PIJN BORSTKANKER
HET EFFECT VAN NEUROWETENSCHAPPELIJKE PIJNEDUCATIE GERICHT OP WAARGENOMEN ONRECHT GECOMBINEERD MET MOTIVATIONAL INTERVIEWING BIJ BORSTKANKEROVERLEVERS MET PIJN
PROBLEEM- EN DOELSTELLING(EN) ONDERZOEKSPROJECT
Een groot aantal borstkankeroverlevers (21% à 76%) kampt met pijn, wat de levenskwaliteit en de heropstart van dagdagelijkse activiteiten vermindert. Momenteel wordt pijnmedicatie als de gouden standaard gezien door de Wereldgezondheidsorganisatie om pijn na kanker te behandelen. Dit is geen oplossing voor velen aangezien dit vaak gepaard gaat met neveneffecten en pijnklachten hand in hand gaan met emoties zoals boosheid, verdriet en onrechtvaardigheid waarop medicatie niet inspeelt desondanks deze vaak worden gezien als onderhoudende factoren. Uit eerdere onderzoeken in pijnpopulaties bleek een betere kennis over pijn en een veranderingen in de omgang met dagelijkse activiteiten de pijnklachten te doen verminderen en de levenskwaliteit te doen toenemen. Daarom wordt de effectiviteit van neurowetenschappelijke pijneducatie specifiek gericht op het gevoel van ervaren onrecht nagegaan op het verminderen van deze emoties. Dit wordt gecombineerd met motiverende gespreksvoering als communicatiestrategie om de beoogde gedragsverandering te bekomen. Deze behandeling zal worden vergeleken met biomedische pijneducatie.
ONDERZOEKSOPZET Voor dit onderzoek worden 156 deelnemers gezocht die gerandomiseerd worden in een van de 2 verschillende pijneducatie groepen: biomedische of neurofysiologische pijneducatie. De pijneducatie in beide groepen bestaat uit: een online sessie (1 uur), een informatiebrochure, en 3 één-op-één sessies (45 min.) op hun voorkeurslocatie: UZ Brussel, AZ Rivierenland (Bornem), Universiteit Hasselt (campus Diepenbeek) of Imeldaziekenhuis (Bonheiden). Metingen gebeuren met behulp van vragenlijsten die afgenomen worden met behulp van REDCap net voor de behandeling en meteen, 6, 12, en 24 maanden na de behandeling. De vragenlijsten bevragen de pijn (BPI, CSI, DN-4), levenskwaliteit (EORTC-QLQ-C30), ervaren onrecht (IEQ), gezondheidszorg kosten (MCQ, PCQ, EQ-5D-5L), slaap (PSQI, ISI), vermoeidheid (FSS), pijncognities (PCS, IPQ, PVAQ), depressie (DASS-21), woede (STAXI-II), acceptatie (AAQ-II), en behandelverwachtingen. Er zal geëvalueerd worden of beide groepen significant verschillen van mekaar op vlak van pijn, levenskwaliteit en ervaren onrecht. De effectgrootte, number needed to treat, en gezondheidszorggebruik/-kosten zullen bepaald worden.
70