4 minute read

LIMBURGSE ONDERZOEKERS GAAN MET ROBOTS 'ANOMALIËN' TE LIJF IN FARMA EN CHEMIE

ONDERZOEK IN DE KIJKER

De samenwerking met het werkveld staat hoog in het facultaire vaandel geschreven. Een schoolvoorbeeld daarvan zijn de Baekeland-mandaten. Hiermee kunnen jonge onderzoekers doctoraatswerk verrichten met een aantoonbare meerwaarde voor zowel de universiteit als voor het betrokken bedrijf. Op Campus Diepenbeek zijn dit academiejaar twee zo’n projecten van start gegaan bij resp. Pfizer in Puurs en BASF in Antwerpen. Een gesprek met de doctorandi Ivo Dekker en Toon Stuyck en de promotoren prof. Eric Demeester en prof. Karel Kellens van de onderzoeksgroep ACRO.

ACRO staat voor ‘Automation, Computer Vision & Robotics’. De groep kan bogen op een jarenlange ervaring in het vertalen van fundamenteel onderzoek naar industriële toepassingen. “Onze scope is erg breed”, bevestigt prof. Demeester. “We zijn bezig met o.m. mens-robotinteractie, flexibele productmanipulatie, botsingsvrije padplanning en navigatie, en geautomatiseerde assemblage en disassemblage. De rode draad doorheen onze activiteiten is de samenwerking met het bedrijfsleven”.

“Het is beslist geen toeval dat vooraanstaande ondernemingen in Diepenbeek komen aankloppen voor onderzoeksprojecten”, vervolgt prof. Kellens. “De Baekeland-mandaten zijn hier echt voor geknipt. Ze worden toegekend aan kandidaten die een duidelijk bedrijfsregelateerd project voorleggen. De aanvraag moet trouwens door het bedrijf gebeuren. Het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen co-financiert de personeels- en de werkingskosten”.

Prof. Eric Demeester

©Dries De Krom

Ivo Dekker, prof. Karel Kellens en Toon Stuyck

©Dries De Krom

Detectie en verwijdering

De samenwerking tussen universiteit en bedrijf werkt in twee richtingen. Zo is Toon al twee jaar actief als data-analist bij de chemiereus BASF in Antwerpen en gaat hij nu doctoreren in Diepenbeek. Ivo van zijn kant is verbonden aan de Limburgse campus, maar zal ook bedrijvig zijn bij Pfizer in Puurs. Beide doctorandi hebben hun zinnen gezet op de tijdige detectie van anomalieën in verschillende bedrijfsprocessen, alsook op het automatisch oplossen ervan via robothandelingen of processturing. “In een sterk gereglementeerde sector als de chemie gelden strenge veiligheidsnormen en -voorschriften”, merkt Toon op. “Ook een efficiënt en kwaliteitsvol productieproces is noodzakelijk op een site als BASF. Toch is het nooit compleet uit te sluiten dat zich ergens een anomalie voordoet. Sommige hebben geen impact op het proces en zijn bijgevolg niet waarneembaar met de bestaande temperatuur of druksensoren. Niettemin zijn en blijven ze ongewenst. Precies voor deze groep van anomalieën zijn visuele controles of camera’s nodig om te kunnen waarnemen en erop te reageren”.

Precisiewerk

Bij het farmabedrijf Pfizer onderzoekt Ivo de mogelijkheden van een cameradetectiesysteem op een kleinere maar wel cruciale schaal: de afvulling van flesjes, spuiten en andere recipiënten. “Een precisiewerk dat volledig automatisch verloopt, maar waar soms toch weleens iets fout loopt”, zegt Ivo. “Meestal gebeurt dat bij de aanvoer. Door een snelle detectie en gerobotiseerde rechtzetting van de anomalie willen we voorkomen dat de productie stilvalt en er kostbare tijd verloren gaat. Op termijn moet dit onderzoek leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe generatie van controle- en detectiesystemen bij Pfizer. Ik beschouw het als een hele eer om daaraan te kunnen meewerken”.

Dezelfde boodschap horen we bij Toon. ”BASF Antwerpen is één van de meest efficiënte productievestigingen van de hele groep. Het Baekeland-mandaat past goed binnen de bedrijfsstrategie om deze positie te kunnen behouden. Als dit project een succes wordt, willen we uitgroeien tot een kenniscentrum in dit domein voor de hele BASF-groep”.

Verwachtingen

Een Baekeland-mandaat duurt vier jaar. Ivo en Toon verdelen hun tijd half om half tussen campus en bedrijf, al is dat geen vaste of opgelegde regel. Zoals andere doctorandi nemen ze op de campus een aantal onderwijsondersteunende en -begeleidende taken op zich. Bij de Arenberg Doctoral School in Leuven volgen ze een flankerende opleiding. De promotoren maken zich sterk dat beide doctorandi zeker 80% van hun tijd aan onderzoek zullen kunnen besteden. De verwachtingen zijn immers hooggespannen. Promotoren, doctorandi en beide bedrijven zijn vastbesloten om van hun driehoeksverhouding een ‘best practice’ te maken.

Yves Persoons

www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/ baekeland-mandaten

This article is from: