Hand- en voetverzorging is een belangrijk onderdeel van de uiterlijke verzorging geworden. Onze handen zijn ons visitekaartje. Ze kunnen veel over ons vertellen. Maar de voeten mogen ook niet vergeten worden. Ze dragen niet alleen ons gehele lichaam, maar ze zijn vaak ook zichtbaar. In boek I, weten, kun je lezen hoe het spier- en beenderstelsel van de handen en voeten is opgebouwd. In dit deel komen de nagels en nagelaandoeningen aan de orde en hoe je ze kunt verzorgen en behandelen.
Hoofdstuk 1, nagels We beschouwen de nagels als aanhangsels, adnexen, van de huid. Ze zijn opgebouwd uit verhoornd epitheelweefsel en behoren tot de opperhuid. Gezonde nagels zijn glad, zacht glanzend en roze van kleur. Ze scheuren niet snel. Ze beschermen de vinger- en teentoppen en versterken de tastzin. Aan een nagel onderscheiden we: 1. nagelwortel (radix unguis); 2. nagelplaat (nagellichaam) (corpus unguis); 3. nageluiteinde (pars distalis unguis of margo liber). De nagelwortel is het gedeelte waaruit de zachte, onverhoornde cellen worden gevormd. De nagelcellen schuiven van hieruit in het nagelbed naar voren en verhoornen daarbij langzaam. Het halve maantje (veelal min of meer zichtbaar) is het zichtbare gedeelte van de nagelwortel. De witachtige kleur hiervan komt door de daaronder liggende, naar verhouding ondoorzichtige, opperhuidslaag. De nagelplaat is een vormsel van de huid. De nagelcellen zijn echter harder (calciumrijk), dikker en breder dan de verhoornde cellen van de opperhuid. De nagelplaat ligt over het nagelbed dat tot de lederhuid behoort. Het bestaat uit twee lagen. Een dunne bovenste laag behorend tot de opperhuid en een onderste laag die tot de lederhuid behoort. Hierdoor is het nagelbed zeer bloed- en zenuwrijk. De nagelplaten zijn dus, evenals de hoornlaag van de opperhuid (door het sterkere verhoorningsproces in mindere mate) vocht en vethoudend.
117