ConnectING 22 - juni 2023

Page 1

Magazine van de Faculteit Industriële

Ingenieurswetenschappen

KU Leuven

NR. 22 - juni 2023

PROF. GERARD GOVERS, VICERECTOR VAN KU LEUVEN

INZETTEN OP ZWAARTEPUNTEN

• Technovation Hub: seven-year anniversary

• Jobbeurzen 2023 pieken op alle campussen

• CoMoveIT in de prijzen

• Smart Operations & Maintenance in Industry

• Nieuwe racewagen van Formula Electric Belgium

• URGENT pakt ingenieurstekort aan

• Ingenieursbeleving 1: leren van elkaar

• Joris Brams wint Alumni Award 2023

• Solar Olympiade 2023 breekt records

• Women Entrepreneurs in Tech

Viermaandelijks • maart-april-mei-juni 2023 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1

NAVIGATING THE WEB USING YOUR BRAIN

NeuroTech Leuven is the youngest member of the entrepreneurial student teams operating under the Technovation Hub banner. During the Mindseed event on 25 April 2023, the team presented BrainBrowsR, which is a computer stack that enables ALS patients and people with locked-in syndrome to be active on social media. By using Steady State Visually Evoked Potentials (SSVEP), BrainBrowsR analyses brain signals

what the user

focusing on.

COLOFON

ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), (Hilde Bonte) Kris Henrioulle a.i., Dorine Bruneel, Niels De Brier, Koen Eneman, Hilde Lauwereys, Bert Lauwers, Yves Persoons, Inge Van Cauter, Louis van Hoye, Rens Vervaeke | Eindredactie: Yves Persoons | Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter

Redactieadres

ConnectING

Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 053 72 71 86 (secretariaat) connecting@kuleuven.be  www.iiw.kuleuven.be

Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij  www.vanderpoorten.be

Foto’s: Yasmina Besseghir, Dries De Krom, Joren De Weerdt, Tine Desodt, Julie Feyaerts, Studio Dann, Tom Talloen, Johan Van Droogenbroeck, Filip Van Loock, Reiner Van Wonterghem, Cédric Walrop

Grafisch ontwerp:  www.altera.be

• Woord vooraf 3 • Nieuws van de faculteit 4 • Nieuws van de campussen 12 • Onderwijsontwikkeling in de kijker 18 • Student in de kijker 20 • Docent in de kijker 30 • Onderzoeker in de kijker 32 • Doctoraten 38
Faculty Worldwide 40
Wetenschapscommunicatie 42
Alumnus in de kijker 46
Nieuws van alumni 50 2
INHOUD
and
determines
is

OVER STEM, ONDERNEMERSCHAP EN INNOVATIE

In beide gevallen gaat het niet om een eendagsevenement maar een heus project waar de leerlingen een groot deel van het schooljaar intensief mee bezig zijn zodat ze kunnen uitblinken op de finaledag. Tot glorie en trots van hun school, hun leraren en zichzelf.

Van STEM naar de ingenieursopleiding is maar een kleine stap. In dit nummer berichten we over het URGENT-onderzoeksproject naar de ondervertegenwoordiging van meisjes en jongeren met migratieachtergrond in de ingenieursstudie. We brengen een ‘best practice’ van geëngageerde masterstudenten die een inclusieve assembleercel bouwden voor maatwerkers die niet direct inzetbaar zijn op de reguliere arbeidsmarkt. En we rapporteren over ‘Women Entrepreneur in Tech’ waar rolmodellen vrouwelijke ingenieursstudenten warm maken voor het ondernemerschap.

Over ondernemerschap ging het ook tijdens de 5th Innovation & Networking Evening van Technovation Hub, de incubator van ingenieus ondernemen. Twee van de studententeams die in het kader van Techovation Hub opereren, doen hun verhaal in dit nummer. We zetten ook de spin-off CoMoveIT in de kijker, de winnaar van de prestigieuze Silver Henry Van de Velde Award.

Innovatie – een ander stokpaardje van onze faculteit – komt aan bod in bijdragen over het trainingsnetwerk GREYDIENT en over prof Kris Myny die een Consolidator Grant van de European Research Council in de wacht sleepte.

De voorbije maanden regende het berichten over de verontrustende toestand van het Vlaamse onderwijs. Op 11 april kopte De Tijd ‘Wetenschap en technologie minder populair in het onderwijs’. Het aandeel van de derdegraadsleerlingen in STEM-richtingen zou dit schooljaar gezakt zijn tot 42%, het laagste cijfer sinds 2011-2012. En dat terwijl er meer dan ooit nood is aan STEM-profielen voor de energietransitie, de uitrol van de digitalisering, duurzame voedselproductie en het veiligstellen van onze concurrentiepositie.

De dalende trend roept soms vragen op. Over de effectiviteit van de STEM-campagnes bijvoorbeeld. Of de weerspiegeling van de toekomstige uitdagingen binnen de STEM-richtingen.

In onze faculteit zien we de belangstelling voor het STEM-aanbod gelukkig niet dalen. Integendeel, voor de Solar Olympiade 2023 schreef zich een record aantal leerlingen in. Ook de STEMChallenge in Gent blijft scoren.

In aanloop naar het tienjarig jubileum van onze faculteit in 2023-2024 laten we prof. Gerard Govers, vicerector van de Groep Wetenschap & Technologie van KU Leuven, aan het woord. Hij heeft het reilen en zeilen van de faculteit van nabij gevolgd en blikt al vooruit op het volgende decennium.

Het feestjaar openen we op 30 oktober 2023 met een plechtigheid in Leuven.

In afwachting wensen we aan alle lezers een aangename zomervakantie.

WOORD VOORAF 3 CONNECT ING

DE TOEKOMST VAN DE FACULTEIT: PROFILEREN

OM TE EXCELLEREN

Volgend academiejaar viert de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (FIIW) haar tienjarig jubileum. In aanloop naar de festiviteiten maakt prof. Gerard Govers, vicerector van de Groep Wetenschap & Technologie, de balans op. Vooruitblikkend op het volgende decennium, ziet hij de multicampusfaculteit evolueren naar drie regionale entiteiten met eigen ‘centers of excellence’.

NIEUWS VAN DE FACULTEIT 4
Prof. Gerard Govers, vicerector © Julie Feyaerts

Sinds zijn aantreden als vicerector zes jaar geleden heeft prof. Govers het reilen en zeilen van de op één na jongste faculteit van nabij gevolgd. Hij zag hoe het multicampusmodel handen en voeten kreeg en op de campussen de

oude gewaden werden afgelegd. Met trots vertelt hij over twee mijlpalen die hijzelf en het groepsbestuur hebben geïnitieerd. Als eerste noemt hij de integratie in de onderzoeksdepartementen van de groep W&T. “Inzake onderzoek waren er aanzienlijke verschillen tussen de campussen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het was snel duidelijk dat we de lokale onderzoeksactiviteiten dienden te verankeren in de bestaande departementen. Via intensief overleg en een goed evenwicht in de verdeling van de middelen is deze operatie al bij al gesmeerd verlopen”.

Een logisch gevolg van deze integratie was dat de zg. ‘technologieclusters’ waarin het facultair personeel was ingedeeld geen rol van betekenis meer speelden. De afschaffing ervan betitelt de vicerector als de volgende mijlpaal in het integratieproces. “Een en ander heeft ertoe geleid dat ‘theoretisch’ en ‘toegepast’ onderzoek naar elkaar zijn toegegroeid. De hiërarchie heeft plaats gemaakt voor een wisselwerking waarbij abstract en concreet elkaar aanvullen en versterken”.

Zwaartepunten

Prof. Govers ziet ook positieve ontwikkelingen in het onderwijs. “De twee gemeenschappelijke semesters van de polyvalente ingenieursvorming in de bacheloropleiding zijn een belangrijke troef. Dat de faculteit er bovendien in geslaagd is om het eerste bachelorjaar op alle campussen identiek te maken, is een prestatie die alle lof verdient. Studenten kunnen in de eigen regio starten en ze hoeven zich niet meteen vast te pinnen op een specifieke afstudeerrichting. Deze gemeenschappelijke basis stelt de campussen in staat om zich beter te profileren in de hogere jaren.

De rijkdom van het multicampusmodel bestaat er precies in dat niet overal hetzelfde wordt aangeboden. Nergens in Vlaanderen hebben de studenten industrieel ingenieur zoveel keuze”.

Een duidelijke profilering, dat is precies wat de vicerector en het groepsbestuur voor ogen hebben met FIIW. Daarbij valt snel het woord ‘zwaartepunt’. Over de betekenis en de inhoud ervan is al uitgebreid gediscussieerd, dus zet prof. Govers graag de puntjes op de i. “Het volstaat om even Van Dales groot woordenboek open te slaan. ‘Zwaartepunt’ wordt gedefinieerd als ‘een punt waaromheen de massa van een lichaam gelijkmatig verdeeld is’. Welnu, dat is precies wat we voor ogen hebben. We pleiten ervoor dat de campussen hun onderzoek, onderwijs en dienstverlening concentreren in of rond specifieke thema’s waarmee ze zich duidelijk kunnen profileren. En daarmee bedoel ik niet gewoon ‘zich onderscheiden’ maar wel ‘excelleren’, nationaal én internationaal”.

Zwaargewichten

Betekent dit dat de campussen op zoek moeten naar nieuwe ‘zwaartepunten’?

“Helemaal niet”, is het antwoord. “De zwaartepunten zijn eigenlijk overal al aanwezig. De campus in Gent is nu al bekend voor voedingstechnologie en duurzaam bouwen. De M-Group in Brugge heeft al een stevige reputatie tot ver buiten de provincie. Campus De Nayer staat sterk in waterzuivering en automotive. Campus Groep T kan uitpakken met ‘affordable health technology’’, Diepenbeek met ‘power electronics’ en Geel met zijn ‘Advanced Integrated Sensing Lab’. u

5 CONNECT ING

Wat het groepsbestuur wenst te zien is dat er zich rond strategisch goed gekozen thema’s ‘centers of excellence’ worden uitgebouwd. Dat impliceert dat de universiteit erin wil investeren, dat er passende professoren en personeel worden aangetrokken, kortom dat de zwaartepunten op termijn zwaargewichten worden. Dat je niet elke onderzoeksgroep op een campus tot zwaartepunt kunt uitroepen, hoeft verder geen betoog. Daarvoor ontbreken de middelen”.

Een optimale inzet van de middelen is eveneens de drijfveer voor de volgende operatie: de op til zijnde regionalisering binnen FIIW. Prof. Govers legt uit: “Willen we van zwaartepunten echte ‘centers of excellence’ maken, dan moeten de campussen in eenzelfde regio nauwer samenwerken inzake administratie, ondersteunende diensten, faciliteiten, enz. In Brugge en Gent zijn we hiermee al aardig opgeschoten. De plannen voor de as Groep T - De Nayer en de as Diepenbeek - Geel zijn in de maak. Over de modaliteiten kan ik op dit moment niet meer kwijt en ook voor het organisatiemodel is het nog te vroeg. Vast staat wel dat we op termijn mikken op een fusie van de betrokken campussen”.

Aantrekkingspunten

De instroom van nieuwe studenten blijft een zorgenkind van de multicampusfaculteit. Alle campussen hebben in de loop van de voorbije tien jaar het aantal Vlaamse generatiestudenten zien afnemen ondanks de grote vraag naar industrieel ingenieurs op de arbeidsmarkt. “We kunnen er niet om heen dat wetenschap en technologie minder populair geworden zijn bij de jongeren”, bevestigt prof. Govers.

“Een almaar kleiner deel van de Vlaamse 16- en 17-jarigen kiest voor een STEMrichting en in de derde graad ASO zijn wetenschap, techniek en wiskunde op hun retour. We hebben de tijdgeest niet mee”.

Volgens de vicerector moet de maatschappelijke relevantie van het ingenieurswerk en -onderzoek veel meer in de verf gezet worden. “Blijven hameren op technologie alleen overtuigt niet meer. Jongeren willen concrete oplossingen zien voor problemen zoals de klimaatopwarming, de energietransitie, de honger in de wereld, enz. Meisjes spiegelen zich dan weer graag aan rolmodellen. Die vind je overigens zonder veel moeite bij onze studenten, onderzoekers en uiteraard de alumni. De opdracht bestaat erin uit hun verhalen een nieuw narratief te ontwikkelen dat beter aansluit bij de denken leefwereld van de jongeren”.

De rekruteringsproblematiek geeft prof. Govers een bijkomend argument om de zwaartepunten consequent door te trekken en uit te spelen in de PR en wervingscommunicatie van de campussen. “Als het bijvoorbeeld gaat over het duurzaam voeden van de wereldbevolking, dan kan de campus in Gent zich in het debat mengen. Komen de Europese waterrichtlijnen ter sprake, dan is Campus De Nayer de gesprekspartner, enz. De zwaartepunten worden op die manier publieke aandachtsen aantrekkingspunten”.

Ankerpunten

Internationaal is er door de faculteit goed werk geleverd, dat erkent de vicerector volmondig. “Uiteraard kan niet overal de opleiding volledig in het Engels worden aangeboden zoals in Leuven, maar elke

campus heeft inmiddels wel een internationale master-na-master of een Erasmus Mundus programma. Internationalisering houdt trouwens meer in dat het aantrekken van buitenlandse studenten of het uitsturen van Vlaamse bachelors en masters. Ook inzake onderzoek moet resoluut de internationale kaart getrokken worden. Zelfs wanneer het gaat om projecten met een lokale impact, dan nog zou er een spontane reflex moeten zijn om het thema op de internationale scene te brengen via publicaties, lezingen, enz. Opnieuw, dat kun je niet waar maken als je onderzoek versnipperd is over een dozijn groepen. Dus belanden we weer bij de zwaartepunten. Die worden nu ankerpunten waaraan het onderzoek maar ook het onderwijs en de dienstverlening zich kunnen optrekken en een nieuwe dynamiek op gang brengen in de faculteit en de Groep W&T. Wat mij betreft, kondigt het volgend decennium zich veelbelovend aan.”

Yves Persoons
“Willen we van zwaartepunten echte ‘centers of excellence’ maken, dan moeten de campussen in eenzelfde regio nauwer samenwerken.”
6
prof. Gerard Govers, vicerector

COOPERATION WITH THAMMASAT UNIVERSITY GETS BOOST

Five years after signing a double degree agreement in Bangkok, Thailand, the Faculty of Engineering Technology of KU Leuven, and the Faculty of Engineering of Thammasat University are driving the cooperation further. On 4 May 2023, Prof Thira Jearsiripongkul and Prof Bert Lauwers signed a new agreement in Leuven.

Thammasat University (TU) is one of the oldest and most prestigious institutions of higher learning in Thailand. Since its founding in 1934, TU has evolved from an open university for law and politics to an international comprehensive university offering 240 academic programmes in 33 colleges at 4 campuses. Today, TU has more than 33,000 students in the bachelor's, master’s, and PhD programmes and 2,700 faculty members and supporting staff.

2+2 Double Degree

In 2009, the first exchange students from the Thammasat English Engineering Programme (TEP) arrived at the then Group T University College. TEP was a sandwich programme: two years in Thammasat and two years in a foreign university. This formula resulted in a 2+2 Bachelor’s Degree Programme where Thai students, after two years at their home university, study for two more years in Leuven to get a double degree. Afterwards, they can choose between returning to Thailand to continue their studies or staying in Leuven for another year to pursue a master's programme. Whereas the original 2+2 Double Degree only applied to the bachelors of Electronics & ICT Engineering Technology, from the next academic year the formula will be extended to the specialisations Electromechanical Engineering Technology and Chemical Engineering Technology.

Quality label

The renewed agreement also opens the door for further cooperation in research and services, whether or not together with local and international companies. According to Prof Bert Lauwers, the Double Degree should develop into a quality label for students, professors, and researchers as well as entrepreneurs. Given previous contacts, TU students coming to Leuven will quickly feel at home on a campus where already 30% of the population is following an international engineering course.

For the Faculty of Engineering Technology, TU is an excellent base to build closer ties with Southeast Asia.

The region is changing rapidly and already has more than half the world's population. The EU is the second-largest trading partner of the Association of Southeast Asian Nations (ASEAN), which in turn is the EU's third-largest trading partner outside Europe. In 2021, the EU and ASEAN agreed to strengthen cooperation. With the renewal and expansion of the Double Degree Agreement, the Faculty anticipates future developments.

CONNECT ING 7
NIEUWS VAN DE FACULTEIT
Yves Persoons Professor Thira Jearsiripongkul, Professor Bert Lauwers & Professor Nopadol Uchaipichat © Julie Feyaerts

TECHNOVATION HUB: SEVEN YEARS OF INNOVATIVE ENTREPRENEURSHIP

Since 2016, Technovation Hub has been the incubator and promoter of innovative entrepreneurship in the Faculty of Engineering Technology. The seven-year anniversary gave added luster to the annual Innovation & Networking Evening that took place on 16 May 2023 in Leuven. The student teams belonging to Technovation Hub stepped up to share their achievements and plans for the future with the public and each other.

A'hub' has multiple meanings. It can be a device that is part of a network, a transshipment point in a distribution network, the center of the spokes of a wheel or a central airport from which an airline operates. In each case, it is about 'connectivity' and 'exchange'.

In his opening speech, Prof Bert Lauwers, dean of the Faculty of Engineering Technology, linked both concepts to Technovation Hub's mission: encouraging and supporting entrepreneurship among engineering students. First, the dean briefly reflected on the history of the seven-year-old: “Technovation Hub owes its existence to the student teams and indirectly to the Postgraduate Programme in Innovation & Entrepreneurship in Engineering. Inspired by pioneers such as the Solar Team, Formula Electric Belgium, and CORE, quite a number of new initiatives emerged, each with its own ambitions and -above all- its own questions and wishes. To accommodate and support them professionally, a special organisation was set up within KU Leuven's Science & Technology Group. This offered a home to the existing and new teams through the postgraduate programmes, providing a legal network, financial support and the use of KU Leuven's infrastructure and facilities. The aim was to avoid or remove as many obstacles and barriers as possible for the teams so that they could concentrate optimally on their core business.”

Niche

As an incubator of innovative entrepreneurship, Technovation Hub is in good company, both inside and outside the university. At KU Leuven, Prof Lauwers explicitly referred to KU Leuven KICK with initiatives such as KICK Challenge, the Learning Garage, Studio Start, the Incubator Track and the Product Innovation Projects (PIP). Outside the university community, Technovation Hub is on the same page as VOKA Bryo, Leuven Young Entrepreneurs, the Flemish Agency for Innovation and Entrepreneurship, imec.istart and several others.

“In this wide range of opportunities, Technovation Hub has found a niche for ambitious engineering students and recent graduates who combine their scientific and technological knowledge and skills with entrepreneurial talent,” says the dean. That the teams also manage to attract more and more students from other faculties – e.g., Engineering Science, Bioengineering Science, Economics and Business Engineering to Medicine –he calls a particularly positive development. “As is well known, real innovation does not always arise within the boundaries of one's own discipline but rather at the interfaces where they meet.”

NIEUWS VAN DE FACULTEIT 8

Aquathermy

The guest speakers at the Innovation & Networking Evening were Stijn De Jonge, Jan De Nayer and Sebastian Baes, the founders of Extraqt, a spin-off of the student cooperative CORE, which in turn is part of Technovation Hub. Extraqt's story illustrates how technological innovation coupled with entrepreneurship can create breakthroughs in climate-neutral heating and cooling of buildings and cities. To do so, it uses aquathermy, which is the extraction of heat or coolness from rivers, canals and lakes. In their master's thesis, Jan and Sebastian showed how the heat from the river Dijle can be used to heat the city centers of Leuven and Mechelen for an entire winter without endangering the river's ecosystem. In just two years, the start-up Extraqt has grown into an authority in aquathermy with the ambition to boost society towards sustainable energy management. To illustrate, aquathermy can lead to a 65% reduction in CO2 emissions compared to heating with gas and even up to 99% when the heat pump uses renewable electricity.

Competitions

After the official part and the honoring of the collaborators of Technovation Hub Academy, participants swarmed across campus for the workshops in which the student teams announced their priorities for the year ahead. For the teams taking part in international competitions, the stakes are high. Such is the case for Formula Electric Belgium, iGEM and the Innoptus Solar Team. They will have to compete with teams from the best universities in the world in the coming months. Perhaps the Solar Team is facing the biggest challenge: defending its world title at the World Solar Challenge in Australia in October.

CONNECT ING 9
 www.technovationhub.be
© Filip Van Loock

JOBBEURZEN PIEKEN OP ALLE CAMPUSSEN

De torenhoge prijzen voor energie en grondstoffen, de ongeziene inflatie en de gestegen loonkosten, de oorlog in Oekraïne en de oplopende geopolitieke spanningen, de dreigende recessie, … niets van dat alles heeft de vraag naar ingenieurs doen dalen. Integendeel, op de campussen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen meldden zich een record aantal bedrijven aan op de jobbeurs. Een overzicht.

Campus Groep T in Leuven gaf traditioneel de aftrap van het beursseizoen. De inmiddels 36e editie van de Ondernemersdag op 21 februari 2023 moest uitwijken naar de Brabanthal om alle bedrijven een plaats te kunnen geven. Dat waren er 167, een record. “De vacatures die aangeboden werden, kunnen we onmogelijk allemaal zelf invullen”, zegt campusvoorzitter prof. Wim Dewulf. “Daarom hebben we de beurs opengesteld voor alle laatstejaars van de Leuvense ingenieursfaculteiten”. Uiteindelijk kwamen er meer dan 750 studenten met de shuttle bus naar de Brabanthal, dat is ruim boven de 600 masters die dit academiejaar afstuderen”.

Op 1 maart zakten 200 bedrijven af naar Geel voor de gemeenschappelijke jobbeurs van KU Leuven en de hogeschool Thomas More. “Dat waren er beduidend meer dan vorig jaar”, vertelt Isabelle Moons. “De ‘war for talent’ woedt duidelijk ook bij de Kempense ondernemers. We nodigden alles samen 1500 bachelor- en masterstudenten uit.

Zij bezochten niet alleen de standen maar namen ook deel aan infosessies over o.m. schakelen, verder studeren en solliciteren. Overigens werden ook tal van alumni gespot. Zij kwamen in de eerste plaats om te netwerken”.

Beurstent

Op Campus De Nayer organiseerden de KU Leuven en de Thomas More Hogeschool na twee online edities opnieuw een fysieke jobbeurs. De immense tent van 3300 m² bood op 8 maart 2023 plaats aan 245 bedrijven op zoek naar laatstejaars industrieel ingenieur en professionele bachelor. “In een economische realiteit met een grote honger naar technische en bedrijfseconomische profielen blijft een jobbeurs een win-win voor zowel de bedrijven als de studenten”, beaamt Leo Schoeters van de Thomas More Hogeschool. “We zijn gestart met de inschrijvingen in november 2022 en op de eerste dag hadden er zich al meteen 100 bedrijven aangemeld. Midden december waren alle plaatsen uitverkocht. Wie daarna nog wou deelnemen, werd verwezen naar de virtuele beurs”.

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN
10

Zoals de Ondernemersdag in Leuven, mikte de jobbeurs op Campus De Nayer niet alleen op de laatstejaars. Veel studenten op zoek naar een stage of eindwerk maakten van de gelegenheid gebruik om de bedrijven aan te spreken. In een handige bedrijvengids konden de 1150 studenten die de beurs bezochten vooraf zien wie wat in de aanbieding had.

Job- en verderstudeerbeurs

Op 17 maart 2023 stroomde het ICC in Gent vol voor de job- en verderstudeerbeurs van KU Leuven - Gent en de Odisee Hogeschool. De stands van de 150 bedrijven werden bezocht door meer dan 1000 studenten.

“Dit jaar was er opvallend veel interesse om op onze beurs te staan”, zegt organisator Veerle van Heghe. “Ook bedrijven waarmee we nog niet eerder samenwerkten, waren nu op post. Helaas konden we niet iedereen een plaats geven. Werknemers zijn duidelijk op zoek naar jong talent en daarvoor halen ze allen uit de kast: extra-legale voordelen, goodie bags, zelfs een popcornmachine”.

Het persoonlijk contact is en blijft de grote troef van de afstudeerbeurs. Dat hoorde je ook in Gent. “Vaak hebben de laatstejaars al een contract op zak maanden vóór ze afstuderen”, merkt Heleen Vandromme, diensthoofd Permanente Vorming van de Odisee Hogeschool op.

Wie nog niet direct aan de slag wil in en bedrijf, vond eveneens zijn/haar gading in Gent. Op de beurs stonden ook stands over verder studeren en waren er infosessies over o.m. schakelen voor professionele bachelors en master-na-masteropleidingen voor industrieel ingenieurs”.

Campus te klein

KU Leuven-Brugge ontving 70 bedrijven op de campus. “Dat hadden er beduidend meer kunnen zijn, hadden we meer ruimte gehad”, vertelt organisator Isabelle Vervenne. “Onze campus was duidelijk te klein om iedereen een standplaats te geven”. Ruim 200 studenten bezochten de beurs, zowel masters van KU Leuven-Brugge als professionele bachelors Elektromechanica van de Vives Hogeschool.

Ook in Brugge hield de beurs meer in dan een jobmarkt. “Ons aanbod omvatte eveneens workshops over sollicitatiebemiddeling, een CV screening, een infosessie over de loopbaanstart en een wedstrijd voor het beste CV”, aldus Isabelle. “Zo werd de jobbeurs een totaal event”.

CONNECT ING 11
Yves Persoons © Filip Van Loock
NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN 12
Jorie Soltic, Programme Coordinator and Professor Davy Pissoort, Programme Director © Reiner Van Wonterghem

SMARTENING OPERATIONS AND MAINTENANCE PROCESSES

In September 2023, a new Advanced Master in Smart Operations and Maintenance in Industry will be launched on the Bruges and Kortrijk campuses. It is the result of collaboration between KU Leuven, Ghent University, industry, and the government. The programme aims to train specialists who can create added value in the manufacturing industry using the latest digital technologies.

On 16 March 2023, the Advanced Master was officially presented at KU Leuven - Bruges Campus in the presence of prominent figures from academia, government, and industry. The presence of numerous entrepreneurs was no coincidence. The programme came at the request of manufacturing companies that urgently need specialists to keep pace with the ever-accelerating digital transformation. The technologies involved include digital twins, internet of things, big data analysis and artificial intelligence.

Underlying the Advanced Master in Smart Operations and Maintenance in Industry is the eponymous postgraduate degree launched last year. The postgraduate has even been given a place in the Advanced Master. This combined offer makes it possible to spread the programme over two years, which is convenient for students who are already working. The blended learning method with virtual and hybrid classes from the postgraduate is extended to the new master. Indeed, the programme targets not only recent engineering graduates but also industry professionals who want to master the new technologies. Noteworthy in that context is the support by the ‘Postuniversitair Centrum’ of KU Leuven, which has over 40 years’ experience with the creation and organisation of lifelong learning programmes tailored to professionals who combine study and work.

Operational excellence

The fact that operations and maintenance are mentioned in the same name has everything to do with digital transformation. Information and data technologies play a crucial role in modern manufacturing and the associated operations and maintenance. Maintenance allows operational processes to run smoothly by ensuring that all equipment and infrastructure for production always function optimally. Operational excellence has become the goal of every company in Industry 4.0. That explains the high demand for experts who can optimise operational and maintenance processes by making them smarter.

Although the programme primarily focuses on digital technologies, it also pays attention to broadening competences such as operations management and innovation management. After all, implementing new technologies also requires good monitoring and professional management of the people involved in the processes. By making room for management, the Advanced Master anticipates the reality of cross-functional problems in the workplace and boosts the employability of graduates.

Another guarantee of employability is the close involvement of industry. Specialists from leading companies such as CNHi, Unilin, Siemens and Atlas Copco are member of the advisory board and

provide direct input through guest lectures, case studies, master's theses, and in-company projects.

Electives

The programme consists of three parts: a common trunk, an elective track and a concluding and integrating master's thesis. Core subjects in the common part are 'Digital Twin', 'Monitoring and Prognostics', 'Smart Factory Design' and the management subjects mentioned above. The three elective tracks correspond to the graduates' main job profiles in an industrial R&D team (the machine track), in a production engineering department (the factory track) and in production operations (the operations track), respectively.

In any case, the new Advanced Master means a major addition to the Bruges Campus and to the Faculty of Engineering Technology as a whole. It is also the culmination of the Mechanical Engineering and Mechatronics Centre West Flanders in which knowledge centres, companies and the government joined forces to make industry in the region future-proof.

Yves Persoons

 www.smart-OM.eu
CONNECT ING 13

CoMoveIT WINT SILVER HENRY VAN DE VELDE AWARD 2023

Kort na het behalen van de Technology & Innovation Award 2022 van de European Academy of Childhood Disability viel CoMoveIT opnieuw in de prijzen. Op 7 februari 2023 ontving de eerste spin-off van KU Leuven-Brugge de Silver Henry van de Velde Award 2023 in de categorie Consumer. De CoMoveIT Smart, het intelligente besturingssysteem voor elektrische rolstoelen, blijft verbazen.

Veel waardering voor dit slimme en ergonomische besturingssysteem dat de autonomie en levenskwaliteit van de rolwagengebruiker verhoogt”. De jury van de Henry van de Velde Awards was niet karig met zijn lof voor het product van de Brugse ondernemers. Zij vervoegen de selecte club van winnaars die door het slim inzetten van design en technologie een positieve impact hebben op de samenleving, het milieu en de economie. De Henry van de Velde Awards – ook wel de Oscars van het design genoemd –worden jaarlijks uitgereikt door Flanders DC, het Vlaamse design- en modecentrum dat aan ontwerpers en ondernemers een platform biedt om samen te werken en te innoveren. De CoMoveIT Smart behaalde zilver in de Consumer groep, een van de negen projectcategorieën. Tot april 2023 waren de bekroonde creaties te zien in de Henry van de Velde Expo in Bozar.

Sensoren en AI

CoMoveIT Smart stelt rolstoelgebruikers met complexe bewegingsstoornissen in staat om zich toch zelfstandig te bewegen. De klassieke joystick is vervangen door druksensoren in hoofd- en voetbesturingspads. Het systeem is eveneens uitgerust met artificiële intelligentie om ongecontroleerde bewegingen van de gebruiker op te vangen waardoor relaxed rijden mogelijk is.

Het besturingssysteem werd ontwikkeld door de professoren Elegast Monbaliu (Faculteit Revalidatiewetenschappen), Hans Hallez (Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen) en Jean-Marie Aerts (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen).

Hun onderzoek resulteerde in een hightech hoofd- en voetstuursysteem voor elektrische rolstoelen waarbij AI en klinische patroonanalyse gecombineerd werden.

De Brugse spin-off CoMoveIT maakte van het prototype een volwaardig en gecertificeerd product. Voyager en Comate van hun kant stonden in voor een aantrekkelijk design en het mechanische ontwerp. Midden 2022 kwam de CoMoveIT-rolstoel op de markt.

Innovatie

De Silver Henry van de Velde Award is een belangrijke opsteker voor de jonge spin-off. Het gaat immers niet alleen om een kwaliteitslabel voor het design en innovatieve karakter van het product maar ook om de erkenning van de sociale meerwaarde voor de gebruikers en de zorgverstrekkers.

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN 14 “

“Zowel de therapeuten als de zorginstellingen appreciëren de korte leercurve om tot een beduidend hogere zelfstandigheid van de rolstoelgebruiker te komen”, bevestigt Frederik Vervenne, CEO van CoMoveIT. “Bij uitdagingen zoals de hoge werkdruk en de wens naar meer inclusie in de samenleving kunnen we wel degelijk het verschil maken. De Award is dan ook een stimulans om verder te blijven inzetten op innovatie. Er kan niet genoeg gebruik gemaakt worden van nieuwe technologieën om mensen met een beperking bij te staan”.

Een bijkomende troef van de CoMoveIT Smart is dat het systeem op vrijwel alle

types en formaten van rolstoelen geïnstalleerd kan worden. Met de meeste producenten van rolstoelen in Europa zijn al compatibiliteitsakkoorden afgesloten.

Mobiliteit

De Award steekt ook een hart onder de riem van de mensen die met complexe bewegingsstoornissen kampen. “Deze groep is groter dan je wel denkt”, zegt Frederik Vervenne. “Eén op de 500 kinderen wordt geboren met een hersenverlamming of cerebrale parese. Ruim 30% van hen zal nooit in staat zijn om zelfstandig te stappen en is dus aangewezen op een rolstoel.

Concreet gaat het alleen al in België om 7000 tot 8000 mensen die voor hun verplaatsingen afhangen van externe hulp. Doorgaans zijn ze zelf nauwelijks of niet in staat om met een joystick hun rolstoel te besturen. Ons systeem geeft hen ondanks alle beperkingen een zo hoog mogelijke mate van mobiliteit. Deze bewegingsvrijheid draagt in grote mate bij tot het welbevinden en de algemene levenskwaliteit”.

 www.comoveit.com CONNECT ING 15
Yves Persoons
Prof. Elegast Monbaliu, Frederik Vervenne, Lieselot De Reyck, Michiel Van Der Bauwhede, Sotirios Gakopoulos © Tom Talloen

DUURZAAM BROUWEN IN TIJDEN VAN SCHAARSTE

“Moving science into practical solutions’, het motto van het Lab voor Enzym-, Fermentatie en Brouwerijtechnologie, was ook de rode draad doorheen het 15de Internationaal mout- en brouwsymposium ‘Trends in Brewing’ aan KU Leuven-Gent. Van 2 tot 6 april 2023 zochten ruim 330 wetenschappers, technologen, onderzoekers en ondernemers naar duurzame oplossingen voor de bierindustrie in tijden van schaarste. Onder impuls van Gert De Rouck maakte de groep Levensmiddelen- en Microbiële Technologie van het symposium een hoogmis van de Belgische biercultuur.

In bierland België neemt de pilootbrouwerij van het Lab of Enzyme, Fermentation and Brewing Technology (EFBT) van KU Leuven-Gent een bijzondere plaats in. Zij is al meer dan een eeuw een centrum van innoverend onderzoek, opleiding en dienstverlening voor de brouwerijsector. Gert De Rouck was er als student industrieel ingenieur aan de toenmalige KAHO SintLieven al kind aan huis. In 2000 komt hij er verrijkt met industriële ervaring terug. Na het behalen van een doctoraat in 2013 transformeert hij onder leiding van de professoren Guido Aerts en Luc De Cooman de plaats tot een modern onderzoekscentrum met een internationale uitstraling. De nieuwe pilootbrouwerij en mouterij zijn inmiddels een onderdeel van het Leuven Institute for Beer Research en behoort tot de paradepaardjes van de campus in Gent.

Tweejaarlijks

Professor Aerts was er al in geslaagd om van de tweejaarlijkse bijeenkomst ‘Trends en Brewing’ een internationaal evenement te maken met de Technische Universität Berlin, University of Nottingham, Oregon State University, UGent en het Brewery Research Centre van de University of Perugia als partner. Als huidig voorzitter van de European Brewing Science Group zet Gert deze traditie verder. Hijzelf spreekt over een “tweejaarlijkse reünie van specialisten in mout en brouwen. Het doel van onze biënnale bestaat erin om nieuwe ontwikkelingen te delen die concrete oplossingen bieden voor problemen die zich voordien in de sector”.

Het thema van de 15de editie was de overal om zich heen grijpende schaarste. “De pandemie, de oorlog in Oekraïne en de oplopende geopolitieke spanningen maken dat de brouwerijen kampen met een aanhoudende schaarste aan grondstoffen en allerhande nuts- en proceshulpmiddelen”, zegt Gert. “Voeg daarbij de hoge energiekosten en de inflatie en je begrijpt dat het almaar moeilijker wordt om kwaliteit te blijven leveren aan betaalbare prijzen. Het is dan ook een grote uitdaging voor de wetenschappers en technologen om hiervoor oplossingen te vinden”.

Programma

In meer dan 30 lezingen en ruim 60 peer reviewed posterpresentaties gecombineerd met een permanente kennis- en ervaringsbeurs kwamen onderwerpen aan bod zoals de veredeling van het brouwen, hop, alternatieve extractbronnen en opkomende graansoorten, nuttige micro-organismen in mouten gistingstechnologie, niet- en laag alcoholische bieren, innovatieve processen bij het mouten, brouwen en verpakken, energiebesparing en de valorisatie van bijproducten.

Een welgekomen afwisseling tijdens het drukke programma was een bedrijfsbezoek. De deelnemers konden kiezen uit zes mogelijkheden: vier lokale brouwerijen met elk en eigen karakter en typische producten, een moutbedrijf of een producent van industriële pompen die in de bierindustrie worden gebruikt.

Biercultuur

Het symposium in Gent deed zijn naam alle eer aan. Het woord alleen al betekent letterlijk ‘samen drinken’. In het oude Griekenland was een ‘symposium’ of ‘symposion’ een bijeenkomst – niet zelden een feest – waar uitgebreid gediscussieerd maar ook getafeld én gedronken werd. Plato en Xenophon beschreven beiden een ‘Symposion’ met de filosoof Socrates als gastspreker. In de Nederlandse vertaling van beide werken is sprake van ‘drinkgelag’.

Zulke vormen heeft het event in Gent uiteraard niet aangenomen dat het tijdens een symposium over brouwen niet bier kan ontbreken ligt eveneens voor de hand. “Elke dag organiseerden we degustatiemomenten”, bevestigt Gert. “Daarbij waren er telkens vier bieren te proeven van eigen makelij en zes andere uit het commerciële circuit. De vijfdaagse kreeg er zo een dimensie bij: een introductie of verdieping in de rijke Belgische biercultuur. Dat waren ook de momenten bij uitstek om te netwerken en zelfs zaken te doen. Ook dat rekenen we tot ‘moving science into practical solutions’”.

Yves Persoons

16
NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN
CONNECT ING 17
Gert De Rouck © Yasmina Besseghir

LEREN VAN BELEVINGEN

Met de programmahervorming die de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in 2020 lanceerde, werd op de campussen een alternatieve werk- en leervorm geïntroduceerd: de Ingenieursbeleving (IB). Tijdens het tweede semester gingen de ontwikkelaars en coördinatoren bij elkaar op bezoek om ervaringen uit te wisselen. Christel Willemaerts vertelt over hun ‘Ronde van Vlaanderen’.

De idee broedde al een tijdje in de Permanente Onderwijscommissie van de Polyvalente Ingenieursvorming”, aldus Christel. “Tijdens onze bijeenkomsten wordt er uiteraard gerapporteerd over de aanpak en het verloop van de vernieuwingen, maar uiteindelijk gaat er niets boven een bezoek ter plaatse om te zien en mee te beleven wat de studenten ervan gemaakt hebben. Het voorbije semester was het eindelijk zover. Met een vijftiental collega’s trokken we naar de campussen in Gent, SintKatelijne-Waver, Leuven en Brugge”.

Waarde

Even recapituleren. De programmahervorming die inmiddels al drie jaar aan de gang is, leverde een aantal belangrijke vernieuwingen op zoals het gemeenschappelijke eerste bachelorjaar, de versterking van de polyvalente ingenieursvorming, de integratie van de professionele competenties en een nieuwe werkvorm waarin naast het klassieke kennen en kunnen ook het beleven een plaats krijgt. “De idee komt uit het standaardwerk over de ‘Experience Economy’ van Joseph Pine en James Gilmore”, legt Christel uit. “Het komt erop neer dat niet alleen meer het product of dienst op zich centraal staan maar ook de ermee geassocieerde beleving. Meer nog, een product ontleent zijn waarde niet enkel meer aan zijn intrinsieke kwaliteit maar ook aan de emoties die het oproept of creëert. In tegenstelling tot klassiek projectwerk, zorgt een beleving voor een ‘totaalervaring’ wat een grotere herinneringswaarde en een groter leereffect oplevert.

Een beleving kun je op tal van manieren creëren. Door de aard of aantrekkelijkheid van de opdracht natuurlijk, maar ook door de uitdaging, het competitie-element, de beloning of -gewoon- de fun. Dit waren aspecten waarvoor in de ‘traditionele ingenieursprogramma’s weinig of geen aandacht was. Met als gevolg dat vele jongeren nog altijd denken dat de ingenieursstudie oersaai is”.

Verschillen

“Drie jaar na de lancering staat het concept van de IB nog altijd overeind”, meent Christel. “Het gaat om een authentieke opdracht die de studenten uitdaagt om hun kennis en vaardigheden elders verworven in de opleiding te integreren: zowel de wetenschappelijke, technische als de professionele competenties, maar ook de eigen talenten. Naarmate de opleiding vordert neemt de complexiteit en de mate van zelfstandigheid toe zodat de IB een echte voorafspiegeling is van de latere beroepspraktijk”.

In het eerste bachelorjaar bestaat de IB uit vier onderwijsleeractiviteiten: ruimtelijk inzicht en CAD, een geïntegreerd lab, seminaries over professionele competenties en uiteraard de realisatie van de opdracht zelf. “De doelstellingen en de onderwijsleeractiviteiten van IB1 mogen dan wel identiek zijn, de invulling en de vertaling ervan in opdrachten op de campussen verschillen”, stelde Christel vast.

“Dat ligt ook voor de hand. De infrastructuur, de faciliteiten, de samenstelling van het docentencorps en het aantal

studenten laten gewoon niet toe dat overal een en dezelfde opdracht uitgevoerd kan worden. En dat is maar goed ook. Op die manier kan elke campus zijn eigen accenten leggen en is er overal wat anders te beleven”.

Thema

Zoals in de echte Ronde van Vlaanderen het parcours gevarieerd is, zo kregen de docenten tijdens hun bezoeken op de campussen telkens andere uitwerkingen en resultaten van IB1 te zien.

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER 18 “

“Een dankbaar thema blijkt ‘bouwen’ te zijn”, zegt Christel. “In Gent was ‘duurzaam bouwen’ het centrale thema, op Campus De Nayer bouwden de studenten aan de serre van de toekomst en in Leuven bouwden 56 teams een Rube Goldbergmachine, d.i. een ingenieus apparaat dat een kettingreactie op gang brengt”.

Een bijzonder aandachtspunt tijdens elk bezoek was de evaluatie. “In principe wordt een IB permanent geëvalueerd aan de hand van diverse elementen zoals

een presentatie, een verslag, peer assessment, procesevaluatie, vaardigheidstesten, beoordeling van het eindproduct, enz. Tijdens onze bezoeken zagen we duidelijke accentverschillen. In Gent bijvoorbeeld wordt sterk ingezet op schriftelijke rapportering, in Leuven op het finale showmoment. Op Campus De Nayer konden de studenten dan weer een bonus verdienen wanneer ze interdisciplinair samenwerkten, enz. Voor elke insteek valt iets te zeggen en uit elke aanpak valt iets te leren”.

Dat brengt Christel tot de conclusie van de excursie naar de campussen: “We zagen veel enthousiasme en dynamiek bij zowel de studenten als hun coaches en instructeurs. We zagen ook veel creativiteit en een grote diversiteit in de aanpak en de realisaties. In de IB’s manifesteert zich de eenheid in verscheidenheid waar de faculteit voor staat op z’n best”.

CONNECT ING 19
Yves Persoons Stef Pillaert, Stijn De Jonge, Kurt Coppens, Tobi Roelens, Niels Huylebroeck, Barbara Jaskula-Goiris, Micheline Bekaert, prof. Greet Langie, Dennie Jansen, Maurice Imholz, Christel Willemaerts, Bart Van Riet © Julie Feyaerts
STUDENT IN DE KIJKER 20
Kevin Houben, Jérémy Hendrickx, Benny Claes © Dries De Krom

GEËNGAGEERD INGENIEURSWERK IN DIEPENBEEK

“Een mooi voorbeeld hoe onderzoek en innovatieve technologieën samen een antwoord kunnen bieden op concrete industriële en maatschappelijke noden”. Prof. Karel Kellens, promotor van de masterproef van Jérémy Hendrickx en Kevin Houben op Campus

Diepenbeek, steekt zijn lof niet onder stoelen of banken. De inclusieve assemblagecel die het duo bouwde voor de maatwerkers bij Bewel in Hasselt is dan ook een knap staaltje van geëngageerde engineering.

In Limburg is Bewel een begrip. “Met 2200 medewerkers verspreid over negen vestigingen is ons maatwerkbedrijf een van de grootste werkgevers in de provincie”, zegt Benny Claes, Innovation & Technology Engineer. “We werken overigens niet alleen in de eigen sites, maar doen dat ook in enclaves, dat is bij de klanten ten huize”. De klanten variëren van middelgrote bedrijven tot multinationals, actief in de industriële sectoren.

“De mensen die wij tewerkstellen zijn personen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt”, vervolgt Benny. “Ze hebben m.a.w. een vorm van arbeidsbeperking die wij willen overbruggen door hun een job op maat te geven en hen aan te moedigen zich te blijven ontwikkelen. We zijn er namelijk van overtuigd dat iedereen een toegevoegde waarde kan betekenen voor de economie en de samenleving. Onze maatwerkers compenseren dan ook een niet onaanzienlijk gedeelte van de schaarste op het arbeidsmarkt van vandaag”.

Complementair

Zoals elk bedrijf is ook Bewel continu op zoek naar de verbetering van de processen en de service. “Met behulp van nieuwe technologieën willen we onze maatwerkers in staat stellen om complexere taken uit te voeren”, aldus Benny. “Tegelijk willen we nieuwe methodes introduceren om de medewerkers op te leiden. Daarvoor werken we vaak samen met prof. Kellens van KU Leuven Campus Diepenbeek. Een van onze gesprekken resulteerde in een oproep

voor een masterproef over de ontwikkeling van een assemblagecel voor de opleiding en opvolging van onze maatwerkers”.

Jérémy en Kevin hapten meteen toe. Beiden kennen elkaar al lang. Ze genoten dezelfde vooropleiding Professionele Bachelor in Energietechnologie en zijn bovendien perfect complementair. Kevin is het technisch brein van het duo, bij Jérémy primeert het sociale aspect. De uitdaging bij Bewel was hen op het lijf geschreven.

Optimaliseren

“Onze opdracht bestond erin om de productielijn van een rolgordijnmechanisme te optimaliseren”, vertelt Jérémy. “Dit mechanisme bestaat uit zestien onderdelen waarbij elke maatwerker één specifieke assemblagetaak uitvoert in een doorschuifsysteem. Deze manier van werken is niet alleen monotoon, ze is ook omslachtig en duur wanneer er aanpassingen aan de productielijn moeten gebeuren. Bijgevolg wil Bewel overstappen naar één werkcel waarin de maatwerker zelfstandig alle taken kan uitvoeren”.

De oplossing die het duo bedacht, bestaat uit een ergonomische werktafel uitgerust met een Human Interface Mate (HIM) en een collaboratieve robot. “De HIM is een apparaat ontwikkeld door Arkite dat operatoren assisteert bij assemblageprocessen door middel van lichtprojecties”, legt Kevin uit. “De maatwerker voert de assemblage uit op mallen die speciaal ontworpen zijn voor dit doel.

De bakjeshouder is eveneens een uniek ontwerp voor een optimale ergonomische efficiëntie. De cobot helpt de maatwerker tijdens de assemblage door onderdelen aan te reiken of sommige stappen zelfstandig uit te voeren”.

Prestatie

Jérémy en Kevin slaagden erin om de HIM zodanig te programmeren dat de detectie van alle onderdelen en handelingen feilloos verloopt. Minstens even belangrijk is dat de nieuwe toepassing positief werd onthaald door de maatwerkers. “Uit de validiteitstest is duidelijk gebleken dat zonder HIM de complexer geworden assemblage niet behoorlijk zou verlopen”, bevestigt Jérémy. “Sterker, de leercurves tonen een merkbare verbetering van de prestaties. Bovendien vonden de maatwerkers het samenwerken met een cobot geen echt probleem”.

Bij Bewel is men opgetogen over de masterproef van het duo. “We weten nu dat HIM in combinatie met een robot het mogelijk maakt om meer maatwerkers op te leiden en met succes tewerk te stellen”, aldus Benny. “Bovendien worden er betere resultaten geboekt en groeit het zelfvertrouwen”. Inmiddels heeft de nieuwe werkcel al een plaats gekregen in het opleidingstraject van de maatwerkers. De integratie in de productie is nog slechts een kwestie van tijd”.

CONNECT ING 21

DUURZAAM IN DE KLEREN MET AMODAMO

De kleren maken de man, zegt het spreekwoord. De productie van al dat moois is echter erg vervuilend en gebeurt niet zelden in erbarmelijke werkomstandigheden. Met hun fashion tech start-up willen Ulysse Maes, Martijn Van Dooren en Jan van Baarle kleding en mode op een duurzaam en ethisch verantwoord spoor zetten. Het postgraduaat Tech Innovations in Ventures and Teams biedt het ondernemende trio ondersteuning en coaching om zijn missie waar te maken.

Een duurzame outfit betekent al gauw een mindere uitstoot van 56 kg CO2. Een paar duurzame jeans bespaart ruim 7000 liter water. Je vraagt je af waarom milieubewuste consumenten niet massaal overstappen naar duurzame alternatieven. Het prijsverschil speelt zonder twijfel een rol maar volgens Ulysse is er meer aan de hand. “Greenwashing is wijd verspreid in de sector. Veel kledingproducenten meten zich een groen kleedje aan, maar veranderen ten gronde weinig aan hun productie. Met Amodamo bieden we een online service aan waar enkel kledingstukken van gecertificeerde producenten in de aanbieding liggen. De klanten kunnen kiezen uit drie webshops voor resp. mannen, vrouwen en unisex”.

Kick Challenge

Ulysse en Jan studeerden vorig academiejaar af als handelsingenieur aan de KU Leuven. Martijn is burgerlijk ingenieur Computerwetenschappen. Ulysse, Martijn en Jan kennen elkaar al van op de middelbare school in Lier. Als Erasmusstudent trok Ulysse naar Antibes. Op de business school kwam hij in contact met

een lokale Sustainable Design School. Daar ontkiemden de ideeën die zouden leiden tot de start-up die in januari 2023 werd opgericht.

Met ‘Wearabout’ – de voorganger van Amodamo – namen Ulysse en Martijn in 2022 deel aan de Kick Challenge van de KU Leuven. Ze sleepten twee van de drie hoofdprijzen in de wacht met als toemaatje een forse aanmoediging van de wedstrijdjury om met hun business idee verder te gaan. “De Kick Awards waren inderdaad een stevige opsteker voor een geboren ondernemer als Martijn en een gepassioneerde webdeveloper als ik”, bevestigt Ulysse. “Al waren we realistisch genoeg om te beseffen dat we inzake financiën, marketing en juridische kwesties nog veel te leren hadden. Daarom schreven we ons in voor het postgraduaat TechInvenT”.

Bij TechInVenT sluit Jan zich bij het trio aan. Zoals Ulysse en Martijn heeft hij ook een aparte visie op zijn carrièrepad. “Een klassieke job als consultant of financieel analist in een groot bedrijf is niet aan mij besteed. Een functie met een reële

maatschappelijke impact spreekt mij veel meer aan”, aldus Jan.

“Voor ons beiden kwam Jan als geroepen”, vervolgt Martijn. “Hij heeft beduidend meer voeling met marketing dan wij. Waar wij in eerste instantie vanuit de technologie dachten, leerde hij ons kijken vanuit het standpunt van de klanten. Onze klanten zijn niet alleen de mensen die groene kledij kopen maar ook de producenten en leveranciers die hun waren op ons platform aanbieden. Wij moeten erop kunnen vertrouwen dat hun kledingstukken effectief duurzaam en ethisch verantwoord geproduceerd zijn”.

22 STUDENT IN DE KIJKER
Ulysse Maes, Martijn Van Dooren, Jan van Baarle © Julie Feyaerts

Code

“Ons business model is gebaseerd op ‘affiliate commission’”, legt Jan uit. “Dat betekent dat we een vergoeding ontvangen voor elk product dat op ons platform verkocht wordt. Zoals gezegd, betrekken we onze spullen enkel van betrouwbare merken. Bovendien gebruiken we ratings van onafhankelijke derde partijen als Good on You. Deze organisatie beoordeelt meer dan 500 datapunten en kent een duurzaamheidscode toe op een vijfpuntenschaal. Ons aanbod bevat enkel producten die 4 of 5 scoren. Wie dus via ons platform koopt, kan op beide oren slapen. Het kledingstuk

beantwoordt aan de hoogste duurzame en ethische voorwaarden”.

In januari 2023 ging het nieuwe platform online. De IT-geïnspireerde naam ‘Wearabout’ maakte plaats voor het meer modieuze Amodamo, dat spontaan associaties oproept met Italiaanse klasse en raffinement. Vanuit SEO-oogpunt levert het ook gunstigere ratings op bij zoekmachines als Google. “We hebben bewust niet gewacht tot het einde van het postgraduaat om te starten”, zegt Martijn. “Een webapplicatie als de onze is en blijft ‘work in progress’. Daar komt nog bij dat de markt snel evolueert.

De consumenten opteren almaar meer voor duurzame producten. Ook het aantal duurzame modemerken groeit, al blijft hun impact nog beperkt omdat ze weggedrukt worden door de grote labels. De EU werkt aan de invoering van een digitaal productpaspoort dat informatie bevat over de productiewijze en de ecologische afdruk. Je zou kunnen zeggen dat onze start-up anticipeert op deze evolutie”.

Yves Persoons

23 CONNECT ING
 www.amodamo.com

DE DRIEPUNTER VAN HELEEN

Dribbelen, sprinten, afzetten, pivoteren, afblokken, dunken, … voor Heleen Nauwelaers is het kinderspel. Ze speelt dan ook al jaren basketbal op het hoogste niveau en slaagt er wonderwel in topsport en studie te combineren: eerst in de Bio-ingenieurswetenschappen, dit jaar in de Advanced Master in Innovative Health Technology op Campus Groep T. Een portret.

Heleen is een ‘shooting guard’. Dat is één van de vijf standaardposities in het basketbal. Zowel aanvallend als verdedigend speelt de ‘shooting guard’ een cruciale rol in een wedstrijd. Hij/zij is vooral bedreven in het scoren van op afstand. Geen wonder dat de ‘shooting guards’ vaak verrassend uit de hoek kunnen komen.

Toen ze nog veel kleiner was in gestalte en in jaren, speelde Heleen al basketbal. “Ik ben letterlijk en figuurlijk in de sport gerold”, lacht ze. “Eerst puur voor de fun, daarna in teamverband in de jeugdclub”. Op haar zestiende speelt Heleen al bij de Mechelse Kangoeroes in de eerste klasse van de Belgische competitie. In 2016 wordt het jonge talent geselecteerd voor de nationale damesploeg en krijgt een plaats bij de vaste kern van de Belgian Cats.

Internationaal

In 2017 vertrekt Heleen naar het buitenland. Eerst tekent ze een contract bij het Franse USO Mondeville. Een jaar later stapt ze over naar het Spaanse Embutidos Pajatiel Bembibre. Twee seizoenen verder verhuist ze naar het ambitieuze Clarinos de la Lagune de Lagune op Tenerife dat op dat moment in de Spaanse eerste klasse speelt. Heleens Spaans avontuur eindigt in 2021 bij de Manuela Fundacion in Granada. Daar onderscheidt ze zich met gemiddeld 10.8 punten, 4.4 rebounds en 2.1 assists per wedstrijd, maar dat volstaat helaas niet om met de ploeg door te stoten naar de eerste klasse. Na vijf seizoenen in het buitenland keert Heleen terug naar de blauw-witte Kangoeroes en de Belgische competitie.

Olympisch

Kort na haar thuiskomst – in februari 2023 – kondigt Heleen haar afscheid aan bij de Belgian Cats. “Het was een moeilijke beslissing maar ik ondervond dat het me almaar meer energie kostte om de internationale competitie er nog bij te nemen. Dan eindig je beter in schoonheid”, aldus Heleen.

Tijdens de zeven jaar bij de Cats maakte Heleen alle campagnes mee van de nationale ploeg sinds het glansrijke Europese kampioenschap van 2017. De kwalificatie voor dat EK beschouwt ze nog altijd als een van de hoogtepunten van haar carrière. “Voor het eerst in tien jaar speelden de Belgen Europees weer mee en behaalden ook nog eens een bronzen medaille”, vertelt Heleen trots.

Aan de Olympische Spelen van 2021 in Tokio houdt ze veeleer gemengde gevoelens over. “Uiteraard zijn de Spelen de ultieme droom van elke sportman en sportvrouw. Helaas gooiden de superstrenge COVID-restricties ter plaatse wel wat roet in het eten. De afknapper was echter het nipte verlies van Japan in de kwartfinale. Dat ene puntje te weinig had een wereld van verschil kunnen maken. Aan het WK in 2018 waar we net naast een medaille grepen, houd ik dan wel een goed gevoel over”.

Ondanks een paar tegenvallers blikt Heleen tevreden terug op haar avontuur als Belgian Cat. “Ik speelde mee in vier Europese en twee Wereldkampioenschappen, nam deel aan de Olympische Spelen en bracht twee bronzen medailles mee naar huis. Bovendien heb ik het nationale team zien uitgroeien tot een wereldspeler die alom geprezen wordt om zijn mooi en onbaatzuchtig basketbal”.

Flexibiliteit

Ook al is Heleen geen international meer, toch blijft de combinatie van topsport in een eersteklasser en een fulltime masterna-master niet evident. “Gelukkig is er tijdens het tweede semester meer flexibiliteit omdat we dan slechts sporadisch op de campus moeten zijn. Alle aandacht gaat dan naar de stage en de masterproef”.

Heleen loopt stage bij Cochlear in Mechelen, een hightech bedrijf gespecialiseerd in gehoorimplantaten. Ze ontwikkelt en test er nieuwe toepassingen in het kader van haar masterproef. “Ondanks de soepelheid van het stagebedrijf zal ik een extra semester nodig hebben om de opleiding af te maken waardoor ik pas in januari 2024 zal afstuderen”, zegt Heleen.

De Advanced Master in Innovative Health Technology vindt Heleen een welgekomen aanvulling bij haar sportieve carrière. “Sport en gezondheid zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Wat mij in het programma vooral aanspreekt is de technologische insteek. In de gezondheidszorg is technologie aan een razendsnelle opmars bezig. Door de multidisciplinaire aanpak, de samenwerking met gespecialiseerde bedrijven en onderzoekscentra en de grote maatschappelijke relevantie scoort de opleiding ook met gemak een driepunter”, besluit Heleen.

STUDENT IN DE KIJKER 24
CONNECT ING 25
Heleen Nauwelaers © Cédric Walrop
STUDENT IN DE KIJKER 26
Thant Maung © Julie Feyaerts

THANT MAUNG DISCOVERS THE METAVERSE AND WINS

KU Leuven's Learning Garage 2023 was all about the metaverse. The participants’ task was to develop a business case in team about 'the internet of the future' and convince a jury of its economic added value. Thant Maung and his two teammates invented an application that immerses users in the consequences of climate change if consumption behaviour does not change dramatically.

Thant is a master's student in Electronics & ICT Engineering Technology at Group T Campus. His country of origin is Myanmar, where he first studied Medicine for a year at the University of Medicine in Yangon. In 2019, he arrived in Leuven. Two years later, he already spent a semester as an Erasmus student at the Politecnico di Torino (Italy), a matter of broadening his international horizons even further. At Group T Campus, he has been making himself useful to his fellow students as a student assistant in the Electronics Lab.

As an ambitious student, Thant wants to get the most out of his studies, that much is clear. No wonder he enrolled in the Learning Garage, an extracurricular and interdisciplinary programme of KU Leuven KICK, Cronos Leuven, and the Agoria Learning Centre, in autumn 2022.

Hype

“The choice of theme was a hit,” Thant believes. “Since Mark Zuckerberg renamed his company Meta, the metaverse has become a real hype. According to supporters of the first hour, the metaverse will allow us to interact and connect with others from any location and at any time. Through avatars and VR glasses, we will be able to slip into the skin of our digital persona and function as an inhabitant of a virtual 3D world. The physical and online worlds will merge”.

As an electronics student, naturally Thant is also fascinated by the technology behind the metaverse. “That builds on various technologies that have emerged over the past few years. Besides the internet, you have augmented and virtual reality, distributed ledger technology and Web3, the next version of the internet but three-dimensional, live and shared.”

Sessions

The Learning Garage consists of four sessions and concludes with a final at which participants unpack their business plan.

“As the Learning Garage aims at a broad student audience, the programme started with an Inspiration Event provided by experts and professional users of the metaverse,” Thant explains. “The first workshop involved brainstorming about what you can do in the metaverse. To this end, you were divided into small teams of students from different fields. For example, my team consisted of an economist and an astrophysicist. After intense discussions, we agreed on a theme: climate change and its consequences. How can we use the metaverse to convince the public to change their consumption behaviour?”

Concept

The second session consisted of a Business Model Canvas workshop and an On-the-cover exercise. “We learned how to turn an original idea into a realistic business case. There was also a focus on graphic design,” Thant says.

“Based on this input, we produced the following concept: in the metaverse we point out the impact of meat consumption and the use of respective fossil fuels, energy, and plastics on the following indicators: CO2 emissions, sea level, global temperature, biodiversity and quality of life in general. Suppose Belgians eat 50% less meat, what would be the impact on each of the parameters mentioned? The application we have in mind is data driven. It uses the latest scientific insights and figures.”

The next step was to turn this idea into a business case. “That was the subject of the third session,” Thant continued. “We were also given the necessary tips and tricks to make a powerful pitch of our case with a view to the finals.”

Product

The business case may have succeeded and been rewarded with the first prize, still there is a long way to go before the application will be seen in the metaverse. “You have to take into account an investment of 60,000 euros to translate the concept into an attractive product,” Thant estimates. “That is a considerable amount but if in this way you make consumption behaviour more sustainable, the investment is quickly recouped. The costs generated by climate change are a multiple of this”. Thant is not only proud of his victory, but he is also very elated about what the Learning Garage has taught him. “It was an excellent exercise in social and communication skills. I was the only engineer in a multidisciplinary team to develop a business case on a super topical issue using a technology that will soon dramatically change the way we live and work together.”

Yves Persoons

 www.lrd.kuleuven.be

CONNECT ING 27

FORMULA ELECTRIC BELGIUM LANCEERT APOLLO

Na een briljante overwinning in de Formula Student Online Competition in november 2022 is het Formula Electric Belgium team klaar voor het grote werk op de Europese racecircuits deze zomer. Op 2 mei vond in Autoworld Brussels de voorstelling plaats van de Apollo, de jongste telg in een stilaan indrukwekkend scala van zelfgebouwde elektrische racewagens.

Formula Student is veruit de grootste en meest gereputeerde competitie voor jong ingenieurstalent in Europa”, zegt teamleider Rob Vandecruys. “Aan elke universiteit die zich respecteert, is wel een studententeam bezig met het ontwerpen en bouwen van een innovatieve racewagen. De Apollo is de negende elektrische auto die we bouwen samen met studenten van de Thomas More Hogeschool. We zijn dus niet aan ons proefstuk in de categorie van de elektrische race cars met piloot”.

Dynamisch

De Formula Student Competition is geen eenmalig event. Het is een verzamelnaam van een reeks wedstrijden die elke zomer in Europa worden georganiseerd. “Doorgaans nemen we aan een drietal wedstrijden deel”, vervolgt Rob. “Vorig jaar trokken we naar Nederland, Hongarije en Kroatië. Elke wedstrijd bestaat uit dynamische en statische beoordelingsmomenten, ook wel ‘events’ genoemd.”

STUDENT IN DE KIJKER 28

“Tot de dynamische groep behoren proeven die verband houden met acceleratie, uithouding, efficiëntie en snelheid. In de statische onderdelen worden het kostenplaatje, de design van de auto en een business presentatie van het team beoordeeld. Zodoende worden niet alleen de technische competenties van het team op de proef gesteld maar ook vaardigheden op het vlak van projectmanagement, financieel management, teamwerk, enz. In tegenstelling tot de klassieke wedstrijden gaat het in Formula Student niet enkel om snelheid of prestaties op het circuit. Het winnend team moet een ‘global winner’ zijn”.

Performant

Met de Titan, de elektrische wagen van 2022, zette Formula Electric Belgium knappe prestaties neer in Hongarije (gedeelde vijfde plaats in de uithoudingsproef) en Kroatië (tweede plaats in energie-efficiëntie).

“Met de Apollo trekken we naar dezelfde bestemmingen met de bedoeling opnieuw prijzen te pakken en op zijn minst een paar podiumplaatsen te halen”, aldus Rob. “We hebben de voorbije maanden alle zeilen bijgezet om de Apollo op verschillende punten performanter te maken dan zijn voorganger”.

Rob verwijst in dat verband naar de herintroductie van een semi-actief ophangingssysteem. “Dat laat de wagen toe de demperwaarde te variëren tijdens het rijden waardoor er hoge snelheden gehaald kunnen worden. Verder hebben we de Apollo uitgerust met een 100% duurzame achtervleugel gemaakt uit glasvezel ter vervanging van de traditionele koolstofvezel. Deze ingreep reduceert onze CO2 voetafdruk met 60%. Daarnaast maken we ook gebruik van honingraat materialen vervaardigd van gerecycleerde plastic flessen. We zetten dus niet alleen in om hernieuwbare energie maar ook op duurzame materialen”.

Zelfrijdend

Eind juli vorig jaar pakte Formula Electric Belgium uit met de Super Nova, de eerste Belgische autonome elektrische racewagen, uitgerust met slimme sensoren een sterke computer en een Light Detection & Ranging camera die de omgeving virtueel in kaart brengt.

“De Super Nova was een prototype bedoeld om verder mee te experimenteren”, legt Rob uit. “Eigenlijk ging het om een geüpgradede versie van een ouder racemodel uit onze collectie. Het voorbije jaar hebben we ook de Titan onder handen genomen en omgebouwd tot een zelfrijdend exemplaar met als doel het optimaliseren van de race line. De Titan heeft in 2022 bewezen een betrouwbare wagen te zijn. Hopelijk kan hij ook zelfrijdend zijn reputatie gestand doen al zal dat vooralsnog niet op de Europese racecircuits zijn. Daarvoor geven we onszelf nog een jaar de tijd”.

 www.formulaelectric.be

IN CIJFERS APOLLO TITAN*

• Gewicht: 205 kg 220 kg

• Topsnelheid: 143 km/h 143 km/h (nu beperkt tot 40 km/h)

• Max vermogen: 140 kW 140 kw

• 0-100 km/h: >3 sec.

• Max torque: 1440 Nm 1440 Nm

• #Cells: 288 288

Lithium polymer pouches

• Voltage: 600 V 600 V

• Battery life: 6 kWh 6 kWh

• Downforce@80 km/h: 839 N 650 N

• Downforce@140 km/h: 2700 N 2000N

* Zelfrijdend

CONNECT ING 29
“In tegenstelling tot de klassieke wedstrijden gaat het in Formula Student niet enkel om snelheid of prestaties op het circuit. Het winnend team moet een ‘global winner’ zijn.”
Rob Vandecruys, teamleider

ANN VAN GYSEL: ER ZIJN DUBBEL ZOVEEL INGENIEURS BOUWKUNDE NODIG

“Als bouwkundig ingenieur kun je écht het verschil maken en letterlijk meebouwen aan een fossielvrije, duurzame en veilige toekomst”, aldus prof. Ann Van Gysel, programmadirecteur Bouwkunde aan de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen, tijdens de persconferentie naar aanleiding van de Open Wervendag op 7 mei 2023. Embuild Vlaanderen en de Vlaamse universiteiten riepen van op de site van Depot Rato in Mechelen de jongeren op om te kiezen voor een ingenieurscarrière in de bouw.

30
DOCENT IN DE KIJKER
Geert Lombaert (KU Leuven - FIRW), Tine Tysmans (VUB – FIRW), Marc Dillen (Embuild), Amaryllis Audenaert (UA-FIIW), Bram Vandoren (UHasselt-FIIW), Ann Van Gysel (KU Leuven FIIW) © Studio Dann

Het personeelstekort in de bouwsector is ronduit zorgwekkend”, zegt prof. Van Gysel. “Van mei 2022 tot april 2023 waren er in de bouw in Vlaanderen en Brussel meer dan 25.000 vacatures, een record. Daarvan geraakt 1 op de 3 niet ingevuld. Door het vertrek van de babyboomers en het ontstaan van nieuwe bouwberoepen, zal de vraag enkel toenemen. Een en ander betekent dat de noodzakelijke energierenovaties, het duurzaam (her)gebruik van materialen en de uitdaging om future-proof te bouwen in het gedrang dreigen te komen. Dat is geen goed nieuws voor de Vlaamse klimaatambities”.

Transitie

De site van Depot Rato was een van de 100 werven die op 7 mei waren opengesteld voor het publiek. “Dat we net daar onze oproep lanceerden, was uiteraard geen toeval”, vervolgt prof. Van Gysel. “Op deze locatie langs de Leuvensesteenweg in Mechelen worden de voormalige fabrieksgebouwen van Rateau omgebouwd tot een gloednieuwe opslagplaats voor cultureel erfgoed. Waar ooit ventilatoren, pompen en turbines werden geproduceerd, zullen binnenkort meer dan 24.000 kunstwerken en waardevolle objecten die nu verspreid zijn in de regio veilig en in perfecte klimatologische omstandigheden worden bewaard. Op het fabrieksterrein verrijst ook een nieuwe woonwijk als voorbeeld van stadsvernieuwing. De site staat model voor duurzame renovatie en de ingrijpende veranderingen in de sector. Tegelijk doorprikt ze op tal van punten de stereotiepe beeldvorming over bouwen en bouwkunde in het bijzonder”.

Studiekeuze

Embuild Vlaanderen, de vroegere Confederatie Bouw, vertegenwoordigt meer dan 10.000 bouwbedrijven, van de grote spelers en de KMO’s tot de zelfstandige aannemers. Allemaal hebben ze het moeilijk om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden.

“Het probleem begint al bij de studiekeuze van de jongeren”, aldus prof. Van Gysel. “De interesse voor technische richtingen is dalend en deze trend zet zich door in het hoger onderwijs. Daarom moeten we elke kans aangrijpen om de opleidingen Bouwkunde in de kijker te zetten. Initiatieven zoals de Open Wervendag kunnen we alleen maar toejuichen”.

Tijdens de persconferentie hield prof. Van Gysel alvast een sterk pleidooi. “Ons belangrijkste doel bestaat erin om vindingrijke ingenieurs -burgerlijk en industrieel- op te leiden die in staat zijn om complexe problemen op te lossen en op die manier bij te dragen tot een duurzame samenleving en wereld. We bieden in Vlaanderen hoogwaardige programma’s aan met een stevige technische basis en oog voor recente ontwikkelingen. Professoren integreren hun onderzoek in het onderwijs. Studenten kunnen hun kennis en kunde ten volle ontplooien terwijl ze worden uitgedaagd om creatief te denken en innovatieve oplossingen te vinden voor de problemen van vandaag en morgen. Bovendien worden ook hun professionele competenties getraind. Interactie met het werkveld loopt als een rode draad doorheen de hele opleiding”.

Scala

“Bouwkunde is een cruciale factor in onze maatschappij”, beklemtoont prof. Van Gysel. “Of het nu gaat om de bouw van woningen, appartementen, gebouwen voor bedrijven of infrastructuur, we hebben betrouwbare, veilige en duurzame constructies nodig om te kunnen leven en werken. Bovendien is de bouwsector een belangrijke werkgever in Vlaanderen met een breed scala van carrièremogelijkheden die de volgende jaren nog zullen toenemen. Volgens het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap zijn tegen 2030 ruim 20.000 bijkomende gekwalificeerde arbeidskrachten in de bouw nodig om de woningen energie-efficiënter te maken en de niet-residentiële gebouwen klimaatneutraal. Als je bedenkt dat nu al de vacatures niet ingevuld geraken dan moet je wel besluiten dat een schaalvergroting van alle toeleidende activiteiten noodzakelijk is: van hoger onderwijs en beroepsgerichte opleidingen tot trainingen, omscholing en continue bijscholing. Maar eerst moeten we de jongeren over de streep trekken. Met meer dan 60.000 bezoekers heeft de Open Wervendag 2023 zijn effect niet gemist”.

31 CONNECT ING

URGENTIETEAM PAKT INGENIEURSTEKORT AAN

ONDERZOEKER IN DE KIJKER
32
Sofie Craps, Mieke Cannaerts, prof. Greet Langie © Julie Feyaerts

Ingenieurs zijn bekend als probleemoplossers. Aan twee knelpunten krijgen ze evenwel geen mouw gepast: het aanslepende ingenieurstekort en het schrijnend gebrek aan diversiteit in het beroep. Geen wonder dat de onderzoekers van de ETHER Group op Campus Denayer deskundigen uit andere disciplines onder de arm namen voor een ambitieus project. Mieke Cannaerts, sociologe en specialist in gender diversiteit, werkt mee als doctoraatsstudente. Zij doet het verhaal.

URGENT heeft zijn naam niet gestolen. Het staat eigenlijk voor ‘UnderRepresented Groups of Engineering Students’, maar het is eveneens een niet mis te verstane verwijzing naar de hoogdringendheid van het probleem in kwestie. “De bedrijven kreunen onder de ingenieurschaarste”, aldus Mieke. “In Vlaanderen raken ruim 3000 vacatures niet ingevuld. Voor het innovatievermogen en de concurrentiekracht van onze economie is dat nefast, zeker in deze tijden waarin de technologie zo snel evolueert en de geopolitieke machtsverhoudingen ingrijpend veranderen”.

Diversiteit

Hoe krijg je meer ingenieurs op de arbeidsmarkt? “Zolang we in dezelfde vijver blijven vissen zal het niet lukken”, vindt Mieke. “Daarom moeten we ons richten tot die groepen die momenteel ondervertegenwoordigd zijn. Dat zijn de vrouwen en de jongeren met een migratieachtergrond. De cijfers spreken boekdelen. De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen telt slechts 10% vrouwelijke studenten. Amper 4% van de studentenpopulatie heeft een migratieachtergrond. En van die luttele 4% haakt nog eens 40% af tijdens de studie. En dat terwijl diversiteit in alle opzichten een verrijking betekent voor de ingenieursfaculteiten, de bedrijven en de hele samenleving”.

Het URGENT-project heeft een looptijd van drie jaar (2022-2025) en bestaat uit evenveel onderdelen. Mieke vat ze als volgt samen: “Eerst gaan we op zoek naar de obstakels die de rekrutering van meisjes en de retentie van studenten met een migratieachtergrond in de weg staan. Als we dat weten, nemen we het keuzeproces van beide doelgroepen onder de loep, meer bepaald het verwachtingspatroon en de subjectieve waarde die aan

de keuze gehecht wordt. Hiervoor maken we gebruik van de door collega Sofie Craps ontwikkelde PREFER-tools die een revisie krijgen om ingezet te worden in inclusieve omgevingen. In het derde deel vertalen we de bevindingen in acties en interventies om de instroom in de ingenieursopleiding diverser te maken zodat op termijn ook het beroep vrouwelijker en heterogener wordt”.

Bevraging

Miekes doctoraatswerk situeert zich vooral in het eerste en het derde onderdeel van het project. “Mijn eerste onderzoek peilt naar de ‘sense of belonging’: hebben de (aankomende) studenten het gevoel dat ze thuishoren in een ingenieursomgeving en past de rol van de ingenieur bij hun zelfbeeld? En zijn er verschillen tussen jongens en meisjes en tussen studenten met en zonder migratieachtergrond?”

Tijdens het voorbije jaar heeft Mieke bevragingen georganiseerd bij eerstejaars uit de drie ingenieursfaculteiten van de KU Leuven en bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs. Het kwantitatief onderzoek heeft ze aangevuld met diepteinterviews. Verder volgt Mieke een aantal leerlingen met een migratieachtergrond persoonlijk op bij hun studiekeuze en hun studietraject als eerstejaars in de ingenieursopleiding. “De resultaten van dit onderdeel moeten inzicht geven in de verwachtingen en de reële ervaringen, en de mate waarin ze overeenstemmen”, vervolgt Mieke. “Daaruit kunnen we veel leren over de heersende stereotypen, vooroordelen en andere obstakels die de keuze voor ingenieur in de weg staan”.

Interventies

Eenmaal de hindernissen in kaart zijn gebracht, kan worden begonnen met de ontwikkeling van zg. ‘interventies’.

“Concrete acties kan ik nu nog niet aankondigen, daarvoor is het nog te vroeg”, zegt Mieke. “Waar we zeker werk van willen maken, is het bijsturen van de huidige rekruteringscommunicatie. Aan de hand van Design Based Research gaan we testen welke boodschappen en beelden meer of beter aanspreken”.

In deze fase van het onderzoek wordt het eerder genoemde PREFER-model ingezet. Daarin wordt de job van de ingenieur getypeerd en beschreven in drie professionele basisrollen: innovatie, optimalisering en klantgerichtheid. Het model is vertaald in twee testen: de PREFER Explore, een persoonlijke voorkeurstest en de PREFER Match, een beoordelingstest waarmee de toekomstige ingenieur kan nagaan of en in welke mate een rol bij hem/haar past. “De tests zullen worden gescreend en waar nodig aangepast. Eenmaal dat is gebeurd willen we nagaan of de voorkeur voor de rollen verschillen in functie van sekse en achtergrond”, zegt Mieke. “Uit eerder onderzoek van Sofie Craps is gebleken dat vrouwelijke studenten geneigd zijn een klantgerichte rol te verkiezen omdat daarin competenties zoals empathie en creativiteit meer op het voorplan komen”.

Valorisatie

Het URGENT-team heeft ook al een valorisatieplan klaar. Mieke laat even in de kaarten kijken: “We zien voor onszelf een rol weggelegd als adviseur in materies als diversiteit en gelijkheid. Daarbij mikken we op beleids- en onderwijsmakers, maar ook STEM-promotoren en ondernemers. Verder is ons onderzoek ook een ideale opstap naar een meer omvattend Horizon Europa project. Onze doelstellingen liggen helemaal in de lijn van de EU-objectieven inzake ‘gender and social, economic and cultural empowerment’. En – last but not least – zijn we van plan om de PREFER 2.0 test te commercialiseren. Uit steekproeven bij HR-managers en bedrijfsleiders is gebleken dat er een reële interesse voor het product is. Met de geoptimaliseerde versie verhogen we het bereik en de marktwaarde. Urgente problemen vragen om urgente oplossingen. Die willen we bieden”.

 www.iiw.kuleuven.be/onderzoek/ ether

33 CONNECT ING

BOUWEN AAN EEN UNIVERSEEL CHIPPLATFORM

Dit jaar hebben vijf onderzoekers van KU Leuven een Consolidator Grant van de European Research Council in de wacht gesleept. Onder hen prof. Kris Myny verbonden aan de groep Emerging Technologies, Systems & Security op Campus Diepenbeek. De Limburgse toponderzoeker legt de lat hoog: “De doelstelling bestaat erin een universele technologie te ontwikkelen die nieuwe mogelijkheden biedt voor tal van applicaties”.

De ERC Consolidator Grants zijn beurzen voor excellente onderzoekers die zeven tot twaalf jaar geleden hun doctoraat hebben behaald. Prof. Myny is in dit verband niet aan zijn proefstuk toe. In 2016 werd hem al eens een ERC Starting Grant toegekend voor onderzoek naar flexibele geïntegreerde schakelingen in het project FLICs. Voor die fexibiliteit zorgen dunnefilmtransistoren op basis van de halfgeleider Indium-GalliumZink-Oxide (IGZO). “Flexibele chips openen een wereld van nieuwe toepassingen in termen van vormfactor, kost en gebruik in schermen en wearables”, vertelt prof. Myny. “De dunnefilmtransistoren spelen ook een cruciale rol in het tweede project dat dit jaar van start ging onder de naam ORISON”.

Passie

Prof. Myny studeerde in 2002 af als industrieel ingenieur Elektronica-ICT op Campus Diepenbeek. Zijn passie voor elektronica bracht hem naar Leuven bij imec, het walhalla van de micro-elektronica in Vlaanderen en ver buiten de grenzen. Eerst volgde hij een pre-doctoraatsprogramma aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, wat toen nog vereist was om als industrieel ingenieur te kunnen doctoreren. Naarmate hij zich meer verdiepte in spitsonderzoek nam ook zijn belangstelling toe om zijn kennis en ervaring te delen met studenten. Toen in 2020 op de campus in Diepenbeek een docentschap vrij kwam, stelde prof. Myny zich onmiddellijk kandidaat.

Sinds drie jaar is hij opnieuw ‘thuis’ als hoofddocent chiptechnologie. Maar de banden met imec zijn allerminst doorgeknipt. Prof. Myny is er nog altijd gastprofessor, een situatie die hij ‘win-win-win’ noemt: goed voor imec, goed voor de campus en goed voor zijn baanbrekend onderzoek.

Horizon

Met zijn tweede ERC beurs wil prof. Myny de horizon van de elektronica verleggen. Het nieuwe project heeft dan ook niet toevallig ORISON, wat staat voor ‘igzObased smaRt Interposer technologieS fOr iNtegrated circuits and pixels’, een complex anagram dat enige toelichting behoeft.

Prof. Myny legt uit: “Met dit onderzoek willen we ingaan tegen de huidige trend om chips almaar kleiner, complexer en krachtiger te maken. Niet alle toepassingen hebben chips nodig met een gigantisch aantal transistoren die miljoenen berekeningen per seconde uitvoeren. Neem bijvoorbeeld de IoT-chips (Internet of Things). Die hebben geen immense rekenkracht nodig, maar moeten wel in staat zijn om op grote schaal en gedurende lange tijd te functioneren. Het is economisch én ecologisch onverantwoord hiervoor hoogwaardige chips in te zetten”.

Voor de ontwikkeling van een alternatieve oplossing grijpt prof. Myny terug naar de dunnefilmtransistoren (de IGZO’s) uit het eerste ERC-onderzoek.

“Wat we nu gaan doen is de technologie van de klassieke rekenchip combineren met de dunnefilmtransistoren die gebruikt worden in de flexibele elektronica. Concreet gaan we bovenop de technologie van de klassieke IC’s eenkele lagen van de dunnefilmtransistoren integreren waardoor de chip universeel bruikbaar wordt”.

Perspectieven

Deze technologie opent volgens prof. Myny perspectieven die we op dit moment nog niet allemaal kunnen inschatten. “We zijn nu al zeker van een aanzienlijke bezuiniging in de ontwikkelingskosten

ONDERZOEKER IN DE KIJKER 34
Prof. Kris Myny © Dries De Krom

niet voor elke toepassing moet een nieuwe chip ontworpen worden – een universele inzetbaarheid en – last but not least – een onwaarschijnlijk grote energiebesparing. Zo'n universele chip kan tot een miljard keer zuiniger zijn. Hij verbruikt enkel energie als hij permanent in werking is en staat nagenoeg uit in slaapmodus, terwijl zijn klassieke tegenhanger nog altijd een minimum aan vermogen zal verbruiken”.

De universele technologie biedt nu al nieuwe mogelijkheden voor tal van applicaties. In de medische sector denkt prof. Myny bijvoorbeeld aan slimme

pleisters en lab-on-chips waarbij de energieconsumptie laag moet blijven voor langdurig gebruik, en innovatieve aanstuurelektronica verschillende spanningsniveaus moet kunnen bereiken. Maar er zijn ook mogelijkheden voor intelligente robots, wearables en virtual & augmented reality met hoge resolutie.

Vijf jaar

Prof. Myny’s ERC Consolidator Grant bedraagt twee miljoen euro en heeft een looptijd van vijf jaar. In mei 2023 zijn al twee doctorandi gestart en dit jaar komen er nog twee bij.

“Het meeste werk zal op campus

Diepenbeek gebeuren maar imec blijft uiteraard nauw betrokken bij het project”, besluit prof. Myny. “Maar we gaan zeker ook praten met de producenten van chips. De flexibele elektronica verlegt eveneens hun horizon op weg naar nieuwe markten”.

35 CONNECT ING
Yves Persoons

GREYDIENT: THE BEST OF TWO WORLDS

The mobility of the future needs safe and reliable intelligent systems. These should, among other things, enable self-driving vehicles to make the right decision at any time. In the GREYDIENT training network, ten international academic and industrial partners are working together to develop models that are up to the task. Prof David Moens of KU Leuven- De Nayer Campus is coordinating this pioneering project, hosting the project manager as well as two Early Stage Researchers of the project.

ONDERZOEKER IN DE KIJKER
36
Prof. David Moens, Miriam Dodt, Damien Bonnet-Eymard, Anderson Vinha Pires, Augustin Persoons © Joren De Weerdt

GREYDIENT is more than a research project,” Prof Moens clarifies. “We are primarily building an innovative network to train the next generation of researchers to fully sustain the ongoing transition of European personal mobility towards safe and reliable intelligent systems.”

The research part of the project deals with the integration of data and mathematical models better known as 'black box' and 'white box'. Augustin Persoons, postdoctoral researcher at De Nayer Campus, explains the first type. “The black box is for example what we call machine learning or artificial intelligence. These “machines” can make predictions based only on data from past experiments. For example after traveling the same road a few times, a black box autonomous vehicle could be trained to repeat the same route. But that does not mean it is reliable in all circumstances. Any event that has not been experienced before such as a roadblock or an unforeseen rainstorm could completely confuse the vehicle considerably. Such data-driven system is called a black box. It can make fast predictions, but it is certainly not always accurate.”

Grey box

At the other end of the continuum is the white box modelling approach. “Here the laws of physics are programmed in advance,” explains PhD student Miriam Dodt. “The physics is properly simulated to provide accurate predictions. In the case of a vehicle, it could mean calculating optimal trajectories considering the law of vehicle dynamics, the weight of the car, the wind, the adhesion of tires and many more physical parameters. White box models are certainly accurate, but they need so much computer time before making a decision that the response may be too late. Whereas in such situations, it is just about reacting immediately.”

Prof Moens summarizes the distinction: “The white box is smart but slow; the black box is fast but not accurate. The challenge is to combine the advantages of both models in what is called a grey box. Such grey models are aimed at optimally integrating (black box) data-driven machine learning tools with (white box) simulation models to greatly surpass the performance of either framework separately.”

International

As part of the GREYDIENT training network, 15 young PhD students are being trained in a wide spectrum of fields, including the modelling, propagation and quantification of the relevant variabilities, the application of big data and machine learning methods, as well as the optimal combination of data-driven approaches with numerical models. “Thanks to this research, future mobility, factories and energy grids will become smarter, safer and more reliable,” said Prof Moens.

What further makes GREYDIENT unique is its pronounced international dimension. The 15 PhD students are expected to participate in eight one-week training events at different partner universities. A further two so-called secondments are planned in which the young researchers work abroad for a longer period of time. At least one of the secondments must be carried out in a company.

About these events and secondments, Prof Moens says: “The intention is that the researchers will build experience in communicating and disseminating their work, applying their research skills in a non-academic environment and receive in-depth training in transferable skills such as commercialisation, collaboration and entrepreneurship.”

Welding technology

One of the Phd students active at the De Nayer Campus is also collaborating with the Welding Engineering Group. This group focuses on resistance welding, arc welding, wire and arc additive manufacturing and process monitoring for welding. With Prof Moens' Reliable & Robust Design Group (R2D), a grey box is being developed for robust resistance pressure welding monitoring. The researcher is expected to build a digital twin to replace the black box.

Yves Persoons

 www.greydient.eu

37 CONNECT ING “

DOCTORATEN AAN FIIW

(MAART – JUNI 2023)

6/03/2023

Alemitu Mequanint Bezabih CAMPUS GROEP T

Interactive Technology to Support HIV Management among Adolescents in Ethiopia

• Prof .Vero Vanden Abeele (promotor)

• Prof. Kathrin Gerling (promotor)

• Prof. Katrien Verbert (co-promotor)

13/03/2023

Tom Vandebroek CAMPUS GROEP T

Design and development of multi-arm robots for single-port access surgeryExploring the miniaturisation potential of fluidic actuation

• Prof. Emmanuel Vander Poorten (promotor)

• Prof. Dominiek Reynaerts (co-promotor)

• Dr. Jun Qian (co-promotor)

14/03/2023

Paulo Alexandre Amorim CAMPUS GROEP T

Development and characterization of a photocurable gelatin-based hydrogel as a cell-carrier for extrusion-based 3D bioprinting and osteochondral tissue engineering

• Prof. Veerle Bloemen (promotor)

• Prof. Liesbet Geris (co-promotor)

• Prof. Peter Van Puyvelde (co-promotor)

22/03/2023

Dillam Jossue Diaz Romero CAMPUS GROEP T

Artificial Intelligence Techniques for Enhanced Sorting

• Prof. Jef Peeters (promotor)

• Prof. Wim Dewulf (co-promotor)

• Prof. Toon Goedemé (co-promotor)

22/03/2023

Tim Evens CAMPUS DIEPENBEEK

Injection moulding polymer microneedles using laser ablated moulds

• Prof. Albert Van Bael (promotor)

• Prof. David Seveno (co-promotor)

• Prof. Sylvie Castagne (co-promotor)

27/03/2023

Omar Al-Ahmad CAMPUS GROEP T

Shape sensing, force sensing, and robotic control of smart catheters

• Prof. Emmanuel Vander Poorten (promotor)

• Prof. Jos Vander Sloten (co-promotor)

• Dr. Mouloud Ourak (co-promotor)

4/04/2023

Yimin Deng CAMPUS DE NAYER

Solar energy-driven hydrogen production

• Prof. Raf Dewil (promotor)

• Prof. Jan Baeyens (co-promotor)

14/04/2022

Hui Zhang

CAMPUS DIEPENBEEK

Random Bin Picking of Unknown Objects: Development of a Modular System Architecture using Synthetic Datasets and Deep Learning

• Prof. Karel Kellens (promotor)

• Prof. Joost Duflou (co-promotor)

• Prof. Eric Demeester (co-promotor)

19/04/2023

Arijit Karmakar

CAMPUS GEEL

Integrated Time-based Signal Processing Circuits for Harsh Radiation Environments

• Prof. Paul Leroux (promotor)

• Prof. Valentijn De Smedt (promotor)

24/04/2022

Kristof T’Jonck

CAMPUS BRUGGE

Bluetooth Low Energy Sensor Integration in Healthcare Settings

• Prof. Jeroen Boydens (promotor)

• Prof. Hans Hallez (co-promotor)

25/04/2023

Bozheng Pang

CAMPUS BRUGGE

Bluetooth Low Energy Performance Analysis and Optimization in Environments with Interference

• Prof. Jeroen Boeydens (promotor)

• Prof. Hans Hallez (co-promotor)

• Dr. Tim Claeys (co-promotor)

28/04/2023

Michiel Vlaeyent

CAMPUS GROEP T

Digital twin of a laser line scanner: uncertainty evaluation and scan path planning

• Prof. Wim Dewulf (promotor)

• Prof. Han Haitjema (co-promotor)

8/05/2023

Maarten Vandersteegen

CAMPUS DE NAYER

Computer Vision Applications at the Edge

• Prof. Toon Goedemé (promotor)

• Dr. Kristof Van Beeck (co-promotor)

11/05/2023

Koen van Mierlo

CAMPUS DE NAYER

Design for crashworthiness under epistemic uncertainty

• Prof. David Moens (promotor)

• De heer Matthias Faes (co-promotor)

DOCTORATEN 38

24/05/2023

Anneleen Verstegen CAMPUS GROEP T

Facing plastics: Quantification and characterization of plastic packaging in mixed household waste streams as a guide to increased circularity

• Prof. Jo Van Caneghem (promotor)

25/05/2023

Joris Claes CAMPUS DIEPENBEEK

Particle behavior in flow and development of a milliflow reactor for heterogeneous solid-liquid reactions

• Prof. Leen Thomassen (promotor)

• Prof. Simon Kuhn (co-promotor)

• Prof. Mumin Enis Leblebici

30/05/2023

Rens Vervaeke CAMPUS BRUGGE

Numerical and experimental lifetime assessment of multi-material adhesively joined structures

• Prof. David Moens (promotor)

• Prof. Dirk Vandepitte (co-promotor)

31/05/2023

Steffi Pot CAMPUS GEEL

The use of composts and nature management residues in horticultural substrates: a microbiome perspective

• Prof. Karen Vancampenhout (promotor)

• Prof. Johan Ceusters (co-promotor)

• Dr. Caroline De Tender (co-promotor), Research Institute for Agricultural, Fisheries and Food (ILVO)

• Dr. Jane Debode (co-promotor), ILVO

31/05/2023

Medhi Salar Amoli CAMPUS GROEP T

Development of Inks for Tissue Engineering of the Dentoalveolar Region through Bioprinting

• Prof. Veerle Bloemen (promotor)

• Prof. Reinhilde Jacobs (co-promotor)

1/06/2023

Dimitri Vargemidis CAMPUS GROEP T

Accessible activity tracking to support physical activity among older adults

• Prof. Kathrin Gerling (promotor)

• Prof. Vero Vanden Abeele (co-promotor)

• Prof. Luc Geurts (co-promotor)

1/06/2023

Hannah Agten CAMPUS GROEP T

The development of a biomimetic cell-based construct for osteochondral regeneration

• Prof. Veerle Bloemen (promotor)

• Prof. Frank Luyten (co-promotor)

6/06/2023

Pejman Memar CAMPUS BRUGGE

Resilience of Forward Error Corrections in Harsh Electromagnetic Environments: Fault Mechanisms and Fault Elimination Techniques

• Prof. Jeroen Boydens (promotor)

• Prof. Tom Holvoet (co-promotor)

• Dr. Dries Vanoost (co-promotor)

23/06/2023

Xi Zhang CAMPUS DE NAYER

Degradation of persistent organic pollutants in wastewater by periodatebased advanced oxidation processes

• Prof. Raf Dewil (promotor)

• Prof. Deirdre Cabooter (co-promotor)

26/06/2023

Tanguy Ophoff CAMPUS DE NAYER

Aerial Object Detection

• Prof. Toon Goedemé (promotor)

• De heer Kristof Van Beeck (co-promotor)

39 CONNECTING

TACKLING THE ENERGY TRANSITION IN AN INTERNATIONAL COURSE

Last March De Nayer Campus was the scene of the international intensive course programme “On the road to energy wisdom”. About 50 bachelor and master students from FH Dortmund, University of Udine, Free University of Bolzano, University of the Basque Country and ISEL Lisbon joined forces with our students to work on one of the world’s greatest challenges: the energy transition.

The students of the Faculty of Engineering Technology participated in the framework of the course “Engineer and Sustainability”, which includes a multidisciplinary assignment linked to one of the 17 Sustainable Development Goals.

“The origin of the topic ‘energy wisdom’ arose from frustration on the fake news in the press”, explains Dr. Peter Arras, the project coordinator. “The daily communication streams and articles in the popular press concerning energy production, distribution, consumption and energy transition are notoriously incorrect. Hence, very often strategic and political decisions are based on flawed data. Engineers are some of the best placed specialists to be able to fact-check and interpret the correct data to be used as input for future strategies. Starting from this observation, the international intensive courses turned out to be a positive-minded project with many constructive ideas.”

Mixed teams

“This positive turnout was largely linked to the format and the work forms used”, says Peter. “Engineers must be able to communicate to non-peers. Transparent and clear communication is one of the competences we envisage in our curriculum”. The students were subdivided in ten mixed student teams, and the physical week of course work on De Nayer Campus was set up as a student challenge. The students were asked to develop a board game on one of the research questions concerning energy production, energy distribution, energy for households, energy in transport etc.

The pitch-sessions presented to the jury at the end of the week turned out to be a major success. The students were very inventive and creative in producing original approaches, especially in the multidisciplinary solutions.

Each morning of the course-week started with an interesting and challenging guest lecture delivered by academic staff and engineers both from partner universities or companies. The afternoons were devoted to the student challenge, guided by De Nayer coaches.

Eye-opener

“On the Road to Energy Wisdom” is a course in the format of “Blended Intensive Programmes”, a new type of projects bringing international students and staff together in a blended/physical format, working on a specialized topic. Also, for Peter, even after decades of international experience in EU projects and exchange, this was a new and challenging way of working together. “One month before the physical week I gave the students the assignment to read the book ‘Factfulness’ by Hans Rosling, so that they would become aware of the sensitivity of figures and data, and especially their correct interpretation. Reading this book was a revelation for many of them. “

FACULTY WORLDWIDE 40

The Blended Intensive Programmes are an interesting concept to give students an international experience in a short format (a digital pre-and post-trajectory in combination with a physical intensive programme).

Network

“On the road to Energy Wisdom” was one of the seven short intensive courses organized in the framework of the EUCLIDES network. This network groups 17 of our faculty’s oldest EU partners and has set up a diverse range of projects since it was founded in 1999. In 2023 the network hosted the “Euclides international weeks” for the third time already. The intensive courses focus on themes such as ‘Sustainable Cities & Communities’, ‘Digital

“It took months of preparation and it was a hectic and intensive week with 50 students and staff in the wake, but I strongly believe that the students have reached the outcomes envisaged and improved their international competences”, concludes Peter “This calls for a next edition. The EUCLIDES network can count on me for 2024”.

 www.euclidesnet.eu/projects

Transformation in Manufacturing and Engineering Design’, ‘Circularity of Polymers’ and “Molecular Gene Technology”
41 CONNECT ING
Dr. ing. Peter Arras © Joren De Weerdt

JONGE TORENBOUWERS WEDIJVEREN IN GENT

De Tower Power, de Baguetter Khalifa, de Koel(e)toren, de Torens Van Pita en Pizza, de Big Ben Van Oudenaarde,... waren enkele van de 32 constructies die deelnamen aan de vierde STEM Challenge aan KU Leuven-Gent op 10 mei 2023. Prof. Peter Van den Broeck (onderzoeksgroep Bouwmechanica) en coördinator Dimitri Coppens, de bedenkers van deze originele uitdaging, geven tekst en uitleg.

Gent heeft ‘iets’ met torens. De skyline van de stad wordt al eeuwenlang beheerst door de torens van de SintNiklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal. Geen wonder dat ook de KU Leuven campus in Gent het thema ‘torens’ koos voor de STEM Challenge. “We dagen vijfde- en zesdejaars secundair onderwijs uit om in groepjes van vier tot zes een toren te bouwen met huis-, tuin- en keukenmateriaal”, vertelt Dimitri. “De toren moet zodanig ontworpen en gebouwd zijn dat hij zo lang mogelijk overeind blijft in een aardbeving opgewekt door een triltafel. Om alle teams dezelfde startkansen te geven, moeten ze gebruik maken van eenzelfde materialenkit. Bij de beoordeling is niet alleen het uithoudingsvermogen van de toren van tel, we houden ook rekening met factoren zoals het gewicht en het spaarzaam gebruik van materiaal”. Een nieuwigheid dit jaar was de prijs voor de mooiste toren, uitgereikt door prof. Alexis Versele (Bouwkunde en Duurzaam Bouwen) en prof. Laurens Luyten en Liselotte Vroman van de Faculteit Architectuur.

Intensiteit

Op de finaledag werden de torens onderworpen aan de trilproef. De opstelling is door Dimitri en zijn collega’s zodanig ontworpen dat de trillingen kunnen variëren in amplitude én frequentie.

Prof. Van den Broeck licht toe: “De proef begint rustig met een amplitude van 0,025 g (g=9.81m/s²) maar na één minuut wordt de intensiteit telkens met 0,25 g opgedreven. Gedurende deze cycli van één minuut varieert de frequentie waarmee de tafel beweegt van 15 Hz tot 1 Hz.

In dat gebied situeren zich de frequenties waar de torens gevoelig voor zijn. Eenmaal de proef is gestart, neemt de spanning bij de teamleden en de toeschouwers navenant toe. Keer op keer doen zich verrassingen voor want het is niet altijd het meest robuust uitziende exemplaar dat het langst overeind blijft”.

Junior College

Een trilling bestendige toren bouwen is geen kinderspel. Zowel de leerlingen als hun leraren kregen dan ook de kans om zich voor te bereiden op de competitie. “Van de leerlingen verwachten we dat ze eerst de Junior College module ‘Buigen, beven, barsten’ volgen”, bevestigt Dimitri. “Die bevat de theoretische achtergrond die nodig is om met kennis van zaken aan de slag te gaan. Deze module is geschreven door Peter van den Broeck, Stef Pillaert, Katrien Van Nimmen en mezelf en wordt zowel op papier als online aangeboden”.

Prof. Van den Broeck vult aan: “De leraren kunnen vooraf deelnemen aan een gratis bijscholing op de campus. Die stelt hen in staat om zelf de workshop ‘Bevende bruggen en trillende torens’ te geven in de klas. Daar hoort ook een uitleenkoffer bij met materiaal om te experimenteren en een bundel met opdrachten. Een toren bouw je niet op los zand, eerst moeten de fundamenten worden gelegd”.

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE 42
CONNECT ING 43
Prof. Peter Van den Broeck © Tine Desodt

18DE SOLAR OLYMPIADE BREEKT RECORDS

Terwijl er onheilspellende berichten circuleren over de tanende belangstelling voor wetenschap en technologie, ziet het Innoptus Solar Team de interesse voor de Solar Olympiade elk jaar toenemen. Voor de 18de editie schreven zich 125 teams in, goed voor meer dan 500 leerlingen. Daarvan haalden 40 teams de finale. Op 17 mei 2023 pakten ze bij Technopolis uit met een zelfgebouwd zonnewagentje of een origineel gadget op zonne-energie.

De wedstrijd begint met de vorming van een team bestaande uit twee tot zes leerlingen en een leraar-begeleider. Van elk team wordt een dossier verwacht met een gedetailleerde beschrijving van het concept dat men voor ogen heeft. Daaruit selecteert het Solar Team dan de beste voorstellen. “Wegens het recordaantal dossiers, zagen we ons genoodzaakt om het aantal finalisten te verhogen van dertig naar veertig”, vervolgt Cedric. “Deze teams ontvingen van ons een zonnepaneel, een batterij en een budget van 100 euro om hun gadget of hun zonnewagentje te bouwen”.

Jury

Een belangrijke troef van de Solar Olympiade is de coaching waarin het Solar Team voorziet. “We laten de teams inderdaad niet aan hun lot over”, beaamt Cedric. “Gedurende acht maanden worden ze in de school opgevolgd. Bovendien organiseren we in de loop van het schooljaar drie contactmomenten om ervaringen en tips & tricks uit te wisselen. Een van deze momenten was een booth camp op Campus Groep T met workshops en trainingen in o.m. communicatievaardigheden”.

Het Vlaamse doe-centrum voor wetenschap en technologie deed op 17 mei zijn naam alle eer aan. De finaledag van de Solar Olympiade bracht niet alleen meer dan 200 leerlingen uit scholen van over heel België naar Mechelen maar lokte ook tal van bezoekers, aangetrokken door zoveel jeugdig enthousiasme. De jaarlijkse wedstrijd, georganiseerd door het Leuvense Solar Team i.s.m. Colruyt Group Technics en KU Leuven-Campus Groep T, behoort inmiddels tot de toppers van de wetenschaps- en technologiecommunicatie in Vlaanderen.

Competities

“De finaledag in mei is de apotheose van een leerproces dat zich over het hele schooljaar uitstrekt”, vertelt Cedric Verlinden, manager van het Innoptus Solar Team. “In september lanceren we traditioneel een oproep aan alle middelbare scholen om zich kandidaat te stellen voor de olympiade. Die bestaat uit twee competities. In het eerste geval gaat het om de ontwikkeling en de bouw van een origineel voorwerp, toestel of spel dat werkt op zonne-energie. Bij de ‘challenge’ is sprake van de bouw van een performante mini-zonnewagen”.

Tijdens de finaledag in mei stelden de teams hun creaties voor aan een jury van professionals. De mini-zonnewagens moesten zich bewijzen op een 12 meter lange racebaan. De teams met een gadget dienden de jury te overtuigen van de originaliteit, innovatief karakter en economische haalbaarheid van hun product.

In totaal waren er vijf hoofdprijzen te winnen. De Challenger prijs voor de snelste wagen, de Budgetprijs voor een low-cost gadget, de Technologieprijs voor de meest gesofisticeerde creatie, de Gatin-de-markt prijs en de Pitchprijs voor de beste presentatie.

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE
44

Teamleider Cedric wint er geen doekjes om: “We waren allemaal onder de indruk van het niveau van de prestaties en de vindingrijkheid van de leerlingen. Zo vond een team een wandelende wekker uit op zonne-energie. Een ander team kwam voor de dag met een rollator uitgerust met sensoren die detecteren wanneer de gebruiker in de problemen komt en dreigt te vallen. Het leverde de bouwers de Gat-in-de-marktprijs op, uitgereikt door Campus Groep T”.

Duurzaam

Niet alleen voor de leerlingen en hun leraren, ook voor het Solar Team was de finale een hoogdag. Het team zet immers niet alleen in op het bouwen van een competitieve zonnewagen maar stelt zich ook tot doel om jongeren warm te maken voor wetenschap en technologie. De Solar Olympiade stelt hen in staat om te proeven van het ingenieursberoep. Dat hernieuwbare energie hierbij centraal staat, maakt de competitie nog relevanter.

“Het gebruik van duurzame energie en innovatieve technologieën zijn belangrijker dan ooit en dat zal alleen nog maar toenemen”, aldus Cedric. “De finalisten van vandaag zijn de ingenieurs van morgen die de toekomst van deze planeet moeten veiligstellen”.

Yves Persoons

 www.solarteam.be

45 CONNECT ING

DUURZAME ENERGIE ZONDER ZORGEN

Krijg jij ook een punthoofd van de energieprijzen? Dan kan Scoptvision soelaas bieden. De Leuvense start up ontwikkelde een softwareplatform waarmee je verbruik automatisch wordt afgestemd op de hernieuwbare energieproductie en -prijzen. Resultaat: je betaalt minder en hoeft je verder geen zorgen meer te maken om de hoge tarieven.

100% energie-ontzorging. Daar is het Kristof Borgions om te doen. Midden vorig jaar richtten hij en Lars Cappelle een vennootschap op met een duurzaam en een nobel doel: de verhoging van het potentieel aan hernieuwbare energie enerzijds en de verlichting van de kopzorgen van de eindgebruiker anderzijds. Het jonge bedrijf behaalde meteen een finaleplaats in ‘Klimaatambassadeur 2022’, een initiatief van het milieusamenwerkingsproject van de Kmo’s in de provincie Vlaams-Brabant.

Ondernemerschap

Kristof studeerde in 2019 af als industrieel ingenieur Elektromechanica op Campus Groep T. Hij deed dat met de ‘grootste onderscheiding’, een graad die maar zelden wordt toegekend. Hoe gefascineerd Kristof ook is door technologie en IT, toch voelt hij zich in de eerste plaats aangetrokken tot het ondernemerschap. Daarom volgde hij nog een bijkomende masteropleiding ‘Innovation & Entrepreneurship’ aan de Vlerick Business School. Na twee korte intermezzi bij resp. Siemens en Octinion vond Kristof dat de tijd gekomen om zijn eigen weg te gaan en wordt in maart 2022 Scoptvision opgericht.

Kristof en Lars hebben op dat moment een applicatie klaar waarmee ze een plaats willen veroveren op de hypercompetitieve energiemarkt. “De energietransitie is niet alleen een kwestie van minder CO2 uitstoten en meer hernieuwbare energiebronnen gebruiken”, legt Kristof uit. “Het komt er ook op aan om de energie efficiënt te gebruiken. Dat is mogelijk door verschillende technieken met elkaar te combineren. Dat is precies wat onze applicatie doet. Ze verbindt merkonafhankelijk thuisbatterijen, warmtepompen, elektrische auto’s, zonnepanelen en elektrische boilers met elkaar tot een geheel”.

Met behulp van de app kun je bijvoorbeeld je badwater opwarmen met een overschot van zonne-energie, de batterijen van je auto opladen als de prijs het laagst is of piekgebruik in je woning vermijden. Dat hoef je bovendien niet zelf te doen. Alles gebeurt automatisch. Op elk moment kun je checken hoeveel je bespaart.

Cloud

Scopt staat voor ‘Self Consumption Optimizer’. Kristof vertelt hoe het werkt. “Eerst zorgt onze controller ervoor dat alle systemen met elkaar kunnen communiceren. Dat is nodig omdat we snel moeten kunnen reageren op het gedrag van de installatie. Zo willen we bijvoorbeeld dat een laadpaal minder verbruikt wanneer er minder zonneschijn is. De tweede stap is de planning van je dag in termen van energiegebruik. Scopt is 24 op 24 bezig met te vergelijken welke verbruikers op welk moment welke hoeveelheid aan energie consumeren. Vervolgens worden al deze data opgeslagen en verwerkt in de cloud. Daar kunnen we koppelingen maken met externe systemen om zowel de productie als de consumptie te voorspellen. En – last but not least – toont de app je effectieve energiekost per dag, per maand en per jaar”.

Competitief

Commercieel kan Scoptvision drie belangrijke troeven uitspelen: krachtige algoritmes, real time metingen en merkonafhankelijkheid. “Onze algoritmes kunnen de impact van een groot aantal parameters berekenen”, vervolgt Kristof. “Die stellen ons in staat om de productie en het verbruik van hernieuwbare energie te voorspellen. De controller in de woning van de gebruiker kan rechtstreeks de energieconsumptie volgen en monitoren. Ons grootste competitief voordeel is dat we merkonafhankelijk verschillende fabricanten kunnen integreren. Dat onderscheidt ons van de producenten van laadpalen, batterijen en zonnepanelen die enkel binnen hun eigen ecosysteem kunnen opereren”.

Deze onafhankelijkheid maakt Scoptvision aantrekkelijk voor installateurs die doorgaans zelf met verschillende leveranciers werken. “Laadpalen worden bij bedrijf x aangekocht, zonnepanelen bij producent b, enz..”, zegt Kristof. “Wij bieden een tool aan die onafhankelijk van de producenten en merken de voordeligste oplossing voor de eindgebruiker vindt”.

Wie van de voordelen van Scoptvision wil genieten, moet bij zijn/haar installateur aankloppen.

ALUMNUS IN DE KIJKER 46

Kristof verwacht dat een toenemend aantal installateurs de app in het aanbod zal opnemen.

Zelflerend systeem

Op korte termijn willen Kristof en Lars vooral inzetten op laadpalen, een sterke groeimarkt die bovendien rechtstreeks via de cloud aangestuurd kan worden. Op langere termijn werkt het bedrijf aan een zelflerend systeem dat digitale meters in staat stelt om met elkaar te communiceren en energie te delen. Gebruikers zouden dan kunnen anticiperen op te verwachten energiebehoeften.

Voor de ontwikkeling hiervan werkt Scoptvision nauw samen met de studentencoöperatie CORE. Het innovatieproject dat ze bij de provincie Vlaams-Brabant indienden, is inmiddels goedgekeurd. De financiering die ermee gepaard gaat, betekent een flinke opsteker voor de ambitieuze start up.

Yves Persoons

 www.scoptvision.com

47 CONNECT ING
Kristof Borgions, Lars Cappelle © Filip Van Loock

JORIS BRAMS WINT ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN AWARD 2023

Al meer dan 25 jaar bekleedt Joris Brams topfuncties in internationale beursgenoteerde ondernemingen. Zijn profiel is een mix van ingenieurstalent, ondernemerschap en uitgesproken maatschappelijk engagement. Nog meer dan een ingenieur-ondernemer manifesteert hij zich als een ingenieur-generalist: waar hij zijn schouders onder zet, wordt een succesverhaal. Joris’ verdiensten leverden hem de Alumni Award 2023 op bij de industrieel ingenieurs.

ALUMNUS IN DE KIJKER
48
Prof. Wim Dewulf, Joris Brams, prof. Michiel Steyaert, voorzitter van Alumni Ingenieurs © Filip Van Loock

Joris studeerde in 1991 af als industrieel ingenieur Elektromechanica aan de toenmalige hogeschool Groep T in Leuven. Na een kort assistentschap maakt Joris carrière in de voedings- en brouwerijsector. Zijn loopbaan in het bedrijfsleven begint hier te lande bij Alken-Maes als site manager en vervolgens als operationeel directeur maar neemt vanaf 1999 een internationale vlucht. Joris wordt achtereenvolgens technisch directeur bij de brouwerij Scottish & Newcastle plc in GrootBrittannië, COO van de multinationale voedingsgroep Puratos, CEO van Puratos België en managing director van de C&C drankengroep in London en Dublin. In 2019 haalt de brouwerijgroep Konings hem terug naar België om het bedrijf te leiden. Met Joris aan het stuur wordt Konings in 2020 ‘Company of the Year’ en ‘Entrepreneur of the Year’ en wint het de Export Prijs en de prijs voor de ‘Best External Communication’. Inzake communicatie en PR is Joris niet aan zijn proefstuk. In 2008 richtte hij Publicarto Media Solutions op, een publiciteitsbureau gespecialiseerd in bedrijfsmagazines en billboard media.

Abdijbier

Sinds 2022 is Joris Chief Operating Officer bij Lyre’s Spirit Co, een jong Australisch bedrijf, gespecialiseerd in exclusieve nietalcoholische dranken. Joris’ uitgekiende merchandising- en online promotiestrategie maken van Lyre’s Spirit in een jaar tijd marktleider in 80 landen. De verkoop neemt met 60% toe. In januari 2023 wordt het bedrijf door het vakmagazine Drinks International uitgeroepen tot nummer 1 van de Top Trending Brands wereldwijd.

Zijn drukke internationale bedrijvigheid belemmert Joris niet om ook op het thuisfront initiatieven te ontplooien. De blikvanger is zijn bijdrage tot de herwaardering en de restauratie van de site van Abdij in Heverlee. In 2012 brouwt hij i.s.m. de abdij het exportbier ‘Heverlee’ dat inmiddels op de markt is in 10 landen. Zes jaar later zet hij de kroon op het werk met de opening van een innovatieve micro-brouwerij in een zijvleugel van de abdij: de Braxatorium Parcensis. Die wordt binnen de kortste tijd een attractie op de gerestaureerde site. Voor het eerst sinds de Fransen in 1794 de Norbertijnenabdij sloten, heeft Leuven opnieuw een eigen exclusief abdijbier, intra muros gebrouwen met producten uit de streek.

Wederdienst

Joris’ bekommernis om het bouwkundig erfgoed reikt trouwens verder dan de abdijsite in Heverlee. Sinds 2022 is hij bestuurder van Herita, de vzw die zich inzet voor het conserveren en ontsluiten van historische plaatsen, monumenten en archeologische sites in Vlaanderen. Een eigen Vlaamse ‘National Trust’ naar Angelsaksisch model is daarbij het voorbeeld en het streefdoel. Als geëngageerd ingenieur rekent Joris het tot zijn plicht om een wederdienst te bewijzen aan de opleiding, de campus en bij uitbreiding de faculteit waar de basis is gelegd voor zijn professioneel succes. Op zijn initiatief startte Campus Groep T in 2010 met een alumniwerking die inmiddels model staat voor de andere campussen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. In het kader van het 60jarig jubileum van de campus en de studentenvereniging organiseerde de stuurgroep Alumniwerking waar Joris deel van uitmaakt niet minder dan 15 activiteiten. Toen in 2016 de Facultaire Senaat werd opgericht, meldde Joris zich als eerste aan om mee te denken over de ingenieurscurricula en de samenwerking met het werkveld.

Rolmodel

Hoe breed Joris’ maatschappelijk engagement wel is, blijkt uit zijn inzet voor de actie ‘Kom op tegen Kanker’. Als fundraiser wist hij de voorbije jaren al 100.000 euro in te zamelen voor kankeronderzoek. Sinds januari 2023 is hij tevens bestuurder van Inclusie Invest cv-so, een coöperatieve vennootschap van sociaal bewuste investeerders die betaalbare, kwalitatieve woningen bouwt, financiert en beheert voor mensen met een beperking of een acute zorgnood.

Tot slot nog dit. De recente programmahervorming van de faculteit FIIW beoogde een toekomstgericht profiel van de industrieel ingenieur die diepgang en breedte combineert. Een ingenieur als Joris hoefde niet te wachten op de curriculumvernieuwing om de belichaming te zijn van dit profiel. Dat is hij de facto al ruim 30 jaar. Hij kan dan ook met recht en rede gelden als een rolmodel voor de huidige en toekomstige industrieel ingenieurs.

49 CONNECT ING
Yves Persoons

VBI: NETWERK VOOR HET LEVEN

Afgestudeerden van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen zitten op rozen. Niet één maar twee alumniverenigingen bieden hun diensten aan. Alumni Ingenieurs KU Leuven en VBI mikken elk wel op een eigen segment. Bij VBI zijn dat de bio-ingenieurs en de industrieel ingenieurs Biowetenschappen en Biochemie. Voorzitter Stef Aerts en event coördinator Bieke Vandaele vertellen hun verhaal en dat van een levendig alumni-netwerk.

Met 600 leden behoort VBI tot de middelgrote alumniverenigingen van de KU Leuven. Wat dynamiek en drive betreft, moet ze echter niet onderdoen voor de grotere broers en zussen, integendeel. “Onze leden werken in een innovatieve context waarbij ze sociale en ingenieursvaardigheden combineren. Van hun alumnivereniging verwachten ze op zijn minst een even divers aanbod”, aldus de voorzitter. Hijzelf en event coördinator Bieke staan daar alvast model én garant voor.

Levensgenieter

Stef is Bio-ingenieur Landbouwkunde van de lichting 2002. Via zijn doctoraat geraakte hij gefascineerd door ethiek, wat zich in zijn vakgebied vertaalt in het ethisch omgaan met dieren. Stef doceert Ethiek in de opleiding Agro- en Biotechnologie aan de Odisee Hogeschool en is tevens gastprofessor Diergeneeskundige Ethiek aan de UGent. Verder heeft hij zitting in raden en commissies die adviseren over o.m. het gebruik van proefdieren. Zichzelf typeert hij als ‘levensgenieter, liefst vergezeld van een goede pot gerstenat’. Deze kwaliteit in combinatie met een helder inzicht in financiële en statutaire aangelegenheden maken van Stef de geknipte voorzitter, een functie die hij al vijf jaar uitoefent.

Bezige bij

Voor VBI-Events tekent Bieke, Bio-ingenieur (promotie 2019), milieutechnoloog en oud-studente van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs. Haar functie als event coördinator weet ze wonderwel te combineren met een fulltime job bij Sweco Belgium, een toonaangevend ingenieursbureau gespecialiseerd in hernieuwbare energie en duurzaamheid. Daarnaast slaagt deze bezige bij er nog in om topsport te bedrijven bij de Jet Set Ultimate Frisbee Club in Leuven. Meer nog, als lid van de Nationale Ploeg traint ze al voor het Europees Kampioenschap in Ierland deze zomer. “Ultimate Frisbee is een fantastische sport”, zegt Bieke. “Ze onderscheidt zich van andere teamsporten door de combinatie van een intensief spel met een hoge graad van fairplay. De ‘Spirit of the Game’ maakt een scheidsrechter overbodig en garandeert respectvolle wedstrijden waar je altijd een goed gevoel aan overhoudt, ook al heb je niet gewonnen”.

Tijdens haar ingenieursstudie zat Bieke in het presidium van de Leuvense BioIngenieurskring (LBK), niet toevallig als sportverantwoordelijke. Bij VBI maakte ze een blitzcarrière, eerst als coördinator van Jong-VBI en nu als spilfiguur van alle grote evenementen.

Samenwerking

“Wil een alumnivereniging niet verworden tot een seniorenclub, dan moet blijvend ingezet worden op verjonging”, vindt de voorzitter. “De Jong Alumni spelen bijgevolg een strategische rol. De uitdaging bestaat erin om elke lichting die afstudeert aan boord te krijgen. Een gestructureerde samenwerking met de studentenverenigingen is daarom cruciaal. VBI en LBK zijn door de jaren bijna organisch met elkaar verweven maar op de campussen van de industrieel ingenieurs liggen de kaarten anders. De drie campussen in kwestie – Geel, Leuven en Gent – kun je bovendien niet over dezelfde kam scheren. Ze vragen elk om een specifieke benadering. Die begint met een goede visibiliteit ter plaatse en het creëren van een lokaal aanbod als opstap naar het ruimere alumninetwerk”.

NIEUWS VAN ALUMNI
50

Kalender

“Gemiddeld organiseren we tien tot twaalf activiteiten per jaar”, vertelt Bieke. “Jong-VBI neemt bijna de helft voor haar rekening, doorgaans samen met LBK. Meestal gaat het om afterworks en drinks op vrijdagavond in een van de fakbars. Van een andere orde is ‘Meet the Market’, een netwerkevent in het voorjaar waarbij afstuderende masters en jonge alumni elkaar ontmoeten in een informeel kader. Na de coronarestricties is dit event opnieuw een topper”.

Andere vaste waarden in de kalender zijn het Galabal, de nieuwjaarsreceptie en forumavonden. De VBI Student Research Awards mikken specifiek op het studentenpubliek. “Zowel bachelors als masters kunnen een artikel indienen over een project dat ze realiseerden”, vervolgt Bieke.

“Een vakjury selecteert in elke categorie de vijf beste inzendingen voor de finale. Vorig jaar was Ludwig Kumpen, een master van Campus Geel, bij de finalisten. We hopen dat er dit jaar opnieuw en méér industrieel ingenieurs mee doen”.

Planten

“Netwerken is het planten van relaties”, besluit de voorzitter. “VBI biedt aan de industrieel ingenieurs Biowetenschappen en Biochemie een rijke voedingsbodem. Zowel om te planten als om te oogsten want wat je investeert krijg je in veelvoud terug én in velerlei vormen. Je groeit immers mee met je netwerk. Daarom is VBI niet enkel een levend netwerk maar ook een netwerk voor het leven”.

Yves Persoons

 www.VBI-KULeuven.be

51 CONNECT ING
Bieke Vandaele, Stef Aerts © Johan Van Droogenbroeck

WOMEN ENTREPRENEURS IN TECH: INSPIRING ROLE MODELS

It is easier to change the world if you see someone who has already started. This statement applies equally to the situation of women at the top of tech companies. However, gender stereotypes can be broken by inspiring role models. On 4 May 2023, Women Entrepreneur Initiative and KU Leuven's alumni engineering associations organised an inspiration evening at Group T Campus. Six young women entrepreneurs in Tech told their stories.

Recent figures from technology federation Agoria do not inspire optimism: 90% of Belgian tech companies are male. Only 10% of the founders and 13% of the directors of startups and scale ups are women. McKinsey & Company's annual reports speak of a “broken rung” at the first step up to manager. Women are promoted to manager at far lower rates than man, and this makes it nearly impossible for companies to lay a foundation for sustained progress at more and higher levels. Prof Wim Dewulf, Chair of Group T Campus, said in his welcome address: “If we do not have at least equal representation of women at all levels, we are missing out on critical talent that is indispensable for the digital economy and the competitiveness of our companies.”

Inclusive employer

Sana Afouaiz, founder and CEO of Womenpreneur Initiative highlighted the importance of diversity in businesses in her keynote. “The multiple perspectives of a diverse team are key to innovation. Also women teammates may bring a different culture and work atmosphere that can boost team morale. Women and men are known to have different communication styles. That means the workplace must be committed to mutual learning and listening to each other.”

That we should not lump all companies together was clear from the keynote by

Wendy Verheyden, Communication Manager at VINCI Energies Belgium, a key accelerator in energy transition and digital transformation. As a high-tech company, VINCI Energies profiles itself as an inclusive employer that sees diversity as a strategic lever for sustainable business. For the third year in a row, the company is organising the 'Women in Tech' campaign to attract more women into senior positions. The campaign consists of an increasing number of testimonials from female role models in the company. The campaign is catching on. The percentage of women in management has already reached 30 per cent. “We make the path by walking,” says Wendy.

Tech and fashion

Katrien Herdewyn, honorary professor at the Faculty of Engineering Science and founder of Elegnano, addressed the audience from San Francisco. Katrien managed to combine knowledge of nanotechnology and talent in fashion in the creation of elegant and luxurious women's shoes. Last year, Katrien launched a textile manufacturing company that produces lab-grown leader with cutting-edge 4D biofabrication, tissue engineering and biopolymer processing techniques. As an engineer-entrepreneur, Katrien creates her own job. “To be succesfull in a business you have to stay focused on what you want, be ready to take risks, have a goal an believe in yourself,” said Katrien.

“At the same time, it is also important to create your own environment and surround yourself with employees with whom you can share your drive.”

Community building

The keynotes were followed by an animated debate with Elke Kraemer, Founder & Partner of Clusity; Jenny Ambukiyenyi Onya, Co-founder and Managing Partner ton Fit-for-Purpose Technologies and Laurence Jacobs, Business Relations Officer at Agoria. Moderator was Magali Minet, alumna of Group T Campus and founder of Minet Innovators.

NIEUWS VAN ALUMNI 52

According to Elke, the focus should not only be on tech as such. “Tech encompasses all industries. I mention it because it might appear that other sectors are doing a lot better which is sadly not the case”. Laurence pointed out that there is not much disparity between men and women when it comes to leadership abilities. It cannot be denied is that there are biases and double standards whereby the bar is set higher for women than for male colleagues. Another challenge commonly faced by women is the work-family balance due to the high pressure and heavy workload of some technical positions”.

Jenny, in turn, believes that women need to join forces to break through. “On getting more women in tech roles today it is important building a strong female developer community where women can help and support each other in navigating the industry and provide guidance to other women who are interested in joining. In the end, it is all about mutual respect and understanding”.

Finally, Elke gave the following advice: “Stop talking about how bad we do it. Would you travel to a country where people warn you to travel to?

Mirror yourself to role models and surround yourself with like-minded people. It takes a network to raise a career”.

53 CONNECT ING
Yves Persoons Magali Minet, Jenny Ambukiyenyi Onya, Laurence Jacobs, Elke Kraemer, Sana Afouaiz, Wendy Verheyden © Filip Van Loock
NIEUWS VAN ALUMNI 54

DE TIJDGEEST EN DE INGENIEUR

We hoeven de tijdgeest niet te vrezen. We mogen er zelfs af en toe mee lachen. En vooral: niets verhindert ons om hem zelf mee te bepalen. Dat was de teneur van de boodschap die prof. Rik Torfs, voormalig rector van KU Leuven, op 15 maart bracht in een volle aula voor ingenieurs. Een initiatief van Campus Groep T en de alumniverenigingen AIKUL en VBI.

De tijdgeest vatten en begrijpen is een lastige opgave. We leven er middenin, bijgevolg ontbreekt elk perspectief. Bovendien is de tijdgeest geen statisch gegeven. Hij verandert permanent maar meestal geruisloos. Wat gisteren waarheid leek, is vandaag een leugen of omgekeerd. Wat de enen voortschrijdend inzicht noemen, betitelen anderen als puur verval.

De huidige tijdgeest wordt volgens prof. Torfs gekenmerkt door politieke correctheid, de ideologie van het slachtofferschap, de vermenging van recht en moraal en almaar toenemende taboes en dogma’s. Deze worden gemakshalve als ‘gezond verstand’ of als voortuitgang op het vlak van beschaving in de markt gezet. Het lijkt wel of de ‘pensée unique’ regeert. Een cultureel heersende minderheid legt haar waarden en normen op en bepaalt wat gezegd en vooral niet gezegd kan worden en de bevolking moet volgen.

Taboes

Bepalend voor de tijdgeest zijn taboes, aldus prof. Torfs. Dat er de voorbije decennia vele zijn verdwenen, staat vast. Maar hun plaats is ingenomen door nieuwe, ook al dragen ze niet de beladen ouderwetse naam. Ze circuleren in een nieuwe verpakking. Wat telkens terugkomt, is dat op het ogenblik dat ze ontstaan, ze een positief effect beogen, ook al is het enkel voor wie ze probeert in te voeren of het nu om een kerk, een overheid of een cultureel dominante groep gaat.

Kenmerkend voor de tijdgeest is de vooruitgangsidee. Prof. Torfs verwijst in dat verband naar de dialectiek met de trits these, antithese en synthese. Twee schijnbaar tegenstrijdige visies worden verenigd in een synthese die als ‘voortschrijdend inzicht’ geldt. Volgens Torfs komt er vandaag na de antithese opnieuw een these aan de beurt, zij het in een andere vorm, gewapend tegen de kritieken die de antithese formuleerde, maar zonder een echte synthese te brengen. Een voorbeeld hiervan is de manier waarop het groepsdenken helemaal terug is van weggeweest. Je bent in eerste instantie een ‘witte man’ of ‘een lid van de holibigemeenschap, alvorens er naar individuele kenmerken wordt gekeken. De individuele rechten moeten wijken voor de collectieve, wat een flagrante ontkenning is van de universele rechten van de mens. Een direct gevolg hiervan is dat de individuele vrije meningsuiting in het gedrang komt.

Door de vermenging van recht en moraal zien we het aantal wetten toenemen dat het vrije spreken en schrijven aan banden legt.

Emoties

Kenmerkend voor de tijdgeest is eveneens het oplaaien van emoties; Paradoxaal genoeg is dit volgens prof. Torfs het gevolg van het nieuwe positivisme. Omdat het geen plaats kan geven aan emoties zoeken die hun eigen weg en worden ze zonder sturing geuit. In de tijdgeest is emotie een fenomeen waartegen geen rationeel argument meer is opgewassen. Dat is zeker het geval als het om gekwetste gevoelens gaat. Vandaar is het maar een kleine stap naar de slachtoffercultuur. De gigantische rol die het slachtofferschap vandaag krijgt toebedeeld, brengt volgens prof. Torfs het juridische vermoeden van onschuld in het gedrang. Een ander gevolg van de emotionaliteit is de toenemende polarisering in de samenleving waarin het open debat wordt verdrongen door zelfcensuur en een ‘cancel culture’. Uit zijn analyse van de tijdgeest, leidt prof. Torfs af dat we als maatschappij weinig of geen vooruitgang hebben geboekt, hoewel iedereen het tegendeel beweert. Op het vlak van technologie, exacte wetenschappen en geneeskunde is dat onmiskenbaar wel het geval maar op moreel of normatief gebied niet. Daar moet de vrijheid van meningsuiting wijken voor een soort van algemeen belang dat er in de praktijk geen is.

Verschil

In deze tijdgeest kunnen de ingenieurs volgens prof. Torfs wel degelijk het verschil maken. Hun rationeel, Cartesiaans denken is een welgekomen tegenpool voor de kritiekloze acceptatie van de pensée unique. Met de wetenschap en de technologie hebben ze bovendien de instrumenten in handen om de grote wereldproblemen aan te pakken. Klimaatverandering, energietransitie, biodiversiteit, honger en armoede, … ze hebben allemaal wel iets van doen met de technologie en bijgevolg zijn ingenieurs erbij betrokken. Het is dan ook hoog tijd dat zij het stilzwijgen doorbreken. De kwaliteit van het maatschappelijk debat kan er enkel bij winnen mochten de ingenieurs er zich meer in mengen. In dat opzicht kunnen ze de tijdgeest mee bepalen.

CONNECT ING 55
Yves Persoons

Faculty of Engineering Technology Group T Campus Leuven

ADVANCED MASTER OF SCIENCE IN INNOVATIVE HEALTH TECHNOLOGY

THE ADVANCED MASTER’S PROGRAMME

 Offers the opportunity to specialize in the rapidly evolving domain of innovative health care technologies.

 Integrates recent trends in electrical and electronics engineering, mathematical engineering, mechanical and biochemical engineering into the design, development and implications of novel practical solutions for patients as well as health care providers and professionals.

 Is a one-year programme aimed at students who have completed a master’s programme in (bio)engineering technology.

 Consists of 8 course units: 4 courses focusing on engineering technology, one on entrepreneurship, one on the human body, a team-based project and a master’s thesis, including an internship.

 Is part of an international network of universities, renowned institutions (e.g. the Interuniversity Microelectronics Center-imec, the University Hospitals Leuven) and high-tech companies.

Health is a Precious Treasure. Health Technology its Reliable Treasurer. www.iiw.kuleuven.be/innovative-health-technology

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.