PALLIATIEVE ZORG
EEN THEORETISCH ONDERBOUWDE GEDRAGSINTERVENTIE OM PALLIATIEVE ZORG GEMAKKELIJKER BESPREEKBAAR TE MAKEN
PROBLEEM- EN DOELSTELLING(EN) ONDERZOEKSPROJECT
Communicatie over palliatieve zorg wordt vaak uitgesteld of vermeden. Tijdige communicatie is cruciaal voor een tijdige opstart van palliatieve zorg, rekening houdend met de wensen en noden van de patiënt. Onderzoek ter bevordering van tijdige communicatie over palliatieve zorg richt zich veeleer op de professionele zorgverlener. Echter, mits gepaste ondersteuning kunnen ook patiënten initiatief nemen in gesprekken over palliatieve zorg (patient empowerment). Een gezondheidspromotie benadering kan helpen om het gedrag ‘starten van een gesprek over palliatieve zorg met de arts’ beter te begrijpen, te verklaren en te veranderen. Dit project beoogt om 1) de gedragsfactoren gerelateerd aan het starten van een gesprek over palliatieve zorg met de arts (huisarts, oncoloog, specialist) door personen met kanker te identificeren en te kwantificeren en om 2) een gedragsinterventie die focust op de verandering van de belangrijkste gedragsfactoren te ontwikkelen in samenwerking met de eindgebruikers.
ONDERZOEKSOPZET Wij voerden reeds een kwalitatieve semi-gestructureerde face-to-face interviewstudie uit met 25 personen met ongeneeslijke kanker om de gedragsfactoren gerelateerd aan het doelgedrag te exploreren en identificeren. De interviewguide was gebaseerd op de theory of planned behavior. Om de gedragsfactoren gerelateerd aan het doelgedrag te kwantificeren en de sterkst gerelateerde gedragsfactoren te achterhalen, voerden wij een kwantitatieve vragenlijststudie uit met 80 personen met ongeneeslijke kanker. We maakten hierbij gebruik van face-to-face interviews. Vervolgens ontwikkelden we samen met de eindgebruikers (personen met kanker, artsen, mantelzorgers, experten …) een interventie, gebaseerd op het Intervention Mapping Protocol. Enerzijds is het doel van deze interventie om personen met kanker te helpen bij het nemen van initiatief in een gesprek over palliatieve zorg met de arts. Anderzijds om artsen te ondersteunen in het gepast reageren op een patiënt die hierover een gesprek start met hem/haar. Op dit moment bereiden wij een procesevaluatie van de programmamaterialen voor.
RESULTATEN De kwalitatieve interviewstudie resulteerde in een gedragsmodel bestaande uit de veranderbare factoren bewustzijn, kennis, attitude, gepercipieerde gedragscontrole, gepercipieerde sociale norm en sociale invloed gerelateerd aan het starten van een gesprek over palliatieve zorg met de arts. De vragenlijststudie toonde aan dat de attitude ten opzichte van het gedrag bv. ‘ik vind het belangrijk/nuttig/niet te vroeg …’ (gepercipieerde voordelen, nadelen, barrières), de gepercipieerde gedragscontrole en de gepercipieerde attitude bij de partner/familie/ vrienden en de arts ten opzichte van het gedrag de belangrijkste factoren waren gerelateerd aan het doelgedrag. De programmamaterialen voor de personen met kanker (filmpje, affiche, brochure, vraag-en gesprekskaarten, balpen) zijn voorzien van informatie die betrekking kan 58