8 minute read

"Ik wil geen zaken meer doen met de Ghanese overheid!"

Hij studeerde wiskunde en heeft briljante eigenschappen, die ook duidelijk werden tijdens zijn NIMBA-studie aan Nyenrode. Carl Makaful Acolatse (20120401) maakte een veelbelovende start met een afvalverbrandingsproject, waarbij energie werd teruggegeven aan het elektriciteitsbedrijf van Ghana. Het project was een bijdrage aan het oplossen van de ernstige milieuvervuiling. Na landelijke verkiezingen in 2016 werd het project van de ene op de andere dag afgeblazen. Helaas is dat hoe het kan gaan in Ghana.

Vraag: Kun je een korte introductie van jezelf geven?

Advertisement

CMA: "Ik heb wiskunde gestudeerd aan de Universiteit van Ghana. Daarna heb ik een aantal jaren voor de Deense containerrederij MAERSK gewerkt als management trainee. Ik heb ervaring kunnen opdoen in Europa en heb enkele jaren een functie gehad in de VS, maar ik had al de intentie om een MBA te halen, waarvoor ik de nodige werkervaring moest hebben. Mijn GMAT-score was behoorlijk indrukwekkend. Ik ontmoette Charles Odoom (20100425) die al een NIMBAstudie aan Nyenrode had gedaan. Hij wees me op de Nederlandse universiteit. Uiteindelijk moest ik kiezen tussen Warwick University in het Verenigd Koninkrijk en Nyenrode. Ik kon van beide universiteiten een volledige studiebeurs krijgen . Doorslaggevend was het feit dat ik Nyenrode voor het eerst bezocht tijdens Koninginnedag. Ik wist niet wat ik zag. Het vertelde me veel over de positieve en veilige cultuur in Nederland. Ik wil benadrukken dat het NIMBAprogramma zeer innovatief en inspirerend was. Bijzonder waren de studiereizen en de ontmoetingen met managers en directeuren van internationale bedrijven. Op Nyenrode heb ik gekozen voor het ondernemerschaps-traject, omdat ik in mijn tijd bij MAERSK al het ideaal had om zelf een bedrijf te starten."

Vraag: Kon je meteen iets met die ambitie beginnen?

CMA: "Tijdens het onderzoeksproces op Nyenrode moesten we een bedrijfsconcept ontwikkelen en daarvoor de benodigde financiering krijgen. Dit heb ik samen met een Japanse studente opgezet; het project was een E-commerce bedrijf in Ghana. We zijn erin geslaagd om $ 100.000 te ontvangen van een internationale investeerder. We zijn naar Ghana gegaan en hebben de webshop opgezet; deze was behoorlijk succesvol op het gebied van naamsbekendheid en maatwerk in de markt. De omzetcijfers vielen echter tegen, waardoor beleggers niet aan een tweede ronde wilden beginnen. Toen zijn we gestopt met deze start up"

Vraag: Hoe ben je te werk gegaan?

CMA: "Vervolgens hebben we een marketingstrategie en projectontwikkelingsadviesbureau opgezet voor buitenlandse investeerders die actief wilden worden in Ghana. Daarnaast ben ik me gaan verdiepen in duurzame energie. Er waren vooral kansen op het gebied van waste to energy, d.w.z. het gebruik van energie die uit afvalverwerking kan worden gehaald. Hiervoor kreeg ik financiering van de investeringsmaatschappij die J. B. Nolst Trénité (19760059) in Ghana heeft opgericht. Mijn haalbaarheidsstudie werd ook positief ontvangen in een kring van Amerikaanse private equity investeerders. Het project kreeg ook subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in Den Haag. We ontwierpen een energiecentrale die draaide op vast stedelijk afval. Als locatie kozen we voor een stortplaats aan de rand van Accra. Bij de afvalverbranding zou stoom vrijkomen, die vervolgens zou worden omgezet in elektriciteit. Het maakte deel uit van het oplossen van de milieuvervuiling die optreedt in Ghana als gevolg van ontoereikende afvalophaal- en verwijderingsfaciliteiten. Er komt een enorme hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen vrij in de lucht en vervuiling van bodem en water vindt op grote schaal plaats. Nederlandse projectfinanciering werd toegekend op voorwaarde dat het een publiek-private onderneming zou worden. De Ghanese overheid moest daarom aandeelhouder en partner zijn in het project. Dat gebeurde en ik trad op als projectmanager. In 2016 vond een regeringswisseling plaats. We hebben hier een tweepartijenstelsel en het is een winner-takes-all-systeem. Het is een ontwrichtend proces, waarbij veel bestuurders en ambtenaren van de ene op de andere dag worden vervangen. Het is ook een kwestie van corruptie, waarmee ik bedoel dat veel bedrijven en projecten worden vernietigd, die onder normale politieke omstandigheden goed kunnen blijven functioneren. Zo werd ons energieproject plotseling on hold gezet – ogenschijnlijk omdat het niet meer paste in het nationale energiebeleid. Meestal wachten overheidsfunctionarissen op een initiatief van onze kant om met smeergeld te komen om de zaken voort te zetten. Daar zijn we echter niet in getrapt. Helaas ligt het project tot op de dag van vandaag stil."

Vraag: Wat kun je zeggen over Ghana, en Accra in het bijzonder, als werkterrein voor een jonge ondernemer met een Nyenrode MBA?

CMA: "Ghana heeft 30 miljoen inwoners; Accra heeft ongeveer vijf miljoen inwoners. In het centrum van Accra is het net als in elke metropool. Er zijn kantoren, winkels en er is een nachtleven. We hebben ook een beurs en onze eigen valuta, de Ghanese CEDI. Helaas hebben we financieel een slecht jaar achter de rug, waarbij de CEDI is gedevalueerd. Er is een goed functionerende centrale bank en we hebben een aantal commerciële banken voor de opkomende middenklasse en we hebben ook investeringsbanken die gespecialiseerd zijn in bepaalde sectoren. In dit opzicht is Accra een prima commerciële stad. Het land is verder relatief goed ontwikkeld. In heel Afrika is de gemiddelde dekking van het elektriciteitsnet slechts 46%, hier in Ghana is dat 85%. Dat is naar Afrikaanse maatstaven erg hoog. We hebben een internationale luchthaven en goede wegen. Het land is gezegend met veel natuur en mineralen; in bepaalde jaren hebben we de op een na grootste productie van goud in Afrika. We zijn de grootste exporteur van cacao, we exporteren houtsoorten, er is olie en gas dat we commercieel exploiteren."

Vraag: Welke keuzes heb je gemaakt na het debacle met het afvalverwerkingsen energieproject?

CMA: "Sinds 2016 ben ik actief als consultant en ondernemer, voornamelijk op het gebied van projectontwikkeling en zonne-energie. Als er één ding is dat ik heb geleerd, is het om nooit meer met de overheid samen te werken. Er zijn grote projecten, met overheidsparticipatie, op het gebied van wind- en zonne-energie. Een stap lager in de markt heb je duurzame energieprojecten voor bedrijfsgebouwen, zoals winkels en kantoren. Het is een interessante markt omdat bedrijven en ondernemers niet onder tijdsdruk een aansluiting op het elektriciteitsnet van de overheid hoeven te regelen, wat veel papierwerk en het betalen van steekpenningen aan ambtenaren en lokale bestuurders met zich meebrengt. En zelfs dan moeten ze ervoor zorgen dat het overheidsbedrijf zijn contractafspraken nakomt, want in Ghana is niets gegarandeerd als het gaat om contracten met de overheid. Wat projectontwikkeling betreft, maak ik meestal een plan voor commerciële zonne-energieprojecten voor industrieterreinen, commerciële gebouwen, fabrieken en kantoren. Het is een kwestie van initiatief nemen en financiers, aannemers en kopers vinden. Ik kan nu samenwerken met een groep betrouwbare particuliere investeerders uit Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Zuid-Afrika. We hebben tot nu toe een orderboek met 18 tot 20 projecten gevuld. Het proces omvat het doen van een voorstel, het afsluiten van contracten, financiering, het werven van investeringspartners en uitvoerders, levering en betaling. Ik werk met buitenlandse investeerders en zou idealiter een gemiddelde doorlooptijd per project van drie tot zes maanden moeten hebben. Maar hier in Ghana kan er gewoon een onverwachte vertraging zijn, dus projecten kunnen soms anderhalf tot twee jaar duren. Dan is het heel moeilijk om het rendement aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders."

Vraag: je had het over de hoge mate van elektrificatie in Ghana; kun je daar nader op ingaan?

CMA: "Afrika heeft een goede mix van hernieuwbare energiebronnen, als we waterkrachtenergie meetellen. Over het hele continent is 40% van de elektriciteitsproductie gekoppeld aan waterkracht. Dat is hoger dan in welk geïndustrialiseerd land dan ook. Dit betekent dat waterkracht ons ook 40% van het elektriciteitsnet levert. De grootste dam ligt op zo'n tachtig kilometer van Accra. De elektriciteit wordt over het hele land verdeeld. Daarmee is onze stroomvoorziening veel beter dan in andere Afrikaanse landen, zoals Zuid-Afrika."

Vraag: Kun je voorbeelden geven van recycling door Ghanese bedrijven?

CMA: "In de palmolie-industrie gebruiken de fabrieken tegenwoordig verwerkingsafval als brandstof voor hun eigen energiebehoefte. Dat is dus een aantrekkelijke markt. Er zijn tientallen palmoliefabrieken , en ze recyclen allemaal palmafval en hebben hun eigen energiecentrales. Ook in de cacaosector is er een groot potentieel voor recycling en duurzame energie uit cacaoschilafval. De cacaomarkt wordt echter gecontroleerd door de overheid. De opbrengsten zijn landelijk aantrekkelijk, dus er is geen echte prikkel om aan duurzame energie te doen."

Cacao-offensief van Ghana en Ivoorkust!

Enige tijd geleden vond in Berlijn een wereldcacaoconferentie plaats, waar Ghana en Ivoorkust – de twee grootste cacaoproducenten ter wereld met een marktaandeel van 60 procent – grote druk uitoefenden op cacaokopers Mars, Mondeléz, Nestlé en Tony's Chocolonely om een hogere prijs te betalen, omdat cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust onder de armoedegrens leven. In Ghana koopt de Cacoa Board de nationale cacaooogst centraal op en in Ivoorkust is dat de Ivorian Coffee and Cocoa Council. Beide instanties vochten elkaar al lang de tent uit, maar slaan nu de handen ineen, omdat het doel dat cacaoboeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten nog lang niet bereikt is. De twee landen zijn het eens geworden over een zogeheten Living Income

Differential van 360 euro per duizend kilo cacao en leggen dit op aan de cacaoindustrie. Die 360 euro is bedoeld als bodemgarantie bovenop de internationale marktprijs. Tot afgrijzen van allerlei ngo's die in beide landen duurzame projecten hebben opgezet als garantie voor de duurzaamheidsclaim dat de wereldspelers van chocoladeproducten op hun producten plakken.

Vraag: Zijn deze NGO's terecht bezorgd?

CMA: "Het probleem met het realiseren van duurzame energieprojecten met staatsbedrijven is het gebrek aan technologische kennis en projectontwikkelingscapaciteit bij bestuurders en overheidsmanagers. Daarom zie ik helaas veel projecten vrij snel vastlopen na het opstarten en dan weet niemand hoe het verder moet. Zo is er een windenergie-project als pilot dat al bijna twintig jaar in de pijplijn zit. De investeerders en uitvoerders blijven er geld in steken. Landelijk staat zonne-energie nog in de kinderschoenen. De staatsbedrijven die waterkracht controleren, zijn echter begonnen met het opzetten van combinaties met zonne-energie. Voor het eerst hebben we nu een drijvend zonneenergieveld in een reservoir. Dat is een primeur voor West-Afrika."

Vraag: Met name de Verenigde Staten maken zich grote zorgen over de economische voetafdruk van China op het Afrikaanse continent. Klopt dat? CMA: "Persoonlijk ben ik niet zo negatief over Chinese investeringen in Afrika en zeker niet in Ghana. Als je de Europese en Amerikaanse investeringen in dit land bij elkaar optelt, is het vele malen meer dan het Chinese aandeel. De angst voor Chinese controle over Afrikaanse hulpbronnen en infrastructuur ligt meer in het feit dat veel Chinese investeringen direct worden ondersteund door de overheid in Peking. We kunnen niet voorbijgaan aan het feit dat China een grotere voetafdruk over de hele wereld heeft gekregen. Zo komt 80% van de zonnepanelen die ik gebruik uit China. Hoewel ons waste to energyproject werd gefinancierd door Europese investeerders, kwam de apparatuur grotendeels uit China. De leiders van de Volksrepubliek zijn erg hongerig om cruciale hulpbronnen, infrastructuur en voedsel naar China te brengen, omdat ze 1,4 miljard monden moeten voeden."

Vraag: Na het uitbreken van de Oekraïne-oorlog staan de voorraden olie en gas van de Afrikaanse westkust in een positiever daglicht. In hoeverre profiteert Ghana hiervan?

CMA: "We hebben een behoorlijke voorraad gas in Ghana (en Afrika), maar we gebruiken het zelf niet echt. Het overgrote deel wordt geëxporteerd naar de EU, vooral na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Het probleem is dat gaswinning wordt gefinancierd door Amerikaanse en Europese oliemaatschappijen, die niet echt de prikkel hebben om het binnenlandse gasgebruik te stimuleren. Dat kan veranderen als Afrikaanse landen aardgas gaan zien als een minder milieubelastende brandstof, in de transitie naar een fossielvrije economie. Vanuit mijn perspectief is het potentieel dat Afrika kan hebben in de wereldwijde productie van zonne-energie, die 40% is in vergelijking met een huidig aandeel van minder dan 2%, veel interessanter. "

Vraag: Wat is het groenste land van Afrika?

CMA: "Statistisch gezien zou dat Ethiopië zijn dat 100% op waterkracht draait. De DR Congo heeft echter het grootste potentieel, met krachtige rivieren die van het Afrikaanse binnenland naar de Atlantische Oceaan stromen, die mogelijk meer stroom leveren dan de grootste waterkrachtcentrale van China."

Vraag: Hoe ziet je sociale leven eruit?

CMA: "In 2020, vlak voor het uitbreken van de covidpandemie, trouwde ik met een meisje uit Ghana, dat toevallig ook Nederlands spreekt. Ze groeide op in België. Haar vader was professor aan de Universiteit van Leuven. Ze studeerde bedrijfskunde aan de Vlerick Business School in Gent. Ze werkt als projectmanager voor een Nederlands bedrijf in Ghana. We hebben een appartement in Antwerpen en reizen vaak op en neer, dus we genieten van het beste van twee werelden. Ook onderhoud ik regelmatig contact met Nederland, omdat ik in de Ghana-Netherlands Business Chamber

This article is from: