COGNITIE BORSTKANKER
NEURO-INFLAMMATIE EN DE ASSOCIATIE MET COGNITIE, NEURONALE MARKERS EN PERIFERE INFLAMMATIE NA CHEMOTHERAPIE VOOR BORSTKANKER
PROBLEEM- EN DOELSTELLING(EN) ONDERZOEKSPROJECT
Om onderliggende mechanismen te onderzoeken van chemotherapie geïnduceerde cognitieve beperkingen bij patiënten met borstkanker, bestudeerden wij nieuwe biomarkers van neuro-inflammatie en neuronale integriteit.
ONDERZOEKSOPZET Deze cohort studie bestudeerde 74 vrouwen (47 ± 10 jaar) van 22 oktober 2017 tot 20 augustus 2020. 19 chemotherapie-behandelde en 18 chemotherapie-naïeve patiënten met borstkanker werden onderzocht één maand na voltooiing van de operatie en/of chemotherapie, en 37 gezonde controles werden eveneens onderzocht. De evaluaties omvatten neuropsychologische testen, vragenlijsten, bloedafnames voor 17 inflammatoire en 2 neuronale overlevingsmarkers [‘neurofilament light-chain’ (NfL) en ‘brain derived neurotrophic factor’ (BDNF)] en PET-MRneurobeeldvorming. Om neuro-inflammatie te onderzoeken, werd ‘translocator protein’ (TSPO) [18F]DPA714-PET-MR opgenomen voor 15 deelnemers per groep en geëvalueerd op basis van het totaal distributievolume genormaliseerd naar het cerebellum.
RESULTATEN Met chemotherapie behandelde patiënten vertoonden een hogere TSPO-expressie, indicatief voor neuro-inflammatie, in de occipitale en pariëtale kwab in vergelijking met gezonde controles of chemotherapie-naïeve patiënten. Na correctie voor partieel volume effect persisteerde de verschillen met gezonde controles (pFWE <0,05). Bovendien werden, in vergelijking met gezonde of chemotherapie-naïeve controles, cognitieve stoornissen (17-22%) en veranderde niveaus in bloedmarkers (F ≥ 3,7; p< 0,031) gevonden bij met chemotherapie behandelde patiënten. NfL, een marker voor axonale schade, was bijzonder gevoelig in het onderscheiden van de groepen (F = 105; p = 4,2E-21), met concentraties die 20 keer hoger waren bij met chemotherapie behandelde patiënten. Ten slotte associeerde meer lokale neuro-inflammatie met slechtere cognitieve prestaties, hogere bloedspiegels van neuronale integriteit merkers en veranderde witte stof structuur in het corpus callosum, bij patiënten behandeld met chemotherapie (pFWE < 0,05).
80