
4 minute read
LEREN VAN BELEVINGEN
Maurice Imholz, Dennie Jansen, prof. Greet Langie, Tobi Roelens, Stijn De Jonge, Kurt Coppens, Niels Huylebroeck, Stef Pillaert, Christel Willemaerts, Micheline Bekaert, Barbara Jaskula-Goiris, Bart Van Riet
Met de programmahervorming die de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in 2020 lanceerde, werd op de campussen een alternatieve werk- en leervorm geïntroduceerd: de Ingenieursbeleving (IB). Tijdens het tweede semester gingen de ontwikkelaars en coördinatoren bij elkaar op bezoek om ervaringen uit te wisselen. Christel Willemaerts vertelt over hun ‘Ronde van Vlaanderen’.
De idee broedde al een tijdje in de Permanente Onderwijscommissie van de Polyvalente Ingenieursvorming”, aldus Christel. “Tijdens onze bijeenkomsten wordt er uiteraard gerapporteerd over de aanpak en het verloop van de vernieuwingen, maar uiteindelijk gaat er niets boven een bezoek ter plaatse om te zien en mee te beleven wat de studenten ervan gemaakt hebben. Het voorbije semester was het eindelijk zover. Met een vijftiental collega’s trokken we naar de campussen in Gent, SintKatelijne-Waver, Leuven en Brugge”.
Waarde
Even recapituleren. De programmahervorming die inmiddels al drie jaar aan de gang is, leverde een aantal belangrijke vernieuwingen op zoals het gemeenschappelijke eerste bachelorjaar, de versterking van de polyvalente ingenieursvorming, de integratie van de professionele competenties en een nieuwe werkvorm waarin naast het klassieke kennen en kunnen ook het beleven een plaats krijgt. “De idee komt uit het standaardwerk over de ‘Experience Economy’ van Joseph Pine en James Gilmore”, legt Christel uit. “Het komt erop neer dat niet alleen meer het product of dienst op zich centraal staan maar ook de ermee geassocieerde beleving. Meer nog, een product ontleent zijn waarde niet enkel meer aan zijn intrinsieke kwaliteit maar ook aan de emoties die het oproept of creëert. In tegenstelling tot klassiek projectwerk, zorgt een beleving voor een ‘totaalervaring’ wat een grotere herinneringswaarde en een groter leereffect oplevert.
Een beleving kun je op tal van manieren creëren. Door de aard of aantrekkelijkheid van de opdracht natuurlijk, maar ook door de uitdaging, het competitie-element, de beloning of -gewoon- de fun. Dit waren aspecten waarvoor in de ‘traditionele ingenieursprogramma’s weinig of geen aandacht was. Met als gevolg dat vele jongeren nog altijd denken dat de ingenieursstudie oersaai is”.
Verschillen
“Drie jaar na de lancering staat het concept van de IB nog altijd overeind”, meent Christel. “Het gaat om een authentieke opdracht die de studenten uitdaagt om hun kennis en vaardigheden elders verworven in de opleiding te integreren: zowel de wetenschappelijke, technische als de professionele competenties, maar ook de eigen talenten. Naarmate de opleiding vordert neemt de complexiteit en de mate van zelfstandigheid toe zodat de IB een echte voorafspiegeling is van de latere beroepspraktijk”.
In het eerste bachelorjaar bestaat de IB uit vier onderwijsleeractiviteiten: ruimtelijk inzicht en CAD, een geïntegreerd lab, seminaries over professionele competenties en uiteraard de realisatie van de opdracht zelf. “De doelstellingen en de onderwijsleeractiviteiten van IB1 mogen dan wel identiek zijn, de invulling en de vertaling ervan in opdrachten op de campussen verschillen”, stelde Christel vast.
“Dat ligt ook voor de hand. De infrastructuur, de faciliteiten, de samenstelling van het docentencorps en het aantal studenten laten gewoon niet toe dat overal een en dezelfde opdracht uitgevoerd kan worden. En dat is maar goed ook. Op die manier kan elke campus zijn eigen accenten leggen en is er overal wat anders te beleven”.
Thema
Zoals in de echte Ronde van Vlaanderen het parcours gevarieerd is, zo kregen de docenten tijdens hun bezoeken op de campussen telkens andere uitwerkingen en resultaten van IB1 te zien. “Een dankbaar thema blijkt ‘bouwen’ te zijn”, zegt Christel. “In Gent was ‘duurzaam bouwen’ het centrale thema, op Campus De Nayer bouwden de studenten aan de serre van de toekomst en in Leuven bouwden 56 teams een Rube Goldbergmachine, d.i. een ingenieus apparaat dat een kettingreactie op gang brengt”.
Een bijzonder aandachtspunt tijdens elk bezoek was de evaluatie. “In principe wordt een IB permanent geëvalueerd aan de hand van diverse elementen zoals een presentatie, een verslag, peer assessment, procesevaluatie, vaardigheidstesten, beoordeling van het eindproduct, enz. Tijdens onze bezoeken zagen we duidelijke accentverschillen. In Gent bijvoorbeeld wordt sterk ingezet op schriftelijke rapportering, in Leuven op het finale showmoment. Op Campus De Nayer konden de studenten dan weer een bonus verdienen wanneer ze interdisciplinair samenwerkten, enz. Voor elke insteek valt iets te zeggen en uit elke aanpak valt iets te leren”.
Dat brengt Christel tot de conclusie van de excursie naar de campussen: “We zagen veel enthousiasme en dynamiek bij zowel de studenten als hun coaches en instructeurs. We zagen ook veel creativiteit en een grote diversiteit in de aanpak en de realisaties. In de IB’s manifesteert zich de eenheid in verscheidenheid waar de faculteit voor staat op z’n best”.

© Julie Feyaerts
Yves Persoons