ConnectING 16 - juni 2021

Page 1

• AI in Business & Industry • Mentoring project voor doctorandi • Jobbeurzen 2021 • Terugblik op Ingenieursbeleving 1 • Ijkingstoets: een opportuniteit? • Studentenparticipatie in de faculteit • Race naar 6G • E-Health care and privacy • Zandvangen in Oostende • Solar Olympiade 2021 Viermaandelijks • maart-april-mei-juni 2021 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663 Magazine van de Faculteit NR.KUIngenieurswetenschappenIndustriëleLeuven16-juni2021 SERGE DE GHELDERE, WINNAAR EERSTE ALUMNI AWARD Serge de Gheldere

neusje van de zalm is

Formula Student Competition in

efficiëntere

driverless

2

053 72 71 86 connecting@kuleuven.be(secretariaat)  www.iiw.kuleuven.be Foto’s: Yasmina Besseghir, Dries De Krom, Joren Deweerdt, Julie Feyaerts, Glenn Strypsteen, Tom Talloen en Filip Van Loock. Grafisch ontwerp en drukwerk:  artoos group – www.artoosgroup.eu INHOUD • Woord vooraf 3 • Nieuws van de faculteit 4 • Nieuws van de campussen 6 • Onderwijsontwikkeling in de kijker 10 • Studenten in de kijker 18 • Docenten in de kijker 24 • Onderzoek(er) in de kijker 26 • Doctoraten 36 • Wetenschapscommunicatie 37 • Faculty Worldwide 38 • Alumni in de kijker 40 • Nieuws van alumni 44 4 KLIMAATNEUTRAAL BEDRIJF 4 ISO 14001 4 100% GROENE KLIMAATNEUTRAALENERGIEGEDRUKT CERT. NUMMER: 53520-2009-1003 FORMULA ELECTRIC BELGIUM BOUWT EERSTE ZELFRIJDENDE ELEKTRISCHE RACEWAGEN De Aurora MkII zit proppensvol technologische hoogstandjes:

innovatieve

COLOFON ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), (Hilde Bonte) Kris Henrioulle a.i., Dorine Bruneel, Niels De Brier, Ellen Demarsin, Koen Eneman, Hilde Lauwereys, Bert Lauwers, Yves Persoons, Sofie Pollin, Inge Van Cauter, Louis van Hoye, Bart Vanrumste, Rens Vervaeke Eindredactie: Yves Persoons | Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter Redactieadres FaculteitConnectINGIndustriële Ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee een nieuw aerodynamisch pakket, superlichte velgen, een koeling de nieuwste glasversterkte composieten, ophanging en controlesysteem, Het het platform wat van de Aurora II een autonoom rijdende race car maakt. Klaar om te stunten in de Nederland, Tsjechië en Hongarije.

van de batterijen en de motoren, 11% meer elektrisch vermogen,

WOORD VOORAF CONNECT ING

AANSTEKELIJK OPTIMISME

Dit optimisme is niet toevallig de rode draad die zich doorheen dit nummer ontspint. De jobbeurzen in het voorjaar op onze campussen beten de spits af. Tegen vele verwachtingen in kenden de virtuele evenementen een hoge opkomst en moesten ze in menig opzicht niet onderdoen voor hun live tegenhangers in het pre-coronatijdperk. Sterker nog, naarmate het vertrouwen van de ondernemers en de consumenten toeneemt, staan de virtuele beurzen op de campussen na de examens wellicht een tweede leven te wachten. Bleven de industrieel ingenieurs op het dieptepunt van de coronacrisis nog fel gegeerd, dan zullen ze dat nog meer zijn wanneer de economie opnieuw aantrekt.

Na meer dan een jaar in duisternis te zijn gehuld, begint het opnieuw te dagen en dat niet alleen in het oosten dit keer. Hier te lande zit het ondernemersvertrouwen eveneens opnieuw in de lift.

Het optimisme ontkiemt ook in het onderwijs en het onderzoek. Met het nieuwe postgraduaat Artificial Intelligence in Business & Industry trekken we resoluut de kaart van de toekomst, te meer omdat het programma een verlengstuk krijgt in een nieuwe master-na-master. De Ingenieursbelevingen -het paradepaardje van het vernieuwde curriculum- slaagden erin om het coronajaar van de eerstejaars goed te maken met uitdagende open opdrachten waarin de studenten zich zowel online als on campus konden uitleven. Tijdens het online Innovation & Networking Event van Technovation Hub begin mei blaakten de studententeams van zelfvertrouwen om zich opnieuw te overtreffen in innovatie en ondernemerschap. Het Formula Electric Belgium Team kon zelfs niet zolang wachten om uit te pakken met zijn autonoom rijdende elektrische racewagen. Een primeur waarmee ze willen schitteren tijdens de internationale Formula Electric competitie op de Europese circuits. Hun collega’s van het Agoria Solar Team staken de Solar Olympics voor scholenteams in een nieuw kleedje. De Vlaamse ministers van Onderwijs en van Jeugd gaven het startschot voor een geslaagde Solar Olympiade.

Prof. Bert Lauwers Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

3

De onderzoekers delen in het optimisme. Zo bouwen doctorandi van Campus Diepenbeek in nauwe samenwerking met de industrie speciale robots om anomalieën in bedrijfsprocessen snel te detecteren en onmiddellijk op te lossen. De Technologiecampus Gent neemt dan weer het voortouw in de race naar 6G. De nieuwe standaard zal tot nog efficiëntere netwerken leiden, met nog meer interactie en nog hogere datasnelheden. Op Campus Groep T worden oplossingen gezocht voor een probleem dat almaar acuter wordt: dat van de privacy in de gedigitaliseerde Positievegezondheidszorg.geluiden komen ook vanuit de hoek van de alumni. Serge de Gheldere, het boegbeeld van de klimaatzaak, won de eerste Alumni Award van Alumni Ingenieurs KU Leuven. Met deze vereniging sloot de faculteit een samenwerkingsakkoord af dat de alumniwerkingen op campus- en op facultair niveau op elkaar afstemt en versterkt. ‘Don’t limit yourself’. Nu het optimisme opnieuw veld wint, is het motto van Gerwout Van Hoefs, alumnus in de kijker in dit nummer, brandend actueel. Van grenzen verleggen heeft hij zijn job gemaakt. De coronarestricties hebben hem daarbij weinig gehinderd, ook al omdat zijn grenzen de fysieke limieten overstijgen. Bij Gerwout gaat het om een mindset, een geestelijke ingesteldheid, een mentale mobiliteit om meer te zien en verder te kijken. Dat is precies wat we op onze campussen de studenten willen bijbrengen in vakoverschrijdend werken, in ingenieursbelevingen, in contacten met het werkveld, in teamwork en leren ondernemen. Het optimisme dat dit genereert, dat nemen we er graag Prettigebij.vakantie.

De komende twaalf maanden is meer dan twee derde van de CEO’s van grote ondernemingen zinnens om fors te investeren in data en technologie. Daarbij gaat het om het beheren van gecollecteerde data, Artificiële Intelligentie en transparantie. 61% verklaart initiatieven te nemen voor een grote transformatie gericht op de human resources, met name op het cultiveren van het talent in en de cultuur van het bedrijf. Dat blijkt uit de EY CEO Imperative Study 2021 waarin 305 CEO’s uit de Forbes Global 2020 zijn bevraagd. Bij de ingenieurs moet dit nieuws als muziek in de oren klinken.

Die support is nu al ten dele voorhanden in de vorm van een vrij toegankelijke MOOC basiswiskunde en zomercursussen op alle campussen. De MOOC is een online leeromgeving waarmee de aankomende studenten op eigen tempo kun voorkennis kunnen opfrissen of bijspijkeren. De zomercursussen worden in september live gegeven en gestreamd als de coronabeperkingen dat vereisen.

“Beide producten hebben hun diensten al ruimschoots bewezen”, aldus prof. Langie. “Vanaf volgend academiejaar willen we ze samen met de ijkingstoets integreren in een facultair ondersteuningstraject voor beginnende eerstejaars”. Traject In het ondersteuningstraject onderscheidt prof. Langie twee fasen, één voor en één tijdens het eerste bachelorjaar. “Het traject start eigenlijk bij de infomomenten. Tijdens de SID-in beurzen, info- en bezoekdagen worden de potentiële studenten al gesensibiliseerd voor de ijkingstoets als diagnosemoment en de remediëringsmogelijkheden bij eventuele lacunes. De MOOC dient om zich zelfstandig de echt noodzakelijke basiskennis wiskunde eigen te maken. De zomercursus brengt de voorkennis bij die nodig is voor een vlotte start. Maar -zoals

OPPORTUNITEITVANIJKINGSTOETS:TESTNAAR

Over het woord ‘ijkingstoets’ alleen al kun je een hele boom opzetten”, zegt prof. Langie. “IJken betekent letterlijk ‘onderzoeken of iets aan de gestelde eisen voldoet’. Dat ‘iets’ heeft meestal betrekking op maten en gewichten. Het gaat om het relateren van een meetmethode aan een vastgelegde standaard. Door ijking wordt een instrument geschikt verklaard om geldige metingen uit te voeren. Van de ijkingstoets hebben we de validiteit onderzocht en vastgesteld dat het testresultaat een adequaat beeld geeft van de wiskundige en wetenschappelijke kennis van de student t.o.v. het verwachte instapniveau. Maar er is meer. De ijkingstoets positioneert de student ook t.o.v. de andere deelnemers aan de toets. Het resultaat kan dus wel degelijk als een referentie of ijking worden aangezien”. Spiegel “De ijkingstoets houdt de studiekiezer een spiegel voor van zijn wiskundekennis op het moment van de testafname”, vervolgt prof. Langie. “Wie een goed resultaat behaalt, zou bijgevolg gerustgesteld moeten zijn om de studie aan te vatten. Wie minder goed scoort, wordt verondersteld zich nog eens te bezinnen en voor de start van het academiejaar zijn of haar wiskunde kennis op peil te brengen via een zomercursus en/of de Massive Open Online Course basiswiskunde. In dat opzicht heeft de ijkingstoets een activerende functie: aanzetten tot reflectie en tot handelen. Dat blijkt duidelijk uit ons onderzoek. Hoe lager de score, hoe meer de student aangeeft gebruik te zullen maken van de ondersteuning in aanloop naar de eerste Sindslesdag”.2020 bestaat de ijkingstoets uit twee delen: 10 vragen basiswiskunde en 15 vragen die geënt zijn op het verwachte instapniveau. Onderzoek heeft aangetoond dat de score behaald op de 10 basisvragen helpt om de ‘risicostudenten’ nauwkeuriger te identificeren en te gidsen doorheen het verdere studieAangezienkeuzeproces.er naast het afleggen van de toets geen andere verplichting geldt, ligt het initiatief volledig in handen van de aankomende student. “Eigenlijk past dit in onze visie van de ondernemende ingenieurs die we willen opleiden”, vindt prof. Langie. “Wat evenwel geenszins uitsluit dat de nieuwkomers recht hebben op een optimale ondersteuning tijdens het kritische eerste bachelorjaar”.

Vanaf dit jaar is de ijkingstoets verplicht voor de nieuwe eerstejaars industrieel ingenieur. De resultaten hebben evenwel geen gevolgen voor de toelating voor de studie. En wie goede scores haalt, kan evenmin rekenen op een bonus. ‘Verplicht maar vrijblijvend’, heet dat. Toch zit er meer in, meent prof. Greet Langie, verantwoordelijke voor de ijkingstoets industrieel ingenieur binnen de KU Leuven. “

4

NIEUWS VAN DE FACULTEIT

En een derde groep die over de hele lijn beneden peil scoort en die we aanraden om zich nog eens te bezinnen over de studiekeuze. Wie er toch wil voor gaan, krijgt een stellig advies om het aanbod met beide handen aan te grijpen”.

Yves Persoons

Prof. Greet Langie © Joren De Weerdt gezegd- hiermee stopt het niet. Tijdens het academiejaar openen we een ‘online adaptive learning path’, opgebouwd uit een combinatie van theorie en veel oefeningen, aangevuld met individuele vakbegeleiding op de campus. Op basis van de resultaten van de ijkingstoets worden de studenten ingedeeld in drie groepen. Er is de groep die geslaagd is op beide delen en in principe geen behoefte heeft aan extra ondersteuning. Een tweede groep die enkel geslaagd is op de 10 basiswiskundevragen en die we aanbevelen om in functie van de hiaten gebruik te maken van de ondersteuning.

5

CONNECT ING

De niet-bindende ijkingstoets wordt op die manier opgewaardeerd van een diagnose tot een opportuniteit die de nieuwkomers stimuleert om de uitdaging aan te gaan en hun studie al onmiddellijk zelf in handen te nemen”.

Opwaardering Critici zullen opwerpen dat behalve een verruiming van het ondersteuningsaanbod er ten gronde weinig verandert: de ijkingstoets blijft niet-bindend en het traject is gebaseerd op vrijwilligheid. “Dat klopt”, antwoordt prof. Langie. “Het verschil en tegelijk de meerwaarde van de nieuwe aanpak is dat de verschillende initiatieven nu ingebed worden in een totaalconcept met een logische opbouw.

NIEUWS VAN DE FACULTEIT Ellen Demarsin © Julie TECHNOVATIONFeyaerts HUB: THE CHALLENGE OF (GLOBAL) NETWORKED COMMUNITIESENGINEERING

CONNECT ING

Enabling breakthrough Koen Verhaert, CEO of Verhaert Masters in Innovation, was the keynote speaker. He runs a group of product innovation companies helping other companies and entrepreneurs to innovate, creating new products, business and services. According to Koen Verhaert, innovation must meet the following criteria: user-centred, business-driven, multidisciplinary and enabled by technology. Only an integrated approach allows you to align products, markets and investments in the most optimal way. “Innovation is possible on different levels and in different phases. To start with, you can inject innovation into your core business by attracting specialists or calling in external experts. When it comes to adjacent innovation, you move into other areas and have to introduce new technologies. A third option is the disruptive approach, in which you resolutely take a completely different path. Each of these formulas has its own approach and methodology”. After the innovative workshops traditionally provided by the student teams, Prof. Gerard Govers, Vice Rector Science, Engineering and Technology of KU Leuven, pronounced the closing words. He emphasised the educational added value of the student projects and the exemplary role of Technovation Hub in creating and supporting so much innovation and Andentrepreneurship.Ellen?Shecould not wish for a better total immersion in her new job and professional environment. Grateful for the preparatory work of her predecessor and her colleagues, she takes up the torch, determined to tackle the challenge of (global) networked engineering communities. Yves Persoons  www.technovationhub.be

Excellent mix “The COVID-19 restrictions and lack of direct contact did not negatively affect attendance”, Ellen noted. “With more than 100 participants we remained at the same level of the previous live editions. In terms of audience diversity, we are doing even better: 21% students, 42% professionals from companies and 37% professors and researchers. An excellent mix of profiles and backgrounds for cross-fertilisation and networking”. The programme contained the by now classic ingredients: a welcome by the dean, a prominent guest speaker, a panel discussion, workshops by the student teams and a networking moment at the end. Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty of Engineering Technology opened the event with a comparison: “Our multicampus faculty in itself is a model of a networked engineering community. The cooperation between seven campuses has led to a new engineering curriculum, intense involvement of the business world, participation in the international Design Factory Global Network, joining the Siemens Industry Academy and much more. Technovation Hub can be called the emanation of the profile of our education and the mission of our faculty”. T-shaped engineers Further in his speech, Prof. Lauwers called interdisciplinary cooperation the engine of innovation. “The increasing complexity of engineering has torn down the fences between disciplines. Therefore, engineers are required to master knowledge, skills and attitudes outside their traditional comfort zone. This has led to the rise of what is known as the ‘T-shaped engineer’. Essentially, the T-shaped concept is a metaphor for the depth and the breadth that a professional needs in his/her competence. The vertical bar represents the depth of related skills and expertise in a single field, whereas the horizontal bar represents the breadth of skills and the ability to collaborate across disciplines with experts in other areas. For engineers, this means not only possessing deep technical skills, but also having broader attitudes such as empathy, entrepreneurial and communication skills, team spirit and the ability to collaborate. Characteristic of the T-shaped engineers is their dynamic versatility: the continuous alternation of deepening and broadening. The T-shaped concept is the success formula of each of our student teams”.

On May 6, 2021, Technovation Hub organised its third Innovation & Networking Evening, for the first time entirely online. For the student teams, it was a ‘moment de gloire’ to show off their achievements and to share expertise with the participants and with each other. Ellen Demarsin made her widely acclaimed entrance as the new Executive Committee member of Technovation Hub. Ellen inherits one of the faculty’s showpieces from her predecessor Chrisje Haenen. Since 2016, Technovation Hub has been the breeding ground in which engineering talent and entrepreneurship merge and result in innovative projects set up by ambitious student teams. These teams in turn attract other students, take part in international competitions and have themselves become examples of networked engineering communities.

INDUSTRIEEL INGENIEURS BLIJVEN GEGEERD

Gezamenlijk Onder zulk gesternte een jobbeurs organiseren die dan ook nog eens virtueel moest verlopen, creëerde op de campussen geen hoge verwachtingen.

“Met 245 bedrijven benaderen we het aantal van de fysieke jobbeurs vorig jaar. De onlineformule heeft onze trouwe klanten er niet van weerhouden om zich opnieuw in te schrijven. Samen boden ze 930 vacatures aan, niet alleen voor industrieel ingenieurs maar ook voor professionele bachelors”.

Bij de start van het academiejaar zag het er niet goed uit. Na vijf opeenvolgende jaren van groei in de technologiesector kwam de federatie Agoria met sombere cijfers voor de dag. In de eerste zes maanden van 2020 was de omzet met 5,5% gedaald in vergelijking met de eerste helft van 2019. In het tweede kwartaal was er zelfs een terugval van 13,5%. Vooral tijdens de eerste lockdown kelderden de cijfers over de hele lijn. Bij de export van technologische producten werd zelfs een daling van 15% genoteerd. De weerslag op de tewerkstelling liet niet op zich wachten. Van januari tot juni 2020 gingen 3.200 banen verloren in de technologische industrie. Een daling die zich volgens Agoria nog zou blijven doorzetten tot het eerste kwartaal van 2022 en in totaal 12.000 jobs zou kosten. Andere prognoses - zoals die van de Economic Risk Management Group (ERMG) - voorspelden voor 2021 een verlies van 23.000 banen.

Primeur Technologiecampus Gent organiseerde dit jaar voor het eerst een volledig virtuele beurs en ging hierbij in zee met de Odisee Hogeschool. “Met 75 bedrijven haalden we niet de 130 van de voorbije jaren, maar met 860 vacatures maakten we dit ruimschoots goed”, vertelt communicatieverantwoordelijke Laura Taelman. “De 254 laatstejaars die de beurs bezochten, zorgden voor 1.878 jobconsultaties en 110 directe sollicitaties. Aan de chatgesprekken namen 178

De pandemie heeft de vraag naar industrieel ingenieurs niet aangetast, zoveel is duidelijk.

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

“Dat de gezamenlijke beurs geslaagd is, blijkt ook uit de andere cijfers”, aldus Ellen Mostmans, communicatieverantwoordelijke op Campus Geel. “Zo werden 2.500 laatstejaarsstudenten geregistreerd in het systeem. 940 voorlaatstejaars, docenten en externe bezoekers registreerden zich. Dat resulteerde in 35.000 bezoeken aan de stands, 8.600 jobconsultaties, 435 directe sollicitaties, 1.780 chatgesprekken en 660 direct messages verstuurd door de Debezoekers”.gemeenschappelijke jobbeurs van de campussen De Nayer en Geel voorzag verder in een online sollicitatietraining en keuzesessies over o.m. doctoreren, innoverend ondernemen, verder studeren in de faculteit en aan KU Leuven en de educatieve master voor ingenieurs. Met studenten Arbeids- en Organisatiepsychologie konden een-op-een gesprekken gevoerd worden. Panelgesprek Bij de opening van de beurs op 9 maart stond er een panelgesprek i.s.m. Kanaal Z op het programma met Martine Reynaerts, CEO van Reynaerts Aluminium, Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van VOKA, prof. Luc Sels, rector van KU Leuven en Stijn Coenen, algemeen directeur van Thomas More. De sprekers benadrukten het cruciaal belang van innovatie, ondernemerschap en multidisciplinariteit voor de afgestudeerde ingenieurs. Naast een solide technische kennis zijn ook professionele vaardigheden onmisbaar voor een jonge professional. En wil je gebeiteld zitten in je carrière, dan is levenslang leren een natuurlijke ingesteldheid. Na afloop van het panelgesprek opende Hilde Crevits, viceminister-president en Vlaamse minister van Economie, Innovatie en Werk de gezamenlijke virtuele beurs.

JOBBEURZEN 2021:

Campus De Nayer en de hogeschool Thomas More die traditioneel de grootste jobbeurs inrichten, openden samen met de collega’s op Campus Geel een gezamenlijk platform, kwestie van zeker te zijn van voldoende bedrijven en vacatures. Lieze Rombauts, communicatieverantwoordelijke op Campus De Nayer, spreekt van een goede beslissing.

8 Online rekruteren en solliciteren is de norm dit jaar. De transitie van reëel naar virtueel is op alle campussen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen snel en soepel verlopen. Tegen vele verwachtingen in kenden de virtuele jobbeurzen een hoge opkomst en moesten ze in menig opzicht niet onderdoen voor de live edities in het pre-coronatijdperk.

Campus Brugge opteerde voor een kleinschalig initiatief als vervanger voor de fysieke jobbeurs. Gedurende een halve dag werden online parallelle sessies van 30 minuten ingericht waarbij de studenten telkens konden kiezen uit vier sessies die op hetzelfde moment gepland waren”, vertelt organisator Isabelle Vervenne. “Op die manier kon elke student met minstens acht bedrijven kennismaken. In totaal waren 30 ondernemingen van de partij en namen 125 studenten deel, onder wie ook laatstejaars professionele bachelor van de Vives Hogeschool”.

9CONNECT ING studenten deel en 450 stuurden een bericht naar een bedrijf. Gedurende de jobbeurs konden de studenten hun cv laten screenen bij Randstad en het Student Career Center. Verder waren er nog informatiesessies over o.m. doctoreren, verder studeren en innoverend ondernemen”.

Tweede leven De virtuele beurzen kunnen dan wel hun fysieke tegenhanger niet evenaren, daar staat tegenover dat ze zich niet beperken tot een eendagsevenement. De beurzen op de meeste campussen blijven online tot in het najaar. Nu blijkt dat het ondernemersvertrouwen opnieuw in de lift zit, zou dat weleens een belangrijke troef kunnen zijn. Uit de eerdergenoemde ERMG-enquête blijkt dat de paaspauze nog maar weinig negatieve impact heeft gehad op de economie. Volgens de Wereldhandelsorganisatie herstelt de wereldhandel beter van de pandemie dan verwacht: de handelsvolumes zouden in 2021 met 8% stijgen. Daarnaast voorspelt de WHO ook een wereldwijde groei van 5,1% na een daling van 3,8% in 2020. In de cijfers van de Startersatlas die Graydon samen met de werkgeversorganisatie Unizo op 21 april bekendmaakte, zetten nog nooit zoveel Vlamingen de stap naar het ondernemerschap. Met 65.555 zijn ze, 1,1% meer dan in 2019.

Als ten gevolge van de vaccinatie en de dalende besmettingen het vertrouwen van de ondernemers en de consumenten herstelt, dan staan de virtuele jobbeurzen op de campussen misschien wel een tweede leven te wachten. Bleven de industrieel ingenieurs zelfs op het dieptepunt van de coronacrisis nog erg gegeerd, dan zullen ze dat nog meer zijn wanneer de economie opnieuw aantrekt.

Yves Persoons

“De studenten waren best tevreden over het format”, vervolgt Isabelle. “Tijdens de sessies werden veel vragen gesteld. Maar iedereen was het erover eens dat een fysieke beurs te verkiezen valt boven een onlineversie”.

Career Days Dezelfde boodschap horen we ook op Campus Groep T in Leuven. Daar opende de virtuele beurs op 10 februari de deuren met 87 standhouders. “Dat was beduidend minder dan de 150 van vorig jaar, maar inzake vacatures kan de virtuele editie wel de vergelijking doorstaan”, meldt Vanessa Elsen, medewerker Communicatie & Events. “De 419 vacatures werden tot nog toe 6046 keer geconsulteerd, wat resulteerde in 506 sollicitaties. De standen zelf werden 15.284 keer bezocht. Studenten en exposanten startten samen 653 gesprekken op. De studenten zelf namen 564 keer het initiatief. Tevens werden druk boodschappen uitgewisseld: 2.421 door de standhouders en 1.002 door de studenten. Deze cijfers dateren van eind april. De virtuele beurs loopt nog tot eind september. We verwachten nog een nieuwe golf van registraties na de Ookexamenperiode”.opCampus

Groep T ging de virtuele beurs gepaard met flankerende en complementaire activiteiten waaronder de Online Career Days van de studentenorganisatie Industria. Die bestonden uit bedrijfspresentaties en ontmoetingsmomenten van laatstejaars en recruiters.

Pijlers “Het nieuwe postgraduaat steunt op drie pijlers”, legt prof. De Lathauwer uit. “Dat zijn technologie, business en industrie. Dit verklaart meteen de samenwerking tus sen de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (industrieel ingenieur), de Faculteit Ingenieurswetenschappen (bur gerlijk ingenieur), de Faculteit Wetenschappen en de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. De ingenieursfa culteiten staan in voor de technologische basis in de cursussen ‘Fundamentals of AI’, ‘Machine Learning and Inductive Inference’ en ‘Artificial Neural Networks and Deep Learning’. De expertise die in dat verband in Leuven is opgebouwd, komt ons goed van pas. In Leuven loopt al sinds 1988 een Master in AI, een van de eerste programma’s op dit gebied dat jaarlijks meer dan 300 studenten van over de hele wereld aantrekt. Vorig jaar werd de expertise die binnen de universiteit is opgebouwd erkend door de oprichting van een KU Leuven Instituut, één van de eerste in zijn soort”.

Ethiek In de MaNaMa of master-na-master komt er nog een vierde pijler bij, ‘AI & Society’, met daarin aandacht voor de legale as pecten, cognitieve wetenschap en ethiek. “Het is duidelijk dat Europa moet inzetten op een verantwoorde AI”, vindt prof. De Lathauwer. “Aan de ene kant moet AI vol doen aan de bestaande wetten en regelgeving. Aan de andere kant moet de EU in nieuwe wetgeving voorzien voor toepassingen die er nog aankomen.

Ook de Vlaamse overheid laat zich niet onbetuigd. In 2019 werden Flanders AI Research en Flanders AI Academy opge richt. Tot 2024 kunnen de hoger onderwijsinstellingen in West-Vlaanderen rekenen op steun om gespecialiseerde opleidingen in te richten die aansluiten bij technologische speerpunten. Dit maakt dat de nieuwe programma’s over AI een opstartfinanciering ontvangen om levens lang leren in de provincie een boost te geven.

Volgend academiejaar start op Campus Kortrijk een nieuw interdisciplinair postgraduaat. Het is een initiatief waar vier faculteiten van KU Leuven en evenveel campussen bij betrokken zijn. Het postgraduaat is niet alleen een opleiding op zich maar fungeert ook als opstap naar een gelijknamige master-na-master die in 2022-2023 op Campus Brugge gelanceerd wordt.

Programmadirecteur prof. Joost Vennekens en prof. Lieven De Lathauwer, AI-coördinator op Campus Kulak Kortrijk, geven uitleg.

“Onder de pijler ‘AI & Business’ ressor teert de cursus ‘Business Analytics’. Die wordt verzorgd door docenten uit de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen”, vervolgt prof. Vennekens. “De industriële aspecten komen aan bod in ‘Computer Vision & NLP’ met o.a. inbreng vanuit de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (Campus De Nayer). Dit samenspel van expertisedomeinen en de bijbehorende docenten maakt dat we kunnen uitpakken met een sterk programma: stevig weten schappelijk en technologisch onderbouwd, maar tegelijk ook resoluut toe passings- en praktijkgericht. AI zal de volgende jaren almaar meer doordringen in onderwijs, gezondheidszorg, intelligent manufacturing, beeld- en spraakherken ning, enz.”

ARTIFICIAL INTELLIGENCE IN BUSINESS & INDUSTRY:

ONDERWIJSONTWIKKELING

10

De voorbije decennia is de aandacht verschoven van ‘digital first’ over ‘mobile first’ naar ‘AI first’. Daarbij komt naast de VS ook China almaar ster ker opzetten. De Volksrepubliek heeft een stappenplan klaar om tegen 2030 wereld leider te zijn: eerst de achterstand inlopen, over vijf jaar toonaangevend zijn op enkele AI-terreinen en over tien jaar in het hele AI-veld vooroplopen. “Het zou verkeerd zijn te denken dat we de technologie uit de VS of China maar moeten aankopen om daarna in Europa uit te rollen”, meent prof. Vennekens. “De AI die wij nodig heb ben, krijg je alleen als je die van de grond zelf ontwikkelt en bouwt”.

VAN NAARPOSTGRADUAATMASTER-NA-MASTER

© Tom Talloen

Werkveld Een bijzondere troef van het nieuwe post graduaat en bij uitbreiding ook de MaNaMa is de samenwerking met bedrij ven die in de sector actief zijn. Bij de partners zien we belangrijke spelers als Barco, Vandewiele, Renson, Cronos en Van Marcke. “De samenwerking gaat ver der dan stages of masterproeven”, zegt prof. Vennekens. “Experten uit die bedrij ven verzorgen ook modules zoals ‘AI in Practice’ en ‘ Realisation of AI’ in het nieuwe programma. Ook in het onder zoek verwachten we een sterke impuls vanuit die hoek”.

Perspectieven Over hun professionele toekomst hoeven de afgestudeerden zich geen zorgen te maken. “De wereldwijde AI-race maakt dat er nu en de volgende jaren beduidend meer vraag naar AI-expertise zal zijn dan er aanbod beschikbaar is. Bedrijven ver dringen zich nu al om AI-talent aan te trekken. Naarmate machinaal redeneren en machinaal leren - de belangrijkste taken van AI - een vaste plaats krijgen in alle sectoren van het economische en so ciale leven, zal de vraag enkel toenemen”. Yves Persoons

Postgraduate Certificate Artificial Intelligence in Business and Industry LesKortrijkop dinsdagnamiddag en -avond Van 21 september 2021 tot 28 juni 2022 Meer info via www.puc.kuleuven.be of benedicte.seynhaeve@kuleuven.be Contactpersoon: Lieven De Lathauwer (academisch coördinator) lieven.delathauwer@kuleuven.be

Prof. Joost Vennekens en prof. Lieven De Lathauwer

11CONNECT ING Anders komen we terecht in Amerikaanse toestanden waar sommige staten een verbod uitgevaardigd hebben op ge zichtsherkenning in publieke ruimtes. In andere zijn dan weer surveillantierobots op straat uit den boze. Parallel met de juridische zijn er de ethische implicaties. De Digital Service Act die de Europese Commissie in december vorig jaar goed keurde betekent al een hele stap vooruit. Daarin wordt o.m. de disproportionele macht van enkele grote technologiebedrij ven aan banden gelegd”.

bouwkundigen in spe werd een duurzame reflex verwacht. Zij moes ten een dakserre bouwen. Het dak van het hoofdgebouw van de campus bleek een uitgelezen plek. De resultaten van metingen en berekeningen vertaalden zich in originele maquettes. De demodag was eveneens origineel opgevat. Via streaming konden de presentaties van de teams op TV-schermen gevolgd worden.

In Leuven bouwden de eerstejaars in groepjes van acht elk een Rube Goldbergmachine. Dit is een complex ap paraat dat een op zich eenvoudige opgave (zoals een balletje brengen van punt A naar B) op een ingenieuze manier uitvoert waardoor een kettingreactie ont staat. “Het programma van eisen was zodanig opgesteld dat alle afstudeerrich tingen in het toestel geïntegreerd moesten worden”, legt coördinator Christel Willemaerts uit. “Tijdens de demonstraties koppelden we vijf tot zeven toestellen aan elkaar. Was er ruimte genoeg geweest dan hadden we een kettingreactie van wel 80 m kunnen realiseren”.

Kettingreacties op Campus Groep T

INGENIEURSBELEVING MAAKT CORONAJAAR GOED

12 ONDERWIJSONTWIKKELING

Dat je ondanks de COVID-19 restricties toch creatief teamwerk kunt verrichten, bewezen de eerstejaars industrieel ingenieur tijdens de Ingenieursbeleving (IB). Ze gingen de uitdaging aan om al hun kennis, vaardigheden en talenten in te zetten waardoor ze konden uitpakken met vaak verbluffende realisaties. De demonstraties en presentaties op de campussen waren de hoogtepunten van het academiejaar. Een greep uit het rijke en gevarieerde aanbod.

De serre van de toekomst op Campus De Nayer In het centrum van de groententeelt lag het thema voor IB1 voor het rapen. “De opdracht was zodanig geconcipieerd dat alle afstudeerrichtingen aan bod kwa men”, zegt prof. Greet Langie. “Meer nog, om de interdisciplinariteit te stimuleren, kregen teams die afstudeerrichtingen inte greerden een bonus”. Bij Elektromechanica en Elektronica-ICT kwam de samenwer king vrijwel vanzelf tot stand. Deze teams bouwden een serre waarvan het dak au tomatisch open en dicht gaat. Sensoren registeren de omgevingsparameters en sturen de gegevens door naar een appa raat dat het dak bedient.

De Chemieteams gingen aan de slag met het afvalwater van de serre. Daarin kweekten ze algen die het water zuiveren. Via sensoren wordt de lichtintensiteit ge controleerd zodat de algen optimaal kunnen groeien. En dat deden ze ook, tot drie keer beter dan in natuurlijke omstan digheden. Dat deze teams ook in Elektromechanica beslagen zijn, toonden ze met een hydrocycloon om de algen te oogsten. De planten worden gebruikt als veevoeder, biobrandstof of voedingssup plement. “Daarmee slaan we twee vliegen in één klap”, aldus prof. Langie. “Het af valwater wordt gezuiverd en we kweken een product dat je op de markt kunt bren gen. Een mooi voorbeeld van circulaire Ookeconomie”.vande

13CONNECT ING

“Voor hen was de Ingenieursbeleving eveneens nieuw en de omstandigheden verre van ideaal. Ze blikken met minstens evenveel voldoening als de studenten terug op een geslaagde primeur”.

Gelet op de hoeveelheid van onderzoeks vragen, hoefden de teams slechts één willekeurig gekozen onderwerp effectief te presenteren. Ook Micheline wijst op de bijzondere inzet van het docentencorps.

Daarbij kregen ze telkens een concrete onderzoeksvraag mee (zie afbeelding). Elk team koos vervolgens een vrijstaande wo ning. Daarin gingen de studenten opmeten, bodemstalen nemen, het ener giegebruik in kaart brengen, het leidingwater analyseren, de levenscyclus van de huishoudapparaten verifiëren, enz. Naast de vakspecifieke input waren er ook ondersteunende sessies over lab skills, professionele competenties, CAD en ruimtelijk inzicht. Die zorgden ervoor dat de eerstejaars niet onbeslagen op het ijs kwamen.”

“Na het geïntegreerde lab en de semina ries professionele competenties gingen de studenten in het tweede semester aan de slag met het bouwen van een brug”, zegt coördinator Isabelle Vervenne. “We richtten vier modules in. De eerste han delde over materialen met aandacht voor o.m. belasting en verbindingsmogelijkhe den. Daarna was het de beurt aan bouwkunde. De opdracht bestond erin een vakwerkbrug te bouwen die 90 cm kon overspannen. De brug moest zo licht mogelijk zijn, maar toch in staat om een zo zwaar mogelijke belasting te dragen.

Het beste team pakte uit met een brug van amper 90 gr. die een gewicht van 7 kg aankon.”

In de module Elektromechanica stond de beweegbare brug centraal, uitgerust met rekstrookjes om de doorbuiging te meten.

Voeg daarbij nog eens 12 coaches en je planningstabel moet niet onderdoen voor de kettingreactie van de studenten”. Ingenieur@home Technologiecampusop Gent

Om je uit te leven als ingenieur hoef je het niet ver te zoeken, vond men in Gent. Je huis bevat voldoende elektronica, chemie, elektromechanica, energie en bouwkunde om er een boeiende Ingenieursbeleving in op te zetten. Coördinator Micheline Bekaert geeft uitleg: “De teams van elk vier studenten volgden eerst een aantal workshops van elke afstudeerrichting.

Bruggen bouwen op Campus Brugge Campus Brugge doet haar naam alle eer aan in de keuze van het thema van IB1.

tevreden terug op het pro ject: “Ondanks de moeilijke tijden hebben de studenten en de docenten alles gege ven om van IB1 een succes te maken”.

“Het project bestond uit verschillende fasen”, vervolgt Nicolas De Hertoghe. “Eerst stelden de teams een bouwdossier samen, bestaande uit technische tekenin gen, een wiskundig model en een plan van aanpak. Vervolgens werd het toestel gebouwd in Fablab met gebruik van 3D-printers. Daarna volgden een test week en de finale demonstratie op de Elkcampus.”toestel diende te beschikken over vier in- en evenveel uitgangen waardoor het balletje 16 trajecten kon afleggen. Om de spanning erin te houden, hadden de teams 15 minuten om hun toestel start klaar te maken. “Niet alleen voor de studenten, ook voor de docenten was het een huzarenstukje”, merkt Christel op. “32 experts zorgen voor inhoudelijke input via seminaries.

Die strookjes werden tijdens de module Elektronica-ICT uitgelezen en de gege vens gevisualiseerd om er vervolgens een app mee te bouwen die de brug aanstuurt en monitort. De Brugse IB1 werd afgeslo ten met de presentatie van een module naar Isabellekeuze.kijkt

Yves Persoons

Over de POC-overschrijdende samenwerking kan volgens prof. Vorstermans hetzelfde gezegd worden. “Neem nu de ingenieurs belevingen, het paradepaardje van de programmahervorming. Het is de plaats bij uitstek waar verschillende leerlijnen, werkvor men en disciplines samen komen en niet alleen de wetenschappelijke of de technische. Met het docententeam Professionele Competenties werken we nauw samen om de soft skills optimaal te integreren zodat het belevingsaspect ten volle tot zijn recht kan komen. Een andere ‘good practice’ is het in terdisciplinair project in de masteropleiding”.

14 Prof. Vorstermans is burgerlijk elektrotechnisch ingenieur van de UGent. Ze doctoreerde er over spraakherkenning en ging na een tussenstop bij Lernout & Hauspie in 2007 aan de slag bij KAHO Sint-Lieven, de voorloper van de Technologiecampus Gent. Daar behoort ze tot de eenheid ‘Gedistribueerde en Veilige Software’ (DistriNet) binnen het Departement Computerwetenschappen.

“Toen ik bij KAHO Sint-Lieven begon, vormden Elektriciteit en Elektronica nog één studierichting”, vertelt prof. Vorstermans. “Pas later werd Elektronica afgesplitst van de sterkstroom en kwam ICT erbij. Bij de uitbouw van het ICT-gedeelte was ik van meet af aan betrokken, eerst als docent en vervolgens als vi ce-opleidingshoofd. Inmiddels staat er een opleiding op de kaart met twee profielen: Elektronica (hardware) en ICT (software). Dit onderscheid biedt het voordeel van duidelijkheid, al zijn er ook collega’s die voor een mengvorm opteren. Ook zij hebben daar goede argumenten voor. Dat binnen de afstudeerrichting Elektronica-ICT de campussen verschillende opties inrichten be schouw ik als een verrijking van het aanbod. Het vergroot de keuzemogelijkheden van de studenten en past helemaal in het plaatje van de multicampusfaculteit”. Draagvlak Zoals bij de andere programmadirecteurs zal ook prof. Vorstermans’ ambtsperiode grotendeels in het teken staan van de programmahervorming. Inzake curriculumontwikkeling heeft ze al genoeg watertjes doorzwommen om te weten dat belang rijke vernieuwingen de beste kans op slagen hebben als ze door de docenten te velde worden gedragen. Of als ze direct vanuit de basis komen. “De campussen in Gent en Brugge werken al nauw samen lang voor er van een multicampusconcept sprake was. Dat is nooit opgelegd of gedecreteerd. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de programmacommissies maar ook de do cententeams een goede voedingsbodem zijn waarin meer samenwerking kan ontkiemen. Het gras groeit niet door eraan te trekken, wel door het terrein vruchtbaar te maken”.

ONDERWIJSONTWIKKELING

Ingenieur is een beroep, lesgeven is een roeping. Als je beide combineert, ben je de geknipte programmadirecteur. Deze ‘boutade’ is zonder meer van toepassing op prof. Annemie Vorstermans. Sinds 1 augustus 2020 is ze voorzitter van de Permanente Onderwijscommissie Elektronica-ICT, de tweede grootste afstudeerrichting van de faculteit met een stevige verankering op alle campussen.

PROF. ANNEMIE VORSTERMANS, ELEKTRONICA-ICTPROGRAMMADIRECTEUR

Tot slot wil de nieuwe programmadirecteur nog een lans breken voor een gedegen kwaliteitsbewaking. “Hervormen en vernieu wen zijn noodzakelijk, maar geregeld even terugblikken en reflecteren zijn dat ook. Dat geldt evenzeer voor het consolideren van de vooruitgang die geboekt is. Innoveren doe je beter niet op drijfzand”. Yves Persoons

Digitaal Samen met haar collega’s van de POC Elektronica-ICT bevindt prof. Vorstermans zich midden in de digitale revolutie die zich momenteel voltrekt. De digitale transformatie is volgens haar geen sprint waar je even alles moet geven. Het is veeleer een marathon waarin je moet doseren en anticiperen op wat komen gaat. Dat geldt niet alleen voor bedrijven maar ook voor univer siteiten. “COVID-19 heeft aangetoond dat consumenten zich snel kunnen aanpassen en nieuwe manieren vinden om dage lijkse dingen digitaal te doen. Docenten en studenten hebben in een recordtempo digitaal een paar versnellingen hoger moeten schakelen. Deze klok zal niet worden teruggedraaid. Het is onze taak ervoor te zorgen dat onze studenten en medewerkers op een continue verandering zijn voorbereid. Het gaat om het cre eren van een digitale cultuur en het inzetten op levenslang leren”.

CONNECT ING

Prof. Annemie Vorstermans © Yasmina Besseghir

Prof. Wim De Roeck © Julie Feyaerts ONDERWIJSONTWIKKELING

Samen met de optie Automotive Engineering op Campus De Nayer hoopt hij eerlang met een nieuwe master in Voertuigentechnologie van start te gaan.

PROF. WIM DE ROECK, KUNSTSTOFVERWERKINGELEKTROMECHANICAPROGRAMMADIRECTEUREN

17 Wim is burgerlijk ingenieur Bouwkunde, maar doctoreerde in de Werktuigkunde met een proefschrift over stromingsgeleiding. Als postdoc specialiseerde hij zich in aeroakoestische onderwerpen als geluidscontrole en -reductie in ventilatiesystemen en voertuigen.

In 2012 nam Wim zijn intrek op Campus Groep T als docent Mechanisch Ontwerp en Sterkteleer. Hij raakte ook vlug betrokken bij de focus Intelligent Mobility in de masteropleiding Elektromechanica.

Yves Persoons

CONNECT ING

“Een moeilijk dossier voor de richtingen Elektromechanica en Kunststofverwerking zijn de stages”, besluit Wim. “Uiteraard zijn wij er voorstander van, maar in het huidige eenjarige masterprogramma is het ondoenbaar om honderden studenten in eenzelfde aaneengesloten periode op stage te sturen en ook nog naar behoren op te volgen. Daarom overwegen we om van de stage een keuzepakket te maken dat de studenten zelf kunnen inplannen in een periode die hen het beste past. Het is tevens een manier om hen verantwoordelijk te maken voor hun leerproces”.

Op de Leuvense campus vertegenwoordigt Wim de onderzoeksgroepen Mecha(tro) nische Systeem Dynamica (LMSD) en Applied Fluid Mechanics & (Aero-) Acoustics. Domeinspecifiek De nieuwe programmadirecteur kreeg bij zijn aantreden meteen een stevig dossier op zijn bord: de programmahervorming. Die wordt volgend academiejaar in de tweede bachelorfase ingevoerd en bereikt hiermee het domeinspecifieke gedeelte van de opleiding. “Voor de afstudeerrichting Elektromechanica en de opties ‘ Automatisering & Mechatronica ’, ‘Ontwerp & Productie’ en ‘Energie’ hebben we ons huiswerk gemaakt”, zegt Wim. “In de masteropleiding wordt het nog puzzelen met de keuzepakketten: wat bieden we waar aan? Gaan we meteen voor internationale multicampusmodules, enz.”

Sinds augustus 2020 zit Wim De Roeck de permanente onderwijscommissie voor van de grootste opleiding van de faculteit. Een opleiding die bovendien op alle campussen prominent aanwezig is. Wim mag dan wel nieuwkomer zijn in beleidsaangelegenheden -hij doorliep niet het klassieke traject van leerlijnverantwoordelijke over opleidingshoofd- toch weet hij wat hij wil en waar hij over vier jaar met zijn opleiding wil staan.

Uiteraard is niet alles programmahervorming wat de klok slaat. In zijn ambtstermijn wil de programmadirecteur ook in twee andere gebieden de bakens verzetten. Een eerste dossier dat hem na aan het hart ligt, is de introductie van nieuwe onderwijsconcepten. “De coronacrisis heeft de digitalisering van het onderwijs in een stroomversnelling gebracht. Online lesgeven en -krijgen behoort tot het nieuwe normaal, wat niet betekent dat het contactonderwijs compleet van het toneel verdwijnt. Integendeel, het komt erop aan om het beste uit deze twee werelden te halen en te combineren. De ‘flipped classrooms’ zijn in dat opzicht interessant. Daarin bereiden de studenten de contactmomenten voor zodat de contacttijd optimaal benut kan worden voor het verduidelijken, verdiepen en verwerken van de leerstof. Deze aanpak verhoogt niet alleen het leerrendement, het is ook stimulerend voor de student en motiverend voor de docent”. Werkveld Wims’ tweede prioriteit is het versterken van de band met de industrie. Niet toevallig is dit ook een van de belangrijkste doelstellingen in het facultaire beleidsplan 2018-2022. Wim verwijst in dat verband naar de positieve ervaringen met het pilootproject Stage+ van de Siemens Academy. “In het kader van hun bachelorproef kregen 24 derdejaars vorig academiejaar de kans om in 10 industriële bedrijven een geautomatiseerde machine te ontwerpen. Ook al was dit bij de uitbraak van de coronacrisis niet evident, toch hebben zij er heel wat opgestoken over o.m. technisch ontwerpen en het werken met simulatiepakketten. Het was een goed voorbeeld hoe een Ingenieursbeleving niet alleen kan focussen op professionele vaardigheden, maar eveneens op domeinspecifieke inhouden in een reële bedrijfscontext. Ik ben er trouwens voorstander van om de masterproeven opnieuw meer in of met de industrie te organiseren. De finaliteit van de meeste afstuderenden is het bedrijfsleven, dus is het onze taak hen hierop zo goed mogelijk voor te bereiden.”

Op Campus Groep T functioneert al sinds 1991 een onafhankelijke SR. Daar zijn van bij het begin duidelijke afspraken met de studentenvereniging gemaakt. “Industria en SR zijn twee aparte entiteiten met eigen statuten, een eigen budget en eigen verantwoordelijkheden”, bevestigt Sophie.

Op de Technologiecampus Gent heeft Ambroos Broes de SR Ingenia opnieuw moeten uitvinden. “We zijn vorig jaar met een schone lei begonnen en zijn erin geslaagd om een representatieve vertegenwoordiging op de been te brengen. Ook in Gent zijn er meerdere studentenverenigingen: ASR en nog twee verenigingen die onder de hogeschool Odisee ressorteren”.

“In de SR hebben we de voorbije jaren speciale aandacht besteed aan de internationale studenten die nu al meer dan 25% van de populatie uitmaken. Met succes, overigens. In die mate dat zich inmiddels meer gemotiveerde internationale studenten aanmelden dan Vlaamse”.

18 STUDENT IN DE KIJKER

Dat is niet alleen goed voor het democratisch gehalte van het bestuur, maar biedt de studenten ook de kans om zich te ontwikkelen tot mondige en kritische industrieel ingenieurs. De woorden van de decaan zijn niet in dovemansoren gevallen. De kopstukken van de Studentenraden maken de balans op. “

DE STEM VAN DE STUDENT: STUDENTENPARTICIPATIE AAN DE FACULTEIT

Huang Swennen heeft het voorbije academiejaar aan de weg getimmerd op Campus Geel. Met zeven companen richtte hij een SR op die zowel de studenten van industriële als van biowetenschappen vertegenwoordigt.

INGENIEURSWETENSCHAPPENINDUSTRIËLE

Decaan Bert Lauwers sprak vorig jaar in zijn beleidsverklaring duidelijke taal: er moet werk gemaakt worden van een actieve studentenparticipatie en dat zowel op facultair als op campusniveau.

Als je voor industrieel ingenieur stu deert, ben je eigenlijk drievoudig student: op je campus, aan de faculteit en aan de universiteit”, zegt Sophie Verbergt, voorzitter van het Studentenoverleg Industrieel Ingenieur (StII). “Aangezien op elk niveau beslissin gen worden genomen die de studenten aanbelangen, is er ook telkens in mede zeggenschap voorzien. Op campusniveau is dat de Studentenraad (SR), aan de fa culteit is dat StII en nog een niveau hoger heb je Stura, het overkoepelend orgaan van alle studenten van KU Leuven. Op elk van deze niveaus zijn we vertegenwoor digd, al zijn er nog verschillen en werkpunten die meestal terug te voeren zijn op het hogeschoolverleden van de campussen. Maar dat het de goede kant opgaat, dat staat buiten kijf”. Complex Margot Vander Elst is voorzitter van de SR op Campus De Nayer. Die telt 20 leden en vertegenwoordigt de studenten in de onderwijscommissies op de campus. Veel aandacht gaat naar het onthaal en de begeleiding van eerstejaars. “Naast de SR zijn er nog eens zes studentenverenigingen actief, elk met een eigen preses”, zegt Margot. “Er wordt wel samengewerkt in een overkoepelend verbond, maar het blijft een complexe situatie. Het zou de studentenwerking in het algemeen ten goede komen, mocht er naast de SR een eengemaakte studentenvereniging ontstaan”.

“Oorspronkelijk waren er studentenvertegenwoordigers per klas. Laagdrempelig was het zeker, maar de coördinatie liet vaak te wensen over. Gelukkig hebben we één studentenvereniging II Geel, al behoort die statutair nog bij Atmos, de vereniging van de hogeschool Thomas More”. Bevoegdheden Op Campus Diepenbeek heeft Nicolas Derom een dubbele pet op. Hij vertegenwoordigt de Limburgse studenten zowel in StII als in de SR van UHasselt waar hij ondervoorzitter Onderwijs is. “Aangezien we studenten zijn van KU Leuven én UHasselt is het onze taak om het beste uit de twee werelden te combineren. De communicatielijnen op onze campus zijn kort waardoor we kort op de bal kunnen spelen. Met de Algemene Studentenvereniging ASG werken we goed samen ook al omdat de industrieel ingenieurs de grootste groep vormen”.

Doorstroming Na de integratie van de opleidingen in de universiteit en de start van de nieuwe faculteit in 2013 werd de overkoepelende studentenraad StII opgericht. “Die bestaat uit studentenvertegenwoordigers die worden voorgedragen door de SR’s op de campussen”, vervolgt Sophie. “Tijdens de Algemene Vergaderingen bespreken we de onderwerpen die aan de orde zijn en nemen we een standpunt in dat we vervolgens verdedigen in de facultaire advies- en beslissingsorganen. StII zorgt eveneens voor studenteninspraak in de permanente onderwijscommissies”. “StII kwam aanvankelijk moeilijk van de grond -zeker op de campussen buiten Leuven- maar daar is onder impuls van de decaan verandering in gekomen. Naarmate de SR’s op de campussen aansterken, zal ook StII aan belang en gewicht winnen. Het is vanuit de basis dat de studentenparticipatie moet groeien. De rol van de campussen en de faculteit bestaat erin dit proces te faciliteren en te ondersteunen. Of zoals het spreekwoord zegt: het gras groeit niet door eraan te trekken”. Professionalisering Alexander Konstantinov is ondervoorzitter van de SR op Campus Groep T en zetelt ook in de Algemene Vergadering van de overkoepelende Studentenraad van KU Leuven. “In Stura hebben we 7 van de 75 zetels en bijbehorende stemmen, goed voor een gewicht van 9%”, zegt Alexander. “Mathematisch is het wel niet helemaal correct, omdat de studenten van Campus Diepenbeek niet worden meegeteld. Maar dan nog is het moeilijk om die zeven zetels te bezetten. Een en ander heeft te maken met het feit dat in pre-coronatijden altijd in Leuven werd vergaderd. Bij de eerste online Algemene Vergadering vorig jaar waren bijvoorbeeld wel zeven vertegenwoordigers present. Dat Stura voor de niet-Leuvense studenten een ver-van-mijn-bed show is, moet dus vooral letterlijk opgevat Totworden”.slot pleit Alexander voor een doorgedreven professionalisering van de studentenparticipatie. “Het zou de werking en de continuïteit van de inspraak zeker ten goede komen mochten de SR’s en ook StII een juridische entiteit worden in de vorm van een vzw, dus met eigen statuten en budget. De meeste studentenverenigingen functioneren al op die manier en met succes. De dossiers zijn te complex geworden om ze louter aan vrijblijvend en wisselvallig vrijwilligerswerk over te laten”. Yves Persoons  http://stii.ulyssis.be/over-stii/

19CONNECT ING

Sophie Verbergt © Julie Feyaerts

Ten zuiden van de Kleine Nete en ten noorden van het Kempens kanaal in de gemeenten Geel en Olen ligt een van Vlaanderens oudste en waardevolste natuurgebieden. De Zegge herbergt zeldzame vogel- en plantensoorten en er leven zelfs ringslangen. Dit paradijs is echter zwaar bedreigd. Meer nog, het vormt zelf een bedreiging voor de natuur en het klimaat. Valerie Moris, studente Biowetenschappen op Campus Geel, trok vorig jaar op onderzoek. Dit resulteerde in een masterproef waarmee zij laureate werd van de VBI Research Award.

STUDENT

voor ‘klimaatmitigatie’. Dat betekent dat ze koolstofdioxide uit de atmosfeer opnemen en opbergen in de bodem. Ten tweede zijn de wetlands natuurlijke schokdempers om extreme weersomstandigheden op te vangen. Dat is dan weer een voorbeeld van klimaatadaptatie.”

Uitdroging “De grootste bedreiging voor De Zegge is ongetwijfeld uitdroging”, vervolgt Valerie. “De boosdoener is de grondwaterwinning in de omgeving. Maar ook de klimaatopwarming en de hittegolven van de voorbije zomers hebben het veen geen goed gedaan. In dat veen zit het equivalent van 200.000 ton CO2 opgeslagen, dat is evenveel als 60.000 auto’s per jaar uitstoten. Als de afbraak van het plantaardig materiaal sneller verloopt dan de aanmaak of de aanvoer ervan, degradeert het veen en komt die koolstofdioxide vrij. En CO2 is -zoals we weten het broeikasgas bij uitstekverantwoordelijk voor de opwarming van de aarde en de Gedurendeklimaatverandering”.vijfmaanden deed Valerie opmetingen op verschillende plaatsen in het natuurgebied. Ze verzamelde gegevens over o.m. de zuurtegraad, de bulkdensiteit en het koolstof- en nutriëntengehalte. Daarbij stelde ze een lineair verband vast tussen het stikstof- en het koolstofgehalte in de hoogste bodemlagen. Verder bracht ze ook de bodemrespiratie in kaart, d.i. de CO2-uitstoot van de bodem veroorzaakt door wortelademhaling en de microbiële afbraak van organisch materiaal. Vicieuze cirkel “Tijdens de observatieperiode kon je de bodemrespiratie duidelijk zien toenemen bij stijgende temperatuur en dalende bodem pH”, zegt Valerie. “Als ten gevolge van de klimaatverandering de temperatuur met 1°C stijgt, betekent dit een toename van 1g CO2/m²/d. Door deze extra uitstoot gaat de aarde nog meer opwarmen waardoor je in een vicieuze cirkel terechtkomt. Daar komt nog eens bij dat als de degradatie van het veen zo

NATUURGEBIED DE ZEGGE IN DE KIJKER

“De Zegge is eigenlijk al een restant van een immens laagveenmoeras. ’t Geels Gebroekt was oorspronkelijk 500 ha groot, maar werd in de vorige eeuw systematisch ingepalmd door de landbouw zodat er nu nog slechts 110 ha overblijft. Een dergelijk fenomeen deed zich ook elders voor, waardoor Vlaanderen 75% van zijn wetlands verloor. Deze teloorgang is om twee redenen zorgwekkend. Om te beginnen zorgen wetlands

Natuur en milieu Valerie rijmt niet toevallig op biologie. Van kindsbeen af was Valerie al gefascineerd door al wat leeft, groeit en bloeit op dit ondermaanse. Haar studiekeuze was dan ook snel gemaakt: bioingenieur aan KU Leuven. Na twee jaar theorie snakt Valerie naar het echte leven en stapt ze over naar industrieel ingenieur in de biowetenschappen op Campus Geel. In de afstudeerrichting land- en tuinbouwkunde kiest ze voor de optie ‘Natuur en Milieu’.

Wie herinnert zich nog de film ‘Mira, de Teleurgang van de Waterhoek’? De kaskraker uit 1971 was gebaseerd op de streekroman van Stijn Streuvels en vertelt het verhaal van een gesloten dorpsgemeenschap (Waterhoek) die bedreigd wordt door de vooruitgang en de moderne techniek (in de vorm van een brug over de Schelde). Is het Kempisch natuur gebied hetzelfde lot beschoren? In 2019 trok medebeheerder de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde in Antwerpen aan de alarmbel. Door het systematisch oppompen van grondwater voor de naburige landbouw en veeteelt komt het voortbestaan van het reservaat in gevaar. Masterstudente Valerie ging ter plaatse een kijkje nemen en ontdekte dat het probleem nog veel groter is dan gedacht.

20 DE TELOORGANG VAN

In haar onderzoek kijkt Valerie ook eerst naar het brede plaatje.

“Planten en dieren kun je niet los zien van hun omgeving”, merkt Valerie op. “Die omgeving maakt op haar beurt deel uit van het leefmilieu en alles wat daarbij komt kijken in termen van klimaat, grondstoffen, energie, water en bodem. Toen in 2019 het natuurgebied De Zegge negatief in het nieuws kwam, lag een onderwerp voor mijn masterthesis voor het rapen”.

Valerie Morris © Joren De Weerdt

21CONNECT ING verdergaat er een negatieve spiraal ontstaat die zorgt voor een onherstelbare schade. Conclusie: als het veentapijt van De Zegge afsterft, wordt het hele gebied in Geel en Olen een immense bron van CO2-uitstoot”. Op Campus Geel volgen prof. Karen Vancampenhout en haar team de evolutie van het natuurgebied op de voet. Op 24 maart verscheen in Gazet van Antwerpen een interview met de Geelse professor. De titel van het artikel spreekt boekdelen: ’Natuurreservaat De Zegge zingt zijn zwanenzang en loopt stilaan leeg’. Valerie heeft na haar ingenieursstudie haar zinnen gezet op een Educatieve Master die ze combineert met een halftijdse job in het onderwijs. Als industrieel ingenieur biowetenschappen met een bijkomend masterdiploma op zak kan ze straks alle kanten uit. Ook die van het onderzoek als zich de kans voordoet. De Zegge spreekt haar nog altijd aan. Yves Persoons

“Industria is een forse KMO die gerund wordt als een bedrijf met aan het hoofd een general manager (de preses) en een directieteam (het presidium). Zoals in elke onderneming worden er ideeën ontwik keld die vervolgens in productie gaan (als events of diensten) ten behoeve van de klanten (de studenten) en de stakeholders (docenten, ondernemers, andere studen tenkringen, enz.). Succes-vol ondernemen kun je niet zonder centen en financieel beheer (de quaestoren) en evenmin zon der een goed uitgekiende communicatie en pr”. Hiermee komen we meteen op het terrein van Pauline en haar team.

‘The more you tell, the more you sell’. De uitspraak van David Ogilvy -de vader van de moderne publiciteit- is zowat de hoeksteen van Industria’s communicatiestrategie. Vanaf dit academiejaar steekt de studentenvereniging een tandje bij met een gloednieuw, glossy magazine. Het is het werk van Pauline Vanvuchelen, vice-communicatie bij Campus Groep T’s studentenvereniging. Een portret van een communicatieve duizendpoot.

22 STUDENT IN DE KIJKER CONNECT ING

maakt de restyling van het T-Magazine deel uit van de verdere professionalisering van de studentenvereniging. “Bij PR draait het om imago en reputatie. Het is onze taak om de studenten en stakeholders accuraat te informeren om te voorkomen dat er een kloof ontstaat tussen imago en reputatie.

Het nieuwe T-Magazine is een uithangbord dat toont dat we daadwerkelijk de ondernemende en communicatieve industrieel ingenieurs zijn waarvoor Campus Groep T alom bekend is. Dat we hiervoor kiezen voor een beproefd medium als een gedrukt magazine past helemaal in deze strategie. Onze faculteit geeft ook een klassiek en klassevol magazine uit. En heeft de KU Leuven zelf dit academiejaar de Campuskrant niet afgevoerd om te kunnen uitpakken met een prestigieus tijdschrift?”. Yves Persoons  Het T-Magazine is beschikbaar op Campus Groep T en online te lezen op de Facebookpagina van Industria.

Gecoöpteerd talent Pauline is derdejaars industrieel ingenieur Elektronica-ICT. Ze studeerde eerst een semester Industrieel Design aan de TU Eindhoven, maar al vlug bleek haar interesse in technologie groter te zijn. Eenmaal in Leuven bleef Paulines aanleg voor design en grafiek niet onopgemerkt bij de studenten-vereniging. Die nam haar wat graag op in het presidium als gecoöpteerd (want niet verkozen) lid. “Uiteraard kende ik Industria al”, vertelt Pauline. “Als nieuwe eerstejaars had ik nog deelgenomen aan de kennismakingstweedaagse. Daar stond natuurlijk het studentikoze centraal. Mij interesseerde meer de machinerie achter de schermen

Nieuwe look Door toedoen van Pauline heeft het T-Magazine van Industria een ware metamorfose ondergaan. Het wekelijks gekopieerde A5-bundeltje heeft plaatsgemaakt voor een zes wekelijks full colour tijdschrift van 32 pagina’s met een uitnodigende lay-out, aantrekkelijke foto’s en gedrukt op kwaliteitspapier. De gegeerde puzzels en quizvragen van het magazine oude-stijl zijn gebleven, maar worden nu aangevuld met (beeld) verslagen van activiteiten, gezondheidstips, sollicitatieaanbevelingen, studeren in coronatijden, een internationale rubriek, enz. De aankondiging van de activiteiten gebeurt nu via wekelijkse flyers, wat maakt dat het magazine zelf een langer leven beschoren is dan zijn Voorvoorganger.Pauline

De vereniging van de ingenieursstudenten van Campus Groep T zit in de top vier in Leuven. Dat is niet nieuw. Lang voor de integratie van de opleiding in de universiteit was Industria al niet meer weg te denken uit het rijke Leuvense studentenleven. “Wie Industria enkel associeert met een clubje olijke fuif nummers en dilettanten moet zijn/haar beeld dringend bijstellen”, meent Pauline.

DE PR VAN PAULINE

“Industria is niet meer het mannenbastion van weleer. Meer dan 1 op 3 presidiumleden zijn meisjes. Dat is nog niet spectaculair veel, maar toch al beduidend meer dan het vrouwelijk aandeel in de studenten-populatie op de campus”.

die een organisatie met zo’n breed scala van producten en diensten draaiende houdt. Dit kun je pas ontdekken als je in dat raderwerk een rol van betekenis speelt”. Ondersteuning Paulines taken en verantwoor-delijkheden bij Industria zijn op z’n minst gezegd impressionant. “Sport, cultuur, ontspanning, events, bedrijfsrelaties, de kursusdienst (met k), de fakbar, de internationale werking, … allemaal hebben ze behoefte aan ondersteuning en materiaal voor de promotie van hun activiteiten. Dat gaat van folders, affiches, foto’s en filmpjes tot een drukke bedrijvigheid op de sociale media. Nu door de COVID-19 restricties tal van events fysiek niet kunnen plaatshebben, moet in online alternatieven worden Gelukkigvoorzien.”staat Pauline er niet alleen voor. Ze kan rekenen op haar teamgenoten Rebecca Tang, Geraldine Claes en Jelle Smolders. Met hen is de hele communicatie-business van Industria overwegend in vrouwelijke handen. Volgens Pauline is dat geen toeval.

CONNECT ING

Pauline Vanvuchelen © Julie Feyaerts

24 Mentoring is al langer ingeburgerd in het personeelsbeleid van KU Leuven”, zegt Andrea. “Mentoren zijn medewerkers die hun kennis en erva ring delen met minder ervaren of nieuwe collega’s. Vanuit een open en coachende houding vormen ze een klankbord en zijn ze een vertrouwenspersoon voor de men tee en dragen op die manier bij tot diens persoonlijke ontwikkeling en welbevinden. De laatstejaars PhD en de postdocs vor men een groep die bijzondere aandacht verdient. Zij spelen een uiterst belangrijke rol in onderwijs en onderzoek aan hun fa culteit en bevinden zich op een scharniermoment in hun loopbaan. Voor hen hebben we een mentorprogramma ontwikkeld dat vorig jaar in de Faculteit Wetenschappen in première is gegaan. Het succes werkte aanstekelijk. De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen was er als de kippen bij voor een volgend pilootproject”. Zes duo’s “Doctoreren en postdoctoraal onderzoek is bij de industrieel ingenieurs een recent fenomeen”, legt Dafne uit. “Na de integratie van de opleidingen in de universiteit heeft het aantal doctorandi een spectaculair hoge vlucht genomen: van een 30-tal doctoraatsstudenten in 2013 tot meer dan 430 vandaag. Op onze campussen is er dus in een vrij korte periode een nieuwe groep van medewerkers-onderzoekers bijgekomen met verwachtingen en wensen die een specifieke aanpak vragen inzake coaching en ondersteuning. De professoren Martin Meganck en Luc Geurts van de facultaire Werkgroep Diversiteit hebben hun schouders onder Andrea’s mentorproject gezet. Met als gevolg dat we in november 2020 met zes duo’s (mentor en mentee) van start zijn gegaan: vier laatstejaars doctorandi en twee postdocs”.

DOCENT IN DE KIJKER

Over de mentees hadden we het al. Wie zijn de mentoren en wat bezielt hen om deze taak op zich te nemen? “Het gaat telkens om iemand uit het professorenkorps die een vrijwillig engagement aangaat”, verduidelijkt Andrea. “De mentor is op geen enkele manier hiërarchisch noch organisatorisch verbonden met de mentee. Wat mentoren doen, is niet onder één noemer te plaatsen. Ze zijn gids, rolmodel, klankbord, adviseur, supporter, coach, … welke accenten ze wanneer en waar leggen bepalen ze zelf samen met hun mentee. De duo’s geven samen vorm en inhoud aan het traject en dat is voor beiden een groeiproces. We bieden wel een duidelijk kader over ieders rol. Zo verwachten we van de mentees dat zij het traject in handen nemen en zelf oplossingen zoeken. De mentoren anderzijds worden niet verondersteld de rol van een leidinggevende op te nemen of alle antwoorden te hebben. Een goede mentor beschikt over competenties zoals empathie en luisterbereidheid en een assortiment van communicatieve vaardigheden. Hij/zij is open, toont begrip en geeft raad. De relatie met de mentee is vooral gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Bij de start van het traject maken de duo’s duidelijke afspraken over doelstellingen en verwachtingen. Dat is een cruciale stap om vertrouwen op te bouwen en aan het mentortraject richting en structuur te geven.”

Luisteren. Vertrouwen. Motiveren. Niet alleen de eerstejaarsstudenten hebben er behoefte aan. Ook aan doctorandi en pas gepromoveerden is het goed besteed. Meer nog, het schenkt eveneens veel voldoening aan de mentor. Een geslaagde win-win dus. Het pilootproject aan de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen is daar een voorbeeld van. Administratief directeur Dafne Reymen en Andrea Bardyn, adviseur Dienst Diversiteitsbeleid en projectcoördinator inclusie en mentoring bij de Groep Wetenschappen & Technologie, blikken tevreden terug. “

GESLAAGD MET ONDERSCHEIDING

POSTDOCS:DOCTORANDIVANEN

Parcours Zijn mentoren idealisten? “Ongetwijfeld”, meent Andrea. “Maar wat een goede mentor vooral drijft is een nieuwsgierigheid naar andere perspectieven en de wens om ervaringen te delen met een jongere generatie. ‘Generativiteit’ noemt de DuitsMENTORING

 In oktober 2021 start een nieuw mentorprogramma voor postdoctorale onderzoekers. Geïnteresseerde mentoren of mentees kunnen contact opnemen met Andrea.Bardyn@kuleuven.be Dafne Reymen en Andrea Bardyn © Julie Feyaerts

25CONNECT ING Amerikaanse psychoanalyticus Erik Homburger Erikson de drang die veel mentoren kenmerkt: impact willen creëren door een volgende generatie te gidsen. Dat levert hun naast voldoening nog andere voordelen op: ze scherpen hun coachende vaardigheden aan en de open gesprekken bieden de mogelijkheid om te reflecteren over de eigen carrière of zaken vanuit een andere invalshoek te bekijken.” Het mentorproject bestrijkt een periode van zes maanden -van november tot meien volgt een duidelijk uitgestippeld parcours. “Mentor en mentee worden niet onvoorbereid op elkaar losgelaten”, zegt Dafne. “De eigenlijke matching gebeurt door de projectcoördinatoren. Voor zowel de mentoren als de mentees is er een voorbereidende workshop waarin het opzet uit de doeken wordt gedaan en de basisvaardigheden van mentoring worden bijgebracht. Tijdens het traject zijn momenten ingebouwd voor overleg, reflectie en terugkoppeling. Het geheel wordt ondersteund door de mentoring module op het elektronisch leerplatform Toledo”. Verscheidenheid Prof. Joost Vennekens (Campus De Nayer) en de Turkse postdoctoraal onderzoeker Cihan Kayaçetin (Technologiecampus Gent) stapten beiden in het pilootproject en vormden een duo. Voor Cihan was het een godsgeschenk. Hij arriveerde in september 2020 op een quasi verlaten campus en greep de kans met beide handen. “De maandelijkse online meetings met mijn mentor waren telkens momenten om naar uit te kijken. Elke sessie was een goede mix van vooraf afgesproken gespreksthema’s en een informele babbel”. Prof. Vennekens van zijn kant benadrukt de meerwaarde van de verscheidenheid. “Cihan en ik zijn verbonden aan verschillende campussen, we zijn gespecialiseerd in verschillende disciplines en hebben een verschillende culturele achtergrond. Een schoolvoorbeeld van multimentorschap dus. En een leerschool voor beide partijen”. “Mentor en mentee hebben al afgesproken dat ze na afloop hoe dan ook in contact blijven. De proef op de som dat het pilootproject met onderscheiding geslaagd is”, besluit Dafne. Trots voegt ze eraan toe dat het mentorproject niet alleen zal worden verdergezet maar ook uitgebreid naar alle faculteiten van de Groep W&T. Yves Persoons

The Epistemic AI project is part of the prestigious European FET program, where FET stands for Future and Emerging Technologies. “FET’s mission is not only visionary but also very concrete”, explains Keivan. “How to turn Europe’s excellent science base into competitive advantage? FET projects are expected to initiate radically new lines in technology through unexplored collaborations between advanced multidisciplinary science and cutting-edge engineers. It all helps Europe grasp leadership in those promising future technology areas able to renew the basis for future European competiveness and growth”.

We know how much certainty the Covid-19 vaccines offer in terms of protection against the virus. But who can confirm whether this percentage will still be valid next month? At that point, today’s fixed uncertainty suddenly becomes imprecise or undetermined. Researchers from the campuses Bruges and De Nayer are joining forces to find out how artificial intelligence can deal with this kind of uncertainty. Keivan Shariatmadar, senior researcher and mathematician at Bruges Campus, tells the story.

26 ONDERZOEK IN DE KIJKER

FET Open European project

“As currently practiced, AI cannot confidently make predictions robust enough to stand the test of data generated different from those studied at training time. While recognizing this issue under different names - e.g., ‘overfitting’traditional machine learning seems unable to address it in non-incremental ways. As a result, AI suffers from brittle behaviour and finds it difficult to operate in new situations, e.g., adapting to driving in heavy rain or to other road users’ different style of driving e.g., deriving from cultural traits. Our objective is to create a new paradigm providing worst-case guaranties on its predictions, thanks to a proper modelling of real-world uncertainties”.

The Epistemic AI project has a duration of four years and will focus on the lab ‘The Ultimate Factory” to implement the results and techniques. To this end, the project has hired one post-doc and two PhD students within the departments of Computer Sciences and Mechanical Engineering at KU Leuven”.

eto the π is known as the first part of the most remarkable and beautiful identity in mathematics, named after the Swiss scholar Leonhard Euler, who invented it in 1748. However, E-pi also stands for Epistemic AI. That is the name of the European research project of Prof. Hans Hallez and Keivan Shariatmadar from the M-Group at Bruges Campus and Prof. David Moens from the LMSD group at De Nayer Campus. The other project partners are Oxford Brookes University and TU Delft.

“The main goal of E-pi is to create new methodologies and paradigms for a nextgeneration artificial intelligence, providing specific guaranties on its predictions through proper modelling of real-world uncertainties. Although artificial intelligence has improved remarkably over the last years, its inability to deal with fundamental uncertainty severely limits its applications. Our project will re-imagine AI with proper treatment of the uncertainty stemming from our forcibly partial knowledge of the world”.

Next-generation AI “Reality is all about uncertainties”, says Keivan. “What if sensors are drifting away from calibration? What if a production process is very prone to the uncertainty of manual intervention? What if a trained model is not accurate enough and hard to learn from the uncertain data? Our project will investigate how the novel indeterministic uncertainty models can cope with these uncertainties”.

The FET program has three complementary lines of action to address different methodologies and scales, from new ideas to long-term challenges. “Our project belongs to the FET Open category”, Keivan continues. “FET Open funds projects on new ideas for radically new future technologies at an early stage. FET Open calls for collaborative research and innovation actions (RIA), satisfy the FET Open ‘gatekeepers’, which are: radical vision, breakthrough technological target and ambitious interdisciplinary Thisresearch.may involve a wide range of new technological possibilities, inspired by cutting-edge science, unconventional collaboration or new research and innovation practices”.

Yves Persoons

HOW CERTAIN IS UNCERTAINTY?

Ultimate Factory lab

CONNECT ING 27

Keivan©ShariatmadarTomTalloen

28 ONDERZOEK IN DE KIJKER

ZANDVANGEN IN OOSTENDE

Over Oostende waait een wolk van zand vanuit de onzichtbare overkant’, dichtte Hugo Claus.

Aan het strand van Oostende op de Oostoever is een strook van 2400 m² verboden zone voor toeristen. Daar is namelijk helmgras aangeplant in zes percelen van elk 20m². De bedoeling is om zoveel mogelijk zand vast te houden, zodat er op termijn een duinstrook ontstaat. Het project maakt gebruik van de krachten van de natuur om de kust te beschermen. Glenn Strypsteen, senior researcher op Campus Brugge, coördineert het zandvangen. In april vangt hij er alvast de VLIZ Brilliant Maritime Research Idea 2021 mee.

Patroon Tot de natuurlijke middelen behoort ook het helm- of duingras. “Het is een plant die goed gedijt in dynamische duinen”, legt Glenn uit. “Dit is een soort dat snel een leeg gebied kan inpalmen. Als de wijdvertakte wortels met licht in contact komen, ontstaan er spontaan nieuwe spruiten. Met zijn ingerolde bladeren voorzien van uitspringende en dichtbehaarde ribben is de plant in staat om flink wat rondstuivend zand vast te houden en zo de duingroei te bevorderen”.

“In ons onderzoek gaan we uit van het ‘Building with Nature’-beginsel”, zegt Glenn. “Dit betekent dat we inzetten op natuurlijke krachten en middelen. Dat zijn -in ons geval- de zee, de golven, de wind en het zand. Hiermee willen we een natuurlijke zeewering creëren en een veerkrachtige kust die bestand is tegen stormen en de gevolgen van de klimaatopwarming”.

“Die wolk van zand vasthouden op het strand, daar is het ons om te doen”, vertelt Glenn. “Zo voorkomen we dat elk jaar opnieuw tonnen zand op de dijk terechtkomen. Bovendien is het een goede zaak voor de zeewering en de bescherming van de kust tegen storm en ontij”. Building with Nature Zee en zand zijn voor Glenn niet synoniem van vakantie of zonnekloppen. De kust is in eerste instantie zijn vertrouwd studieen werkterrein. Aan het voormalige KHBO op de zeedijk in Oostende studeerde hij voor industrieel ingenieur Bouwkunde. Hij doctoreerde vervolgens over windgedreven zandtransport aan de Belgische kust en is nu als senior researcher verbonden aan de onderzoeksgroep van prof. Pieter Rauwoens op Campus Brugge, het ‘mekka’ van de kustwaterbouw in dit land.

Op papier lijkt het eenvoudig, maar de realiteit is complexer. “Wat we bijvoorbeeld nog niet weten is welk patroon van plantjes het best werkt om zand te vangen. Om dat te achterhalen, hebben we het proefterrein opgedeeld in zes vakken van ieder 20 m². In elk vak is helmgras geplant volgens een ander patroon van dichtheid, gaande van zes plantjes per vierkante meter tot vijftien, nu eens in rijen dan weer in kruisvorm”. “Gedurende zes maanden heeft een masterstudente metingen uitgevoerd bij wind uit zee. Via zandvangers is in elk perceel nagegaan hoeveel zand er wegwaait. Verder plaatsten we mobiele windmeters op drie verschillende hoogtes om te meten of en in welke mate het helmgras de windsnelheid beïnvloedt. De windsnelheid is namelijk een cruciale factor in de duinvorming”. Grootschalig Uit de resultaten van het proefproject in Oostende willen de Brugse onderzoekers lessen trekken die van toepassing kunnen zijn op de hele Belgische kust. Dit kadert in een grootschalig onderzoek waarbij naast KU Leuven ook andere partners betrokken zijn zoals het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, UGent, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, het Agentschap Natuur en Bos, ATO, de stad Oostende en het Waterbouwkundig Laboratorium. Er staat immers veel op het spel. De duinen zijn een uniek ecosysteem. Ze zorgen niet alleen voor een natuurlijke kustbescherming, maar bieden ook een schat aan biodiversiteit. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) hoeft al niet meer overtuigd te worden. Het kende in april 2021 aan Glenn een BMRI-beurs toe ter waarde van 5000 euro. De ‘Brilliant Marine Research Idea’beurzen zijn uniek in Vlaanderen. Ze onderscheiden zich van andere financieringsbeurzen door de klemtoon op het out-of-the-box-denken. Voor Glenn is het een opsteker om door te gaan met het briljant zandvangen in Oostende. Yves Persoons ‘

CONNECT ING 29

Glenn Strypsteen © Glenn Strypsteen

ACRO staat voor ‘Automation, Computer Vision & Robotics’. De groep kan bogen op een jarenlange ervaring in het vertalen van fundamenteel onderzoek naar industriële toepassingen. “Onze scope is erg breed”, bevestigt prof. Demeester. “We zijn bezig met o.m. mens-robotinteractie, flexibele productmanipulatie, botsingsvrije padplanning en navigatie, en geautomatiseerde assemblage en disassemblage. De rode draad doorheen onze activiteiten is de samenwerking met het bedrijfsleven”. “Het is beslist geen toeval dat vooraanstaande ondernemingen in Diepenbeek komen aankloppen voor onderzoeksprojecten”, vervolgt prof. Kellens. “De Baekeland-mandaten zijn hier echt voor geknipt. Ze worden toegekend aan kandidaten die een duidelijk bedrijfsregelateerd project voorleggen. De aanvraag moet trouwens door het bedrijf gebeuren. Het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen co-financiert de personeels- en de werkingskosten”. Detectie en verwijdering De samenwerking tussen universiteit en bedrijf werkt in twee richtingen. Zo is Toon al twee jaar actief als data-analyst bij de chemiereus BASF in Antwerpen en gaat hij nu doctoreren in Diepenbeek. Ivo van zijn kant is verbonden aan de Limburgse campus, maar zal ook bedrijvig zijn bij Pfizer in Puurs. Beide doctorandi hebben hun zinnen gezet op de tijdige detectie van anomalieën in verschillende bedrijfsprocessen, alsook op het automatisch oplossen ervan via robothandelingen of processturing. “In een sterk gereglementeerde sector als de chemie gelden strenge veiligheidsnormen en -voorschriften”, merkt Toon op. “Ook een efficiënt en kwaliteitsvol productieproces is noodzakelijk op een site als BASF. Toch is het nooit compleet uit te sluiten dat zich ergens een anomalie voordoet. Sommige hebben geen impact op het proces en zijn bijgevolg niet waarneembaar met de bestaande temperatuur of druksensoren. Niettemin zijn en blijven ze ongewenst. Precies voor deze groep van anomalieën zijn visuele controles of camera’s nodig om te kunnen waarnemen en erop te reageren”.

ONDERZOEKERS

30 ONDERZOEK IN DE KIJKER

LIMBURGSE

GAAN MET IN‘ANOMALIEËN’ROBOTSTELIJFFARMAENCHEMIE

De samenwerking met het werkveld staat hoog in het facultaire vaandel geschreven. Een schoolvoorbeeld daarvan zijn de Baekeland-mandaten. Hiermee kunnen jonge onderzoekers doctoraatswerk verrichten met een aantoonbare meerwaarde voor zowel de universiteit als voor het betrokken bedrijf. Op Campus Diepenbeek zijn dit academiejaar twee zo’n projecten van start gegaan bij resp. Pfizer in Puurs en BASF in Antwerpen. Een gesprek met de doctorandi Ivo Dekker en Toon Stuyck en de promotoren prof. Eric Demeester en prof. Karel Kellens van de onderzoeksgroep ACRO.

Dezelfde boodschap horen we bij Toon. ”BASF Antwerpen is één van de meest efficiënte productievestigingen van de hele groep. Het Baekeland-mandaat past goed binnen de bedrijfsstrategie om deze positie te kunnen behouden. Als dit project een succes wordt, willen we uitgroeien tot een kenniscentrum in dit domein voor de hele BASF-groep”. Verwachtingen Een Baekeland-mandaat duurt vier jaar. Ivo en Toon verdelen hun tijd half om half tussen campus en bedrijf, al is dat geen vaste of opgelegde regel. Zoals andere doctorandi nemen ze op de campus een aantal onderwijsondersteunende en -begeleidende taken op zich. Bij de Arenberg Doctoral School in Leuven volgen ze een flankerende opleiding. De promotoren maken zich sterk dat beide doctorandi zeker 80% van hun tijd aan onderzoek zullen kunnen besteden. De verwachtingen zijn immers hooggespannen. Promotoren, doctorandi en beide bedrijven zijn vastbesloten om van hun driehoeksverhouding een ‘best practice’ te maken.

CONNECT ING 31

Prof. Eric Demeester, Ivo Dekker, prof. Karel Kellens en Toon Stuyck © Dries De Krom

Yves Persoons  baekeland-mandatenwww.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/

Precisiewerk Bij het farmabedrijf Pfizer onderzoekt Ivo de mogelijkheden van een cameradetectiesysteem op een kleinere maar wel cruciale schaal: de afvulling van flesjes, spuiten en andere recipiënten. “Een precisiewerk dat volledig automatisch verloopt, maar waar soms toch weleens iets fout loopt”, zegt Ivo. “Meestal gebeurt dat bij de aanvoer. Door een snelle detectie en gerobotiseerde rechtzetting van de anomalie willen we voorkomen dat de productie stilvalt en er kostbare tijd verloren gaat. Op termijn moet dit onderzoek leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe generatie van controle- en detectiesystemen bij Pfizer. Ik beschouw het als een hele eer om daaraan te kunnen meewerken”.

DOES E-HEALTH CARE ALSO TAKE CARE OF YOUR PRIVACY?

“Trust in technology is failing”, recently warned Margrethe Vestager, Executive Vice-President of the European Commission, responsible for ‘A Europe Fit for the Digital Age’. She was referring to the risks associated with the growing impact of Artificial Intelligence (AI) in everyday life. The health sector is also in the danger zone. The Reinitialise project investigates how fundamental human rights may be safeguarded in e-health services. Prof. Bart Vanrumste and researcher Hannelore Strauven (Group T Leuven Campus) are members of the project consortium.

“In the second phase, attention will be paid to the transfer of research to the market and society. This will be done through showcases of best practices, a winter school on innovation in Lublin and a Venture Lab involving all relevant actors in jointly designing and implementing their experiences of collaboration in the field of e-health”.

for ‘preserving fundamental rights in the use of digital technologies for e-health services”, Hannelore explains. “The project is part of the European Horizon 2020 Training Programme. It aims to increase the capacity for the design and use of digital technologies in the sector of health, in order to integrate the potential of technology with the awareness of its ethical, legal and socio-economic dimensions. Within the extensive domain of e-health services, we focus on two sub-areas: technologies for active ageing and digital tools for prevention care in nutrition and dietetics”. Partnership “The initiative comes from the Marie Curie-Sklodowska University in Lublin, Poland”, prof. Vanrumste continues. “The university has mobilised specialists from seven of its research institutes and departments for the design and use of digital technologies in the sector of health in a way that adheres to ethical principles. In order to strengthen its own expertise, it called on three leading institutes in Europe: KU Leuven, the University of Macerata (Italy) and Eurocentro S.r.l., an Italian institute that specialises in setting up interdisciplinary and inter-sectoral EU projects”. In addition to prof. Vanrumste and Hannelore Strauven, the multidisciplinary KU Leuven team consists of prof. Helder De Schutter (Social and Political Philosophy), prof. Jannique van Uffelen (Physical Activity, Sports and Health Research Group), prof. Elske Vrieze (University Psychiatric Centre), Marc Van Aken (lecturer Communication and Entrepreneurship at Group T Leuven Campus) and Greet Bilsen (valorisation coordinator of the LICT research centre on ICT).

The project should result in a Knowledge Platform that brings together researchers and experts in experimental learning and co-creation of innovative e-health services and products. Its members may interact in joint activities and discussions and share knowledge, experiences and resources. Knowledge transfer “The first phase of the project consists of giving a boost to the scientific expertise of the Marie Curie-Sklodowska University”, Hannelore says. “The knowledge transfer will take place through symposia and transnational staff exchange. Polish researchers will work together with their colleagues in Leuven and Macerata. Subsequently, Belgian and Italian experts will travel to Lublin to assist in the consolidation of knowledge and experience.”

Mutual interests

“At the end of the project, all partners should benefit”, concludes prof. Vanrumste. “Interesting business ideas and start-up proposals are just as useful elsewhere. This also applies to the Joint Research Roadmap. In time, it should serve as a model for cooperation in future international research projects”.

Yves Persoons  www.reinitialise.eu

32 ONDERZOEK IN DE KIJKER

Digital technologies based on AI have a crosscutting impact in all areas of our life and especially in the domain of health. On the one hand, these technologies are the basis for innovation and growth, but on the other hand, they pose a threat to essential human rights such as privacy, data ownership, etc. “This problem does not only concern AI specialists”, says prof. Vanrumste. “Only an interdisciplinary approach may provide a solution where technology is designed in compliance with ethics and the preservation of human “Reinitialiserights”.stands

Prof. Bart Vanrumste en Hannelore Strauven © Julie Feyaerts

CONNECT ING 33

VR en AR-brillen Je kunt je afvragen of al die snelheid wel zin heeft. Maakt het veel uit of je een film in 1 minuut of een halve seconde “

34 ONDERZOEK IN DE KIJKER TECHNOLOGIECAMPUS GENT

Terwijl hier te lande nog druk wordt gepalaverd over de komst van 5G, zijn de onderzoekers van de WaveCore groep op de Technologiecampus Gent en Campus Arenberg al druk in de weer met de opvolger. De zesde generatie netwerken wordt niet alleen 100 keer sneller, ze zullen ook beduidend energiezuiniger zijn met onwaarschijnlijk meer connecties tussen mensen en machines. ‘Science fiction becomes science fact’, aldus prof. Liesbet Van der Perre van de Gentse onderzoeksgroep WaveCore en technology lead van het ambitieuze Europese REINDEER-project. Tot vandaag zit er tussen elke G een periode van tien jaar”, zegt prof. Van der Perre. “Dit betekent dat voor ons, ontwikkelaars, 5G al passé is en we al met de volgende generatie draadloze communicatietechnologieën bezig zijn. Daarbij gaat het om netwerken die snelheden van 1 terabits per seconde halen om de data te verwerken. Ter vergelijking: de 5G die eraan komt haalt een snelheid van 1 tot 10 gigabits per seconde. Het volgende voorbeeld zegt misschien meer. Bij 3G duurde het een week om een film te downloaden. Bij 4G is dat 1 uur en bij 5G 40 seconden. Met 6G is de klus geklaard binnen een halve seconde. Met zulke snelheid opent zich een nieuwe wereld van toepassingen waar we nu nog niet aan gedacht hebben of zelfs niet eens voor mogelijk houden.”

NEEMT VOORTOUW IN DE RACE NAAR 6G

Ook slimme algoritmes kunnen ertoe bijdragen dat het systeem zichzelf gaat organiseren om optimaal samen te werken”.

Tweemaal prijs dus”.

Leidt dit dan tot (nog) meer zendmasten in het landschap? “Er zullen inderdaad meer maar vooral kleinere antennes nodig zijn om de grote hoeveelheid data snel aan te leveren”, antwoordt prof. Van der Perre. “De infrastructuur die sommige steden nu opzetten voor 5G zou in principe ook door de opvolger gebruikt kunnen worden. Een andere manier bestaat erin om access points in te bouwen in constructies en objecten De intelligente schakelaars van Niko zijn daar een goed voorbeeld van in de domotica.

REINDEER staat voor ‘REsilient INteractive applications through hyper Diversity in Energy-Efficient RadioWeaves technology’. “Dat is inderdaad een hele mond vol, maar in essentie komt het hierop neer”, legt prof. Van der Perre uit. “We gaan een nieuwe generatie van draadloze netwerken ontwikkelen die op een energiezuinige manier nog meer connecties kunnen ondersteunen, interacties mogelijk maken en Internet-ofThings diensten leveren. De nieuwe infrastructuur bestaat uit een weefsel van gedistribueerde radio’s, rekenkracht en opslagcapaciteit. Daarvoor hebben we met het team de term RadioWeaves “Inbedacht.tegenstelling tot de huidige energieverslindende technologieën gaan wij voor een energiezuinige aanpak. Dat doen we door de radio’s en de rekenkracht niet meer te centraliseren maar wel te distribueren en dicht bij de toepassing te brengen. Als je vandaag je stofzuigerrobot aanzet, is het best mogelijk dat de dataverwerking op een server aan de andere kant van de wereld gebeurt. Dat slorpt niet alleen bandbreedte maar ook energie. Door de intelligentie dichter bij de gebruiker te brengen verhogen we de snelheid en besparen we energie.

Consortium Inzake 6G zijn alle ogen nu gericht op R&D initiatieven als REINDEER, een project waarin negen Europese partners uit vier landen zich geëngageerd hebben om een nieuw intelligent connectiviteitsplatform te ontwikkelen met quasi onbeperkte mogelijkheden tot interactie. De technische leiding van dit miljoenenproject is in handen van prof. Van der Perre. Tot het consortium behoren niet alleen Europese topuniversiteiten als Lund University en Linköpings University (Zweden) en de Technische Universiteit van Graz (Oostenrijk), maar ook zwaargewichten als Ericsson en hightech KMO’s als Blooloc in Hasselt. “Zulke mix brengt de expertise bij elkaar die nodig is om een project van die omvang te realiseren”, meent prof. Van der Perre.

binnenhaalt? Volgens prof. Van der Perre zullen de gevolgen wel degelijk ingrijpend zijn. Tegen de tijd dat 6G verschijnt zal bijvoorbeeld je smartphone gedateerd zijn. In de plaats daarvan draag je een virtual of augmented reality bril en zie je de realiteit door een digitale filter. Met 6G ‘weet’ het netwerk welke informatie je precies waar en wanneer nodig hebt. Omstreeks etenstijd kan het 6G netwerk je eettenten in de buurt tonen, precies naar je smaak, je budget en de duur van je lunchpauze. De mogelijkheden in de industrie, de zorg, de domotica en de entertainment zijn nog groter. Tienduizenden mensen zullen tegelijk filmpjes kunnen doorsturen tijdens een evenement of herhalingen van bepaalde fases in een sportwetstrijd bekijken. In de bedrijven zullen mensen en machines samenwerken met robots en autonome voertuigen en drones. Artsen zullen via een lichtgewicht AR-bril op afstand patiënten kunnen opvolgen en toestellen aansturen. De energie die daarbij nodig is wordt draadloos aangeleverd door het platform. Tegen 2030 zijn er mogelijkheden voor een mixed reality waarbij je tegelijkertijd in de fysieke en een virtuele wereld kunt begeven”.

Prof. Liesbet Van der Perre © Yasmina Besseghir

CONNECT ING 35

Koploper Het REINDEER-project is in januari 2021 gestart en duurt 42 maanden. Om praktische redenen is het opgedeeld in zeven werkpakketten, waarbij de Gentse onderzoekers instaan voor het proof-ofconcept van het RadioWeaves-platform en de interactieve applicatie. Als technologiehoofd heeft prof. Van der Perre een vinger in de pap in alle Hoewerkpakketten.futuristisch het allemaal nog lijkt, toch is 6G nu al een race tegen de tijd. Een race waarin China op dit moment manifest de koploper is. In november 2020 schoot het land een 6G-satelliet in de ruimte om te experimenteren met datatransmissies in het teraherz spectrum. Eind vorig jaar ontwikkelden Nanyang Technology University in Singapore en Osaka University in Japan een chip voor 6G die gebruik maakt van THz golven en gespecialiseerde lasers. In Europa loopt vooralsnog Finland in de kijker met de universiteit van Oulu. “Eén zaak is zeker. Wil Europa überhaupt nog een stem in het 6G-kapittel hebben, dan moet er onverwijld hoger geschakeld worden. In het REINDEER-project zijn we de uitdaging aangegaan”, aldus prof. Van der Perre. Yves Persoons  www.reindeer-project.eu

• Prof. Patrick Vandewalle (promotor)

36

• Prof. Pieter Rauwoens (promotor)

• Prof. Jan Ivens (promotor)

• Prof. Guido De Bruyne (co-promotor), Universiteit Antwerpen

CAMPUS DE NAYER

Jan19/05/2021Christiaens

Kristof10/05/2021Verreydt

Constructive matheuristics for combinatorial optimization

Reshma9/03/2021Chirayil Chandrasekharan

TECHNOLOGIECAMPUS GENT

DOCTORATEN

Structure and physical stability of insect-containing hybrid cooked sausages as affected by formulation and processing

Karsten8/06/2021Gielis

JUNI

CAMPUS BRUGGE

• Dr. Chris Powell (co-promotor University of Nottingham)

• Prof. Bart Vanrumste (promotor)

Julie28/05/2021Legrand

Burak15/04/2021Karabulut

TECHNOLOGIECAMPUS GENT

CAMPUS GROEP T Towards unmanned inland shipping • Prof .René Boonen (promotor)

• Prof. Patrick De Causmaecker (co-promotor)

Celina12/04/2021Angela

Fatigue behaviour of duplex welded details

Single-handed, flexible, steerable instruments for constrained workspace surgery

• Prof. Jean-Marie Aerts (co-promotor)

A Framework for a Linked Data-based Heritage BIM

• Prof. Emmanuel Vander Poorten (promotor)

• Prof. Katrien Verbert (co-promotor) DOCTORATEN AAN FIIW - 2021)

• Prof. Ilse Fraeye (promotor)

• Prof. Maarten Vanierschot (co-promotor)

• Dr. Pieter Smet (co-promotor)

• Mevr. Liselot Steen (co-promotor)

Ahmed12/05/2021Youssef

Jana25/02/2021Scholliers

• Prof. Ralf Klein (promotor)

• Prof. Barbara Rossi (promotor) • Prof. Geert Lombaert (co-promotor)

• Prof. Toon Goedemé (co-promotor) • De heer Steven Puttemans (co-promotor)

Incorporating prior knowledge in 3D scene understanding

CAMPUS GROEP T

•problems Prof. Tony Wauters (promotor)

Mathias19/05/2021Bonduel

• Prof. Jos Tournoy (co-promotor)

TECHNOLOGIECAMPUS GENT

• Prof. Luc De Cooman (promotor KU Leuven)

Dimitrios24/04/2021Zouzias

• Prof. Dionys Van Gemert (co-promotor)

CAMPUS GROEP T

• Prof. David Cook (promotor University of Nottingham)

• De heer Stijn Luca (co-promotor)

TECHNOLOGIECAMPUS GENT

• Prof. Greet Vanden Berghe (promotor)

Gerben5/03/2021Peeters

Design parameters for construction of dikes with treated sludge at redevelopment of sludge reservoirs

• Prof. Peter Slaets (co-promotor)

Dugulin TECHNOLOGIECAMPUS GENT Brewing with green malt for an energy and water efficient process: challenges and opportunities

• Prof. Pieter Pauwels (co-promotor), UGent

• Prof. Kathleen Denis (co-promotor)

• Prof. Maarten Vergauwen (co-promotor)

• Dr. Gert De Rouck (co-promotor KU Leuven)

• De heer Jun Qian (co-promotor)

CAMPUS DE NAYER

Inge6/05/2021Coudron

Ali Amer CAMPUS GROEP T Machine Learning for Human Health: From Activity and VitalSign Monitoring to Mortality Prediction

Development of new cycling helmet standard test for improved head impact protection

(FEBRUARI

TECHNOLOGIECAMPUS GENT

Solving Vehicle Routing Problems

Assessment of Cognitive Performance in Elderly Life via Meaningful Play • Prof. Veronika Vanden Abeele (promotor)

Op 6 mei organiseerde het Agoria Solar Team de zestiende editie van de Solar Olympics. Dit is een jaarlijks event waarbij middelbare schoolstudenten van over heel Vlaanderen uitgedaagd worden om in team een mini-zonnewagen of een origineel gadget te bouwen dat werkt op zonne-energie. De editie 2021 diende zich aan als een Solar Olympiade en ging voor het eerst volledig online. De ministers Ben Weyts en Benjamin Dalle spraken de 150 deelnemers moed in. Beide excellenties staken hun bewondering voor het initiatief en de resultaten niet onder stoelen of banken. “Dit is STEM die zichtbaar, tastbaar en voelbaar wordt gemaakt”, aldus Vlaams onderwijsminister Ben Weyts. “Hier zie je dat STEM verdomd plezierig is. Uit de projecten straalt de liefde voor wetenschap en technologie”. Vlaams minister voor Brussel, Jeugd en Natuur Benjamin Dalle bevestigde: “Ik vind het ongelooflijk knap hoe de deelnemende jongeren hun straffe projecten tot een succesvol resultaat hebben kunnen brengen in dit ongewone jaar”.

Deze teams kregen elk een coach van het Agoria Solar Team toegewezen. Ieder ontving ook een zonnepaneel om er ofwel een mini-zonnewagen mee te bouwen of een creatief gadget. Wie voor de gadget opteerde, moest de wedstrijdjury kunnen overtuigen dat de uitvinding niet alleen origineel, maar ook duurzaam was en op termijn de weg naar de markt zou vinden. De teams die een mini-zonnewagen bouwden moesten het tegen elkaar opnemen in een kleine, maar wel zeer competitieve snelheidsrace.

Tijdens de liveshow op 6 mei stelden de teams hun creaties voor aan de jury en het publiek dat kon meestemmen voor de publiekprijs. Tijdens de finale werden meer dan 2.000 stemmen uitgebracht. Stephane Berghmans, CEO van Technopolis, Bart Bosmans van Colruyt Group Technics en Ruben Holsbeekx keken toe vanuit de studio in Mechelen en kenden acht prijzen toe. De felbegeerde Technologieprijs ging naar het team The Flop van het college O.L.V. Ten Doorn uit Eeklo met een digitaal pokerspel. De ‘Innovative Solar Guys’ van Don Bosco uit Sint-Denijs-Westrem wonnen met een digitale Gentse Monopoly het Gat-in-de-markt-prijs. De minizonnewagen van de ‘Turboslakken’ van het Sint-Romboutscollege in Mechelen liet alle tegenstanders achter zich en sleepte de Snelste Challenger in de wacht. “Er zaten dit jaar echt straffe projecten bij”, aldus Ruben Holsbeekx, event manager van het Solar Team. “Sommige moesten niet onderdoen voor de Ingenieursbelevingen in de bacheloropleiding. Maar ook de andere teams manifesteerden zich als getalenteerde ingenieurs in spe.” Yves Persoons  Nog te bekijken www.solarteam.be/nl/solar-olympiadeop

SOLAR OLYMPIADE 2021: BUITENGEWONE PRESTATIES IN ONGEWONE TIJDEN

Finalisten In september 2020 schreven 50 teams zich in voor de solar competitie. Uit hun concepten werden er 28 gekozen afkomstig uit 16 scholen voor de finale.

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE CONNECT ING

37

STUDENT AMBASSADORS PROMOTE OUR FACULTY WORLDWIDE

Chimene specifies: “as a student ambassador, you are expected to spend some time each week chatting with interested candidates” , and Philip adds that “a list of FAQ was provided by the marketing service and guidance sessions were aimed at preparing the student ambassadors for being able to highlight distinctive features of KU Leuven”. This takes up a few hours each week, with a busier period just before the application deadlines. Philip regularly asks students during the chat to set up a Zoom or Skype meeting. The marketing office also organises two ‘student ambassador events’ each year where they bring all student ambassadors together to learn from each other and to network.

38 Philip Lepoutre was born in UK, lived in Romania, studied in a RomanianTurkish High-School, and then decided to join KU Leuven’s community at the Group T Campus. He joined a wide range of student activities ranging from chess, gliding, to being a radio presenter and a volunteer in Aether, a brand new team of the postgraduate programme of entrepreneurship for engineers. Very early in his student career he also became our faculty’s first student ambassador.

Chimene El Boustany and Philip Lepoutre are two of the team of seven student ambassadors of the Faculty of Engineering Technology. In normal circumstances, they would now be in the middle of their Erasmus exchange semester, but COVID-19 decided otherwise. This does not mean that they are not internationally engaged; as student ambassadors they coach prospective international students.

FACULTY WORLDWIDE

Chimene El Boustany is from Lebanon and choose KU Leuven to be close to her friend who studies medicine. She is active in AEISEC and is vice-president in an association for spacecraft students.

Personal development “Creative thinking, teambuilding skills, leadership skills have all benefited from my engagement as a student ambassador”, confirms Philip. “The student ambassadors complement very well with the engineering training we get, the theoretical concepts

Philip was attracted to KU Leuven and later Group T Campus, and notes that in recent years the campus info has focused strongly on promo-tional videos and a lot of activity on social media. Many initiatives now exist to involve international students in the student life.

When Chimene and Philip started their student career 3 years ago, student ambassadors did not exist and so they had to get their information in a different way: Chimene actually travelled to Group T Campus during the Christmas holidays before deciding to apply.

Philip set up the student ambassador team at Group T Campus and invited Chimene to join. The student ambassador programme of KU Leuven, has become quite popular among international students who are happy to represent and to promote their alma mater and their faculty to possible new internationals.

The chat sessions may lead to funny anecdotes, like the time a student tried to convince Chimene to skip the application deadline by offering her some bribe presents… or the Albanian girl who confused the student ambassador platform with Tinder and started flirting with BeingPhilip.international students themselves has helped both Chimene and Philip to be better student ambassadors. Chimene: “We’ve been there, we’ve been in their shoes, and we know which advice they “Whatneed.” advice would you give to your former self, is a good guideline”, Philip Volunteeringadds. work, social engagement, or social engineering are some of the names used to describe co-curricular activities such as student ambassadors. Both Philip and Chimene confirm that being a student ambassador has provided them with essential skills to become better engineers: “engineering is all about people”, Chimene quotes one of her Group T lecturers. Their interpersonal skills, presentation skills, service attitude, communication skills were developed by being a student Philip:ambassador.“Italso makes you culturally aware, you can adapt your communication depending on the audience, you learn to work on skills such as how to communicate a message clearly and effectively”.

39 we learn in our soft skills courses can be implemented in a real life context.”

Both students don’t stop at this engagement: they both aspire a future job in the field of aerospace industry.

Chimene: “The activities as a student ambassador help me on a larger scale, realising that “experience is simply a name we give to our mistakes” (dixit Oscar Wilde) to become a better engineer. They are learning labs for skills we need in our later career.”

Hilde Lauwereys Chimene El Boustany and Philip Lepoutre © Julie Feyaerts

Recently Philip spoke to a student from Poland who doubted whether to apply to TU Delft or to KU Leuven, and in the end, the student decided to apply to KU Leuven. “Knowing that your advice is valued by a prospective student is very rewarding and fulfilling. Being a student ambassador actually it doesn’t feel like work, it is a fun activity and it looks great on your cv.”

GERWOUT VAN HOEFS: SLUIT JE NIET OP IN TECHNOLOGIE

40 We aim to be Earth’s most custo mer-centric company’. Van bij de stichting van Amazon in 1994 heeft CEO Jeff Bezos van zijn am bitie geen geheim gemaakt. In 2011 realiseerde zijn bedrijf al een omzet van 100 miljard dollar, dat het in 2020 wist te verviervoudigen tor 386 miljard. Gestart in Seattle groeide Amazon snel uit tot het grootste e-commercebedrijf met vestigin gen over de hele wereld. “Amazons succes steunt op vier pijlers”, vertelt Gerwout. “Dat zijn: obsessie voor de klant, passie voor innovatie, operationele excellentie en langetermijndenken. Daarbij is de eerste pijler veruit de belangrijkste. Alles wordt in het werk gesteld om de klant zo snel mogelijk op zijn of haar wen sen te bedienen”.

Polen In april 2016 trekt Gerwout naar Poznan (Polen) in het voetspoor van zijn Poolse vriendin. Hij vindt er snel een job bij het prestigieuze organisatieadviesbureau McKinsey & Company. “Ik was er executive assistant van verschillende seniorpartners en van de directie. Ik beheerde hun agenda’s, belegde vergaderingen en organiseerde events. Niet meteen superingenieurswerk maar wel leerrijk. Bovendien bood het me de kans om te beginnen met de uitbouw van een eigen netwerk, onmisbaar voor elke Gerwoutsprofessional”.prille netwerk bewijst al snel zijn nut, want in januari 2017 kan hij overstappen naar het Amazonfiliaal in Poznan. Als Central Flow Leader en vervolgens Process Control Specialist krijgt hij een centrale functie in de core business van het bedrijf: het optimaliseren van de workflow in de verschillende fulfilment centres, wat in de praktijk neerkomt op het verbeteren van customer experience via het bevorderen van de efficiëntie en het reduceren van de kosten.

Vuurdoop Gerwout start zijn hogere studies aan de toenmalige KAHO Sint-Lieven in Aalst met een professionele bachelor Elektromechanica, schakelt daarna in Gent verder om in 2015 af te studeren met een masterdiploma industriële wetenschappen: Elektromechanica van KU Leuven. Als ingenieur Elektromechanica, optie Scheepstechnologie steekt hij van wal bij Volvo Trucks in Gent. “Ik kon er meteen aan de slag als productiemanager in de cabine-afdeling. Mijn taak bestond er o.m. in de bewaking van de kwaliteit en de veiligheid en de optimalisering van de processen. Voor een pas afgestudeerde is dit de vuurdoop. Om units van 120 operatoren en specialisten aan te sturen, moet je niet alleen technisch stevig in je schoenen staan, maar ook al je social skills uit de kast halen, om te beginnen de communicatieve vaardigheden. De tien maanden bij Volvo Trucks hebben mijn verdere carrière ingrijpend beïnvloed”.

‘Don’t limit yourself’ is zowat het levensmotto van Gerwout Van Hoefs, industrieel ingenieur Elektromechanica van de Technologiecampus Gent. Zijn carrière is daar een sprekend voorbeeld van. Als manager van de EU Central Flow Operations bij retail en tech gigant Amazon in Barcelona heeft hij van grenzen verleggen zijn job gemaakt. Zijn raad aan de toekomstige ingenieurs is dan ook goud waard. ‘

“Een fulfilment centre is meer dan een magazijn”, legt Gerwout uit. “Het is het brein en het kloppend hart van de hele business: van de aanname en controle van de goederen over de stockage tot de order picking en packing tot de verzending en het retourmanagement. Het hele raderwerk moet snel en gesmeerd functioneren. Vanuit de Hub in Poznan bedienden we Duitsland, Tsjechië en Polen. In Poznan besteedt Gerwout veel aandacht aan de bijscholing van het personeel, zowel intern als senior leiderscha van onze fulfilment centers in Europa. Hij groeit er snel door tot area manager. Spanje Na welgeteld één jaar en zes maanden dient zich bij Amazon een nieuwe uitdaging aan, dit keer in Barcelona. Daar is het bedrijf bezig met de uitbouw van de grootste hub in Europa, dus is er nood aan competente medewerkers. “De voorbije tien jaar heeft Amazon zo’n 6,8 miljard dollar in Spanje geïnvesteerd”, zegt Gerwout. “Meer dan 9.000 Spaanse KMO’s verkopen hun producten via Amazon, wat goed is voor een export van 450 miljoen dollar en 12.000 permanente jobs. Vorig jaar werden nog twee bijkomende fulfilment centres en drie leveringsstations geopend. Spanje huist sinds 2017 ook twee Tech Hubs; hier alleen al zijn 600 aancomputeringenieurssoftwareontwikkelaars,endata-analystendeslag”.

ALUMNUS IN DE KIJKER

Blikveld Voor de aankomende en pas afgestudeerde ingenieurs wil Gerwout nog het volgende kwijt: “Je brede wetenschappelijke en technische vorming maakt dat je meer in je mars hebt dan je wel denkt of vermoedt. De voorwaarde is wel dat je bereid bent je blokveld te verruimen en de begane paden te verlaten. Daarom, sluit je niet op in je vakgebied. Ingenieurs zijn per definitie problem solvers. Hun analytisch denken stelt hen in staat om snel complexe situaties of problemen te doorzien en oplossingen te vinden. Als je dan je professionele skills en managementvaardigheden kunt inzetten, gaan alle deuren open”.

De Europese markt mag dan wel complex zijn, er is nog een enorm groeipotentieel. “In vergelijking met de USA is Europa nog een jonge markt”, bevestigt Gerwout. “Dit maakt een aangepast people management zo belangrijk. Ons departement bestaat uit hoogopgeleide jonge krachten met diverse achtergrond, zowel in opleiding als in nationaliteit. Van talentvolle ingenieurs tot gedreven business administrators. Even divers als de markt is, zo verscheiden moeten we zelf zijn”.

“De belastingtarieven op de verkoop van goederen zijn bijvoorbeeld in elk land verschillend. Ook de normen en standaarden zijn niet overal dezelfde, kijk maar naar de voltage van elektrische apparaten. Deze complexiteit stelt het flow management voor extra-uitdagingen.

Yves Persoons Gerwout Van Hoefs

41CONNECT ING

Dit maakt dat we binnen de Amazon groep wereldwijd toonaangevend geworden zijn op dit gebied”.

In Barcelona wordt Gerwout People Manager binnen een team van meer dan 130 supply chain specialisten. Na één jaar en vier maanden groeit hij door tot Operations Manager van het departement dat 2021 zal afronden met 190 supply chain specialists. Zij werken aan de permanente verbetering van de operationele flow binnen Europa als onderdeel van het Amazon Customer Excellence System. In die functie leidt en begeleidt Gerwout eveneens de oprichting van 15 nieuwe fulfilment centres binnen en buiten Spanje. “In tegenstelling tot de uniforme Amerikaanse markt, is de Europese erg divers”, vervolgt Gerwout.

Op 6 mei 2021 werden de Alumni Awards uitgereikt aan een burgerlijk en aan een industrieel ingenieur die zich nationaal en internationaal, binnen of buiten hun vakgebied onderscheiden hebben. Winnaar Serge de Gheldere kon in principe in aanmerking komen voor elk van beide prijzen. Hij gaf de voorkeur zich te beroepen op zijn opleiding van industrieel ingenieur, waar de basis gelegd is van zijn succesrijke carrière als ondernemer en als boegbeeld van de klimaatzaak.

Als ondernemer richtte Serge in 1999

42 ALUMNUS IN DE KIJKER

Serge is drievoudig ingenieur (Hogeschool Groep T, KU Leuven en TU Delft) en geëngageerd on dernemer. Zijn studie, werk en streven staan helemaal in het teken van de kli maatproblematiek en het ontwikkelen van technologisch en economisch haalbare oplossingen voor bedrijven, overheden en regio’s. In deze materie geldt hij als een autoriteit en wordt hij algemeen be schouwd als een rolmodel voor jonge ingenieurs. Futureproofed Als ingenieur ontwierp Serge een online platform waar met behulp van een SDGframework steden en gemeenten geholpen worden bij het ontwikkelen, implementeren en monitoren van een klimaatplan. Futureproofed Cities helpt steden om zo snel mogelijk over te gaan tot de uitvoeringsfase en zo de klimaatdoelstellingen te halen. Alle steden, groot en klein, koplopers en twijfelaars kunnen aansluiten. Inmiddels maken 136 steden ervan gebruik, met 2.675 maatregelen voor klimaatmitigatie, goed voor 2,6 miljard euro aan investeringen, een reductie van de CO² uitstoot van 1 miljoen ton per jaar en een jaarlijkse besparing van 375 miljoen euro.

Futureproofed op met als doel bedrijven, organisaties en overheden te ondersteunen bij de transitie naar een duurzaam en rendabel businessmodel. Futureproofed is ervan overtuigd dat het versnellen naar een niet-fossiele, duurzame toekomst een van de grootste opportuniteiten is voor de bedrijven. De stap naar een toekomst zonder fossiele brandstoffen helpt om kosten te besparen, risico’s te verminderen, nieuwe producten en diensten te ontwikkelen en het imago te Futureproofedversterken.voerdeal opdrachten uit voor honderden bedrijven, steden en organisaties waaronder DEME, Nike, Colruyt, het Europees Parlement, Leuven, Antwerpen, Hasselt, ... Klimaatactivist Als klimaatambassadeur begon Serges carrière in 2006 bij de selectie als ‘Climate Ambassador ’ van de toenmalige Amerikaanse vicepresident Al Gore. Met zijn presentatie ‘The Inconvenient Truth’ gaf Serge honderden lezingen in binnenen buitenlandland, waaronder Stanford, Yale, Tsinghua University (Beijing), India, Dubai, Togo en een groot aantal EUlanden. Nog altijd is Serge een veelgevraagd spreker op conferenties, studiedagen of in de media. Zijn jongste realisatie is de oprichting van de vzw Klimaatzaak, een drukkingsgroep die vier

SERGE DE GHELDERE WINT EERSTE AWARD ALUMNI INGENIEURS

KU LEUVEN

Belgische regeringen er via juridische weg toe aan wil zetten om de klimaatovereenkomsten na te leven. De organisatie vordert een daling van de broeikasgasemissies met minstens 42 tot 48% in 2025 en tot 65% in 2030 om te kunnen evolueren naar een nuluitstoot in 2050. Meer dan 68.000 Belgen hebben zich al aangesloten bij dit initiatief. Na zes jaar procederen is het proces van de eeuw eindelijk van start gegaan. Verder stond Serge mee aan de wieg van het ambitieuze project ‘Leuven Klimaatneutraal 2030’, inmiddels omgedoopt tot ‘ Leuven 2030 ’. Hij is vicevoorzitter van het directiecomité en tevens bestuurder. In Leuven 2030 werken meer dan 600 partners, overheden, de academische wereld, bedrijven en burgers samen aan de ontwikkeling van een roadmap en de uitvoering van strategische experimenten op het gebied van klimaatneutraliteit. Dit project heeft er mee voor gezorgd dat Leuven dit jaar tot European Capital of Innovation is uitgeroepen. Leuven 2030 bewijst dat ook een kleine stad een grote impact kan hebben in het wereldwijde klimaatdebat. Geen wonder dat de stad aan Serge de eretitel ‘Held van Leuven’ toekende.

43

Yves Persoons de Gheldere en Prof. Sofie Pollin © Filip Van Loock

CONNECT ING Serge

Maar er is meer. Het vuur dat Prometheus brengt, symboliseert ook het licht, wat maakt dat de mens méér kan zien en vérder kan kijken. Daaruit ontstaan de wetenschappen, die dan weer aan de basis liggen van nieuwe toepassingen en technieken. Engagement Prometheus staat verder ook symbool voor de inzet voor de mens en het verbeteren van diens bestaan op aarde.

De instelling van de Alumni Award 2020-2021 kostte de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen nogal wat hoofdbrekens. Niet om een laureaat te vinden, wel om een embleem te bedenken dat symbool kan staan voor de prijs en bij uitbreiding voor de afgestudeerde industrieel ingenieurs. Sarah Verryt van de facultaire Dienst Externe Relaties vond het ei van Columbus.

KU LEUVEN: EEN LOGO MET EEN VERHAAL

De collega’s van de Faculteit Ingenieurswetenschappen (de bur gerlijk ingenieurs) hoefden niet ver te zoeken. Het imposante kasteel van de her togen van Arenberg in Heverlee is al meer dan een eeuw het huis én het uithangbord van de faculteit en de opleiding. Bij de in dustrieel ingenieurs die op zeven campussen in Vlaanderen resideren, liggen de kaarten anders. Eén gebouw of cam pus naar voren schuiven is geen optie. Maar wat dan wel? De zoektocht naar een patroonheilige levert evenmin een bruikbaar resultaat op. Kandidaten zijn er nochtans genoeg. Sint-Isodorius van Sevilla waakt over de computer- en de internetgebruikers. De heilige Barbara van Nicomedië is de schutspatroon van de mijningenieurs. Sint-Jozef beschermt als timmerman de maakindustrie. En de 6de -eeuwse Sint Eligius (Sint-Elooi) heeft de metallurgen en materiaalkundigen onder zijn hoede. De bouwkundig ingenieurs kunnen dan weer terecht bij de heilige Bénézet (of Bennet) die in de 13de eeuw de eerste steen legde voor de beroemde Pont d’Avignon. Kerkelijke universiteiten zoeken vaak hun heil bij de heilige Thomas van Aquino, de scholasticus die geloof en rede probeerde te verzoenen of bij Albertus Magnus, de 13de -eeuwse prof aan de Parijse universiteit die expert was in zowat alles: van natuur- en scheikunde tot theologie en metafysica. Kies uit deze -overigens nog onvolledige- lijst van kandidaten maar eens een figuur waar de industrieel ingenieurs zich in herkennen.

De Griekse titaan wist ideeën om te zetten in daden, theorie in praktijk. Hij was een doener en een durver die risico’s niet uit de weg ging. In dit opzicht is hij een ondernemer die een voor onmogelijk geachte prestatie wist te volbrengen.

Sociaal engagement en maatschappelijke betrokkenheid zijn tot vandaag belangrijke waarden voor de ingenieur.

Yves Persoons

Prometheus betekent letterlijk ‘hij die vooruitdenkt’ (in tegenstelling tot Epimetheus die achteruit kijkt). Anticiperen heet dat nu. Dat veronderstelt visie, flexibiliteit en een niet aflatende leergierigheid: de bereidheid te leren van en voor een toekomst die nooit helemaal voorspelbaar is. Prometheus leerde de mensen met vuur spelen. Hij gaf hun het instrument in handen om van de wereld een paradijs te maken of een hel.

Dit hele verhaal heeft Sarah creatief weten te vertalen in een sober beeldmerk. Gecombineerd met het woordmerk ‘Award Ingenieurs KU Leuven’ vormt het een logo met een brede waaier van toepassingen: van opschrift tot medaille. Eenvoudig maar krachtig. Een brede visie op de ingenieur in een paar vloeiende lijnen.

44 NIEUWS VAN ALUMNI

De kans is reëel dat je eerder vroeg dan laat Sint-Rita van Cascia gaat aanroepen, de heilige voor de onmogelijke zaken.

AWARD ALUMNI INGENIEURS

Techniek In het Pantheon van de klassieke mythologie hebben we wel prijs. Het verhaal begint bij de titaan Epimetheus. Hij is door de goden gelast om gaven en talenten uit te delen aan de levende wezens in het ondermaanse. Als de mens aan de beurt is, blijkt dat de voorraad vrijwel uitgeput is. Zowel wat overlevingsinstincten als natuurlijke verdedigingsmiddelen betreft zijn de andere levende schepsels er veel beter aan toe. Prometheus, de broer van de kwistige distributeur, heeft medelijden met de hulpeloze mensheid. Hij rooft het vuur bij de Olympische goden en brengt het naar de mensen. Hij leert hen ook de technische vaardigheden om het te gebruiken. Met het vuur geeft Prometheus aan de mens het instrument in handen om de elementen van de natuur te transformeren in artefacten die zich verder ontwikkelen in technologiegebieden als energie, materie, leven en informatie. Sinds de Oudheid wordt Prometheus met techniek in verband gebracht.

CONNECT ING Sarah Verryt © Julie Feyaerts 45 Serge de Gheldere 6 M E I 2 0 2 1 F A C U L T E I T I N D U S T R I Ë L E I N G E N I E U R S W E T E N S C H A P P E N Voornaam Naam Funct e Voornaam Naam Funct e AWARD AL U MNI INGENIEUR S K U NEVUEL

“In onze faculteit liggen de kaarten anders”, zegt prof. Henrioulle. “Om te beginnen hebben wij niet één maar twee alumnikringen. Dat zijn Alumni Ingenieurs KU Leuven (AIKULeuven) voor de afgestudeerden Industriële Wetenschappen en VBI (Vereniging BioIngenieurs) voor de masters Biowetenschappen en Biochemie. Andere belangrijke spelers zijn de alumniwerkingen op de campussen. Lang voor de integratie van de opleidingen in de universiteit bestonden die al. Weliswaar heel verschillend in omvang en impact maar met hetzelfde doel voor ogen. En het moet gezegd, ook al zijn de afgestudeerden inmiddels in alle opzichten volwaardige KU Leuven-alumni, de identificatie met de eigen campus is en blijft groot. Dit betekent dat een campusgebonden alumniwerking noodzakelijk blijft. De faculteit heeft dat ook van meet af aan onderkend en gepromoot”. Partners “Het samenwerkingsakkoord institutionaliseert de bestaande situatie en creëert tegelijk nieuwe mogelijkheden”, vervolgt prof. Henrioulle. “De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen en AIKULeuven slaan de handen in elkaar als preferentiële partners die elkaar maximaal ondersteunen, maar wel onafhankelijk hun accenten blijven leggen in de uitbouw van een hecht alumninetwerk. Concreet betekent dit dat AIKULeuven de samenwerking met de faculteit consolideert en de sterke band tussen de alumni en hun campus erkent. De campussen kunnen bijgevolg blijven focussen op hun eigen lokale of regionale alumniwerking. De kring concentreert zich op het creëren van een overkoepelend aanbod dat overigens niet alleen op de industrieel ingenieurs mikt maar ook op de burgerlijke confraters. De onderliggende idee is dat de campuswerking een opstap wordt naar een grotere alumnigemeenschap”.

FACULTEIT EN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN BUNDELEN DE KRACHTEN

Als afgestudeerde industrieel ingenieur ben je drievoudig alumnus: van de KU Leuven, van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (FIIW) en van je campus. Onder de overkoepelende KU Leuven Alumni ressorteren facultaire alumnikringen en op campusniveau zijn er lokale alumniwerkingen actief. Om uit te klaren wie wat doet en waar, ondertekenden de faculteiten Ingenieurswetenschappen en Industriële Ingenieurswetenschappen en de facultaire kring Alumni Ingenieurs KU Leuven op 17 mei een samenwerkingsovereenkomst.

Prof. Kris Henrioulle, academisch verantwoordelijke Alumni, geeft toelichting.

46 NIEUWS VAN ALUMNI

Alumnikringen

hebben een lange tra ditie aan KU Leuven. Elke faculteit heeft (minstens) een kring met een eigen rechtspersoonlijkheid en bestuur. De opdracht van de kring bestaat erin om de afgestudeerden met de faculteit en met elkaar te verbinden via activiteiten en het delen van nieuwsberichten.

In de overeenkomst engageert AIKULeuven zich om de alumniwerking op de campussen te ondersteunen en te promoten. “Consistentie en herkenbaarheid in de communicatie is hierbij een belangrijk objectief”, aldus prof. Henrioulle. “Concreet betekent dit dat de campusinitiatieven voortaan ook onder de AIKULeuven-vlag varen. Op die manier worden de alumni - inclusief de grote groep van voor de integratie- er telkens aan herinnerd dat ze deel uitmaken van een grote KU Leuven familie”.

Yves Persoons

CONNECT ING

“Tenslotte is in de overeenkomst ook aandacht voor de internationale dimensie”, merkt prof. Henrioulle nog op. “De buitenlandse alumni vormen immers een sterk groeiende groep van potentiële ambassadeurs wereldwijd. In het akkoord zeggende faculteit en AIKULeuven hun steun toe aan de 13 internationale Alumni Chapters van de universiteit en het verder uitbouwen van het internationale netwerk”.

Yvan Verbakel, prof. Peter Van Puyvelde, prof. Bert Lauwers en prof. Sofie Polin © Julie Feyaerts 47

Databank Een belangrijke clausule handelt over de databank. Een adequaat databeheerssysteem met up-to-date informatie is immers de ruggengraat van elke alumniwerking. “Sinds kort zijn de beschikbare gegevens van de preintegratie-alumni opgenomen in de centrale alumnidatabank en kunnen zowel AIKULeuven als de campussen er gebruik van maken. Op het nieuwe alumniplatform KU Leuven Connect hebben zowel AIKULeuven als de faculteit en de campussen een eigen stek om te communiceren met en naar alumni”.

Het akkoord regelt eveneens de kwestie van het al dan niet betalend lidmaatschap. Als vereniging werkt AIKULeuven op basis van lidmaatschapsbijdragen. De campussen kunnen -als ze dat wensenhun activiteiten gratis blijven aanbieden.

ME  Offers

THE

 Is

ADVANCED MASTER OF SCIENCE IN INNOVATIVE HEALTH TECHNOLOGY is a Precious Treasure. Health Technology its Reliable Treasurer.

IN COLLABORATION WITH MASTER’SADVANCEDPROGRAM the opportunity to specialize in the rapidly evolving domain of innovative health care technologies. recent trends in electrical and electronics engineering, mathematical engineering, mechanical and biochemical engineering into the design, development and implications of novel practical solutions for patients as well as health care providers and professionals. a one-year programme aimed at students who have completed a master’s programme in (bio)engineering technology. of 8 course units: 4 courses focusing on engineering technology, one on entrepreneurship, one on the human body, a team-based project and a master’s thesis, including an internship. part of an international network of universities, renowned institutions (e.g. the Interuniversity Microelectronics Center, imec, the University Hospitals Leuven) and hightech companies.

 Integrates

ADVANCED

WITH FACULTY OF ENGINEERING TECHNOLOGY GROUP T LEUVEN CAMPUS

IN COLLABORATION WITH MASTER OF

ADVANCED MASTER OF w ww.iiw.kuleuven.be/innovative-health-technology

 Is

w ww.iiw.kuleuven.be/innovative-health-technology

w ww.iiw.kuleuven.be/innovative-health-technology

Health

IN COLLABORATION

 Consists

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.