ConnectING 11 - oktober 2019

Page 1

Prof. Vero Vanden Abeele E-MEDIATELY INSPIRING Magazine van de Faculteit NR.KUIngenieurswetenschappenIndustriëleLeuven11-OKTOBER2019 Viermaandelijks • juli-augustus-september-oktober 2019 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663 • Decaan fi etst eigen Ronde van Vlaanderen • Technovation Hub • 40 jaar industrieel ingenieur in Gent • PREFER: professionele rollen voor de ingenieur • Kwaliteitszorg aan de faculteit • Capacity Building Projects • Agoria Solar Team wint goud • Ingenieur & Jong Ondernemer van het Jaar • KU Leuven Alumni Chapter Beijing

AGORIA SOLAR TEAM IS WERELDKAMPIOEN COLOFON ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans, voorzitter, Hilde Bonte, Niels De Brier, Greet Langie, Hilde Lauwereys, Bart Lievens, Yves Persoons, Sofie Pollin, Inge Van Cauter, Louis van Hoye, Rens Vervaeke Eindredactie: Yves Persoons | Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter Redactieadres FaculteitConnectINGIndustriële Ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 053 72 71 86 connecting@kuleuven.be(secretariaat)  www.iiw.kuleuven.be Foto’s: Yasmina Besseghir, Dries de Krom, Tine Desodt, Joren De Weerdt, Julie Feyaerts, Johan Van Droogenbroeck, Filip Van Loock en Tim Winters Grafi sch ontwerp:  www.altera.be Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij  www.vanderpoorten.be INHOUD • Woord vooraf 3 • Nieuws uit de faculteit 4 • Nieuws van de campussen 8 • Onderwijsontwikkeling in de kijker 12 • Faculty Worldwide 18 • Docenten in de kijker 20 • Studenten in de kijker 22 • Onderzoek in de kijker 24 • Alumnus in de kijker 28Het2 Agoria Solar Team

Een multicampusmindset wordt gekenmerkt door openheid, team s pirit en bereidheid tot grensoverschrijdende samen werking. Aangezien de manier waarop je denkt een grote invloed heeft op de resultaten die je behaalt, zijn de verwachtingen voor wat het nieuwe academiejaar brengen zal hooggespannen.

Het woord zou –nog steeds volgens Webster- voor het eerst in 1953 in het Engels opgedoken zijn. Inmiddels is zowat alles ‘multi’ geworden: de samenleving, de cultuur, de media, de jobs,… Zelfs miljonairs moeten minstens ‘multi’ zijn om nog op te vallen. Multi betekent ‘veel’. Over de veelheid aan locaties hadden we het al. Ze staan samen in voor drie bacheloropleidingen met vijf afstudeerrichtingen, 17 masteropleidingen en twee master-namasters. Binnen de masteropleidingen is er nog een veelvoud van gespecialiseerde keuzemogelijkheden. Veelvoud is dan weer het kenmerk van het onderzoek. In onze multicampusfaculteit zijn onderzoekers bedrijvig in multi disciplinaire en campus-overschrijdende projecten. Een multicampusfaculteit is per definitie ook multinationaal.

CONNECT ING

D e Faculteit Industriële ingenieurswetenschappen is met haar zeven campussen – waarvan zes buiten Leuven –de grootste multicampusfaculteit van de KU Leuven. Dat is inmiddels genoegzaam bekend. Maar wat moet je je daarbij voorstellen? Of – anders gezegd – waar staat een multicampusfaculteit eigenlijk voor?

Een multicampusfaculteit staat eveneens garant voor mobiliteit en voor keuze. Op welke campus je als student ook start, na de eerste fase kun je alle richtingen uit. Je stippelt je studietraject zelf uit en kiest wat je studeert en waar. Overigens hoef je je vertrouwde campus niet te verlaten om van de multicampus voordelen te kunnen genieten. De multicampusa anpak houdt je ook op het thuisfront mentaal mobiel.

Ons internationaal netwerk bestrijkt meer dan 40 landen, goed voor 137 Erasmusbestemmingen.

En onze Engelstalige bachelor- en masterprogramma’s trekken elk jaar meer buitenlandse studenten aan.

Het multicampuseffect vind je ook terug bij de actoren die bij de opleiding betrokken zijn. Naast de ‘klassieke’ spelers –studenten, docenten en onderzoekers – is er nog een andere groep van de partij: de ondernemers en de professionals uit het veelzijdige werkveld van de industrieel ingenieur. ‘Campus’ betekent trouwens letterlijk ‘veld’. Dankzij de intensieve samen we rking met de bedrijven is elke campus een werkveld en elk werkveld in zekere zin een campus.

Tot slot nog dit. Studeren en werken aan de multi c ampus f aculteit, dat is ook – en misschien vooral – een mindset.

Volgens de Webster Dictionary is het eenvoudig en betekent het zoveel als ‘having or involving two or more campuses’.

WOORD VOORAF 3

MULTICAMPUSFACULTEIT: WHAT’S IN A NAME?

Prof. Bert Lauwers, Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

Van Brugge naar Aalst Het startschot van de ronde werd gegeven op de nieuwe campus in Brugge waar een erehaag van docenten hem opwachtte. Eerst werden enkele blikvangers bezocht waaronder het lab kunststofverwerking en de demofabriek ‘Ultimate Factory’. Na afloop kreeg de decaan van campusvoorzitter prof. Frederik Desplentere een slimme fietshelm mee, kwestie van heelhuids en intelligent de ronde uit te kunnen rijden. Na Brugge ‘die scone’, ging de tocht naar de tweede van Karel Lodewijk Ledegancks ‘Zustersteden’: Gent, de ‘bakermat van Vlaendrens heldenmoed’. Campusvoorzitter prof. Lieven De Strycker en academisch beheerder Frank Baert 4 Op 2, 3 en 4 september 2019 gaf prof. Bert Lauwers, decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen, een heel eigen invulling van ‘Vlaanderens Mooiste’. Samen met een peloton van proffen, onderzoekers en medewerkers trok hij fietsend door de Vlaamse velden om de zeven campussen die zijn faculteit rijk is te bezoeken. Alle campussen zetten hun beste beentje voor. In Leuven kwam rector Luc Sels mee supporteren. verwelkomden de decaan in de Arteveldestad. “De Gentse Feesten zijn helaas al voorbij, maar hier op de campus zijn we nog volop in feeststemming. We vieren 40 jaar industrieel ingenieur in Gent”, aldus de campusvoorzitter. Eerst bezocht de decaan het gloednieuwe test- en demolab logistieke technologie. Hij reed er een rondje met de cargofiets die door de Gentse onderzoekers is ontwikkeld om koeriersbedrijven bij te staan hun klanten in de auto- en emissievrije stadskernen te bedienen. Uiteraard kon ook de pilootbrouwerij niet ontbreken. Daar werd in 2011 het Surplus-bier gecreëerd om de meer wa arde van de Associatie KU Leuven smaak te geven. Na een demonstratie van de speed pedelecs vertrok het decanale peloton naar Aalst. “Welkom in de carnavalsstad”, klonk het daar. “Onze campus bevindt zich wel niet direct in het kloppend hart van de stad, maar dit betekent niet dat er hier geen ambiance is”. Kleurrijk was het ongetwijfeld. De hele gevel is bekleed met een 1100m2 groot kunstwerk van de Aalsterse artiest Gilles Van Schuylenbergh. Het laat aan de buitenkant van de campus zien wat er zich allemaal binnenin afspeelt. Veel belovend oogt het in ieder geval.

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

D e Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen is recordhouder van het aantal KU Leuven-vestigingen buiten Leuven. Met meer dan 6000 studenten industrieel ingenieur is de faculteit dan ook een van de grootste van de Alma Mater. Met zijn fietstocht door Vlaanderen wilden prof. Lauwers en zijn gevolg op een ludieke en sportieve wijze de verscheiden heid van de multicampusfaculteit in de kijker zetten evenals de rijkdom aan studiemogelijkheden, keuzes en kansen.

DECAAN FIETST EIGEN RONDE VAN VLAANDEREN

CONNECT ING 5

Verhaal

Van Aalst naar Leuven Op dag 2 van de ronde deed de karavaan Campus De Nayer aan. “Een campus met een rijke historiek en een stevige technische reputatie in de bedrijfswereld”, verduidelijkte campus v oorzitter prof. Jan Ivens. Meteen werd een zwerm drones op de decaan afgestuurd om de weg naar het lab las technologie vrij te maken. Na een exercitie in precisielassen volgde een oefening in 3D-printen met chocolade. Even buiten de campus werd haltgehouden bij een waterzuiveringsinstallatie om het nitraatgehalte van het gezuiverde water te checken. In Leuven was op Campus Groep T de rode loper uitgerold. Vicecampus voorzitter prof. Sabine Vercruysse onderhield de gasten over het internationale karakter van de campus en de exploten van de studententeams die geregeld het nieuws halen. Het paradepaardje – de zonnewagen – was net naar Australië vertrokken voor het wereldkampioenschap in oktober. De Umicore Eclipse – ‘s lands snelst accelererende raceauto – was wel al ‘thuis’ na de zomercompetities op de Europese circuits. Na het bezoek zakten de cyclisten af naar de Recup, de fakbar van de studenten industrieel ingenieur en psychologie. Daar kregen ze het gezelschap van prof Luc Sels, rector van de KU Leuven. Ann Nestor, Decaan Bert Lauwers en Stijn De Jonge Van Leuven naar Diepenbeek Op dag 3 werd op weg naar Geel afgestapt bij Skilpod, het bedrijf van Filip Timmermans, alumnus van Campus Groep T en Limburgs Jong Ondernemer van het Jaar. In Vlaanderens ‘Barmhartige Stede’ stonden campusvoorzitter prof. Paul Leroux en Rita Thys, coördinator en business coach van de onder nemerschapsruimte cocoon2440 de sportievelingen op te wachten. Tijdens de lunch kregen de bezoekers als opkikker een stevig bord spaghetti met een sausje van meelwormen geserveerd. Een lokale delicatesse van de campus, zo bleek. En tegelijk ook een onderzoeksdomein om de bruikbaarheid ervan in veevoeder en menselijk voedsel uit te testen. Geen toeval dat Campus Geel midden in Flanders Insect Valley ligt. Na Geel volgde de koninginnenrit naar Diepenbeek. Daar sprintte de decaan onder luid applaus als eerste over de streep. Na uitgebreide felicitaties van campusvoorzitter prof. Johan Baeten en academisch beheerder prof. Myriam Lynen ging het richting Technologiecentrum en de nieuwe proceshal. Daar werd op het rijwiel van de decaan een scanner gemonteerd die vervolgens werd gedemonstreerd tijdens een proefrit. Het bezoek werd vredig afgesloten met een impressie van ’t bronsgroen eikenhout in Limburgs dierbaar oord.

Moe maar tevreden zette de decaan zijn fiets aan de kant. Zijn versie van Vlaanderens wielerklassieker bij uitstek bracht hem naar zeven campussen, elk met een eigen karakter en een eigen verhaal. Samen schrijven ze aan een nieuw en groot verhaal: dat van de multicampusfaculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen. Stof om ook hier ‘Vlaanderens Mooiste’ van te maken, is er in overvloed. Yves Persoons

INCUBATOR

VAN TALENT, ACCELERATOR VAN INNOVATIE

Pieter-Jan Jordaens, voorzitter van de raad van bestuur Op 5 juni 2019 werd het imposante hoofdkantoor van KBC in Leuven omgetoverd tot een ‘hotspot’ van ingenieurstalent en ondernemerschap. Niet minder dan 180 leden en partners van Technovation Hub streken er neer voor de tweede Innovation & Networking Night. In amper vier jaar slaagde de organisatie erin om zes ambitieuze studententeams op de been te brengen of te houden. Samen zijn ze goed voor een netwerk van ruim 1600 ondernemingen.

op hun gebied voorbeelden zijn van meesterschap en dat niet alleen voor eigen publiek maar ook voor de bedrijfswereld”. “Inzake innovatie hoeven we van niemand lessen te leren”, vervolgde Eric Van Zele. “Als we in staat zijn om nog meer het eigen talent aan te boren en tot ontwikkeling te brengen, zijn we niet te stoppen. Wat we vooral nodig hebben, is visionair ondernemerschap, inspirerend leiderschap en een global mindset. Voor een groot deel zijn dat zaken die je leert door er middenin te zitten. Op korte termijn verander je dan compleet

6 NIEUWS UIT DE FACULTEIT TECHNOVATION HUB:

D e vzw Technovation Hub is het paradepaardje van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Het werd in 2016 met de steun van de Groep Wetenschap & Technologie van de KU Leuven opgericht om het aanstormend ingenieurstalent op de campussen te ondersteunen en tegelijk de couveuse te zijn waar veelbelovende projecten uitgebroed worden. “Kruisbestuiving en netwerking staan centraal in onze bedrijvigheid”, legt Pieter-Jan Jordaens, voorzitter van de raad van bestuur, uit. “In dat opzicht maakt onze organisatie haar naam helemaal waar. ‘Hub’ betekent letterlijk ‘naaf’ of ‘spil’ en is dus het middelpunt waar alle spaken van een wiel of raderwerk samenkomen en waaruit ze ook vertrekken. Bij uitbreiding is een ‘hub’ een applicatie die een aantal functionaliteiten biedt rond een of meerdere thema’s. In ons geval zijn dat technologie, onder nemerschap en inno vatie”.

Cocktail Eric Van Zele, voormalig CEO van Barco en Manager van het Jaar 2012 was de keynote spreker in Leuven. De éminence grise van het Vlaamse ondernemerschap sprak over de innovatieve kracht die schuilt in multidisciplinariteit en team work. “Voeg daarbij nog een flinke scheut jeugdig idealisme en je krijgt een explosieve cocktail van creativiteit waar we vandaag de resultaten van zien: zes innovatieve, hoogtechnologische en ondernemende studententeams die elk

computerscherm.practicumseminariecursus,oftippen.Zoietsleerjenietuiteenboekjeofaanje

Yves Persoons Aan leerrendementhet van de studenten projecten kan geen enkele

CONNECT ING 7 van mindset, zeker als er ingrijpende beslissingen moeten worden genomen. Uite indelijk leer je het meeste van mensen die nét iets verder staan, zeker als ze dan ook nog eens uit verschillende vakgebieden komen. Multidisciplinariteit is een andere bakermat van innovatie. Geen toeval dat Technovation Hub ook sterk staat in multi disciplinary engineering”.

Voorbeeldfunctie

Prof. Gerard Govers, vicerector Wetenschap & Technologie van de KU Leuven en stichtend lid van Technovation Hub, benadrukte in zijn toespraak de educatieve meerwaarde van de studentenprojecten en de voorbeeldfunctie van Technovation Hub en bij uitbreiding van de Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen binnen de KU Leuven. “Aan het leerrendement van de studentenprojecten kan geen enkele cursus, seminarie of practicum tippen. Zoiets leer je niet uit een boekje of aan je computerscherm. We zullen ons allemaal moeten blijven inspannen om dergelijke krachtige leerpraktijken toegankelijk te maken voor meer studenten”. Volgens de vicerector kan de hele universitaire gemeenschap een puntje zuigen aan wat Technovation Hub in zo korte tijd heeft gerealiseerd. “De Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen heeft als nieuwkomer in de grote KU Leuvenfamilie een frisse wind doen waaien, zoveel is duidelijk. De wind van innovatie en ondernemerschap. De frisheid en onbevangen h eid van de jeugd want het zijn de studenten die de motor zijn van de vernieuwing. Los van structuren, procedures en Eric Van Zele, voormalig CEO van Barco en Manager van het Jaar 2012 Prof. Gerard Govers, vicerector Wetenschap & Technologie van de KU Leuven hiërarchieën stappen zij met hun ideeën en plannen resoluut naar de bedrijven. Niet om te gaan bedelen, maar wel om duurzame samen we rkingsverbanden op te zetten waar alle partijen beter van worden. Als je zoals de zes studententeams erin slaagt om 1600 bedrijven aan de haak te slaan, dan moet je iets substantieels te bieden hebben. Het strekt de Faculteit Industriële Ingenieurs we tenschappen tot eer om op haar cam p us s en een omgeving te creëren waarin zulk talent kan ontkiemen en onder steund en begeleid door Technovation Hub tot volle wasdom kan komen”. Interactief Na het officiële gedeelte zwermden de deelnemers uit over acht interactieve workshops rond specifieke innovatieve onderwerpen zoals ‘robots als collega’s’, ‘duurzaam 3D printen’, ‘autonome racewagens’, ‘genetically engineered babies’ en ‘energieopslag op wijkniveau’. Elk van deze workshops werd in goede banen geleid door een of meerdere leden van de studententeams die zich hiermee manifesteerden als prof essionele moderatoren. Na afloop werden de bevin dingen gedeeld en becommentarieerd tijdens een geanimeerde netwerkreceptie. Tot slot werden al afspraken gemaakt voor de editie 2020. Daar zullen zonder twijfel nieuwe studententeams ten tonele verschijnen. De incubator heeft er al zeker twee, misschien zelfs vier in petto. En de overige zes, die accelereren bij Technovation Hub onvermoeid verder.

Leven in de brouwerij is er op de campus in Gent altijd al geweest. Maar in 2019 krijgt alles nog een extra kleurtje: robijnrood of smaragdgroen. Beide staan symbool voor een 40-jarig jubileum. Zaterdag 22 juni was het hoogtepunt van een memorabel jaar met een al even memorabel alumnifeest. Meer dan 700 commilitones verzamelden op hun ‘oude’ campus en ontdekten er een heel nieuwe omgeving.

Ook andere producten – lijm, vernis, kleurstoffen – werden in de laboratoria onderzocht. Lang voor de integratie in de KU Leuven genoot de latere KaHo Sint-Lieven al van een sterke reputatie op het gebied van onderzoek.

GENT:

Infrastructuur Inmiddels zijn op de Technologiecampus Gent veertien onder zoeksgroepen bedrijvig in specialisaties zoals lichttechnologie, duurzaam bouwen, (bio)chemische ingenieurstechieken, mechatronica, draadloze en mobiele communicatie, enz. Ook de onderwijs- en onderzoeksinfrastructuur heeft sinds 1979 een ware transformatie ondergaan. In juni van dit jaar opende de campus nog een gloednieuw lab voor logistieke technologie. Onderzoekers, docenten en studenten werken er aan techno logieën om het transport, de opslag en bevoorrading van producten te optimaliseren. De interesse vanuit het bedrijfsleven is alvast groot. Eén zaak is zeker: geen sporen van fatigue of midlife crisis bij de veertigjarige jubilaris. De 700 alumni konden er zich op 22 juni persoonlijk van vergewissen: het leven begint bij 40.

8

W at nu de Technologiecampus Gent heet, opende 40 jaar geleden zijn deuren als ‘Katholieke Industriële Hogeschool Oost-Vlaanderen’ (KIHO). In 1995, na een fusie van acht hogescholen, ontstond ‘KaHo Sint-Lieven’ waarvan de ingenieursopleiding in 2014 integreerde in de KU Leuven. Sindsdien maakt de Gentse campus deel uit van de nieuwe Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen.

Voor alle duidelijkheid toch even dit. De wortels van de Technologiecampus Gent reiken veel dieper in de tijd. Ze gaan terug tot het Institut Saint Liévin, opgericht in 1865 en genoemd naar de patroonheilige van de stad Gent. In 1892 werd de Ecole Technique de Brasserie – gesticht door de Belgische brouwerstoegevoegd aan het instituut tot in 1946 de brouwerijschool zich afsplitste en verzelfstandigde als het ‘Hoger Technisch Instituut Sint-Lieven’. De Gentse (technisch) ingenieurs-brouwers voerden opdrachten uit voor brouwerijen overal te lande. Overigens beperkten ze zich niet tot de optimalisatie van het brouwproces.

Surplus Vandaag maakt de brouwerij deel uit van de onderzoeksgroep ‘Enzym-, Fermentatie- en Brouwerijtechnologie’. Het actieterrein is sterk uitgebreid, maar er wordt nog altijd nauw samengewerkt met de bedrijven in de brouwerij- en de voedingssector. In 2018 kreeg de campus er trouwens een hypermoderne pilootbrouwerij bij die tot 40% minder energie verbruikt. De Technologiecampus Gent is de enige plaats waar studenten industrieel ingenieur (bio) chemie een vak ‘mouterij- en brouwerijtechnologie’ kunnen volgen. Toen de Associatie KU Leuven in 2011 op zoek was naar een ‘symbool’ om de meerwaarde van de samenwerking in de kijker te zetten, was de Gentse campus er als de kippen bij om het Surplus-bier te brouwen.

TECHNOLOGIECAMPUS

HET LEVEN BEGINT BIJ 40

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

Yves Persoons

Prof. Peter Slaets van het Intelligent Mobile Platform van KU Leuven – Campus Groep T ziet twee redenen: “Om te beginnen is de operationele expertise nog vrij beperkt en bovendien gefragmenteerd over de verschillende actoren in de Noordzee Regio. Wat eveneens een grootscheepse introductie van WPT afremt, is het gebrek aan validatie van de economische en operationele resultaten door onafhankelijke gespecialiseerde organisaties”.

CONNECT ING 9 NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

HEEFT DE VLAAMSE SCHEEPVAART STRAKS OPNIEUW DE WIND IN DE ZEILEN?

 Meer info: prof. Peter Slaets, hoofd onderzoeksgroep Intelligent Mobile Platforms KU Leuven – Campus Groep T. peter.slaets@kuleuven.be

Die twee obstakels wil de IMP-onderzoeksgroep van KU Leuven nu uit de weg ruimen. Met de financiële steun van het Noordzee Regio Interreg programma is een project van 3,5 jaar van start gegaan waarin academische en industriële partners de handen in elkaar slaan om de scheepvaart op zee rendabeler én milieu vriendelijker te maken. De Leuvense onderzoekers staan in voor de ontwikkeling van een zgn. ‘digital twin’, d.i. een digitale representatie van een volledig systeem bestaande uit processen, systemen en informatie die het optimale gebruik van WPT kan aantonen en waarborgen. De resultaten moeten de industriële partners overtuigen om definitief van koers te veranderen en alle zeilen bij te zetten voor een milieuvriendelijke en tegelijk economisch rendabele scheepvaart.

De potentiële impact is alvast niet te onderschatten. Vlaanderen telt twee Europees belangrijke zeehavens: Antwerpen en Zeebrugge. De Vlaamse vloot telt meer dan 7000 schepen beheerd door een twintigtal rederijen. De WPT-technologie biedt hen de mogelijkheid om de harde buitenlandse concurrentie de loef af te steken. Yves Persoons

Eeuwenlang was wind de belangrijkste aandrijfkracht voor de scheepvaart. Van simpele barken en schuiten tot trotse schoeners en klippers, ze voeren allemaal onder zeil. Nu de grote zeeschepen hoe langer hoe meer de wind van voren krijgen als brandstofverslindende vervuilers rijst de vraag: wanneer gaat de maritieme sector overstag en doet de wind opnieuw zijn intrede? Aan de KU Leuven wordt alvast de nodige technologie ontwikkeld om de overstap te maken. K U Leuven staat aan de wieg van de zgn. Wind Propulse Technology (WPT) voor grote containerschepen op zee. Het principe is eenvoudig: je gebruikt de kracht van de wind om je vaartuig in beweging te zetten. Op dit ogenblik zijn al verschillende technologieën beschikbaar. Die variëren van het klassieke zeil tot complexere systemen met rotoren en aanzuig Dvleugels.eWPT-technologie opent nieuwe perspectieven zoals een potentiële energiebesparing tot 20% en tot 30% minder CO-uitstoot. De gevolgen ervan zijn ingrijpend. De brandstofkosten van een doorsnee containerschip variëren tussen 30 en 50% van

Grootscheeps Wat houdt de scheepvaartsector dan tegen om het over een andere boeg te gooien?

Prof. Peter Slaets de totale kosten. Kan dit met 5% tot 30% naar omlaag, dan heeft dit een grote impact op de rendabiliteit. En ook het milieu vaart er wel bij. De Vlaamse scheepvaart is verantwoordelijk voor 12% van de totale CO-uitstoot, 24% van de Nox en 29% van de TSPemissie in Vlaanderen. Met inzet van WPT kan de totale Vlaamse emissie gemakkelijk met 5% naar omlaag.

LOGISTIEK VAN EEN LEIEN DAKJE

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

Prof. Marc Juwet 10 Het zal je maar overkomen. Je krijgt een pakje thuis geleverd. Eerst kun je het met moeite openen. Eenmaal dat gelukt, blijkt de inhoud beschadigd te zijn. Alles opnieuw inpakken om terug te sturen, is ook al een hele klus. Deze – en andere – bronnen van ergernis kunnen worden voorkomen door ‘frustration free packaging’. Het is een van de onderzoeksgebieden van prof. Marc Juwet en zijn team. Op 6 juni 2019 openden ze een gloednieuw test- en demolab voor innovatieve logistieke technologie op de Technologiecampus Gent.

Zulke AGV’s hebben ook nadelen. Ze zijn tot vijfmaal trager dan de klassieke vorkheftruck. Ze zijn vaak ook niet geschikt voor een oneffen bedrijfsvloer, voor hellingen en natte vlakken.”

Ecologisch Een ander toestel van het nieuwe lab is de valtestmachine, ontworpen en gebouwd door een masterstudent. “Dit apparaat past in het onderzoek van de ‘frustration free packaging’”, vervolgt prof. Juwet. “Met behulp van de machine kun je uittesten van hoe hoog een verpakt product kan vallen alvorens te breken.

Ze kunnen in het Gentse lab tot vijf bakken met orders simultaan transporteren naar diverse locaties. “Onze AGV’s zijn uitgerust met een modern navigatiesysteem dat werkt met een laser. Die maakt een digitale kaart van de omgeving en registreert continu of er zich geen obstakels op het parcours bevinden.

AGV’s of ‘Automated Guided Vehicles’ zijn ontworpen om goederen snel en veilig doorheen het bedrijf te loodsen.

Eén van de blikvangers in het nieuwe lab is een machine met een verticale lift die lades met pakjes zo dicht mogelijk bij elkaar stapelt om de ruimte in het magazijn optimaal te benutten.

M et het nieuwe lab spelen prof. Juwet en zijn onderzoeks team in op de ‘booming’ markt van de e-commerce. Onder het motto ‘beter, slimmer, sneller’ werken ze aan innovatieve technologieën om het transport, de opslag en de bevoorrading van producten en goederen te optimaliseren. De kans is groot dat het pakje dat je straks thuis ontvangt tot bij jou geraakte dankzij een stukje technologie dat werd ontwikkeld op de Technologiecampus Gent. Logistiek 4.0 “Het is de bedoeling om de verschillende stappen in de logistieke keten zo vlot mogelijk met elkaar te verbinden”, legt prof. Juwet uit. “Wij brengen eigenlijk Industrie 4.0 binnen in de logistiek. Het moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk machines, producten en diensten op een netwerk zijn aangesloten en informatie delen voor een snelle, veilige en klantvriendelijke service”.

“Het pick-up systeem van onze nieuwe machine kan tot 3 maal sneller het juiste product op de transportband of in een AGV plaatsen”, vervolgt prof. Juwet. ”En dat is nodig want in een distributiecentrum is de capaciteit op piekmomenten sowieso kritisch”.

Je kunt uiteraard je product zodanig stevig gaan inpakken dat het quasi onbreekbaar wordt. Maar dat vraagt zoveel extra bescherm materiaal dat het ecologisch niet meer te verant woorden is. Veel hangt uiteraard af van de aard van het product. Een pakje met een bus shampoo erin ploft beter niet tegen de grond. Is de inhoud een mobiele telefoon, dan valt het beter niet op een hoek, enz. Momenteel legt een doctoraatstudent de laatste hand aan een verpakkingsmachine die ervoor zorgt dat je met een minimum aan materiaal toch een product stevig kunt inpakken”.

Een ander stokpaardje van het Gentse team is de introductie van de lean filosofie in het logistieke gebeuren. “Verspilling van materiaal, tijd en geld reduceren om operationele excellentie en maximale klanttevredenheid te bereiken, daar gaat lean werken over”, vertelt prof. Juwet. “We ontwikkelen momenteel een 11 serious game – zeg maar een educatief spel – waarbij de gebruiker zich vertrouwd kan maken met de lean principes en op elk moment in het logistieke proces – van intern transport tot levering aan de klant – kan uitproberen hoe diverse vormen van verspilling gedetecteerd, ingeperkt en indien mogelijk uit geschakeld kunnen worden. Deze game zal worden gebruikt in het nieuwe postgraduaat Smart Logistics maar ook vanuit de logistieke bedrijven is er veel belangstelling”.

Yves Persoons

Prof. Marc Juwet en zijn onderzoeksteam op de Technologiecampus Gent

CONNECT ING Cargofiets Ook de transportmiddelen van de toekomst ontsnappen niet aan de aandacht van de Gentse onderzoekers. “De circulatieregels en de lage emissiezones in de steden maken het voor de koeriersbedrijven almaar lastiger om hun klanten in de stads kernen te bedienen”, aldus prof. Juwet. “Speciaal voor hen ont wierpen we een cargofiets die tot 300 kg vracht kan vervoeren. Hier stelden zich bijzondere eisen inzake robuustheid en veiligheid. Cruciale elementen zijn de remmen en de sturing. Ons prototype remt elektrisch op de motor en is uitgerust met een soort van ABS-systeem om te vermijden dat hij bij bruusk remmen gaat slippen. Een aangepaste sturing moet er dan weer voor zorgen dat de fiets in een scherpe bocht niet kantelt. Het zijn telkens opnieuw uitdagingen waar doctorandi maar ook masterstudenten een vette kluif aan hebben”. Lean logistics

Aan interesse voor het nieuwe lab is er alvast geen gebrek. Bij de opening in juni waren er meer dan 300 bedrijven aanwezig, waaronder de grote spelers in de sector. Er gaat omzeggens geen dag voorbij of prof. Juwet wordt gecontacteerd om het lab te bezoeken of samenwerking te bespreken. Verwonderlijk vindt de professor Industriële Ingenieurstechnieken dat niet. “Logistiek, handel, transport zijn in volle transformatie. De vloedgolf van de e-commerce heeft het landschap overspoeld. Alle verwachtingen zijn gericht op innovatieve technologieën. Ons lab is er duidelijk geen dag te vroeg gekomen”.

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER 12

PREFER: DE VANVREUGDEDEKEUZE

F rietjes of salade? Vrienden of minnaars? Rechts of links?

Het leven zit vol kleine en grote beslissingen. Het probleem van Juliette is dat ze helemaal niet in staat is om knopen door te hakken over wat dan ook. Zelfs op veertigjarige leeftijd vraagt ze nog altijd aan haar vader en haar vrienden om alles voor haar te beslissen. Als haar liefdesleven het pad kruist van Paul en later Etienne, de ene charmant en de andere anders dan de eerste, is Juliette de wanhoop nabij. Voor de eerste keer kan niemand beslissen in haar plaats … Dit is in een notendop de plot van de film ‘L’embarras du choix’ van Eric Lavaine uit 2017 met een schitterende Alexandra Lamy in de hoofdrol.

In een eerste fase van haar onderzoek identificeerde Sofie drie categorieën van professionele rollen voor de startende ingenieur. Dat zijn ‘product leadership’ (ingenieurs die focussen op radicale verandering), ‘operational excellence’ (ingenieurs die mikken op procesoptimalisering) en ‘customer intimacy’ (ingenieurs die in eerste instantie klantgerichte oplossingen bedenken).

“De volgende stap bestond erin dit model te toetsen en te valideren”, vertelt Sofie. “Dit gebeurde aan de hand van een hele batterij van bevragingen en panelgesprekken bij en met studenten, alumni en ondernemers. Tegelijk gingen experten, ingenieurs en HR-managers aan de slag om deze professionele rollen te vertalen in een reeks representatieve profes s ionele competenties. Dit heeft geleid tot profielen bestaande uit 6 tot 8 typische competenties per rol. Zo blijken bijvoorbeeld een positieve kritische ingesteldheid en efficiënt kunnen organiseren

PREFER is een project dat kadert in het Erasmus+ Programma van de EU. Naast de KU Leuven werken ook de TU Delft en TU Dublin mee. Engie, Siemens Nederland, BDO Advisory Human Capital en het Ierse energiebedrijf ESB zijn de bedrijfs partners. Verder zijn ook de beroepsorganisaties ie-net, Agoria Vlaanderen, Kivi en Engineers Ireland van de partij, evenals de Europese ingenieursnetwerken SEFI en FEANI.

‘Keus baart angst’, zegt het spreekwoord. Naarmate de keuzemogelijkheden toenemen, wordt kiezen almaar moeilijker. Bovendien loop je het risico een verkeerde keuze te maken. En voor wie van alles een beetje wil, is het al helemaal hopeloos. Daar komt voor de aankomende industrieel ingenieurs spoedig verandering in. Aan de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen wordt de laatste hand gelegd aan een instrument dat alvast dit probleem uit de wereld kan helpen.

Van rollen naar competenties

“Tal van pas afgestudeerde ingenieurs op zoek naar de job van hun leven, zullen zich op de ene of andere manier in deze situatie herkennen”, meent doctoraatsonderzoeker Sofie Craps. “Met dit verschil dat zij geconfronteerd worden met een veelvoud van mogelijkheden in een grabbelton van jobs. Hoe meer keuze er is, des te belangrijker is het om te weten ‘welk type van ingenieur ben ik?’ en ‘waar ben ik echt goed in?’. Dat is precies het onder werp van het PREFER-project, een acroniem voor ‘Professional Roles and Employability for Future Engineers’. Dit project wil de studenten helpen bij het identificeren van hun sterktes en groei punten en hen tijdens de opleiding al laten kennismaken met de professionele rollen die ze als industrieel ingenieur kunnen spelen”.

CONNECT ING cruciaal te zijn voor ‘operational excellence’, creativiteit en overtuigingskracht voor ‘product leadership’ en klantgerichtheid en empathisch vermogen voor ‘customer intimacy’.

“Eenmaal de relevante competenties in kaart gebracht, kon begonnen worden met de ontwikkeling van de eigenlijke tool”, vervolgt projectcoördinator Maarten Pinxten. “Die bestaat uit een test waarin de interesses van de aankomende ingenieurs gelinkt worden aan de verschillende rollen en de studenten tevens met de competenties aan de slag gaan”.

Van competenties naar cases

Van concept naar implementatie

Het academiejaar 2020-2021 wordt het jaar van de waarheid. Dan krijgt de tool een plaats in het vernieuwde curriculum van de faculteit, om te beginnen in de eerste bachelorfase. Prof. Greet Langie, promotor van het PREFER-project, die als vicedecaan Onderwijs de hele hervormingsoperatie in goede banen leidt, heeft al een klare kijk op het implementatieproces. “In de eerste fase ligt het accent op het sensibiliseren van de student. De ‘Dag met een ingenieur’ is een uitgelezen gelegenheid om het model te introduceren. Voor het eerst kan de student zich vergewissen van hoe gevarieerd het ingenieursberoep wel is. In de tweede fase vormen de bedrijfsbezoeken de ‘kapstok’. Daar gaan we een stap verder in de richting van kritische reflectie. De derde fase zal in het teken staan van de concretisering van de persoonlijke professionele rol. Dankzij de toenemende contacten met het werkveld en de implementatie van de testen die we ontwikkeld hebben, zullen we de studenten stimuleren om kritisch te reflec teren over hun waarden, sterktes en zwaktes. Zo krijgen ze een idee van de professionele rol(len) waar ze zich goed in voelen en dus best ook naar uitkijken als ze gaan solliciteren. Finaal zal de ingenieur in spe kunnen focussen op de competenties die bij deze professionele rol(len) horen en zich zo optimaal voorbereiden op de beroepspraktijk”. Van lastig naar leuk Keren we tot slot even terug naar Eric Lavaines film uit 2017. Veel verbeelding heb je niet nodig om Juliettes hartverscheurende keuze te transponeren naar vandaag en een remake van de prent. In het nieuwe scenario is Juliette een laatstejaarsstudente industrieel ingenieur op een van de campussen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Tijdens haar studie is ze actief in de weer geweest met de nieuwe PREFER-tool. We volgen Juliette bij haar eerste stappen op de arbeidsmarkt. Een job heeft ze eigenlijk in het voorjaar al aangeboden gekregen tijdens de jobbeurs op haar campus, maar toch wil Juliette nog even rondkuieren op de grote markt. De rest van de story verklappen we niet. De titel wel. Die luidt niet langer ‘L’embarras du choix’. Op de affiche prijkt nu ‘La joie du choix’.

Yves Persoons  Het PREFER-project is ondersteund door het Erasmus+ programma van de EU (Grant Agreement 575778-EEP-1-2016BE-EPPKA2-KA). Meer informatie: www.preferproject.eu Vlnr. Sofie Craps, prof. Greet Langie en Maarten Pinxten

De tool is een knap staaltje van teamwerk. “Samen met des kundigen van TU Dublin en BDO hebben we een ‘situational judgement test’ gemaakt met daarin realistische cases die betrekking hebben op de verschillende competenties”, aldus Maarten. “In totaal werden 23 casussen uitgewerkt. De deel nemers aan de test krijgen bij elke case vier mogelijke reacties voorgeschoteld om de situatie of het probleem dat aan de orde is aan te pakken. Op een vijfpuntenschaal geven ze aan hoe ‘gepast’ zij elk van die reacties vinden. Uit deze resultaten kan dan afgeleid worden in welke mate het responspatroon van de student afwijkt van dat van experten uit de ingenieurspraktijk en in welke professionele rol de deelnemer zich het meest herkent. Tegen eind 2019 als het project afloopt, zal de testtool gevalideerd 13 zijn en klaar om geïmplementeerd te worden in de ingenieurs opleiding”.

“Het blijft uiteraard niet bij een leuke babbel”, vervolgt Lienne. “COBRA voorziet ook in een cyclische rapportering over en opschaling van de resultaten naar het faculteitsbestuur en de hogere beleidsorganen zoals de Onderwijsraad, het Gemeenschappelijk Bureau en de Academische Raad. Wat daar wordt beslist, dient dan weer als input voor de primaire actoren om bij te sturen indien en waar nodig. Op die manier sluit de kwaliteitskring zich en kan een volgende cyclus aangevat worden”. Vroeger en actiever “Waar alumni, vertegenwoordigers van het werkveld en peers in het vroegere kwaliteitszorg- en accreditatiesysteem na afloop van de visitatie een officieel eindverdict velden over de opleiding, worden ze nu veel vroeger en actiever betrokken bij het primaire proces”, aldus Lienne. “Dit gebeurt op het niveau van de opleidingen binnen de permanente onderwijscommissies of POC’s. Zij spelen hierin een cruciale rol. De facultaire POC (fPOC) brengt dan weer de verschillende onderdelen samen en bekijkt voor welke punten de krachten kunnen worden gebundeld en/of er andere actoren bij betrokken moeten Tussenworden”.december

De POC Energie beet in december 2018 de spits af, gevolgd door de POC Elektronica-ICT, Chemie-Biochemie-Biowetenschappen, Elektronica-ICT en POC ElektromechanicaKunststofverwerking in maart 2019. De aanbevelingen tijdens Lienne Van der Meiren 14 “

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER VAN CO-OPERATIE

NAAR CO-CREATIE: KWALITEITSZORG AAN DE FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN

2018 en mei 2019 mobiliseerde elk van de POC’s alumni en vertegenwoordigers van het werkveld voor een diepgravende analyse van een zelfbepaald onderdeel uit de huidige curricula en de aftoetsing ervan aan de evoluties in het vakgebied en in de sectoren waarin de meeste afgestudeerden aan de slag zijn.

D e activiteiten die we in de faculteit ontplooien, kaderen in COBRA, dat is de kwaliteitszorgmethode van de hele KU Leuven”, legt Lienne uit. “COBRA staat voor coöperatie, reflectie en actie met aandacht voor checks & balances. De kwaliteitscultuur die COBRA wil creëren, maakt de primaire actoren – dat zijn studenten, docenten en medewerkers – tot mede-eigenaar van het onderwijsproduct. Zij gaan daarbij systematisch in dialoog met de secundaire actoren zoals alumni, ondernemers en andere deskundigen uit het werkveld”.

Hoe oerdegelijk je product ook moge zijn, als het niet tegemoetkomt aan de behoeften van de klant, gaat je bedrijf onvermijdelijk op de fles. Universiteiten en ingenieursfaculteiten vormen hierop geen uitzondering. Deze basisregel uit de marketing is dan ook een van de hoekstenen van het universitaire kwaliteitsbeleid. Studenten, docenten, (inter)nationale peers, en afnemers uit het werkveld geven samen vorm en inhoud aan de kwaliteit van het onderwijs. Hoe een en ander in de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in zijn werk gaat, vernemen we van Lienne Van der Meiren, kwaliteitszorgmedewerker. deze meetings varieerden van ‘blijf inzetten op de breed opgeleide ingenieur’ tot ‘besteed meer aandacht aan projectmanagement, (internationale) communicatievaardigheden en andere professionele skills’. Het bewaken van de technische diepgang was een andere aanrader evenals het opzetten van vakoverschrijdende projecten i.s.m. het werkveld. Van de afgestudeerden worden tevens ‘ownership’, ‘drive’, ‘inzet’, ‘motivatie’ en ‘probleemoplossend vermogen’ verwacht. Een algemene teneur was eveneens de studenten in contact te brengen met de beroepspraktijk en de diverse functies die ingenieurs erin uitoefenen”. Andere initiatieven De POC Bouwkunde zette op 30 april 2019 een geanimeerd en druk bijgewoond panelgesprek op het getouw, professioneel gemodereerd door een eindredactrice van VRT Radio. Daarbij bleek dat de stage van vier weken tijdens de opleiding sterk werd gewaardeerd, al klonk ook daar de oproep om ervoor te zorgen dat de studenten voldoende én vroeg genoeg kennismaken met de breedte van het werkveld en de verschillende jobinhouden, kwestie van de juiste verwachtingen te creëren. De leden van de POC Postgraduaten pakten begin april hun koffers om in Porto de voordelen te bespreken van internationale projecten met multidisciplinaire teams. De facultaire POC en de POC Polyvalente Vorming gooiden het over een nog andere boeg en bracht op 29 maart 2019 professoren van TU Eindhoven, University College London, de Fachhochschule Dortmund en de Haute Ecole Louvain en Hainaut bij elkaar in Leuven voor een co-creatiedag. “Het debat ontspon zich rond vier thema’s”, verduidelijkt Lienne. “De integratie van professionele skills zoals ondernemerszin, sociale en communicatieve vaardigheden doorheen het curriculum, het versterken van de interactie met het werkveld, de permanente en expliciete verbinding van de wetenschappen met hun toepassingen en de betrokkenheid van docenten en studenten bij belangrijke vernieuwingsprocessen. Stuk voor stuk ‘hot topics’ in het licht van de programmahervorming die in onze faculteit in de steigers staat.” Raadgevingen Het feit dat de internationale peers vertrouwd waren met curriculum vernieuwing en de bijbehorende veranderingsprocessen en -problemen bleek volgens Lienne een niet te onderschatten voordeel. “Deze mensen kenden het klappen van de zweep en hadden maar een half woord nodig om de obstakels in te schatten die tijdens een hervormingstraject allemaal de kop kunnen opsteken. Hun raadgevingen waren dan ook in menig opzicht zeer waardevol. Zoals: integreer de professionele skills zoveel mogelijk in andere opleidingsonderdelen zodat ook daar blijkt hoe relevant ze wel zijn. Of: geef de projecten voldoende ‘body’ – naar vorm én inhoud – om ze een rol wat betekenis te laten spelen. En – last but not least – zorg voor de nodige gedragenheid, want ingrijpende hervormingen lopen nooit van een leien dakje. De diverse docententeams die in onze faculteit meewerken aan het nieuwe curriculum, werden door onze internationale collega’s zeer positief onthaald”. Externe blik Het team Kwaliteitszorg blikt alvast tevreden terug op de voorbije co-creatieronde.

“Twee- tot vierjaarlijkse co-creatiegesprekken zijn echt geen overbodige luxe”.

15

Yves Persoons CONNECT ING

Overigens beschikt de faculteit nog over andere kanalen en gremia om de stem van het werkveld te aanhoren. Eén daarvan is de Facultaire Senaat. Alumni en leidinggevende vertegenwoordigers uit de industrie, de overheid en de dienstensector geven er advies aan het Faculteitsbestuur over o.m. de profilering van de opleiding, de inhoud van de programma’s en de verwachtingen van het afnemers. Lienne vertelt hoe in de senaatsbijeenkomst in het voorjaar het debat over ‘verbreden’ of ‘verdiepen’ weer de kop opstak. “Het blijkt telkens weer een paradox te zijn. Vorm je specialisten of generalisten? Voor de industrie is het antwoord zonneklaar. Wij hebben industrieel ingenieurs nodig die breed inzetbaar zijn maar die als het erop aankomt zich ook snel in en gespecialiseerde materie moeten kunnen inwerken. Dat betekent dat ze tijdens hun opleiding minstens één keer heel diep zijn moeten gaan. Welnu, argumentaties als deze snijden hout en voorkomen lange interne discussies. Waaruit nog maar eens blijkt hoe belangrijk de stem van het werkveld wel is”.

“Vanuit KZ-standpunt bekeken, moet je eigenlijk permanent een vinger aan de pols van het werkveld houden om te weten en te meten wat er zich afspeelt, zeker in deze tijden waarin alles razendsnel verandert”, vindt Lienne.

Ingenieus, ondernemend, creatief, … dat zijn ze al. Maar als het van prof. Joost Vennekens, hoofddocent Computerwetenschappen aan Campus De Nayer, afhangt krijgen zijn studenten industrieel ingenieur er straks nog een kwaliteitslabel bij: maatschappelijk geëngageerd. Als eerste prof van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen vormde hij zijn vak ‘Web technologie’ om tot een service learning project van de KU Leuven. in de bètawetenschappen en bijgevolg ook bij de ingenieurs.” Een en ander heeft – nog steeds volgens Sara – ook te maken met een trend in de samenleving. “Hoe meer technologie op het voorplan komt, hoe meer de mens aan belang wint. En hoe meer ondernemingen zich toeleggen op producten en diensten met expliciet humane waarden als comfort, levenskwaliteit, gezond heid, milieu, enz. Daar komt nog bij dat technologie een globale aangelegenheid is en dus niet omheen de grote mondiale uit dagingen kan zoals de klimaatproblematiek, armoede en onge lijkheid, de schaarser wor dende natuurlijke grondstoffen, de afnemende biodiversiteit. Inmiddels is duidelijk dat oplossingen ten gronde in eerste instantie van wetenschap en technologie zullen moeten komen. Dat betekent dat ingenieurs een cruciale rol te spelen hebben bij het ontwikkelen en inzetten van de zgn. ‘frontier technologies for sustainable development”. In dat opzicht komt ‘service learning’ voor ingenieurs geen moment te vroeg”.

SERVICE LEARNING VOOR GEËNGAGEERDE INGENIEURS

16 W at ‘service learning’ betekent en waar het vandaan komt, vernemen we van projectcoördinator Sara Vantournhout. “In onze contreien is deze onderwijs vorm nog relatief onbekend, maar in de Verenigde Staten is het niet meer weg te denken uit het hoger onderwijs. In die mate dat de Association of American Colleges and Universities ‘service learning’ heeft uitgeroepen tot een van de tien ‘high impact factors in higher education learning’. Waarom? Omdat deze onderwijsvorm de studenten in staat stelt om alles wat ze leren ook in de praktijk te brengen en daarover te reflecteren om daar dan weer verder uit te leren. En dit alles in een academische setting, dus ingekapseld in het reguliere onderwijsprogramma. Een andere drijfveer van het ‘service learning’ concept, is de idee iets terug te doen voor of te geven aan de samenleving. En worden fenomenale hoeveelheden belastinggeld geïnvesteerd in onderwijs – volkomen terecht overigens – dus is het niet meer dan normaal dat de sector ook iets in return doet. En als dat dan ook nog eens ten goede komt aan sociale organisaties of partners uit het middenveld, dan is er echt sprake van ‘good citizenship’. En kun je terecht stellen dat je studenten opleidt tot kritische en verantwoordelijke participanten van de samenleving”. Maatschappelijke rol “Aan de KU Leuven gingen in 2016-2017 de eerste pilootprojecten van start”, vervolgt Sara. “Inmiddels is ‘service learning’ door gedrongen in quasi alle opleidingen, dus ook

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

Win-win Terug naar de cursus ‘web technologie’ van prof. Vennekens in de derde bachelorfase Industriële Wetenschappen aan Campus De Nayer. Daar leren de toekomstige ingenieurs Elektronica-ICT dynamische websites maken. “Dat doen we al jaar en dag met succes”, legt prof. Vennekens uit. “Temeer omdat er op de arbeidsmarkt een schrijnend tekort aan goede webdesigners is. Waar we tot voor kort de studenten ver zonnen opgaven lieten uitvoeren, besloten we vorig Hoe komt,technologiemeerophetvoorplanhoemeerdemensaanbelangwint.

CONNECT ING 17 academiejaar om het over een andere boeg te gooien. Waarom zouden we de studenten geen taken geven die ook een praktisch nut hebben? Of – anders gesteld – waarom zouden de studenten niet iets kunnen realiseren voor een externe opdrachtgever die dat niet op eigen houtje kan omdat hem of haar de middelen ontbreken? De voordelen zijn legio. De studenten zijn meer gemotiveerd, leren meer en sneller en de externe partner vaart er ook wel bij”. Als externe partner diende ‘WAI NOT’ zich aan, een organisatie die het internet toegankelijk wil maken voor iedereen. “Daarbij mikken we vooral op kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking”, vertelt coördinator Tony Pijls. “Ons doel is hen vaardig te maken met de computer, met het internet en andere media om zo hun inclusie in de reële en de digitale wereld te bevorderen. Dit doen we via een gebruiksvriendelijke website, in duidelijk verstaanbare taal en ondersteund door vele tekstmarkeringen, spraak en afbeeldingen. En dat alles in een vaste en heldere structuur met een over zichtelijke lay-out. Aan pr of. Vennekens vroegen we zijn studenten een aantal spel letjes te ontwikkelen om computervaardig heden te trainen”. Drievoudig Prof. Vennekens’ oproep viel niet in dove mansoren. Alle studenten web technologie stapten mee in het project. Ze splitsten zich op in zes groepjes en gingen aan de slag volgens de principes van het ‘service leren’. “Die principes zijn drievoudig”, verduidelijkt Sara. “Het gaat om dienen, reflecteren en – uiteraard – leren. De studenten dienen de samenleving door zich voor een kansengroep te engageren. Ze reflecteren op een gestructureerde wijze over hun ervaringen en leren op die manier zich te ontwikkelen tot professionals met niet alleen academische maar ook persoonlijke en sociale vaardigheden”.

Alle betrokken partijen zijn het erover eens: de studenten web technologie hebben knap en origineel werk afgeleverd. Voor prof. Vennekens is het de proef op de som dat ‘service learning’ effectief werkt en leidt tot betere resultaten, meer gemotiveerde studenten, een tevreden klant en projectcoach en uiteindelijk tot een upgrade van zijn vak.

Vlnr. Tony Pijls, Sara Vantournhout en prof. Joost Vennekens

“Woorden wekken, voorbeelden strekken. Nu het pad is geëffend, is het uitkijken naar collega’s op de andere campussen van de faculteit om mee de weg van het sociale leren in te slaan.”

Eind april 2019 trokken de studenten naar BuBao De Sprankel in Mechelen om hun prototype uit te testen bij kinderen. Een maand later volgde dan de definitieve oplevering van de afgewerkte producten aan WAI NOT en de Dienst Service Learning van de KU Leuven, gevolgd door de eindbeoordeling.

Yves Persoons

De samenlevingdienenstudentendedoorzichvooreenkansengroepteengageren.

Hilde Lauwereys

FACULTY WORLDWIDE 18

Theproject.energy engineering technology study programme at the Diepenbeek Campus is involved (by Annick Dexters) in the capacity building project DCT-REES, with a number of South African universities. The project set-up is to create new curricula and capacity in the domain of renewable energies and DC technology. The EU partners are developing modules that include both the theoretical background and the design of applications and implementation in renewable energy sources. The project has an additional “train the trainer” action, resulting in several short courses that have been developed so far. The project group is currently investigating how the collaboration with the South African partners can be made sustainable after the end of the project period.

OUR CAPACITY BUILDING PROJECTS: E ven though the Faculty of Engineering Technology is one of the newest in KU Leuven, it boasts more than 20 years of expertise on all of its campuses in the eld of capacity building projects: MMATENG, Physics, and STINT … are but a few examples in a long row. The rst Tempus project with Slovakian universities started as long ago as 1991 on the Ghent Technology Campus. Worldwide capacity development is in the DNA of our engineering technology study programmes, with dozens of projects in developing regions around Europe. Engaging in societal development – one of the priorities for any university programme – acquires an international touch through these projects. Below we want to highlight some of the ongoing Erasmus+ capacity building projects on our campuses.

 More info on https://www.dut.ac.za/dct-rees/

The STINT project is aimed at more institutional development in the field of internationalizing a university (http://stint-project.net/). All eight Bosnian Universities (Croatian, Serbian and Bosnian) participate in the project, which turns it into a unique example of academic collaboration in a country with the Balkan wars still fresh in mind. Geert De Lepeleer is the project coordinator who directs the whole project group and guides the partner universities on the track towards the Bologna process and more European integration. Actually, the STINT project has already resulted in legislative changes in the eld of recognition of foreign degrees in several regions in Bosnia. Other interesting spin-offs are the student and PhD exchanges that have been set up through an Erasmus+ KA1 credit mobility

19

PRINTeL – PRomoting INnovative Teaching and Learning to enhance student-learning experience in eastern partnership countries (https://printel.am) involves a large project group of universities in Armenia, Georgia and Belarus. The project focuses on new educational technologies, specifically digitalization in education. The aim is to result in more active teaching and learning in the target universities.

Wim Van Petegem, who coordinates the project for KU Leuven, has organised a weeklong international workshop in November 2018 on the theme of “active learning”, which was successfully taken by 25 participants from Armenia, Georgia and Belarus. With a Bruges Campus project team of prof. Jeroen Boydens, Venu Babu Thati and Sammy Verslype, the e-LIVES project already has an international component to it even in our own faculty. E-Lives, “e-Learning Innovative Engineering Solutions, is currently developing e-engineering solutions and remote laboratories, to be introduced in universities in four MENA countries (Middle East and North Africa).

RICH-Ed is coordinated by prof. Jan Van Maele, in cooperation with Katrien Mertens and prof. Wim Van Petegem from Group T Campus. Geert De Lepeleer and Ellen Matthijs from the Ghent Technology Campus provide strategic administrative support and advice.   More info is to be found on www.rich-ed.com

A WORLDWIDE COMMITMENT CONNECT ING

Sustainability of the collaboration has been guaranteed by e.g. a PhD student from Ukraine at De Nayer Campus, bilateral projects among researchers and an Erasmus KA1 exchange cooperation with three partners from the project.

Supporting non-EU universities in their evolution towards a bachelormaster structure is a frequently reiterating theme in capacity building projects. This is also true for MMATENG (Modernization of two cycles (MA, BA) of competence-based curricula in material engineering), the project that has been coordinated by prof. Peter Arras in the eld of materials science engineering (http://mmateng.eu). Involving universities from Ukraine, Israel and Russia in one consortium has turned out to be a challenge in view of the recent international events in Ukraine. Still, the MMATENG project group have succeeded in successfully upgrading laboratories in the target universities (especially in Ukraine and Russia), organizing trainings and publishing several papers on materials science.

The Faculty of Engineering Technology coordinates the ambitious, cross-campus Erasmus+ capacitybuilding project ‘RICH-Ed: Resources for Interculturality in Chinese Higher Education’. This project aims at intercultural learning at Chinese universities. In ‘RICH-Ed’, eight partners develop educational tools to prepare students at Chinese universities for a globalised working environment and to support internationalisation staff with intercultural learning.

Our faculty contributes to the development and publication of good practices in e-engineering, and is also about to publish a scientific conference paper in the summer of 2019. The existing contacts in Morocco, Tunesia, Algeria and Jordan have been intensi ed by this project, with our Bruges project team also training them in the use of open source study materials.

 https://e-lives.eu

The partners will innovate their educational methodologies to connect with the “student-centred learning” evolution that has been going on in European university education.

The Chinese partner universities will test the learning materials that were developed and spread the results of the project through study programmes, curricula and scienti c publications.

Veerle Moons

Op Campus Diepenbeek was het Project Engineering Skills (PES) in de eerste fase van de grondig vernieuwde bacheloropleiding onmiddellijk een schot in de roos. Prof. Karel Kellens, Gert Vanhees en prof. Wim Deferme (UHasselt), de bezielers van PES, blikken trots en tevreden terug.

Gert Vanhees: “Vooraf verdeelden we de studenten in 24 teams op basis van hun vooropleiding, hun punten in kwartiel 1 en een persoonlijkheidstest. De groepsopdracht tijdens het voor bije academiejaar luidde: ‘ontwerp een mechanisme dat een voorwerp kan lanceren over een afstand van 10 meter’.”

Wim Deferme: ”Om hun project een kans op slagen te geven, organis eerden we begeleidingssessies rond mechanisch

Terugblik

O p Campus Diepenbeek broeide al langer de idee om meer multidisciplinair en vakoverschrijdend te werken. Een hands-on opleidingsonderdeel in de eerste bachelor fase, dat was het opzet. Die opportuniteit kwam er dankzij de programmahervorming die in 2018-2019 van start ging. Een nieuwe leerlijn ‘Ingenieursvaardigheden’ zag het levenslicht. En de studenten werden in het gemeenschappelijk basisprogramma meteen ondergedompeld in het Project Engineering Skills (PES).

Kennis en vaardigheden integreren door het realiseren van een multidisciplinair project in groepjes van 6 tot 8 studenten. Waar hebben we dat nog gehoord?

Gert Vanhees: “We waren zeer aan genaam verrast door de CREATIES van onze eerstejaars: katapulten, trebuchets, veerkanonnen, ballista’s, slingerhamers… Sommige groepen waren ook erg spitsvondig in het uitrichten van hun opstelling d.m.v. een richtlaser. Nog maar eens het bewijs dat studenten industrieel ingenieur niet alleen verstandig zijn, maar ook zeer handig. Precies het profiel waar we op mikken.”

Thomas Swennen (student): “Het ontwerpen en bouwen van de ‘katapult’ was uitdagend en leerrijk. En dat niet enkel op technisch gebied. We hebben zeker zoveel opgestoken op het vlak van organisatie en projectmatig werken. Timemanagement was belangrijk omdat we niet enkel bouwden, maar ook verslagen en presentaties moesten maken. Maar vooral op vlak van samenwerken en communiceren hebben we, denk ik, allemaal een grote sprong vooruit gemaakt: duidelijke afspraken maken, taken verdelen op basis van talent, helder communiceren, … Kortom, het was een goede voor bereiding op de latere beroepspraktijk. Zoiets al in de eerste fase kunnen beleven, is een echt pluspunt. Een pluim op de hoed van onze campus”.

V.l.n.r. Prof. Karel Kellens, Gert Vanhees en prof. Wim Deferme (UHasselt)

PROJECT ENGINEERING SKILLS SCOORT IN DIEPENBEEK 20 ontwerpen, projectmanagement en communicatievaardigheden.

DOCENT IN DE KIJKER

Karel Kellens: “Het enthousiasme en de gedrevenheid vielen ons ook op. We vermoeden dat het competitie-element daar wel voor iets tussen zit. Het haalde in ieder geval het beste in iedere student naar boven. De taakverdeling binnen de groepen verliep eveneens verrassend goed. De meer theoretisch aangelegde studenten leerden van de meer praktisch ingestelde collega’s en andersom.”

Tijdens het slotevent namen de groepen het met hun uitgewerkte mechanisme tegen elkaar op in een competitie”.

Karel Kellens: “Project Engineering Skills integreert communicatieen projectvaardigheden door het uitwerken van een multidisciplinair project in groepen van ongeveer acht studenten. De kennis over fysica, mechanica, elektriciteit en elektronica, chemie en mechanisch ontwerpen wordt aangewend om een uitdagende opdracht tot een goed einde te brengen.”

CONNECT ING 21 DOCENT IN DE KIJKER

Drempelverlagend is zonder twijfel dat de service van Connect-ID volledig gratis is. “Wij regelen geen IP en vragen geen vergoe dingen”, bevestigt prof. Vandeurzen. “Als twee partijen elkaar vinden op Connect-ID dan kunnen zij ofwel zelf verdere afspraken maken ofwel ons advies inwinnen. Ons systeem laat wel toe om berichten te versturen tussen de gebruikers, maar aan een uitgebreide begeleiding of bemiddeling doen we niet. Daarvoor zijn andere kanalen ter beschikking zoals het start-up traject van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs, VOKA Bryo, Startit@KBC, Cronos. Wat we evenmin doen is vacatures of personeelsadvertenties opnemen”. Aantallen Dat Connect-ID zijn weg gevonden heeft naar het doelpubliek, blijkt alvast uit de cijfers. In september 2019 waren er meer dan 90 gebruikers op het platform aanwezig en stonden 30 projecten online. Het platform bewees ook zijn diensten in het Postgraduaat Innoverend Onder nemen voor Inge nieurs en tijdens de Engineering Experiences op Campus Groep T, waar geregeld bedrijven als opdracht gever fungeren. Yves Persoons  Meer info: www.connectid.be

J e ne cherche pas, je trouve”, is een welbekende uitspraak van Pablo Picasso. Deze inmiddels ongeschreven wet in kunstkringen, kan volgens prof. Vandeurzen ook in de ondernemerswereld van toepassing zijn als voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. “Eén daarvan is een duidelijke afbake ning van je doelgroep en je scope. Daarom is Connect-ID niet het zoveelste online forum waar mensen elkaar vrijblijvend en eenmalig tegen het virtuele lijf lopen. Wij bouwden een platform of – beter gezegd – een ‘matchmaking tool ‘voor studentondernemers van de ingenieursfaculteiten enerzijds en onder nemers in de brandend actuele beroepspraktijk anderzijds. Zij kunnen er met gerichte vragen en een specifiek aanbod hun gading vinden”. Gemeenschappelijk initiatief Connect-ID startte in januari 2018 als een gemeenschappelijk initiatief van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen –Campus Groep T, VOKA-Kamer van Koop h andel Leuven en Smart Hub van de provincie Vlaams-Brabant. Inmiddels is de samenwerking uitgebreid met Startit@ KBC en Cronos die elk een vergelijk bar e start-up-community hebben Prof.uitgebouwd.Vandeurzen kent de jonge starters als geen ander. “Aan enthou siasme, werklust en creatieve ideeën geen gebrek. Maar onvermijdelijk komt er een dag waarop je je het op je eentje niet meer kunt bolwerken en je assis tentie nodig hebt van partners of advies van professionals. VOKA stelde in een enquête bij zijn leden een vergelijkbaar probleem vast. Tal van ondernemers hebben nog een of meerdere interessante business ideeën in het hoofd, maar het ont breekt hen aan de tijd en de mede werkers om er iets mee aan te vangen. Ook zij gaven te kennen gewonnen te zijn voor een ‘matchmaking tool’ zoals

Ideeën, projecten en mensen bij elkaar brengen, dat is de missie van het Connect-ID platform. Allemaal hebben ze één kenmerk gemeen, dat is de ‘drive’ om te ondernemen. Daarbij mikken de initiatiefnemers in eerste instantie op ondernemingslustige ingenieursstudenten. Zij kunnen nu samen met een door de wol gewassen ondernemer hun ideeën verder vormgeven, partners of potentiële vennoten ontmoeten om samen in zee te gaan of inspiratie putten uit ‘good practices’. Prof. Luc Vandeurzen (Campus Groep T) doet het verhaal.

CONNECT-ID: WAAR STUDENTEN EN ONDERNEMERS ELKAAR VINDEN “ de onze. Ze verwachten er wel een die functioneel en weinig arbeidsintensief is, die een eerste contact faciliteert, anonimiteit mogelijk maakt en zeker geen aanleiding geeft tot een oeverloze berichtenstroom”. Projecttypes Volgens prof. Vandeurzen voldoet Connect-ID aan de voor waarden. “Neem nu de arbeidsintensiteit. Je hoeft alleen maar bij LinkedIn in te loggen. We vragen bij de eerste login een paar korte vraagjes te beantwoorden zodat een beknopt profiel kan worden aangemaakt. Vervolgens kun je de projecten en de gebruikers bekijken. Uiteraard maak je best ook zelf een project aan. Dat kost evenmin veel tijd. Je kunt kiezen uit drie project types. Het eerste heet ‘entrepreneurial collaboration’. Die is bedoeld voor wie een start-up wil beginnen en uitkijkt naar medestanders. Ook ondernemers die wensen samen te werken met collega’s of partners voor open source projecten of de valorisatie van onderzoek kunnen er terecht. Type 2 projecten vallen onder de categorie ‘in-company’. Daarbij gaat het om stageopdrachten of projecten die beperkt zijn in de tijd. De ‘student projects’ ressorteren onder type 3. Daar vind je studentenprojecten met een duidelijke ondernemersinsteek”.

Luc Vandeurzen

Bij dit alles mogen we ook niet uit het oog verliezen dat het winnende team méér ambieert dan een race te winnen, ook al is dat het wereldkampioenschap. Het is de Leuvense studenten er vooral om te doen om het brede publiek en de jongeren in het bijzonder te sensibiliseren voor hernieuwbare energie en duurzame technologieën. Ook het ondernemerschap voert het team hoog in het vaandel. “Wij zijn ondernemende industrieel ingenieurs”, klinkt het. “Ingenieurs met een missie. Wij hebben de wereld getoond dat België en onze universiteit aan de spits staan van de technologische innovatie”. Persoons

AGORIA SOLAR TEAM WINT WORLD SOLAR CHALLENGE

D it jaar namen 44 teams uit 22 landen het tegen elkaar op in Australië. De opdracht bestond erin om met een zelfgebouwde zonnewagen een afstand van 3.021 km van Darwin in het noorden tot Adelaide in het zuiden in de kortst mogelijke tijd af te leggen. Achtste keer, goede keer Onbeslagen kwamen de studenten van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen niet op het ijs. Het is al de achtste keer dat een Leuvens team deelnam aan de World Solar Challenge.

“Opvallend in deze editie was hoe lang de favoriete teams in elkaars buurt bleven”, vervolgt Willem Jan. “Dat was de vorige jaren wel anders. Het maakte dit WK extra spannend. Precies omdat de zonnewagens sterk op elkaar leken en de teams gelijkaardige racestrategieën hanteerden, maakte dat zij hun wagen tot het uiterste moeten drijven. Enkele teams gingen over hun limiet met de bekende gevolgen. Dankzij de vele testritten met de BluePoint wisten wij exact waar onze limieten lagen en konden zo zonder kleer- of andere scheuren als eersten finishen”.

Het zonnewagenteam van KU Leuven heeft op donderdag 17 oktober de Bridgestone World Solar Challenge in Australië gewonnen. Het team kwam na een hectische race van vijf dagen als eerste over de finish in Adelaide. Meteen een primeur voor de KU Leuven, voor de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen én voor België want het is de eerste keer dat een Belgisch team wereldkampioen wordt. kun je enkel opladen met de zon”, aldus Willem Jan. “Dat geldt ook voor de batterijen van elk van de teamleden. Iedereen moet 100% gemotiveerd én geconcentreerd blijven, elk onopgemerkt detail wordt afgestraft”.

STUDENT IN DE KIJKER

“In al die jaren hebben we veel expertise opgebouwd die van team op team is overgedragen en dat heeft nu zijn vruchten afgeworpen”, vertelt teamleider Willem Jan Claes. “ Uiteraard hebben we zelf nog tal van verbeteringen aangebracht inzake betrouwbaarheid en afwerking. Op die manier kwamen we in deze editie met de snelste en meest performante zonnewagen aan de start. Maar een garantie dat je ook wint is het zeker niet.

Het kampioenschap in Australië is immers geen gewone race, het is een echte ‘challenge’. Je neemt het niet alleen op tegen de andere teams, je moet ook vechten tegen de elementen: de wind, de woestijn, zandstormen en het alom aanwezige risico op ongevallen. De wagen van onze Nederlandse collega’s uit Twente ging door een windvlaag overkop. En de auto van onze vrienden – en eeuwige concurrenten – van TU Delft vatte tijdens de laatste rit vuur. De piloot mag van geluk spreken dat hij het er heelhuids heeft vanaf gebracht.”

Meer dan racen De Leuvense studenten hebben meer dan een jaar dag en nacht gewerkt aan hun Bluepoint. Ze ontwierpen en bouwden alles zelf, van de batterij over het zonnepaneel tot de carrosserie. “Je start aan de wedstrijd met een volle batterij, maar eenmaal onderweg

Yves

22

BRONS VOOR BRUGS TEAM IN DASSAULT UAV CHALLENGE 2019

Roel Houthoofd, Jens Vander Cruyssen, Arthur Zeghers, Glenn Hostens, Arne De Temmerman

IN DE KIJKER

Sinds 2014 organiseert de Franse vliegtuigbouwer Dassault de jaarlijkse UAV Challenge. Dat is een internationale competitie waarin studententeams het tegen elkaar opnemen met een autonoom vliegende hexacopter, d.i. een drone met zes rotors. Op 18 en 19 mei 2019 verzamelden 11 teams, samen goed voor ruim 50 ingenieursstudenten, in het Zwitserse Lenk voor de finale. Het vijfkoppig team van Campus Brugge stond na afloop mee op het erepodium. Een ‘moment de gloire’ voor de studenten en hun coach prof. Mark Versteyhe.

CONNECT ING 23

D assault Aviation kennen we als bouwer van gevechtstoestellen (Rafale), privéjets en kleine lijnvliegtuigen (Falcon). Het bedrijf werkt evenwel ook intensief aan de ontwikkeling van een nieuwe generatie autonome luchtvoertuigen. Met de UAV Challenge wil Dassault jonge ingenieurs warm maken voor een carrière in de drone- en luchtvaartsector. De opdracht van de competitie bestaat erin een drone te bouwen die moet kunnen opstijgen, een pakje op de juiste plaats afleveren en terugkeren naar het vertrekpunt. En dat alles zonder tussenkomst van een piloot of afstandsbediening. Bij het begin van het academiejaar ontvangt ieder team een pakket met de nodige componenten en instrumenten en een budget van 150 euro om de drone uit te rusten.

STUDENT

Selectie De wedstrijd in Zwitserland bestond uit drie proeven, gevolgd door een finale. Tijdens de eerste proef moesten de teams de veiligheidsprocedures van hun drone demonstreren. Dit hield o.m. in: manueel besturen, een veilige stop maken als de drone per vergissing terugkeert naar de startpositie en een kill-switch waarbij de drone onmiddellijk alle motoren uitschakelt. Tijdens de tweede proef moesten de drones een gekleurd merkteken vanuit de lucht kunnen detecteren en een pakje droppen binnen een straal van 1 meter van de gemerkte plaats. De derde proef bestond erin de drone in een rechte lijn over drie kruisen met verschillende kleuren te laten vliegen en een pakket te droppen op het kruis met de juiste kleur. In deze proef kwam het erop aan om de degelijkheid van het visiesysteem, de object- en kleurherkenning en het grijpmechanisme aan te tonen. Pas als alle proeven met succes waren doorlopen, werd het team tot de finale toegelaten. Bekroning Tijdens de finale werd een terrein van 10 bij 10 m afgebakend en voorzien van kruisen en rechthoeken van verschillende kleuren. De teams kregen als opdracht hun drone volledig zelfstandig drie pakketten van verschillende kleur te laten afleveren op de merktekens van dezelfde kleur. Dit alles moest gebeuren binnen een range van 1 m. Als het pakket stabiel bleef staan op het terrein leverde dat extra-bonuspunten op. Visie- en controletechnieken werden hier maximaal op de proef gesteld. De beoordeling gebeurde op basis van de precisie waarmee de opdracht werd uitgevoerd, maar ook artificiële intelligentie, projectmanagement en de kwaliteit van het teamwerk werden mee in rekening gebracht. Een bijkomend criterium was de ‘knowledge transfer’ naar een volgend team. Daarvoor diende een zgn. ‘handover report’ ingediend te worden. Voor het Brugse team was de derde plaats de bekroning van maandenlang intensieve voorbereiding en samenwerking. Leerrijk was het in ieder geval. Buiten de competitie konden de deelnemers nog VR-demonstraties van de Rafale en de Falcon bijwonen en conferenties over drones en het nEUROn programma. Inmiddels maakt op Campus Brugge een nieuw team zich op voor de zevende editie. Het ‘handover report’ ligt alvast klaar.

Matthias De Ryck

ONDERZOEK IN DE KIJKER 24 VERO VANDEN ABEELE:

INSPIRINGE-MEDIATELY

‘Human-Centered Systems for Health Care, Learning, Arts and Entertainment’. Zo luidt het motto van het e-Media Research Lab op Campus Groep T. Het is inderdaad een mondvol, maar het twintigkoppige team aangestuurd door acht senior onderzoekers is dan ook in menig opzicht en op tal van gebieden een innovatieve en creatieve duizendpoot. Doorheen de veelheid van projecten loopt een rode draad. Alles vertrekt vanuit en is gericht op de mens. Prof. Vero Vanden Abeele, gespecialiseerd in Interaction Design, legt uit wat het team bezielt en inspireert. Vero Vanden Abeele

rijk is. Alleen al omdat het als high-tech lab eveneens model staat voor een resoluut mensgerichte aanpak. Prof. Vanden Abeele formuleert het als volgt: “Het lijkt misschien paradoxaal, maar hoe prominenter de technologie op het voorplan komt, des te meer de mens aan belang wint. En hoe actiever wetenschappers, ingenieurs en ondernemers zich toeleggen op kennis, producten en diensten met expliciete humane waarden als comfort, levenskwaliteit, gezondheid, enz.”

De vergrijzing van de bevolking is een belangrijk aandachtspunt voor het e-Media Research Lab. Getuige hiervan verschillende projecten die handelen over de fysieke en mentale gezondheid van ouderen. Het bekendste is ‘Ingenieurs in het Woonzorgcentrum’ (Ingenieurs@WZG), een samenwerkingverband tussen het e-Media Lab, Zorg Leuven en de Leuvense zorgproeftuin InnovAGE. “Wij helpen onderzoekers en bedrijven bij het ontwikkelen van innovatieve technologieën die niet alleen het leven van de senioren zelf, maar ook het werk van mantelverzorgers en verpleegkundigen gemakkelijker moeten maken”, vertelt prof. Bart Vanrumste. “In het woonzorgcentrum Eduard Remy in Leuven voerden we verschillende experimenten i.s.m. senioren uit. Van een bril die de kauw- en slikbewegingen registreert om ondervoeding te voorkomen tot een Wii Balance Board dat het risico op vallen berekent.” Games en kunst Het e-Media onderzoeksteam onderscheidde zich eveneens meermaals met zijn ‘serious games’. “Dit is een ‘ernstige’ naam voor een ludiek computerspel dat naast fun ook sociale of andere vaardigheden wil ontwikkelen”, legt prof. Vanden Abeele uit.” Of bij patiënten na een beroerte de cognitieve vaardigheden opnieuw kan activeren. Zo ontwikkelden we een game voor kleuters waarmee vroegtijdig dyslexie gedetecteerd kan worden. Games kunnen ook gebruikt worden om ‘digitale biomarkers’ te capteren, dit zijn spelersmetrieken die bijvoorbeeld iets zeggen over cognitieve performantie. Zo proberen we vroegtijdig Alzheimer op te sporen via kaartspelletjes”. Prof. Kathrin Gerling specialiseerde zich in het aanleren van rolstoeltraining aan kinderen via serious gaming Voor haar onderzoek ontving ze vorig jaar de Inclusie & Diversiteitsonderscheiding van ACM. Prof. Toon Van Waterschoot verdiepte zich dan weer in modelering en reproductie. Luc Janssens is expert in het meten van spieractiviteit en onderzoekt hoe de ziekte van Parkinson opgevolgd kan worden via handmotoriek. En prof. Steven Vleminck, ook werkzaam aan LUCA School of Arts, opereert op het raakvlak van media en cultuur.

Het e-Media Research Lab werkte zich recent nog artistiek in de kijker met ‘Gesprek met de regen’, een co-productie van het Leuvens stadstheater ‘het nieuwstedelijk’ en het e-Media Reseach Lab. “Speciaal voor dit poëtisch theaterstuk bouwden studenten van prof. Luc Geurts een ‘regenprinter’. Deze kruising van een klassieke regenmachine en de technologie van een printer is digitaal gestuurd en reageert quasi simultaan op gesproken theatertekst. Het regent letterlijk woorden en beelden”. Advanced Master Inmiddels dient zich een nieuwe uitdaging aan. Volgend academiejaar gaat op Campus Groep T de nieuwe internationale ‘Advanced Master in Innovative Health Technology’ van start. “Deze opleiding komt geen moment te vroeg”, meent prof. Vanden Abeele. “De levensverwachting is de voorbije jaren alleen maar gestegen. Daar staat tegenover dat we vaker dan vroeger met beschavingsziektes worden geconfronteerd .Gevolg: we leven langer, maar we verkeren minder lang dan vroeger in een goede gezondheid. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de precaire om niet te zeggen quasi onbestaande gezondheidszorg in menig ontwikkelingsland. Er is dus meer dan ooit behoefte aan gezondheidstechnologen die in deze diverse en brede sector innovatieve toepassingen en oplossingen kunnen bedenken, ontwikkelen en implementeren en dat alles op maat van de mens”. Yves Persoons

25 H et e-Media Research Lab is een buitenbeentje in de vele onderzoeksgroepen die de Faculteit Industriële

CONNECT ING

Condition humaine

De ‘human centered approach’ van het e-Media research Lab bestaat in het bedenken, ontwikkelen en implementeren van technologieën met als doel het bestaan van de mens in dit ondermaanse te verbeteren of – in André Malraux’ termen – ‘la condition humaine’ op zijn minst draaglijker te maken. De technologieën die daarbij worden ingezet variëren van sensoren, algoritmen en intelligente systemen tot computer games. “De expertise waaruit we putten is al even divers”, aldus prof. Vanden Abeele. “Van elektronica, signaalbewerking, data-analyse, machine learning, computer wetenschappen en software engineering tot sociale wetenschappen en gebruikersdesign. Om ons caleidoscopisch onderzoeksterrein enigszins af te bakenen, concentreren we ons op gezondheidszorg, educatie en leren, kunst en entertainment”.

Woonzorgcentra

Ingenieurswetenschappen

In mijn onderzoek heb ik mij geconcentreerd op het gebruik van bestaande eenvoudige machinale leeralgoritmes die de mogelijk heid bieden naar een integratie in een IoT-module”. De tweede bijdrage handelt over het modelleren en classificeren van akoestische gebeurtenissen aan de hand van een convolutief leeralgoritme dat aangepast is, zodat het overweg kan met een zgn. zwakke, multi-label supervisie informatie. Wat we ons hierbij moeten voorstellen, legt Lode als volgt uit: “Multi-label betekent dat een akoestisch segment - bijvoorbeeld een geluidsignaal van 30 seconden – meerdere labels mag toegewezen krijgen.

Lode Vuegen Aan de hand van de akoestische rapportering van de uitgevoerde activiteiten over een bepaalde periode kan de zorgverlener gemakkelijk een inschatting maken van hoe het met de persoon in kwestie gesteld is.

LUISTEREN MAAKT SLIMMER

Het gebruik van Internet of Things (IoT) geconnecteerde toestellen voor binnenhuisapplicaties heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen. Hiervoor ligt de focus vooral op het gebruik van eenvoudige sensoren om de omgeving te monitoren zoals temperatuur, luchtvochtigheid, passief infrarood, enz. Het gebruik van audiosensoren is daarentegen nagenoeg op de achtergrond gebleven ondanks het feit dat deze ook zeer waardevolle informatie kunnen aanleveren. Lode Vuegen werkt op Campus Geel bij de onderzoeksgroep ADVISE aan een technologie om akoestische gebeurtenissen te modelleren en te classificeren aan de hand van een speciaal daartoe ontwikkeld leeralgoritme. Het artikel dat hij hierover publiceerde in het tijdschrift ‘Journal of the Audio Engineering Society’ (AES) werd uitgeroepen tot ‘the best paper of 2018’.

“Vandaag de dag kan er op een eenvoudige manier akoestische informatie van de omgeving verzameld worden zonder gebruik te moeten maken van dure acquisitiesystemen”, legt Lode uit. De reden is simpel: akoestische sensoren zijn nu al ingebouwd in televisietoestellen, radio’s, computers, smartphones, enz.”

ONDERZOEK IN DE KIJKER 26

L ode studeerde in 2012 af als industrieel ingenieur aan Campus Geel. Op 22 oktober 2019 promoveerde hij tot doctor op een proefschrift getiteld ‘Contactless acousticbased indoor monitoring systems: A study on different acoustic models and learning strategies’ onder het promotorschap van prof. Bart Vanrumste (Campus Groep T) met als copromotoren de professoren Hugo Van Hamme (Faculteit Ingenieurs weten schappen) en Peter Karsmakers (Campus Geel).

Met zijn onderzoek wil Lode op drie manieren bijdragen tot het akoestisch monitoren van binnenhuisomgevingen. Zijn eerste bijdrage heeft betrekking op de automatische herkenning van activiteiten in het dagelijkse leven op basis van akoestische informatie. “Neem nu de ouderenzorg. Aan de hand van de akoestische rapportering van de uitgevoerde activiteiten over een bepaalde periode kan de zorgverlener gemakkelijk een inschat ting maken van hoe het met de persoon in kwestie gesteld is.

Geluidsherkenning

In zijn thesis breekt Lode een lans voor het inzetten van audio sensoren voor het monitoren van binnenhuisomgevingen.

T Development of Beam Hardening Correction Algorithms for Industrial Computed Tomography

• Prof. dr. ir. Jean-Pierre Kruth (co-promotor)

CampusAdo27/09/2019VanAsscheDeNayer

“Hiervoor hebben we een zelflerende strategie ontwikkeld die automatisch de interessante geluiden onthoudt die gelinkt kunnen worden aan de aan- of afwezigheid van een persoon. Het zelflerende aspect impliceert dat infor matie van andere sensoren gebruikt wordt om het algoritme aan te leren. Wanneer bijvoor beeld een persoon manueel het licht aanzet, kan het systeem de bijhorende geluiden linken aan aanwezigheid”. De focus tijdens dit onderzoek ligt zich opnieuw op het gebruik van eenvoudige leerstrategieën die lokaal –dicht bij de microfoon – kunnen draaien met weinig rekenkracht en geheugen. “Ook dat is onder controle”, bevestigt Lode. “Het is de bedoeling dat het algoritme geïmplementeerd kan worden op een ingebed systeemplatform, zodat de verwerking van de data lokaal kan gebeuren en geen beroep behoeft op cloud technologieën die steeds een data beveiligingsrisico inhouden”. Lode is alvast enthousiast over de enorme perspectieven die de akoestische classificatie en monitoring opent in een brede waaier van toepassingen. Over de gezondheidszorg hadden we het al, maar het gaat ook om machine-inspectie, bewaking, tracking van personen en dieren of gewoon het huiselijk comfort. Al weet Lode beter dan wie dan ook dat er her en der opnieuw onheilsprofeten de stem zullen verheffen om de komst van Big Brother aan te kondigen. Yves Persoons

CONNECT ING

• Prof. dr. ir.Albert Van Bael (promotor) • Prof. dr ir. Jozefien De Keyzer – Prof. dr. ir. Frederik (co-promotoren)Desplentere

• Prof. dr. Joseph De Brabanter (co-promotor)

• Prof. dr. ir. Wim Dewulf (promotor)

• Prof. dr. ir. Wim Dewulf (promotor)

• Prof.dr. Peter (co-promotor)Hanselaer

Quantification and compensation of geometry-induced errors in cone-beam X-ray computed tomography

CampusThomas08/10/2019DietzenGroepT

Modelling of high luminance white light solid-state sources

António19/08/2019Luís TechnologiecampusCorreia Gent

• Prof. dr. ir. Marc Moonen (co-promotor)

CampusWenchao01/07/2019CaoGroep

• Prof. dr. ir. Jean-Pierre Kruth (co-promotor)

Zelflerend In het derde deel van zijn onderzoek concen treert Lode zich op de automatische herken ning van personen in een ruimte louter en alleen op basis van de akoestische informatie.

CampusEvelina06/09/2019AmetovaGroepT

27 Het kan bijvoorbeeld gaan om het sluiten van een deur, een voetstap, een stem. Zwakke supervisie houdt in dat de labels niet volledig zijn. D.w.z. niet alle geluidsgebeurtenissen die in een segment voorkomen, hoeven een label te krijgen. Verder wordt ook niet aangeduid waar de gebeurtenis zich precies heeft voor gedaan in een bepaald segment. Het voordeel van dit soort labeling is dat de annotatie die nu nog vaak manueel gebeurt veel sneller kan verlopen. De kracht van het convolutief leer algoritme is dat het onmiddellijk overweg kan met overlappende gebeurtenissen, wat bij de traditionele algoritmes typisch niet het geval is, en dat het ook bestendig is tegen storende geluidsfactoren zoals achtergrondruis. Uit onze experimenten is alvast gebleken dat we op dit punt goed zitten.”

ConnectINGRechtzetting 10: juiste namen van de promotoren.

• Prof.dr. Youri Meuret (promotor)

• Prof. dr. ir. Bart Lievens (promotor)

• Prof. dr. Kristiaan Willems (co-promotor)

CampusGert-Jan26/03/2019BexDiepenbeek Development of 2K injection moulding products and processes of rubbers with thermoplastics.

Characterization of the bacterial community composition in drinking water production and distribution systems, emphasizing Acinetobacter species.

DOCTORATEN DOCTORATEN AAN FIIW (JULI-SEPTEMBER)

Spatio-Temporal Speech Enhancement in Adverse Acoustic Conditions • Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot (promotor)

• Prof. dr. Simon Doclo (co-promotor), University of Oldenburg

Op 20 maart 2019 werd Filip Timmermans, oprichter en zaakvoerder van het innovatieve productiebedrijf Skilpod, door JCI Limburg uitgeroepen tot Jonge Ondernemer van het Jaar. Deze award geeft een erkenning aan iemand die op een uitzonderlijke wijze blijk heeft gegeven van duurzaam ondernemen en bovendien beantwoordt aan de beginselwaarden van JCI: maatschappelijk geëngageerd en internationaal georiënteerd. Dit alles onder het motto: ‘Be Better’.

Filip Timmermans

In 2013 ging Skilpod van start in een klein atelier van amper 300m2 in Meeuwen-Gruitrode. Twee jaar later verhuisde Filip naar het industrieterrein van Geel bij het Albertkanaal waar Skilpod een bedrijfsoppervlakte van 8000m2 bestrijkt en 35 medewerkers actief zijn. Robuust De naam van het bedrijf lijkt op het eerste gezicht misschien vergezocht, maar dat is het bij nader toezien helemaal niet. “Skilpod is gewoon Zuid-Afrikaans voor schildpad”, legt Filip uit. “Een schildpad is zowat het enige dier dat zijn huis permanent met zich meedraagt. Dat verwijst naar onze verplaatsbare houten units. In het woord herken je ook ‘skills’ of de kennis en kunde die nodig is om zo’n units te ontwerpen, te produceren en te vermarkten. Maar er is meer. Schildpadden bestaan al ruim 200 miljoen jaar en staan overal ter wereld symbool voor betrouw baarheid, robuustheid en stabiliteit. De oude Chinezen waren ervan overtuigd dat de aarde getorst werd door een schildpad. Zo ook staan onze woningen garant voor degelijkheid”. De gezinssamenstelling verandert, de bevolking veroudert, dus stijgt de vraag naar kleinere woningen.

VAN&INGENIEURJONGONDERNEMERHETJAAR

FILIP TIMMERMANS:

S

inds hij 15 jaar geleden op Campus Groep T afstudeerde als industrieel ingenieur Elektromechanica heeft Filip al een indrukwekkend ondernemersparcours gereden. Na een bijkomende bedrijfseconomische vorming aan KU Leuven en de Solvay Business School in Brussel, start Filip’s carrière bij IBM in London als business consultant. Tot een telefoontje van prof. Guido Vercammen, zijn voormalige professor management bij Groep T, hem opnieuw naar Leuven lokte met een aanbod van VOKA-Kamer van Koophandel om een nieuw project ‘Ingenieur & Ondernemer’ uit de grond te stampen. “Het was een bijzonder leerrijke periode”, herinnert Filip zich. “Eigenlijk kon je het beter een ‘total immersion’ in het bedrijfsleven noemen. Elke dag was ik van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op de been om ondernemers overal te lande en van alle slag te ontmoeten: van eenpersoonszaken tot multinationals, van traditionele bedrijven tot hightech-starters, van veetelers tot vliegtuigbouwers”.

ALUMNUS IN DE KIJKER

Na een intermezzo bij Facil, een toeleverancier in de automobielindustrie waarvoor hij de opstart in Azië voorbereidde, besliste Filip om definitief de sprong te wagen naar het onder nemerschap. T ijdens de vele prospecties in zijn VOKA-periode meende hij een ‘niche’ in de markt te hebben ontdekt: die van de alternatieve bouwvormen, meer specifiek de modulaire houtbouw.

“De containerwoningen en -kantoren waren over hun hoogtepunt heen. De tijd was rijp voor een nieuw concept”, vond Filip. Veel moeite om een vennoot en een investeerder te vinden kostte het hem niet om zijn droom waar te maken. 28

CONNECT ING

Haas Rest nog de vraag: zijn Filips verrijkende ambities nog wel te verenigen met de associaties die de schildpad oproept als een weliswaar robuust maar ook traag schepsel? Ook hier heeft de jonge ondernemer van het jaar direct een antwoord klaar. “Ken je de fabel van Aesopus over de schildpad en de haas? Welnu, beide besloten op een dag om een loopwedstrijd te houden.

In amper 5 jaar tijd is Skilpod uitgegroeid van pionier tot marktleider in België. Maar de jonge ondernemer van het jaar kijkt al verder. “Van een productie- en constructiebedrijf willen we evolueren tot een servicebedrijf dat een totaalpakket aanbiedt aan de klanten: een gestandaardiseerde all-in woning, inclusief diensten en onderhoud. Bovendien zijn we van plan om onze actieradius gevoelig uit te breiden. Dat betekent dat we in het buitenland productie- en assemblagevestigingen gaan oprichten.

Van een productie- en constructiebedrijf willen we evolueren tot een servicebedrijf dat een totaalpakket aanbiedt aan de klanten. Skilpod is gespecialiseerd in de productie van woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens.

Vanuit Geel kunnen we maar binnen een straal van 200 km een optimale en snelle bediening verzorgen”.

De haas was zo zegezeker dat hij zich niet forceerde en onderweg nog de tijd nam om een dutje te doen. Toen hij fluitend aan de finish kwam, bleek de schildpad al lang gearriveerd te zijn. Moraal van het verhaal: overschat jezelf niet en ook al ben je marktleider, ga niet op je lauweren rusten”.

Maar er zijn ook al toepassingen gerealiseerd voor klaslokalen, zorgwoningen, kinder opvang en vakantiehuizen. Dit jaar poot Skilpod op het Neder landse eiland Texel een volledig verplaatsbaar dorp neer. De 77 woningen worden allemaal gefabriceerd in de ateliers in Geel. Marktleider De groeimarkt bevindt zich volgens Filip in de woontoepassingen. “De gezinssamenstelling verandert, de bevolking veroudert, dus stijgt de vraag naar kleinere woningen. De klanten worden ook veel milieubewuster, dus zijn onze houten constructies allemaal energieneutraal. Ze kunnen bovendien gemakkelijk tot vijf verdie pingen hoog opgetrokken worden, waardoor we kostbare ruimte kunnen uitsparen. Daar komt nog bij dat we almaar sneller en kostenefficiënter moeten produceren. Dit samen met het gebrek aan geschoold personeel, maakt van prefabricatie de manier van bouwen van de toekomst”.

Yves Persoons 29

From left to right: Prof. Deng Xinghua; Prof. Koen Eneman, Campus Chair; Martine Torfs, Head of the Alumni Office KU Leuven; Prof. Peter Lievens, Vice rector of KU Leuven; Prof. Guan Zhongliang, Vice President BJTU; Wim Polet, Director International Office Group T Campus; Prof. Zhu Hengjun: Liu Shaoqing, Director of the Center of International Education BJTU and Guo Xuemeng, Secretary General of the BJTU Alumni Association.

“These chapters are an important asset for KU Leuven”, says Professor Peter Lievens, Vice Rector for International Policy who is also responsible for the alumni policy. “Internationalization is very high on the KU Leuven agenda. Two key aspects of our strategy are recruiting more students from abroad and promoting international mobility of our students, staff and researchers. ALUMNI CHAPTER IN BEIJING: GROUP T CAMPUS GIVES THE KICK-OFF

The next day there was already a first important event: the 20th anniversary of the Double Degree Programme in Engineering Technology of KU Leuven and Beijing Jiaotong University. Both ceremonies were the crowning glory of a quarter-century collaboration between both universities.

As more KU Leuven alumni go on to build international careers we strengthen our global network”. Momentum In 2000, the first four Chinese students graduated from the then University College Group T in Leuven. They started their enginee ring studies at Beijing Jiaotong University (BJTU) and came after one year to Leuven to complete their studies. They were the first to obtain a Double (Flemish-Chinese) Degree in Engineering Technology. Meanwhile, more than 250 students from over a dozen Chinese universities have followed in their footsteps. During the memorial ceremony, Professor Guan Zhongliang, Vice President of BJTU, emphasized the importance of the double degree programmes for the universities involved. “The past 20 years have flown by, but we are determined to continue this momentum. The new KU Leuven Alumni Chapter Beijing will help to ensure that the informal network of alumni that already exists will help really come to the fore by playing an active role in the further development of the collaboration and the friendship between our universities”. Yves Persoons

I n 2013, KU Leuven established its first international Alumni Chapter in Shanghai. Today the university has alumni chapters in 12 countries: Brazil, China, Ethiopia, Germany, India, Indonesia, Japan, Thailand, the Netherlands, Vietnam, the United Kingdom and the United States.

30 NIEUWS VAN ALUMNI

On August 24 2019, the KU Leuven Alumni Chapter Beijing was officially installed in the Chinese capital.

1.2001.1001.1501.0501.000

FACULTEIT ZET

CONNECT ING O www.linkedin.com/company/ku-leuven-fiiw/ Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging.  www.alum.kuleuven.be > Alumninet

Datum: 5 november 2019, 19:00 Locatie: Auditorium Erik Duval, Celestijnenlaan 200a, 3001 Heverlee Meer info: alumni-ingenieurs@kuleuven.be Inschrijven: https://alumninet.alum.kuleuven.be

Blijf in contact Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap ✓ 3 keer per jaar ConnectING in je brievenbus, uitgegeven door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in samenwerking met de alumnikringen ✓ Maandelijkse Campuskrant KU Leuven met alumnibijlage ✓ Sponsoring van promotiebijeenkomsten ✓ Uitnodigingen voor heel wat universitaire activiteiten en exclusieve events ✓ Kortingen op o.a. Festival van Vlaanderen en andere Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op Kinepolis lmtickets, pretparkbezoeken e.a. ✓ Bouw aan je kennis. Deel ervaringen. Verruim je netwerk. Blijf verbonden.

Waterbeheer voor (door?) een klimaat in verandering Hoe kunnen en moeten we ons waterbeheer voorbereiden op de wijzigende klimaatomstandigheden?

Prof. Erik Mathijs van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen gaat vervolgens dieper in over hoe een en ander geïmplementeerd kan worden in een doordacht transitiepad en de rol die de verschillende spelers daarin kunnen en moeten spelen. Daarna gaan de sprekers in debat met vertegenwoordigers uit de industrie en de overheid.

Yves Persoons

Prof. Patrick Willems van de Faculteit Ingenieurswetenschappen geeft een overzicht van de waaier aan mogelijke technische maatregelen die we kunnen nemen om duurzamer om te gaan met water.

FORUMAVOND 5 NOVEMBER

NIEUWS VAN ALUMNI Tijdens de voorbije promotievieringen werden er op de campussen van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen 1158 nieuwe masters of Science in Industriële Wetenschappen geproclameerd. Niet genoeg om de meer dan 3300 vacatures voor industrieel ingenieurs in Vlaanderen mee in te vullen, maar wel een record in de nog jonge geschiedenis van de faculteit die sinds haar ontstaan 5 jaar geleden al 5455 ings opleidde. Op elk van de campussen werden de nieuw gediplomeerden uitgezwaaid door prof. Luc Sels, rector van de KU Leuven en prof. Bert Lauwers, decaan van de faculteit. 1158 INDUSTRIEEL INGENIEURS OP DE MARKT

2014-20152015-2016 2017-20182016-2017 2018-2019 De afgestudeerden hebben het geluk om het ‘meest aantrekkelijke beroep van België’ te kunnen uitoefenen. Dat bleek onlangs uit een enquête van Randstad. Wat het beroep zo aantrekkelijk maakt, aldus Randstad, zijn de ‘verloning’ en de “Jullie‘werkomstandigheden’.verloningkomterzo dadelijk aan”, verklaarde rector Luc Sels. “Het diploma van Master of Science in Industriële Wetenschappen en Master of Science in de biowetenschappen. Voor alle duidelijkheid: dit is niet zomaar ‘een’ diploma. Het gaat om een diploma uitgereikt door Europa’s meest innovatieve universiteit. Een universiteit die zopas nog haar positie verstrekte als de hoogst gerangschikte Belgische universiteit in de Times Higher Education World University Ranking. Een betere verloning om de carrière te starten, is moeilijk denkbaar. Het gaat om jullie paspoort voor de toekomst, jullie ingangsticket voor een veelbelovende loopbaan als ingenieur”. Levenslang leren Prof. Lauwers onderhield de kersverse alumni over de uitdagingen die op hen afkomen. “We leven in onzekere tijden”, aldus de decaan. ”Waar vorig jaar nog euforie heerste over het record aan vacatures, hoor je nu dat het feest voorbij is. De Belgische arbeidsmarkt gaat in ijltempo achteruit. In september hebben zeven bedrijven – en niet van de minste – collectief banenverlies aangekondigd”. Volgens de decaan moeten jonge ingenieurs het beeld van coherent en stabiel werk inruilen voor meer veelzijdige, hybride rollen. Dat hoeft niet per se negatief te zijn. Integendeel, deze situatie creëert ook opportuniteiten als je ze handig weet te benutten. Een en ander betekent dat ondernemingen én universiteiten jonge professionals gerichter zullen moeten blijven coachen en ondersteunen”. De decaan besloot als volgt: “Als je één competentie verder wil ontwikkelen om je carrière future proof te maken, focus dan op de vaardigheid om je comfortabel te voelen in oncomfortabele situaties. Leren leven met onzekerheid, heet dat of – nog beter –leer levenslang leren. Dat maakt je veranderingsbekwaam en voorbereid op elke opportuniteit die zich aandient”.

THE NEW MASTER’SADVANCEDPROGRAMME  O ffers the opportunity to specialize in the rapidly evolving domain of innovative health care technologies.  Integrates recent trends in electrical and electronics engineering, mathematical engineering, mechanical and biochemical engineering into the design, development and implications of novel practical solutions for patients as well as health care providers and professionals.  I s a one-year programme aimed at students who have completed a master’s programme in (bio)engineering technology.  C onsists of 8 course units: 4 courses focusing on engineering technology, one on entrepreneurship, one on the human body, a team-based project and a master’s thesis, including an internship.  I s part of an international network of universities, renowned institutions (e.g. the Interuniversity Microelectronics Center-imec, the University Hospitals Leuven) and hightech companies. New in 2020-2021 at Group T Leuven Campus ADVANCED MASTER OF SCIENCE IN INNOVATIVE HEALTH TECHNOLOGY Health is a Precious Treasure. Health Technology its Reliable Treasurer. HTTPS://FET.KULEUVEN.BE/ innovative-health-engineering IN COLLABORATION WITH

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.