
6 minute read
"Ik wilde werk met impact doen in Kameroen."
Vraag: Kun je jezelf kort voorstellen?
MNK: "Ik kom uit een gezin van 16 kinderen van twee vrouwen. Vijf broers en zussen wonen in Kameroen, maar de anderen wonen in Europa, Canada en de VS. Ik ben de jongste van het stel. De regering van Kameroen selecteert jaarlijks 100 kinderen met het hoogste IQ voor een hogere opleiding. Ik werd uitgekozen om te studeren aan het nationale polytechnische instituut. Op 22-jarige leeftijd ben ik afgestudeerd als software programmeur. Ik ben meteen met mijn eigen bedrijf begonnen, maar na drie jaar had ik financiële problemen. Dat was in 2007. Ik vroeg me af wat ik verkeerd had gedaan. Ik heb veel zelfstudie gedaan door managementboeken te lezen in de bibliotheek van de Britse ambassade. Toen deed ik de GMAT-test en scoorde genoeg punten om naar een Europese universiteit te gaan. Mijn eerste contact was de Universiteit van Mannheim, maar daar kwam ik niet in aanmerking voor een volledige beurs. Dat was wel het geval op Nyenrode, waar ik werd toegelaten tot het NIMBA-programma. Ik heb 13 maanden op Nyenrode gezeten; in zekere zin voelde het als een verblijf in de hemel. Er was een mix van nationaliteiten, politieke systemen, religies, cultures, kleuren, gender en seksuele geaardheid die ik nog niet eerder had meegemaakt. Ik had zelfs een Chinese en een Taiwanese huisgenoot en er waren veel internationale klasgenoten die samenwerkten in groepsprojecten en dat ging goed samen! Na het behalen van mijn MBA heb ik in Nederland gesolliciteerd. Ik was al succesvol met mijn eerste sollicitatie. Het bedrijf was RAET BV, de ontwikkelaar van HR-software, en ik werd verantwoordelijk voor het ontwerp van nieuwe softwareproducten. Ik heb er tweeënhalf jaar gewerkt, daarna raakte ik uitgekeken op de functie. Ik wilde werk doen met meer impact. Voor mij betekende dit een terugkeer naar Kameroen."
Advertisement
Vraag: Hoe was het om terug te zijn in je thuisland?
MNK: "Om terug te zijn in Kameroen, na vijf jaar in Nederland, vond ik een schok. Er was eigenlijk niets veranderd. Dezelfde businsess, chaos, stof en sloppenwijken. Tegelijkertijd besefte ik dat ik er moest zijn om echt een verschil te maken. Het eerste wat ik deed was het onderwijs in gaan. Ik heb een coöperatie opgezet voor docenten die een modern lesprogramma konden aanbieden. We mikten niet zozeer op jongeren die al op school zaten, maar op ondernemers die veelal laagopgeleid waren en aan wie we de essentie van business, marketing en finance aanboden. Er waren studenten die bijvoorbeeld geen Frans konden lezen, maar wel een goede handelsgeest hadden. We leerden hen de essentie van efficiëntie, boekhouding, logistiek en marketing. Ik heb ook een boek geschreven over sociaal ondernemerschap dat dient als een gids voor kleine bedrijven in Kameroen. Het gaat over pragmatisch ondernemen in een extreme omgeving. Het boek werd gratis aangeboden aan de studenten. Ik heb in drie jaar tijd 200 studenten opgeleid. Helaas hadden we wel last van de verwachtingen die sommige studenten hadden, dat ze na afloop van de cursus gratis geld zouden krijgen van een buitenlands ontwikkelingsfonds. Dat was nooit de bedoeling. In 2018 ben ik gestopt met het programma."
Vraag: We gaan ervan uit dat je daar in Kameroen niet van zou kunnen leven?
MNK: "Ik verdien geld om te voorzien in mijn leven als consultant in marketingstrategie en projectontwikkeling. Een van de grotere opdrachten die ik kreeg was van de regering van Tsjaad, het land dat aan de noordoostelijke grens van Kameroen ligt. Ze wilden weten wat de kansen waren voor een zogenaamde droge haven in Douala, de belangrijkste havenstad van Kameroen aan de Atlantische Oceaan. Dit betrof voornamelijk de behandeling van in- en uitvoergoederen voor Tsjaad via een belastingvrije zone in Douala. Ik kreeg onlangs een opdracht uit Canada, van de Universiteit van Regina, Saskatchewan, die een instituut voor
Afrikaanse studies wil oprichten. De Canadezen wilden een businessplan om een aantrekkelijk zelfvoorzienend Afrikaans Instituut te ontwikkelen voor de groeiende stad Regina."
Vraag: Wat is je motivatie?
MNK: "Ik zie mezelf liever als sociaal ondernemer. Ik bedoel met sociale projecten geen vorm van liefdadigheid, want geld weggeven in Kameroen is volstrekt zinloos. Sociale projecten zijn pogingen om op een zakelijke manier in de basisbehoeften van deze samenleving te voorzien. De internationalisering van bedrijven en hun producten en de opkomst van sociale media hebben ertoe geleid dat mensen in Kameroen het gevoel hebben dat ze niet onderaan de ladder hoeven te beginnen. Ze willen onmiddellijk leven zoals de Europeanen en Amerikanen dat doen. We hebben sinds 2001 een beurs in Douala, maar voor de bevolking is het totaal zinloos. Ondernemersin Kameroen moeten leren dat je geen stappen kunt overslaan in het opbouwen van een gezonde econmie."
Vraag: Wat bedoel je daarmee?
MNK: "De eerste stap in de Maslow behoefte piramide is voedsel, waarmee ik gezonde voeding bedoel. Mensen in Afrika eten veel, maar het is allemaal voedsel met een teveel aan calorieën. Ze krijgen nauwelijks eiwitten en vitamines binnen. Daarom ben ik in 2015 gestart met het Nutrimax project. Ik ben begonnen met het kweken van Moringa bomen' in plastic kassen. De bladeren van deze plant zijn buitengewoon voedzaam en kunnen worden gebruikt om yoghurt rijk aan eiwitten en vitamines te maken. Het is de bedoeling dat de yoghurt wordt geleverd aan basisscholen. Het is een project van pionieren, omdat leraren eerst zelf de behoefte aan gezonde voeding moeten zien. In de armste delen van Kameroen is er een schaarste aan water. Door het gebruik van kunststof kassen zorgt de warmte voor een hoge luchtvochtigheid die ideaal is voor de Moringa bomen. Op dit moment ligt het project stil omdat de manager die het zou leiden plotseling is opgestapt. Ik ben echter vastbesloten om een herstart te maken. Daarvoor moet ik een betrouwbare man vinden met een agrarische opleiding. Ik kan de lokale subsidies vergeten, want de overheid tot en met elke gemeente is corrupt. Zo heeft de overheid ervoor gezorgd dat lokale ngo's niet zelfstandig geld uit het buitenland kunnen binnenhalen."
Vraag: Hoe belangrijk is de lokale landbouw?
MNK: "Zestig procent van de bevolking in Kameroen bestaat uit kleine boeren. Ze weten niet echt hoe ze hun producten op een grotere markt moeten aanbieden, anders dan aan de wegverkopers in de lokale stad. Een enorme hoeveelheid voedsel wordt zo verspild in Kameroen. Daarom heb ik een internetplatform opgezet om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Het bijzondere is dat de regering van Nigeria wel degelijk het nut van zo'n veilingplatform inziet en dat ze mij financieel hebben gesteund met een subsidie. Het systeem werkt als een futures-handel, waarbij boeren hun oogst vooruit kunnen verkopen, waardoor ze hun productie kunnen verfijnen en de juiste hoeveelheid verpakkingsmateriaal kunnen kopen. Het platform staat na een half jaar on hold omdat er een wantrouwen is tegen vooraf betalen door de klanten. Een oplossing hiervoor moet nog worden gevonden."
Vraag: Het schijnt dat de initiatieven in eerste instantie logisch lijken, maar toch vastlopen. Heb je ondertussen moeten stoppen met sociaal ondernemerschap?
MNK: "Ik ben in ieder geval tot de conclusie gekomen dat de veranderingen in Kameroen heel traag gaan. De enige manier om het land te verheffen is door een middenklasse te creëren. Ik heb nu een nieuw platform opgezet, Africa Development Network. Het is gericht op het financieren van kleine ondernemers die dat wel doen in populaire producten en diensten, zoals verkopers van motorfietsen of donutwinkels. De doelgroep bestaat uit mensen die een goede opleiding hebben genoten, maar geen kans maken op een baan en geen geld hebben om een bedrijf te starten. Politici zijn vaak niet van plan om die mensen naar een hoger niveau te tillen, omdat dit concurrentie voor zichzelf kan betekenen. Lokale politieke leiders die aan de touwtjes trekken, zijn alleen maar bezig hun zakken te vullen."

Vraag: Zal Kameroen geholpen worden door een goed monetair beleid?
MNK: "Een groot probleem is de munt van Kameroen, dat is de Centraal-Afrikaanse frank, een Franse munt die wordt ondersteund door centrale banken in zes Afrikaanse landen, namelijk Kameroen, Centraal-Afrika, Tsjaad, Republiek Congo (Congo Brazzaville), Equatoriaal-Guinea en Gabon. De wisselkoers is gekoppeld aan de euro, waardoor de waarde te hoog is voor onze onderliggende economie. Elk jaar wordt een bedrag aan Centraal-Afrikaanse franken gedrukt zonder enig verband met de economische en financiële realiteit van de lidstaten! Het is vooral de Afrikaanse elite die hiervan profiteert, omdat ze dure buitenlandse producten kunnen kopen tegen een spotprijs."
Vraag: Hoe belangrijk is het behoud van ecosystemen voor Kameroen?
MNK: "De milieuproblematiek wordt verdoezeld door het feit dat Kameroen een groot land is en dunbevolkt. De milieuvervuiling in stedelijke gebieden is ernstig. Ook hier doen de lokale heersers er weinig aan; er is geen duidelijk plan om ons ecosysteem te beschermen. De overheid daarentegen draagt bij aan de vernietiging van de natuur in Kameroen, door enorme percelen oerwoud te verkopen aan Chinese bedrijven.
Ze weten precies wat ze in Afrika in handen willen krijgen. Dit zijn natuurlijke grondstoffen, voornamelijk goud. Centraal-Afrika is gezegend met enorme goudreserves, maar de lokale bevolking ziet er niets van terug." ♦