De zij-lijn
partner voor alle nsgerichte aspecten n uw organisatie. ENGELBEWAARDERS
een engelbewaarder is? Meteen bekruipt mij een ouderwets schuldgevoel omdat ik mijn eigenste exemplaar al een hele tijd uit het oog verloren ben.
Vroeger, als kind, liep ik graag aan zijn hand. Toen ik te groot was voor de poppen maar te klein voor de kerels was ik vaak blij dat ik hem zo dicht bij me voelde. De eerste duik in het diepe van het zwembad, de akelige busrit naar de verre kostschool, bij stille verdrietjes in de eenzaamheid van de kille slaapzaal … nooit was ik écht alleen. Maar al snel wou ik andere handjes vasthouden en hij werd niet jaloers. Van de lieve kindervriend groeide hij uit tot een toffe knul die mij vaak en veilig langs omweggetjes naar het station loodste of de surveillante de andere kant deed opkijken als er smokkelwaar in mijn koffer zat. Hij hielp me bij het vinden van de fijnste woorden bij de kilometerlange brieven die ik toen schreef en bezorgde me vaak een alibi om een straf te ontlopen.
ADMB.be Ze is zenuwachtig, zegt ze. Vroeger zou ze gezegd hebben: ‘Ik ben zwachtig’. En haar dooppeter woonde op een artappement waar ze soms over het patijt struikelde. Het duurde ook lang voor ze het verschil kende tussen ‘per ongeluk’ en ‘met opzet’, wat vaak tot hilarische situaties leidde. Ondertussen is ze dat kleutertaaltje helemaal ontgroeid maar we plagen er haar nog graag mee. Ze is dus nu gewoon zenuwachtig want morgen moet ze dansen. Niet zoals Hanne Decoutere met pointes en pirouettes, niet in het Concertgebouw en voor het oog van vele camera’s maar in het plaatselijke sportcomplex en in aanwezigheid van vele mama’s en papa’s, oma’s en opa’s. En ze moet tellen, heel veel tellen. Haar grote angst is van uit de pas te gaan en de tel kwijt te raken, ondanks het vele oefenen. ‘Vraag je engelbewaarder dat hij morgen heel dicht bij je blijft en je helpt tellen. Dat hij je handje vasthoudt als je wat wankel staat’, zeg ik zonder nadenken. ‘Mijn wie??,’ vraagt ze heel nadrukkelijk. De vraagtekens staan in haar ogen te lezen. Ik had beter iets anders gezegd want hoe moet ik een achtjarige, anno 2019, uitleggen wie of wat
Hoe vaak moet ik hem niet tot de wanhoop gedreven hebben bij onverwachte toetsen en vergeten huiswerk? Geen terrein was hem onbekend. Lang voor Google bestond kon ik altijd op hem rekenen als er iets uit mijn geheugen ontsnapt was. Soms liet hij mij wel merken dat hij vermoeid of overbelast dreigde te raken maar hij gidste mij feilloos voorbij herexamens of tweede zit. Hij bezweek bijna aan een hartstilstand toen ik achter het stuur van mijn vaders auto kroop en mijn eerste parkeermanoeuvres heeft hij van tussen zijn vingers gevolgd. Hij voelde de noden van mijn wispelturige tienerziel perfect aan en heeft menig lieve mens, schijnbaar toevallig, op mijn pad gezet. En daarna kwam de tijd waarop ik dacht: ‘Ik kan nu wel verder zonder jou. Ik ben flink genoeg
om op eigen benen te staan.’ Eigenwijs als ik was, bedankte ik hem voor bewezen diensten en ging mijn eigen weg. Hij wist wel beter. Hij nam mijn hand wel niet meer vast maar hield zich discreet op de achtergrond. De weg die ik ging was soms hobbelig en ik ben meer dan eens op mijn bek gegaan. Ik hield er geen blijvende letsels aan over maar hij moet vaak gegrinnikt hebben: ‘Eigen schuld, dikke bult’. Hij bleef een geduldige en trouwe vriend en naarmate ik ouder werd, liet hij mij subtiel voelen dat hij er nog altijd was. En hij was niet meer alleen! Al wie mij voorgegaan zijn, heeft hij om zich heen verzameld en nu kijken ze mij samen plagend, zuchtend, bezorgd en bemoedigend aan. Ze hebben de taken wat verdeeld want mijn leven is er niet eenvoudiger op geworden sinds ik zestien was. Er is er nu eentje voor het hoofd, de benen en het hart: het denken, het doen en het voelen. En weer geven ze de juiste toon aan, sturen ze de juiste gedachte, zetten de gepaste mensen op mijn pad op het juiste moment. Ik snap niet altijd de ware toedracht en dan glimlachen ze hoofdschuddend en wachten geduldig. En ik? Ik laat me graag weer bij het handje nemen … Maar hoe kan ik dit vertellen aan deze pientere meid zonder dat ze mij gek verklaart? Aan de glans in haar oogjes te zien, heeft ze niet veel uitleg nodig. Zo’n hoogstpersoonlijke vriend en gids die je niet voor de voeten loopt maar je wel beschermt, vindt ze een prettige gedachte. Haar zelfvertrouwen schiet als een raket de hoogte in. Ze heeft perfect gedanst, helemaal in het ritme en foutloos. ‘s Avonds valt ze als een blok in slaap, uitgeteld. M A R L E E N V E R H EL ST
3