In hun educatieve werking blijft het Innoptus Solar Team hoge ogen gooien: dit jaar begeleidde het team niet minder dan 600 leerlingen uit het secundair onderwijs tijdens hun Solar Olympiade, met een intensieve bootcamp op Campus Groep T en een grandioze finaledag in Halle. Het aantal leerlingen verdubbelde in vergelijking met vorig jaar. How far can you go? Wel… Australië komt er sowieso weer aan! Meer over de Solar Olympiade en de gloednieuwe zonnewagen op pag. 40
INHOUD
• Woord vooraf 3
• Nieuws van de multicampusfaculteit 4
• Onderwijsontwikkeling in de kijker 16
• Student in de kijker 18
• Docent in de kijker 22
• Onderzoeker in de kijker 26
• Alumnus in de kijker 32
• Wetenschapscommunicatie 40
• Faculty Worldwide 44
• Nieuws van alumni 48
COLOFON
ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 6 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt.
Verantwoordelijke uitgever: Wim Dewulf, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Dorine Bruneel, Sofie Craps (Voorzitter), Jeroen De Smet, Wim Dewulf, Kris Henrioulle, Tjörven Kerckhofs, Hilde Lauwereys, Yves Persoons, Lien Salien, Inge Van Cauter, Peter Van Gorp | Pauline Van Springel | Hoofdredactie: Peter Van Gorp | Eindredactie: Pauline Van Springel | Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter
Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203, 3001 Heverlee 053 72 71 86 (secretariaat) - connecting@kuleuven.be www.iiw.kuleuven.be
Foto’s: Marijke ‘t Kindt, Julie Feyaerts, Jolien Jacobs, Kevin Vandenberghe, Joren De Weerdt, Tine Desodt, Guillaume Mertens, Denys Schelfhaut, Filip Van Loock, Lars Crommelinck, Lennart Peus, Geert Vanden Wijngaert
Grafisch ontwerp: www.altera.be
Drukwerk:
Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij www.vanderpoorten.be
VERBINDING
De rectorsverkiezingen aan de KU Leuven zijn achter de rug. Vanuit onze faculteit feliciteren we onze nieuwe rector, professor Severine Vermeire, van harte. Toen ze zichzelf kwam voorstellen aan alle collega’s van onze faculteit, begon ze met één krachtig woord waarop ze haar beleid wil bouwen: samen. Als multicampusfaculteit beseffen we het belang van samenwerken maar al te goed. Ons magazine heet niet voor niets ConnectING.
Onze nieuwe rector deelt heel wat van onze bezorgheden. Tijdens de volgende vier jaar wil ze onder meer focussen op strategische partnerschappen met internationale instellingen, de ondersteuning van minderheden, lokale inbedding en citizen science: het bouwen van een rechtstreekse link met burgers, waarmee we mensen van alle leeftijden en achtergronden warm maken en betrekken bij wetenschappelijk onderzoek. Dit is een manier om meer inclusie en participatie tot stand te brengen.
In onze faculteit, en dus ook in deze nieuwe ConnectING, staat verbondenheid centraal. Het 600-jarig bestaan van de KU Leuven mag dan al volop gestart zijn in Leuven, op de andere campussen wordt evenveel gevierd. Met feestelijke concerten georganiseerd op en rond onze campussen, samen met het Festival van Vlaanderen in Brugge en Mechelen, en een grootse opendeurdag op de KU Leuven campussen in Gent, waar we op zaterdag 10 mei een ruime inkijk gaven in ons vernuftig onderzoek.
In Leuven startte dan weer een artistiek 600-jaar project getiteld ‘And So, Change Comes in Waves’. Op deze kunst- en wetenschapsroute langs acht installaties en acht gedichten die het gezicht van de stad permanent zullen kleuren, komen we twee dichters tegen die verbonden zijn met onze faculteit: een bioloog die het gedicht ‘Zachte Machines’ schreef op de grote zuil aan Campus Groep T, en een collega-ingenieur wiens poëzie op het Erasmushuis van de aanpalende Faculteit Letteren prijkt.
Samen met het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid stonden onze collega’s van Campus Geel dan weer mee aan de wieg van de website ‘Ik doorgrond Vlaanderen’. Deze educatieve website bevat een goudmijn aan informatie over de verschillende landschappen in Vlaanderen voor leerlingen en leerkrachten van het secundair onderwijs.
Onze campussen verbinden zich ook op andere domeinen: studenten van campussen Groep T en De Nayer geven verslag over hun gezamenlijke Chinareis, en Campus De Nayer-onderzoeker Julie Verlinden verlegt niet enkel haar grenzen bij het combineren van eeuwenoude decoratiepatronen uit Klein-Azië en moderne artificiële intelligentie. Ze nam ook deel aan ‘Mindseed 2025’, een topevent van NeuroTech Leuven in samenwerking met Campus Groep T. Hier nam ze het woord in een heel andere context, namelijk als participant in de HemON-studie.
Verder blijven we onze studenten en alumni samenbrengen via allerhande initiatieven, zoals lezingen en debatten. We laten hen nog veel persoonlijker van elkaar leren tijdens ons uniek Women Engineers’ Mentoring Programme, dat in april voor de tweede keer van start ging. Onze nieuwe rector vermeldde trouwens net nadat ze verkozen werd, dat mentoringprogramma’s voor vrouwelijke studenten en collega’s bovenaan haar ongetwijfeld lange lijst staan.
En tot slot zetten we opnieuw met veel plezier en gepaste trots tal van docenten, onderzoekers, studenten, studententeams en alumni van onze zes campussen in de kijker in één magazine, dat ons allemaal verbindt.
Laat je opnieuw verwonderen en deel je verwondering met je collega’s en je connecties die onze faculteit een warm hart toedragen of nog niet weten wat voor moois we allemaal samen maken!
Professor Wim Dewulf, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen
600 JAAR KU LEUVEN OOK IN GENT
Het jubileumjaar van KU Leuven is nog lang niet voorbij: ook op de regionale campussen is het feest nog aan de gang. Samen met de Faculteit Architectuur en LUCA School of Arts zette de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen de deuren in Gent wagenwijd open op zaterdag 10 mei. Van een innovatie- en techmarkt en state-of-the-art onderzoekslabo’s tot 600-secondenlezingen en een Kinderuniversiteit: er viel heel wat te beleven.
Naast de gewoonlijke infodag konden (oud-)studenten, alumni, (oud-)collega’s, buurtbewoners, kinderen én ouders proeven van al het onderzoek dat op onze campus gebeurt - en dat soms letterlijk. Zo kregen de aanwezigen bij de onderzoekers van Meat Technology & Science of Protein-Rich Foods (MTSP) en het Laboratory of Enzyme, Fermentation and Brewing Technology (EFBT) een inkijk in fermentatie voor de productie van voedingsingrediënten en in de productie van vleesproducten en veganistische alternatieven. Het eindproduct was onder andere een heerlijk stukje cake met spirulina.
Voor wie geen weg weet met zijn champignonstelen, garnalenschalen of zelfs sigarettenpeuken, was het WASTE2FUN-lab van de partij. In het lab worden innovatieve methoden gebruikt om afval om te zetten in bruikbare materialen zoals cosmetica en milieuvriendelijke coatings.
Onderzoeksgroep Geomatica toonde dan weer hoe drones en laserscanners ingezet worden in de bouwsector. Dit brachten ze op speelse wijze door op een scherm een robot te tonen die iedere beweging nadoet aan de hand van een camera. Aan informatie én plezier geen tekort dus. Dat was ook te merken bij de onderzoekers van DRAMCO. Zij brachten een minivorkheftruck mee waar kinderen tot acht jaar zelf in konden rijden en die bestuurd kon worden met een afstandsbediening. De heftruck bevatte sensoren om de impact van een botsing te meten. Bij een te harde impact klonk er een signaal.
Vanuit computerwetenschappen waren onderzoeksgroepen CODeS en DistriNet@Gent aanwezig om hun onderzoek toe te lichten. De onderzoekers van DistriNet brachten hun “Binnen zonder bellen”-demo mee, waarmee ze aantonen hoe belangrijk cyberveiligheid is wanneer je omgaat met slimme technologie. Bij CODeS gingen bezoekers de uitdaging aan tegen geavanceerde computeralgoritmes om 3D-vormen te stapelen.
Op de innovatie- en techmarkt presenteerde het Labo Innovatieve Technologie voor Logistiek (L-iTL) hun e-cargo bike: een elektrische fiets die tot 300 kg kan vervoeren. De trapkracht van
de fietser wordt hierbij omgezet in stroom voor de elektromotoren in de achterwielen. Ook onderzoeksgroep Electa stelde hun zonnefiets voor, die rijdt op een combinatie van zonne-energie en trapkracht. Hoe je een fietsframe onbreekbaar maakt, legden de onderzoekers van Metal Performance Innovation (Elooi) Laboratory uit in geuren en kleuren. En in materialen: de bezoekers konden zelf de impact van botsingen testen op metalen, kunststoffen en composieten voorwerpen.
Binnenkijken in de onderzoekslabo’s
Niet enkel op de innovatie- en techmarkt konden de bezoekers het onderzoek van de Gentse campus ontdekken. Met een plan in de hand gingen ze op ontdekking, ver voorbij het groene grasveld van de campus. Zo bezochten ze onder andere de gespecialiseerde labo’s van bouwkunde, waar ze kennis konden maken met het onderzoek naar o.a. energie-efficiënt bouwen, duurzame bouwmaterialen en trillende constructies.
De bezoekers kregen ook een VIP-rondleiding doorheen de labo’s van chemie en biochemie, inclusief het Analytisch Centrum voor het meten van geuren en smaken. Daar kon iedereen zien hoe het SurPlus-bier van de campus gebrouwen wordt. In de pilootfabriek en het analyselaboratorium leerden passanten hoe worsten, veganistische vleesvervangers en gefermenteerde zuivelalternatieven worden geproduceerd en geanalyseerd.
In het labo van werktuigkunde ontdekten geïnteresseerden onder andere robuuste verpakkingen voor flessen, ontwikkeld door geavanceerde machines. Ook kregen ze inzicht in roboticaonderzoek, zo konden ze een autonome kruiprobot in actie zien die metingen van structuren uitvoert. Vervormingen aan het oppervlak van materialen opmeten zonder er contact mee te maken? Dat kon dan weer dankzij digitale beeldcorrelatie in het labo van materiaalkunde.
Langs de lange gang op de tweede verdieping van het B-gebouw konden bezoekers tot slot binnenkijken in de labo’s van elektronica-ICT en lichttechnologie. Ze kwamen er alles te weten over draadloze en mobiele communicatie zoals 6G-communicatie. Daarbovenop demonstreerden onderzoekers hoe kleur gepercipieerd wordt en wat de invloed van licht is op ons welzijn.
Alumnicorner
Wie de innovatie- en techmarkt bezocht, passeerde ongetwijfeld ook bij de Alumnicorner. Enthousiaste bezoekers waagden zich aan een draai aan het rad van fortuin van PUC - KU Leuven Continue, waar ze uiteenlopende prijzen konden winnen. Alumni en andere bezoekers konden zich ook bewijzen door 20 Trivial Pursuit-vragen op te lossen uit de 600 jaar KU Leuven-editie van het spel. De deelnemers met de beste score maakten kans op een fysiek exemplaar. Intussen raakte de tijdscapsule gevuld met kaartjes waarop bezoekers hun wens voor de universiteit kunnen achterlaten. De capsule gaat op slot en wordt pas in 2050 geopend. Zullen alle wensen uitgekomen zijn?
Over de campussen heen
KU Leuven – Gent is meer dan enkel de Faculteit Industriële
Ingenieurswetenschappen. Op de creatieve maakplek langs de Leiekaai slaan de industrieel ingenieurs dagelijks de handen in elkaar
met de Faculteit Architectuur en LUCA School of Arts. Op 10 mei leefden kinderen tussen 8 en 13 jaar zich uit tijdens workshops van de Kinderuniversiteit. Van je droomhuis bouwen in karton tot zelf 3D-printen: de toekomstige creatieve makers wisten wat gedaan. De ouders konden tegelijkertijd de 600-secondenlezingen, onder leiding van VRT NWS-journalist Helen Goedgebeur, bijwonen. Ingenieurs Frederik Desplentere en Liesbet Van der Perre waren van de partij met lezingen over 3D-printen met nieuwe materialen en het internet der dingen als zinvolle zintuigen.
Wie echter geen genoeg kreeg van de campus aan het Rabot, kon op de Leiekaai ook professor emeritus Luc Peelman aan het werk zien. Daar werkt hij samen met Dimitri Coppens aan houten panelen die de geschiedenis van de campus vertellen. Het concept van de panelen werd bedacht door drie studenten Architectuur die deelnemen aan het keuzevak Creatieve Makers, een samenwerking tussen de twee faculteiten.
GESPREK MET DICHTERS PIETER VAN DE WALLE EN ANNELIES VAN DYCK
We spreken af aan ‘t Strand. De zon schijnt, parasols staan klaar. Zicht op de grote zijmuur van Campus Groep T, waarin een raam, waaruit Annelies vaak kijkt terwijl ze les geeft.
Twee dichters aan het Strand: ter gelegenheid van 600 jaar KU Leuven schreef Pieter Van de Walle het gedicht ‘Zachte Machines’, dat eind maart op de grote zuil aan de ingang van Campus Groep T geschilderd werd, en bedacht Annelies Van Dyck ‘Het Experiment’, waarvan de eerste 3 regels op de rand van het Erasmusgebouw van de Faculteit Letteren werden aangebracht in metalen letters.
Een bioloog op bezoek bij de industrieel ingenieurs, en een burgerlijk ingenieur en natuurwetenschapper, verbonden aan onze faculteit en nu ook – letterlijk – bij de naburige faculteit. Voldoende interacties dus die om een boeiend gesprek vragen.
Hoe werden jullie bij dit project betrokken?
Pieter: “Ik heb samen met Maud Vanhauwaert (een van de curatoren van 600 jaar KU Leuven, red.) een voorstelling gespeeld met poëzie, wetenschap en muziek. Die heette ‘De haas, de roggelelie en de worm ’. Daarin vertolkte ik het wetenschappelijk luik. De voorstelling werd gemaakt door de Klimaatdichters, waar ik deel van uitmaak. Dat is een organisatie die met klimaat en poëzie bezig is. En Maud wist dat ik een wetenschappelijke achtergrond had, maar ook dichter was.”
Annelies: “Ik had Maud een jaar daarvoor ontmoet op een bundelvoorstelling van Tom Driesen. Zij presenteerde die en ik las daar enkele gedichten voor uit mijn eigen werk en een paar van Tom. We zijn er aan de praat geraakt, want zij moest me inleiden. Ze bleek enthousiast toen ze hoorde dat
ik wetenschapper was van opleiding. Ik denk dus dat Maud inderdaad echt gezocht heeft naar dichters die een link hebben met het wetenschappelijke. Ze zocht net die connectie om aan te tonen dat kunst er niet het tegenovergestelde van is.
Moest die verbondenheid ook op een of andere manier aan bod komen? Of heeft Maud bepaalde thema’s aangehaald?
Pieter: “We kregen inderdaad elk een thema. Bij mij was dat The Makeable Human, en daar zag ik direct een link in met wetenschap en technologie. De maakbare mens gaat ook heel hard uit van een bepaald mensbeeld. Kunnen we onszelf als mens verbeteren. Kunnen we onszelf fixen. Dat past heel goed bij wat ik schrijf. En die technologische blik zit daar ook echt in.” u
buiten speelt de lentewind doorheen de kieren van je nieuwe hardware
elke bewerking die je aanbrengt in het landschap in jezelf, is voor altijd veranderlijk
alles, alles, alles vindt plaats in de imperatief
het duurt exact één leven lang voor je gewend bent aan het leven en aan je ongevraagde erfenissen: je zin, je richting, je geboortedag
je hebt, merkt iedereen een groot talent voor zelfverbetering en ik vraag me af
beter dan wie, beter dan wat beter waarom en voor hoe lang
ga je dit oude landschap in maak dan iets dat zacht en zinnig is noteer dan elke verandering die je mag maken
in jezelf, een groef, een geul, een stenenmannetje door vele handen gestapeld in je bergstreek
ik ben net zoals jij, hoop ik geboren met een onhandig talent voor verwondering
getekend in je ruwe oppervlak verweerd voor je begonnen bent om dan te zeggen dat je het nog niet weet hoe je zachte machines kneedt
Pieter Van de Walle
Een onhandig talent voor verwondering
Annelies: “Ik vind ook dat dat thema heel erg bij jou past. Dat van mij was The Poetics of Not Knowing, de poetica van het niet-weten. Het gevoel hierbij zat bij mij ook direct goed. Ik hou heel erg van dat schuren met ‘Weten we de dingen wel?’. Ik vind het soms heel fijn om het ongemakkelijke op te zoeken. Nu, in dit gedicht heb ik dat niet per se gedaan, maar de dingen waar we vaak van wegkijken, zoek ik wel eens graag op. En dan zeker het niet-weten.”
Pieter: “Ik heb je gedicht ook nog eens gelezen en de missie van wetenschap is toch: we weten eigenlijk echt helemaal niets, en hoe meer we onderzoeken, hoe minder we weten precies. We weten niet per se meer. We gaan gewoon beter en beter beseffen hoe ingewikkeld het allemaal is.”
Annelies: “Hoe zeg jij het nu weer in jouw gedicht? ‘ Ik ben net zoals jij, hoop ik, geboren met een onhandig talent voor verwondering.’ Ik vind dat een fantastische regel.”
Pieter: “Het is onhandig en je moet jezelf kwetsbaar opstellen. Als wetenschapper moet je eigenlijk altijd de houding aannemen van: dit is wat we nu weten, maar er is nog zoveel dat we niet weten. En dat merk ik ook heel erg bij onze onderzoekers. Ik vind het eigenlijk een heel gezonde reflex die ze hebben, om niet te veel grote statements te maken. Want de kranten willen voortdurend dat je eens iets komt zeggen over je onderzoeksdomein. En de meeste wetenschappers die ik ken, zijn daar even voorzichtig mee. Ik vind dat eigenlijk geen foute houding.”
Het niet-weten, het op zoek gaan naar, de randen opzoeken.
Annelies, jij benoemt dat heel expliciet, van de ene rand naar de andere. En die rand kan verwondering geven, maar ook angst bezorgen. Annelies: “Je moet van de ene waarheid naar de andere waarheid. Dat is altijd weer een nieuw begin. Maar het is niet gemakkelijk om dat te communiceren naar mensen die hopen dat je het ongemak gaat wegnemen. Want het is net kunnen omgaan met het ongemak van je leven.
En ik denk dat we dat tijdens de coronaperiode heel erg gezien hebben. In het begin zocht iedereen naar die wetenschappelijke houvast, maar toen er voortschrijdend inzicht kwam - wat eigenlijk een heel normale gang van zaken is in de wetenschap, want dat is net wat je wilcreëerde dat ontzettend veel onrust. Veel mensen hebben zich toen echt helemaal afgekeerd van de wetenschap. Het was heel jammer om dat te zien gebeuren. Want we zoeken zo graag naar zekerheden, maar eigenlijk, als je erover nadenkt, hebben we er geen.”
Jullie werken beiden in een heel andere context. Hoe interageert jullie werkdomein met het schrijven van poëzie?
Pieter: “Ik ben projectcoördinator aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en de Universiteit Antwerpen, waar ik onderzoekers en onderzoeksgroepen help om financiering voor hun projecten te vinden. Het schrijven over hun projecten is natuurlijk heel anders schrijven. Het is heel bewust schrijven waarbij je ook wel inspiratie nodig hebt om alles op een goede manier te verwoorden. Een goede tekst is een goede tekst, denk ik. En er zijn bepaalde regels die overeenkomen. Je merkt wel dat hoe meer je leest, hoe meer je een affiniteit krijgt voor tekst, en voor helderheid en overtuiging.
De vrijheid van het niet weten
Ook een gedicht moet op een bepaalde manier overtuigend zijn. Daar bedoel ik niet mee dat een gedicht een statement moet maken of een soort pamflet moet zijn. Liever niet eigenlijk. Maar er moet ook wel een soort kracht in een gedicht zitten. Sowieso moet je in de twee contexten de juiste woorden gebruiken. In de ene mogen die heel veel betekenissen hebben, liever zelfs; in de andere enkel de eerste betekenis.
Ik voel wel dat ik twee kanten van mijn brein aan het gebruiken ben: de ene kant voor het wetenschappelijk schrijven en de andere kant voor het creatief schrijven. En het voelt heel goed, om dan af en toe te kunnen switchen.”
Annelies, jij bent zelfstandig schrijfcoach en geeft les aan Campus Groep T.
Annelies: “Ik geef inderdaad schrijfcoaching aan dichters en prozaschrijvers. En aan Campus Groep T doceer ik wiskunde en wetenschappelijk schrijven. Zo leer ik onze derdejaarsstudenten van de opleiding Elektronica en ICT papers schrijven. Dit jaar hebben we echt een stap gezet naar veel meer samen schrijven en samen gaan zoeken, minder theorie. Ik vind dat heel fijn, studenten leren om elkaar feedback te geven. Dat is iets dat ik mijn dichters ook aanleer. Maar ik zie verder nog heel veel raakvlakken. Nochtans heb je geen twee genres die verder uit elkaar liggen dan het wetenschappelijke artikel, of misschien ook het beleidsvoorstel, en de poëzie. Maar een tekst moet straf starten en straf eindigen. Er zijn ook manieren om een zin goed te maken, de grammatica moet juist zitten, en we leren aan onze studenten om parallellismes te gebruiken. Als je een aantal voorbeelden moet geven, dan zijn dat er vaak drie. Dat is zo'n mooi getal en dat werkt goed, dat voelt gebalanceerd.
Zorg er in dat geval dan wel voor dat je die drie voorbeelden qua woordsoort in dezelfde vorm giet. Want dat is voor een lezer handiger. Die heeft meteen de flow mee.”
Over vorm gesproken, om tot slot nog even terug te komen op jullie gedichten op de twee gebouwen. Hadden jullie inspraak in de vormgeving en de locaties?
Annelies: “Neen, Maud heeft daarvoor samengewerkt met vormgever Jelle Jespers. En ik vind gewoon dat hij dat waanzinnig goed gedaan heeft.”
Pieter: “Jelle is gewoon dé man als het aankomt op poëzie in openbare ruimtes, dus ik vertrouwde hem ook volledig.”
Annelies: “En het is fijn om te zien dat onze gedichten met elkaar interageren zonder dat we het van elkaar wisten. Ze staan ook niet zo ver van elkaar. Het zou niet geholpen hebben als ik tijdens het schrijfproces wist waar mijn gedicht zou geplaatst worden. Daar is weer het nietweten, maar dat niet-weten zorgt voor heel veel vrijheid ook!”
Peter
Van Gorp
Het experiment
Wij zitten aan de rand van het weten maken vuur, verkennen het land dat naast ons, in ons ligt.
In het zand tekenen we een kaart. Misschien zo, zeggen we wanneer ze opstuift. De zandkorrels gloeien, wij zien voor het eerst
de bochten van een nieuwe rivier, wilgen langs de kant. Door het rietgras banen we een voorzichtige weg we stoppen keien in onze zakken als prille waarheden zeggen kijk eens hoe ongekend mooi ligt verderop de nieuwe rand.
Annelies Van Dyck
DIALOOG TUSSEN KUNST EN WETENSCHAP
Meer dan zeventig wetenschappers van alle KU Leuven-faculteiten, onder meer professoren Toon van Waterschoot en Lucca Geurts van onze faculteit, gingen in gesprek met zestien kunstenaars en dichters. Ze bogen zich over actuele onderzoeksthema’s en vraagstukken. Hoe maakbaar is de mens? Wat is de kracht van niet-weten? En hoe kan onderwijs nog inclusiever worden? And So, Change Comes in Waves is het resultaat van hun dialoog. Ontdek hoe kennis altijd in beweging is en wandel langs bijzondere plekken in de stad.
‘And So, Change Comes in Waves’, Kunst- en Wetenschapsroute www.kuleuven.be/600jaar/programma/and-so-change-comes-in-waves
INNOVATIE HACKATHON
Geelse ingenieursstudenten bedenken innovatieve oplossingen rond de inzet van sluipwespen van Biobest Group tijdens Innovatie Hackathon
Het Kempense bedrijf Biobest biedt biologische gewasbeschermingsoplossingen en is daarmee uitgegroeid tot een van de grootste spelers wereldwijd. Sluipwespen zijn een voorbeeld van zo'n oplossing en worden doelgericht, natuurlijk en efficiënt ingezet om plantenplagen te bestrijden. Op 19 februari bundelden Biobest, Vlaio, Hack Kempen en KU Leuven Cocoon2440 de krachten voor een innovatieve hackathon. Hier kregen de ingenieursstudenten van KU Leuven Campus Geel enkele bedrijfsuitdagingen voorgeschoteld. Het doel? De meest innovatieve oplossingen bedenken!
Tijdens het evenement werkten de derdejaarsstudenten industriële en biowetenschappen in kleine teams aan enkele vraagstukken. De thema’s varieerden van de kweekstrategie en het geautomatiseerd inpakken van de poppen, tot het transport en de toepassing van de poppen op planten. Het doel was om de efficiëntie van sluipwespen als natuurlijke bestrijders van plantenplagen te verbeteren.
Een avond vol innovatie en samenwerking
De avond startte met een toelichting van het programma en een introductie van de uitdagingen waar Biobest mee te maken heeft. Vervolgens gingen de deelnemers aan de slag met brainstormsessies en het selecteren van de beste oplossingen. Na een intensieve voorbereidingsfase kregen de teams de kans om hun ideeën te pitchen voor een deskundige jury.
“Het was indrukwekkend om te zien hoe de studenten met creatieve en technisch onderbouwde ideeën kwamen”, aldus Ine Berden van Biobest. “Dit toont aan hoe belangrijk multidisciplinaire samenwerking is om duurzame oplossingen te bedenken.”
Winnaars en impact
Na beraad van de jury werd het winnende team bekendgemaakt. Brent Beyers, Toon Gios, Birgit Rijnders en Nelles Braet ontvingen een mooie prijs voor hun innovatieve bijdrage: een bedrijfsbezoek aan Biobest waarbij ze de besproken uitdagingen in de praktijk konden waarnemen. De ideeën en inzichten die tijdens het evenement zijn ontstaan, zullen mogelijk bijdragen aan toekomstige verbeteringen binnen Biobest. “De innovatie Hackathon gaf de studenten een realistisch beeld van hoe industrieel ingenieurs uit verschillende domeinen samen kunnen werken aan maatschappelijke impact”, concludeert Rita Thijs van Cocoon2440. “Volgend jaar bekijken we opnieuw welke uitdagingen we aan onze studenten kunnen voorschotelen.”
Jolien Jacobs
Achteraan van links naar rechts: Nelles Braet (student elektromechanica), Toon Gios (student elektromechanica), Ine Berden (Biobest), Brent Beyers (student biowetenschappen), Paco Rubio Lonzano (Biobest)
Impact vormt een sleutelbegrip in het denken en doen van KU Leuven. Ter gelegenheid van haar 600-jarig bestaan zet onze universiteit, op voordracht van de Oost- en West-Vlaamse campussen, die ambitie kracht bij door drie organisaties te lauweren met een erepenning voor hun belangrijke maatschappelijke bijdrage. Die uitreiking vond plaats op vrijdag 9 mei in het Concertgebouw van Brugge.
De drie KU Leuven-campussen in Gent, Brugge en Kortrijk droegen elk een laureaat voor die op een inspirerende manier laat zien hoe engagement, innovatie en impact samenkomen. Zo erkende KU Leuven Kulak met haar erepenning de verdienste van Fonds LISA, een studentenfonds dat jongeren met ambitie de kans geeft om hogere studies aan te vatten wanneer hun thuissituatie dat niet toelaat. Net zoals KU Leuven Kulak, schoven ook KU Leuven – Gent en KU Leuven – Brugge organisaties naar voren die nauw aansluiten bij hun eigen impactdomeinen, respectievelijk circulair bouwen en gezondheidszorg en technologie.
ROTS vzw
Iedereen verdient een veilige, kwalitatieve en duurzame woning. Vanuit die overtuiging maakt ROTS vzw elke dag werk van het verbeteren van de woonkwaliteit en het duurzaamheidsniveau van bestaande woningen in Vlaanderen, in het bijzonder voor kwetsbare huiseigenaars of huurders. De vzw knapt niet alleen individuele woningen op, maar blaast hele buurten nieuw leven in met haar collectieve renovatieprojecten. De missie van ROTS vzw benadrukt welke sociale impact duurzaam renoveren kan hebben en werd, op voordracht van KU Leuven – Gent, extra in de verf gezet op 9 mei.
Naast fysieke renovaties voorziet ROTS vzw ook sociale en renovatiecoaching en onderzoekt ze hoe bedrijfsmodellen voor renovatie geoptimaliseerd kunnen worden om het renovatieproces haalbaar en vooral betaalbaar te maken. “Dit zorgt ervoor dat mensen hun huizen kunnen behouden, waardoor sociale verdringing of in bepaalde gebieden zelfs gentrificatie van onze steden wordt vermeden”, aldus professor Chiara Piccardo, expert in duurzaam bouwen en promotor van de erepenning.
Met haar projecten speelt de vzw in op enkele prangende uitdagingen van de huidige Vlaamse woningmarkt, zoals het verouderde gebouwenbestand en het tekort aan sociale woningen.
ROTS vzw ontstond uit de fusie van vzw Domus Mundi en RenoseeC vzw en groeide uit tot een pionier in collectieve wijkrenovaties en circulaire renovaties. Ook de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen aan KU Leuven – Gent is al jarenlang een actieve partner in dat verhaal. De onderzoeksgroep Bouwfysica en Duurzaam Bouwen werkte mee aan het RenoseeC-project, dat als doel had een kader te ontwikkelen voor wijkgerichte renovaties. Ook in het Europees gesteunde Gent Knapt Op, waarbij 25 woningen van kwetsbare gezinnen werden opgewaardeerd en de bewoners financiële en sociale ondersteuning kregen, stond kennisdeling centraal. Vandaag krijgt die samenwerking een nieuw hoofdstuk in het impaC³t-project , dat circulaire bouwoplossingen voor collectieve renovaties gaat aftoetsen aan de praktijk om zo een beslissingskader te ontwikkelen en circulariteit in wijkrenovaties te stimuleren. “Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de milieuimpact, maar ook naar de sociaal-economische haalbaarheid”, aldus professor Piccardo.
CoMoveIT
Op voordracht van de Brugse campus werd op 9 mei ook hulde gebracht aan CoMoveIT, de eerste spin-off van KU Leuven –Brugge. Het bedrijf bevindt zich op het snijpunt van gezondheidszorg en technologie en ontstond in 2021 uit een multidisciplinaire samenwerking tussen de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen en de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen aan KU Leuven – Brugge, en de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen in Leuven.
CoMoveIT ontwikkelt vandaag intelligente besturingssystemen voor mensen met een neurologische aandoening die niet overweg kunnen met een klassieke joystick op hun elektrische rolstoel. De CoMoveIT Smart, het eerste product dat het bedrijf op de markt bracht, opent de deuren naar verhoogde mobiliteit, alsook communicatie en computertoegang. “De CoMoveIT Smart is uitgerust met sensoren die de druk, de drukpatronen en de onwillekeurige bewegingen registreren. Die data komen terecht in een computertje achteraan de rolstoel, waar een slim algoritme de schokkerige bewegingen herkent, filtert en vertaalt naar een vloeiende rijbeweging.
Op die manier kunnen gebruikers met weinig kracht en controle toch zelfstandig, soepel en vloeiend rijden”, vertelt professor Monbaliu, expert in neurorevalidatie en promotor van de erepenning.
Uniek aan het intelligente hoofd-voet besturingssysteem van CoMoveIT is zijn lerende karakter. Het systeem past zich continu aan aan de rolstoelgebruiker, wat leidt tot een meer ontspannen rijervaring. “Rustig rijden is cruciaal, omdat zo vermeden kan worden dat de gebruiker zich vast gaat zetten in fixaties, wat voor spierspanning en later ook spierverkortingen en botmisvormingen kan zorgen. Op die manier draagt de CoMoveIT Smart bij tot een hogere levenskwaliteit van de gebruikers”, licht professor Monbaliu toe. Niet alleen de CoMoveIT Smart, maar ook de aanpak van het bedrijf is voor professor Monbaliu betekenisvol. “CoMoveIT ontwikkelt niet alleen besturingssystemen voor mensen met een neurologische aandoening, maar doet dit ook samen mét hen. De eindgebruiker wordt actief betrokken bij het proces, van klinische validatie tot presentaties en congressen, vertrekkende van hun mogelijkheden en niet van hun onmogelijkheden”, aldus professor Monbaliu.
Uitreiking
De zaal in het Concertgebouw van Brugge, goed voor 1200 plaatsen, was volledig gevuld voor de uitreiking van de erepenningen en het aansluitende verjaardagsconcert van KU Leuven “Beyond the Horizon of Thought”. De drie erepenningen werden uitgereikt door onze rector Luc Sels.
Pauline Van Springel
STUDENTEN EN WERKGEVERS KIJKEN SAMEN NAAR DE TOEKOMST
JOBBEURZEN OP DE 6 CAMPUSSEN VAN DE FACULTEIT
BRUGGE GENT GEEL
DIEPENBEEK LEUVEN GROEP T SINT-KATELIJNEWAVER DE NAYER
Tussen 26 februari en 25 maart 2025 hield de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen de grootste jobbeurs van het land. Op onze 6 campussen werkten we hiervoor samen met de andere opleidingsinstellingen van de Associatie KU Leuven: Thomas More, Odisee, Luca School of Arts, Vives en UCLL. Op Campus Diepenbeek verenigden we ook krachten met Universiteit Hasselt en PXL.
Ook de studentenverenigingen die verbonden zijn aan onze campussen, zoals Industria aan Campus Groep T, gingen dit jaar the extra mile. Studenten die zich belangeloos inzetten voor hun medestudenten!
Veel dank alle participanten die onze jobbeurzen opnieuw tot een enorm succes maakten. En vooral veel geluk aan alle studenten en toekomstige werkgevers die in mekaar blijven geloven en samen de wereld een stukje mooier zullen maken.
Hiernaast vind je enkele cijfers die de omvang van onze jobbeurzen weergeven. Het zijn totalen van de Associatie KU Leuven over de 6 campussen van onze faculteit heen.
Maar het individueel belang ervan voor onze studenten en de impact bij de bedrijven waar ze aan de slag zouden gaan, als nieuwe werknemer, stagiair of voor projectwerk, valt helaas niet te meten.
Peter Van Gorp
4.727
Aanwezige studenten Associatie KU Leuven op de jobbeurzen
808
Aantal bedrijfsstanden op de jobbeurzen
172
Aantal medewerkers van de Associatie KU Leuven op de jobbeurzen
Vlaanderen is een lappendeken van verschillende landschappen: van vlakke polders over glooiende plateaus en diepe rivierdalen. Ben je benieuwd naar wat er allemaal onder je voeten verborgen zit? Dan ben je op de gloednieuwe website “Ik Doorgrond Vlaanderen” aan het juiste adres.
De website "Ik Doorgrond Vlaanderen" is een initiatief van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid en richt zich op leerlingen uit het secundair onderwijs. KU Leuven Campus Geel werkte mee aan de realisatie. Professor Karen Vancampenhout had de eer om dit initiatief te trekken, met de medewerking van heel wat collega’s uit onder meer het departement Aard- en Omgevingswetenschappen, en van experts uit het werkveld en uit overheidsinstellingen.
Virtuele excursies
Het informatieve platform biedt een diepgaande en toegankelijke uitleg over de diverse bodems en geologische vormen die Vlaanderen kenmerken. Je komt hier onder andere meer te weten over de geologische geschiedenis van Vlaanderen en over de verschillende bodemtypes. Aan de hand van video’s en virtuele excursies kun je die verborgen delen van het landschap ontdekken. Bovendien kunnen leerkrachten secundair onderwijs deze waardevolle educatieve tools inzetten in hun eigen lessen.
Educatieve tool
“Ik Doorgrond Vlaanderen” biedt niet alleen rijke content voor het brede publiek, maar is voornamelijk een waardevolle bron voor het onderwijs. “De leerdoelen van aardrijkskunde in het secundair onderwijs vormden de basis voor de inhoud. Leerkrachten kunnen met het platform inspiratie opdoen voor hun lessen en leerlingen kunnen op een interactieve manier leren over de geologie van hun eigen regio”, vertelt professor Vancampenhout. “Vaak wordt er in de lessen gebruikgemaakt van handboeken, maar is er weinig materiaal voorhanden uit de eigen regio of vanuit de concrete landschappen die de leerlingen kennen. Ook de tijd om er echt op uit te trekken ontbreekt vaak. Aan de hand van de video’s op de website kunnen leerlingen en leerkrachten virtueel op tocht gaan.”
Modules
De website is opgedeeld in vier verschillende modules die de gebruiker stap voor stap meenemen in de wereld van geologie en bodemkunde. Zo vind je op het platform een snelcursus die de
basisprincipes uitlegt, virtuele excursies naar diverse locaties in Vlaanderen, inzichten in het belang van de bodem voor o.a. voedselproductie en een module over de toekomst waar het belang van duurzaam bodemgebruik en klimaatadaptatie belicht wordt.
Erkenning voor bodemzorg
De inzet van professor Vancampenhout voor bodemeducatie en bewustwording blijft niet onopgemerkt. Recent mocht zij De Bodemschep in ontvangst nemen, een prijs die uitgereikt wordt aan een inspirerende bodemzorger. Deze onderscheiding bekroont personen of groepen die zich inzetten voor goed bodembeheer of bijdragen aan de sensibilisering rond het belang van onze bodem. De erkenning onderstreept de impact van haar werk, waaronder het educatieve project 'Ik Doorgrond Vlaanderen', dat jongeren op een toegankelijke en boeiende manier laat kennismaken met de ondergrond van hun leefomgeving.
Jolien Jacobs
Meer weten? Neem een kijkje op www.vlaanderen.be/ik-doorgrondvlaanderen
VIA WATERWEGEN NAAR DE OVERWINNING
Reinout Annaert studeerde vorig academiejaar af als master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT. Voor zijn prestaties tijdens zijn studies werd hij tot laureaat benoemd. De kers op de taart van zijn opleiding? Het binnenhalen van de ORBEL Award voor zijn masterproef.
Sinds september werkt Reinout als doctoraatsstudent bij de onderzoeksgroep Combinatorial Optimisation and Decision Support (CODeS), onder begeleiding van professor Greet Vanden Berghe. Zij was ook de promotor van zijn masterproef. “Ik wilde niet dat mijn masterproef zomaar ergens in een kast zou belanden”, vertelt Reinout. Daarom koos hij voor een onderwerp dat hij in samenwerking met een bedrijf kon uitwerken. “Zo wist ik dat het nuttig ging zijn, een echte use case.”
Routeplanner voor de binnenvaart
De thesis kwam tot stand in samenwerking met het Gentse bedrijf ALSIC, een softwarebedrijf dat zich vooral richt op software voor de binnenvaart. “Zij hebben een reisplanner waarmee een schipper het snelste traject kan bepalen tussen een bepaald vertrekpunt en bestemming”, licht Reinout toe. Niet evident, want waterwegen zijn heel verschillend van het wegennetwerk. “Je moet ook rekening houden met bruggen, sluizen en getijden. Die bruggen en sluizen worden vaak manueel bediend, wat betekent dat er dus ook bedieningstijden zijn om rekening mee te houden”, aldus Reinout.
Reinout voegde daarom twee functionaliteiten toe aan de reisplanner. “Tot op heden was het nog niet mogelijk om de gewenste aankomsttijd in te vullen en op basis daarvan een aanbevolen vertrektijd
te krijgen. Die functionaliteit heb ik eraan toegevoegd. Tijdens mijn onderzoek merkte ik ook op dat de reistijd heel hard afhangt van je vertrektijdstip. Zo kan het gebeuren dat je toevallig aan een sluis toekomt wanneer die gesloten is. Daardoor moet je soms enkele uren wachten, of zelfs tot de dag nadien, vooraleer die bediend wordt. Ik heb daarom een algoritme geschreven waarbij de schipper kan ingeven tussen welke tijdstippen hij wil vertrekken. Op basis daarvan geeft het algoritme het snelste traject en de beste vertrektijd om zo de reistijd zo laag mogelijk te houden. Zo heb ik gezien dat je soms door zelfs maar tien minuten vroeger te vertrekken, uren tijdswinst kunt boeken”, legt Reinout uit.
In de prijzen
Een masterproef die niet zomaar in een kast zal belanden dus. Dat bewees Annaert ook door zijn deelname aan verschillende wedstrijden. Zo haalde hij de ORBEL Award 2025 binnen, een prijs voor de beste masterproef binnen het domein operationeel onderzoek, uitgereikt door de Belgian Society for Operations Research and Analytics. “Zij lazen eerst de ingezonden masterproeven, en op basis daarvan werden drie studenten uitgenodigd om hun thesis te presenteren in Maastricht. Dit was een diepgaandere presentatie voor professoren en doctoraatsstudenten binnen het domein van operationeel onderzoek. Bij de ie-net prijs verliep het
anders: daar was de presentatie enkel voor een vakjury die niet noodzakelijk actief is binnen optimalisatie of operationeel onderzoek”, vertelt Reinout. Bij de ie-netprijzen behaalde Reinout een mooie tweede plaats uit 45 deelnemers, opgedeeld in drie categorieën: industrieel ingenieurs, bioingenieurs en burgerlijk ingenieurs.
Onderzoek
Dankzij zijn sterke prestaties tijdens zijn masteropleiding polste zijn thesisbegeleider Greet Vanden Berghe of Reinout geen interesse had om een doctoraat te doen aan onze campus. “Ik had al veel werk gezien van de onderzoekers binnen
CODeS, en ik vond dat zij interessant werk leverden. Daarom ben ik ook op het voorstel ingegaan”, aldus Reinout.
Momenteel werkt Reinout aan een TETRAproject. Dat is een project in samenwerking met verschillende bedrijven. “Dit project heeft als doel planningsuitdagingen van Vlaamse bedrijven te identificeren en hen bewust te maken van de voordelen van planningsoptimalisatie. Automatische optimalisatie van planningen is nog niet breed doorgedrongen in Vlaanderen. Dit is te wijten aan de kloof tussen enerzijds de wetenschappelijke en technologische mogelijkheden, en anderzijds de praktijk-
kennis over de voordelen van planning technologie. We trachten met dit TETRAproject innovatie te bevorderen in planningsintensieve sectoren”, legt Reinout uit.
Wat het precieze onderwerp van zijn doctoraat uiteindelijk zal worden, kan Reinout nog niet zeggen. “Tijdens het project zullen er waarschijnlijk zaken opduiken die nog verder onderzocht moeten worden. Daar zal ik op kunnen voortbouwen”, zo besluit hij.
BRUGSE STUDENTE YSALINE WINT STEM-AWARD VAN ZONTA DE HAAN - OOSTENDE
Ysaline Debbaut, studente uit de afstudeerrichting bouwkunde aan KU Leuven –Brugge, mocht op 5 mei de STEM-award van de internationale serviceorganisatie Zonta De Haan – Oostende in ontvangst nemen. De organisatie was onder de indruk van haar engagement tijdens én naast haar studies, onder meer als voorzitter van Bouwkunde Brugge vzw en pleitbezorger voor meer vrouwen in de bouwsector.
Ik ben iemand die het van nature altijd graag druk heeft”, glimlacht Ysaline. En dat blijkt geen loze uitspraak: als voorzitter van Bouwkunde Brugge vzw, vicevoorzitter van het DFI Student Chapter en studente in de derde bachelor industriële wetenschappen zit haar agenda goed vol. Die inzet bleef ook bij de serviceorganisatie Zonta De Haan – Oostende niet onopgemerkt. In januari kreeg Ysaline te horen dat zij de laureaat was van hun jaarlijkse STEM-award. “Mijn docent Jelle Benoot had me voorgedragen als kandidaat voor de award”, vertelt Ysaline. “Tijdens de januari-examens kreeg ik plots telefoon met het nieuws dat ik gewonnen had. Dat was even overweldigend, maar het gaf me ook extra motivatie om door te zetten”, vertelt Ysaline.
Uitgebreid engagement
Binnen Bouwkunde Brugge vzw, de studentenorganisatie voor bouwkundig industrieel ingenieurs op de Brugse campus, is Ysaline de drijvende kracht achter heel wat initiatieven. “Toen ik vorig jaar instapte, was er twijfel of de vereniging zou blijven bestaan door een gebrek aan actieve leden. Daarom heb ik beslist om het voortouw te nemen”, vertelt ze. Als voorzitter onderhoudt ze de relaties met bedrijven, organiseert ze werkbezoeken en zet ze mee haar schouders onder grotere evenementen. Hiervoor kan Ysaline ook steeds rekenen op de hulp van de ondervoorzitters Lucas Brinckman en Rune Bonte. “In februari hebben we nog een stage- en jobbeurs opgezet in de Stadsschouwburg van Brugge met een 25-tal bedrijven uit de bouwsector. Zo brengen we de studenten bouwkunde in contact met het werkveld”, legt Ysaline uit.
In de rol van vicevoorzitter van DFI Student Chapter, de studentenafdeling van het internationale Deep Foundations Institute, neemt Ysaline soortgelijke taken op. “Bij het DFI Student Chapter draait alles rond funderingen. Onlangs trokken we met onze jaargroep nog op werkbezoek naar DEME in Antwerpen waar we meer te weten kwamen over grondwerken”, vertelt Ysaline. Haar engagement vraagt tijd, maar daar haalt Ysaline net energie uit. “Voor Bouwkunde Brugge vzw alleen ben ik vijf tot tien uur per week bezig. DFI Student Chapter neemt wat minder tijd in beslag, maar samen met mijn studies en studentenjob zorgt dat voor een strak schema – en zo heb ik het graag”, aldus Ysaline.
Vrouwvriendelijke bouwsector
Naast haar academische en extracurriculaire engagementen, draagt Ysaline ook een duidelijke maatschappelijke boodschap uit. Als vrouw in een traditioneel mannelijke sector wil ze zich inzetten voor meer vertegenwoordiging van vrouwen in de bouw. “Tijdens mijn opleiding viel het mij op dat we als vrouwen wel in de minderheid zijn in de opleiding bouwkunde. Dat schrikt me niet af, maar zet me net aan om anderen te motiveren”, zegt Ysaline. “Ik wil andere vrouwen aanmoedigen om zich niet te laten ontmoedigen door het onevenwicht, niet alleen in de bouwsector, maar ook in andere technische sectoren”, aldus Ysaline. Een overtuiging die ook door Zonta De Haan – Oostende goed onthaald werd, aangezien de serviceorganisatie zich inzet om de situatie van vrouwen wereldwijd te verbeteren.
Internationale ambities
Niet alleen in haar engagement, maar ook in haar toekomstplannen is Ysaline ambitieus. Werken in het buitenland staat dan ook hoog op haar verlanglijstje. “In België weten ze in de woningbouw meestal wel hoe iets aangepakt moet worden”, legt ze uit. “Maar in het buitenland stoot je vaker op complexe uitdagingen waarbij je zelf oplossingen moet bedenken, gewoon omdat het nog nooit eerder is uitgevoerd”, aldus Ysaline. Die fascinatie voor grootschalige projecten werd nog versterkt tijdens een driedaagse studiereis met de afstudeerrichting bouwkunde van KU Leuven – Brugge en – Gent in april. “In Rotterdam werd een project uitgevoerd waarbij enorme leidingen werden gelegd om CO2 onder hoge druk naar een opslagplaats af te voeren. In zulke uitdagende omstandigheden moet je echt out-of-the-box kunnen denken. Dat vind ik enorm boeiend”, aldus Ysaline.
Uitreiking
Op 5 mei werd Ysaline uitgenodigd om haar STEM-award officieel in ontvangst te nemen. Daarbij kreeg ze ook een cheque van 500 euro en mocht ze zelf het woord nemen. “Voor de speech had ik wel een beetje stress, maar het was wel een eer om daar te mogen staan”, vertelt ze. Ysaline werd tijdens de plechtigheid vergezeld door haar ouders, vriend én haar grootouders. “Mijn grootouders waren supertrots. Ze steunen me altijd en ik vond het belangrijk dat ze erbij konden zijn. Het was een bijzonder moment om dat met hen te mogen delen”, zo besluit Ysaline.
Pauline Van Springel
PIETER SPAEPEN: VOORVECHTER VAN HET MENINGSVERSCHIL
‘Du choc des idées jaillit la lumière.’ Het citaat van de 17e-eeuwse Franse polemist en dichter Nicolas Boileau is zowat de lijfspreuk van Pieter Spaepen, opleidingshoofd van de Polyvalente Ingenieursvorming op Campus Groep T. Ideeën op zich volstaan niet, pas door ze met elkaar te confronteren ontstaat toegevoegde waarde. Een portret van een gedreven docent die pleit voor een herwaardering van het meningsverschil.
De spreekwoordelijke mantel der liefde is volgens Pieter vaak een voorwendsel om de angst voor het meningsverschil te camoufleren. Hiermee zit hij op een lijn met wat in de managementliteratuur bekend staat als de ‘friction theory’ (letterlijk ‘wrijvingstheorie’) als basis voor innovatie. Die focust precies op de obstakels die verandering in de weg staan. En dat zijn er nogal wat: van drempelvrees en gemakzucht tot gehechtheid aan het bestaande en -jawel- angst voor het meningsverschil.
P&O’s
Pieter studeerde in 2000 af als bio-ingenieur aan de KU Leuven. Omdat hij naar eigen zeggen te weinig afwist van machines, behaalde hij nog een bijkomend diploma Werktuigkunde aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Daar kon hij ook meteen aan de slag als onderzoeker, net op het moment dat de P&O’s (Probleemoplossen & Ontwerp) werden ingevoerd in de bacheloropleiding als sluitstuk van een programmahervorming. “P&O’s kun je voor een deel vergelijken met de Ingenieursbelevingen in onze faculteit”, legt Pieter uit. “Wetenschap en technologie worden er gecombineerd met teamwerk en creativiteit. De studenten leren in groep werken waarbij methoden uit verschillende vakken worden geïntegreerd om een technisch probleem op te lossen.”
Voor Pieter waren de P&O’s een buitenkans om zich ook zelf multidisciplinair en creatief uit te leven. Hij ontwierp experimentele setups en bedacht mee uitdagende opdrachten zoals de waterraket in het eerste bachelorjaar. Hij was eveneens nauw betrokken bij de graduele opbouw van de P&O’s van een gesloten opdracht over een gesloten ontwerp naar een open opdracht. Naarmate hij zich sterker engageerde, verschoof ook zijn belangstelling van onderzoek naar onderwijsontwikkeling en -vernieuwing.
Ingenieursbeleving
Zijn ervaring met de P&O’s kwam Pieter goed van pas toen hij in 2007 overstapte naar de toenmalige KH Kempen. Naast zijn functie als lesgever stampte hij er mee het projectwerk uit de grond. Van thuiskomen was pas echt sprake toen Pieter in 2013
terugkeerde naar Leuven en Campus Groep T vervoegde. Daar waren al bij de invoering van de bachelor-masterstructuur in 2004 de ‘Engineering Experiences’ (EE’s) geïntroduceerd en was al heel wat expertise opgebouwd in het ontwikkelen van interdisciplinaire leerpraktijken waarin niet alleen geappelleerd wordt aan wetenschappelijke en technische kennis maar ook aan professionele competenties als teamwerk, communicatie en ondernemerschap. Bij de facultaire programmahervorming in 2020 lagen de EE’s aan de basis van de Ingenieursbelevingen (IB’s) in de nieuwe curricula.
Breed en diep
Op Campus Groep T doceert Pieter o.m. Industriële IT, Machine Design en Productietechnologie. Daarnaast blijft hij zich onvermoeibaar inzetten voor de IB’s Elektromechanica. In de facultaire curricula vormen de IB’s een cruciaal onderdeel van de Polyvalente Ingenieursvorming die elke bachelorstudent ongeacht zijn/haar afstudeerrichting moet volgen. “Dit gemeenschappelijk pakket stelt ons in staat om veelzijdige ‘T-shaped engineers’ op te leiden”, vervolgt Pieter. “Daarbij staat de verticale lijn voor diepgang in een specifiek vakgebied terwijl de horizontale balk verwijst naar de breedte, dus naar competenties uit andere disciplines, ook niet-technische.”
Volgens Pieter bestaat de kunst van de opleiding erin om de mens in elke student te zien. “Dit betekent meer willen zien en verder durven kijken dan alleen vakkennis. Aandacht voor het groeiproces dat iedere student doormaakt is daarbij cruciaal omdat dit precies een allerindividueelste aangelegenheid is. Maar hoe persoonlijk ook, groeien doe je niet in het ijle. Je ontwikkelt je ‘future self’ altijd in een omgeving samen met anderen. En daarbij zijn fricties en meningsverschillen niet alleen onvermijdelijk, ze zijn ook bijzonder nuttig. Wie ze niettemin wil vermijden of ontwijken, bewijst de studenten geen dienst. En zichzelf evenmin”, aldus Pieter.
Tijdens het weekend van 24 en 25 mei 2025 vond in Ronse het Belgisch kampioenschap Schermen plaats. Tweehonderdtwintig jongeren van 16 tot 20 jaar kruisten in zes competities de degens, sabels en floretten om de landstitel in hun categorie. Organisator en inspirator van dit event was Koenraad Thooft, professor Grondmechanica en Geotechniek op Campus De Nayer en aan KU Leuven – Gent en voorzitter van de Koninklijke Schermmaatschappij Sint-Michiel in Ronse. Een portret.
Wist je dat de Belgen nergens zoveel Olympische medailles hebben gewonnen als in het schermen? En dat de eerste voorzitter van de Fédération Internationale d’Escrime in 1913 een Belg was?” Als doorgewinterd schermer plaatst professor Thooft meteen een geslaagde dubbele parade om een mogelijke aanval af te weren. Gelukkig gaan we niet in duel maar de toon is wel gezet voor een boeiend verhaal. Dat begint in 1815 toen een groepje oud-strijders van de slag bij Waterloo in Oudenaarde de Confrérie SaintMichel oprichtten, na Gent de oudste schermclub in onze contreien. Het broederschap – inmiddels omgedoopt tot Koninklijke Schermmaatschappij – bleef tot eind jaren 70 van vorige eeuw actief in Oudenaarde en vestigde zich na een omzwerving in de Vlaamse Ardennen in 1995 definitief in Ronse. Professor Thooft vervoegde de gilde in 2004 en werd drie jaar geleden verkozen tot voorzitter. KSSMA-Ronse telt 35 leden van wie een dozijn jonge wedstrijdschermers. Vorig jaar en dit jaar werd een van hen geselecteerd als de beste Belg voor het EK en het WK na telkens een Belgische titel op degen.
Bouwkunde
Professor Thooft studeerde in 1985 af als burgerlijk ingenieur Bouwkunde aan de UGent. Hij volgde nog een extra jaar Geotechniek en werd vervolgens aspirant navorser bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.
In 1992 promoveerde hij tot doctor in de Toegepaste Wetenschappen in Gent en ging vervolgens aan de slag aan de toenmalige Katholieke Industriële Hogeschool De Nayer. Daar doceert hij momenteel Sterkteleer in de polyvalente ingenieursvorming en in de afstudeerrichting Bouwkunde de cursussen Structuurmechanica 1 (2de bach), Grondmechanica (3de bach) en Geotechniek (master). Deze laatste twee vakken doceert hij sinds 2006 eveneens aan de bouwkundig ingenieurs aan KU Leuven – Gent. Verder is professor Thooft elk jaar promotor van verschillende masterproeven op beide campussen. Op de campus in Sint-Katelijne-Waver zul je geen enkele student vinden die professor Thooft niet kent. Elke ingenieur die er sinds 1993 is afgestudeerd, heeft bij hem les gevolgd.
Fysiek schaken
Als schermer noemt professor Thooft zich een laatbloeier. “Eigenlijk heb ik via een van mijn zonen de schermsport ontdekt. Een excentrieke oom die goed met de floret overweg kon, wist hem op zijn elfde zodanig te fascineren voor het schermen dat we hem inschreven in de club in Ronse. Toen ik hem tijdens de trainingen en wedstrijden aan het werk zag, geraakte ik op mijn beurt in de ban van de fysieke behendigheid maar ook van het tactisch inzicht”, licht professor Thooft toe.
“Schermen is een sport en ook een beetje een kunst die het uiterste vergt van concentratie en lichaamshouding”, vervolgt hij. “Je moet je tegenstander niet gewoon observeren maar wel proberen mentaal te doorgronden zodat je handig kunt anticiperen op zijn voornemens en snel riposteren op een aanval. Schermen wordt dan ook ‘fysiek schaken’ genoemd.”
Professor Thoofts wapen is de degen. Samen met de floret en de sabel is de degen een van de wapens van het Olympisch schermen. “De floret is een dun en buigzaam wapen. De floretschermer moet de romp van de tegenstander raken met de punt om te kunnen scoren. De degen heeft een minder buigzaam lemmet. Ook bij dit wapen kun je enkel met de punt een treffer plaatsen. Het verschil is dat het volledige lichaam het raakvlak is. De sabel heeft het zwaarste lemmet. Treffers worden gescoord met zowel de punt als de snede. Ze kunnen op elk lichaamsdeel worden geplaatst behalve op de benen. Recent is er nog het laserwapen bijgekomen waarmee aan lichtzwaardschermen wordt gedaan maar dit is vooralsnog geen Olympische discipline”, aldus professor Thooft.
Conventies
Wat schermen voor professor Thooft extra aantrekkelijk maakt, zijn hoffelijkheid en klasse. “Schermen mag dan wel tot de vechtsporten gerekend worden, in de praktijk gaat het vooral om slim bewegen. De duels verlopen keurig gedisciplineerd volgens regels en conventies die bepalen wie voorrang heeft of recht op aanval”, legt professor Thooft uit. Wie toch in de fout gaat, kan zich verwachten aan een gele, een rode of een zwarte kaart. Geel geldt als verwittiging. Bij zwart volgt een sanctie van minstens drie maanden. En bij een rode kaart krijgt de tegenstander er een extra punt bij. “Het voetbal kan er nog wat van leren”, merkt professor Thooft op.
Ten slotte wil de schermende professor nog een paar misverstanden rechtzetten. Een eerste misvatting is dat het schermen een exclusieve mannensport zou zijn. “Dat klopt niet. Sinds 1924 wordt de schermsport ook beoefend door vrouwen op de Olympische spelen, eerst alleen met de floret, sinds 1996 ook met de degen en vanaf 2004 met de sabel. In KMSSA-Ronse zijn zeven van de 35 leden vrouwen”, aldus professor Thooft.
Een ander hardnekkig denkbeeld is dat schermen een elitaire sport is gereserveerd voor rijkelui. Ook dat is volgens professor Thooft helemaal achterhaald. “Een wapen kost tussen 100 en 200 euro, een volledige uitrusting, inclusief wapen tussen 1000 en 1500 euro. Dat is maar een fractie van een moderne koersfiets. En bovendien een stuk veiliger. Ook geen ongelukken onderweg of toeschouwers die bier of blikjes gooien. Geduldig, tactisch, heel precies of liever sneller, de schermsport biedt voor ieder wat wils.”
Yves Persoons
CYBERSECURITY STAAT OF VALT MET VEILIGE SOFTWARE
Gewapende conflicten, desinformatie, cybercriminaliteit, maatschappelijke polarisatie en milieurisico’s. Het zijn enkele van de bedreigingen waar de bedrijven en de samenleving mee te maken krijgen in 2025. Dat blijkt uit het Global Risks Report van het World Economic Forum. In een van deze risicogebieden werkt Bert Lagaisse, professor in Software Engineering op Campus Groep T, aan oplossingen. Als hoofd van het iDeas onderzoeksteam ontwikkelt hij methodes voor het detecteren en voorkomen van security en privacy problemen in zowel manuele als AI-gegenereerde code.
Door de snelle opmars van AI wordt hier en daar al het einde van de softwareontwikkelaar voorspeld.
“Een groot misverstand”, vindt Bert. “Als we slimme systemen willen aansturen, integreren en beveiligen hebben we net méér software engineers en -ontwikkelaars nodig.” Daar knelt echter precies de schoen. Door een gebrek aan man- en vrouwkracht en het toenemend aantal softwareprojecten is er almaar minder tijd voor het schrijven en testen van veilige software. “Dat maakt onze bedrijven kwetsbaar, zeker nu de cyberbedreigingen steeds talrijker en gesofisticeerder worden”, aldus Bert.
DistriNet
Bert Lagaisse studeerde in 2003 af als licentiaat Informatica aan de KU Leuven en heeft de universiteit niet meer verlaten. Na zijn studie vervoegde hij DistriNet, een onderzoeksgroep die wereldfaam geniet op het gebied van veilige software en gedistribueerde systemen. Dat zijn softwaresystemen die opereren over meerdere individuele computers verbonden door een netwerk. Bert kon onmiddellijk aan de slag als onderzoeker in Software Engineering & Enterprising en na zijn doctoraat in 2009 als postdoc researcher in
Cloud & Security Middleware. Van meet af aan was Bert ook al actief in het onderwijs waar hij de practica uitwerkte over o.m. object-georiënteerde softwareontwikkeling, softwarearchitectuur en gedistribueerde systemen (meerdere individuele computers verbonden door een netwerk).
In 2013 sleepte Bert een Industrieel Onderzoeksmandaat (IOF) in de wacht bij DistriNet. Hij zette er een breed scala van onderzoekslijnen en -projecten op die resulteerden in twee spin-offs: Elimity, gespecialiseerd in ‘identity intelligence’ en toegangscontrole en Inmanta dat telecomoperatoren assisteert bij de overschakeling naar volledig geautomatiseerde netwerken en diensten.
Sinds 2022 is Bert hoofddocent op Campus Groep T. Hij is er de coördinator van de onderwijs- en onderzoekseenheid Elektronica-ICT en richtte er ook een nieuw onderzoeksteam op dat deel uitmaakt van DistriNet. Bij iDeas leidt hij een team van vier doctorandi die werken aan toepassingen van machine learning, deep learning en statistische methodes en visuele analyse voor het detecteren van beveiligingsproblemen.
Large Language Model “Vandaag de dag worden softwareapplicaties systematisch te laat en ook nog eens onveilig opgeleverd”, vertelt Bert. “Om hieraan te verhelpen zijn al verschillende op AI gebaseerde methodes voorgesteld. Enerzijds heb je code reviews en tests ondersteund door AI-tools om kwetsbaarheden te detecteren en te voorspellen op basis van historische gegevens en statistieken over het softwareproject. Anderzijds winnen de Large Language Models of LLM’s aan populariteit. Zij kunnen misschien wel voldoen aan de vraag naar meer productiviteit en efficiëntie maar waterdicht zijn ze niet. Dat komt omdat ze vaak getraind zijn met onveilige code uit datasets van bedenkelijke kwaliteit. Om je een idee te geven: 40% van de code
afkomstig van AI-assistenten bevat fouten. Zolang het om gebruik in de huis-, tuin- en keukenomgeving gaat, kan het misschien nog door de beugel maar bij grote transacties en dataverkeer tussen bedrijven kunnen de gevolgen rampzalig zijn.”
Bedrijven als partners
Intensief contact met het werkveld loopt als een rode draad doorheen Berts academische carrière. Samenwerking met de industrie is ook de hoeksteen van iDeas’ onderzoeksstrategie. “Onze partners kun je in twee groepen verdelen”, vervolgt Bert. “Aan de ene kant zijn er de bouwers van online software-intensieve systemen bestaande uit SaaS (sofware-as-a-service), microservices, cloudapplicaties en IoT systemen.
Anderzijds heb je de test- en softwareconsultants en adviseurs inzake cybersecurity en agile software development. Ruim 20 bedrijven staan klaar om met ons samen te werken bij de ontwikkeling van AI-ondersteunde software.”
Opleiding
“Cybersecurity staat of valt met de beschikbaarheid van goed opgeleide software engineers en ontwikkelaars”, vindt Bert. “Dat zijn professionals met een brede, praktijkgerichte vorming en een sterke AI-basis die ook vertrouwd zijn met co-design van hardware ondersteuning voor actuele softwareproblemen. Het is onze taak en verantwoordelijkheid als ingenieursopleiders om bij te dragen tot een veilige en robuuste automatisering van de economie en de samenleving.”
Dat het Bert menens is, blijkt uit zijn onverdroten inzet als coördinator van de softwareleerlijn in de opleiding ElektronicaICT op alle campussen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Op Campus Groep T zet hij dan weer alle zeilen bij voor het versterken van cyberveilige en intelligente softwareontwikkeling in het curriculum. Het recente opleidingsonderdeel ‘Distributed Systems’ in de masteroptie ‘Cyberveilige Softwaresystemen’, neemt Bert alvast voor zijn rekening. Woorden wekken, voorbeelden strekken, dat geldt ook in de computerwereld.
Yves Persoons
THERMOCHROME COATINGS: DE SLEUTEL TOT DUURZAME GEBOUWEN
Energiezuinig wonen staat hoog op de politieke agenda in Europa. Zo streeft de Europese Commissie naar een uiterst energie-efficiënt gebouwenbestand tegen 2050. Een coating, die afhankelijk van de buitentemperatuur warmte kan aantrekken of afstoten, kan hierbij een belangrijke rol spelen. Xinyu Guo (26), doctoraatsstudent binnen de functionele materialen (SIEM), verdiept zich in het ontwikkelen van zo’n slimme thermochrome coating voor een verbeterde warmteregulatie in gebouwen.
Xinyu studeerde in 2023 af als master in de polymeerchemie en -fysica aan Fudan University in Shanghai, China. In haar master voerde ze experimenten uit met phase changing materials (PCM), stoffen die door een faseverandering energie kunnen opslaan en vrijgeven. Ook het topic van haar doctoraat houdt verband met die PCM’s. Zo experimenteert ze met vanadiumdioxide om een slimme thermochrome coating te ontwikkelen die de energie-efficiëntie van gebouwen moet optimaliseren.
Extreem weer
Door de klimaatopwarming worden we wereldwijd steeds vaker geconfronteerd met extreem weer. Om de temperatuur in onze gebouwen aangenaam te houden, draaien onze HVAC-systemen op volle toeren. “Verwarmings-, koelings- en ventilatiesystemen zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van het totale energieverbruik van gebouwen. Bovendien is het energieverbruik van gebouwen goed voor zo’n 30 à 40% van het wereldwijde energieverbruik en voor zo’n 30% van de CO2-uitstoot”, licht Xinyu toe. Xinyu wil dit energieverbruik verminderen met een slimme thermochrome coating. “De thermochrome coating zal warmte aantrekken of afstoten afhankelijk van de buitentemperatuur en verbruikt zo geen elektriciteit. Mijn onderzoek biedt dan ook een duurzame oplossing voor het hoge energieverbruik van HVAC-systemen in gebouwen”, aldus Xinyu.
Van transmissie naar reflectie Xinyu gebruikt het PCM vanadiumdioxide als cruciaal bestanddeel van de coating. “De optische eigenschappen van vanadiumdioxide veranderen bij temperatuurverschillen. Bij lage temperaturen is de coating hoog-transmissief en laat die infraroodlicht door, zodat dit het onderliggende oppervlak kan bereiken en opwarmen. Bij hoge temperaturen is de coating net reflecterend en kaatst die hitte terug”, legt Xinyu uit. De kleur van vanadiumdioxide, en ook van de coating, verandert niet bij een faseovergang. “Je zou kunnen denken dat de stof wit wordt bij hoge temperaturen en zwart bij lage temperaturen, maar de verandering van de optische eigenschappen bevindt zich niet in het visuele, maar in het infrarood-spectrum. In het infraroodspectrum zal de stof bij een faseovergang transparant, reflecterend of absorberend worden”, aldus Xinyu.
De optische eigenschappen van vanadiumdioxide veranderen normaal op 68 °C. Deze transitietemperatuur ligt veel hoger dan onze typische buitentemperaturen, waardoor deze verlaagd moet worden om effectief te zijn in ons klimaat. “Door een wolfraamatoom toe te voegen aan het vanadium, kan ik efficiënt de transitietemperatuur verlagen naar een temperatuur tussen 20 en 30° C”, licht Xinyu toe. Het vanadiumdioxide wordt uiteindelijk ook vermengd met bindmiddelen zoals epoxy, een materiaal dat vaak gebruikt wordt in coatings. “Zo komen we tot een vloeibare coating die net als verf op de buitengevel van gebouwen kan worden aangebracht”, aldus Xinyu.
Oxidatie, hechting en properheid
Om de duurzaamheid van de coating te garanderen, focust Xinyu op drie belangrijke factoren: oxidatie, hechting en het schoonhouden van de coating. “Wanneer het vanadiumdioxide uit de coating blootgesteld wordt aan zuurstof in de lucht kan het verder oxideren naar vanadiumpentoxide, waarbij er geen faseovergang meer zal plaatsvinden en de thermochrome eigenschappen verloren gaan. Daarom zal ik een schild ontwikkelen dat de zuurstof weghoudt van de coating”, licht Xinyu toe. Daarnaast is het cruciaal dat de coating zich goed hecht aan ondoorzichtige oppervlakken, zoals beton of textiel. “Een hoog vochtgehalte van beton bijvoorbeeld kan bubbels creëren of de
coating doen afbladderen, en een hoge porositeit zorgt voor een ongelijke applicatie van de coating. Daarom gebruik ik epoxy en PDMS als bindmiddelen en pas ik de formule aan waar nodig voor een goede hechting”, vult Xinyu aan. Tot slot is het belangrijk dat het oppervlak van de coating schoon blijft. “Stof of bacteriën kunnen het licht reflecteren wanneer dit niet de bedoeling is. Om dat te vermijden zal ik de coating superhydrofoob maken”, aldus Xinyu.
False switching
Een recent fenomeen dat Xinyu later in haar doctoraat zou willen tackelen is false switching, waarbij de coating op het verkeerde moment van optische eigenschap verandert. “Op een koude winterdag met fel zonlicht kan de temperatuur van de coating op
bepaalde plaatsen hoger klimmen dan de transitietemperatuur, waardoor de coating ongewenst het zonlicht zal reflecteren”, legt Xinyu uit. Om dit probleem op te lossen zal Xinyu inzetten op de thermische geleidbaarheid van de coating, zodat de warmte niet ophoopt op bepaalde oppervlakken.
Aan het einde van haar doctoraat hoopt Xinyu een thermochrome, esthetisch aantrekkelijke coating te verkrijgen die tegemoetkomt aan de huidige uitdagingen. “Ik hoop ook dat we de coating effectief kunnen inzetten in realistische toepassingen, zoals bouwmuren of voertuigen, en dat het natuurlijk ook een steentje kan bijdragen in de strijd tegen de klimaatopwarming”, besluit Xinyu.
JULIE COMBINEERT ARCHEOLOGIE, OUDE GESCHIEDENIS EN AI IN HAAR DOCTORAAT
Wat hebben eeuwenoude decoratiepatronen uit Klein-Azië en moderne artificiële intelligentie met elkaar te maken? Voor Julie Verlinden is deze unieke combinatie dagelijkse kost. In haar doctoraatsonderzoek combineert ze namelijk beide werelden om nieuwe inzichten te krijgen in het Romeinse verleden van Klein-Azië, de regio die vandaag vooral bekendstaat als Turkije en de westkusten van Griekenland. Maar hoe kwam ze dan terecht bij de industrieel ingenieurs van Campus De Nayer?
Laten we beginnen bij het begin. Julie studeerde archeologie aan KU Leuven en trok na haar master nog voor een halfjaar naar Ankara. Daar verdiepte ze zich in de geschiedenis en archeologie van Klein-Azië. “Ik voelde het toen al kriebelen om me verder te verdiepen in de verspreiding van deze decoratiepatronen over tijd en ruimte, maar ik had geen computationele achtergrond”, vertelt ze. Haar onderzoeksambitie moest ze tijdelijk opbergen door een zwaar auto-ongeluk in 2022, maar ze bleef niet bij de pakken zitten en zocht manieren om haar passie te volgen.
Tot nu toe liep het onderzoek in de archeologie telkens vast op de gigantische hoeveelheid data. De oplossing hiervoor volgens Julie? Artificiële intelligentie! Voor het historisch-archeologisch luik van haar onderzoek kan Julie terecht bij de vakgroep Geschiedenis van de UGent, maar ze moest ook op zoek naar iemand die vertrouwd was met computervisie. Zo kwam ze terecht bij professor Toon Goedemé van EAVISE, verbonden aan KU Leuven Campus De Nayer. In maart 2023 dient Julie haar eigen FWOonderzoeksvraag in en zes maanden later gaat haar doctoraat officieel van start. Het is de start van een unieke wisselwerking tussen archeologie, oude geschiedenis en AI.
De analyse van decoratiepatronen in publieke gebouwen uit de Romeins-keizerlijke periode in Klein-Azië vormt de kern van Julies onderzoek. Die patronen, vaak bestaande uit horizontale banden met ornamenten, vertellen ons niet alleen iets over esthetiek, maar ook over sociale structuren, migratie van vaklui en politieke netwerken. Dit brengt een relevant ingenieurstechnisch probleem met zich mee: hoe kan je similariteit meten en subclusteren? Met AI hoopt Julie nieuwe inter- en intra-stedelijke connecties te herkennen, en de huidige conclusies van onderzoeken te bevestigen of nieuwe pistes te ontdekken.
Trial and error
In de eerste fase van haar onderzoek, keek ze samen met masterstudenten van Campus De Nayer of bestaande AI-technieken de patronen unsupervised kunnen herkennen en clusteren. Helaas is het antwoord nee: de decoratiepatronen bleken te complex en te weinig vertegenwoordigd in bestaande datasets.
n background
n Lesbian kyma decoration
n Anthemion (large & capital & pulvinus)
n Ionic kyma decoration
n Bead-and-reel (double double)
Tijd voor plan B: een eigen segmentatienetwerk trainen om de horizontale decoratiebanden op beelden te herkennen. Julie verzamelde 500 beelden, annoteerde die en heeft samen met professor Goedemé en EAVISE een eigen segmentatienetwerk getraind. Het doel? Zeven decoratieclusters onderscheiden in de legacy data waarvan geweten is dat ze door de tijd en ruimte heen geografische, chronologische en sociale ‘vingerafdrukken’ achterlieten. Nu laat Julie, opnieuw samen met masterstudenten van KU Leuven Campus De Nayer, een subclusterings-AI-tool los op die herkende ornamentsegmenten en onderzoekt het systeem zonder voorkennis of en welke subclusters er ontstaan. Na eventuele bijsturingen zal Julie die conclusies vergelijken met de traditionele analyses van experts om te achterhalen of vroegere subjectieve interpretaties standhouden én of er nieuwe, verrassende verbanden opduiken.
Mensen weer op de voorgrond Waarom al die moeite? Omdat die patronen niet zomaar versieringen zijn. Ze vertellen verhalen over verschillende keizercultustempels voor dezelfde keizers, weldoeners die hun sporen nalieten in verschillende steden, en bouwlieden die herkenbare stijlen hanteerden. En dat over een gebied dat 25 keer zo groot is als België en over een periode van ruwweg drie eeuwen.
Uiteindelijk wil Julie niet alleen decoratiepatronen analyseren, maar via die patronen ook de mensen achter de gebouwen weer zichtbaar maken: de vaklui, de opdrachtgevers, de machthebbers, en de netwerken die steden en regio’s met elkaar verbonden. Zo komt het verleden van Romeins Klein-Azië op een verrassende manier weer tot leven.
Julie: “Het is fantastisch om te zien hoe nieuwe technieken ons helpen om oude, vastgelopen onderzoeksvelden weer open te breken. Door deze nieuwe technieken in een onverwacht vakgebied als geschiedenis toe te passen, tonen we aan dat AI heel veel potentieel heeft om verrassende resultaten te behalen.”
De samenwerking tussen Julie en EAVISE bewijst dat kruisbestuiving tussen geesteswetenschappen en technologie niet alleen mogelijk is, maar ook enorme kansen biedt.
Eline Serlet
Picture Ground truth
UNet++ Resnet34 I mioU 0.878
VALÉRIE WILLEMS WINS WOMENPRENEUR & VINCI ENERGIES AWARD
You can not only score high marks with your master's thesis, you can also win great prizes. Among all these rewards, one stands out. Whoever wins the Womenpreneur & VINCI Energies Award will not obtain a sum of money or a medal, but a permanent contract. Valérie Willems, Master in Nuclear Engineering Technology from KU Leuven Diepenbeek Campus, was the standout of the second edition.
Since November 2024, Valérie has been working at the technology company VINCI Energies Belgium. Her job description is quite different from that of other budding engineers. "My job is to explore," explains Valérie. "For a year, I can familiarise myself with the four major business lines of the company in order to then decide, well prepared and knowledgeable, which job in which field suits me best."
Women in Tech
The Womenpreneur & VINCI Energies Award was established in 2023 with the aim of attracting more women to technical professions. Belgium may have a vibrant technology industry with many start-ups and innovative companies, but there is still a huge talent shortage with the absence of women being particularly noticeable. The Brussels-based organisation Womenpreneur Initiative and the Belgian subsidiary of French multinational VINCI Energies decided two years ago to award an original prize to a female engineering student who completed the most innovative master's thesis in the field of circular economy, ecology, industrial services, ICT and infrastructure.
The first winner was Phi Tran, a master in Chemical Engineering Technology from KU Leuven Group T Campus. After obtaining her degree and having demonstrated her excellence through her master’s thesis,
Phi continued her journey by joining the company. She is currently a Continuous Improvement Consultant at Actemium Belgium, part of the VINCI Energies Group. Phi supports companies in their energy transition by identifying optimisation opportunities to enhance efficiency, reduce energy consumption and streamline processes.
Deep geothermal
Valérie conducted her master's thesis at VITO, one of Europe's leading research institutes in Mol (Belgium). She literally and figuratively immersed herself in geothermal energy. "Geothermal energy uses the heat naturally present in the earth's crust", Valérie explains. "On average, the temperature in the subsurface increases by about 3 °C per 100 m. That means that at a depth of 3,000 m you can find temperatures of around 100 °C. This makes geothermal an interesting non-polluting, renewable and constant source of energy."
"Which type of geothermal is used depends on local soil conditions and the desired temperature", Valérie continues. "In Flanders, the focus is currently on shallow geothermal, which is drilling from 50 to 300 m deep. In the region where VITO is located, there are aquifers in the deep subsurface, allowing drilling up to 3 km and deeper. The superheated water vapour from deep geothermal is suitable for industrial heat networks and electricity generation."
Construction of a conventional geothermal plant starts by drilling two or more wells or shafts from which hot water circulates. Valérie researched an alternative method where only a single borehole is sufficient. This single method is significantly cheaper and makes deep geothermal as a renewable energy source more attractive to investors, companies and the government. Innovative and economically viable, that is all the Womenpreneur & VINCI Award jury needed to declare Valérie the winner of the 2024-2025 edition.
Final choice
At VINCI Energies, Valérie has now already had the opportunity to become actively acquainted with three of the four business lines. "At 'Infrastructure', I was involved in major projects in the distribution of renewable energy as well as the construction of high-voltage power lines and solar parks. At 'Building Solutions', I worked in the maintenance and operation of energy networks, heating, climate control and building safety. And at 'ICT' I learned a lot about cybersecurity, among other things, as well as data storage and transport and software applications", Valérie explains. Until November this year, Valérie is immersing herself in industrial applications, particularly in optimising both the production process and energy consumption. Not coincidentally, these are two key elements for creating competitive advantage.
A final choice Valérie neither wants nor can make yet. "The business line 'Infrastructure' does fit well with my education, but that is not a decisive factor", says Valérie. "The work in the other business lines is certainly just as fascinating. At the moment, I am mainly interested in fringe benefits such as international contacts, growth opportunities
and a stimulating working environment. I come from a family of entrepreneurs. My parents ran a company and always knew how to choose and exploit opportunities. From this mindset, I also want to continue my professional life."
"Doen wat ik graag doe. Grenzeloos", zo vat Jonas Willems, oprichter van BILDIN en alumnus van KU Leuven Campus De Nayer, zijn traject samen. Hij is een ingenieur, ja, maar vooral een visionair en doener met een duidelijke missie: de bouwsector grondig vernieuwen. Een portret van een wereldverbeteraar.
Geboren doener
Jonas groeide op in een gezin waar handen uit de mouwen steken vanzelfsprekend was. Zijn grootvaders waren schrijnwerker en landbouwer, dus er was altijd werk. "Ik heb van jongs af geleerd om mezelf te laten horen en mijn plek op te eisen waar nodig. En ik ontdekte ook snel wat me lag: werken met mijn handen, oplossingsgericht bezig zijn en omringd worden door mensen", vertelt Jonas.
Al vroeg droomde hij van een eigen bedrijf, dat zat hem in het bloed. Dankzij zijn fascinatie voor grote machines kwam hij uit bij de bouw. Daar kon hij ook zijn liefde voor kunst en tekenen combineren met zijn passie voor mensen en vooruitgang.
Voor het eerst werd studeren boeiend Studeren? Jonas vond het nooit echt boeiend. Tot hij bouwkunde ontdekte aan KU Leuven Campus De Nayer. Voor het eerst werd school iets tastbaars: abstracte wiskunde interesseerde hem niet, maar wetenschap die je kon omzetten in realiteit vond hij geweldig.
Tijdens zijn studententijd kon Jonas volledig groeien en openbloeien. Uiteindelijk zijn het niet de vakken die hem bijblijven, maar de mensen. “Mijn ouders waren duidelijk: ik moest overal vanaf de eerste keer door zijn, ik kreeg geen tweede kans. Ik moest dus met iedereen goed samenwerken om onze doelen te bereiken. Op kot, in de les – overal”, legt Jonas uit. Daarom besloot hij om alles uit zijn studententijd te halen, en zich te engageren als praeses van Utopia en de Bouwkundekring. Daar leerde Jonas communiceren, organiseren en verantwoordelijkheid dragen.
Een stevige basis voor een eigen bedrijf
Na zijn studies startte Jonas bij Hilti, maar bij de multinational miste hij, als kleine schakel in een gigantisch proces, overzicht en intrinsieke motivatie. Na 200 dagen besloot hij dan ook om een nieuwe uitdaging te zoeken.
Die vond hij bij Stablo BV, een klein studiebureau met grote projecten. Daar maakte hij kennis met de stiel achter bouwkunde. "Mijn projecten waren heel uiteenlopend, van farmaceutische sites, kantoorgebouwen en scholen tot residentiële projecten … Ik maakte niet alleen de stabiliteitsstructuurontwerpen maar deed ook al de rest, tot en met de werfbezoeken", licht Jonas toe. Het is op die werven waar Jonas steeds blijft hangen. Na 3 jaar werd het dan ook duidelijk: zijn liefde voor grote machines en de praktische kant van de bouw was te groot voor een bureaujob.
Hij zette de stap naar de praktijk en startte bij een aannemer. Hij metste mee, maakte bekistingen en leerde vooral het belang van praktische kennis. "Ik begon als arbeider, werd na drie maanden ploegbaas, en na zes maanden was ik werfleider. Als leider moet je de taken begrijpen van de mensen die je aanstuurt. Anders kun je ze nooit goed begeleiden", aldus Jonas.
De sprong naar BILDIN
Toen hij ook op de werf niet meer kon groeien, besloot Jonas dat het nu of nooit was. Samen met twee vennoten richtte hij zijn eerste bedrijf op, waarbij Jonas exclusief en met bouwvoorrecht bouwt voor de bouwpromotor waarmee hij samenwerkt. Zijn eerste project? 24 appartementen bouwen. Daar stond hij dan als 26-jarige, met één kraan en zonder arbeiders. "Iedereen verklaarde me gek. Maar dat zijn de momenten waarop ik op mijn best ben. Geef mij een uitdaging die niemand wil aangaan en ik breng ze tot een goed einde. Ik leef het liefst extreem on the edge Ik had bijna geen arbeiders en was tegelijkertijd arbeider, ploegbaas en werfleider. Maar het is me gelukt", vertelt Jonas.
Uiteindelijk is Jonas klaar om zelf de sprong te wagen, en richt hij in 2022 in zijn eentje BILDIN op met een duidelijk doel: de bouwsector hertekenen. "Ik wil de Apple van de bouwbedrijven worden.
Jonas Willems
We hebben nog een lange weg te gaan, maar we zijn belangrijke stappen aan het zetten", aldus Jonas. Zijn nieuwe groothandel BILDWARE is daarin een belangrijke volgende stap, waarin hij niet alleen de standaard producten aanbiedt maar aannemers ook helpt te digitaliseren. Door aannemers proactief bij te staan, hoopt Jonas om de samenwerking te versterken. Want een sector veranderen, dat doe je niet alleen.
Mensen boven alles
Jonas investeert volop in tools en structuren om zijn bedrijf lean en mensgericht te houden. "We werken met competentiematrices, duidelijke targets en opleidingen. Maar het belangrijkste blijft het people-aspect. Ik wil high-end mensen die het verschil maken en op de details letten. Ik ben trots op elk project dat we realiseren, maar nog het meest op mijn team. Iedereen draagt de missie en visie van BILDIN uit en trekt mee aan dat idee. Ik weet niet waaraan ik dit verdiend heb, maar dat is echt waar ik het voor doe", vertelt Jonas.
De praktische taken mist Jonas niet. Zijn voldoening haalt hij uit visie creëren, oplossingen zoeken en inspireren. "Er zitten nog zoveel ideeën in mijn hoofd. Ik zit nooit stil en droom altijd van de volgende stap, dus ik wil graag nog meer bedrijven uit de grond stampen om mijn ideeën te realiseren en betekenisvolle impact te creëren”, aldus Jonas.
De balans zoeken
Het combineren van werk en privé is niet altijd evident, maar als je soms zestien uur per dag werkt, wordt op tijd rust nemen alleen maar belangrijker. Jonas sport twee uur per dag, maar trekt er ook drie à vier keer per jaar twee weken op uit. Zo ging hij laatst nog naar Marokko, waar hij bij de lokale bevolking in lemen huizen sliep en schapen hoedde. Het zet voor hem alles weer in het juiste perspectief.
“Ik ben obsessief bezig met mijn doelen en ben pas gelukkig als ik die gehaald hebt. Daarom is mijn levensbalans zo belangrijk. Voor mijn fysieke gezondheid sport ik 2 uur per dag in de fitness, voor mijn fysiologie let ik op mijn eten en voor mijn mentale gezondheid reflecteer ik regelmatig en ga ik naar netwerkmomenten”, licht Jonas toe.
De sector en zijn toekomst
Op de vraag hoe we meer bouwkundestudenten kunnen motiveren, verwijst Jonas naar de context. Volgens hem heeft de bouwsector dringend positieve verhalen nodig. "In de media hoor je alleen dat het te duur is, of dat er iets ingestort is. Maar wij bouwkundigen zijn kunstenaars die de kunstwerken van een architect realiseren. Dat is het mooiste wat er is", zo besluit Jonas.
HANS VAN HEGHE: INGENIEUR EN ONDERNEMER VAN KENNIS
Lang voor Big Data en AI een hype werden, was Hans Van Heghe al professioneel bezig met het verwerken en beheren van grote hoeveelheden informatie. In menig opzicht is deze ingenieur-ondernemer zijn tijd altijd al ver vooruit geweest. Leren van de toekomst is zijn devies. En hoe onzekerder de toekomst nu is, hoe beter voorbereid je straks moet zijn. Een portret.
Niet kennis delen, maar wel gebruiken en hergebruiken leidt tot de creatie van meerwaarde, vindt Hans. Sinds 2019 geeft hij aan het Postuniversitair Centrum van KU Leuven Continue in Kortrijk een vijfdaagse opleiding Kennismanagement voor een divers publiek van ingenieurs en IT’ers tot HRverantwoordelijken en maatschappelijk werkers. Wie denkt dat alles er om software draait, slaat de bal mis. “Sharepoint en dergelijke kunnen helpen om informatie te stockeren, maar veel belangrijker zijn de visie en de aanpak die erachter steken”, zegt Hans. “Daar hebben bedrijven het soms moeilijk mee. Ze investeren wel in software maar hebben geen methode om de informatie te structureren en continu te blijven managen.”
Die methode heeft Hans wel. Het gaat voor minstens 80% om de mens en minder dan 20% om technologie, is zijn devies. Meer nog, in zijn rijkgevulde carrière ontwikkelde hij een set van 13 instrumenten voor een efficiënt informatie- en kennisbeheer. Hij schreef er ook twee boeken over en gaf ontelbare lezingen in binnen- en buitenland. Die besluit hij steevast met de boodschap: “Kennismanagement is geen tool, het is een cultuur.” Vandaar ‘Knowledge Centric Management’ als titel van de opleiding en zijn tweede boek.
Legal-tech
Hans studeerde in 1988 af als industrieel ingenieur Elektromechanica aan de toenmalige hogeschool Groep T in Leuven. Daar kreeg hij naar eigen zeggen ook de smaak van het ondernemen te pakken. Toch koos hij na zijn studie voor de voorzichtige aanpak. Pas na tien jaar bedrijfservaring en nog een bijkomende opleiding Business Administration aan UAntwerpen richtte hij de ICMS Group op, die later werd omgedoopt tot Knowliah. Dat was de naam van het softwareplatform dat Hans ontwikkelde om nietgestructureerde informatie in documenten en dossiers om te zetten in een bruikbaar asset met als doel een competitief voordeel op te leveren voor het bedrijf.
Knowliah profileerde zich snel als een innovatieve legal-tech pionier die andere bedrijven helpt om hun juridische workflows te stroomlijnen, samenwerkingen te verbeteren en efficiënter te rapporteren. Wanneer in 2023 Knowliah werd overgenomen door de Duitse groep STP, telde Hans’ bedrijf 27 werknemers en bediende het meer dan 250 grote klanten in 25 landen.
Artefact
Na meer dan dertig jaar ondernemerschap is Hans niet van plan om gas terug te nemen. Integendeel, in aanloop naar het postKnowliah tijdperk had hij al een lijstje opgesteld van dertien to-do’s. Met zes ervan is hij al daadwerkelijk aan de slag.
Over zijn lesopdracht bij PUC in Kortrijk berichtten we al eerder in dit artikel. Daarnaast oefende Hans ook een bestuursmandaat
uit bij Agoria, de federatie van de technologiebedrijven in België. Hij initieerde Agoria4SaaS (software-as-a-service) in het digitaal sectorcomité. Hans was ook voorzitter van Project Management Belgium en voorzitter van ie-net waar hij de fusie van KVIV en VIK mee vorm gaf. Voortbouwend op zijn ervaring in het vrijwilligerswerk, heeft hij zijn schouders gezet onder een Netwerk Ondernemers Accelerator (NOA) waarin ervaren ondernemers jonge starters coachen in hun groei naar volwassenheid. Zelf is hij o.a. mentor van een scale-up in de communicatiesector.
Van een heel andere orde is Hans’ voornemen om drie van zijn hobby’s – taal, fotografie en filosofie – te integreren in een tastbaar product of artefact waarin filosofische uitspraken of citaten worden gekoppeld aan beelden (of omgekeerd) rond thema’s als ‘kennen’, ‘ondernemen’ en ‘ethiek’. Veel meer kan Hans er nog niet over kwijt, omdat zijn ideeën nog niet voldoende uitgekristalliseerd zijn.
Leerbeleving
Concreter zijn dan weer Hans’ plannen over de ontwikkeling van een nieuw soort voertuig. “Het wordt een voertuig met de efficiëntie en flexibiliteit van een scooter/motorfiets en het comfort en de veiligheid van een personenauto”, vertelt Hans, zelf een fervente motard. Met zijn idee stapte hij vorig jaar naar KU Leuven KICK, de community van en voor ondernemende studenten, onderzoekers en professoren. In het kader van PiP (Practical Interdisciplinary Projects) heeft een achtkoppig studententeam de plannen verder uitgewerkt met het oog op de bouw van een prototype in een later stadium.
Hoog in Hans’ to-do-lijstje prijkt nog een ander ambitieus plan: het opzetten van een opleiding Ondernemen, gebaseerd op de 3 P’s van ‘praktisch’, ‘pragmatisch’ en ‘participatief’. “Opleidingen over ondernemerschap zijn er genoeg, maar echt pragmatisch en praktisch van en voor ondernemers zijn ze niet echt”, aldus Hans. “En dan zijn ze meestal ook nog te veel bedacht vanuit de klassieke vakgebieden. Waar ik aan denk, kun je omschrijven als een leerbeleving, geconcipieerd vanuit de beroepspraktijk waarin de deelnemers ook van elkaar leren.”
“Bovendien moet er ook ruim aandacht zijn voor ethiek en psychologie”, vervolgt Hans. “Ook hier niet als op zichzelf staande vakken, maar wel geïntegreerd in leerpraktijken waarin het accent ligt op het aankweken van een ethische mindset en empathie om mensen aan te voelen en te begrijpen.” Samengevat komt het hierop neer. Hans’ opleiding wil een afspiegeling zijn van wat de ingenieurs in de beroepspraktijk te wachten staat. Anticiperen, heet dat. Of – nog beter – leren van de toekomst om er des te beter mee vorm te kunnen aan geven.
Yves Persoons
JO COPS: DE INGENIEUR DIE DE STANDAARD ZET
“Hoe meer AI, IoT, cybersecurity, automatisering en AR/VR aan belang winnen, des te groter de behoefte wordt aan standaardisering”, zegt Jo Cops, de voorzitter van de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) in Genève. Voor zijn grote verdiensten op dit terrein en zijn rijkgevulde carrière als ingenieur ontving hij op dinsdag 22 april 2025 in het Kasteel van Arenberg de prestigieuze Alumni Award van Alumni Ingenieurs KU Leuven in de categorie van de industrieel ingenieurs.
De Belg waardoor één laadkabel zal volstaan’, kopte De Standaard in de rubriek Economie in januari 2023. De Belg in kwestie is een industrieel ingenieur van KU Leuven - Campus Groep T. Als voorzitter van de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) in Genève bepaalt hij wereldwijd mee de technologiestandaarden en certificaten voor elektrische en elektronische componenten en apparatuur. En dat niet alleen voor de industrie maar ook voor alle elektronica die we in en om het huis gebruiken. Dat de Europeanen vanaf 2025 niet langer een stuk of tien verschillende soorten kabels en laders nodig hebben om hun mobiele telefoons, tablets, hoofdtelefoons en spelconsoles op te laden, hebben ze te danken aan de IEC. Overigens is het nog maar de tweede keer in haar 119-jarig bestaan dat de organisatie wordt geleid door een landgenoot.
Impact
Jo Cops studeerde in 1987 af als ingenieur Elektronica, optie Telecommunicatietechniek aan de toenmalige industriële hogeschool Groep T in Leuven. Vóór zijn verkiezing tot IEC-voorzitter bekleedde hij verschillende directeursfuncties bij onder meer Sony Europe en Telenet. In december 2021 werd hij als directeur ‘Industry Relations’ binnengehaald bij het snelgroeiende Belgische domoticabedrijf Niko. Onder zijn leiding ontwikkelde Niko een reeks hoogtechnologische producten op basis van de internationale IEC-normen. Daardoor konden ze meteen in heel Europa en erbuiten op de markt komen.
De IEC werd opgericht in 1906 en heeft met de jaren haar belang enkel zien toenemen. Momenteel bestrijkt zij de elektriciteitsopwekking van praktisch de hele wereldbevolking en heeft ze een
directe impact op 20% van de totale wereldhandel. De organisatie publiceerde al ruim 10.000 internationale normen en leverde wereldwijd al meer dan één miljoen conformiteitscertificaten af.
Rolmodel
Jo Cops dankt het voorzitterschap niet alleen aan zijn ingenieurstalent maar ook aan zijn leiderschapskwaliteiten, interculturele competenties en zijn geloof in de verbindende rol van de technologie. In Genève leidt hij een organisatie van 120 medewerkers die op hun beurt samenwerken met 30.000 experten (voornamelijk ingenieurs) verspreid over de hele wereld. Waar tal van internationale organisaties of initiatieven amper of niet in slagen, lukt het IEC wonderwel: 170 landen op één lijn krijgen om het algemeen belang en lange
termijnperspectieven te laten primeren op eigen nationale en vaak kortzichtige denkpatronen. Dat een industrieel ingenieur van onze universiteit daartoe geroepen werd en zich momenteel op een voortreffelijke manier van deze complexe taak kwijt, maakt hem tot een rolmodel voor de huidige en de toekomstige ingenieurs.
Duurzaamheid
De winnaar van de Alumni Award 2025 heeft nog andere pijlen op zijn boog. Als gepassioneerd melomaan zet hij zich al vele jaren in voor de promotie van de Franco-Vlaamse polyfonie die de muziek in Europa overheerste van de 14e tot de 16e eeuw. Van 2007 tot 2013 was hij voorzitter van de Raad van bestuur van de Capella Flamenca. Momenteel is hij voorzitter van het historisch koperblasers-
ensemble Oltremontano en bestuurder van het vocaal ensemble Psallentes, gespecialiseerd in meerstemmige muziek van vóór 1600.
Jo Cops heeft nog twee jaar te gaan als IEC-voorzitter. In deze periode wil hij sterk inzetten op het duurzaam opwekken, opslaan en distribueren van elektrische energie. Wanneer ook op dit punt concrete stappen worden gezet naar een wereldwijde normering en standaarden inzake mogelijkheden en haalbaarheid, zou de impact wel eens beduidend groter kunnen zijn dan menige andere overeenkomsten die vandaag de voorpagina’s halen.
Het parcours van het Solar Team is verre van hobbelig: nadat een studententeam van industrieel ingenieurs aan Campus Groep T 21 jaar geleden uit de startblokken schoot met het bedenken en uitwerken van een racewagen op zonne-energie, wisselden succesvolle teams elkaar jaarlijks af met steeds efficiëntere en innovatievere wagens. Die reden de laatste jaren steevast als eerste over de streep tijdens de wereldkampioenschappen in Australië en Zuid-Afrika. Hun succes? Een gedegen opleiding, immense gedrevenheid, dag- en nachtwerk, intens geloof in eigen kunnen en vooral een onovertroffen teamspirit.
Ook in hun educatieve werking blijven de teams hoge ogen gooien: dit jaar begeleidde het Innoptus Solar Team niet minder dan 600 leerlingen uit het secundair onderwijs tijdens hun Solar Olympiade, met een intensieve bootcamp op Campus Groep T en een grandioze finaledag in Halle. Het aantal leerlingen verdubbelde in vergelijking met vorig jaar. How far can you go? Wel… Australië komt er sowieso weer aan!
Gadget of Challenger?
De Solar Olympiade ging dit jaar zijn 21e editie in. Leerlingen uit het secundair onderwijs werden opnieuw uitgenodigd om kleine teams te vormen samen met een verantwoordelijke leerkracht. Elk team kon dan een gadget op zonne-energie of een challenger, een mini-zonnewagen, bedenken en een eigen concept met schetsen indienen. Het Solar Team selecteerde hieruit meer dan 100 teams op basis van de beste en meest creatieve concepten, die ze dan verder zouden begeleiden bij het bouwen ervan.
Alle geselecteerde teams kregen een pakket toegestuurd met een mini-zonnepaneel en een batterij. Tijdens twee evaluatiemomenten konden de deelnemers een stand van zaken geven.
Bootcamp
Op vrijdag 7 februari bruiste Campus Groep T van jong leven: 600 leerlingen uit de drie graden kregen een hele dag workshops aangeboden op maat. Die werden gegeven door het Solar Team zelf, enkele belangrijke partners – zoals Colruyt Group Technics, VITO, Infinite, Innoptus, Henkel, VDAB en Brightlab – en door onze collega’s van Campus Groep T.
De jongeren werden ingeleid in het hele gamma dat bij creatief ontwerpen en ondernemen hoort, zoals krachtige pitches opbouwen, overtuigend presenteren, projecten van A tot Z inplannen, elektronische componenten op draadverbindingen solderen, programmeren met Arduino dankzij AI, digitaal ontwerpen met het tekenprogramma Creo, en stromingsanalyses uitvoeren om de aerodynamica te verbeteren.
De leerlingen werden zelfs klaargestoomd tot bedrijfsleider. In het businessgame ecoCEO runden ze samen met een teamgenoot een bedrijf dat elektronische producten maakt, zoals microchips, smartphones en e-bikes. Zo leerden ze zelf beslissingen nemen over hoe je werknemers, grondstoffen en kapitaal inzet, welke investeringen je gaat doen en hoe je je producten op de markt brengt. De ondernemers van de toekomst staan klaar!
Finaledag
Zes weken later was het zover. Een gigantische ruimte van Colruyt in Halle werd omgebouwd tot een Tomorrowland voor de nieuwe generatie Solar kids. Alle teams mochten hun creaties eindelijk komen voorstellen aan een enthousiast publiek. De jongeren die ervoor kozen om een gadget op zonne-energie te ontwikkelen, pitchten erop los voor een jury van experten. De andere teams, die een mini-zonnewagen bouwden, raceten de hele dag tegen elkaar op een racebaan van 12 meter in één rechte lijn. Met als apotheoses: ‘the grand finale’ onder luid gejuich van alle toeschouwers en de bekendmaking van de uiteindelijke winnaars per categorie.
En dan nu... een wereldprimeur!
We schrijven 5 mei 2025. De Handelsbeurs in Antwerpen schittert even als nooit tevoren: met de nodige glitter en tromgeroffel mag het trotse team de gloednieuwe gast voorstellen. De pers, alle partners, sympathisanten én teams uit andere landen krijgen het volledige verhaal van hun uniek project te horen, van de allereerste schetsen tot het uiteindelijke ontwerp van de zonnewagen, inclusief hun strategie voor de World Solar Challenge in augustus, wanneer het wintert in Australië.
De wagen bolt elegant binnen op filmische muziek. Er wordt duchtig geflitst. Het model heeft grotere properties en bevat 50% meer zonnepanelen. Met nieuwe simulatietechnieken ontwikkelde het team een wagen die dus heel wat groter is, maar met een kleinere batterij zal rijden, volgens het nieuwe wedstrijdreglement.
Volg het team dagelijks live vanop de eerste rij via hun socials: vanaf midden juli bij hun vertrek en tijdens de race van 24 tot 31 augustus!
Drieduizend kilometer, vanuit Darwin, in het noorden van Australië, tot Adelaide in het zuiden, van 30 à 35 graden tot aan het vriespunt, met enorme temperatuurschommelingen dus.
Maar ook aangepast aan de veranderlijke wind tijdens de winter in de Australische outback. We krijgen een wereldprimeur: met trots toont het team de ‘double fin’ net achter de cockpit, twee parallelle aerodynamische vinnen waarmee ze de wisselende impact van de wind kunnen optimaliseren en zo het energieverbruik van de wagen verlagen.
Het team is zowel zelfbewust als bescheiden. De studenten zien de wedstrijd niet als een race, maar als een competitie. Niet enkel tegen andere teams, maar ook om zichzelf te overtreffen. De weerselementen zijn onvoorspelbaar, maar de wagen en het team zelf passen zich wel aan. Een strategie gebaseerd op agility: de derde wereldtitel lonkt!
Peter Van Gorp
1500 LEERLINGEN PROEVEN VAN HOGER ONDERWIJS TIJDENS DE BELEVINGSDAG 2025
Op 28 februari 2025 bracht de jaarlijkse Belevingsdag meer dan 1.500 leerlingen van secundaire scholen uit de ruime regio Kempen-Antwerpen samen op Campus Geel en Campus De Nayer. Die dag konden leerlingen uit de derde graad kennismaken met het hoger onderwijs en het brede aanbod van opleidingen van zowel Thomas More als KU Leuven.
De leerlingen kregen de gelegenheid om drie workshops of sessies naar keuze te volgen, afhankelijk van hun persoonlijke interesses. Dit maakte het voor hen mogelijk om verschillende studierichtingen en vakgebieden te verkennen. Het aanbod was gevarieerd en richtte zich op uiteenlopende disciplines, waaronder uiteraard industriële en biowetenschappen.
Hands-on workshops
Voor de wetenschapsliefhebbers waren er tal van hands-on workshops op Campus Geel, zoals een workshop waarin leerlingen de hoeveelheid vitamine C in verschillende groenten en fruit bepaalden en een sessie waar ze meer te weten kwamen over het proces van koffieboon tot het perfecte kopje koffie. Er werd ook grondig gekeken naar gefermenteerde voedingsmiddelen en naar hoe deze bijdragen aan de smaak en textuur van voeding, en de leerlingen konden ontdekken hoe moleculaire interacties het bakproces van een cake kunnen beïnvloeden. Daarnaast kwamen ze meer te weten over de werking van de camera in hun smartphone, mochten ze metingen uitvoeren met thermografische camera's en leerden ze van het AETHERteam hoever een simpele raket kan vliegen op basis van een zelfgebrouwen reactiemengsel.
Technologie en techniek in actie Op Campus De Nayer konden de leerlingen dan weer een stabiele toren bouwen en testen hoe goed deze bestand is tegen een aardbeving, trainden ze zelf een artificieel neuraal netwerk voor de automatische garagepoort van de toekomst en werden leerlingen forensisch onderzoekers die een moordwapen, de dader en de plaats van het misdrijf moesten ontdekken. Op beide campussen was er kortom een gevarieerd aanbod van workshops, waardoor de leerlingen een sessie konden kiezen die écht bij hen paste.
Maar daar stopte het aanbod niet: het programma omvatte namelijk ook lezingen die een diepgaande blik gaven op wetenschappelijke processen, zoals de bouw van de meest innovatieve en efficiënte zonnewagen waarmee het Innoptus Solar Team wereldkampioen werd, en een sessie over het energiepotentieel van windmolens. Daarnaast was er een lezing over hoe insecten kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst.
Stap in het studiekeuzeproces De jaarlijkse Belevingsdag biedt de leerlingen niet alleen een waardevolle kans om te ontdekken welke studiedomeinen
hen aanspreken, maar ook om de campus te verkennen. Deze dag vormt een belangrijke stap in het studiekeuzeproces, waarin de leerlingen hun horizon kunnen verbreden en geïnspireerd worden door de mogelijkheden die het hoger onderwijs te bieden heeft. De sessies worden geleid door experts van KU Leuven, die hun passie voor wetenschap en technologie delen met de jongeren.
THREE ENGINEERING TECHNOLOGY STUDENTS ON EXCHANGE AT THE UNIVERSITY OF FLORIDA
Looking back on their semester at the University of Florida, Lennart Peus, Chatainya Vishnu Srivatava and Lars Cooreman are unanimous: it was a unique experience that had a profound impact on both their academic and personal development.
Lars shares, “I returned in the middle of December and had to immediately readjust to the Belgian evaluation system and prepare for the January examination session.”
Even though Lars, Chatainya and Lennart are all students in the international Bachelor of Engineering Technology, they decided to expand their horizons even further by going on exchange to the US. The University of Florida, one of the nation’s leading public universities, boasts a truly American campus in Gainesville, far from metropolitan areas such as Miami or Orlando.
Lennart puts it aptly: “The campus is the city, it is a world of its own”.
Study in the US
One major lesson they have learned is the engaged and outwardgoing student culture in the US. The university has over 400 clubs on campus, and students are actively encouraged to take up a variety of activities. These student clubs are also actively connected with companies such as Apple, Honeywell, and organisations such as IEEE.
The American academic approach to engineering education took some adaptation: students at UF go to the professor’s consultation hours to ask questions, and continuous activity is required throughout the semester with weekly quizzes, papers etc. With a course load of 15 credits for the semester (this corresponds to 30 ECTS), they were exceptions to the rule in taking a full course load.
Lars: “At UF there is homework, quizzes, three exams per semester for each course… you cannot lag behind. The stress is less on the examination period than in Belgian universities. Another difference is that some of the courses at UF were quite specialized, whereas in Leuven we have a more generalist basis in the first phases of the programme.”
Chatanya : “Professors have a great deal of academic freedom, e.g. in the way they evaluate their courses, and students are encouraged to broaden their horizons through their course selection.”
Nevertheless, the Group T Campus’ solid foundation in the first years of the Bachelor of Engineering Technology proved to be a strong basis to start from, the engineering path at Group T Campus logically builds up to a balanced engineering programme. Lennart: “In terms of student life, a US campus is very welcoming… more than 400 organisations are spread out over the campus. Students automatically find their own community, and the melting pot of student life is very engaging and considerably advanced our social skills.”
Chatanya: “It is very easy to contact American people, they are very open and outward in their communication. The university even has a student government, a scaled-down version of US politics.”
Lars: “We tried to prioritize socializing with US students, to optimise the social experience. The exchange made me a lot more social and outgoing than I was before.”
Be prepared
Preparing for their exchange involved some bureaucracy, such as insurance schemes and visa application. Luckily the University of Florida provided very clear step-by-step guidelines.
All in all, the students’ background as international students proved to be an asset in adapting to the new environment. UF was just the next step in the international trajectory for Lars, Lennart and Chaitanya – there was no time for homesickness.
Lars: “Start as early as possible with the preparation for your exchange. Several of the courses at UF have limited access, so it is important to register early. Professor Stijn De Jonge coached me intensively in composing the programme at UF.”
Lennart: “In terms of budget and expenses, the cost of living is higher in the US, even though on-campus housing is not more costly than a room in Leuven. But of course, students can decide for themselves how much they spend on social life and excursions.”
Chatanya : “The most important message to students is to leave your comfort zone and go for new horizons. And a second message is that students who are tight on a budget maybe should think twice before going to study in the US or save up for it in advance – for ‘the most fruitful four months of your student life’. Socially, academically and personally: getting out of your bubble is of crucial importance to be able to grow. An exchange semester is also an opportunity to compare both systems - you understand better what Group T is trying to do in the long term. Due to our exchange, we understand why Group T is teaching you what they are teaching you!”
Lennart: “The exchange helped us to find out ‘Who am I?’ and ‘What do I want?’, two crucial elements to become a good engineer!”
They conclude: “Whatever you do, go on an exchange!”
CHINA JOURNEY 2025 CONNECTING TO A DIFFERENT CULTURE
“GUANXI IS THE INVISIBLE CURRENCY OF CHINESE SOCIETY”
During our China Journey in April 2025, organised by Group T and De Nayer Campuses, we were introduced to the Guanxi principle. It refers to the network of personal relationships built on trust, mutual favours, and long-term reciprocity in traditional Sino culture. The longer we stayed in China, the more we came to understand its incredible cultural importance in the country. But for Group T Campus, guanxi is no stranger. For nearly 20 years, the campus has upheld a tradition of traveling to China - building connections, both cultural and professional, along the way.
The China Journeys offer a deep dive into Chinese culture - from connecting with local students and touring top universities and companies, to exploring iconic landmarks and experiencing the country’s rich traditions firsthand. That tradition, however, was put on pause during the Covid-19 pandemic. In 2024, Group T Campus decided it was time to bring it back - and in April 2025, a new group of 20 engineering students set off to China. This year, five Campus De Nayer students joined the adventure. During the 12-day trip, we were introduced to four very different cities: Chengdu, Xi’an, Beijing, and Shanghai.
Meaningful connections and lifelong memories
Already, when we arrived in Chengdu, a group of students from UESTC warmly welcomed us at the airport - a gesture which already reflected the UESTC Glasgow College’s commitment to maintaining strong ties with KU Leuven Group T Campus. That first encounter was more than just a greeting; it set the tone for what would become a trip full of meaningful connections and lifelong memories. It was guanxi in action - not just an idealized concept, but something we would experience in every conversation, meal, and moment of collaboration. Our visit to UESTC was a highlight. The university welcomed us with a thoughtful presentation and guided us through their campus, sharing stories from their history along the way. That sense of pride and hospitality persisted throughout our visits to the other universities as well: Xidian University in Xi’an, Beijing Jiaotong University in Beijing, and East China University of Science and Technology in Shanghai. At each stop, we met students, shared meals, explored campuses, and took part in cultural workshops that gave us a deeper understanding of Chinese life, values, and traditions.
We learned from a sugar painting master, gave our best efforts at playing jianzi - a traditional game similar to kick ups in football but with a feathered shuttlecock - and even learned how to cook some local desserts. Some of these activities were also new for the local Chinese students, making the experience even more memorable for everyone. Riding bikes along Xi’an’s ancient City Wall or hiking up the steep paths of Hua Shan Mountain were just as exciting for them as they were for us. Our immersion in China challenged us to think beyond our own outlooks and gave us insight into a different way of thinking, working, and living. It helped us grow - not just as engineers, but as individuals preparing to work in a global world, a world that feels increasingly uncertain, but one where KU Leuven Group T and De Nayer Campuses choose connection.
Built on trust and strong partnerships
China is a global giant - vast, fascinating, and impossible to fully grasp. As we were told during our visit to the Belgian Embassy in Beijing: “There are no China experts, only China witnesses.” That phrase stuck with us. It reminded us of the humility needed to approach such a powerful and complex country - not with certainty, but with curiosity and respect. The embassy visit also offered practical lessons: we learned that success in China is built on trust and strong partnerships. A prime example of this was our visit to Thiebaut Pharmaceutical Packaging Co. Ltd in Xi’ana company that began as a Sino-Belgian joint venture and could not have started without the collaboration between Belgian expertise and Chinese market knowledge and demand. It was a powerful example of what international collaboration can achieve - a pattern we continued to observe throughout our journey.
In nearly every factory we visited - including SAIC Motors in Shanghai and Maccura Biotechnology Co., Ltd in Chengdu - there was a clear reliance on European machinery, particularly Germanmade equipment. It was a striking reminder that global industry does not operate in silos, but thrives through exchange, partnership, and mutual reliance. China’s industrial strength partly depends on European innovation, just as Europe benefits from China’s scale, ambition, and market dynamism. That interdependence makes collaboration not just beneficial, but essential.
A most valuable and future-focused journey
Another inspiring moment came right after the embassy visit, when we toured ByteDance - the tech giant behind TikTok. Even more remarkable was the fact that our company guide was Wang Siyuan, a Group T Campus alumna. Seeing ‘one of us’ working in one of the world’s most influential tech companies, was a powerful reminder of the kind of talent Group T and De Nayer Campuses cultivate. That sense of opportunity was reinforced throughout our company visits, where a few students even started internship applications - clear proof of how valuable and futurefocused this journey was. It combined travel, learning, and career opportunities in a way that was both intense and inspiring.
To conclude our adventure, we can confidently say that the China Journey 2025 helped us take the first steps in building a connection - not just with the country, but with the people we met along the way. We learned that guanxi is not something that forms overnight; it is a lifelong process, built on trust, shared experiences, and time. This trip gave us the opportunity to plant the seeds of those relationships — and now, it is up to us to nurture them, to stay in touch, and to continue building on what we started during these intense two weeks. Most of us arrived in China with empty WeChats; we left with contact lists full of new friends from all over the country. But more importantly, we left with the beginning of a network that could shape our personal and professional futures for years to come.
For anyone considering joining a future Intercontinental Student Journey, we wholeheartedly encourage you to take the opportunity. It would be the experience of a lifetime.
Although women are the superconsumers of the 21st century and make 80% of purchase decisions, barely 1% of R&D investments specifically target this group. This leaves companies untapped a huge market ranging from technology and sporting goods to medical care and financial products. How did it come to this? And what needs to be done to turn the tide? That was the theme of the third edition of 'Women Entrepreneurs in Tech' on 8 May 2025 in Leuven.
Female business leaders remain scarce in Belgium. Only 1 in 5 entrepreneurs is a woman. In tech companies, barely 17% of leadership positions are held by women. This distortion was at the heart of the first 'Women Entrepreneurs in Tech' event in 2022, an initiative of KU Leuven - Group T Campus and the Brussels-based organisation Womenpreneur-Initiative. Since then, every year top women from tech companies and the research world come to Leuven to share their insights and experiences with each other and with the audience. The third edition also featured Eléonore Simonet, Minister of Small Business, the SelfEmployed and SMEs. She came to confirm her support for entrepreneurship by women, especially in the technology sector where women are still severely underrepresented.
Drop-off
In her keynote 'Womenomics & STEMinism: a Mighty Twin for Europe', Françoise Chombar, Chairwoman of microelectronics company Melexis, spoke about the causes of gender inequalities in tech professions. According to her, these are not biologically
determined but cultural. "Boys and girls score equally well in STEM subjects. But culture, prejudice and stereotyping play a negative role. The biggest drop-off of girls and young women occurs at the end of secondary education and when entering the labour market. This is a consequence of learned behaviour and a lack of role models. You can't be what you can't see.”
Our companies best put gender balance and inclusion high on their strategic agenda, Françoise Chombar believes. Because in a world of rapid change, every talent counts. Want to really understand the customer? Then, mirror your organisation against the diverse society. If you do not take your customers seriously, you will miss opportunities to maximise your market share. Moreover, as leaders and entrepreneurs, women score better than men in many areas. "Soon it is no longer useful - and will soon be harmful - to insert that women adapt to the existing roles and rules of the game. Tomorrow's female money and talent will go to the companies adapted to their needs, styles and motivations", Françoise Chombar concluded.
Kristel Vanderlinden, founder of FutureKind and Belgium's first FemTech futurist, has set out to convince entrepreneurs to develop women-centric products and services. She too notes that women have to fight hard to break through in tech. "For example, as a woman, you only have a 20% chance of your patent application being approved. As a man, it is 80%.
The male committees that make the decisions cannot sufficiently empathise with the female lifestyle. Moreover, only 1% of all venture capital goes to companies led by a woman. And this despite the fact that start-ups run by women have been proven to generate up to 30% higher returns than their male equivalents."
Eléonore Simonet, Minister of Small Business, the Self-Employed and SMEs
Nevertheless, the futurist predicts change is coming soon. "By 2030, for the first time, women have equal economic power because they will control half of global wealth. This Great Wealth Transfer makes women's potential immense. It already shows that innovation tailored to women generates 40% to 70% more return on investment than gender-neutral or male-only products or services." Examples of FemTech innovations, according to Kristel Vanderlinden, include sports shoes and bicycle saddles adapted to the female anatomy, hormonal-driven food supplements, an app for menstrual and pregnancy care and smart rings that collect female data.
Leadership
During the panel debate, leading women entrepreneurs talked further about female-driven innovation. Inge Neven, CEO of VITO, emphasised the role research institutes play in creating inclusive innovation. As an example, she mentioned the development of a digital twin of the human body, related to medicine intake, reaction to exposure of certain products, performance in stress situations, where male and female characteristics are included.
According to Natalie Dewulf, general manager at Equans, women still have to make more efforts than men to prove their credibility. This also applies to female entrepreneurs or managers, by the way. "People tend to think you are in a leading position because of your gender and not because of your ideas and leadership."
Axelle Moortgat, the young CEO of NOX Energies, said women tend to be more cautious. That would explain their higher success rate. "Women are more caring and will think a lot before they take money. And if they do, they are full in and put the business as number one and care less about their ego."
Dewi Van de Vyver, CEO of Effax, was also of the opinion that female characteristics will ultimately play in her favour. "Women are supposed to be more open to caring, cooperation and change. Male often see it as being too soft. These traits offer just the opportunity to lead the way towards a sustainable future."
Yves Persoons
WOMEN ENGINEERS' MENTORING PROGRAMME LAUNCHES 2ND EDITION
In April last year, Group T Campus was the first to launch a mentoring programme for female engineering students. 22 third-year students were paired with as many successful female graduates who inspired and guided them towards a future in engineering and technology for a full year. On 24 April 2025, the first edition was festively concluded and a new batch of mentees and mentors joined the programme.
The concept of the first edition remains. Over the course of one year, mentees and mentors will meet at least four times. In addition, three meetings are planned on campus covering topics such as career planning, self-knowledge and talent development. There will also be dedicated moments for mentors to share their experiences and learn from each other. "Not only the mentees should benefit, we also want the mentors to gain something from the experience and find satisfaction in guiding and advising their mentee," says programme coordinator Sofie Craps. "Mentorship is only truly successfull when it goes both ways”.
AFVALVERBRANDING IN DE CIRCULAIRE ECONOMIE: HOE MAKEN WE VAN DE NOOD EEN DEUGD?
In de ideale circulaire economie is er geen restafval want elk materiaal kan eindeloos worden hergebruikt. Van afvalverbranding is er dan ook geen sprake meer. Zo ver zijn we echter nog niet. Sterker, zo ver zal het nooit komen. Dat was de conclusie van de forumavond van Alumni Ingenieurs KU LeuvenCampus Groep T op 27 maart 2025. Wetenschappers, ingenieurs en deskundigen uit de industrie en het beleid deelden hun kennis en inzichten over de verbranding van afval vandaag én morgen.
In Vlaanderen produceert iedere inwoner ongeveer 470 kg huishoudelijk afval per jaar. Daarvan wordt 70% selectief ingezameld, wat ons tot koploper in Europa maakt. De overige 30% – het restafval – gaat naar de verbrandingsinstallatie. Wat overblijft na de verbranding is bodemas. Wat daarmee gebeurt, was het onderwerp van de keynote van professor Jo Van Caneghem, coördinator van het ChEMaRTS Research Team op Campus Groep T.
In een tweede keynote vertelde Leen De Bruycker, Technical & Scientific Officer van CEWEP, dat er in Europa nog veel werk aan de winkel is. Negen EU-staten storten nog altijd meer dan de helft van hun huishoudelijk afval – zo’n 100 miljoen ton per jaar – in het milieu zonder enige vorm van recuperatie of recyclage. Daar moet dus de eerste stap in de afvalhiërarchie nog worden gezet. Die eerste stap is precies de recuperatie van energie en materialen na verbranding.
Na de keynotes gingen professor Johan De Greef van ChEMaRTS, dr. Guido Wauters, Chief Organisational Development bij Indaver, Piet Coopman, coördinator bij Interafval en de eerder genoemde Leen De Bruycker in debat.
Lees het volledig verslag hier: https://iiw.kuleuven.be/nieuws-en-agenda/nieuws/ forumavond-afvalverbranding
Al zes generaties lang produceert de familie Lindemans in het Vlaams-Brabantse Vlezenbeek lambiek, geuze, kriek, faro en nog meer iconische bieren. Vandaag is de brouwerij een van de grootste producenten en genieten de Lindemans bieren wereldfaam. Op 27 februari 2025 ging Alumni Ingenieurs KU Leuven er op bezoek. Twee industrieel ingenieurs van het huis gaven uitleg over de streek, de geschiedenis en het geheim van een van ’s werelds oudste bieren. Met dank aan de ingenieurs Luc Lippens (alumnus van KHBO, nu KU Leuven - Brugge) en Sep Roggeman (alumnus KIHO Sint-Lieven, nu KU Leuven - Gent) voor de uitstekende rondleiding.
NEUROTECH LEUVEN - MINDSEED 2025: THE NEXT ERA OF NEUROTECHNOLOGY
Op woensdag 30 april 2025 organiseerde NeuroTech Leuven de 4e editie van 'Mindseed'. Toon van Waterschoot, voorzitter van Campus Groep T, had de eer om dit ‘mindblowing’ event over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van neurotechnologie te openen.
In de Leuvense Aula Vesalius presenteerde het NeuroTech-team eerst hun eigen innovatieve projecten, onder andere rond de behandeling van Parkinson en ALS.
Daarna luisterden de 400 aanwezigen geboeid naar internationale keynotespeakers van het Zwitserse ONWARD Medical, gespecialiseerd in technologie om patiënten met ruggen merg letsels te helpen, en Icometrix, opgericht in Leuven en ook gevestigd in Boston, dat digitale, datagestuurde en schaalbare real-world zorgoplossingen creëert.
Tijdens de eerste keynote sprak onze collega Julie Verlinden, PhD-onderzoeker aan Campus De Nayer, heel openhartig
over haar eigen ruggenmergletsel en de gepersonaliseerde, levensveranderende oplossing die ONWARD voor haar ontwikkelde.
Daarna modereerde Magali Minet een debat over strategische initiatieven, ethiek en regelgeving bij onderzoek en ontwikkeling van hersentechnologie.
LUCA PHILHARMONIC SCHITTERT OP GALACONCERT ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN
De Vijfde is een begrip in de klassieke muziek. Beethoven beet de spits af. In zijn voetspoor componeerden ook Schubert, Mendelssohn, Mahler, Tsjajkovski, Bruckner en Sibelius elk een beroemde vijfde symfonie. Minder bekend vandaag is de vijfde van Dmitri Sjostakovitsj. Tijdens het Galaconcert op 4 april 2025 in Leuven genoten 100 alumni-ingenieurs van een magistrale vertolking van de nummers vijf van Beethoven en Sjostakovitsj door de LUCA Philharmonic o.l.v. Michel Tilkin.
Het AIKULeuven Gala vond plaats in de grote concertzaal op Campus Lemmens. Vooraf kregen de gasten in de kamermuziekzaal een exclusieve introductie over beide symfonieën en hun componisten door David Lodewyckx, docent ‘Kunst in
Lees het volledig verslag hier:
Context’. Om echt te kunnen genieten van dit repertoire kom je beter niet onbeslagen op het ijs en bewees wat tekst en uitleg zijn nut.
De studenten van de LUCA School of Arts verenigd in de LUCA Philharmonic vertolkten zowel Beethovens klassieker als Sjostakovitsj’ ‘emotional roller coaster’ met brio en een aanstekelijk enthousiasme. Een pluim voor de strijkers die concertzaal op de Lemmensberg vulden met een warme gloed. Hoed af ook voor dirigent Michel Tilkin die het jonge geweld meesterlijk van het ene hoogtepunt naar het andere leidde. Vooral in Sjostakovitsj Vijfde liet hij de jeugd zich uitleven in de grote rijkdom van muzikale vondsten. Na een majestueuze canon van de strijkers