iets afvlakkende prijzen volgens Beltman: “Er is nog steeds veel belangstelling voor softwarebedrijven. Voor de andere sectoren is de groei er wel uit.” Bron: FD

LEADING LADY CYBERSECURITY

Het Financieele Dagblad heeft zijn keuze voor de nieuw oogst van talenten in management en ondernemen gepubliceerd. Tot de top 50 in 2023 behoort alumna en leading lady in Cyber Esther Schagen-van Luit (20120043)! Ze wil een rolmodel zijn voor

vrouwen in de sector Cybersecurity. Het is een tussenstation. “We hebben een ander belangrijk glazen plafond: dat van vrouwelijke bestuurders en commissarissen. Ik wil stappen zetten om me voor te bereiden op zo’n functie.” Aan ambitie geen gebrek! Bron: FD

METAVERSE SHOPPINGMALL

Babouschka van Bilsen (20060016) head of metaverse Web3/ crypto was nauw betrokken bij het lanceren van een metaverse shopping mall. Bedrijven uit verschillende sectoren hebben een jaar lang op eenvoudige wijze getest hoe hun doelgroep reageert en hoe het potentieel van Metaverse kan worden aangeboord. De kostenreductie voor de toekomst biedt bekende merken/bedrijven dat ze zich met gerust hart in metaverse kunnen wagen.

58 | VAN VERRE 295

GEBOREN

PRIVÉ

VAN VERRE

James Lyo Kanters

Geboren op 10-12-2022 te Brielle

Zoon van Louise Nieuwland & Brad Kanters (20160811)

Philippine Lola Beatrice

Geboren op 29-08-2022 te Rotterdam

Zoon van Myrthe-Carine Brakel (MSc16) & Henk Fennis (MSc20), broertje van Bouke

OVERLEDEN

Ko Rustige (19965114)

Bert Bakker (19760007)

Sybrand Rengert Siezen (19640107)

Berend Albert Dingemans (19570024)

Louk van Asperen (19610002)

Henk Spijkerman (19640116)

Jannes Arend de Boer (19570501)

Frank Milané (19790512)

Wout Spruijt (19660524)

Charles van Os (19650106)

Hans Verkleij (19620106)

Henk Van de Bunt (19670024)

Evert Schermerhorn (19670112)

Ben Schlattmann (19590084)

Leontine de Groot (19910169)

Gert Immerzeel – voormalig heritage manager NBU

IN MEMORIAM:

Leontine de Groot (19910169) LID VAN VERDIENSTE

Leontine nam geen afscheid maar vierde haar levensviering op 10 maart. Ze was een energieke, slimme, vrolijke en gezellige Nyenrodiaan, die hard werkte maar ook de bloemetjes buiten kon

zetten. Ze heeft in de Heeren V gezeten, twee VCV Hoofdbesturen en op de achtergrond veel voor de Nyenrode community en VCV betekend.

Evert Schemerhoorn (19670112) LID VAN VERDIENSTE

Hij was een mensen mens, aimabel, vriendelijk en toegankelijk en heeft veel voor VCV gedaan.

VAN VERRE Is het officiële periodiek van de Nyenrode Alumni Voortgezette Compagnie van Verre (VCV), Vereniging van oud-studenten aan Nyenrode en verschijnt elke drie maanden in een oplage van 5.900. 65e jaargang, maart 2023, nummer 295

HOOFDREDACTIE

Oele Steenks (19720057 BBA) - josteenks@planet.nl

ART DIRECTOR:

Roos Jonker - ter Kuile

COÖRDINATIE:

Simone Daniëls (19960021)

MEDEWERKERS

Liselotte van Dedem-Staal; Dine van Dijk; Collegie der Heeren V; JCV; Frans Lemmens (19710024) fotografie; Gary de Vogel (20107252); VAS Bestuur

COLUMNISTEN

Kape Breukelaar (19860015)

Prof. dr. Désirée M. van Gorp LL.M.

REDACTIEADRES EN SECRETARIAAT

Nyenrode Alumni VCV Office

Nyenrode Business Universiteit

Straatweg 25 3621 BG Breukelen

t: (+31) 346 29 15 13

e: info@nyenrodealumni.nl w: nyenrodealumni.nl

bank: ING Bank Breukelen

IBAN: NL54 INGB 0657 3453 50, BIC: INGBNL2A

De contributie is 75,- euro per jaar, partnerlidmaatschap is 20,- euro per jaar

ADVERTENTIES

Nyenrode Alumni VCV Office

t: (+31) 346 29 15 13

e: info@nyenrodealumni.nl

ABONNEMENT

Als lid van Nyenrode Alumni VCV krijg je Van Verre gratis toegezonden.

ISSN 2405-626X

NUMMER 296 – DEADLINE 15 april 2023 –

THEMA Het geheim van Zwitserland

De digitale edities van Van Verre in Nederlands en Engels kan je vinden op nyenrodealumni.nl. Het is mogelijk dat de inhoud van het magazine door zoekmachines, zoals Google, wordt geïndexeerd. Op het platform vind je ook de meest actuele informatie. Naast Van Verre ontvang je als lid ook acht keer per jaar de digitale nieuwsbrief, die complementair is aan deze uitgave.

De redactie behoudt zich te allen tijde het recht kopij te weigeren, in te korten of anderszins te redigeren. Het plaatsen van kopij houdt niet in dat de redactie de strekking van het geschrevene altijd onderschrijft.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nyenrode Alumni VCV.

VAN VERRE 295| 59
COLOFON
Afspraak maken? Scan de QR
ook in Den Haag
Nu

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.