
11 minute read
Hfd 5 Massage
5. Massage
Invloeden
Advertisement
De invloeden van een gezichtsmassage zijn in principe gelijk aan die van de lichaamsmassage, maar de intensiteit kan verschillen. We onderscheiden primaire en secundaire effecten: Primaire effecten zijn van mechanische aard, zoals: • het loslaten van dode hoorncellen; • versnelde afvoer van aderlijk bloed en lymfe; • warmteontwikkeling; • losmaken van talgophopingen; • losmaken van verklevend weefsel; • activering van de vrije zenuwuiteinden in de huid.
Secundaire effecten zijn van reflectorische, biochemische of psychische aard. Reflectorische effecten komen voort uit de activering van de sensibele zenuwuiteinden in de huid. Dat zijn: • bloedvatverwijding, waardoor een verhoogde doorbloeding; • ontspanning van het spierweefsel; • verbetering van de spiertonus; • activering van de mestcellen.
Biochemische effecten ontstaan door de wrijving met de huid, waardoor bepaalde stoffen als het huidhormoon histamine en de neurotransmitter acetylcholine gevormd worden. Daardoor wordt de huid rood, door verhoging van de doorbloeding en neemt de zenuwoverdracht toe. Psychische invloeden zijn heel persoonlijk en die hangen onder andere samen met de relatie tussen de behandelaar en de cliënt, de levensomstandigheden van de cliënt enzovoort.
Massagegrepen
De invloed van de massage wordt voor een groot deel bepaald door de aard van de toegepaste grepen.
Effleurages • Effleurages zijn langzaam uitgevoerde strijkingen. Zij werken voornamelijk ontspannend, en stimulerend op de weefselcirculatie. Te snel uitgevoerde effleurages werken overstimulerend en worden als onaangenaam ervaren. Ook de regelmaat van de bewegingen is belangrijk. • Effleurages worden uitgevoerd als lengtestrijkingen. Omdat die al-
tijd moeten worden uitgevoerd in de richting van het hart, bevorderen ze de aderlijke bloedstroom. • Effleurages worden uitgevoerd als dwarsstrijkingen. Die beïnvloeden de bloedstroom niet en werken voornamelijk ontspannend en weefselcirculatie bevorderend. • Effleurages worden uitgevoerd als rotaties. Deze bevorderen het losmaken van verkleefd weefsel en stimuleren de weefseldoorbloeding. • Effleurages kunnen worden uitgevoerd met beide handen, zo’n hand of een gedeelte van de hand, afhankelijk van het te behandelen gebied.
Petrissages
Petrissages zijn knedingen, waarbij een weefseldeel als het ware wordt uitgewrongen. Ze worden vooral toegepast bij een slecht doorbloede huid en verslapt spierweefsel. We onderscheiden lengteknedingen, waarbij de kneding van de periferie naar het hart toe wordt uitgevoerd. Die zijn bedoeld om diepere delen van het weefsel te stimuleren tot een betere doorbloeding en afgifte van afval stoffen aan de lymfecirculatie. Het weefsel kan hierbij met beide handen worden omvat en gekneed of, als de locatie dat niet toelaat, met een hand of enkele vingers. Ook kan het weefsel met de hand(en) of een deel van de hand tegen een onderliggend bot worden gedrukt, dat noemt men ’vlakke’ petrissage.
Dwarsknedingen worden haaks op het spierweefsel uitgevoerd en werken sterk stimulerend op de doorbloeding en de tonus van de spieren. Ook worden huidhormonen versneld gevormd. Ook dwarsknedingen kunnen met beide handen, een hand of met de vingers worden uitgevoerd. Zij kunnen zowel omvattend als vlak zijn.
Petrissages kunnen met beide handen, met een hand of met een deel van de hand worden uitgevoerd. Zij mogen nooit te snel worden gedaan, omdat het weefsel tijd moet hebben om te reageren en zich te herstellen.
Fricties
Fricties hebben een lokaal effect en kunnen zowel op een heel klein als een wat groter huidgebied worden uitgevoerd. Lokale vetophopingen en doorbloedingsstoornissen kunnen door fricties verbeterd worden.
Tapotements worden met de vingers of met de volle hand uitgevoerd. Met de vingers worden tokkelende bewegingen gemaakt, bijvoorbeeld
onder de ogen. Met de vlakke hand wordt de ’waaierslag’ uitgevoerd op de zijkant van het gelaat. Met de pinkzijde van de open hand worden tapotements op de onderkin en op een diepe neuslippenplooi uitgevoerd.
Vibraties worden met de vingers of met de gehele hand uitgevoerd. Bij gebruik van de vingers kan als hulpmiddel een ’vingervibrator’ worden toegepast, een op de vinger gebonden elektrische vibrator. Vibraties brengen trillingen in het weefsel teweeg, waardoor de spiertonus wordt verhoogd en het aderlijk bloed beter wordt afgevoerd. Vibraties kunnen op een plaats worden uitgeoefend, de statische vibratie en de handen of vingers kunnen over een bepaald gebied bewogen worden, waardoor de trilling zich in het weefsel verplaatst, de lopende vibratie. Het is voor degene die de massage uitvoert een inspannende vorm van massage, omdat de spieren van de handen, de armen en de borst voortdurend in trilling worden gehouden.
Drukzuiggrepen worden toegepast als er vochtophopingen zijn, bijvoorbeeld rond de ogen. De holle hand wordt over het te behandelen gebied gesloten aangelegd en er wordt een lichte druk uitgeoefend. Dan de druk loslaten en de hand iets oplichten. Daarna weer aanleggen en de greep herhalen. In het weefsel wordt dan een afvoerende en aanvoerende beweging van het weefselvocht bewerkstelligd, waardoor afvoer van overtollig vocht kan volgen.
Algemene beïnvloedende factoren Een massage wordt uitgevoerd met een bepaald doel en niet als routinehandeling. Het doel en de aard van de daarbij aangewezen grepen is daarom van groot belang. Gelet moet daarbij worden op: • de aard en de richting van de grepen. • de drukintensiteit. Voor elke greep is een bepaalde intensiteit nodig om het gewenste effect te bereiken. Te zacht kan in verband met de reflectorische reactie nog wel effect hebben. Te hard is altijd verkeerd, omdat dan overprikkeling of zelfs beschadiging van het weefsel kan optreden. Toename van de druk heeft tot een bepaalde grens een verhoogde activiteit van het weefsel ten gevolge. • de snelheid van de handgrepen. Een langzaam en rustig uitgevoerde massage heeft het juiste effect. Te snel wordt als onaangenaam ervaren en geeft bovendien overprikkeling van het weefsel. Soms is het nodig om het weefsel te activeren. Dan kan de snelheid iets worden opgevoerd. • de houding van de cliënt is van belang, omdat die ontspannen moet
liggen of zitten. De lighouding verdient de voorkeur, maar ’goed gevulde’ cliëntn kunnen nog wel eens benauwd worden bij lang liggen en dan is een zittende of halfzittende houding bij een gezichtsmassage beter. Ook mag de cliënt het niet koud krijgen, dus dient de werkruimte een aangename temperatuur te hebben en kan de cliënt eventueel worden toegedekt met een deken. • het reactievermogen van de huid. Het spreekt vanzelf, dat een jonge, veerkrachtige huid anders benaderd moet worden dan een oudere, verslapte huid. Ook een gestuwde huid vraagt om een andere benadering dan een slecht doorbloede huid. • de duur van de massage is voor een deel afhankelijk van de aard en de reden van de massage. Ook hier geldt weer de gulden middenweg, die bij zo’n 20 minuten ligt. Te kort bereikt het gewenste doel niet en te lang kan het gewenste effect weer teniet doen. • gebruik van tussenstof. Voor sommige vormen van massage, als statische vibraties, tapotements en petrissages, is een tussenstof vaak overbodig, of zelfs ongewenst, omdat de ’grip’ op de huid erdoor verloren gaat. Voor lopende massages als effleurages is een tussenstof nodig, omdat anders de huid geirriteerd raakt en bij een behaarde huid overstimulering optreedt en een goede kans op folliculitis geboden wordt. De tussenstof dient ’inert’ te zijn, dat wil zeggen, dat die zelf geen invloed op het weefsel mag uitoefenen. Minerale oliën lenen zich hier goed voor. Ook speksteenpoeder (talk) is eventueel bruikbaar, maar dat brengt de kans op verstopping van de poriën met zich mee. Er kan echter besloten worden om de massagebehandeling te combineren met een stimulerende of kalmerende werkstof, waartoe een werkzame basisolie, eventueel aangevuld met een etherische olie heel zinvol kan zijn. Tenslotte kan het juist in de bedoeling liggen een werkstof te gebruiken bij de massagebehandeling.
Voorbehandeling
Massage moet altijd worden uitgevoerd op een gereinigde en enigszins warme huid. Dat de huid gereinigd moet zijn spreekt vanzelf, omdat het inmasseren van huidonreinheden wel erg onverstandig is. Dat de huid warm moet zijn is ook logisch, omdat de koude huid vernauwde vaten heeft en een verlaagd reactiepatroon. Bij een gezichtsmassage worden ook de hals, het decolleté en de schouders betrokken. Die dienen dus te worden opgenomen in de voorbehandeling.
Nabehandeling
Na de massage wordt de huid afgenomen met warme, goed uitge-
wrongen kompressen en nagedroogd, zodat de cli‘nt niet met een vette of natte huid naar huis gaat. Ook voor een eventueel daarna aangebrachte make-up moet de huid vetvrij en droog zijn.
Indicaties en contra-indicaties
• De indicaties voor de massage blijken uit de huidanalyse en de daaruit getrokken diagnose. • De contra-indicaties zijn: een cliënt met een ziekte onder de leden, kan beter niet behandeld worden tot bekend is om welke ziekte het gaat. Iemand met koorts of een koortslip in het blaasjesstadium mag ook niet behandeld worden. Gezwellen van lymfeknopen of andere gezwellen (behalve talgcysten) vormen ook een contra-indicatie.
Eczeem is een contra-indicatie evenals actieve acne.
Ook bij de behandeling van acne zijn bepaalde massages zinvol, maar dat zijn geen grepen die in het schema van de klassieke massage passen.
De cosmetische gezichtsmassage
Elke massage is anders, en vaak zijn er individuele verschillen. Een massage kan niet uit een boek geleerd worden, de praktijk is de beste leermeester. Er kan hoogstens een algemene lijn aangegeven worden. Enkele hoofdlijnen: • - Effleurage van de kaakranden, de hals en decollete en de schouders met beide handen. - Effleurage van het voorhoofd en de neus, met de vingers. - Petrissages van de kaakrand, van de kaakpunt naar de oren. - Petrissage van de wenkbrauwen, van de neus naar de zijkant. - Petrissages van de wangen, in de vorm van een pincements, waarbij de huid tussen de duim en de middelvinger wordt opgenomen, licht uitgedrukt en weer losgelaten. - Rotaties op de zijkanten van de hals. - Rotaties op het voorhoofd. - Lopende vibraties langs de kaakrand. - Tapotements op de wangen, onder de ogen, op de neuslippenplooi en kaakcontour.
• - Effleurage van het decolleté en de schouders, gevolgd door een vibratie van dat gebied. - Petrissage van de monnikskapspier en de nekspieren. - Rotaties rond de kaakrand en over de hals, gevolgd door een effleurage van de hals en een petrissage van de kaakrand.
- Vibratie van de kaakrand, gevolgd door een tapotement. - Zachte petrissage van de oorschelp. - Effleurages over de hals, decolleté en wangen als overgang naar het voorhoofd. Als het even kan de handen tijdens de massage zo min mogelijk van de huid af laten gaan. - Effleurage van het voorhoofd, gevolgd door rotaties. - Petrissage van de wenkbrauwen. - Effleurage van de neus en de ogen. - Drukzuigmassage van de omgeving van de ogen. - Rotaties op de neus en de wangen. - Rotaties van de bovenlip en de neuslippenplooi en petrissage van hetzelfde gebied. - Rotaties van de onderlip. - Tapotements op de neuslippenplooi en de wangen. - Petrissage van de trompetspier. - Vibratie van de mond. - Afstrijken vanaf het voorhoofd naar de schouders en zachtjes wiegen met de schoudertoppen. - De handen even laten rusten en de massage beëindigen.
Enkele suggesties voor handgrepen per deelgebied: • Decollete en schouders - Effleurage van de schouders. - Rotatie van de schouders. - Frictie langs het borstbeen. - Petrissage van de monnikskapspier. - Rotatie van de bisonbult. - Frictie van de schouderbladgraat. • Nek en hals - Effleurage vanaf de kaak over de hals. - Duimmuis effleurage van de hals. - Pincement op de ’gewoonte’ rimpels van de hals. - Frictie van de achterhoofdsrand. - Rotatie van de nek. - Effleurage van de nek. • Kaak - Effleurage van de kaakrand. - Petrissage van de kaakrand. - Rotatie van de ondercontour. - Tapotement van de ondercontour. - Waaierslag van de ondercontour. - Lopende vibratie van de ondercontour.
• Wangengebied - Effleurage van het gehele wangengebied. - Rotaties van het gehele wangengebied. - Tapotement van de mond naar de nek. - Waaierslag bij de diepe neusplooien. • Ooggebied - Zachte effleurage rond de ogen. - Tapotement onder de ogen in de richting van de oren. - Frictie van de oogkasrand. - Statische vibratie van de slapen. - Petrissage van de wenkbrauwen. • Voorhoofd - Effleurage van oor tot oor. - Rotaties over het gehele voorhoofd. - Fricties langs de haargrens.
Manuele lymfedrainage
Manuele lymfedrainage is een specialisme en kan niet door ongetrainde handen worden uitgevoerd. Met de manuele lymfedrainage kan de afvoer van afvalstoffen en vocht uit de weefsels bevorderd worden, omdat de werking van het lymfsysteem wordt gestimuleerd. De lymfeknopen worden geactiveerd tot lediging en de lymfstroom in de lymfevaten wordt gestimuleerd. Een goede opleiding, die kennis van zaken en inzicht verschaft, is een noodzaak om het beoogde doel te bereiken.
Pincements
Pincements dienen om de cellen van een bepaald huidgebied te activeren en te dwingen tot versnelde afgifte van gifstoffen. Deze massagetechniek is bedacht door dr. Jacquet en de basisvorm draagt nog steeds zijn naam. Pincements worden uitgevoerd in een snelle en in een langzame vorm. In de snelle vorm wordt de huid opgenomen tussen de duim en de middelvinger en na een kort, maar niet te hard kneepje weer losgelaten. De beweging wordt uitgevoerd in banen. In de langzame vorm wordt de huid opgenomen tussen de duim en de in een boogje geplaatste overige vingers. De huid wordt even samengedrukt en weer losgelaten. Deze beweging hoeft niet in banen uitgevoerd te worden. Het goed uitvoeren van pincements vergt nogal wat oefening. Ook hier voor bestaan speciale opleidingen.
Wat moet je weten?
1. Waaruit bestaat de voorbehandeling van een massage? 2. Wat is een effleurage? 3. Wat zijn de mechanische invloeden van de massage? 4. Wat is een rotatie? 5. Waaruit bestaan de reflectorische effecten van de massage? 6. Wat is een petrissage? 7. Waarom voer je een vibratie uit? 8. Hoe en waarom voer je tapotements uit? 9. Waaruit bestaat de nabehandeling? 10. Wat zijn pincements?
Meerkeuzevragen 21.Tot de directe invloeden van de massage rekent men
a de prikkeling van zenuwuiteinden. b een betere doorbloeding in de huid. c een gevoel van algehele ontspanning.
22.Tot de contra-indicaties voor een klassieke gezichtsmassage, behoren
a. eczeem en moedervlekken. b. moedervlekken en koortsblaasjes. c. teleangiectasiën en eczeem.
23.Welke invloed schrijft men toe aan lopende vibraties?
a. Activeren van de doorbloeding. b. Ontspanning via zenuwuiteinden. c. Tonisering van de oppervlakkig gelegen spieren.
24.Bij het masseren van spieren bereikt men de sterkste doorbloeding met
a. effleurages. b. fricties. c. petrissages.
25.Welke grepen past men toe bij het geven van een manuele lymfdrainage?
a. Fricties. b Fijne knijpbewegingen. c Zachte pompbewegingen.
100