Leerboek Schoonheidsverzorging

Page 1

Dijkhuizen 13, 7961 AE Ruinerwold | Tel. 088-3745440 info@uitgeverijcontainer.nl | www.uitgeverijcontainer.nl


© 2020 Uitgeverij Container BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN: 978-90-70502-32-4 Derde druk 2020 Vormgeving: Uitgeverij Container Eindredactie: Uitgeverij Container

Dijkhuizen 13 7961 AE Ruinerwold Tel. 088-3745440 info@uitgeverijcontainer.nl | www.uitgeverijcontainer.nl


Leerboek Schoonheidsverzorging Doen Leerstof voor de competentiegerichte opleiding tot schoonheidsspecialist



INHOUDS OPGAVE Deel 7

Het beroep schoonheidsspecialist Toen... en nu...

Deel 8

Voorbereiden De werkruimte

17 19

Deel 9

Behandelplan maken (kerntaak 1) Analyse Behandelmogelijkheden

29 31 36

Deel 10 Hfd 1 Hfd 2 Hfd 3 Hfd 4 Hfd 5 Hfd 6 Hfd 7

Behandelen van het gelaat (kerntaak 2) Gelaatsbehandeling Maskers en pakkingen Ontharen Decoratie Massage Apparatuur Besmettingsrisico’s

41 43 53 61 67 91 101 111

Deel 11 Hfd 1 Hfd 2 Hfd 3

Handen en voeten Nagels Manicure Voetverzorging

115 117 123 129

Deel 12 Hfd 1 Hfd 2 Hfd 3 Hfd 4 Hfd 5 Hfd 6

Het lichaam (kerntaak 3) Reinigen en ontharen Ontharen Apparatuur Lichaamsmassage Pakkingen Te dik of te dun

135 137 143 151 159 169 173

Deel 13 Hfd 1 Hfd 2

Advies en verkoop (kerntaak 4) De kunst van het communiceren Cosmetische producten

185 187 194

Antwoorden meerkeuzevragen

7 9

218

5


6


7


8


Toen en nu...

Koningin Nefertete

Al in het oude Egypte waren er mensen die zich hadden gespecialiseerd in het verzorgen en 'verfraaien‘ van mensen. Ook de Chinezen, de Babyloniërs en andere prehistorische volkeren hielden zich hiermee bezig. Op de bewaard gebleven buste van de Egyptische koningin Nefertete (De schoonheid die daar komt), uit 1356 voor Christus, is duidelijk haar prachtige make-up zichtbaar. De ogen werden omrand door een groene pasta (die goed beschermde tegen oogkwalen en kopererts bevatte) of met roet gemengde loodglans. Voor de lippen gebruikte men rood spiesglanserts vermengd met loodwit. In deze tijden gebruikten mannen en vrouwen make-up. Daarom werd er onderscheid gemaakt in de basis make-up, geel voor vrouwen en bruin voor mannen.

In het oude Griekenland werd hygiëne belangrijker gevonden dan decoratie. Hier besteedden de vrouwen meer aandacht aan hun uiterlijke verschijning. De mannen hielden zich hoofdzakelijk bezig met sport en lichaamsverzorging. In deze tijd ontstond ook een scheiding tussen cosmetische en medische kennis en handelen. De arts Hippocrates, die op het eiland Aesklepios een gezondheidscentrum beheerde, legde strenge regels vast voor wat als een uitgesproken ziekte werd beschouwd en wat diende tot behoud van gezondheid en uiterlijk schoon. De Romeinen namen veel gebruiken over van de door hen overwonnen volkeren. Hierdoor ontstonden de openbare badhuizen, de thermen, waarvan iedereen gebruik maakte. Men kon hier verschillende behandelingen ondergaan, variërend van massages en ontharingen tot een volledige make-up. De hygiënische gebruiken van de Romeinen verspreidden zich over een groot gedeelte van Europa tot het Christendom zijn intrede deed. De kerk verbood de badhuizen en hygiëne verdween bijna geheel uit het dagelijks leven. Men waste zichzelf en hun kleding niet meer. Om de stank te verdrijven gebruikte men enorme hoeveelheden parfum en dikke lagen poeder om huidzweren en vlooienbeten te verbergen. Door de verschillende tijdperken heen besteedde men veel aandacht 9


aan kleding, kapsel en make-up, maar nog steeds niet aan hygiëne. Pas na 1738, toen men door de opgravingen in Herculaneum het klassieke verleden begon te ontdekken, kwamen hygiënische maatregelen langzamerhand weer in zwang. Tegen het midden van de negentiende eeuw waste men zich weer met water en zeep, nam geregeld een bad en reinigde men kleding en haren. Na de eerste wereldoorlog ontstonden de eerste schoonheidsinstituten, waarvan sommigen wereldberoemd werden, zoals Helena Rubinstein en Elisabeth Arden. Ook begon men met het fabriceren van huidverzorgingsproducten. De franse huidarts mevr. dr. N.G. Payot maakte de eerste wetenschappelijk verantwoorde verzorgingscosmetica. Na de tweede wereldoorlog ontstonden de eerste beroepsopleidingen voor schoonheidsspecialistn. In 1946 werd het schoonheidsverzorgingbedrijf opgenomen in de algemene vestigingswet. In 1948 ontstond STIVAS, de stichting vakexamens schoonheidsverzorging, die enkele jaren geleden over is Elisabeth Arden gegaan in KOC, de huidige examinerende instantie. De in 1949 opgerichte bond voor schoonheidsspecialistn, de ANBOS, functioneert tot op de dag van vandaag. Zij organiseert jaarlijks congressen en geeft o.a. het vakblad De Schoonheidsspecialist uit. In 1997 heeft het HBA, het hoofdbedrijfschap ambachten, de code van de schoonheidsspecialist uitgegeven. Dit is een belangrijk handboek voor de schoonheidsspecialist, het geeft adviezen op het gebied van hygiëne, algemene wettelijke regels en bedrijfsvoering. En nu… Het beroep schoonheidsspecialist is gebaseerd op de algemeen gehanteerde regels voor gezondheidsvoorzorg. Hierbij wordt uitgegaan van de overtuiging dat een gezonde huid mede afhankelijk is van een gezonde geest en een gezond lichaam. Tot het behandelingsgebied hoort: 1. h et behandelen van niet-pathologische veranderingen in huidstructuur en huidfuncties zoals verschillende reinigingsmethoden van de huid, ontharen van huidgebieden, het geven van verschillende massages, het werken met apparatuur, het decoreren d.m.v. makeup en het geven van cosmetische hand- en voetbehandelingen. 10


2. het geven van individuele adviezen op het gebied van cosmeticagebruik en kuurbehandelingen. 3. het verkopen van cosmetica en dergelijke. Hiervoor heeft de schoonheidsspecialist niet alleen technische vakkennis nodig, maar ook parate theoretische kennis, preparatenkennis, commercieel inzicht en moet hij/zij kunnen omgaan met cliëntn. Werkterreinen Als schoonheidsspecialist kun je je werkzaamheden vanuit verschillende werkterreinen verrichten. - A ls zelfstandige vanuit een thuispraktijk. Er wordt dan een kleine ruimte in of aan het huis gebruikt voor een kleinschalige salon. - A ls zelfstandige in een eigen pand, bijvoorbeeld een winkelpand, of inpandig in bijvoorbeeld een kapsalon. - In dienst bij bijvoorbeeld een beautyinstituut, saunabedrijf of drogisterij. - A ls voorlichter of vertegenwoordiger bij een cosmetische groothandel. Je kunt je werk als schoonheidsspecialist ook uitoefenen in combinatie of in teamverband met aanverwante beroepen zoals bijvoorbeeld pedicure of kapper. Een schoonheidsspecialist is nooit uitgeleerd; er zijn vele specialisaties of speciale behandelmethoden, waarin je je kunt bekwamen. Bijvoorbeeld: - cosmetische camouflage; - elektrisch ontharen; - lymfedrainage; - bindweefselmassage; - visagie; - acnebehandelingen; - aromatherapie en nog veel meer. Kwaliteit leveren De laatste decennia is het leveren van kwaliteit in de dienstverlenende beroepen steeds belangrijker geworden. De cliëntn worden mondiger en de concurrentie neemt toe. Als schoonheidsspecialist ben je in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de dienstverlening. Wat is kwaliteit eigenlijk? Het is moeilijk om daarvan een definitie te geven waarin een ieder zich kan vinden. Iedereen heeft namelijk een eigen kijk op kwaliteit en stelt andere eisen. 11


De meeste van ons denken bij een begrip als kwaliteitszorg aan de effectiviteit van de behandeling. Maar dat is niet voldoende. De schoonheidsspecialist moet over goede communicatieve eigenschappen beschikken. Ook moeten bepaalde voorzieningen zoals de hygiëne in de salon, de veiligheid van de apparatuur, de instrumenten en materialen die gebruikt worden aan specifieke eisen voldoen. Deze staan beschreven in de Code van de schoonheidsspecialist. Code van de schoonheidsspecialist Hierin vind je de kwaliteitseisen die gesteld worden aan de uitvoering van de schoonheidsverzorgingpraktijk. De Code geeft de wettelijk eisen en branchenormen: - oprichting en veranderingen van het bedrijf; - inkoop van middelen en materialen; - Iinrichting van de praktijkruimte; - arbeidsomstandigheden; - hygiëne; - milieu en energie; - kwaliteitsbeleid. Het is dus essentieel om de Code toe te passen in je werk. Beoordelen van kwaliteit Uiteindelijk beoordelen de cliëntn de kwaliteit van de dienstverlening. Het is dus verstandig om regelmatig te onderzoeken hoe de cliëntn de behandelingen ervaren. Je kunt daarvoor een evaluatieformulier opstellen met vragen over de ontvangst, uitvoering van de behandelingen, de sfeer in de salon, de afronding (vervolgafspraak, advisering en verkoop producten), de presentatie van praktijk en personeel. Leg de uitkomsten schriftelijk vast. Registreer klachten en onderneem verbeteracties. Commerciële vaardigheden Of een schoonheidsspecialist nu een eigen bedrijf heeft of in dienstverband werkt, je hebt altijd commerciële kennis en vaardigheden nodig. Je moet instrumenten en materialen inkopen en producten verkopen. Van deze inkoop en verkoop moet een administratie worden bijgehouden. In de Code van de schoonheidsspecialist is opgenomen dat in het schoonheidsverzorgingbedrijf een inkoopbeleid gehanteerd wordt. Om dat proces goed te laten verlopen moet je het volgende doen: - voorraad bewaken, controleer systematisch of er nog voldoende 12


voorraad aanwezig is voor behandelingen en verkoop, noteer wat je nodig hebt; - bestellingen opgeven en producten inkopen, bestel nooit teveel in een keer, controleer producten op houdbaarheid, breuk of beschadiging gebruiksaanwijzing en veiligheidsinformatie, controleer de factuur en kijk na of de levering overeenkomt met de bestelling. Als schoonheidsspecialist verkoop je je cliënt allerlei producten, zoals huidverzorgingsproducten, decoratieproducten en materialen voor hand en voetverzorging. Laat de klant altijd zien wat je verkoopt; zet alles overzichtelijk en aantrekkelijk in een vitrinekast. Ook met posters en ander promotiemateriaal kun je je producten onder de aandacht brengen. Zorg ervoor dat de prijzen duidelijk zichtbaar zijn voor de cliënt. Bij de verkoop van producten adviseer je cliëntn goed welke specifiek voor hun huidproblemen geschikt zijn. Licht hen voor over prijzen en leg de relatie tussen prijs en kwaliteit. Biedt na elke behandeling een proefexemplaar van een geschikt product aan. Natuurlijk eindigt een verkoop met de financiële afhandeling. Zonder cliënten kan een schoonheidsspecialist niet bestaan. Zij leveren werk op en dus inkomen. Je moet er dus alles aan doen om hen tevreden te houden. Cliënt gericht werken is dus van het allerhoogste belang. De eerste indruk die een cliënt krijgt van jou en de salon kan doorslaggevend zijn. Alles waarmee de salon naar buiten treedt, moet netjes en verzorgd zijn en de stijl van de salon moet erin herkenbaar zijn. Dat betekent dat je representatief moet zijn, vriendelijk en beleefd, keurig verzorgd en je straalt enthousiasme uit. Je hebt een gastheer/vrouwfunctie. Laat cliëntn nooit lang wachten, dat kan irritatie opwekken. De eerste contacten tussen cliënt en salon zijn meestal telefonisch. Goed telefonisch bereikbaar zijn, is dus erg belangrijk. Vraag altijd het telefoonnummer van de cliënt, zodat je in onvoorziene omstandigheden kunt terugbellen. Wees ook hier vriendelijk, beleefd en respectvol. Zelfs als de cliënt niet aardig is! Door net iets meer voor de cliënt te doen dan noodzakelijk is, kweek je ‘goodwill’ en onderscheid je je van anderen. Ga ook vakkundig, tactvol en serieus om met eventuele klachten, vragen of suggesties. Hoe druk je het ook hebt, neem altijd de tijd voor je cliënt. Leef je in de cliënt in en stel je flexibel op.

13


Afbakening van het werkterrein Het is belangrijk dat je als schoonheidsspecialist goed weet waar de grens ligt tussen jouw werkterrein en dat van een ander. Enkele voorbeelden. - Het verwijderen van moedervlekken of wratten behoort tot het medische en niet tot het cosmetische behandelingsgebied. - Elke huidziekte, al lijkt deze nog zo onschuldig, moet door de dermatoloog (of huisarts) te worden behandeld. - Alles wat via de mond gaat, moet door de medicus worden voorgeschreven. Ten aanzien van de voeding met betrekking tot bepaalde cosmetische huidbehandelingen beperkt de schoonheidsspecialist zich tot het geven van wat algemene richtlijnen, je schrijft geen diëten voor. - Lichaamsmassage wordt door de schoonheidsspecialist slechts bij gezonde mensen worden uitgevoerd. Afwijkingen behoren tot het werkgebied van de fysiotherapeut, die op zijn beurt pas tot massage overgaat op advies of onder supervisie van een arts. - Het behandelen van pathologische nagels of eelt aan de voeten ligt op het terrein van de pedicure. Het arbeidsterrein binnen de cosmetiek is groot genoeg. Overschrijding van de grens is onverantwoordelijk en zou tot ernstige gevolgen kunnen leiden. De eventuele samenwerking met artsen Er kunnen zich verschillende mogelijkheden voordoen, waarbij een arts een farmaceutische therapie toepast in combinatie met een cosmetische kuurbehandeling door de schoonheidsspecialist. Zo kan hij/ zij bijvoorbeeld in geval van overbeharing bij een patiënt aanleiding zien om een hormoontherapie te geven, terwijl in dezelfde periode de schoonheidsspecialist die overbeharing plaatselijk met elektrische ontharing bestrijden kan. Als een cliënt tot een cosmetische kuurbehandeling besluit om een gewichtscorrectie te bereiken, kan de schoonheidsspecialist voorafgaande aan haar behandeling een schema van de kuur ter goedkeuring aan de arts doorgeven. Bij een hardnekkige acne kan de arts met een antibioticum de lokale huidbehandelingen van de schoonheidsspecialist ondersteunen. Tegenwoordig wordt de cosmetische nazorg door middel van elektro cosmetiek door de schoonheidsspecialist toegepast na plastisch chirurgische ingrepen. Bloeduitstortingen en zwellingen, die na dergelijke operaties optreden, worden op deze wijze sneller tot resorptie 14


gebracht, terwijl na huidtransplantaties, de huidstofwisseling op deze wijze gunstig kan worden beïnvloed. Natuurlijk bepaalt de chirurg op welk tijdstip met deze cosmetische nazorg begonnen kan worden.

15


16


17


18


1. De werkruimte Voor een goed ingerichte werkruimte gelden de volgende criteria: • Hygiëne • Rust • Efficiëntie Afmetingen en luchtvolume De afmetingen en het volume van een salon moeten zodanig zijn, dat de aanwezige personen zonder gevaar hun werkzaamheden kunnen verrichten en over voldoende bewegingsruimte kunnen beschikken. Dit is van belang, omdat mensen in een te kleine ruimte zichzelf en elkaar hinderen. Ook zou een gevoel van opgeslotenheid kunnen ontstaan. De minimaal benodigde ruimte wordt onder meer bepaald door het aanwezige werkmeubilair, de arbeidsmiddelen en door de benodigde bedienings- en werkruimte op de werkplek. Het is dus in het kader van dit boek niet mogelijk om exact aan te geven wat de minimale afmetingen van een salon precies moeten zijn. Alleen voor kantoren wordt overigens een concreet minimum gehanteerd van zeven m2 per standaard (beeldscherm) werkplek. Klimaat en ventilatie Het klimaat in de werkomgeving moet behaaglijk en gelijkmatig zijn waarbij bijvoorbeeld hinderlijke tocht en koudeval moeten worden voorkomen. De beleving van het binnenklimaat wordt bepaald door een groot aantal variabelen, waardoor het gedeeltelijk individueel bepaald wordt. Deze variabelen zijn de luchttemperatuur, de stralingstemperatuur, de luchtsnelheid, de relatieve luchtvochtigheid, de gedragen kleding en de zwaarte van de werkzaamheden. Een doelmatige vorm van ventilatie is noodzakelijk voor een goede kwaliteit van de lucht op de werkplek. Aan de ene kant moet voldoende verse buitenlucht kunnen toestromen om de door de aanwezigen verbruikte zuurstof aan te vullen. Aan de andere kant moeten koolzuurgas, overtollige waterdamp en warmte en eventueel hinderlijke stoffen en geuren kunnen worden afgevoerd. Ventilatie kan op natuurlijke wijze door openingen en/of mechanisch met behulp van bijvoorbeeld ventilatoren plaatsvinden. Bedrijfsuitrusting De outillage (bedrijfsuitrusting) moet aangepast zijn aan de beschikbare ruimte en aan de soort behandelingen die gegeven worden. De behandelstoel is bij het geven van cosmetische behandelingen heel 19


belangrijk, de cliënt moet optimaal kunnen ontspannen, zodat de behandeling het meeste effect heeft. Voorwaarde voor een behandelstoel is, dat deze te verstellen is in het hoofd, rug en kniegedeelte. De stoel moet individueel aan elke cliënt kunnen worden aangepast. Verlichting Op de arbeidsplaats moet in principe daglicht kunnen toetreden, maar het zal meestal nodig zijn om met behulp van kunstlicht een voldoende en gelijkmatige verlichting te bereiken. Het gewenste niveau van verlichting is overigens sterk afhankelijk van de aard van de visuele taken die in de ruimte uitgevoerd moeten worden. Te grote lichtcontrasten en hinderlijke schaduwvorming moeten altijd zoveel mogelijk worden tegengegaan. Om bij daglicht een duidelijke belichting zonder schaduwen te krijgen, plaats je de stoel tegenover het raam. De elektrische verlichting mag niet te fel zijn en moet zo zijn aangebracht, dat deze tijdens de rustige onderdelen van de behandeling kan worden getemperd. Hiervoor kan bijvoorbeeld zijverlichting worden gebruikt. Bij werkzaamheden, waarbij een scherpe blik noodzakelijk is, moet een verstelbare lamp waarmee een duidelijke belichting mogelijk is beschikbaar te zijn. Men kan hiervoor ook gebruik maken van een loupelamp die op de werktafel bevestigd kan worden. De behandelingen worden zoveel mogelijk zittend uit gevoerd, op een in hoogte verstelbare draaibare tabouret. Dit is niet alleen beter voor de schoonheidsspecialist, maar ook voor de cliënt, omdat op deze manier de meeste rust wordt verkregen. Om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken, moet het mogelijk zijn een cosmetische hand- of voetbehandeling tijdens de gezichtsbehandeling respectievelijk aan de zijkant of aan het voeteneinde van de stoel uit te voeren. Daar moet dus ruimte voor zijn. Natuurlijk moet er ruim voldoende schoon linnengoed voorradig zijn om dit na elke behandeling te kunnen verwisselen. Het werkmateriaal (inclusief de elektrische apparaten) moet steeds binnen handbereik bedrijfsklaar staan. Zitgelegenheid In het Arbeidsomstandighedenbesluit is, naast een aantal algemene artikelen met betrekking tot het voorkomen en beperken van de gevaren door ongewenste fysieke belasting, een specifiek artikel opgenomen gericht op het verstrekken van doelmatige zitgelegenheid bij zittend en staand werk.

20


Zitgelegenheden moeten niet alleen aanwezig maar ook doelmatig zijn. Dit betekent onder andere: • een goede stoel (NEN 1812 voor bureaustoelen); • voldoende ruimte (o.a. been en hoofdruimte) voor de zittende persoon; • te hanteren materialen (producten, gereedschappen) binnen handbereik; • overige condities (licht, temperatuur, enzovoort) zodanig, dat goed gewerkt kan worden. Effecten van (langdurig) staan en zitten Deze extra aandacht voor staand en zittend werk lijkt misschien wat overdreven, maar uit onderzoek komt naar voren, dat langdurig staan op den duur nadelig is voor de bloedvaten, de gewrichten en de spieren. Langdurig zitten kan na verloop van tijd ook tot gezondheidsproblemen, zoals rugklachten, leiden. De nadelige gevolgen kunnen worden verminderd door staan af te wisselen met zitten en door regelmatig te lopen. Vooral voor zwangere vrouwen is langdurig staan nadelig. Er is sprake van zowel energetische als mechanische belasting tijdens het staan. Om de staande houding in stand te houden met een klein lichaamsondersteunend vlak (beide voeten) zijn vele spieren op een statische manier actief. Als gevolg daarvan neemt de doorbloeding van de spieren af (de pompwerking van bewegende spieren is afwezig), worden afvalstoffen moeilijker afgevoerd en wordt de zuurstoftoevoer kleiner. De belangrijkste preventieve maatregel is dus het afwisselen van werkhoudingen. In voorlichting en onderricht aan werknemers dient hieraan aan dacht te worden besteed. Langdurig staan heeft een drietal nadelige effecten op de mens. Afhankelijk van de bouw van de mens zal het ene of het andere effect eerder kunnen optreden. De drie effecten zijn: • spiervermoeidheid. Als er niet of weinig bewogen wordt, zoals bij langdurig staan, drukken de spieren tegelijkertijd de bloedvaten dicht, waardoor er weinig aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen is en weinig afvoer van verbrandingsproducten. Hierdoor ontstaat vermoeidheid; • kraakbeenvervorming. Indien in gewrichten een bepaalde stand langere tijd wordt volgehouden, leidt dit tot vervorming van het kraakbeen. Het kraakbeen wordt ‘als een spons’ leeggeperst, vooral als de spierspanning rondom het gewricht hoog is. De ‘smering’ 21


van het gewricht is dan verminderd en bewegen doet pijn. Blijvende schade aan het kraakbeen kan het gevolg zijn; • spataderen en veneuze insufficiëntie. Het bloed, dat in de benen en voeten nodig is voor de voorziening van zuurstof en brandstof, wordt door de werking van de beenspieren uit de aderen geperst en omhoog geleid. Als de spieren niet voldoende actief zijn, blijft het bloed in de aderen en wordt de druk op de kwetsbare klepjes te groot. Deze beschadigen dan, wat bij de aderen aan de buitenkant van het been te zien is als spataderen. Sta-steun De zogenaamde sta-steun kan tot wel 60% van het lichaamsgewicht overnemen, waardoor de benen minder zwaar belast worden. De mogelijkheid om de beenspieren toch enigszins te bewegen, zorgt ervoor dat het terugstromen van het bloed uit de benen nog voldoende is. De spanning in de rugspieren wordt niet weggenomen. Een sta-steun kan als alternatief voor staand werk worden gebruikt maar als alternatief voor zittend werk is een sta-steun zeker niet geschikt. Het grootste voordeel van de sta-steun is dat de reikwijdte van de werknemer groot blijft en in de werksituatie staan en gebruik van de sta-steun snel kunnen worden afgewisseld Kleur De gekozen kleuren in de werkruimte kunnen van psychologisch belang zijn en verdienen daarom alle aandacht. Bepaalde kleuren kunnen de suggestie van vergrotend, verruimend, oproepen. Aan andere kan juist een ruimteverkleinende werking worden toegeschreven. Van sommige tinten kan een ontspannende, kalmerende invloed uitgaan, terwijl weer andere opwekkend of juist deprimerend werken. Een efficiënte en met zorg ingerichte werkkamer of cabine wekt bij de cliënt vertrouwen. En dat is voor de schoonheidsspecialist noodzakelijk om succesvol te kunnen werken. De schone salon De werkruimte van de schoonheidsspecialist moet aan de hygiënische voorwaarden voldoen. Het is verstandig in de keuze van stoffering gebruik te maken van synthetische vezels. Hierdoor vermijd je verergering van eventuele allergieën bij cliëntn (astma bijvoorbeeld) en deze zijn goed te reinigen. De huid van de cliënt mag nooit in aanraking komen met linnengoed dat al eerder gebruikt werd. Daarom wordt voor iedere behandeling de stoel afgedekt met een schoon hoeslaken of iets dergelijks, op het hoofd/schoudergedeelte van de stoel 22


een schone handdoek gelegd en een schone voetenzak of handdoek klaargelegd. Ook leg je voldoende handdoeken klaar om het decolleté af te dekken, eventueel voor andere doelen en een kompresdoek. De deken, waarmee de cliënt tijdens de behandeling wordt afgedekt, is natuurlijk ook altijd schoon zijn. Kies ook hiervoor goed te reinigen materiaal. De werktafel De glazen of geplastificeerde bladen van de werktafel moeten altijd stofvrij zijn en zonder vettige afdrukken van potten of flessen. De cosmeticapotten en -flessen moeten na gebruik goed gesloten worden en regelmatig aan de buitenzijde vetvrij gemaakt, evenals de schroefdraad voor de deksel of dop. Gebruikte wattenproppen worden rechtstreeks in het afvalbakje gegooid en niet ’even’ op de werktafel gelegd. De instrumenten De instrumenten die bij de cosmetische behandelingen gebruikt worden (inclusief die voor manicure en cosmetische voetverzorging) zijn bijvoorbeeld pincetten, comedonendrukkers, miliamesjes, vellentangen, nageltangen, nagelheffers en dergelijke. Voor het gebruik moeten alle instrumenten gedesinfecteerd worden door middel van steriliseren in de autoclaaf of door desinfecteren met chemische middelen (desinfecteren = ontsmetten; steriliseren = kiemvrij maken). Na het steriliseren moeten de instrumenten in een goed sluitende doos van glas of verchroomd metaal worden weggelegd. Alcohol 70%, een oplossing van Superol, of van waterstofperoxyde en dergelijke kunnen zowel voor de desinfectie van een klein instrumentarium toegepast worden. Voor de desinfectie van de te behandelen huidgebieden worden huiddesinfectantia gebruikt. De apparaten Apparatuur moet goed worden gereinigd en onderhouden. Hierdoor houden deze langer een nieuw aanzien en blijven ze ook langer goed en functioneren veilig. Dagelijks moeten apparaten huishoudelijk worden gereinigd met een sopdoekje. Het isolatiemiddel om de elektrische snoeren moet ontzien worden en regelmatig worden gecontroleerd. Tot behoud van deze isolatie moeten de snoeren van de diverse toestellen na gebruik zorgvuldig worden opgerold. Deze mogen niet in elkaar gedraaid op de grond blijven liggen. Bij apparaten, die niet in werking zijn, moeten de stekkers niet in stopcontacten blijven. Eventueel ontstane vlekken moeten onmiddellijk worden verwijderd. De apparatuur moet om de zes maanden (en bij zeer intensief gebruik om 23


de drie maanden) door een deskundige worden nagekeken. Alle aanzetstukken, zoals borstels, elektroden van glas, rubber, kunststof of andere materialen, moeten na gebruik goed gereinigd worden en voor opnieuw gebruik worden gedesinfecteerd. Door een juiste verzorging van de apparatuur zul je extra onkosten, veel ongemak en een slordige indruk kunnen vermijden. Ontvangen en installeren van de cliënt. Bij binnenkomst van de cliënt vraag je haar of hem, afhankelijk van het doel van haar/zijn komst, sommige kledingstukken uit te doen. Voor een lichaams- of kuurbehandeling kun je een badjas en slippers verstrekken. Voor de gezichtsbehandeling is het nodig dat hoofd, schouders en decolleté ontkleed zijn. Nadat de klant op de behandelstoel heeft plaats genomen, breng je de stoel in horizontale stand. De benen een beetje hoger, zodat de knieën iets hoger dan de heupbeenderen liggen. Dit is de meest ontspannen houding. Vraag of de cliënt ontspannen ligt. Iemand met een holle rug heeft een zachte lendenrol nodig, iemand met een sterk gebogen halswervelkolom een nekkussentje of iets dergelijks. Het haar wordt eventueel met een bandeau afgedekt. Met een deken dek je de cliënt vervolgens toe om de lichaamstemperatuur constant te houden (deze daalt bij lang stilliggen). Uit hygiënische overwegingen worden de voeten eerst in een katoenen doek of voetenzak gewikkeld. Warmte bevordert de ontspanning en zorgt voor een betere bloedverdeling in het lichaam. Langs de bovenrand van de deken wordt steeds een schone handdoek over de deken geslagen. Van een cliënt die al eerder is geweest, zoek je de gegevens op en zet alles klaar voor de gewenste behandeling gewenst. (Pas daarna handen wassen). Bij nieuwe cliëntn begin je na het installeren met handen wassen. Huidreinigen Een grondige huidanalyse (en goede huidverzorging) is niet mogelijk zonder een voorafgaande oppervlakte reiniging van de huid. Reinigen is echter een ruim begrip en een reiniging moet wel de ongerechtigheden verwijderen, maar niet de beschermende lagen van de huid aantasten. Daarom is een diepgaande kennis van de reinigingsmethoden van de huid noodzakelijk. Het gezicht en de handen zijn die lichaamsdelen, die het vaakst met de buitenlucht in aanraking komen en daarom de meeste kans hebben 24


om vuil te worden. Het gezicht van de vrouw die regelmatig makeup gebruikt, heeft een andere reiniging nodig dan dat van de vrouw die zelden of nooit make-up gebruikt. De grovere mannenhuid neemt sneller vuil op dan de gladdere vrouwenhuid. Kortom er moet inzicht zijn in de vele manieren van reinigen en de daartoe meest geschikte producten. Reinigingsproducten oppervlaktereiniging Reinigingscrème Reinigingscrèmes zijn watervrije mengsels van minerale vetten en plantaardige vetten, die vloeibaar worden op de huid en zich mengen met het huidvet en het daaraan klevende vuil, zowel de door de huid zelf geproduceerde afvalstoffen als door het vuil dat er van buiten af op is gekomen. Met tissues wordt deze crème afgenomen en daarna wordt de huid nagereinigd met een cleanser. Reinigingslotion Reinigingslotions zijn zwak alcoholhoudende of zelfs alcoholvrije oplossingen van bestanddelen met bijvoorbeeld adstringerende en/of huidkalmerende werking, die na de reiniging worden toegepast om resten van de reinigingsmiddelen en nog achtergebleven losgemaakt vuil te verwijderen. Reinigingsmilk Reinigingsmilk is een o/w emulsie, die met de handen kan worden opgebracht en met sponsjes, een kompres of wattenschijfjes worden afgenomen. Nawassen en bij voorkeur gebruik van een lotion blijft echter deel van de behandeling. Reinigingsolie/hydrofiele olie Hydrofiele olie is een (meestal plantaardige) olie die zich gemakkelijk met zowel vetten als water vermengt. De olie wordt op de huid aangebracht en even ingemasseerd, waardoor die zich met het huidvet en het daaraan klevende vuil verbindt. Daarna wordt de olie met koud water uitgemulgeerd zodat huidvet en vuil uitgewassen worden. Naspoelen met koud of lauw water en desgewenst (niet noodzakelijk) een lotion gebruiken. Reinigingsgelei Reinigingsgelei bevat geen vetten maar waterige stoffen die een gel kunnen vormen, dat wil zeggen stoffen die opzwellen in het oplos25


middel. De gelei wordt op de huid aangebracht en licht ingemasseerd. De gel bindt zich dan met het huidvet en het daaraan klevende vuil. Daarna met veel koud tot lauwwarm water uitwassen. Wascrème Wascrème is een soort ingedikte milk. De dikke massa wordt met de natte handen dun over de huid verdeeld en dan met natte handen grondig uitgewassen en dan nagespoeld. Wascrèmes bestaan zowel op basis van gewone zeep als op basis van tensiden (zogenaamde ’alkalivrije’ zeep). Nareinigen met een lotion is daarna op zijn plaats, om eventueel achtergebleven zeepresten te verwijderen. Zeep Alleen echte zeep mag ’zeep’ genoemd worden. Alle andere reinigingsmiddelen behoren tot de ’tensiden’, een grote groep emulgatoren, die vaak van vrij ingewikkelde organisch chemische samenstelling zijn. Echte zeep ontstaat, wanneer vetten gekookt worden met een loog. Dat zijn tegenwoordig meestal natronloog of kaliloog en vroeger, toen men deze stoffen nog niet zo gemakkelijk kon maken, de carbonaten van natrium of kalium. De natriumzeep vormt zich bij afkoeling als harde stukken, die afgezeefd en geperst worden. Dat is de ’harde’ zeep. Kaliumzeep blijft zacht en moet worden afgefiltreerd. De zeep wordt daarna ook in stukken geperst, dat is de ’zachte’ zeep. Soms is de zeep zo zacht, dat die niet kan worden afgezeefd of gefiltreerd. Die wordt dan ingedikt en als ’groene’ of ’gele’ zeep gebruikt. Zeep is altijd sterk basisch en daarom worden er allerlei stoffen aan toe gevoegd om de schadelijke invloed te beperken. Zeep dient goed uitgewassen te worden, om te voorkomen dat de huid op den duur wordt aangetast. De tensiden kunnen ook ionen bevatten, die echter te zwak zijn om de huid aan te tasten. Het bezwaar van tensiden is, dat ze de huid extreem ontvetten en gemakkelijk de beschermende laag aantasten. Mousserende emulsie Mousserende emulsies zijn verdunde tensiden, die verzadigd zijn met koolzuur onder een bepaalde druk. Deze emulsie wordt geleverd in een spuitbus, die naast de al aanwezige koolzuur nog extra koolzuur onder druk bevat als ’drijfgas’. Als de emulsie wordt opgespoten ontwikkelt zich meteen schuim door het expanderende koolzuur. Scheerschuim is hiervan het bekendste voorbeeld.

26


Methoden en technieken voor oppervlaktereiniging Manuele toepassing Alle bovenomschreven middelen dienen voor een oppervlaktereiniging. Bij thuisgebruik en in de salon worden deze preparaten meestal manueel (met de hand) opgebracht en uitgewerkt. De volgorde kan bijvoorbeeld zijn: 1. De huid voorreinigen met een uitgewrongen kompres met warm water, om loszittende elementen te verwijderen. 2. Het reinigingsmiddel op de huid aanbrengen en licht inmasseren. 3. Het reinigingsmiddel afnemen met vochtige kompressen, dit enige malen herhalen. 4. De huid nareinigen met een lotion. Apparatieve reiniging Om de reiniging intensiever te doen verlopen, kan de reiniging door verschillende apparaten worden begeleid. De huid wordt voorbereid met behulp van het koeldampapparaat of het waterdampapparaat. Daardoor treedt een verweking van de dode hoorncellen op, die daardoor gemakkelijker verwijderd kunnen worden, tegelijk met het daartussen vastgehouden vuil. 1. Het reinigingsmiddel wordt ingewerkt met behulp van het borstelapparaat, waardoor tegelijk dode hoorncellen worden losgemaakt door de beweging van de haren van de borstel en het reinigingsmiddel beter en dieper verdeeld wordt. 2. Het reinigingsmiddel afnemen met een lauwwarm kompres en dat enige malen herhalen.

27


28


29


30


Analyse Na de reiniging van de huid onderwerpt deze aan een kritische observering. Eventuele manuele handelingen, die hierbij nodig zijn, bijvoorbeeld om de huidspanning of de doorbloeding te peilen, dienen zorgzaam en voorzichtig te worden verricht. Je begint met het stellen van vragen, dat noemen we de anamnese. De gegevens die we hierdoor verkrijgen leggen we vast. De cliëntnkaart Om een goed inzicht te krijgen in de persoon van de cliënt en een overzicht te hebben van de verrichte behandelingen, moet de individuele informatie bewaard en verwerkt te worden. Dit kan in een computersysteem opgeslagen worden. Hiervoor zijn verschillende programma’s te koop. Eén van de bekendste voor de schoonheidssalon is ‘Melissa’, dit bevat niet alleen de cliëntgegevens, maar beheert ook de voorraad en houdt de boekhouding van de salon bij. Ook kan de informatie op een kaart worden ingevuld om daarna in een kaartenbak bewaard te worden. Dit noemen we de cliëntnkaart. Het spreekt vanzelf dat de gegevens vertrouwelijk behandeld worden. Op de cliëntnkaart worden vermeld: Personalia. Hieronder verstaan we de persoonlijke gegevens van de cliënt, als naam, achternaam, voorletters, en desgewenst voornaam en eventuele titels. Geboortedatum, beroep, adres, woonplaats en postcode, telefoon en faxnummer. Gegevens over de bereikbaarheid van de cliënt, want niet iedereen wil thuis of op het werk gebeld worden. Anamnese. Daarnaast moeten we enkele heel belangrijke gegevens te vragen, die bij de cliënt weerstand kunnen oproepen, omdat ze als misschien als inbreuk op de privacy worden beschouwd. Het is daarom belangrijk de vragen tactvol te stellen en de cliënt uit te leggen dat het voor een verantwoorde behandeling nodig is om bepaalde vragen beantwoord te krijgen om vervelende gevolgen voor de cliënt en degene die behandelt te voorkomen. Het is nodig om te weten: • of de cliënt belangrijke ziektes of operaties heeft doorstaan, die van invloed kunnen zijn op de behandeling. • of de cliënt allergisch of intolerant is voor bepaalde stoffen. Iemand die gevoelig is voor hooikoorts mag niet behandeld worden met pollen, iemand die allergisch is voor bijensteken mag niet behandeld worden met koninginnegelei, enzovoort 31


• of de cliënt gevoelig is voor epileptische aanvallen. Men is dan gewaarschuwd als er extreme reacties komen op massages, maskers enzovoort, die dan onmiddellijk onderbroken moeten worden. • welke medicijnen de cliënt gebruikt. Bij iemand die bloedverdunnende middelen gebruikt bestaat een risico bij het openen van milia en bij epileren. In dit verband is ook het noteren van de naam van de huisarts of specialist belangrijk. Vragen waar nog wel antwoord op wordt gegeven, betreffen de leefgewoonten van de cliënt, zoals de eetgewoonten, vegetarisch of veel vlees, en (on)regelmatige menstruatie of stoelgang. Vragen over koffiegebruik liggen gemakkelijker dan vragen over alcohol of drugsgebruik en over rookgewoonten. Nog moeilijker worden vragen over de culturele achtergrond van de cliënt, die worden vaak als discriminatie beschouwd, maar kunnen in verband met een eventueel afwijkend huidpatroon noodzakelijk zijn. Kortom, het opstellen van een goede cliëntnkaart vraagt om tact en inzicht. De onderzoekstechnieken Voor een goed onderzoek naar de toestand van de huid zijn nodig: De anamnese Het woord komt weer uit het Grieks en betekent letterlijk herinnering. Wij verstaan er de voorgeschiedenis van de aandoening of ziekte onder. In het instituut is het de achtergrond of de reden, waarom de klant zich tot het cosmetisch instituut wendt. De inspectie Dit woord komt uit het Latijn. Inspectare betekent nauwkeurig bekijken, onderzoeken. Dat geeft goed aan wat de handeling inhoudt, het heel goed en nauwkeurig bekijken van de huid. De palpatie Ook dit woord komt uit het Latijn. Palpare betekent letterlijk met de vlakke hand strelen. Wij verstaan er onder het betasten, het bevoelen van de huid. Daardoor kunnen ook niet direct met het blote oog waarneembare onregelmatigheden worden geconstateerd.

32


Huidanalyse Hieronder verstaan we het nauwkeurig waarnemen van de huid, om te constateren, welke behandelingen dienen te worden ingezet en welke producten dienen te worden geadviseerd voor thuisgebruik. Hoewel deze gehele handeling wordt samengevat onder het begrip huidanalyse wordt de uit deze analyse getrokken conclusie de huiddiagnose genoemd. Beide begrippen worden vaak door elkaar gebruikt. Ter verduidelijking: Analyse komt uit het Grieks. Analusoo = losmaken, ontleden in bestanddelen. Diagnose komt ook uit het Grieks. Diagnoosis = onderkenning, vaststelling. De huidsoort wordt ingedeeld naar: • talgproductie; • vochtgraad; • doorbloeding; • huidspanning; • verhoorning. Enkele van de gegevens kunnen bevestigd of verduidelijkt worden door de ’Woodlightanalyse’. De woodlamp produceert een UV-licht van 366 nm, dat zelf onzichtbaar is, maar een duidelijke fluorescentie (oplichten in een bepaalde kleur) geeft. Deze waarneming dient in het donker te gebeuren om een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen. Daarom kan die het beste na de huidanalyse gedaan worden. Bij de onderstaande gegevens zijn de mogelijkheden met de woodlamp aangegeven. De talgproductie Normale talgproductie, de huid ziet er ’normaal’ uit, niet vet en niet droog. Te weinig talgproductie, de huid maakt een droge, wat ’strakke’ indruk, de poriën zijn eigenlijk niet zichtbaar. Te veel talgproductie, de huid is glimmend en duidelijk vet, de poriën zijn vergroot. Woodlight laat talg helgeel tot knalrood oplichten. De plaatsen waar veel of weinig talg geproduceerd wordt zijn goed te zien. De vochtgraad Normale vochtigheid hoort bij het gemiddelde huidtype. Te weinig vocht geeft een duidelijke vochtarme huid, droog, en enigszins craquelé-achtig. Teveel vocht komt bijna niet voor, dat valt onder de afwijkingen van de zweetklieren. Woodlight geeft een indirect beeld van de vochtigheid van de huid. Een vochtarme huid geleidt elektriciteit slecht en wordt gemakkelijk statisch geladen. Hoe vochtarmer 33


de huid, des te statischer. De lucht om ons heen is vol kleine stofjes. Een vochtarme huid trekt veel meer stofjes aan dan een huid met een normale vochtigheidsgraad. Onder woodlight kunnen we die stofjes als helwitte puntjes zien. De dichtheid van die lichtpuntjes geeft een beeld van de huidvochtigheid. De doorbloeding Een goede doorbloeding toont een huid met een egale kleur. Met een vinger weggedrukt bloed moet snel weer terugstromen. Te trage doorbloeding toont een bleke, wat vale huid. Met de vinger weggedrukt bloed komt pas langzaam weer terug. Te sterke doorbloeding toont een huid die snel rood wordt. Met een vinger weggedrukt bloed komt veel te snel weer terug. Woodlight laat bloed blauwviolet reflecteren. Bij een te zwakke door bloeding is de huid vaal violet, bij een te sterke doorbloeding bijna donkerblauw. De huidspanning Deze wordt getest door de huid voorzichtig op te nemen en los te laten. Een te hoge huidspanning doet de huid meteen terugspringen, zonder dat nog gezien kan worden waar die opgenomen werd. Een te lage huidspanning doet de huid langzaam terugveren en de plek waar de huid is opgenomen, blijft nog enige tijd zichtbaar. Woodlight: met de woodlamp kan geen nadere informatie verkregen worden over de huidspanning. De verhoorning Oververhoorning maakt een huid ruw en grof. Te geringe verhoorning maakt een huid dun en overgevoelig. Woodlight geeft een uitstekend beeld van de verhoorning, omdat die wit oplicht, zodat goed kan worden waargenomen waar de huid oververhoornd is en in welke mate en waar de verhoorning te wensen overlaat. Daarna wordt gekeken naar de afwijkingen van het normale patroon wat betreft: - de talgklieren; witte, gesloten comedonen en zwarte open comedonen acne talgkysten rosacea, eigenlijk geen afwijking in de talgproductie. - de verhoorning; verhoogde afschilfering, psoriasis, ichthyosis, roos. - de pigmentatie; hyperpigmentaties als sproeten, moedervlekken, zwangerschapsmasker en andere chloasmata, hypopigmentaties als vitiligo en albinisme. 34


- de bloedcirculatie; verhoogde doorbloeding als wijnvlekken, teleangiectasiën, erytheem, spinnaevi en hematomen, vertraagde doorbloeding en overmatige bleekheid. - het bindweefsel; steelwratjes (fibromen). - de beharing; overbeharing, hypertrichose, hirsutisme, onderbeharing, allopecia areata, haaruitval, kaalheid. In verband met het verschil tussen de vrouwenhuid en de mannenhuid is een goed inzicht in dat verschil nodig om de juiste conclusies uit de bovenstaande gegevens te trekken. Op de cliëntnkaart wordt verder genoteerd: • de diverse behandelingen waarbij in het kort de resultaten worden vermeld. • de gemaakte afspraken. • de gebruikte producten en apparatuur. • de geadviseerde producten voor thuisbehandeling en de daarvan gekochte hoeveelheden. Diagnose en het vaststellen van de behandeling De uit de huidanalyse getrokken conclusies, de ’diagnose’, worden met de cliënt besproken en er wordt een behandelingsplan opgesteld. Dat houdt in wat de schoonheidsspecialist denkt te gaan doen aan de problemen van de cliënt, hoe lang de behandelingen in beslag zullen nemen en hoe vaak die herhaald moeten worden. Is er sprake van een eenmalige behandeling of van een kuurbehandeling? Met de eigen mening van de cliënt, en diens beschikbare tijd, moet rekening worden gehouden. Besproken worden ook de producten, die thuis gebruikt moeten worden om een min of meer blijvend resultaat te krijgen. Tenslotte de aan de behandeling verbonden kosten. Het is soms niet goed mogelijk om alle handelingen apart te berekenen. Daarom kan het zinvol zijn een vast bedrag per uur af te spreken. Stel dat niet te laag, want je levert tenslotte vakwerk! Daarna Na de analyse begint de afgesproken behandeling. Als de behandeling beëindigd is, controleer je de werkruimte of er niets achtergebleven is, begeleid je de cliënt naar de verkoopruimte om af te rekenen, adviseert en verkoopt en maakt met haar/hem een nieuwe afspraak voor een volgende behandeling. Op het kaartsysteem moet alles worden genoteerd wat van belang kan zijn voor een volgende behandeling. 35


Bespaar de volgende cliënt de aanblik van een rommelige salon of werkkamer, waar duidelijk de sporen van de vorige behandeling zijn waar te nemen. Laat haar liever even wachten om de cabine weer geheel bedrijfsklaar te kunnen maken. Behandelmogelijkheden Er zijn eindeloos veel variaties aan te brengen in de te geven instituutbehandelingen. Zowel in tijdsduur (behandelingen van een half uur, één uur, anderhalf uur, één dag of vijf dagen achtereen), als in de soort behandelingen, aangepast aan huidtype en/of huidafwijking. Er zijn mensen voor wie een behandeling niet lang genoeg kan duren, er zijn er ook die het vervelend vinden veel tijd besteden. Hier moet je rekening mee houden. Een goed voorbereidend gesprek, waarin de wensen en verlangens van de cliënt duidelijk naar voren komen, is uiteraard een vereiste. Voorbeelden We geven enkele voorbeelden van mogelijke behandelingen qua soort en qua tijdsduur. • 1. 2. 3. 4.

Een behandeling van een half uur. reiniging warme kompressen door middel van epilatie ’bijwerken’ van de wenkbrauwen g eleimasker of facelysing preparaat (dat als een vliesje kan worden verwijderd) 5. i ntussen nek en schouders afdekken met warme kompressen, waarover plastic (tot behoud van de warmte) 6. kleine make-up • 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

36

Een behandeling van een uur. reiniging warme kompressen door middel van epilatie ’bijwerken’ van de wenkbrauwen kleine massage sneldrogend masker (met doorbloedend effect) koeldampapparaat kleine make-up


• Een behandeling van anderhalf uur. 1. reiniging 2. kompressen 3. epilatie der wenkbrauwen 4. kleine massage 5. òf wasontharing òf wimpers en wenkbrauwen verven òf milia verwijderen 6. spray met geïoniseerde/geozoniseerde waterdamp 7. pakking of masker 8. make-up • Een zogenaamde ’dag’behandeling (in samenwerking met een kapper) 1. sauna of vibrosaun 2. lichaamsmassage en cosmetische voetverzorging 3. lunchpauze (waarin een cosmetisch verantwoorde, dus ’lichte’ lunch wordt geserveerd) 4. gezichtsbehandeling en manicure (gedeeltelijk tijdens het masker) 5. wassen en omvormen van het haar • Instituutbehandelingen van een droge huid (zonder teleangiectasiën). 1. reiniging 2. lauwe kompressen 3. epilatie van de wenkbrauwen 4. massage: bij een jongere huid met vitaminehoudende crème; bij een oudere huid met biostimulantia bevattende crème 5. toepassing van geïoniseerde/geozoniseerde waterdamp 6. doorbloedend masker 7. make-up • Instituutbehandelingen van een droge, oudere, verslapte huid. 1. reiniging 2. lauwe kompressen 3. epilatie van de wenkbrauwen 4. geïoniseerde/geozoniseerde waterdamp 5. aangepaste massage 6. doorbloedend masker (dat als een vlies kan worden verwijderd) 7. make-up

37


• Instituutbehandeling voor een vette huid 1. reiniging 2. warme tot hete kompressen 3. epilatie van de wenkbrauwen 4. geïoniseerde/geozoniseerde waterdamp 5. peeling 6. massage 7. doorbloedend masker 8. make-up • Instituutbehandeling voor een vette, verslapte huid 1. reiniging 2. warme tot hete kompressen 3. facelysing 4. uitdrukken van comedonen 5. aangepaste massage 6. doorbloedend masker 7. make-up • Instituutbehandelingen voor een actieve acnehuid 1. reiniging 2. warme tot hete kompressen 3. epilatie van de wenkbrauwen 4. facelysing 5. geïoniseerde, geozoniseerde waterdamp 6. uitdrukken van comedonen 7. massage van de randgebieden (hoofdhuid, nek, schouders, hals en décolleté; eventueel neus en oren) 8. masker 9. make-up • Instituutbehandelingen voor een vochtarme huid 1. reiniging 2. lauwe kompressen 3. epilatie van de wenkbrauwen 4. geïoniseerde/geozoniseerde waterdamp 5. paraffinepakking 6. massage met een o/w emulsie 7. vochtpakking 8. geleimasker

38


39


40


41


42


1 Gelaatsbehandeling Nadat de cliënt is geïnstalleerd, de huid is gereinigd en de huiddiagnose en het behandelplan zijn gemaakt kan er met de behandeling begonnen worden. Stap voor stap komen in de volgende hoofdstukken de verschillende onderdelen aan de orde. Reinigen Zonder een effectieve reiniging is er geen goede huidverzorging mogelijk. Reinigen is echter een ruim begrip. Een reiniging moet wel de ongerechtigheden verwijderen, maar niet de beschermende lagen van de huid (zuurmantel) aantasten. Daarom is een diepgaande kennis van de reinigingsmethoden van de huid noodzakelijk. Het gezicht en de handen zijn die lichaamsdelen, die het vaakst met de buitenlucht in aanraking komen en daarom de meeste kans hebben om vuil te worden. Het gezicht van de vrouw die regelmatig make-up gebruikt heeft een andere reiniging nodig dan dat van de vrouw die zelden of nooit make-up gebruikt. De grovere mannenhuid neemt sneller vuil op dan de gladdere vrouwenhuid. Kortom er moet inzicht bestaan in de vele manieren van reinigen en de daartoe meest geschikte producten. Oppervlaktereiniging Onder oppervlaktereiniging verstaan we het schoonmaken van de huid tot op het huidoppervlak. De technieken en producten voor oppervlaktereiniging zijn in een vorig hoofdstuk al aan de orde geweest. Dieptereiniging Onder dieptereiniging verstaan we een reiniging, die verder gaat dan de huidoppervlakte. Dat gebeurt door middel van het verdunnen van de hoornlaag, waarna de poriën gereinigd worden. Hiervoor kennen we de volgende vier methoden: 1. Scrub 2. Facelysing 3. Peeling 4. Slijpen Voorbehandeling Bij alle methoden dient een voorbehandeling toegepast te worden. Dat kan met behulp van een warm kompres, een waterdampbehandeling met het koeldamp apparaat of het waterdampapparaat, een paraffine masker of desincrustatie. 43


Scrubcrèmes Crèmes om mee te schrobben. Het zijn mengsels van schuurmiddelen en detergentia. Na het opbrengen worden deze reinigingscrèmes goed uitgewerkt met de vingers of met het borstelapparaat. Hierbij is een voldoende hoeveelheid water vereist. Contra-indicaties zijn: - een oudere, verslapte huid; - een huid met rode vlekken; - een dunne, gevoelige huid; - actieve acne. Facelysing producten Lysing komt van het Griekse woord lusis, dat ’het losmaken’ betekent. Deze preparaten zijn gemaakt op basis van hoornstof verwekende middelen, meestal met enzymatische werking, die eerst de tussenstof oplossen, waar door de hoornschilfers loskomen en daarna de dode hoorncellen aantasten. De levende huid loopt daarbij geen gevaar. Facelysing is daarom in principe veiliger dan een peeling. De keratolytische (hoornoplossende) stoffen kunnen van plantaardige aard zijn, als extracten van brandnetels (bevatten organische zuren en enzymen), paardebloemen (bevatten kiezelzuur en organisch gebonden zwavel) en lindebloesem (bevat ’weekmakers’). Iets sterker werken de ’fruitzuren’of hydroxyzuren, die in geconcentreerde vorm sterk keratolytisch (hoornstofoplossend) zijn. Voorbeelden hiervan zijn melkzuur, citroenzuur, wijnsteenzuur, salicylzuur enzovoort. Bij deze groep behoort ook het vitamine A-zuur, een van vitamine A afgeleide verbinding, die ook wel inwendig wordt toegediend, maar waar bij zeer grote voorzichtigheid is vereist. De fermenten die de hoorncellen losmaken en aantasten, worden ook wel ’biologische peelings’ genoemd. De enzymen zijn proteasen, als trypsine en pepsine van dierlijke oorsprong en papayotine uit het melksap van de papaya van plantaardige oorsprong. Een facelysing wordt opgebracht en enige tijd gegund om in te werken. Daarna wordt de facelysing met lauwwarm water goed uitgewassen. Indicaties voor een facelysing zijn: - een oudere, verslapte huid; - een huid met rode vlekken; - actieve acne. 44


Contra-indicaties zijn: - een erg dunne, overgevoelige huid. Peelingproducten Peeling is Engels voor afschillen. De huid wordt zover het de dode huid betreft ’afgeschild’. Daartoe zijn schuurmiddelen ontwikkeld van oplopende fijnheid, die op de huid worden aangebracht en door middel van de vingers of het borstelapparaat met wrijvende of roterende bewegingen worden afgerubbeld. De dode huidcellen worden hierdoor losgewrikt en kunnen worden verwijderd. Het schuurmiddel kan bestaan uit krijt, aluminiumoxide, infusorieaarde (gemalen kalkskeletjes van uitgestorven zeedieren), marmer, puimsteen, en zand, allemaal gemalen in diverse graden van fijnheid. Voor een wat scherper schuurmiddel worden pitten van abrikozen gebruikt. De gemalen scherpe deeltjes worden gemengd met een detergent, waar in de losgemaakte hoornschilfers vastkleven en later gemakkelijk kunnen worden uitgewassen. Een risico bij een peeling is, dat ook de levende huid beschadigd wordt, en dat is temeer het geval bij de zware peelings, die alleen onder medisch toezicht of in de kliniek mogen worden uitgevoerd, als phenol en salicylzuur. Ook de zogenaamde ’Oosterse’ peelings op kruidenbasis kunnen de levende huid aantasten en dienen alleen gebruikt te worden door daartoe opgeleide vakgenoten. Peelings veroorzaken altijd een huidverdunning. Aan de ene kant is dat een belangrijke indicatie bij bijvoorbeeld oververhoorning, aan de andere kant houdt dat in, dat peelings niet te snel achter elkaar herhaald kunnen worden, de huid moet tijd hebben om zich te herstellen. Indicaties voor een peeling zijn: - een vette, grove huid; - een huid met littekens; - een huid met een verdikte hoornlaag; - hyperpigmentaties; - een vochtarme huid; - milia. Contra-indicaties zijn: - een oudere, verslapte huid; - een huid met rode vlekken; - een dunne, gevoelige huid; - actieve acne.

45


Verdunning van de hoornlaag Alle peelings, lysings en scrubs verdunnen de hoornlaag. De wijze van aanbrengen en het aantal malen dat de behandeling herhaald wordt, bepalen de mate van verdunning. Slijpbehandelingen Hierbij kan gebruik worden gemaakt van eenvoudige slijpmiddelen als het slijppapiertje, of een stukje puimsteen. Om een diepgaand effect te bereiken wordt gebruik gemaakt van de slijpsteentjes, die op het borstelapparaat passen. Slijpen versterkt de werking van de peeling of de lysing. De peelingstof of de lysing wordt eerst op de huid aangebracht en dan uitgewerkt met het slijpsteentje. Dat wordt roterend over de huid bewogen, tussendoor steeds de huid bevochtigend. Na enkele minuten wordt de huid gecontroleerd om te zien of die niet teveel irriteert en hoever de verdunning zich inmiddels heeft voortgezet. Slijpen met een roterend slijpsteentje kan ook ’droog’ gebeuren, maar voor de huid is het beter een weinig detergent en water toe te voegen. Het slijpen gaat dan minder snel, maar de kans op huidbeschadiging is ook geringer. Tijdens het slijpen dient regelmatig gecontroleerd te worden of de huid niet teveel geïrriteerd raakt. Langzaam slijpen met geringe druk is effectiever dan snel slijpen. Met langzaam slijpen met geringe druk kan het proces ook beter gecontroleerd worden. Indicaties: - een huid met een verdikte hoornlaag en hyperpigmentaties. Contra-indicaties: - een oudere, verslapte huid; - een huid met rode vlekken; - een dunne, gevoelige huid; - actieve acne. Het verwijderen van comedonen Comedonen (in de volksmond mee-eters genoemd) zijn verstopte uitgangen van haarpapillen, tengevolge van de talgafscheiding. Een peeling of facelysing vergemakkelijkt de verwijdering, omdat een deel van de verstoppende elementen al is verwijderd, en de beweging, vooral bij een peeling, de prop al wat kan hebben losgewrikt. Bij een actieve acne is peeling niet verstandig, omdat door de beweging nabije witte comedonen naar binnen toe kunnen doorbreken, waardoor de aandoening 46


wordt verergerd. In dat geval is steeds facelysing de aangewezen weg. Comedonen zijn talgproppen. Door de huid van de voren te verwarmen, wordt het vet zachter en gaat het uitdrukken gemakkelijker. Het ledigen van de comedo kan op verschillende manieren: Manueel: door met twee vingers, die voorzien zijn van een stukje verbandgaas, op enige afstand van het comedo met heen en weergaande bewegingen zonder veel druk te gaan schuiven, en die beweging onder langzaam toenemende druk voort te zetten in de richting van het comedo. Dat komt dan in de meeste gevallen wel naar boven. Het forceren van het uitdrukken is niet goed, want dan kan alsnog een doorbreken naar binnen veroorzaakt worden of een beschadiging van de follikelwand worden geforceerd, wat de kans op secundaire infecties verhoogt. Bij comedonen in de oren kan dezelfde procedure worden toegepast met behulp van twee wattenstaafjes. Het dragen van wegwerphandschoenen is bij deze behandeling vereist. Instrumenteel: dat kan gebeuren met een comedonen drukker een metalen staafje met een of twee lusjes eraan, een klein scherp lusje en een iets groter plat lusje. Het best passende lusje wordt om het comedo gelegd, en dan wordt een zachte, naar een kant wat toenemende druk uitgeoefend tot het comedo meegeeft en zich laat verwijderen. Deze behandeling alleen op die delen waar direct bot onder ligt, zoals kaak en voorhoofd. Niet op wangen en neusvleugels. Apparatief: apparaten om comedonen te verwijderen zijn een soort zuigapparaatjes, waarmee het comedo kan worden uitgezogen. Het is een onderdeel van het vacuümzuig apparaat. Helemaal ideaal zijn die niet, want meestal lukt het niet de hele comedo in een keer te verwijderen en door de zuigkracht kunnen heel vervelende lokale bloedinkjes optreden. Comedonen en vetproppen kunnen ook verzeept worden door middel van elektrische desincrustatie. Daarvoor gebruik je het iontoforese apparaat. De comedo wordt bewerkt met de kathode van het apparaat, die bestaat uit een tampon in een pincet, dat gedrenkt is in een verdunde sodaoplossing. Hierdoor komen de natriumionen in het vet en emulgeren dat, zodat de comedo zacht wordt en gemakkelijk verwijderd kan worden. Na het uitdrukken van comedonen is het altijd verstandig de huid te desinfecteren ter voorkoming van infecties. Het verwijderen van milia Milia of gerstekorrels zijn talgophopinkjes meestal rond de ogen. De 47


huid bevat daar weinig zweetklieren maar veel talgklieren, verbonden aan de vellushaartjes. De ophoping ontstaat, doordat een dun hoornlaagje de opening afsluit, waardoor de haar niet verder naar buiten kan komen en meestal een propje vormt. De talg kan dan niet wegstromen en hoopt zich op. Je behandelt het door door het hoornlaagje te verwijderen en het milium uit te drukken. Vaak komt dan ook het haartje mee naar buiten. Omdat er een kans bestaat op bloedinkjes moet je de huid vooraf goed desinfecteren en draag je disposible handschoenen. Het hoornlaagje kan verwijderd worden met een injectienaaldje, die daarvoor in steriele verpakking verkrijgbaar zijn. De afsluitende hoornlaag wordt schuin ingeprikt, van het oog af gericht, en het talgpropje kan verwijderd worden. Dit kan het beste met de vingers, op dezelfde wijze als het verwijderen van comedonen, die voorzien zijn van een in een desinfectans gedrenkt stukje verbandgaas. Het naaldje gaat terug in het buisje, waarin het wordt geleverd en weggegooid in een verzamelcontainer, die kan worden ingeleverd bij de apotheek. Maskers Reinigende maskers bestaan uit een crème of uit met een vloeistof aangemaakte poedermengsels. De maskers kunnen soepel blijven of opharden. In beide gevallen dienen zij enige tijd op de huid te blijven, om hun werking te kunnen ontplooien. De vloeistof is meestal water of een hydrolaat, maar kan ook een basis olie, yoghurt, karnemelk, of vruchtensap zijn, afhankelijk van het gebruikte masker en het beoogde doel. De basis van de maskers is meestal een inerte stof, als krijt, kaolien (porselein aarde), of infusorieaarde. Die wordt aangemaakt met een keratolytische stof als melkzuur, desinfecterende stoffen, als peroxiden of adstringerende stoffen als aluin. Zwavelhoudende aarden als luvosaarde en groene leem zijn daar ook bij uitstek voor geschikt. Als voor het aanmaken water wordt gebruikt, zullen die maskers hard worden, als er melk, yoghurt of een basisolie voor wordt gebruikt, blijven ze soepel. Tijdens het drogen van het masker trekt het zich samen en onttrekt daar door vet en vuil aan de huid. Dan zijn er ook de afsluitende maskers als het paraffinemasker. Laag smeltende paraffine wordt met een kwast op de huid aangebracht tot een afsluitend geheel. De warmte en de daardoor toegenomen transpiratie zorgen voor ’schoonspoelen’ van de huid. Als een masker is afgenomen dient de huid grondig te worden nagereinigd. 48


Nabehandelen Na de reiniging en het verwijderen van comedonen en milia is de huid vaak gestresst en is een goede nabehandeling dus noodzakelijk. Bij een gestresste huid is warmte op zijn plaats. Warme, goed uitgeknepen kompressen kunnen worden opgelegd, maar ook een niet te dicht bij geplaatste warmtelamp (infrarood) bereikt het gewenste effect. Verweken van de huid kan zonder hulpmiddelen met een paraffinemasker. Ook het waterdampionisatie-apparaat leent zich hiervoor. Daarbij moet je in beide gevallen bedenken, dat alleen de hoornlaag vocht opneemt, en die dat ook vrij snel weer uitscheidt, zodat er niet veel tijd mag verlopen tussen de verweking en de erop volgende behandeling. Wordt een diepergaande, en langduriger werkende, verweking gewenst dan kun je de lysings op enzymatische basis daarvoor aanwenden. Een geïrriteerde huid vraagt om afkoeling. Dat kan met behulp van koude kompressen of het koeldampapparaat. De vochtige huid kan aan de lucht afkoelen, dat verlaagt de huidtemperatuur nog een beetje extra. Een goede lotion met een adstringerende werking op basis van een geringe hoeveelheid alcohol, pepermuntolie of anijsolie geeft behalve een goede afkoeling een tintelend en ’fris’ gevoel.

49


Wat moet je weten: 1. Welk oppervlaktereiningsproduct kies je voor welke huid? 2. Wanneer is nareinigen met een zuurgraadherstellende lotion noodzakelijk? 3. Wat is het verschil tussen een lysing en een peeling? 4. Hoe kan het dat een hydrofiele olie zich kan mengen met water? 5. Welke apparaten kun je gebruiken om de reiniging uit te voeren? 6. Welke apparaten gebruik je als voorbehandeling voor een reiniging? 7. Waarom gebruik je een lotion als nabehandeling bij een diepte­reiniging? 8. Wanneer kies je voor een peeling als dieptereiniging? 9. Wat is electrische desincrustatie? 10. Wat is het belangrijkste gevolg van onvoldoende of onjuiste reiniging?

50


Meerkeuzevragen 1. De werking van een facelysing product is gebaseerd op a. eiwitsplitsende bestanddelen. b huidstimulerende bestanddelen. c zuurgraadherstellende bestanddelen. 2. Tot de cosmeticaproducten voor een dieptereiniging behoort a. mousserende emulsie. b. scrubcreme. c. wascrème. 3.

Het doel van een slijpbehandeling is a hoornlaagverdunning. b hoornlaagversteviging. c hoornlaagverweking.

4. Wat is een contra-indicatie voor het gebruik van een scrubcrème? a comedonen. b milia. c teleangiectasiën. 5. Het gebruik van lotion als nabehandeling bij een dieptereiniging is onder andere bedoeld om a. de hoornlaag te ontvetten. b. de hoornlaag te verweken. c. de zuurgraad te herstellen.

51


52


2. Maskers en pakkingen Maskers en pakkingen worden gebruikt om bepaalde behandelingen een beter effect te geven door werkstoffen diepgaander of langer te laten inwerken. Ze kunnen ook een reinigende of verwekende werking hebben. Maskers worden als pasta aangemaakt en op de huid aangebracht. Pakkingen bestaan uit een absorptielaag, waarin de werkstoffen worden opgenomen en een afdekkende laag om verlies naar buiten toe te voorkomen, en/of om de temperatuur van de pakking op peil te houden. Pakkingen kunnen door warme kompressen of de infrarood lamp op temperatuur gehouden worden. Maskers en pakkingen kosten tijd. Het is daarom belangrijk intussen zorg aan de cliënt te besteden. • Zorg dat de client niet kan afkoelen, en bedek hem/haar met een deken. • Laat de cliënt niet alleen, laat duidelijk merken aanwezig te zijn, of vul de tijd met een aanvullende behandeling, een manicure, een pedicure of een partiele massage. Voorbereiden Reinigen Als een masker of pakking wordt toegepast, moet de huid van te voren gereinigd te zijn. Ook als het masker een ’reinigend’ masker is, moet van te voren een oppervlakkige reiniging toegepast worden. Anders zouden vuildeeltjes de huid ingebracht kunnen worden door de werking van het masker. Verweken Afhankelijk van de huidanalyse kan ook verweking nodig zijn, om de werkstoffen van het masker of de pakking een betere kans tot inwerken op het weefsel te bieden. Dit kun je doen door een compres te geven, gebruik te maken van een waterdampapparaat of het toepassen van een lijnzaadpakking. Verwarmen Als voorbehandeling komt verwarmen alleen dan in aanmerking, als de huid erg koud is of bleek en slecht doorbloed, maar als nabehandeling des te meer. De invloed van een masker of pakking kan heel diepgaand zijn, zodat herstel van de verhoogde of juist verlaagde doorbloeding en de gevoeligheid van de tastlichaampjes tot het ’normale’ peil nodig kan zijn. Toevoer van warmte door middel van kompressen of de infrarood lamp (niet te dichtbij) is dan zinvol. 53


Verdunnen van de hoornlaag Als er sprake is van een duidelijk verdikte hoornlaag, kan dat een belemmering betekenen voor de werking van de bij een masker of pakking gebruikte werkstoffen. Ook een ruwe of schilferige huid biedt dat probleem. In die gevallen is het zinvol eerst een huidverdunnende behandeling uit te voeren als een peeling of een facelysing. Samenstelling en werking Maskers en pakkingen moeten zorgvuldig op de huid worden aangebracht. De neusgaten en de mond worden hierbij vrij gelaten. De ogen worden afgedekt, zodat de masker of pakking­substantie niet in de ogen kan komen. Het snel moeten verwijderen van masker of pakking, omdat het in de ogen brandt, is niet goed voor de ogen en voor de werking van het masker of de pakking. Crèmemaskers Bij crèmemaskers is de werkstof opgenomen in een crèmebasis, een zware o/w of w/o emulsie of een mengsel van oliën en vaste bestanddelen. In veel gevallen wordt het kant en klare mengsel geleverd in potten of tubes. Het is ook mogelijk werkstoffen, bijvoorbeeld ampullen met biostimulatoren, te vermengen met een neutrale basiscrème. De crème kan direct op de huid worden aangebracht. Geleimaskers Geleimaskers hebben als basis een zware gel, waarin werkstoffen zijn opgenomen. In sommige gevallen is de gel tevens de werkstof. Dit soort maskers worden in de meeste gevallen kant en klaar geleverd. Gipsmaskers Watervrij gips wordt gemengd met water en snel op het gelaat aangebracht. Bij het hardingsproces ontstaat warmte (een exogene reactie). Deze warmte dient om de huid te activeren, maar tevens om onder het gips masker aangebrachte werkstoffen beter te laten inwerken. Hiervoor wordt meestal eerst een crème masker met werkstoffen aangebracht en daarna het gipsmasker. Over het algemeen bij de mannenhuid en in sommige gevallen bij de vrouwenhuid (bijvoorbeeld bij donsbeharing of overbeharing) dient er rekening gehouden te worden, dat het gips zich in de beharing kan vastzetten. In zo’n geval kun je tussen de werkstof en het masker een aanbrengen van een dun velletje plasticfolie. Door de druk, die het krimpende gips uitoefent en de verhoog de temperatuur treedt er regeneratie van verslapte delen van 54


het gelaat op. Daarom worden gipsmaskers ook wel ’modellerende’ maskers genoemd. Omdat de temperatuur onder het masker nogal kan oplopen, tot wel 40˚ C. is een huid met een sterke doorbloeding of doorbloedingsstoornissen, als teleangiectasiën een contra-indicatie. Poedermaskers Poedermaskers worden meestal kant en klaar geleverd. Ze bestaan of uit een neutrale basis waaraan werkstoffen zijn toegevoegd, als peroxiden voor een zuurstofmasker, aluminiumverbindingen voor een adstringerend masker, licht basische stoffen voor een masker tegen een vette huid, gist tegen een onzuivere huid enzovoort. Zo’n masker moet worden aangemaakt met water, een hydrolaat, een kruidenaftreksel of, als dat past in relatie tot het masker met karnemelk, yoghurt of iets dergelijks. De basis van het masker kan ook een werkzame klei zijn als luvos of groene leem; dan wordt de keuze waarmee dat kan worden aangemaakt kleiner, omdat zure producten de werking van het klei masker schaden. Poedermaskers kunnen ook in het instituut worden samengesteld uit de genoemde kleisoorten, of met (bier)gist als basis, om een zuiverend masker te krijgen. Pastamaskers Ook die zijn kant en klaar in tubevorm in de handel. Pasta’s bestaan voornamelijk uit vaste deeltjes en zijn ofwel geheel watervrij of bevatten slechts een geringe hoeveelheid water. Zo’n masker wordt over de huid verdeeld en eventueel afgedekt met plasticfolie. Toevoeging van andere producten, heeft daarbij geen zin. Een voorbeeld van zo’n pastamasker is een mengsel van jojoba-olie en zinkoxyde, dat gebruikt wordt bij een geïrriteerde en nerveuze huid. Paraffinemaskers Paraffinemaskers worden gemaakt van laagsmeltende paraffine (ongeveer 40ºC). De paraffine wordt gesmolten, maar zolang tot er nog een beetje ongesmolten paraffine aanwezig is. Dat voorkomt, dat de paraffine te heet wordt en de huid kan verbranden. Met een platte kwast wordt de paraffine in opgestapelde laagjes opgebracht tot het gehele gezicht bedekt is. Door de afsluiting en verwarming van de huid gaat de huid meer transpireren. Ongerechtigheden worden uitgespoeld en vocht wordt door de huid geresorbeerd. Ook kun je werkstoffen in de vorm van een ampul aanbrengen onder de paraffine. Hierdoor krijg je een sterkere werking. Een paraffinemasker wordt gemakkelijk afgenomen, waarna de huid nagereinigd moet worden en is bij uitstek geschikt voor de vochtarme huid. 55


Plastificerende maskers Plastificerende maskers zijn kant en klaar in de handel en worden in tubes geleverd. De basis van het masker is een eiwitverbinding, bijvoorbeeld collageen, of een stof die tot de plastics gerekend wordt, die aan de lucht een harde verbinding vormt, die aan de lucht polymeriseert. Als het masker uit de tube komt heeft het een geleivorm, en als zodanig kan het over het gelaat worden verdeeld. Daar verhardt het zich en krimpt enigszins, waardoor druk op het weefsel wordt uitgeoefend en werkstoffen de kans krijgen in te dringen. Het gepolymeriseerde masker kan als een losse huid worden afgenomen, waarbij veel ongewenste door de huid uitgescheiden stoffen mee gaan. Nareinigen is niet altijd nodig, dat hangt af van de ingevoerde werkstoffen en de tijd die nodig is om die te laten intrekken. Plastificerende maskers werken in principe net als paraffinemaskers, alleen treedt er minder zweetsecretieverhogende werking op. Ze zijn bij uitstek geschikt voor de ouder wordende en verslapte huid. Onder het masker kunnen desgewenst werkstoffen worden aangebracht. Maskers blijven gemiddeld 10 tot 20 minuten op de huid aanwezig en kunnen dan afgenomen worden met lauwwarm water, waarna de huid wordt nagereinigd. De gipsmaskers kunnen in hun geheel van het gelaat gelicht worden, en de plastificerende maskers kunnen als een vlies van de huid worden afgetrokken. Vochtpakkingen Vochtpakkingen dienen om vocht aan de huid toe te dienen. Via de hoornlaag en de poriën wordt wat vocht opgenomen. De huid laat geen vocht van betekenis door. Toch is dat genoeg om de huid te bevochtigen en enigszins te verweken. Een vochtmasker is daarvoor een goed hulpmiddel. Een laagje gaas of celstof, wordt gedrenkt in water, vruchtensap of een hydrolaat. Dat wordt aangebracht op de gezichtshuid en afgedekt met een op vorm gemaakt stukje plasticfolie, om verdamping van het vocht te voorkomen en de huid tot transpiratie te brengen. Hierdoor vindt een betere vochtresorptie plaats. Daarover komt een warm kompres, dat nu en dan vervangen wordt om de temperatuur op peil te houden. Olie/vetpakkingen Als de huid behoefte heeft aan vet, of juist vet is, is een behandeling met een goede basisolie als tarwekiemolie, calendula-olie of avocadoolie een goed hulpmiddel om de eigen vetregulatie weer op peil te krijgen. De olie wordt van te voren gemengd met een werkstof, bij56


voorbeeld een vetoplosbare ampul of een etherische olie en daarin wordt een steriel gaasje gedrenkt. Het lapje wordt goed op de van te voren gereinigde huid aangedrukt en bedekt met een stukje dun plasticfolie. Daaroverheen komt weer het warme, goed uitgewrongen kompres of een dunne handdoek, die verwarmd wordt met de infraroodlamp. Als een hoger vetgehalte wenselijk is, kan het op het gelaat komende lapje gedrenkt worden in een olie of licht smeltbaar vet met een hoog gehalte aan linolzuur of linoleenzuur. Wordt een zo veel mogelijk huideigen vet gewenst, dan is jojoba-olie hiervoor de juiste keus. Lijnzaadpakking Lijnzaad bevat een hoog gehalte aan linoleenzuur en slijmstoffen. Lijnzaad wordt als geheel geweekt en vormt dan een slijmerige gel, die een comedonen verwekende werking heeft en heilzaam is voor een onzuivere huid. Dit weken kost tijd, de lijnzaad moet minimaal een dag van te voren in de week gezet worden. De slijmerige massa bederft niet direct en het kan zinvol zijn daarvan een kleine voorraad aan te maken. Gemalen lijnzaad met warm water tot een papje geroerd, werkt doorbloeding bevorderend. Zowel de gel als het papje kunnen als pakking op de huid worden aangebracht. Afdekken en licht verwarmen bevordert de werking. Pakkingen laten zich gemakkelijk verwijderen. Die kunnen met de gaasjes of celstof tegelijk worden afgenomen. Nareinigen met een lotion is niet altijd nodig, dat hangt ervan af in hoeverre de huid de werkstoffen van de pakkingen heeft opgenomen. Wat moet je weten? 1. Waarom is een poedermasker niet geschikt voor de vochtarme huid? 2. Wat is de werking van een poedermasker? 3. Wat bepaalt de werking van een crème masker? 4. Waarom dek je een cliënt goed af tijdens de inwerking van een masker? 5. Hoe is de voorbehandeling, voordat een masker opgebracht wordt? 6. Wat is het verschil tussen een masker en een pakking? 7. Waarop berust de werking van een gipsmasker? 8. Waarom moeten de ogen van de cliënt worden afgedekt tijdens de inwerking van een masker? 9. Voor welk huidtype is een plastificerend masker het meest geschikt? 10. W aaruit bestaat de nabehandeling van een masker of een pakking?

57


Meerkeuze vragen 6. De belangrijkste invloed van een paraffinepakking is a. verhoging van de doorbloeding. b. vermindering van het aantal vetcellen. c. vermindering van het aantal hoorncellen. 7. Het resorptievermogen van de huid wordt bevorderd door a geleimaskers. b oliepakkingen. c paraffinemaskers. 8. Bij welk masker treedt de grootste warmteontwikkeling op? a. Een gipsmasker. b. Een pastamasker. c. Een poedermasker. 9. Welke van onderstaande maskers past men bij voorkeur toe bij een vochtarme huid? a. Gipsmasker en lijnzaadmasker. b. Paraffinemasker en crememasker. c. Paraffinemasker en pastamasker. 10. Een lijnzaadpakking werkt a. hoornlaagverdunnend en bevochtigend. b. ontvettend en doorbloedend. c. verwekend en vochtregulerend.

58


59


60


3. Ontharen Haarsoorten Vellushaar bestaat uit zachte, ongepigmenteerde donsharen. Bij kinderen vinden we het op het gehele lichaam behalve op de behaarde hoofdhuid, oogharen en wenkbrauwen. Terminaalhaar is het sterke, gepigmenteerde haar dat we vinden op de behaarde hoofdhuid, wimpers en wenkbrauwen. Bij volwassenen ook in de schaamstreek en onder de oksels en bij mannen meestal ook op armen en benen. In de puberteit verandert het vellushaar, onder invloed van hormonen, in terminaalhaar. Hoe het haarpatroon zich precies ontwikkelt is afhankelijk van het geslacht, de etnische groep en erfelijke factoren. Groeifasen De groeifasen van het haar: • De anagene fase: de groeifase. Vanuit de matrix groeit de haar tot hij zijn maximale levensduur en lengte heeft bereikt. Deze fase kan van zes weken tot maanden en zelfs jaren duren. Ook vormt zich pigment in deze haar. Hoe lang de haar wordt, is afhankelijk van erfelijke factoren. Als de haar zijn maximale lengte heeft bereikt gaat hij over in de volgende fase. • De katagene fase: de rustfase. Hierin komt de haar los uit de matrix. De haar groeit nu niet meer. Deze fase duurt enkele dagen. • De telogene fase: de afstotingsfase, de haar valt uit. Depileren en epileren • Depileren is het verwijderen van alleen de schacht van de haren tot op het huidoppervlak. Bijvoorbeeld door scheren. • Epileren is het verwijderen van de gehele haar met schacht en wortel, dus van onder het huidoppervlak. Tijdelijke verwijdering Bij sommige van de volgende mechanische methoden van depilatie of epilatie wordt de groeicyclus van de haar niet verstoord, bij andere wel. Afhankelijk daarvan is er een snelle teruggroei en stoppelvorming, of is er een kans op wegblijven van de haren. Bij de volgende methoden van epilatie wordt de matrix in meer of mindere mate beschadigd, maar onvoldoende om er zeker van te zijn dat de haargroei zich niet herstelt.

61


De zekerheid kan vergroot worden door toepassing van haargroeiremmende middelen, direct na de epilatie. Mechanische epilatiemethoden • Pincet. De katagene en telogene haren worden eenvoudig verwijderd. De anagene haren breken soms af maar laten meestal met wortel en al los. Of de haar is afgebroken of met wortel en al uitgetrokken, kan met een microscoop bekeken worden. • Automatisch pincet. Het effect daarvan komt overeen met de gewone pincet. De trek op de haren is regelmatiger, maar er bestaat een gerede kans dat meerdere haren tegelijk gepakt worden en het geklik kan hinderlijk zijn voor de cliënt. • Hars. Met de haargroei mee opbrengen en tegen de haargroei in aftrekken. De huid van te voren ontvetten en in verband met eventueel toegebrachte wondjes goed nabehandelen. Er zijn momenteel veel verschillende harsmaterialen in de handel. De hard wordende soorten kunnen in een keer verwijderd worden, de zachtblijvende soorten worden verwijderd met behulp van een celstofstrip. • Was. De procedure is dezelfde als bij harsen. Mechanische depilatiemethoden Bij de volgende methoden is het vrijwel zeker dat de haren terug zullen komen. • Scheren: het met één of meerdere scherpe messen afsnijden van de haren zo dicht mogelijk bij het huidoppervlak. • Knippen: met een schaar (twee messen) afsnijden van het haar, zo dicht mogelijk bij het huidoppervlak. Door de dikte van de schaar is dat altijd verder dan bij scheren. • Schuren: met een schuurschijfje of een schuursteentje de haren afschuren tot op de huid. Beschadiging van de huid is hierbij moeilijk te voorkomen. Chemische depilatiemethode • Crèmebehandeling: de haren worden ‘opgelost’ met een chemische stof, een keratolyticum (hoornstofoplosser). Ook de huid wordt hierbij aangetast, dus een grondige nazorg is noodzakelijk. Definitieve verwijdering Definitieve ontharing kan alleen langs elektrische weg. 1. Met behulp van Diathermie, (galvanische) wisselstroom (elektrische cauterisatie). Langs de haar wordt een ongeïsoleerde naald ingebracht, die is aangesloten aan de negatieve pool van het apparaat. 62


Door de ionenwerking wordt loog gevormd aan de haarwortel, die na enige tijd de kiem vernietigt. Een langdurige en pijnlijke methode, die weinig meer toegepast wordt. 2. Met behulp van hoogfrequente wisselstroom (diathermische methode). Een geïsoleerde naald, die alleen aan de punt vrij is, wordt langs de haarschacht tot in de haarkiem geleid. De stroom verbrandt daar de haarkiem. 3. Met de Blend-methode, hier wordt gebruik gemaakt van wisselstroom en gelijkstroom. Een ongeïsoleerde, enigszins tapse naald wordt langs de haar ingebracht en daar wordt een hoogfrequente wisselstroom op gezet. Direct daarna wordt een galvanische stroom toegevoerd. De hitte versnelt het galvanische proces, waardoor het effect groter is en de behandeling minder pijnlijk. 4. De Flash- of lasermethode. Door middel van een geconcentreerde lichtbundel wordt de haarpapil vernietigd. Hiervoor is pigment noodzakelijk. Deze methode is bijna pijnloos en zeer effectief. Voor en nabehandelingen • De huid moet schoon, en zover mogelijk bacterievrij zijn. De plaats, die onthaard gaat worden, dient goed gereinigd te zijn en daarna gedesinfecteerd. Bij elektrische epilatie mag geen alcohol gebruikt worden in verband met brandgevaar. • De plaats, die onthaard gaat worden, moet vetvrij zijn. Bij hars of wasontharing is dat nodig om een goede grip op de haren te verkrijgen. • Elke ontharing is een stress voor de huid, die daarna dus gekalmeerd moet worden met bijvoorbeeld azuleen olie, anijsolie of pepermuntolie. Ook gebruik van het HF-apparaat (hoogfrequentie) kan hier goede resultaten opleveren. • Een geëpileerde huid heeft kleine wondjes opgelopen. Een vochtige huid trekt gemakkelijk micro-organismen aan. Na de epilatie moet de huid dus goed gedroogd worden. 70% alcohol kan hier wel gebruikt worden, de alcohol neemt vocht op en desinfecteert tegelijkertijd. • Na elke epilatie kan een haargroeiremmend product worden opgebracht en voorzichtig ingemasseerd. Dit belemmert de hormonen en enzymen, die een rol spelen bij de hergroei. Samenstelling en werking • Hars is een wondvocht van bepaalde bomen, dat hardt aan de lucht. Ontharingshars is meestal colofonium. Het wordt gesmolten en bij een aanvaardbare temperatuur opgebracht met de haargroeirichting 63


mee. Daarna aftrekken tegen de haargroeirichting in, direct aan de hars of aan een strook linnen of celstof die in de hars is gedrukt. • Was dient sterk kleverig te zijn en goed grip te bieden. Bijenwas alleen is te zwak en wordt versterkt met een beetje hars. De van de bladen van een palm verkregen carnaubawas leent zich er toe zonder toevoegingen. Omdat de was kan brokkelen, wordt die toch veelal gemengd met bijenwas. • Ontharingscrèmes bevatten sterk basische stoffen, die de hoornsubstantie aantasten en oplossen. Dat doen ze ook met de huid, zodat een goede nazorg vereist is. • Huidkalmerende producten zijn bijvoorbeeld goudsbloemolie (calendula), kamille (azuleen en bisabolol), jojoba-olie, avocado-olie en amandelolie. Voor het gelaat doet ook Sint Janskruidolie (hypericine) goed werk. • Haargroeiremmende producten werken in op de androgene hormonen en enzymen, die de haargroei stimuleren. Het zijn vaak ‘antienzymen’ en etherische oliën, die antagonistisch op de androgenen inwerken. Zij moeten direct na de epilatie worden aangebracht, zolang de gemaakte wondjes nog open zijn. De resultaten kunnen erg uiteenlopen zowel wat het herhalen van de behandeling als wat de groeiremming betreft. Wat moet je weten? 1. Wat is het verschil tussen velushaar en terminaalhaar? 2. Welke zijn de groeifasen van een haar? 3. Wat is de voorbehandeling als een huid gaat harsen? 4. Wat is het verschil tussen epileren en depileren? 5. Waarom breng je na het harsen een huidkalmerend product aan? 6. Wat is de juiste richting van het uittrekken van de haren bij epileren? 7. Waarop berust de werking van chemische depilatie? 8. Wat is het verschil tussen Diathermie en Blend? 9. Waarop berust de werking van de Flash methode? 10. Wat zijn haargroeiremmende middelen?

64


Meerkeuzevragen 11. Bij chemische ontharing maakt men gebruik van a. crème. b. hars c. pincet. 12. Met behulp van ontharingshars verwijdert men a. de haarpapil en de haarwortel. b. de haarschacht en de haarfollikel. c. de haarschacht en de haarwortel. 13. Elektrische ontharing is gericht op het vernietigen van a. de haarfollikel. b. de haarschacht. c. de haarwortel. 14. Bij mechanische epilatie maak je gebruik van a. crème of schuurplaatjes. b. hars of was. c. pincet of crème. 15. Bij de haargroei is de katagene fase ten opzichte van de anagene fase in het algemeen a. gelijk. b. korter. c. langer.

65


66


4. Decoratie Hiertoe rekenen we het verven van wimpers en wenkbrauwen en het aanbrengen van make-up. Verven Om wimpers en wenkbrauwen te verven, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Eerst moeten de betreffende haren grondig gereinigd te worden, met oog make-up removerpads of een watje of een wattenstokje met een oogreinigingsmiddel. Daarna goed nareinigen met lauwwarm water. De kleurkeuze van de verf De kleur van de verf mag maar enkele nuances donkerder zijn dan de kleur van de hoofdharen. Het doel is een harmonie te verkrijgen met de natuurlijke kleur van de haren, de huid en de ogen. Standaardkleuren zijn bruin, bruinzwart , zwart, grijs, grijsblauwdonkerblauw, blauwzwart en groen. Bij blond hoofdhaar is de keuze tussen bruin, grijsblauw of donkerblauw. Bij bruin hoofdhaar is de keuze tussen bruinzwart, blauwzwart of zwart. De kleuren kunnen gemengd worden voor een nog mooier resultaat. Waterstofperoxide moet toegevoegd worden, omdat de vrijkomende zuurstof de juiste kleur helpt ontwikkelen. Waterstofperoxide werkt hier als activator. Hoewel de juiste verhouding met waterstofperoxide meestal op de verpakking van de verf wordt vermeld, is het verstandig dit gehalte zo laag mogelijk te houden, om de kans op intolerantieverschijnselen en irritaties tot een minimum te beperken. Tegenwoordig zijn er ook waterstofperoxidemiddelen op de markt die op emulsiebasis zijn. Hierdoor wordt de kans kleiner dat het in de ogen komt. Bescherming Voorafgaand aan de behandeling kan de cliënt eventuele contactlenzen uitdoen. Zover mogelijk moet de huid beschermd worden. Op de huid van de oogleden moet een beschermende crème aangebracht worden. Let hierbij op dat de wimpers schoon blijven. Onder het oog kun je een plakje vochtige watten of wimperblaadjes, eventueel op maat geknipt, zodat ze goed aansluiten, aanbrengen. Op de gesloten bovenoogleden de beschermende crème aanbrengen en langs de wenkbrauwen, onder en boven zo’n beschermend laagje aanbrengen. Sommige beschermingscrèmes kunnen ook tussen de haren in aangebracht worden. Lees de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. 67


Het opbrengen van de verf De verfstof met behulp van een borsteltje of penseeltje met harde haren aanbrengen op de wenkbrauwen en op de wimpers in de richting vanaf het ooglid naar de haarpunten. De ogen laten sluiten en de verfstof de gelegenheid geven om in te trekken (volgens de richtlijnen op de verpakking of anders twee tot vijf minuten op de wenkbrauwen en vijf tot tien minuten op de wimpers). Na de inwerkingperiode de celstof of watten voorzichtig verwijderen. Reiniging De geverfde haren moeten daarna goed gereinigd worden. Dat kan volgens de voorschriften op de verpakking van de verf. Als die niet vermeld wordt, geldt als regel: Wimperharen uitsluitend met schoon warm water. De wenkbrauwen reinigen met warm water en een reinigingsmiddel, waarvoor gewone zeep gebruikt kan worden. Om ondanks het zorgvuldig werken de kans op irritatie van de ogen te voorkomen, kun je de ooghoeken indruppelen met oogwater, rozenwater of lichtgezouten water. Haarverfproducten De producten, nodig voor het verven van de haren van wimpers en wenkbrauwen zijn dus: • De verfstof. Deze wijkt alleen in sterkte af van de haarverven voor hoofdhaar. De samenstelling is in principe gelijk. Grondstoffen zijn meestal verbindingen van fenyldiamine zoals het al in 1890 ontwikkelde, maar nog in gebruik zijnde parafenyldiamine. • Waterstofperoxide. Waterstofperoxide is een hoger oxide van waterstof dan water en heeft dus een zuurstof atoom meer. Dat komt vrij als waterstofperoxide gemengd wordt in een sterkte van 3% tot 10% met de verfstof en is nodig om de kleur tot ontwikkeling te brengen. • Het beschermingsmiddel. Dat bestaat meestal uit een vette crème. Make-up Een goede dag make-up hoef je niet te zien, maar mag natuurlijk wel. Een avondmake-up mag veel kleurrijker zijn en meer opvallen. Elk gezicht heeft onregelmatigheden en kleine ’foutjes’. Make-up dient om die te corrigeren en een zo perfect en harmonieus mogelijk geheel te scheppen. Een goede make-up is geen routinewerk maar maatwerk. Het unieke van elke cliënt moet gehandhaafd worden. Make-up

68


wordt na de gelaatsbehandeling opgebracht, als ’finishing touch’, of als aparte behandeling. De volgorde van de make-up: 1. De dagcrème De huid wordt voorzien van een basis laagje crème. Dit kan dagcrème zijn of een speciaal basisproduct voor make-up. Om vlekkerigheid te voorkomen, mag de huid niet vet zijn. 2. De camouflage Met behulp van speciale kleurcrèmes worden pigmentvlekken, erytheem en andere opvallende afwijkingen zoveel mogelijk in de eigen huidskleur afgedekt. We gebruiken groen om rood te camoufleren, oranje tegen blauwe vlekken en randen en lichtere of donkerdere huidtinten om kleine oneffenheden weg te werken. 3. De correcties Met schaduwcrèmes of poeders (shapes) worden bepaalde delen, die teveel naar voren komen (jukbeenderen), donkerder gemaakt en delen die wegvallen, als kringen onder de ogen, lichter gemaakt. 4. De basislaag Daarna wordt de basislaag of foundation aangebracht. Dat moet voorzichtig gebeuren, bijvoorbeeld door zachtjes te deppen, om te voorkomen, dat de camouflage en de correcties weer weg gewreven worden. Als er geen voorbereidende handelingen nodig waren, kan de basislaag meteen worden aangebracht. Die kan dan iets steviger worden uitgewerkt. 5. De poeder Om de make-up te fixeren (vast te zetten) wordt het gelaat licht gepoederd met een neutraal of enigszins getint poeder. Met een zachte kwast het teveel wegvegen. 6. De rouge Een rouge wordt aangebracht op de wangen, afhankelijk van de gelaatsvorm. De rouge dient om de blos te accentueren. Daarom heet het ook wel blusher. Als van een crèmerouge gebruik gemaakt wordt, wordt die voor het poederen aangebracht. Een poederrouge wordt na het poederen aangebracht.

69


7. De oogmake-up De ogen zijn het meest opvallende deel van het gelaat en daarom verdient de oogmake-up veel aandacht. De wimpers worden aangezet met mascara, de oogleden worden geaccentueerd door een ooglijn (eyeline) en de oogleden krijgen een bij de persoon passende tint. Als je een opvallende oogmake-up wilt aan brengen, kan beter het poederen van het ooggebied achterwege blijven om te voorkomen dat bij beweging van de oogleden breukjes in de make-up ontstaan. 8. De lippen De mond komt als laatste aan de beurt. Eerst worden de eventueel gecorrigeerde contouren met een lippotlood aangegeven, waarna met een applicator met lipstick de lippen worden opgevuld. Langs de randen of in het midden kan nog een beetje glans (lipgloss) aangebracht worden. Bij oudere mensen kan met lippotlood het rimpelig effect van de liprand wat gecorrigeerd worden. Het gebruik van het lippotlood voorkomt tevens dat de lipstick kan uitvloeien in de plooitjes. Eisen waaraan decoratieve cosmetica moet voldoen : Make-up producten: • moeten volkomen onschadelijk voor de huid te zijn. • moeten kleurvast zijn en niet te snel verlopen. • moeten gemakkelijk aan te brengen zijn en niet gaan ’koeken’. • moeten soepel blijven op de huid en geen harde laag gaan vormen. Producten voor de gezichtshuid en de halshuid Foundation Er bestaan vier soorten foundation, die alle dienen om het gelaat een egale tint te geven. Een foundation heeft een groot dekkend vermogen. 1. De poederfoundation. Die bestaat uit een mengsel van een plantaardig vet en een basispoeder, waaraan pigmenten zijn toegevoegd. Dat mengsel wordt samengeperst. Het komt meestal in de handel in een doosje, dat tevens voorzien is van een soort sponsje om de foundation mee op te brengen. 2. De vloeibare foundation. Die bestaat uit een poedermengsel in een o/w emulsie en wordt geleverd in tubes. Daarvan wordt een beetje uitgedrukt op een palet of een spatel en op de huid verdeeld. 70


3. Pancake. Die komt overeen met de poederfoundation, maar bevat veel meer vet, pigmenten en dekkende bestanddelen. Daardoor is het vooral geschikt voor een zware avondmakeup of voor gebruik in het theater. 4. Gekleurde dagcrème is een gewone dagcrème, waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd. Het dekkend vermogen is niet erg groot. Voor cliëntn die graag heel weinig make-up gebruiken is zo’n crème heel geschikt. Gezichtspoeder Gezichtspoeders zijn neutrale poeders, waaraan een geringe hoeveelheid pigment is toegevoegd, zodat zij min of meer overeenkomen met de kleur van de foundation. Hun taak is om de make-up te fixeren, vast te zetten, en daardoor te voorkomen, dat die snel weer loslaat of er gemakkelijk weer afgaat. Gezichtspoeders bestaan in de vorm van losse poeder, die erg kan stuiven, en ’compact powders’, waarbij de poeder met een klein beetje plantaardig vet is samengeperst tot een tablet. Gezichtspoeders worden met een zachte kwast of poederdons over het gelaat verdeeld. Een teveel wordt daarna met een kwast of borstel afgeveegd. Rouge Rouges bestaan in poedervorm en in crèmevorm en dienen om de wangen te accentueren. Waar dat accent moet worden aangebracht is afhankelijk van de gelaatsvorm en ook een beetje van de heersende mode. De poedervorm komt overeen met de compact powder, maar bevat een veel hoger gehalte aan kleurstoffen, die meestal in het kleurscala tussen oranje, via bruin naar rood liggen, met alle schakeringen daartussen. Crèmerouge heeft een vette basis, waarin een vrij hoog gehalte aan pigment is verwerkt. Crèmerouge wordt direct na de foundation aangebracht, poederrouge komt na het poederen aan de beurt. Camouflage Dit zijn sterk dekkende crèmes, die dienen om onregelmatigheden in het gezicht volledig af te dekken, zodat die niet meer zichtbaar zijn. Bij een gewone make-up worden die toegepast 71


als de foundation ontoereikend is, zoals bij sterke pigmentverschuivingen, erytheem enzovoort. Camouflagepreparaten zijn ontworpen om ernstige afwijkingen als littekens, wijnvlekken, vitiligo, tatoeages enzovoort af te dekken. Daarvoor is een speciale techniek vereist, die aangeleerd kan worden op een camouflage cursus. Omdat dat vaak gaat in samenwerking met een medicus, is daaraan een speciaal diploma verbonden. Shadows of shapes Shadow betekent schaduw en dat is ook wat er met deze wat vaaggetinte crèmes bedoeld wordt. In samenstelling komen ze overeen met de crèmerouges, alleen is de kleurstelling anders. Ze dienen om teveel opvallende delen van het gezicht donkerder te maken en te weinig opvallende delen wat lichter (ook wel highlights genoemd) te maken, zodat een wat evenwichtiger geheel ontstaat. Producten voor de mond De make-up van de mond is belangrijk, omdat die, net als de ogen een bewegend deel van het gezicht is en dus de aandacht trekt. De omtrek van de mond wordt met een lippenpotlood aangezet. Daarna worden de lippen opgevuld met lipstick en afgewerkt met een lipglans of lipgloss. Het lippenpotlood of contourpotlood is een zacht kleurpotlood, waar mee de omtrek van de mond strak kan worden afgetekend. De kleur moet worden afgestemd op de kleur van de lippenstift, maar soms vraagt de mode juist om enige accentuering van de omtrek. Dergelijke potloden bestaan ook in de kleur wit, omdat wit een speciaal vergrotend effect kan geven. De lippenstift Lippenstift of lipstick geeft de volle kleur aan de lippen. Het staafje bestaat uit een met pigmenten gemengde vette massa. De stiften met een geringere hoeveelheid vet, de ’droge’ lippenstiften houden langer en zijn meer kleurvast. Bij van nature droge lippen kan beter een wat vettere lippenstift gebruikt worden. Voor privé gebruik kan de lippen­ stift direct opgebracht worden. In de salon is dat om hygiënische redenen niet verantwoord en dient de massa via een spateltje met een penseel opgebracht te worden.

72


De kleur van de lippenstift is bepalend voor het gehele effect van de make-up en dient afgestemd te zijn op een groot aantal zaken, als de kleding, de haarkleur, de oogschaduw enzovoort. Dat is misschien wel de reden, dat het aantal kleuren bij lippenstiften bijna oneindig is. De kissproof lippenstift bevat stoffen, die de kleurstof fixeren, zodat die niet afgeeft. De lipglans Lipglans of lipgloss is een dikvloeibare crème, die parelmoer of een gel bevat en daarom het licht reflecteert. De lipglans wordt met een applicator aangebracht over de lippenstift. Dat kan over de beide lippen, alleen de onderlip, maar ook over een gedeelte, de onderrand of alleen het midden van de lippen. Allemaal afhankelijk van het effect dat bereikt moet worden. Producten voor de ogen De oogmake-up is misschien wel het belangrijkste deel van de gehele make-up, want daarmee staat of valt het gehele resultaat. De oogmake-up moet in evenwicht zijn met de rest van de make-up, maar toch de aandacht trekken. Te zware make-up doet de rest wegvallen, te weinig make-up doet de ogen wegvallen. De oogschaduw De basis van de oogmake-up. Oogschaduw wordt in principe alleen aangebracht op het bovenooglid. Daarmee kan ook de vorm van het oog in optische zin veranderd worden. Oogschaduw bestaat in ontelbare kleuren, in poedervorm, als crème, in vloeibare vorm en als stift. De poedervorm wordt het meest gebruikt, maar is voor mensen met gevoelige ogen ongeschikt, omdat de poeder los kan laten, in de ogen kan komen, en daar irritaties (als tranen) kan veroorzaken. De crèmevorm neigt ertoe om zich op te hopen in rimpeltjes en is dus voor oudere mensen ongeschikt. Met de vloeibare vorm, die met een penseeltje of een wattenstaafje wordt opgebracht kan bijna altijd gewerkt worden. De stift komt het meeste overeen met een lippenstift, alleen in een andere kleurstelling. Soms wordt wel eens een lippenstift gebruikt als oogschaduw, als een bijzondere kleur gewenst wordt.

73


De eyeliner Eyeliners zijn er in vier vormen: de vloeibare vorm, de compacte vorm, de stift en het potlood. De vloeibare vorm zit in een flesje of houder met een penseeltje dat in het dopje vastzit. De compacte vorm is tot een steentje geperst. De verfstof wordt hier afgenomen met een vochtig penseeltje. Deze wordt niet veel meer gebruikt. De stift lijkt op een kleurenstift. De stift moet scherp geslepen worden om hem goed te kunnen gebruiken. Het potlood is in feite een dunne stift met een houtje eromheen. Die moeten ook worden geslepen, maar daar is de kans op breken veel geringer. Een speciale vorm van het eyelinerpotlood is het ’kayal’ potlood. De kleurgevende stift is gemaakt van houtskool en is intensief zwart. Kayal is een natuurproduct. De eyeliner wordt vlak langs de wimpergrens aangebracht op beide oogleden. De vorm van de lijn op het bovenste ooglid kan heel speciale effecten geven. De ooglijnen kunnen ook tot voorbij de buitenste ooghoek worden voortgezet, zoals dat gangbaar was bij de Egyptenaren. Eyeliners zijn er in veel kleuren. Zwart en bruin zijn het meest gangbaar, maar ze bestaan ook in groen, blauw, grijs, violet en vele andere kleuren. Mascara Mascara laat de wimpers meer tot hun recht komen. Het bestaat in vele, voornamelijk donkere tinten, waarvan grijs, bruin en zwart de boventoon voeren. Maar hier geldt hetzelfde als bij de eyeliner, er zijn nog veel meer ’modekleuren’. De kleur van de mascara moet in harmonie zijn met de hele oogmake-up. Anders vallen de wimpers uit de toon. Mascara bestaat uit een tot een steentje geperst poeder, dat met een vochtig borsteltje moet worden afgenomen en op de wimpers aangebracht, vanaf de haarinplant naar de punt toe. Mascara bestaat ook in een dikke crèmevorm, in een houdertje met een borsteltje dat aan het dopje vastzit. Die borsteltjes moeten enigszins draaiend langs de oogharen bewogen worden, eveneens vanaf de haarinplant naar de haarpunt toe. Er bestaan ook een tweetal bijzondere vormen van mascara, die beide alleen in crèmevorm verkrijgbaar zijn. Dat is de waterproof mascara, 74


die niet uitloopt tijdens een regen- of huilbui. De andere is de longlash mascara, waarin heel kleine haartjes zijn verwerkt, die de oogharen langer maken. Het bezwaar daarvan is, dat die haartjes soms wel eens samenklonteren tussen de oogharen en het aanbrengen dus met veel zorg moet gebeuren. Het wenkbrauwpotlood Tenslotte moeten de wenkbrauwen nog aangezet worden. Deze potloden zijn zachter dan de eyelinerpotloden en daarom kunnen daarmee geen mooie scherpe lijnen getrokken worden. De wenkbrauwen kunnen ermee worden aangezet en gecorrigeerd. De haartjes worden met de haargroeirichting mee bijgekleurd. Wenkbrauwpotloden zijn er in grijs, bruin en zwarttinten. De wenkbrauw heeft meestal een sterk individueel karakter. Door epilatie kan een hele verandering van het gezicht bereikt worden. Daarvoor gelden de volgende klassieke maten opgegeven: • de afstand van de onderlijn van de wenkbrauw tot de iris is gelijk aan de diameter van de iris. • de lengte van de wenkbrauw, gemeten van de neuswortel tot de slaap past in een driehoek, die begint bij de neusvleugel, en de beide ooghoeken raakt. Technieken voor een corrigerende make-up Geen enkel gezicht heeft dezelfde vorm. Een goede make-up houdt daar rekening mee. Te opvallende afwijkingen van het gemiddelde kunnen eventueel gecorrigeerd worden. Het corrigeren wordt eigenlijk alleen gedaan bij een fotomake-up. Voor een dagmake-up voert dit te ver. Hoofdregels zijn: - alles wat je minder wilt laten opvallen maak je donkerder. - alles wat je meer wilt laten opvallen maak je lichter.

75


Peervorm, met de donkere tintfoundation het onderste gedeelte van het gezicht afschaduwen zoals de tekening aangeeft. 76


We onderscheiden zes verschillende gezichtsvormen: 1. Ovaal, amandelvormig. Dat is lang als de ideaalvorm gezien en daar hoeft niets aan afgeschaduwd te worden. 2. Rond, als een grote ’O’. Een goede vorm voor een make-up. Desgewenst kan de kaakcontour iets ’smaller’ gemaakt worden. 3. Lang, langwerpig. Als de lengtestrekking erg groot is, kan de kinpunt donkerder gemaakt worden en het voorhoofd kan ’lager’ gemaakt worden door aanpassing van het kapsel. 4. Vierkant, een beetje hoekig effect. Vooral de kaakhoeken mogen hierbij wat afgezwakt worden en de kinpunt mag wat worden opgehaald. 5. Driehoekig, en dat kan op twee manieren, met de punt omlaag , dus een breder voorhoofd, of met de punt omhoog, waardoor de kaak breder is. De driehoek met de punt omlaag vraagt soms om afzwakking van de kinpunt. In het omgekeerde geval is het zinvol de kaakhoeken wat af te zwakken. 6. Zeshoekig, of diamantvormig. Dit lijkt op de amandelvorm en behoeft over het algemeen geen correcties. Ook de vorm van de ogen speelt een belangrijke rol in de harmonie van het gezicht. Men onderscheidt: 1. Bolle ogen. De ogen maken een ’uitpuilende’ indruk. Dat kan aangeboren zijn, maar ook een symptoom van een aandoening aan de schildklier. Voor de correctie maakt dat weinig uit. Op het ooglid wordt een donkere, matte schaduw aangebracht, die naar boven toe vervaagt. De eyeliner iets verlengen en bij zware wenkbrauwen daaronder iets lichter maken. Mascara alleen op de buitenzijde van de wimpers. 2. Diepliggende ogen, of ’holle’ ogen. Die komen naar voren door een heel lichte oogschaduw, eyeliner en mascara te gebruiken. Maak dikke wenkbrauwen wat dunner door epilatie. 3. Kleine ogen. Optisch kunnen die vergroot worden door een lichte, glanzende oogschaduw aan te brengen en de oogplooi donkerder te maken. Op het bovenooglid een niet te donkere eyeliner en op het onderste ooglid dezelfde eyeliner, maar die ruim een centimeter uit de ooghoek laten beginnen. Wenkbrauwen mogen niet te zwaar zijn. 4. Grote ogen kunnen wel oogschaduw hebben, mits die zeer mat en donker is. Ter verbetering van het effect kan die naar buiten toe uitgewerkt worden. Ook kan een donker lijntje aan de binnenkant van het ooglid, direct achter de haarinplant, worden aangebracht.

77


5. Overhangende oogleden zijn vaak een gevolg van spanningsverlies van de huid van het ooglid, door bijvoorbeeld ouderdom of interne oorzaken. Een correctie kan worden uitgevoerd door direct onder de wenkbrauw een heel donkere oogschaduw aan te brengen en die te laten vervagen naar de wimpers toe. 6. Te dicht bij elkaar staande ogen kunnen gecorrigeerd worden door de ogen naar buiten toe te verlengen met een eyeliner en een lichte oogschaduw aan te brengen op de buitenste helft van het ooglid en die naar binnen toe te laten vervagen. De wenkbrauwen moeten boven de neus iets worden geëpileerd, zodat ze wat verder uit elkaar komen te liggen. 7. Te ver uit elkaar staande ogen behandel je omgekeerd. De buitenzijde van de oogleden donker aanzetten en naar binnen toe laten vervagen, alleen een niet te lange eyeliner op het bovenste ooglid en de wenkbrauwen door bijtekenen wat dichter naar elkaar toebrengen. 8. Kringen onder de ogen dienen lichter gemaakt te worden en met behulp van de foundation in overeenstemming met de wang gebracht te worden. Het is ook mogelijk de aandacht af te leiden door een felle oogschaduw aan te brengen en de wenkbrauwen sterker te laten uitkomen. 9. Wallen onder de ogen worden gecamoufleerd met een donkere schaduwtint. De aandacht wordt afgeleid door een eyeliner op onder en bovenooglid, vanuit de ooghoek tot hoogstens halverwege het ooglid. Correcties van de neus De neus neemt een belangrijke plaats in, zowel letterlijk als figuurlijk. Opvallende neuzen kunnen heel karakteristiek zijn, maar ook om correctie vragen. 1. Een lange neus. Een donkerder kleur foundation op het onderste deel van de neus en op de neusvleugels, die voorzichtig wordt uitgevaagd in de lichtere basisfoundation maakt de neus schijnbaar korter. 2. Een korte neus. Een lichtere foundation op de bovenste helft van de neus maakt de neus langer. 3. Een brede neus. Een donkerder foundation op de neusvleugels en op de zijkant van de neus maakt de neus smaller. 78


4. Een smalle neus. Een lichtere foundation op de neusvleugels en op de zijkant van de neus maakt de neus breder. 5. E en scheve neus. Afschaduwen is moeilijk, omdat de lichtval verandert als de cliënt beweegt. Een oplossing kan gevonden worden door met een lichtgekleurd (bijvoorbeeld wit of heel licht bruin) potlood een rechte lijn te trekken over de neusrug. Correctie van de lippen 1. Dunne lippen kunnen breder gemaakt worden door met het lippenpotlood de omtrek van de mond te volgen, maar dan iets buiten de eigen omtrek. Daarna de ruimte binnen de lijn opvullen met een niet te donkere lippenstift en een lipglans aanbrengen. 2. Dikke lippen worden eerst voorzien van een laagje foundation en dan ook ingetekend met het lippenpotlood, maar nu net binnen de eigen omtrek. Opvullen met een wat donkerder lippenstift en geen lipglans gebruiken. 3. Gerimpelde lippen. De mond wordt iets gespannen en met een lippenpotlood wordt de contour aangegeven. Dan invullen met een dun laagje lippenstift en foundation aanbrengen. Daaroverheen weer een laagje lippenstift. 4. Hangende mondhoeken worden gecorrigeerd door de foundation extra op de neerhangende mondhoeken aan te brengen. Daarna met het lippenpotlood de liplijn volgen, maar in de hoeken iets omhoog tekenen en de onderlip in het midden iets voller maken. Dan de lippen opvullen met een vrij felle kleur lippenstift.

79


Correctie van de kin 1. D e vooruitstekende kin kan optisch gecorrigeerd worden door op de punt van de kin een wat donkerder foundation aan te brengen en vlak onder de onderlip een wat lichtere foundation. 2. De terugwijkende onderkaak kan optisch gecorrigeerd worden door op de punt van de kin een lichtere foundation aan te brengen en onder de kin een donkerder foundation. 3. D e onderkin wordt gecorrigeerd door daarop een donkerder foundation aan te brengen, die niet over de kaakrand heen mag komen. 4. D e brede onderkaak wordt gecorrigeerd door op de zijkanten een donkerder foundation aan te brengen, die afgevlakt wordt naar het midden van de onderkaak. Bij extreme breedte kan de punt van de onderkaak iets lichter gemaakt worden.

De toepassingsmogelijkheden van visagie. Visagie is meer dan make-up. Het omvat allerlei bijzondere vormen van make-up, als uitgaansmake-up, bruidsmake-up, make-up voor brildragenden, maar ook aanpassing van het kapsel en adviezen betreffende de te dragen kleding en de meest harmoniërende kleuren. Niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen. 80


Dagmake-up moet voldoen aan het criterium, waarmee dit hoofdstuk begint. Je mag het maar net zien, maar het moet wel opvallen hoe goed de cliënt er uitziet. Foundation, lippenstift en rouges moeten zoveel mogelijk overeenkomen met de eigen huidskleur, maar allerlei onregelmatigheden bedekken. De oogschaduw mag wel kleur hebben, maar mag er niet uitspringen. Mascara dient ook heel zuinig gebruikt te worden. Avondmake-up mag veel zwaarder uitgevoerd worden, omdat kunstlicht kleuren doet verzwakken. Vooral de ogen, de mond en de wangen mogen wat sterker uitkomen. Rekening moet wel worden gehouden welke vorm van kunstlicht gebruikt wordt, gloeilampen geven een heel ander effect dan TL. De kleuren voor de oogschaduw moeten met zorg worden gekozen, bij voorkeur in harmonie met de kleding. Bij een uitgaansmake-up mogen diverse toepassingen van strass(steentjes), kunstwimpers en gebruik van metalen als goud en zilverpoeder in overweging worden genomen. De kleur van de eye­ shadow wordt vaak in verband gebracht met de uitstraling van de draagster. • • • • • • • • • • • •

Donkerrood Bordeauxrood Hardroze Zacht roze Groen Donkergroen Hardgroen Lichtblauw Hardblauw Lila Paars Grijs

warm, sensueel. warm, chic. opvallend, druk. romantisch, sexy. koel, rustig. koel, zakelijk. afstandelijk, kil. zacht, vriendelijk. nuchter, ongeïnteresseerd. zacht, onschuldig. chic, mysterieus. onopvallend, kalm.

Make-up voor de oudere huid Een zware make-up maakt ouder. De make-up voor de oudere huid moet noch zwaar noch mat zijn. De camouflage speelt een belangrijke rol. Allerlei ouderdomsverschijnselen als ouderdomswratten, pigmentvlekken etc, dienen eerst onzichtbaar gemaakt te worden. De foundation kan gemengd worden met een vochtherstellende crème. Daardoor blijft die soepeler, een beetje transparant en gaat niet craqueleren. Poederen moet heel zuinig gebeuren, om te voorkomen, dat de poeder zich ophoopt in rimpeltjes, die daardoor zichtbaarder 81


worden. Oogschaduw en lippenstift moeten bescheiden zijn, met matte tinten. Een geplooide mondlijn kan behandeld worden als bij de mond is aangegeven. Make-up voor brildragenden Brillen vergroten of verkleinen het beeld van de huid erachter. De keuze van de bril is heel belangrijk voor het uiterlijk. De kleur van het brilmontuur moet in harmonie zijn met de make-up. De vorm is aan mode onderhevig, maar kan een belangrijke bijdrage leveren aan de correcties van de gezichtsvorm. Plusglazen vergroten de ogen. Die dienen dus bescheidener opgemaakt te worden, geen felle oogschaduw, een bescheiden eyeliner, alleen op het bovenooglid en weinig of geen mascara. Minglazen verkleinen de ogen. Daarom hier de wenkbrauwen iets zwaarder aanzetten, een wat levendiger, eventueel zelfs parelmoerkleurige oog schaduw met een dunne eyeliner. Als de brillenglazen niet ontspiegeld zijn kan beter geen parelmoer gebruiktworden, omdat het dan teveel gaat glimmen. Make-up voor de donkere huid Donkere huiden kennen tal van onderlinge verschillen, er bestaat niet zoiets als DE donkere huid. Omdat de donkere huid over het algemeen afwijkt van de blanke huid in vetheids- en vochtigheidsgraad is het beter voor deze huidtypen gemaakte make-up producten te gebruiken. Eerst worden oneffenheden en pigmentverschuivingen gecamoufleerd. Daarna wordt de foundation opgebracht, die niet lichter mag zijn dan de eigen huidskleur. Daarna met een speciaal donker getint poeder poederen en op de jukbeenderen een blusher (rouge) aanbrengen. Oogschaduw in een aparte tint, als goudkleurig, brons, groen, paars of zwart. De eyeliner mag vrij zwaar zijn. Mascara is goed bruikbaar, alleen moeten soms de wimperharen worden bijgekruld. Lippenstift naar wens in een harmonische kleur. Als er kleurverschil bestaat tussen de boven en de onderlip, kan een daarvoor speciaal gemaakt product (lip base-coat) als voorbehandeling worden toegepast. 82


Make-up voor de Aziatische huid De Aziatische huid bevat een hoge geelcomponent. De hele toon van de make-up moet daarom in de gele, olijfkleurige of bronskleurige nuancen gehouden worden. De huid is vaak mooi egaal, zodat de foundation meteen op de dagcrème kan worden aangebracht. Als het gezicht wat ’plat’ is, kan er wat licht gebracht worden onder de ogen, op de jukbeenderen en de neusbrug. Aan weerszijden van de neus wat opdonkeren en een zacht oranje blush aanbrengen op de jukbeenderen. Bij de Aziatische huid ontbreekt vaak de arcadeboog, waardoor het aanbrengen van de oogschaduw iets anders verloopt: • Vanaf de wimperrand tot boven de oogplooi een donkere oogschaduw aanbrengen, die aan de bovenzijde vervaagd wordt. • De oogschaduw ook aan de buitenkant van het onderooglid aanbrengen. • Onder de wenkbrauw een lichtelement aanbrengen. • Accentueer met een eyeliner op het onder en bovenooglid de amandelvorm van het oog. • Wimpers goed omhoog borstelen met mascara. Als de wimpers sterk omlaag zijn gericht kunnen die bijgekruld worden met de wimperkrultang. Make-up voor de man De make-up voor de man is op geen enkele manier te vergelijken met de make-up voor de vrouw en dient in de meeste gevallen ook een geheel ander doel. Deze make-up dient om de man er goed uit te laten zien, voor hem negatieve kenmerken als vermoeidheid of een zware nacht te camoufleren en zijn zelfvertrouwen op te vijzelen. Voor de mannenmakeup geldt nog meer dan voor vrouwen dat: de make-up niet zichtbaar mag zijn, alleen moet de man er perfect uitzien. Politici, mannen die voor de TV verschijnen en sprekers voor een groter publiek, die in schijnwerperlicht staan, hebben een dergelijke make-up nodig. De voorbereiding De huid reinigen en comedonen en milia weghalen. Verwijderen van ingegroeide haren. Epileren is sterk persoonsgebon83


den. Voor een ’fris en open’ uiterlijk zijn doorlopende wenkbrauwen niet bevorderlijk en kan er boven de neus wat weggehaald worden. Voor sommige mannen is de doorlopende wenkbrauwlijn juist een belangrijk gegeven voor hun zelfvertrouwen. Epilatie dient dus goed met de cliënt overlegd te worden. Wenkbrauwharen, die over de oogleden groeien kunnen weg gehaald of voorzichtig afgeknipt en bijgepunt worden. Erg lange haren kunnen worden uitgetrokken, wel opletten dat er geen ’gaten’ in de wenkbrauw ontstaan. Wenkbrauwharen nooit zonder meer afknippen, dat geeft een stoppelig en lelijk effect. De camouflage: onregelmatigheden, als roodheid, teleangiectasiën en kleine rimpeltjes worden met een camouflagecrème in de huidskleur of een fractie lichter, weggewerkt. Een dunne foundation of een gekleurde dagcrème wordt dan opgebracht en na enkele minuten intrekken wordt de overmaat met een tissue afgenomen. Deze behandeling doorzetten in de hals en laten wegvagen, zodat er bij de boord geen kans bestaat op afgeven. De wangen kunnen desgewenst iets kleur krijgen met een crèmerouge, want die is transparant. De baardschaduw kan direct na het scheren wel weggewerkt worden, maar die komt er door het groeien van de baard in de loop van de dag weer doorheen. Juist dan gaat een eventuele make-up opvallen. De producten op dat gebied dus spaarzaam aanbrengen. Als de vorm van het gezicht daarom vraagt, kan er langs de neus en onder de jukbeenderen een wat donkerder tint worden aangebracht. Een dun ooglijntje maakt de ogen wat sprekender. Oogschaduw mag niet opvallen, dus ofwel in de kleur van de foundation, of iets donkerder of lichter, afhankelijk van de vorm van de ogen. Lippenstift mag hooguit een mattering zijn in een bruine, geelbruine of goudbruine tint met in het midden of de rand een beetje lipglans. Wenkbrauwen kunnen desgewenst opgevuld worden met het wenkbrauwpotlood en een beetje mascara doet de wimpers beter uitkomen. Bruidsmake-up Als een vrouw gaat trouwen, wil ze er op haar best uitzien. Soms doet ze dat zelf, of laat ze dat een vriendin doen. Soms maakt ze een afspraak met de schoonheidsspecialist. Een belangrijke vraag is altijd, wat moet eerst, de schoonheidsspecialist of de kapper? Een combinatie zou het beste zijn. Eerst de voorbereidende handelingen en een foundation, dan het haarwerk, daarna 84


de bruidsjurk, dan de make-up voltooien en eventueel nog de laatste hand van de kapper. • De bruid moet er optimaal uitzien, maar de make-up mag niet de boventoon voeren. • De make-up mag geen ’vreemde’ van de bruid maken en mag niet teveel afwijken van haar normale dagmake-up. • De make-up moet passen bij het jaargetijde van de bruiloft. • De make-up moet passen bij de leeftijd van de bruid, iets jonger is prima, maar niet overdrijven. • De make-up moet niet zo ingewikkeld zijn, dat de bruid die niet zelf tussendoor kan bijwerken. De bruid moet dus kunnen beschikken over de gebruikte materialen. • De make-up moet de gehele dag en de avond, die vaak laat afloopt, goed blijven. Daarom is het belangrijk als finishing touch een fixatieampul te gebruiken. • De make-up moet mat zijn, anders reflecteert die op de bruidsfoto’s. • De make-up mag voor de avond wat worden verzwaard, kleurrijker oogschaduw en lippenstift. • De make-up moet qua kleurstelling in harmonie zijn met het bruidsboeket. • De make-up moet in harmonie zijn met de bruidsjurk. Een romantische jurk, een jurk in een bepaalde stijl of een moderne outfit vragen om een verschillende make-up. • De mascara moet waterproof zijn in verband met emoties. • De lippenstift moet kissproof zijn, want een bruid kust wat af op zo’n dag. Als de bruid een huidprobleem heeft gecamoufleerd, als bijvoorbeeld een wijnvlek, moet met foto’s binnenshuis rekening worden gehouden met een afwijkende weergave op de plaats van de camouflage. De fotograaf moet dan tegen het (witte) plafond flitsen, of een paraplu gebruiken en het licht verstrooien. Permanente make-up Permanente make-up is een vorm van tatoeage. Met een snel bewegende naald worden kleurstoffen in de huid gebracht. Deze kleurstoffen moeten eerst worden getest op de cliënt, want als het eenmaal in de huid zit, en er komt een allergie uit voort, is de ellende niet te overzien.

85


Omdat de huid voortdurend afschilfert, moet de kleur vrij diep worden ingebracht, en soms moet de sessie worden herhaald om een goed en blijvend effect te krijgen. ’Blijvend’ of ’permanent’ is de make-up niet, want na een aantal jaren, vijf of zes, zwakt de kleur af en verdwijnt langzaam. Er blijft echter altijd wel iets van zichtbaar. De permanente make-up kan voor een eyeliner zorgen, voor een strak lipcontour en voor aanvulling van de wenkbrauwen. Voor brildragenden en cliëntn, die problemen hebben met het aanbrengen van smalle, rechte lijnen kan dit een goede oplossing bieden. Er kleven ook bezwaren aan, want als iemand haar make-up wil veranderen, kan dat niet of heel moeilijk. Verder kunnen de kleurstoffen in de huid gaan veranderen, zodat allerlei niet gewenste tinten ontstaan. Het inbrengen van de permanent make-up is vrij moeilijk en vergt een specialisatie, die de gediplomeerde schoonheidsspecialist kan volgen. Het aanbrengen vergt een zeer vaste hand, geduld met de cliënt, want het is bepaald niet pijnloos, en als degene die de permanente make-up aanbrengt een fout maakt, kan die niet meer hersteld worden. Wimpers plakken Kunstwimpers Kunstwimpers kunnen een mooie aanvulling zijn op de avond- of bruidsmakeup. Ze zijn verkrijgbaar als voorgevormde complete wimpers, als strips van een meter lang, waaruit haren genomen kunnen worden om haar voor haar aangebracht te worden, en kleine afzonderlijke plukjes. De voorbehandeling De oogleden en de oogharen moeten of goed gereinigd en vetvrij zijn, of voorzien zijn van make-up die goed afgepoederd is. Wimpers kunnen alleen geplakt worden op poederoogschaduw, niet vet, anders hebben de aan te plakken wimpers geen grip. De plaats De kunstwimpers moeten in overeenstemming zijn met de stand van 86


de ogen. Het midden van het ooglid moet overeenkomen met het midden van de wimper. De strip moet tegen de haarplant aangezet worden. Kunstwimperstukjes worden tussen de inplant van de eigen haren geplaatst. De symmetrie en het model De wimpers van het linker en het rechteroog dienen met elkaar in harmonie te zijn. Een kleine ongelijkheid geeft al gauw een storend effect. Kunstwimperstrips moeten in hun geheel worden aangebracht. De wimper wordt dan op maat gemaakt voor de oogleden, en naar gelang de maat van de ogen ingekort, dat moet voor het opplakken gebeuren. Voor het bovenooglid worden langere haren gebruikt. Die zijn voorgekruld. Als de krulrichting van de eigen oogharen daar niet mee overeenkomt, kunnen die met een speciale wimpertang worden aangepast. De kunstwimpers kunnen niet van buiging veranderd worden. Voor het onderooglid worden kortere haren gebruikt met een naar beneden gerichte krulling. In geval van een brildragende cliënt dient de afstand van het ooglid tot de bril gemeten te worden om te voorkomen dat de haren tegen het brillenglas aankomen. Lijmgebruik Kunstwimpers worden opgeplakt met een door de fabrikant bijgeleverde lijm. Het is verstandig eerst na te gaan of de cliënt niet overgevoelig is voor die lijm. Daartoe wordt een klein druppeltje aangebracht op de arm en afgedekt met een pleistertje. Als na een dag geen reactie optreedt, kan de lijm zonder bezwaar gebruikt worden. De goed aangepaste kunstwimper wordt met een gebogen pincet vastgehouden, en voorzien van een uiterst dun laagje lijm. De strip van de kunstwimper wordt dan aangebracht vlak langs de bovenrand van de eigen oogharen, ofwel vanuit de binnenooghoek, ofwel vanuit het midden van het ooglid, en met de afgeronde kant van een houten staafje aangedrukt. Wimperstukjes Voorbehandeling De voorbehandeling is gelijk aan die bij het aanplakken van hele kunstwimpers. Het aantal haren Het aantal haren is afhankelijk van de behoefte, maar overdrijving 87


schaadt! Een bescheiden aanvulling geeft het mooiste resultaat. Op het bovenooglid kunnen wat langere en wat kortere haren worden afgewisseld ter verhoging van het natuurlijke effect. Vermijd daarom het gebruik van te lange haren. Plaats Veel meer dan bij het aanbrengen van een hele kunstwimper is het belangrijk te weten, waar de haren moeten worden aangebracht, om de combinatie van de eigen wimper en de kunstharen tot een zo mooi mogelijk geheel op te bouwen. Aan extra haren kan zowel in het midden als aan de uiteinden van de wimpers behoefte bestaan. Het natuurlijkste effect wordt bereikt door enkele losse kunstharen toe te voegen tussen de eigen oogharen. Het plukje kunsthaar wordt aan het rechte eind voorzien van een beetje lijm. Daarna voorzichtig tussen de eigen oogharen aanbrengen en de haar vasthouden tot de lijm droog is. De punt van de pincet dient voor de bovenoogharen naar buiten gericht te zijn en voor de onderoogharen naar binnen. De aldus aangebrachte haren bestaan gewoonlijk uit marterhaar en kunnen gewoon meegenomen worden bij de make-up. Mascara en eyeliner kunnen zonder bezwaar worden aangebracht. Mocht de client de wimperstukjes meerdere keren willen gebruiken dan wordt het gebruik van mascara afgeraden. Voor het hechten van de kunsthaar aan de eigen oogharen worden meest haren van kunststof gebruikt. Die worden met de haarbasis ingedoopt in een weinig lijm en daarna zorgvuldig bovenop een eigen haar vastgezet. De op deze manier aangebrachte haren kunnen niet worden opgemaakt, omdat de vetten en de alcohol in de mascara en de eyeliner de lijm oplossen en de haren loslaten. Ook het wassen met een zeep moet daarom afgeraden worden. Symmetrie en model Toevoegen van kunstharen vergt nog meer aandacht voor de symmetrie van de rechter- en de linkerwimpers, dan dat dit het geval is bij de hele kunstwimper. Een of meer te lange haren aan een kant of een ongelijk aantal toegevoegde haren bederven het hele effect. Lijm Hiervoor geldt hetzelfde als bij het aanplakken van hele kunstwimpers. Als kunstharen op de eigen haren geplakt worden, mag de lijm niet in aanraking komen met de huid. 88


Het meest wordt lijm gebruikt, die ruim een dag houdt. Er bestaat echter ook permanentlijm, die ruim 14 dagen houdt. Deze lijm is ofwel transparant ofwel zwart gekleurd. • Kunstwimpers zijn soms gemaakt van marterhaar en soms van een kunststof. In het laatste geval zijn de haren warmtegevoelig en dient opgepast te worden met open vuur, (sigaret aansteken) en hitte als bij bakken en braden en hete stoom bij het afgieten van aardappelen. • Kunstwimpers worden kant en klaar geleverd, vastgezet op een strip. Aan de verpakking zijn de lijm en de cleanser toegevoegd, want ze moeten er ook weer af kunnen. Hoewel de lijm na enige tijd loslaat, dienen de wimpers of losse haren ook verwijderd te kunnen worden. Het verwijderen van de kunstwimper of haren Dat kan eenvoudig door de gehele kunstwimper voorzichtig met een pincet van de huid te trekken. De lijm gaat vanzelf mee. Ook de wimperplukjes kunnen op deze manier worden verwijderd. Daarna de oog make-up en de rest van de make-up verwijderen. Wat moet je weten? 1. Waarvoor dient de waterstofperoxide? 2. Waarom moet je een beschermende crème aanbrengen voordat je gaat verven? 3. Waarvoor gebruik je een foundation? 4. Waarmee matteer je de foundation? 5. Wat gebruik je voor het omlijnen van de ogen? 6. Waarom breng je lipstick met een penseeltje aan? 7. Waarvoor kun je een camouflagestift gebruiken? 8. Hoe wordt permanente make-up aangebracht? 9. Wat zijn correcties? 10. Wanneer kies je voor het gebruik van wimperplukjes?

89


Meerkeuzevragen 16. Bij het verven van wimperharen gebruikt men waterstofperoxide om de verf te a. activeren. b. bleken. c. verdunnen. 17. Hoe gebruikt men een corrigerende foundation bij een te brede onderkaak? a. Alleen de onderste gedeelten aan weerszijden van de wangen iets donkerder. b. Alleen het kingedeelte iets donkerder. c. De gehele onderkaak iets donkerder. 18. De foundation voor de donkere huid bevat vooral a. lichtbeige pigmenten. b. warmrode pigmenten. c. zilverglans pigmenten. 19. Een vrij stevig aangezette zwarte eyeliner om de oogleden wordt geadviseerd bij a. een bruidsmake-up. b. een make-up voor de donkere huid. c. een make-up voor de oudere huid. 20. De volgorde voor het aanbrengen van make-up is meestal a. camouflage foundation crèmerouge. b. crèmerouge foundation camouflage. c. foundation camouflage crèmerouge.

90


5. Massage Invloeden De invloeden van een gezichtsmassage zijn in principe gelijk aan die van de lichaamsmassage, maar de intensiteit kan verschillen. We onderscheiden primaire en secundaire effecten: Primaire effecten zijn van mechanische aard, zoals: • het loslaten van dode hoorncellen; • versnelde afvoer van aderlijk bloed en lymfe; • warmteontwikkeling; • losmaken van talgophopingen; • losmaken van verklevend weefsel; • activering van de vrije zenuwuiteinden in de huid. Secundaire effecten zijn van reflectorische, biochemische of psychische aard. Reflectorische effecten komen voort uit de activering van de sensibele zenuwuiteinden in de huid. Dat zijn: • bloedvatverwijding, waardoor een verhoogde doorbloeding; • ontspanning van het spierweefsel; • verbetering van de spiertonus; • activering van de mestcellen. Biochemische effecten ontstaan door de wrijving met de huid, waardoor bepaalde stoffen als het huidhormoon histamine en de neurotransmitter acetylcholine gevormd worden. Daardoor wordt de huid rood, door verhoging van de doorbloeding en neemt de zenuwoverdracht toe. Psychische invloeden zijn heel persoonlijk en die hangen onder andere samen met de relatie tussen de behandelaar en de cliënt, de levensomstandigheden van de cliënt enzovoort. Massagegrepen De invloed van de massage wordt voor een groot deel bepaald door de aard van de toegepaste grepen. Effleurages • Effleurages zijn langzaam uitgevoerde strijkingen. Zij werken voornamelijk ontspannend, en stimulerend op de weefselcirculatie. Te snel uitgevoerde effleurages werken overstimulerend en worden als onaangenaam ervaren. Ook de regelmaat van de bewegingen is belangrijk. • Effleurages worden uitgevoerd als lengtestrijkingen. Omdat die al91


tijd moeten worden uitgevoerd in de richting van het hart, bevorderen ze de aderlijke bloedstroom. • Effleurages worden uitgevoerd als dwarsstrijkingen. Die beïnvloeden de bloedstroom niet en werken voornamelijk ontspannend en weefselcirculatie bevorderend. • Effleurages worden uitgevoerd als rotaties. Deze bevorderen het losmaken van verkleefd weefsel en stimuleren de weefseldoorbloeding. • Effleurages kunnen worden uitgevoerd met beide handen, zo’n hand of een gedeelte van de hand, afhankelijk van het te behandelen gebied. Petrissages Petrissages zijn knedingen, waarbij een weefseldeel als het ware wordt uitgewrongen. Ze worden vooral toegepast bij een slecht doorbloede huid en verslapt spierweefsel. We onderscheiden lengteknedingen, waarbij de kneding van de periferie naar het hart toe wordt uitgevoerd. Die zijn bedoeld om diepere delen van het weefsel te stimuleren tot een betere doorbloeding en afgifte van afval stoffen aan de lymfecirculatie. Het weefsel kan hierbij met beide handen worden omvat en gekneed of, als de locatie dat niet toelaat, met een hand of enkele vingers. Ook kan het weefsel met de hand(en) of een deel van de hand tegen een onderliggend bot worden gedrukt, dat noemt men ’vlakke’ petrissage. Dwarsknedingen worden haaks op het spierweefsel uitgevoerd en werken sterk stimulerend op de doorbloeding en de tonus van de spieren. Ook worden huidhormonen versneld gevormd. Ook dwarsknedingen kunnen met beide handen, een hand of met de vingers worden uitgevoerd. Zij kunnen zowel omvattend als vlak zijn. Petrissages kunnen met beide handen, met een hand of met een deel van de hand worden uitgevoerd. Zij mogen nooit te snel worden gedaan, omdat het weefsel tijd moet hebben om te reageren en zich te herstellen. Fricties Fricties hebben een lokaal effect en kunnen zowel op een heel klein als een wat groter huidgebied worden uitgevoerd. Lokale vetophopingen en doorbloedingsstoornissen kunnen door fricties verbeterd worden. Tapotements worden met de vingers of met de volle hand uitgevoerd. Met de vingers worden tokkelende bewegingen gemaakt, bijvoorbeeld 92


onder de ogen. Met de vlakke hand wordt de ’waaierslag’ uitgevoerd op de zijkant van het gelaat. Met de pinkzijde van de open hand worden tapotements op de onderkin en op een diepe neuslippenplooi uitgevoerd. Vibraties worden met de vingers of met de gehele hand uitgevoerd. Bij gebruik van de vingers kan als hulpmiddel een ’vingervibrator’ worden toegepast, een op de vinger gebonden elektrische vibrator. Vibraties brengen trillingen in het weefsel teweeg, waardoor de spiertonus wordt verhoogd en het aderlijk bloed beter wordt afgevoerd. Vibraties kunnen op een plaats worden uitgeoefend, de statische vibratie en de handen of vingers kunnen over een bepaald gebied bewogen worden, waardoor de trilling zich in het weefsel verplaatst, de lopende vibratie. Het is voor degene die de massage uitvoert een inspannende vorm van massage, omdat de spieren van de handen, de armen en de borst voortdurend in trilling worden gehouden. Drukzuiggrepen worden toegepast als er vochtophopingen zijn, bijvoorbeeld rond de ogen. De holle hand wordt over het te behandelen gebied gesloten aangelegd en er wordt een lichte druk uitgeoefend. Dan de druk loslaten en de hand iets oplichten. Daarna weer aanleggen en de greep herhalen. In het weefsel wordt dan een afvoerende en aanvoerende beweging van het weefselvocht bewerkstelligd, waardoor afvoer van overtollig vocht kan volgen. Algemene beïnvloedende factoren Een massage wordt uitgevoerd met een bepaald doel en niet als routinehandeling. Het doel en de aard van de daarbij aangewezen grepen is daarom van groot belang. Gelet moet daarbij worden op: • de aard en de richting van de grepen. • de drukintensiteit. Voor elke greep is een bepaalde intensiteit nodig om het gewenste effect te bereiken. Te zacht kan in verband met de reflectorische reactie nog wel effect hebben. Te hard is altijd verkeerd, omdat dan overprikkeling of zelfs beschadiging van het weefsel kan optreden. Toename van de druk heeft tot een bepaalde grens een verhoogde activiteit van het weefsel ten gevolge. • de snelheid van de handgrepen. Een langzaam en rustig uitgevoerde massage heeft het juiste effect. Te snel wordt als onaangenaam ervaren en geeft bovendien overprikkeling van het weefsel. Soms is het nodig om het weefsel te activeren. Dan kan de snelheid iets worden opgevoerd. • de houding van de cliënt is van belang, omdat die ontspannen moet 93


liggen of zitten. De lighouding verdient de voorkeur, maar ’goed gevulde’ cliëntn kunnen nog wel eens benauwd worden bij lang liggen en dan is een zittende of halfzittende houding bij een gezichtsmassage beter. Ook mag de cliënt het niet koud krijgen, dus dient de werkruimte een aangename temperatuur te hebben en kan de cliënt eventueel worden toegedekt met een deken. • het reactievermogen van de huid. Het spreekt vanzelf, dat een jonge, veerkrachtige huid anders benaderd moet worden dan een oudere, verslapte huid. Ook een gestuwde huid vraagt om een andere benadering dan een slecht doorbloede huid. • de duur van de massage is voor een deel afhankelijk van de aard en de reden van de massage. Ook hier geldt weer de gulden middenweg, die bij zo’n 20 minuten ligt. Te kort bereikt het gewenste doel niet en te lang kan het gewenste effect weer teniet doen. • gebruik van tussenstof. Voor sommige vormen van massage, als statische vibraties, tapotements en petrissages, is een tussenstof vaak overbodig, of zelfs ongewenst, omdat de ’grip’ op de huid erdoor verloren gaat. Voor lopende massages als effleurages is een tussenstof nodig, omdat anders de huid geirriteerd raakt en bij een behaarde huid overstimulering optreedt en een goede kans op folliculitis geboden wordt. De tussenstof dient ’inert’ te zijn, dat wil zeggen, dat die zelf geen invloed op het weefsel mag uitoefenen. Minerale oliën lenen zich hier goed voor. Ook speksteenpoeder (talk) is eventueel bruikbaar, maar dat brengt de kans op verstopping van de poriën met zich mee. Er kan echter besloten worden om de massagebehandeling te combineren met een stimulerende of kalmerende werkstof, waartoe een werkzame basisolie, eventueel aangevuld met een etherische olie heel zinvol kan zijn. Tenslotte kan het juist in de bedoeling liggen een werkstof te gebruiken bij de massagebehandeling. Voorbehandeling Massage moet altijd worden uitgevoerd op een gereinigde en enigszins warme huid. Dat de huid gereinigd moet zijn spreekt vanzelf, omdat het inmasseren van huidonreinheden wel erg onverstandig is. Dat de huid warm moet zijn is ook logisch, omdat de koude huid vernauwde vaten heeft en een verlaagd reactiepatroon. Bij een gezichtsmassage worden ook de hals, het decolleté en de schouders betrokken. Die dienen dus te worden opgenomen in de voorbehandeling. Nabehandeling Na de massage wordt de huid afgenomen met warme, goed uitge94


wrongen kompressen en nagedroogd, zodat de cli‘nt niet met een vette of natte huid naar huis gaat. Ook voor een eventueel daarna aangebrachte make-up moet de huid vetvrij en droog zijn. Indicaties en contra-indicaties • De indicaties voor de massage blijken uit de huidanalyse en de daaruit getrokken diagnose. • De contra-indicaties zijn: een cliënt met een ziekte onder de leden, kan beter niet behandeld worden tot bekend is om welke ziekte het gaat. Iemand met koorts of een koortslip in het blaasjesstadium mag ook niet behandeld worden. Gezwellen van lymfeknopen of andere gezwellen (behalve talgcysten) vormen ook een contra-indicatie. Eczeem is een contra-indicatie evenals actieve acne. Ook bij de behandeling van acne zijn bepaalde massages zinvol, maar dat zijn geen grepen die in het schema van de klassieke massage passen. De cosmetische gezichtsmassage Elke massage is anders, en vaak zijn er individuele verschillen. Een massage kan niet uit een boek geleerd worden, de praktijk is de beste leermeester. Er kan hoogstens een algemene lijn aangegeven worden. Enkele hoofdlijnen: • - E ffleurage van de kaakranden, de hals en decollete en de schouders met beide handen. - Effleurage van het voorhoofd en de neus, met de vingers. - Petrissages van de kaakrand, van de kaakpunt naar de oren. - Petrissage van de wenkbrauwen, van de neus naar de zijkant. - P etrissages van de wangen, in de vorm van een pincements, waarbij de huid tussen de duim en de middelvinger wordt opgenomen, licht uitgedrukt en weer losgelaten. - Rotaties op de zijkanten van de hals. - Rotaties op het voorhoofd. - Lopende vibraties langs de kaakrand. - T apotements op de wangen, onder de ogen, op de neuslippenplooi en kaakcontour. • - E ffleurage van het decolleté en de schouders, gevolgd door een vibratie van dat gebied. - Petrissage van de monnikskapspier en de nekspieren. - R otaties rond de kaakrand en over de hals, gevolgd door een effleurage van de hals en een petrissage van de kaakrand. 95


- Vibratie van de kaakrand, gevolgd door een tapotement. - Zachte petrissage van de oorschelp. - E ffleurages over de hals, decolleté en wangen als overgang naar het voorhoofd. Als het even kan de handen tijdens de massage zo min mogelijk van de huid af laten gaan. - Effleurage van het voorhoofd, gevolgd door rotaties. - Petrissage van de wenkbrauwen. - Effleurage van de neus en de ogen. - Drukzuigmassage van de omgeving van de ogen. - Rotaties op de neus en de wangen. - R otaties van de bovenlip en de neuslippenplooi en petrissage van hetzelfde gebied. - Rotaties van de onderlip. - Tapotements op de neuslippenplooi en de wangen. - Petrissage van de trompetspier. - Vibratie van de mond. - A fstrijken vanaf het voorhoofd naar de schouders en zachtjes wiegen met de schoudertoppen. - De handen even laten rusten en de massage beëindigen. Enkele suggesties voor handgrepen per deelgebied: • Decollete en schouders - Effleurage van de schouders. - Rotatie van de schouders. - Frictie langs het borstbeen. - Petrissage van de monnikskapspier. - Rotatie van de bisonbult. - Frictie van de schouderbladgraat. • Nek en hals - Effleurage vanaf de kaak over de hals. - Duimmuis effleurage van de hals. -P incement op de ’gewoonte’ rimpels van de hals. - Frictie van de achterhoofdsrand. - Rotatie van de nek. - Effleurage van de nek. • Kaak - Effleurage van de kaakrand. - Petrissage van de kaakrand. - Rotatie van de ondercontour. - Tapotement van de ondercontour. - Waaierslag van de ondercontour. - Lopende vibratie van de ondercontour. 96


• Wangengebied - Effleurage van het gehele wangengebied. - Rotaties van het gehele wangengebied. - Tapotement van de mond naar de nek. - Waaierslag bij de diepe neusplooien. • Ooggebied - Zachte effleurage rond de ogen. - Tapotement onder de ogen in de richting van de oren. - Frictie van de oogkasrand. - Statische vibratie van de slapen. - Petrissage van de wenkbrauwen. • Voorhoofd - Effleurage van oor tot oor. - Rotaties over het gehele voorhoofd. - Fricties langs de haargrens. Manuele lymfedrainage Manuele lymfedrainage is een specialisme en kan niet door ongetrainde handen worden uitgevoerd. Met de manuele lymfedrainage kan de afvoer van afvalstoffen en vocht uit de weefsels bevorderd worden, omdat de werking van het lymfsysteem wordt gestimuleerd. De lymfeknopen worden geactiveerd tot lediging en de lymfstroom in de lymfevaten wordt gestimuleerd. Een goede opleiding, die kennis van zaken en inzicht verschaft, is een noodzaak om het beoogde doel te bereiken. Pincements Pincements dienen om de cellen van een bepaald huidgebied te activeren en te dwingen tot versnelde afgifte van gifstoffen. Deze massagetechniek is bedacht door dr. Jacquet en de basisvorm draagt nog steeds zijn naam. Pincements worden uitgevoerd in een snelle en in een langzame vorm. In de snelle vorm wordt de huid opgenomen tussen de duim en de middelvinger en na een kort, maar niet te hard kneepje weer losgelaten. De beweging wordt uitgevoerd in banen. In de langzame vorm wordt de huid opgenomen tussen de duim en de in een boogje geplaatste overige vingers. De huid wordt even samengedrukt en weer losgelaten. Deze beweging hoeft niet in banen uitgevoerd te worden. Het goed uitvoeren van pincements vergt nogal wat oefening. Ook hier voor bestaan speciale opleidingen.

97


Wat moet je weten? 1. Waaruit bestaat de voorbehandeling van een massage? 2. Wat is een effleurage? 3. Wat zijn de mechanische invloeden van de massage? 4. Wat is een rotatie? 5. Waaruit bestaan de reflectorische effecten van de massage? 6. Wat is een petrissage? 7. Waarom voer je een vibratie uit? 8. Hoe en waarom voer je tapotements uit? 9. Waaruit bestaat de nabehandeling? 10. Wat zijn pincements?

98


Meerkeuzevragen 21. Tot de directe invloeden van de massage rekent men a de prikkeling van zenuwuiteinden. b een betere doorbloeding in de huid. c een gevoel van algehele ontspanning. 22. Tot de contra-indicaties voor een klassieke gezichtsmassage, behoren a. eczeem en moedervlekken. b. moedervlekken en koortsblaasjes. c. teleangiectasiën en eczeem. 23. Welke invloed schrijft men toe aan lopende vibraties? a. Activeren van de doorbloeding. b. Ontspanning via zenuwuiteinden. c. Tonisering van de oppervlakkig gelegen spieren. 24. Bij het masseren van spieren bereikt men de sterkste doorbloeding met a. effleurages. b. fricties. c. petrissages. 25. Welke grepen past men toe bij het geven van een manuele lymfdrainage? a. Fricties. b Fijne knijpbewegingen. c Zachte pompbewegingen.

99


100


6. Apparatuur Hoewel de cosmetische behandeling grotendeels handwerk is kan dat verlicht en zelfs verbeterd worden door het gebruik van bepaalde aangepaste apparatuur. Cosmetische apparatuur dient uiteraard aan de veiligheidsvoorschriften te voldoen, dus voorzien te zijn van een drieaderig snoer met randaardestekker, en een keurmerk. Cosmetische apparatuur dient regelmatig onderhouden te worden, dus controle op het goed sluiten van elektroden en aansluitklemmen, de gaafheid van kabels en snoeren, en het reinigen van de apparatuur, waarbij toegezien moet worden, dat er geen vocht in het apparaat kan komen, waardoor de werking kan worden geschaad of kortsluiting kan ontstaan. Om een goede werking te garanderen, dienen de voorschriften nauwkeurig gevolgd te worden, zoals het vullen van reservoirs, het goed instellen van schakelaars enzovoort. De apparatuur wordt onderverdeeld in: - Hydroapparatuur, waarbij water gebruikt wordt; - Mechanoapparatuur, waarmee mechanische behandelingen verricht kunnen worden; - Elektroapparatuur, waarbij elektrische stroom rechtstreeks wordt toegepast; - Actinoapparatuur, waarmee bestralingen worden gegeven;. - Sterilisatie en desinfectieapparatuur, om instrumenten kiemvrij te maken. Hydroapparatuur • De gezichtssauna omvat een waterdamp producerend gedeelte en een trechter, die om het gezicht past. De damp dient om de hoornlaag te verweken en de huid voor te verwarmen. Zorg ervoor dat de kap niet afsluit, dat veroorzaakt benauwdheid. Contra-indicaties: teleangiectasiën en verhoogde doorbloeding. • Het kruidendampbad omvat een gedeelte dat stoom produceert die geleid wordt door een gedeelte, dat kruiden kan bevatten. De damp neemt etherische oliën uit de kruiden op en verstuift die op het gezicht. Dit verwarmt het gezicht en verweekt de huid. De invloed van de etherische oliën hangt af van de toegepaste kruiden. Contra-indicaties: vlekken en verhoogde doorbloeding. 101


• Het apparaat voor geïoniseerde en geozoniseerde waterdamp omvat een gedeelte dat stoom produceert die langs een elektrische ontlading wordt geleid. Dat kan een hoogfrequente ontlading zijn of een kwiklamp. Beide produceren UV-C, dat de waterdamp ioniseert en van ozon voorziet. De aldus bewerkte damp wordt op het gezicht gericht en verweekt de hoornlaag en desinfecteert de huid. De afstand tot de huid moet ongeveer 35 cm zijn. Contra-indicatie: verhoogde doorbloeding. • De spray of verstuiver. Door druk wordt water of een lotion uit eenspuitopening geperst, waardoor een fijne nevel ontstaat. De druk kan zowel mechanisch (met de hand) als door elektriciteit worden opgewekt. De invloed is verkoelend, verfrissend en verwekend. • Het koeldampapparaat is het beste te vergelijken met een verfspuit. In een kookketel wordt waterdamp geproduceerd, die met kracht uit een nauwe spuitopening wordt gespoten. Vlak hierbij is een zuigpijpje aangebracht, dat uitkomt in een cilinder met een werkstof. Door de langsspuitende stoom wordt de inhoud van de cilinder aangezogen. Door de expansie van de stoom, die uit de nauwe opening ineens de ruimte krijgt koelt die af. De gekoelde waterdamp met de werkstoffen wordt op de huid gericht. Die kan dienen als voorbereiding van de reiniging, maar ook van de behandeling door de hoornlaag te verweken. Het apparaat niet te dicht bij de huid houden, afstand ongeveer 30 tot 35 cm. De werking is verkoelend. Geen contra-indicaties. Mechano-apparatuur • Het borstelapparaat bestaat uit een elektromotor met aansluitslang, waarin een draaibare sterke staaldraad zit. Aan het einde van die slang kunnen onderdelen worden aangesloten, zoals borstels en slijpsteentjes. De borstels worden gebruikt om de huid grondig te reinigen, een peeling of een crème in te werken en de doorbloeding te activeren. De omwentelingssnelheid van deze apparaten ligt tussen de 200 en 300 toeren per minuut. De slijpsteentjes dienen voor een huidverdunnende behandeling. De borstels dienen op de gewone manier gereinigd en daarna grondig gedesinfecteerd te worden. Contra-indicatie: een verslapte huid en een actieve acne. • Het vacuümzuigapparaat bestaat uit een zuigpomp, waarvan de zuigkracht regelbaar is. Hierop wordt een slang aangesloten met aan 102


het eind verschillende glaselementen, afhankelijk van de te geven behandeling. a. E en glazen buisje met een verwijding in het midden en een ronde, vrij nauwe opening. Die wordt gebruikt om comedonen te verwijderen. De opening moet precies over de comedo passen, anders kunnen vervelende bloedingen ontstaan. b. Een glazen buisje met aan het eind een ovale opening. Dit is de rimpelcorrector, waarmee rimpels kunnen worden verminderd, door die ’omhoog’ te zuigen. c. Een aantal in diameter variërende klokjes. Waarmee een trage doorbloeding van de huid kan worden verbeterd. De glazen elementen dienen goed gereinigd en gedesinfecteerd te worden. Vooral de comedonenzuiger moet goed ontdaan worden van de inhoud. Contra-indicaties: een te sterk doorbloede huid en actieve acne. • Gezichtsvibrators bestaan uit een elektromotortje met een trilplaat. Hierop kunnen hulpstukjes worden aangesloten. Zij produceren een lichte trilling die kan worden overgebracht via een soort plastic borsteltje, een knopje of een trechtertje. Er zijn ook vibratortjes, die in hun geheel vibreren. Die worden met een bandje of elastiek vastgezet op een vinger, die zo de vibratie overbrengt op het weefsel (vingervibrator). De werking is stimulering van het weefsel en activering van de mimische spieren. Elektroapparatuur Gelijkstroom (galvanische stroom) in de vorm van batterijen of een gelijkrichter wordt gebruikt om apparaten te laten werken, maar wordt ook rechtstreeks toegepast. • Elektrische desincrustatie. Via de kathode van het iontoforeseapparaat wordt een fysiologische zoutoplossing in de huid gesluisd. De metaalionen binden zich in de huid tot een basische stof, die aldaar aanwezige talg verzeept en de hoornlaag wordt daardoor verweekt. De anode is de inactieve elektrode. Deze wordt in een vochtige viscosehoes in contact gebracht met de huid, bijvoorbeeld op de schouder of de arm. De kathode is de actieve elektrode. Deze wordt voorzien van een hoesje of een watje, gedrenkt in de fysiologische zoutoplossing. De metalen delen van de elektroden mogen nooit rechtstreeks met de huid in aanraking komen. Indicaties: voorbehandeling, dieptereiniging. Contra-indicaties: zwangerschap, pacemaker, metalen schroeven in botten en het IUD (spiraaltje) mits van metaal. 103


• Iontoforese dient om ioniseerbare werkstoffen in de huid te sluizen. Met de kathode worden de negatieve ionen afgestoten en in de huid gebracht, met de anode worden de positieve ionen afgestoten en in de huid gebracht. Als niet bekend is hoe de werkstof ioniseerbaar is, kunnen de polen na enige tijd (niet te snel) worden omgewisseld. Bij een dunne huid of bij een mannenhuid gaat de opname in de huid snel en moet worden toegezien op het gevaar van allergische reacties. Er zijn elektroden beschikbaar in de vorm van een rollertje, een staafje en een plaatje, als aanpassing aan de verschillende locaties op het gezicht. Indicaties: het insluizen van werkstoffen. Contra-indicaties: zwangerschap, pacemaker, metalen schroeven in botten en het IUD (spiraaltje) mits van metaal. • Elektrokinesie is het activeren van spieren door middel van onderbroken gelijkstroom. De elektroden dienen verpakt te zijn in een viscosehoes, die enigszins vochtig is gemaakt. Indicaties: spierversteviging, panniculose. Contra-indicaties: zwangerschap en metalen delen in het lichaam, als botschroeven, pacemakers enzovoort. Wisselstroom uit het lichtnet dient zowel voor het aandrijven van aller lei apparaten, als voor het produceren van een soort gelijkstroom door gelijkrichting van de wisselstroom. Wisselstroom uit het lichtnet is te gevaarlijk voor direct gebruik op de huid. • Elektrokinesie werkt door middel van interferente stromen. Het apparaat produceert middenfrequente stromen in tegenfase met een klein verschil in frequentie. Door die stromen elkaar in het weefsel te laten kruisen, ontstaat het verschil in frequentie daar waar de werking gewenst wordt. De elektroden, die voorzien zijn van vochtige viscosehoezen moeten goed en volledig contact maken met de huid. Indicaties: spierversteviging, panniculose. Contra-indicaties: zwangerschap en metalen delen in het lichaam, als botschroeven, pacemakers, enzovoort. • Het hoogfrequentieapparaat bestaat uit een basisapparaat, dat wisselstromen met een heel hoge frequentie (tussen één en drie miljoen Hz) en een laag voltage opwekt. Die worden door een soort transformator, de teslaspoel, omgetransformeerd tot ongeveer 100.000 volt. In de teslaspoel worden gasgevulde elektroden gestoken. Dat gas 104


ioniseert door de hoge spanning en vormt ozon rond de elektrode. Met de elektroden worden de behandelingen uitgevoerd. Dat kan zijn desinfectie van de huid door de gevormde ozon, stimulering van de vrije zenuwuiteinden door de tinteling van de stroom, bevordering van de doorbloeding, of een massage met een werkstof. Voor een zenuwkalmerende massage wordt de elektrode in de hand van de cliënt gegeven of ergens op de huid bevestigd en wordt de stroom afgenomen door de masserende vingers. De stroom is ongevaarlijk, maar er moet wel op gelet worden, dat de stroom pas wordt ingeschakeld, als de elektrode zich op de huid bevindt, in verband met het gevaar van vonkvorming. Het apparaat is meestal voorzien van een hele reeks elektroden, in de vorm van een staaf, een roller, een staaf met een geleidedraad (de fulguratieelektrode), een afgeplatte ballon in diverse diameters, een kam, enzovoort. De elektroden dienen na gebruik gereinigd en gedesinfecteerd te worden. • Het apparaat voor diathermische ontharing werkt ook met hoogfrequente stromen, die variëren tussen 1,75 en 3,25 megahertz (Mhz). Eén kant van het circuit is geaard, de andere kant is verbonden met de epilatienaald. De spanning is laag, en varieert tussen 3 en 60 volt. De hoogfrequente wisselstroom bewerkstelligt een grote hitte rond de naald, die daarom zover geïsoleerd is, dat alleen de punt vrij is. Die wordt langs de haar tot op de matrix geschoven, waarna vernietiging van het weefsel optreedt, als de stroom wordt toegevoerd. De huid dient goed droog te zijn om ’weglopen’ van de stroom te voorkomen. Dit apparaat kan ook gebruikt worden voor het wegbranden van teleangiectasiën en fibromen. Daartoe zijn elektroden beschikbaar in kogel en in lusvorm. Indicaties: overbeharing, teleangiectasiën en fibromen. Contra-indicaties: als bij alle behandelingen met elektriciteit. • Het Blend-apparaat voor elektrische ontharing werkt op wisselstroom, maar produceert zowel gelijkgerichte wisselstroom voor de gelijkstroom-behandeling als hoogfrequente wisselstroom met een frequentie tussen 1,8 en 27,125 Mhz. voor de diathermische behandeling. Voor de epilatie worden ongeïsoleerde naalden gebruikt, die enigszins taps van vorm zijn. Daarmee wordt eerst de hoogfrequente stroom ingevoerd en meteen daarna de gelijkstroom, die door de voorverhitting veel sneller en effectiever werkt. Door de tapse vorm van de naald wordt een groter gebied van de haarmatrix vernietigd, 105


waardoor de kans op teruggroei vermindert. Gebruik nimmer een naald voor verschillende cliëntn, om het overbrengen van ziekten te voorkomen. Beter is gebruik te maken van wegwerpnaalden (disposibele naalden). Actino-apparatuur • De infrarood lamp dient om warmte af te geven die wat dieper in de huid dringt. De lamp bevat een gloeidraad met een vrij hoge weerstand, waardoor het warmte-effect groter is dan de lichtopbrengst bij gewone gloeilampen. Omdat dat toch nog vrij veel is, en terwille van het psychologisch effect, is de glazen bol van deze lampen vaak rood gekleurd. De infraroodstralers hebben een normale fitting en kunnen in gewone houders worden bevestigd. De afstand tot de huid mag niet te klein zijn in verband met verbrandingsgevaar. De lamp kan ook gebruikt worden voor het warm houden van een masker of pakking. Contra-indicatie: een te sterke doorbloeding. • De blauwlicht-bestralingslamp bevat een gewone gloeilamp in een kobaltblauwe houder. Blauwgekleurde lampen voldoen hier niet, omdat die te warm worden en omdat de kleur niet intensief genoeg is, daarvoor is de lampbol te dun. Het blauwe licht vernauwt de perifere bloedvaatjes waardoor stuwingen worden opgeheven en heeft een rustgevende werking. De al heel lang geleden ingevoerde blauwlichtlamp is eigenlijk een voorloper van de chromotherapie (behandeling met gekleurd licht). Sterilisatie- en desinfectieapparatuur Deze apparaten dienen om micro-organismen, die zich op de in gebruik zijnde kleine instrumenten als pincetten, schaartjes, comedonendrukkers, paletjes en spateltjes bevinden, te vernietigen. • De UV-sterilisator produceert UV-C stralen van 253,7 nm, die voor de meeste micro-organismen dodelijk zijn. Het apparaat kan voor alle instrumenten gebruikt worden, omdat de temperatuur niet boven kamer temperatuur komt. Het bezwaar van dit apparaat is, dat er geen 100% zekerheid bestaat dat alle micro-organismen vernietigd zijn. Sommige micro-organismen en virussen zijn ongevoelig voor UV-C stralen. Het kijken in de lamp van het apparaat is gevaarlijk en kan ernstige oogaandoeningen veroorzaken tot blindheid toe. 106


• De kogelsterilisator bestaat uit een verwarmingsapparaat, dat kleine glazen kogeltjes verhit. De meeste micro-organismen kunnen de hitte niet verdragen en sterven af. Het bezwaar van dit apparaat is, dat de temperatuur zo hoog is, dat alleen metaal en glas dat overleven. Plastic instrumenten smelten onmiddellijk, waardoor het instrument en het apparaat onbruikbaar worden. • De autoclaaf is de ideaalste sterilisator. In een gesloten ruimte wordt water onder druk verhit. Daarboven is een rooster bevestigd, waarop de instrumenten liggen. De temperatuur van ver boven de 100˚ C is genoeg om alle micro-organismen te vernietigen. De sterilisatietijd kan worden ingesteld, zodat goede zekerheid over de werking kan worden verkregen. De metalen instrumenten moeten goed worden nagedroogd, om roesten te voorkomen. In sommige autoclaven gebeurt dat automatisch. Nadeel is dat een goede autoclaaf zeer kostbaar is. • De hogedrukpan werkt in principe net als de autoclaaf, maar is welbeduidend goedkoper in aanschaf. Het water onderin wordt aan de kook gebracht en onder druk verhit tot ver boven 100˚ C. Het verdient aanbeveling om een constructie te maken op pootjes, die een eindje boven het water uitkomt, zodat de instrumenten niet met het water in aanraking kunnen komen. De sterilisatietijd moet vrij ruim genomen worden, omstreeks een half uur of iets langer. Ook hier dienen de metalen instrumenten goed gedroogd te worden om roesten te voorkomen. Voor alles wat in aanraking kan komen met bloed geldt, dat indien de instrumenten kunnen worden vervangen door wegwerpinstrumenten, dit altijd de voorkeur geniet.

107


Wat moet je weten? 1. Wat is hydro-apparatuur? 2. Wat zijn de contra-indicaties voor het koeldampapparaat? 3. Wat is mechanoapparatuur? 4. Voor welke huidtypen gebruik je het vacuümzuigapparaat? 5. Waarvoor kun je het hoogfrequentieapparaat gebruiken? 6. Met welk apparaat kun je werkstoffen de huid insluizen? 7. Welke twee apparaten voor definitieve ontharing moet je kennen? 8. Wat is het verschil in werking tussen de infrarood lamp en de blauwlichtlamp? 9. Welk sterilisatie- en desinfectieapparaat werkt het best?

108


Meerkeuzevragen 26. Een kalmerende werking kan worden toegeschreven aan de behandeling met a. een hoogfrequentiemassageapparaat. b. een infrarode lamp. c. een koeldampapparaat. 27. Elektrische desincrustatiebehandelingen worden voornamelijk toegepast bij a. een droge huid met teleangiectasiën. b. een verslapte huid met milia. c. een vette huid met comedonen. 28. Welke behandelingen past men bij voorkeur toe bij een verslapt kaakcontour? a. Elektrokinesie. b. Hoogfrequentiemassage. c. Vacuümzuigmassage. 29. Welke werking hebben ultraviolette stralen op de huid? a. Toniserend. b. Uitdrogend. c. Verwekend. 30. Stroom met een elektrokinetisch effect wordt verkregen door het kruisen van a. een continue gelijkstroom en een onderbroken gelijkstroom. b. twee middelfrequente wisselstromen met een verschil van 100 hertz. c. twee hoogfrequente wisselstromen met een verschil van 1000 hertz.

109


110


7. Besmettingsrisico’s Enkele cosmetische behandelingen zijn verbonden met een bepaald besmettingsrisico. Dat risico kan zowel in de richting van cliënt zijn (A), als in de richting van degene die behandelt (B). Bij het verwijderen van comedonen kan bloed en pus vrijkomen A. Het bloed kan smetstoffen bevatten door secundaire infecties met streptococcen, stafilococcen of schimmels. Als er sprake is van pus, is er ook sprake van een secundaire infectie. De bacterie die bijvoorbeeld bij acne betrokken is, vormt geen pus, is niet piogeen zoals dat officieel heet. De smetstof kan een toch al kwetsbare huid besmetten en de aandoening verergeren. B. Als de cliënt een ziekte als AIDS of Hepatitis B heeft is het bloed uitermate gevaarlijk voor degene die behandelt. Als de eigen huid gaaf en gezond is, hebben de smetstoffen weinig kans om in te dringen, maar daarvan moet men dan wel heel erg overtuigd zijn. Beter is het zekere voor het onzekere te nemen. Het gebruik van dunne ’operatiehandschoenen’ is daarom verplicht bij alle huiddoorborende behandelingen, ook al is de cliënt nog zo gezond. Ook goede desinfectie van de huid gedurende en na het uitdrukken van comedonen is belangrijk. Bij het verwijderen van milia kan bloed vrijkomen A. Eventueel besmet bloed kan de infectie over de huid verbreiden. Daarom is desinfectie belangrijk, temeer waar een wondje is gemaakt, waardoor micro-organismen kunnen binnendringen. B. Hiervoor geldt hetzelfde als bij het uitdrukken van comedonen. Ook hier dus dunne operatiehandschoenen gebruiken. Bij het verwijderen van fibroma A. Als een steelwratje goed wordt opgetild en met de elektrische naald wordt afgebrand, is de kans op bloeden en op infectie gering. Als er echter toch bloed vrijkomt, is er een gaatje in de huid, dat micro-organismen kan binnenlaten. Goed desinfecteren is daarom op zijn plaats, eventueel afplakken met een stukje celstof, gedrenkt in een desinfectans.

111


B. Omdat hier in principe niet met de hand, maar met een pincet gewerkt wordt is de kans op besmetting nihil. Bij het ontharen A. Bij elektrisch ontharen is de gebruikte hitte voldoende om elke kans op infectie de kop in te drukken. Bij mensen van Afrikaanse oorsprong dient gelet te worden op het veroorzaken van keloïd, omdat er een wondje wordt gemaakt. Als er verkeerd gestoken wordt kan een bloedinkje optreden. Dan geldt hetzelfde als bij de voorgaande onderwerpen. Bij mechanisch ontharen is de kans op beschadiging van de haarpapil veel groter, zodat hier wel de kans bestaat op een bloedinkje. In beide gevallen wordt een wondje gemaakt, zodat desinfectie na afloop van de behandeling zeker op zijn plaats is. B. Als er een bloedinkje kan ontstaan is het zaak daarmee niet met de eigen huid in contact te komen. Omdat hier echter steeds een pincet gebruikt wordt zijn de risico’s nihil. De behandeling van acne. Hiervoor geldt eigenlijk hetzelfde als voor het uitdrukken van comedonen. A. Het openmaken van pustels kan het risico meebrengen van verspreiding van de infectie. Bij acne is alleen sprake van een infectie, wanneer de huid is aangetast door een secundaire infectie. Acne op zich is niet besmettelijk. Toch is goede desinfectie op zijn plaats gedurende en na de behandeling, om te voorkomen dat microorganismen kunnen binnendringen. Die moet echter niet te lang doorwerken, om te voorkomen dat de eigen huidafweer verloren gaat en die is juist in geval van acne van doorslaggevend belang. B. Het dragen van handschoenen is bij acnebehandelingen altijd zinvol, om welke besmetting van de eigen huid dan ook te vermijden. Bij coagulatie van teleangiectasiën Als dat heel vakkundig gebeurt, lukt dat wel zonder bloedinkje. Het is echter moeilijk te bepalen hoeveel druk er op het bloedvaatje staat, zodat de kans op een plotseling bloedstroompje altijd aanwezig is. Een bloedend vaatje stollen is vrijwel onmogelijk, zodat hier eerst iets aan bloedstolling moet worden gedaan met een watje met een bloedstelpend middel (chininewatten). A. Omdat het wondje goed bloedt, is de kans op infectie gering, doch om zeker te zijn is een stukje celstof met een desinfectans na afloop van de behandeling op zijn plaats. 112


B. De kans, dat de behandelaar in aanraking komt met het bloed is klein, maar het bloedstelpende watje kan doorlekken, waardoor toch bloed op de huid van de behandelaar kan komen. Dat kan voorkomen worden door ofwel handschoenen te dragen, ofwel het watje met een pincet vast te pakken en met een spatel aan te drukken.

113


114


115


116


Hand- en voetverzorging is een belangrijk onderdeel van de uiterlijke verzorging geworden. Onze handen zijn ons visitekaartje. Ze kunnen veel over ons vertellen. Maar de voeten mogen ook niet vergeten worden. Ze dragen niet alleen ons gehele lichaam, maar ze zijn vaak ook zichtbaar. In boek I, weten, kun je lezen hoe het spier- en beenderstelsel van de handen en voeten is opgebouwd. In dit deel komen de nagels en nagelaandoeningen aan de orde en hoe je ze kunt verzorgen en behandelen.

Hoofdstuk 1, nagels We beschouwen de nagels als aanhangsels, adnexen, van de huid. Ze zijn opgebouwd uit verhoornd epitheelweefsel en behoren tot de opperhuid. Gezonde nagels zijn glad, zacht glanzend en roze van kleur. Ze scheuren niet snel. Ze beschermen de vinger- en teentoppen en versterken de tastzin. Aan een nagel onderscheiden we: 1. nagelwortel (radix unguis); 2. nagelplaat (nagellichaam) (corpus unguis); 3. nageluiteinde (pars distalis unguis of margo liber). De nagelwortel is het gedeelte waaruit de zachte, onverhoornde cellen worden gevormd. De nagelcellen schuiven van hieruit in het nagelbed naar voren en verhoornen daarbij langzaam. Het halve maantje (veelal min of meer zichtbaar) is het zichtbare gedeelte van de nagelwortel. De witachtige kleur hiervan komt door de daaronder liggende, naar verhouding ondoorzichtige, opperhuidslaag. De nagelplaat is een vormsel van de huid. De nagelcellen zijn echter harder (calciumrijk), dikker en breder dan de verhoornde cellen van de opperhuid. De nagelplaat ligt over het nagelbed dat tot de lederhuid behoort. Het bestaat uit twee lagen. Een dunne bovenste laag behorend tot de opperhuid en een onderste laag die tot de lederhuid behoort. Hierdoor is het nagelbed zeer bloed- en zenuwrijk. De nagelplaten zijn dus, evenals de hoornlaag van de opperhuid (door het sterkere verhoorningsproces in mindere mate) vocht en vethoudend.

117


Het nageluiteinde is het vrije uiteinde van de nagelplaat dat buiten het nagelbed uitsteekt. Rondom de nagel bevindt zich een huidrand, de nagelwal, die het nagellichaam omvat. De nagelwal gaat over in een diepe huidplooi, de nagelplooi, waarvan de zichtbare verhoornde voorrand het nagelriempje vormt. Kleur van de nagels Doordat het nagellichaam doorschijnend is, ziet het bij gezonde mensen roze door het doorschemerende bloed van de lederhuid. Bij verdikking worden de nagels geelachtig wit, bij stuwing en beginnende koortsaanvallen en na de dood blauw, bij bloedarmoede bleek, bij een slech-te voedingstoestand zijn ze meestal dof en brokkelig, net als bij zenuwaandoeningen. Groei van de nagels De nagels groeien het snelst in de jeugd, in de zomer, aan de rechterhand en aan de middelvinger (bij linkshandigen is dat links). Tijdens de zwangerschap is de nagelgroei het langzaamst. Nagels groeien gemiddeld 23 mm per week voor de meest actieve nagels. De vervanging van een uitgetrokken nagel duurt ± vijf tot zeven maanden. Nagelziekten (onychoses) Nagelziekten kunnen op zichzelf ontstaan, maar ook een symptoom zijn van een interne ziekte of een huidziekte. Het afvallen van de nagels komt bij ernstige inwendige ziekten of ernstige huidziekten voor. Het gedeeltelijk loslaten van de nagel van het nagelbed kan ontstaan door het omgaan met schadelijke stoffen, bij eczemen en dergelijke calcium of vitaminegebrek. Schimmelziekten kunnen eveneens de oorzaak zijn van veranderingen in de nagel. Nagelafwijkingen Door allerlei interne stoornissen en schadelijk werkende externe invloeden kunnen zich afwijkingen in de normale groei en structuur van de nagels voordoen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere witte vlekjes en groeven in de nagelplaat, omloop, loslaten van de nagelplaat, brokkelige en broze of snel inscheurende nagels). Brokkelige, broze en snel inscheurende nagels (onychorrhexis). Dit zijn zeer veelvuldig voorkomende nagelafwijkingen, die meestal samen gaan met dunne, vocht- en vetarme nagelplaten. Als interne oorzaak wordt, behalve de aanleg en ernstige interne stoornissen, vooral gedacht aan verhoorningsstoornissen door a-vitaminosen 118


A/D en pantotheenzuur, calcium en zwavel. Belangrijker is ech-ter de externe oorzaak van uitdrogende producten, zoals het veelvuldig gebruik van removers en synthetische wasmiddelen (detergentia) De (kuur) behandeling • Versteviging van de nagelplaat door stimulering van de nagelgroei of correctie van het verhoorningsproces door massages met vitaminerijke oliën of crèmes. • Kunstmatig verharden van de nagelplaat met speciale producten. • Thuisgebruik van een nagelverharder. Tijdens de kuur bij voorkeur geen gewone nagellak gebruiken en nagels kortgevijld houden; direkt contact met keratineverwekende en verzachtende stoffen vermijden. Handschoenen dragen bij ‘natte’klusjes. Overlangse en dwarse nagelgroeven (striae longitudinalis en striae transversalis) Overlangse en dwarse nagelgroeven zijn het gevolg van een onderbreking in de normale nagelgroei door beschadigingen en/of veranderende functie van het nagelbed. Of de groeven zich chronisch voordoen hangt samen met de mate van beschadiging van het nagelbed (lederhuid). Er is weinig of niets aan te doen. De lengtegroeven ziet men vaak ontstaan bij oudere mensen. Oorzaken kunnen zijn: • uitwendige beschadigingen van het nagelbed of wel veranderende functie door acute koortsachtige ziekten zoals bijvoorbeeld roodvonk, tyfus en voedselvergiftiging. Bij deze oorzaken worden meestal maar weinig groeven waargenomen;z • veranderingen in de functie van het nagelbed door veranderingen in voedingswijze, zwangerschap, hormonale stoornissen en chronische ziekten (bijvoorbeeld psoriasis en reuma). Bij deze oorzaken treden meestal veel groeven in de nagelplaat op. Exacte bewijzen voor de oorzaken van groeistoornissen zijn niet voorhanden. Aangenomen wordt dat deze ook door overerving, nervositeit en spijsverteringsstoornissen ontstaan. Witte vlekjes in de nagelplaat (leuconychia) Ze ontstaan waarschijnlijk door lucht in kleine beschadigingen van de doorzichtige nagelsubstantie, bijvoorbeeld door hardhandig manicu119


ren met stalen instrumentjes. De witte vlekjes ’groeien’ met de nagelplaat mee tot aan de nagelrand. Puntvormige vlekjes worden aangeduid als leuconychia punctata, streepvormige vlekjes als leuconychia striata. Als de witte kleur zo uitgebreid is, dat bijna de hele nagelplaat bij de witte verkleuring betrokken is, is de aanduiding leuconychia totalis. Bruine nagelplaten Bij bruingekleurde nagels kunnen een natuurlijke oorzaak hebben, vooral van de duimen, bij mensen van een donkergekleurd ras. De bruin gekleurde nagels bij mensen met een blanke huidskleur hebben een andere oorzaak. Fotografen, kappers, arbeiders in chemische bedrijven kunnen door de inwerking van chemicaliën bruin gekleurde nagels krijgen. Een andere oorzaak is een schimmelaandoening van de nagels (tinea ungium), waarbij de nagelplaat van grijs, tot gelig, tot bruin kan verkleuren. De nagels van rokers kunnen bruin worden door een bepaalde stand van de sigaret tijdens het roken. Behandeling • Het bovenste laagje van de nagelplaat te polijsten met een zogenaamde ’nailbuffer’. • De nagels lakken met een ondoorzichtige kleurlak. Kunstnagels Er zijn verschillende methoden en technieken voor het aanbrengen van kunstnagels. Ze variëren van het opplakken van kant en klare kunstnagels tot het handwerk van op maat van de nagel gemodelleerde nagels. De bekendste technieken hiervoor zijn de gelnagels en de kunstharsnagels. Beide soorten kunnen op basis van een kant en klare nageltip of met behulp van een mal aangebracht worden. Gelnagels verharden door gebruik van een speciale lamp. Kunstharsnagels door de chemische reactie door het vermengen van twee stoffen. Beiden zijn binnen vijf minuten droog en keihard. De kunstnagel groeit mee met de eigen nagel. Hierdoor moet na ± twee weken aan de onderkant van de nagel een aanvulling van hars gemaakt worden. Dit is een zeer nauwkeurig werkje dat vaktechnisch goed moet worden uitgevoerd. Hierbij kunnen bijvoorbeeld luchtbelletjes tussen de harsnagel en de natuurlijke nagel ontstaan. Als er vocht onder de harsnagel komt, kan zich een schimmelinfectie voordoen. Ook hiervoor is dus ’vakvrouwschap’ noodzakelijk! 120


Wat moet je weten: 1. Wat is de functie van de nagels? 2. Hoe ontstaan witte plekjes in de nagelplaat? 3. Wat zijn de oorzaken van overdwarse nagelgroeven? 4. Hoe kunnen we bruine nagelverkleuringen behandelen? 5. Wat is het verschil tussen gel- en kunstharsnagels? Meerkeuzevragen: 31. Tot welke huidlaag behoren de nagels? a. Opperhuid. b. Lederhuid. c. Onderhuid. 32. Hoe ziet een gezonde nagel eruit? a. Glad, glanzend en bleek van kleur. b. Ruw glanzend en roze van kleur. c. Glad, glanzend en roze van kleur. 33. Wat is de lunula? a. De nagelriem. b. Het halve maantje. c. De nagelplooi.

121


122


Hoofdstuk 2, manicure Bij een verzorgd uiterlijk horen verzorgde handen. Handen staan vaak bloot aan stoffen die een aanslag plegen op de huid en de nagels. Dit zijn bijvoorbeeld water, schoonmaakmiddelen en de zon. Hierdoor kunnen de handen er snel oud uitzien. Door een goede verzorging, bescherming en regelmatige handverzorgende behandelingen kunnen we dit proces vertragen. Het behandelen en verzorgen van de handen noemen we manicure. Handverzorgende producten Cleanser: Een olie-in-wateremulsie of een gel die verzachtend en verwekend werkt op de huid. Hierdoor laten vuil en afvalstoffen beter los. Een gewone cleanser wordt gebruikt in combinatie met water. Er zijn ook handcleansers op de markt die zonder water werken. Deze werken desinfecterend. Crème: Een handcrème wordt gebruikt om de handen zacht en soepel te houden. Ook beschermt het tegen de ontvettende werking van allerlei stoffen, waarmee de handen in aanraking komen. Handcrème moet snel opgenomen worden en mag geen vetfilm achterlaten op de huid. Masker: Een handmasker gebruik je om de conditie van de huid van de handen verbeteren. Sommige moeten een hele nacht intrekken (met behulp van katoenen handschoenen), anderen slechts tien minuten. Als het wordt afgedekt met folie, gebruik je het als een pakking en versterk je de werking belangrijk. Paraffinepakking: Met een speciaal apparaat wordt de paraffine gesmolten en verwarmd. Na opbrengen van een intensief werkende handcrème worden de handen van de cliënt hierin ondergedompeld. Buiten het apparaat stolt de paraffine. Na afkoelen worden de handen afgedekt met folie en in badstof gewikkeld. Na de inwerktijd wordt alles verwijderd. De handen zien er dan zacht, glad en goed doorbloed uit. Nagelverzorgende producten Nagelriemolie: Door inmasseren van nagelriemolie worden ze soepel en scheuren ze minder gemakkelijk in. 123


Cuticle remover: Cuticle remover verzacht en verweekt de nagelriemen. Hierdoor kunnen ze gemakkelijker losgemaakt worden en eventuele velletje gemakkelijker verwijderen. Polish remover: Met polish of nagellak remover verwijder je oude laklagen van de nagels. Het bestaat voor een groot deel (80%) uit aceton en voor een klein gedeelte uit een verzorgende olie. Nagellak: • Basislak: een lak die onder de gekleurde nagellak wordt aangebracht. De basislak bevat een was die de nagel beschermt, zodat de kleurstoffen uit de gekleurde nagellak niet in de nagel kunnen trekken. • Gekleurde lak: een lak die voorkomt in veel verschillende tinten en kleuren. Er zijn transparante lakken, crème- en parelmoerlakken. De transparante lakken bevatten weinig kleurstoffen en hebben een natuurlijk effect. Crèmelakken bevatten veel kleurstoffen en is dekkend. Parelmoerlakken bevatten behalve kleurstoffen ook gemalen visschubben waardoor het zijn specifieke uiterlijk krijgt. • Toplak: een harde kleurloze lak die over de gekleurde lak wordt aangebracht. Het beschermt de nagellak, zodat deze langer houdbaar is. Ook geeft de toplak extra glans aan de nagellak. Nagelwit: Nagelwit wordt gebruikt om de uiteinden van de nagel witter te maken. Het is verkrijgbaar als potlood, crème of pasta. Materialen Nagelvijlen: Er zijn verschillende soorten nagelvijlen in de handel. Het varieert van de bekende diamantvijl en de kartonnen vijlen tot zelfs vijlen van glas en kunststoffen. Met een vijl breng je de nagel in model. Polijsters: Vroeger waren er alleen polijstkussentjes op de markt die je kon gebruiken met polijstpoeder of pasta. Tegenwoordig zijn er allerlei polijstvijlen in de handel. Door gebruik hiervan worden de nagels heel glad en glanzend. Een gepolijste nagel wordt niet gelakt.

124


Bokkenpootje: Een bokkenpootje is een instrumentje dat wordt gebruikt om de nagelriemen terug te duwen en los te maken. Het is een staafje met aan het einde een rubber dopje. Ze zijn verkrijgbaar in plastic, hout en metaal. Ook zijn er bokkenpootjes waarvan het rubberdopje disposibel is, voor elke cliënt een nieuwe. Vellentang: Met een vellentang knip je velletjes en rafeltjes van de nagelriem en nagelwal. De tang is gemaakt van roestvrij staal en moet na gebruik gedesinfecteerd worden. Handbad: In een handbadje kunnen de handen geweekt worden. Ook de nagels en nagelriemen worden hierin verzacht en zijn daarna gemakkelijker te bewerken. Het badje wordt gevuld met een lauwwarme zeepoplossing of een oliehoudend middel. Hygiëne Uit het oogpunt van hygiëne wordt geadviseerd om zoveel mogelijk wegwerpmaterialen te gebruiken. Deze behoeven niet gedesinfecteerd te worden. De materialen moeten wel gedesinfecteerd en gereinigd worden. Dit kan handmatig gedaan worden, of met behulp van een instrumentenwasmachine of ultrasoon reiniger. Na de ultrasoon reiniging moeten de materialen nog gedesinfecteerd worden door onderdompeling in alcohol 70% in een afsluitbare bak. Daarna worden de instrumenten aan de lucht gedroogd. Desinfecteren betekent het doden van zoveel mogelijk micro-organismen. Als je alle microorganismen wilt doden moet er gebruik gemaakt worden van een autoclaaf. In de autoclaaf worden de instrumenten landurig verhit tot 180ºC. Dit noemen we steriliseren. De behandeling. Voordat met de behandeling wordt begonnen wordt eerst de behandeltafel ingericht. Alle benodigdheden worden klaargelegd en de instrumenten gedesinfecteerd. De cliënt wordt gevraagd zich te ontdoen van ringen en andere sieraden. Daarna worden de handen van de cliënt gedesinfecteerd. Hiervoor kan een handcleanser gebruikt worden. Daarna worden oude laklagen van de nagels verwijderd. Na deze voorbehandeling worden de nagels en handen van de cliënt geanalyseerd. Het model van de nagels en de lengte moeten bepaald worden. Het is belangrijk om goed te informeren wat precies de wen125


sen en verwachtingen van de cliënt zijn. Dat voorkomt teleurstellingen achteraf. Daarna worden de nagels in model gevijld. Hierna kan een nagelolie worden ingemasseerd en de handen in het handbad worden geweekt. Met behulp van cuticle remover en een bokkenpoot worden vervolgens de nagelriemen losgemaakt. Eventuele velletjes worden hierna weggeknipt en het nageluiteinde van eventuele braampjes of velletjes ontdaan. Hierna kan een handmasker of paraffinepakking worden toegepast of worden de handen gemasseerd. Handmassage De handmassage wordt opgebouwd uit verschillende massagegrepen. Afhankelijk van eventuele problematiek of het gewenste doel. Door de keuze van het massagemiddel kan het behandeldoel ondersteund worden. Een voorbeeld: beginnend met intermitterende druk. De hand van de cliënt is hiervoor in pronatiestand. Daarna effleurages van hand en onderarm. De arm en hand van de cliënt worden hierbij gefixeerd door de masseur. Hierna petrissage van de onderarmspieren. Dan rotaties van de vingers, kleine cirkels beginnend bij de pink, en daarna rotaties op de handrug. Eventueel de middenhandsbeentjes ten opzicht van elkaar losmaken. Daarna de hand en arm van de cliënt rollen. Afsluiten met een serie effleurages. Een overschot van het massagemiddel kan afgenomen worden met een tissue. Lakken Het laatste onderdeel van de manicure is het lakken van de nagels. Hiervoor moeten de nagels eerst ontvet worden met nagellakremover. Dan wordt eerst de basislak aangebracht, gevolgd door de gewenste kleurlak en afsluitend de toplak. De laklagen moeten dun en gelijkmatig worden opgebracht en tussentijds gedroogd.

126


Wat moet je weten 1. Waarom kunnen de handen van de cliënt beter gereinigd worden met een handcleanser? 2. Wat is de functie van een handmasker? 3. Welke massagegrepen kunnen voor de hand en onderarm massage worden toegepast? 4. Waarom wordt de cliënt geadviseerd om meerdere keren per dag een handcrème te gebruiken? 5. Wat is het effect van een paraffinepakking voor de handen? Meerkeuzevragen 34. Cuticle remover wordt gebruikt voor: a. het verwijderen van oude laklagen. b. het verzachten van de nagelriemen. c. het reinigen van de nagels voor het lakken. 35. De nagellak met de grootste dekkracht is: a. Crèmelak. b. Parelmoerlak. c. Toplak. 36. Parelmoerlak krijgt zijn specifieke glans door gebruik van: a. sterke kleurstoffen. b. weinig kleurstoffen. c. gemalen visschubben.

127


128


Hoofdstuk 3, voetverzorging De voeten moeten ons gehele lichaam dragen. Ze hebben dus heel wat te verduren. Het is belangrijk om ze goed te verzorgen. Niet alleen om voet- en nagelklachten te voorkomen, maar ook omdat ze er dan veel mooier uitzien. De schoonheidsspecialist verzorgt alleen gezonde voeten en nagels. Bij pathologische indicaties wordt de cliënt doorverwezen naar de pedicure of huisarts. Materialen De materialen die genoemd werden in het vorige hoofdstuk kunnen veelal ook gebruikt worden voor de behandeling van de voeten. Hieronder worden amterialen aangegeven die specifiek voor de voet gebruikt worden. Wegwerphandschoenen: Voet- en nagelschimmel komt veel voor aan de voeten. In een vroeg stadium is dat vaak niet herkenbaar. Om besmetting te voorkomen worden tijdens een voetbehandeling altijd wegwerphandschoenen gebruikt. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende maten en kwaliteiten, dun of dik, gepoederd of niet, van latex of vinyl. Mondmasker: Als er bij de voetbehandeling een fraismachine wordt gebruikt, is het dragen van een mondmasker aan te bevelen. Zo bescherm je je tegen stof en eventuele schimmelsporen die vrij kunnen komen. Mondmaskeres zijn in vele varianten te koop. Met of zonder microfilter en zelfs met aangehechte beschermbril. Nageltang: Voor het knippen van de teennagels wordt het gebruik van een speciale nageltang aanbevolen. Vooral de dikkere nagels van de tenen kunnen zo gemakkelijker in model gebracht worden. De nageltang is van roestvrij staal en moet na elke behandeling gedesinfecteerd worden. Fraisapparaat: De teennagels kunnen ook in modelgebracht worden met een frais apparaat. Hiermee kunnen de uiteinden van de nagels mooi glad gemaakt worden. Ook kun je de nagelplaat ermee polijsten of de nagel verdunnen. De fraisen die gebruikt kunnen worden, zijn verkrijgbaar in verschillende vormen. Er zijn peer-, ton- en bolvormige fraisen. Ze zijn gemaakt van diamant, robijn of amaril. Na gebruik moeten de fraisen worden gedesinfecteerd. 129


Nagelheffer: De nagelomgeving wordt gereinigd met een nagelheffer. Dit is een langwerpig instrument, van roestvrij staal, met aan het uiteinde een hoekje. Ook de nagelheffer moet na gebruik gedesinfecteerd worden. Teenkam: Een teenkam is een schuimrubber vormpje om de tenen te spreiden. Hierdoor wordt het behandelen en het lakken vergemakkelijkt. Doordat het schuimrubber niet voldoende gedesinfecteerd kan worden, wordt het gebruik afgeraden voor professioneel gebruik. In plaats daarvan kunnen er ook tissues gebruikt worden. Voetbad: In een voetbad kunnen de voeten geweekt worden. De voeten worden gereinigd en de nagels en angelriemen verzacht. Het bad wordt gevuld met warm water en een bruistablet of badzout. Veel speciale voetbadproducten hebben een antibacteriële werking. Voetcrème: Een voetcrème kan gebruikt worden als massage middel of als thuisverzorgingsproduct. Door de huid van de voeten regelmatig te behandelen met voetcrème worden veel voetproblemen, zoals bijvoorbeeld uitdroging en kloven, voorkomen. Hygiëne Ook bij de voetverzorging is het heel belangrijk om hygiënisch te werken. Gebruik dus zoveel mogelijk disposible materialen en reinig en desinfecteer grondig. Hier is het gebruik van de ultrasoon reiniger noodzaak. Na de ultrasoon reiniging moeten de materialen nog gedesinfecteerd worden door onderdompeling in alcohol 70% in een afsluitbare bak. Daarna worden de instrumenten aan de lucht gedroogd. Als er sterilisatie gewenst is moet er gebruik gemaakt worden van de autoclaaf. De behandeling. Na het reinigen van de eigen handen en het aantrekken van de wegwerphandschoenen wordt de werktafel ingericht. Alle benodigdheden worden klaargelegd en de instrumenten gedesinfecteerd. De cliënt wordt gevraagd zich te ontdoen kousen en schoenen. Daarna worden de voeten van de cliënt gedesinfecteerd met alcohol 70% of een andere huiddesinfectans. Daarna worden eventuele oude laklagen van de nagels verwijderd. 130


Na deze voorbehandeling worden de nagels en voeten van de cliënt geanalyseerd. Het is ook hier belangrijk om goed te informeren wat precies de wensen en verwachtingen van de cliënt zijn. Dat voorkomt teleurstellingen achteraf. Daarna worden de nagels geknipt met de nageltang. Om ingroeiende nagels te voorkomen worden de nagels zo recht mogelijk afgeknipt. Hierna worden de nagels glad afgewerkt door gebruik van een vijl om met de fraismachine. Dan worden de voeten van de cliënt in de voetenbak geplaatst. De nagelriemen, nagelwallen en nageluiteinden worden daarna ingedruppeld met een nagelriemverweker. Met de nagelheffer kunnen de nagelriemen worden losgemaakt en overtollige nagelsubstantie uit de nagelwallen worden verwijderd. Eventuele velletjes kunnen worden weggeknipt. Hierna worden de voeten gemasseerd. Voetmassage Ook de voetmassage wordt opgebouwd uit verschillende massagegrepen. Door de keuze van het massagemiddel kan het behandeldoel ondersteund worden. Een voorbeeld: beginnend met intermitterende druk. Vanaf de knie tot aan de tenen, de meeste druk aan de buitenzijde van het onderbeen. Daarna effleurages van voet en onderbeen. Plattgriff onder de voetzool. Hierna petrissage van de onderbeenspieren. Dan rotaties van de tenen. Eventueel de middenvoetsbeenderen ten opzicht van elkaar losmaken. Daarna de voet en het onderbeen van de cliënt slingeren en rollen. Afsluiten met een serie effleurages. Een overschot van het massagemiddel kan afgenomen worden met een tissue. Lakken Het laatste onderdeel van de manicure is het lakken van de nagels. Hiervoor moeten de nagels eerst ontvet worden met nagellakremover. Dan wordt eerst de basislak aangebracht, gevolgd door de gewenste kleurlak en afsluitend de toplak. De laklagen moeten dun en gelijkmatig worden opgebracht en tussentijds gedroogd.

131


Wat moet je weten 1. Waarom moet er bij een voetbehandeling gewerkt worden met disposible materialen? 2. Wanneer draag je bij de voetbehandeling een mondmasker? 3. Waarom wordt de cliënt geadviseerd om meerdere keren per dag een voetcrème te gebruiken? 4. Welke massagegrepen kunnen voor de hand en onderarm massage worden toegepast? 5. Waarom moeten de teennagels recht afgeknipt worden? Meerkeuzevragen 37. Een teenkam kan gebruikt worden om: a. de voetmassage te ondersteunen. b. de nagelriemen te verzorgen. c. de tenen te spreiden voor het lakken. 38. De nagels worden gemodelleerd door gebruik van: a. de nagelheffer. b. de nageltang. c. de vellentang. 39. De juiste volgorde bij het lakken van de teennagels is: a. ontvetten, basislak, toplak. b. basislak, toplak, parelmoerlak. c transparante lak, crèmelak, toplak.

132


133


134


135


136


Nog niet zo lang geleden bestond het belangrijkste werk van de schoonheidsspecialist alleen uit het geven van gelaatsbehandelingen. Door de veranderende eisen van de cliënt verandert dat steeds meer in het verzorgen van de hele mens. De nieuwe cliënt wil compleet verzorgd worden, van top tot teen. Deze trend vertaalt zich in de toename van het aantal wellnessinstituten. In de vorm van complete dagbehandelingen komt hier elk onderdeel van de mens aan bod, inclusief de innerlijke, liefst in een luxueuze ambiance. Een dagbehandeling bestaat behalve een gezichtsbehandeling ook uit haarverzorging, hand- en voetverzorging en uit een lichaamsbehandeling. Waarbij het accent ligt op de behandeling van het lichaam. Om tot een efficiënt behandelplan te komen, is het noodzakelijk een grondige intake met de cliënt te doen. Hierin kan de cliënt zijn wensen kenbaar maken en de schoonheidsspecialist de haalbaarheid van die wensen inschatten. Op basis van de verkregen informatie wordt het behandelplan gemaakt. De lichaamsbehandeling kan bestaan uit reinigingen, peelings, pakkingen, lichaamsontharingen, behandelingen met apparatuur, gebruik van sauna en solaria en massages. Meerdere dagarrangementen kunnen ook bestaan uit lichaamsversteviging of vermageringen door middel van bewegen en voedingsadviezen.

Hoofdstuk 1, reinigen en ontharen De voorbehandeling Het spreekt vanzelf dat de huid van degene die behandeld wordt schoon moet zijn en dat de temperatuur niet te laag is. Daarom begint de lichaamsbehandeling altijd met een grondige reiniging, een goede warme douche. Voor een intensieve reiniging van het lichaam kan verder nog gekozen worden voor het gebruik van hydro-apparatuur, of de Finse sauna. Hydro-apparatuur Hydro-apparatuur is apparatuur waarbij water het belangrijkste element is. Het Turkse bad (Hamman). Een van de oudste vormen van lichaamsverzorging, oorspronkelijk verwant aan 137


de Griekse en Romeinse baden, maar vooral onder de invloed van de Islam uitgegroeid tot een heel specifieke vorm. In principe is de gang door het bad heen hetzelfde als bij de Romeinse thermen. Er is een kleedruimte, een lauwe ruimte om te ontspannen, een hete ruimte om te zweten en diverse massageruimten. Die massages vormen een integrerend onderdeel van de badgang. De zweetruimte, die vaak in grotere saunabaden te vinden is, en waar de damptemperatuur rond de 50ºC ligt, worden ook wel aangeduid als ’Turks bad’, maar zijn hiermee eigenlijk niet te vergelijken. Omdat de vochtigheidsgraad heel hoog is, zijn deze baden voor mensen met ademproblemen, long, nier en hartproblemen een contra-indicatie. Het hydromassagebad Een ruime badkuip, waarin in de wanden allerlei mogelijkheden zijn verwerkt, om waterstralen op een daarin liggend lichaam te richten. Het lichaam wordt hierdoor niet alleen gereinigd maar ook gemasseerd. De waterstralen kunnen heel krachtig, doorlopend, intermitterend of roterend zijn, afhankelijk van welke vorm van massage gewenst wordt. In veel van dit soort baden kan ook koude of warme lucht doorgeblazen worden, voor weer een andere vorm van massage. De aquajet Een soort buisvormige, afgesloten douche, waarin een aantal verticale buizen zijn aangebracht, waarin sproeigaatjes, die een gerichte waterstraal van regelbare sterkte en warmte op de in het apparaat staande cliënt kan spuiten. Onderhoud: om te voorkomen dat de sproeigaatjes dichtslibben door kalkafzetting, dient dit apparaat regelmatig te worden schoongemaakt met een ontkalker. Veiligheid: de bedieningskranen moeten voorzien zijn van een temperatuurregelaar, zodat de voor de behandeling gewenste watertemperatuur gegarandeerd is en niet te hoog of te laag kan worden. Uiteraard dient de gebruiker goed begeleid te worden en zelf inzicht te hebben over de werking en het doel van het apparaat. De sauna Net als het Turks bad een eeuwenoud middel ter bevordering van de gezondheid. De sauna stamt uit het hoge noorden (Finland) en bestaat uit een verhitte plaats met stenen, waarop water wordt gegoten. Oorspronkelijk werden de stenen verhit door een houtvuur, tegenwoordig gebeurt dat ook elektrisch.

138


De hitte veroorzaakt sterke transpiratie, waardoor gifstoffen worden afgevoerd en het lichaam tot regeneratie wordt gedwongen. Door verlaging van de bloeddruk werkt een saunagang ook ontspannend. Het opgooien van water geeft een plotselinge verhoging van de vochtigheidsgraad, waar door een heftige reactie in het organisme optreedt. Aan het water worden vaak etherische oliën toegevoegd als dennennaaldenolie of eucalyptusolie, die de ademhaling bevorderen. Voor mensen met cara (ademhalingsproblemen) nierafwijkingen of hartproblemen is de sauna niet de juiste plaats. Door de sterke bloeddrukdaling moeten mensen met een lage bloeddruk voorzichtig zijn bij het van de banken opstaan en gaan lopen. Vooraf dient het lichaam goed gereinigd te worden en na iedere saunagang afgekoeld. De voeten dienen van te voren in een bad met een desinfectans gezet te worden, omdat de kans op schimmelinfecties niet denkbeeldig is. Een saunagang wordt twee tot drie maal herhaald. De infrarood sauna De Finse sauna vergt veel plaats en allerlei voorzieningen. Daarom is de infrarood sauna bedacht, een soort telefooncel, waarin de cliënt plaats neemt en opgewarmd wordt door een aantal infrarood stralers. Na een bepaalde tijd, een kwartier tot een half uur, kan de cliënt zich douchen en desgewenst de gang nog een keer herhalen. In beide sauna’s is de luchtverversing van groot belang, het mag er niet benauwd worden. Voordeel van de infrarood sauna is de privacy van de cliënt en de beperkte ruimte die nodig is. Bovendien dringt de straling van de infrarood lampen diep in de spieren. Hierdoor is de infrarood sauna uitermate geschikt voor mensen met spier- en gewrichtsproblemen. Voordeel van de Finse sauna is de specifieke gezelligheid. Bodypeeling Hierna wordt de huid desgewenst door middel van een peeling verdund. Dit kan slechts een gedeelte betreffen of het gehele lichaam. Afhankelijk van het behandeldoel wordt de peelingstof gekozen. De peeling kan handmatig worden afgerubbeld of er kan gekozen worden voor het gebruik van het borstelapparaat. Het borstelapparaat De basis hiervan is een elektromotor waarvan de snelheid regelbaar is en die voorzien is van een slang met daarin een draaibare draad. Hierop kunnen diverse soorten borstels maar ook kleine slijpsteentjes 139


worden aangesloten. De borstels dienen voor een lichte dermabrasie, om de reiniging van de huid te ondersteunen, om werkstoffen beter in te laten werken en voor het verbeteren van de doorbloeding van de huid. De grootte van de borstel is afhankelijk van het te behandelen lichaamsdeel. De slijpsteentjes worden gebruikt om oververhoorning (eelt) weg te halen en kunnen ook voor een lichte dermabrasie gebruikt worden, waarbij voorzichtig te werk gegaan moet worden. Reiniging en desinfectie van de borstels en de slijpsteentjes staat voorop, evenals het verzorgen van de verbindende slang en de aansluitingen. Contra-indicatie: het borstelapparaat niet gebruiken bij een huid met pustels of een actieve acne, bij een verslapte huid, een huid met veel teleangiectasiën of een dunne, gevoelige huid. Wat moet je weten 1. Wat is een Hamman? 2. Wat is het verschil tussen de Finse en IR sauna? 3. Wat is de werking van het borstelapparaat? 4. Wanneer pas je een bodypeeling toe? 5. Hoe werkt de aquajet? Meerkeuzevragen 40. Het voornaamste effect van een infrarode bestraling op de huid is a. desinfecterend. b. doorbloedend. c. toniserend. 41. Een Turks bad heeft zijn invloed te danken aan een hoge temperatuur en a. droge lucht. b. hoge vochtigheidsgraad. c. infraroodstraling. 42. Bij een droogsauna is de werking toe te schrijven aan a. infrarode stralen. b. laserstralen. c. ultraviolette stralen.

140


141


142


Hoofdstuk 2, ontharen In deel 9, gelaatsbehandeling, zijn de soorten haar en verschillende manieren van ontharen al aan de orde geweest. Daarom beperken wij ons hier tot de ontharingsmethoden die specifiek voor ontharen van het lichaam geschikt zijn. Methoden om te depileren en te epileren Depileren De beginletters DE duiden aan, dat het haar ERAF gehaald wordt. Depileren is het verwijderen van de haar boven het huidoppervlak. Omdat de haarwortel bij het depileren blijft zitten, is deze vorm altijd tijdelijk. De haren kunnen mechanisch verwijderd worden door: Scheren: met een scherp mes worden de haren bij de huid afgesneden. Er zijn talloze systemen ontwikkeld, om dat zo veilig en zo goed mogelijk te laten verlopen, maar in de kern komt het allemaal neer op afsnijden met een mes. Knippen: knippen gebeurt met een schaar, die uit twee messen bestaat. Door de dikte van de schaar kan de haar nooit direct bij de huid worden afgeknipt, zodat een stoppelig effect ontstaat. Voor het in vorm brengen van de hoofdbeharing is de schaar het aangewezen middel. De tondeuse is eigenlijk een elektrische schaar. Schuren: met een schuurmiddel wordt de haar tot op de huid afgeschuurd. Dat schuurmiddel kan bestaan uit een soort ovaal soort schuurpapier, gemalen en geperst puimsteenpoeder, of gewoon een stukje puimsteen. Dit is een methode die van de huid niet veel overlaat, want die wordt ook geraakt door de scherpe korreltjes van het schuurmiddel. Het maakt hierbij weinig uit of dit met de hand of met een elektrisch aangedreven schuurplaatje of -blokje gebeurt. De haren kunnen chemisch verwijderd worden door: Crèmebehandeling: hierbij worden de haren ingemasseerd met een hoornoplossende stof, bijvoorbeeld natriumsulfide, of strontiumsulfide, die de hoornlaag verweekt en oplost. Na enige tijd kunnen de haren met een spatel worden weggestreken en kan de huid met water of een cleanser worden nagereinigd. Helaas kan de crème het verschil niet zien tussen de haar en de huid, die uit dezelfde materie bestaan, 143


zodat ook de huid aangetast wordt en een goede nazorg vereist is. Epileren Epileren is het verwijderen van de haar met schacht en wortel. Dit systeem geeft een veel tragere nagroei, of bij bepaalde systemen, zoals bij elektrisch epileren, nagenoeg geen nagroei. Mechanische epilatie: Met de pincet: de haren kunnen worden uitgetrokken met een klein scherp tangetje, de pincet. De haar wordt zo dicht mogelijk bij de huid vastgepakt en snel uitgetrokken. Daarbij gaan telogene en katagene haren meteen mee, de anagene haren breken nog wel eens af, zodat een deel van de wortel blijft zitten. Dit is te zien aan het zwarte of witte bolletje onderaan de uitgetrokken haar. Als er geen bolletje is, is de haar afgebroken. Met de automatische pincet: een vreemde aanduiding voor het apparaatje, want het is niet automatisch, maar moet ook met de hand bediend worden. Het verschil met een gewone pincet is, dat de knijpkracht stabieler is en de snelheid van uittrekken constant. Het bezwaar is, dat er bij onzorgvuldig gebruik soms meerdere haren tegelijk gepakt worden, zodat daar wat ongemak uit kan voortkomen. De pincet alleen wordt voor lichaamsontharing niet gebruikt. Het zou veel te arbeidsintensief zijn om grote oppervlakken op deze manier te ontharen. Wel wordt gebruik gemaakt van een pincet als er sprake is van afgebroken haren of om de laatste haren te verwijderen die eventueel zijn achtergebleven na het harsen. Door harsen: dat kan zowel met warme als met koude hars. De gebruikte hars wordt door bijmengsels zo kleverig mogelijk gemaakt, maar zo, dat die bij harding een goede grip op de haar levert. De hars wordt met de haargroeirichting mee aangebracht en na harding tegen de haargroeirichting in afgetrokken, waarbij het leeuwendeel van de haren in de hars blijft zitten. Een vrij pijnlijke bezigheid, maar wel effectief. Dat aftrekken kan direct aan de hars, of aan een strookje linnen of celstof, dat in de hars gedrukt wordt. Bij een koude harsbehandeling wordt in de meeste gevallen een strookje linnen, papier of celstof gebruikt, dat na de behandeling weggegooid wordt. Door wassen: het verschil tussen harsen en wassen is nihil. Het is alleen een kwestie van samenstelling van de hars of de was In het eerste geval is de hoofdsubstantie een hars (meestal colofonium of viool144


hars), met een bijmengsel van wassen (bijenwas), om de kleefkracht te verhogen. In het tweede geval is de was de hoofdsubstantie (meestal carnaubawas of candelillawas) met een hars als bijmengsel voor een goede taaiheid en grip op de haar. Bij al deze methoden is nagroei mogelijk, omdat wel de wortel van de haar mee uitgetrokken wordt, maar de matrix haar regenererend vermogen behoudt en na enige tijd weer een nieuwe haar laat groeien. Definitieve ontharing Verwijderen van een haar is pas dan definitief, als de haar met wortel en al is verwijderd en de matrix geen nieuwe haar meer kan vormen. Absolute zekerheid is er pas bij de elektrische ontharing. Elektrische ontharing Bij de elektrische ontharing wordt een elektrische stroom in de haarfollikel gevoerd, tot in de matrix. Deze wordt daardoor vernietigd, zodat de dode haar gemakkelijk kan worden verwijderd en de matrix geen mogelijkheid meer heeft om een nieuwe haar te vormen. Er bestaan een aantal methoden om dat te bereiken. 1. Met een galvanische stroom. Door de gelijkstroom ontstaan er in de haarfollikel sterk basische stoffen, die de inhoud van de follikel vernietigen (cauteriseren). Deze methode is effectief, maar tijdrovend en pijnlijk. Een bijkomende factor is de onzekerheid, tot hoever de cauteriserende werking van de loog doorwerkt, zodat huidaandoeningen niet denkbeeldig zijn. 2. Met een hoogfrequente wisselstroom. Aan de punt van de naald, die zo diep mogelijk in de haarfollikel gestoken moet worden tot aan de matrix toe, ontstaat een grote hitte, die de inhoud van de follikel verbrandt (diathermische methode). Deze manier gaat sneller maar is bepaald niet pijnloos. Er is een manier ontwikkeld, die de hoogfrequente stroom invoert via de haar. De haar wordt met een speciale pincet vastgepakt vlak boven de huid en vastgehouden tot die loslaat. Dit is de diathermische pincetontharing. De erachter zittende theorie is, dat de haar als condensator gaat werken, waardoor zich aan de wortel in de huid dezelfde stroom ontwikkelt, die boven de huid wordt toegevoerd en daar zijn vernietigende werking doet. De methode is vrijwel pijnloos, maar de resultaten zijn tot op heden weinig bemoedigend, en zeer uiteenlopend. 145


De Blendmethode In de Verenigde Staten is een combinatie ontwikkeld van de gelijkstroombehandeling en de wisselstroombehandeling, die bekend is geworden onder de naam: Blendmethode. Eerst wordt de hoogfrequente stroom ingevoerd, waardoor een verhitting optreedt. Dan voegt men er de galvanische stroom bij, die daardoor veel sneller loog ontwikkelt, zodat een veel effectievere ontharing het gevolg is. Deze combineert de voordelen van beide systemen en heeft minder nadelen dan elk systeem apart. De voor- en nabehandelingen Voor een effectieve ontharingsbehandeling zijn een aantal maatregelen nodig. Per slot van rekening wordt een hele reeks kleine wondjes veroorzaakt. De huid moet schoon en zo mogelijk vrij zijn van microorganismen. Een goede reiniging, gevolgd door een desinfectie met een product dat voldoet aan de eisen is een noodzaak. De huid moet vetvrij zijn, om een goede grip van de was of hars op de haren te garanderen. Dat kan door de huid te reinigen met een hydrofiele olie, die een sterk ontvettend vermogen heeft. Het kan nog effectiever door een gereinigde huid af te nemen met een 70% alcoholoplossing. Die ontvet en desinfecteert tegelijkertijd. Na de ontharing is de huid geïrriteerd en dient gekalmeerd te worden. Daarvoor zijn oliën beschikbaar op basis van kamille of azulen, die hebben een kalmerende en tegelijk desinfecterende werking. De huid is ook vochtig en vocht trekt micro-organismen aan. De huid dient dus goed gedroogd te worden met een steriel kompres, of afgenomen te worden met een 70% alcoholoplossing, die het water opneemt zodat de huid droogt en er meteen een desinfectie en een lichte adstringentie optreedt. Haargroeiremmende producten Er zijn inmiddels stoffen ontwikkeld, die direct na een mechanische epilatie moeten worden toegepast, zodat ze in het nog open haarkanaal kunnen dringen en de matrix aantasten. De hoofdbestanddelen van deze stoffen zijn vitaminen en etherische oliën. Samenstelling en werking van ontharingscosmetica Hars Hars is wondvocht van bepaalde bomen, dat gewoonlijk aan de lucht vrij snel droogt. Voor ontharing zijn harsen nodig, die gemakkelijk en bij niet te hoge temperatuur smelten, en die zich gemakkelijk aan 146


de haren hechten. Voor ontharingshars wordt het meest gebruik gemaakt van colofonium dat ook vioolhars of terpentijnhars heet, en dat verkregen wordt uit de bast van verschillende soorten coniferen. Om de werking van de hars aan te passen wordt een beetje bijenwas toegevoegd, of cetiol, een synthetische was op basis van cetylalcohol. De ontharingsharsen worden meestal gemengd met een huidverzachtend of herstellend preparaat. Was Wassen zijn verbindingen van vetzuren en vetalcoholen. Zij bevatten geen glycerine en hebben dus behalve het vetzuur niets gemeen met vetten. De wassen van de hogere vetzuren, als bijenwas, voornamelijk een ester van myristylalcohol en myristinezuur, en canaubawas, verkregen van de bladeren van een palm, een was met een hoog smeltpunt (84ºC), zijn het meest gangbaar voor de fabricage van ontharingswassen, maar toch weer meestal in combinatie met een hars. Ontharingscrèmes Ontharingscrèmes bevatten stoffen, die de hoornstof waaruit de haren zijn opgebouwd ontleden en oplossen (keratolytica). Dit zijn sterk basische producten vaak op basis van een zwavelhoudende stof. Vaak bevatten ze ook zouten van zware metalen en zijn daarom niet ongevaarlijk voor de gezondheid. Strontiumsulfide wordt het meest toegepast, maar ook verbindingen als natriumsulfide zijn als werkstof gangbaar. Organische zouten als calcium thioglycolaat worden eveneens gebruikt, maar blijken in de praktijk nogal eens bijwerkingen te vertonen (puistvorming), Al deze producten tasten ook de huid aan, dus de nabehandeling moet bestaan uit een grondige reiniging en een goede huidverzorging. Huidkalmerende producten De huid kan geïrriteerd zijn door ruwe behandeling, zoals bij ontharing. Dan is het zinvol de huid te behandelen met genezende en tevens kalmerende middelen, zoals goudsbloemolie, kamille (azuleen en bisabolol), sterk vitaminehoudende oliën, als avocado-olie en amandelolie, naast jojoba-olie, dat eigenlijk geen olie maar een was is. Het gebruik van een deodorant moet na het ontharen achterwege blijven. De huid kan geïrriteerd zijn door zonnebrand. Dan zijn vette stoffen niet aanbevelenswaardig, maar kunnen compressen met looizuurhoudende producten (tannine) en stoffen als extracten van de paardekastanje heel zinvol zijn. Is de huid geïrriteerd door nervositeit, dan zijn 147


stoffen als de olie van de grove den, van de scharlei of nardus aangewezen om toe te voegen aan een basisolie. Haargroeiremmende producten De haargroei is afhankelijk van een aantal factoren, de doorbloeding van de haarpapil, maar vooral de enzymatische en hormonale invloeden, die de haargroei mogelijk maken. Er zijn inmiddels stoffen ontwikkeld, die de enzymwerking ter plaatse tegengaan en op den duur vernietigen. Evenzo zijn er stoffen (meest etherische oliën) die de hormonale invloed ter plaatse afremmen en op den duur tot stilstand brengen. Deze stoffen worden direct na het epileren in de huid gemasseerd, zodat zoveel mogelijk van deze stoffen in de nog geopende en verwonde haar papil kunnen dringen. Van deze vorm van haargroeiremming mag geen direct resultaat verwacht worden, de behandeling moet vele malen herhaald worden, en het is moeilijk van te voren te voorspellen hoeveel malen dat zal zijn. Wat moet je weten 1. Wat is het verschil tussen epileren en depileren? 2. Welke vormen van mechanische ontharing ken je? 3. Wat bedoelen we met de Blendmethode? 4. Hoe werken chemische ontharingsmiddelen? 5. Waarop berust de werking van haargroeiremmende producten? Meerkeuzevragen 43. Tot de mechanische ontharingsmethoden rekent men haren verwijderen met behulp van a diathermie. b ontharingscrème. c schuurplaatjes. 44. Haarschacht en haarwortel worden verwijderd bij ontharing met behulp van a automatisch pincet en ontharingscrème. b automatisch pincet en ontharingshars. c elektrisch scheren en ontharingscrème. 45. Chemische ontharing wordt uitgevoerd met a koude hars. b ontharingscrème. c scheerapparatuur. 148


149


150


Hoofdstuk 3, apparatuur Er zijn verschillende apparaten voor de behandeling van het lichaam, of gedeelten daarvan, in de handel. Hieronder volgt slechts een kleine opsomming van de meest gebruikte apparaten, waarvan de werking bekend en getoetst is. Veel apparaten maken een tijdje hun opwachting om daarna weer in de vergetelheid te verdwijnen. Een voorbeeld hiervan zijn de bewegingsbanken. Ooit een hype, nu geschiedenis. De mechano-apparatuur Dit zijn apparaten, die langs mechanische weg worden aangedreven en direct invloed op het lichaam uitoefenen. Lichaamsvibrators Vibrators vibreren. Zij produceren trillingen die, uitgeoefend op spierweefsel, de spier kunnen aanzetten tot ontspanning en ontgifting. De vibratie kan worden opgewekt door een elektromagneet en een vrij stevige membraan, de trilplaat, waaraan de delen zijn verbonden, die de trillingen op het weefsel overbrengen. De trillingen hebben een vaste frequentie van 50 trillingen per seconde. De kracht van de vibratie kan worden veranderd, door de afstand van de trilplaat (het membraan) tot de elektromagneet te wijzigen. Zwaardere apparaten bestaan uit een elektromotor die een trilplaat aandrijft. Omdat die niet van de frequentie van het lichtnet afhankelijk is, kan het aantal trillingen daarvan geregeld worden. Met dit soort apparaten kunnen diverse massagevormen worden uitgevoerd, zoals rechte massages, rotaties, zowel concentrische als excentrische en ’schud’massages. De trilplaat is over het algemeen verwisselbaar en die kan glad zijn, voorzien van beweegbare houten bolletjes, of van harde plastic punten, de zogenaamde ’egels’. De egels bestaan met vier punten (de vierpuntsegel), die worden gebruikt om vetweefsel los mee te maken, met acht punten (de grove egel), die dienen om de vetrijke billen en heupen stevig te masseren, met 12 of meer punten (de fijne egel), die dient om de vetrijke bovenbenen en de onderbenen stevig te masseren. De vlakke schijf wordt of met de platte kant of met een deel van de platte kant gebruikt voor massage van de spieren van de benen en de monnikskapspier. 151


Elektroapparatuur Deze apparaten dienen direct impulsen van een elektrische stroom toe aan het organisme. Behandelingen met gelijkstroomapparatuur Gelijkstroomapparatuur biedt de mogelijkheid om een ionenstroom in het lichaam op gang te brengen, die voor verschillende doeleinden kan worden gebruikt. De verzamelnaam hiervoor is ’elektrolyse’. De beste gelijkstroom is de galvanische stroom, die alleen door middel van batterijen verkregen kan worden. De meeste gelijkstroomapparaten werken echter op een gelijkrichter, die weliswaar gelijkstroom levert, maar die eigenlijk niet ’zuiver’ is. Elektrokinesie is het invoeren van een gelijkstroom om bepaalde ’kinetische’ effecten in het weefsel te bereiken. Dit gebeurt met de onderbroken gelijkstroom. Met de ’rechthoekige’ onderbreking, ook wel ’faradische stroom’ genoemd. Hier worden 30 tot 50 impulsen afgegeven, die scherp onderscheiden zijn, meteen op volle kracht beginnen en ook meteen wegvallen. Zij dienen om bepaalde, verslapte spieren te versterken, die daardoor regelmatig samentrekken en getraind worden. Zowel de aanspanning van de spier, als de ontspanning gaan abrupt. Met de ’driehoekige’ onderbreking gebeurt iets dergelijks, alleen begint de impuls niet abrupt, maar wordt langzaam opgevoerd tot een maximum en valt dan ineens weg. Een andere naam hiervoor is ’faradische zwelstroom’. Hun taak is hetzelfde als bij de rechthoekige onderbreking, maar is voor de behandelde veel prettiger om gewaar te worden, omdat de aanspanning van de spier veel soepeler verloopt. Bij beide vormen is het moeilijk om de spierontspanning te regelen. De ’exponentiële’ onderbreking voert de stroom langzaam op maar laat die ook weer langzaam teruglopen, zodat ook de spierontspanning soepel verloopt. Het is dus afhankelijk aan de aard en de toestand van het te behandelen spierweefsel, aan welke vorm de voorkeur gegeven wordt. Voor de behandelingen met gelijkstroom zijn een aantal contra-indicaties van kracht: voor clienten met pacemakers, implantaten, diabetes, zwangerschap, hart- en vaatziekten zijn deze apparaten af te raden.

152


Behandelingen met wisselstroomapparatuur Elektrokinesie kan zowel met behulp van gelijkstroom als met behulp van wisselstroom uitgevoerd worden. Het meest gangbare apparaat dat op wisselstroom werkt is: Het kinesie-apparaat Hiermee worden middelfrequente stromen opgewekt, gewoonlijk van 3000 en 3100 Hz, of van 4000 en 4100 Hz, die ingevoerd worden via elektroden, die bestaan uit een goed reinigbare stof (viscose), die van metalen strips voorzien zijn, zodat er kruisende stromingen ontstaan. Die kruisen elkaar op de plaats waar de werking wordt verlangd. Daar interfereren die stromen met elkaar en rest een stroom met een trillings-getal gelijk aan het verschil van de ingevoerde stromen, in dit geval beide 100 Hz. Het apparaat is zodanig afgesteld, dat de interfererende stromen met elkaar in tegenfase zijn, zodat ze elkaar opheffen. Er zijn twee methoden. Bij de eerste worden de elektroden, die hier kussenelektroden heten op een vast punt gefixeerd. Dat moet zorgvuldig berekend worden om de interferente stroom precies daar te krijgen waar die gewenst wordt. De andere methode gaat uit van handschoenelektroden die door de behandelaar worden aangetrokken en waarmee de interferente stroom over een bepaald gebied bewogen kan worden. Het effect hiervan is een toename van warmte in de spieren en een tonusverhoging. De uitgebreide apparaten hebben zo’n acht verschillende elektroden: • een kleine elektrode met vier punten, voor de omgeving van de ogen. • kussenelektroden in drie maten voor gezicht, hals en bovenborst. • een grote rubberelektrode, waarin de vier metalen punten zijn vervat, voor de behandeling van de bisonbult en grotere regionen als de voeten. • dubbele vierveldelektroden voor grotere gebieden. • een kinbandelektrode voor een verslapte hals of onderkin. • een borstringelektrode voor bustebehandeling • losse-plaatelektroden met bijbehorende viscosehoezen ter verbetering van de bloedsomloop in de benen (spataderen), panniculose en lokale vetafzetting. • handschoenelektroden die bestaan zowel voor eenvoudig opbrengen en verplaatsen als voor glijmassages.

153


Indicatiegebied: Huidverslapping, spierverslapping, seborrhoe, acne, slecht doorbloede huid, lokale vetaanzetting, primaire spataderen, littekenweefsel (op medische indicatie). Onderhoud: dit soort apparaten met veel snoeren vergt ook veel onderhoud. Controleren of de snoeren heel zijn, of er geen inwendige draadbreuk is, of de isolatie wel intact is enzovoort. Controleren of alle aansluitingen op het apparaat in orde zijn. De meeste apparaten hebben daar veiligheidspluggen voor, maar helaas niet allemaal. Metalen delen van het apparaat met een handdoek afdekken om contact met de cliënt te voorkomen. Onderhoud: de elektroden dienen schoon en vetvrij te zijn. De elektrodehoezen moeten goed uitgewassen en gesteriliseerd worden. Actinoapparatuur Actino is een Grieks woord, dat ’straling uitzenden’ betekent. We verstaan daaronder alle apparatuur, die met straling werkt, als IR-apparatuur, UV-apparatuur, zonnebanken, hoogtezon , en helioapparatuur (daglichtbehandelingen, blauwlichtlamp, kleurtherapie enzovoort) De laser Laser is een afkorting van Light Amplification by Stimulated Emission of Radiaton. In deze apparaten wordt een monochromatische lichtstraal opgewekt van een bepaalde golflengte, die meestal in het zichtbare gebied ligt, maar daar ook net buiten kan vallen zoals bij de veel gebruikte ’infrarood lasers’. De krachtige lichtstraal stimuleert de cellen tot herstel van hun verloren gegane functie en tot grotere activiteit. Daardoor is celverbetering en regeneratie van grotere gebieden mogelijk. Bij mensen die veel zitten en neigen tot doorzitten kan de laser veel goeds doen om het weefsel van het zitbeen optimaal te laten functioneren. Cosmetisch mag alleen de relatief zwakke softlaser gebruikt worden. De lichtstraal is zeer krachtig, en daarom is het kijken in de lichtstraal gevaarlijk en kan tot oogbeschadigingen leiden. Voor de behandeling van wijnvlekken is de softlaser te zwak. Daarvoor moet een laser met veel hogere energie worden gebruikt, maar het gebruik daarvan hoort thuis bij een medisch specialist. De zonnebank Dit apparaat wordt ondanks de eraan klevende gevaren veelvuldig gebruikt. De zonnebank bestaat uit en reeks gasontladingsbuizen (TL) met een specifieke golflengte, die voornamelijk in het UV-A ge154


bied ligt. Deze stralen stimuleren de bruining door activering van de melanocyten. Een zongebruind uiterlijk is het resultaat. Maar.... dit resultaat dient alleen de ijdelheid en een cosmetisch doel. Het is goed daarbij te bedenken, dat het normale verdedigingssysteem van de huid daarmee geforceerd wordt, wat op den duur tot huidkanker kan leiden. In veel landen mogen deze apparaten alleen verkocht worden voorzien van een plaatje dat op dit gevaar de aandacht vestigt. Zonnebanken bestaan in verscheidene vormen, zowel als enkel bed, als onderbed met een gebogen hemel erboven, in liggende vorm en in staande vorm. Voor het gezicht ingebouwde extra bruiners (zonnekanonnen) behoren ook tot de mogelijkheden. Hoogtezon Deze bruiners worden ook wel therapeutisch gebruikt. Het apparaat bevat een kwikdamplamp, die ultraviolet licht uitzendt, dat zowel UV-A als UV-B bevat en niet vrij is van gevaar. Om verbrandingsgevaar te vermijden, is de kwiklamp voorzien van een filter om de gevaarlijke stralen er zoveel mogelijk uit te filteren, maar dat neemt niet weg, dat alleen maar heel korte bestralingstijden zijn toegestaan, die langzaam kunnen worden opgevoerd. Omdat kwiklampen geen warmte geven, zijn de modernere apparaten voorzien van twee infraroodbuizen aan weerskanten, zodat er ook een gevoel van welbehagen van uitgaat. Dat verandert overigens niets aan de gevaren.

155


Wat moet je weten 1. Welke mechano-apparatuur ken je? 2. Wat is elektroapparatuur? 3. Wat doet een kinesieapparaat? 4. Wat is laser? 5. Waarom is het beter niet te vaak onder de zonnebank te gaan? Meerkeuzevragen 46. Bij gelijkstroombehandelingen in de cosmetische praktijk maakt men hoofdzakelijk gebruik van a. de kinetische en chemische effecten. b. de kinetische en mechanische effecten. c. de thermische en mechanische effecten. 47. Vierpuntselektroden worden toegepast bij de behandeling met a. elektrische desincrustatie. b. elektrokinesie door middel van gelijkstroom. c. elektrokinesie door middel van wisselstroom. 48. Welke werking hebben ultraviolette stralen op de huid? a. Toniserend. b. Uitdrogend. c. Verwekend.

156


157


158


Hoofdstuk 4, lichaamsmassage De schoonheidsspecialist werkt alleen met gezonde mensen. De lichaamsmassage is dan ook een cosmetische. De massage is vooral gericht op ontspanning. Op het lichaam wordt intensiever gemasseerd dan op het gezicht. De spieren van het lichaam zijn veel groter en sterker. In tegenstelling tot de mimische spieren verlopen de skeletspieren van bot naar bot. Sommige spieren kunnen we dan ook oppakken. Ook de huid van het lichaam is steviger en dikker dan die van het gezicht. Afhankelijk van de conditie van de huid kunnen de volgende effecten bereikt worden: • prikkeling van de vrije zenuwuiteinden; • verbeteren van de huidstofwisseling; • verminderen van vochtophopingen; • toniseren van verslapte spieren; • het verminderen van pijn in de spieren; • verhoogde afvoer van veneus bloed en lymfe; • verminderen van vermoeidheid; • opwekken van een gevoel van welbehagen. Voorbehandelen Voordat met de massage begonnen kan worden, wordt er door middel van een kleine anamnese vastgesteld wat de indicaties en de contraindicaties bij de betreffende cliënt zijn. Daarna wordt de cliënt geïnstalleerd. Let op dat de huid schoon en warm is. Het gebruiken van warme kompressen bij een deelmassage, kunnen daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn. De niet gemasseerde gedeelten van het lichaam worden afgedekt om warm te blijven. Een behaarde huid hoeft niet vooraf geschoren te worden. Dat veroorzaakt ter plaatse irritaties en is voor de cliënt onprettig, zowel in verband met de jeukende teruggroei als met het feit, dat de meeste mannen hun lichaamsbeharing als positief ervaren en scheren een negatieve reactie oproept. Juist bij een behaarde huid is de keuze van de tussenstof van groot belang. Ook de massagerichting is belangrijk, omdat masseren tegen de beharing in een folliculitis kan veroorzaken. Bij massage van de behaarde mannenhuid zijn daarom andere technieken noodzakelijk.

159


De massagegrepen en hun invloeden In deel 9, gelaatsbehandeling, zijn de algemene invloeden al aan de orde geweest. Daarom beperken we ons hier tot de invloeden van de verschillende massagegrepen, specifiek voor het lichaam. Ook hier geldt de algemene regel dat massagegrepen worden uitgevoerd met de aderlijke bloedstroom mee, dus van de periferie naar het hart. Intermitterend drukken De naam zegt het al, er wordt met één of twee handen met een bepaalde kracht op de huid gedrukt. Deze druk neemt toe en neemt af in een rustig ritme, de druk is ’intermitterend’. Of er één dan wel twee handen gebruikt worden is afhankelijk van de gewenste druk en die hangt samen met de dikte van het spierweefsel en van de kwetsbaarheid van de onderlaag. In principe wordt er met een hand gedrukt. Als er echter meer druk nodig is, wordt de andere hand daar bovenop gelegd, zodat een zwaardere druk op het weefsel wordt uitgeoefend. Het intermitterend drukken kan ook worden uitgevoerd, door van de vingers van beide handen een ring te maken en die aan te spannen rond het te behandelen lichaamsdeel. Deze vorm is alleen geëigend voor de bovenbenen en de bovenarmen. Invloed: deze greep wordt vaak toegepast als inleiding tot de massage. Door intermitterend drukken, wordt vocht uit de weefselspleten gedrukt en verplaatst. Effleurage Het woord is Frans en betekent ’een lichte strijking’. Dat is precies wat de handeling aangeeft, er wordt een lichte strijking uitgeoefend. Effleurages hebben een duidelijk weefselontspannende werking en zijn ook secundair rustgevend. Effleurages kunnen op verschillende manieren worden uitgeoefend en omdat zij heel licht zijn, beïnvloeden ze de bloedstroom niet noemenswaardig, zodat hier en daar kan worden afgeweken van de algemene regel. Wel dient vastgehouden te worden aan een regelmatig ritme. Bij armen, benen en romp worden lengtestrijkingen uitgevoerd, met twee handen tegelijk. De onderarmen en onderbenen kunnen met een hand worden behandeld, terwijl de andere hand de hand of de voet vasthoudt. Op de bovenbenen, de bovenarmen en de romp kunnen ook dwarsstrijkingen worden uitgevoerd ter meerdere ontspanning van onderliggende structuren. Op bepaalde plaatsen, zoals op de buik, worden ook roterende strijkingen uitgevoerd, mede als reflectorische stimulans van de darmwerking. 160


Deze rotaties dienen steeds uitgevoerd te worden met twee handen en in de richting met de klok mee, in verband met het verloop van de darminhoud. Wanneer heel zachte effleurages gewenst zijn, zoals onder de ogen, kunnen die met de vingertoppen worden uitgevoerd. Dit soort effleurages worden ook uitgevoerd bij een actieve acnehuid. Als een wat steviger aanraking is gewenst, kan daarvoor de zijkant van de hand gebruikt worden. Petrissage Ook dit woord is Frans en betekent ’het kneden’. Dat is ook wat de grepen tot doel hebben, het kneden van de huid. De huid wordt in principe met twee handen opgenomen en als het ware ’uitgewrongen’. Voor de benen, de zijkant van de romp en de schouders is dat de regelmatig toegepaste massagevorm. Petrissage heeft een grote dieptewerking en een duidelijk zowel primair als secundair effect. Petrissage kan uitgevoerd worden in de lengterichting, als bij de benen, de armen en de zijkant van de romp. Bij de ledematen kan dat omvattend zijn, dus stevige grepen, waarbij een groot huidgebied wordt opgepakt en vlak, waarbij de huid niet echt wordt opgepakt, maar met vlakke, elkaar afwisselende handen wordt gekneed. Bij de zijkant van de romp zijn de dwarsknedingen de aangewezen weg, die overigens ook bij de bovenbenen kunnen worden toegepast. Het weefsel wordt hier dwars op de lengterichting van het lichaamsdeel gekneed. Ook hier weer de mogelijkheid van het geheel omvatten van een weefseldeel, of een vlakke behandeling op zich daartoe lenende gebiedsdelen. Ook is het mogelijk kleinere knedingen in de lengterichting of dwars uit te voeren, maar dan in smalle banen, naast elkaar. Dat noemt men parallelknedingen. Petrissages worden in principe, als het huidgebied dat toelaat, met beide handen uitgevoerd. Vooral op het gezicht is de ruimte daartoe onvoldoende. De petrissages worden aan beide kanten tegelijk uitgevoerd. In dat geval wordt met een hand gewerkt. Als het te bewerken huidgebied te klein is voor de hand, dan is kneding tussen duim en (gebogen) wijsvinger of duimmuis en vingers de aangewezen weg. Frictie Weer een Frans woord, dat wrijving betekent. Deze greep wordt uitgevoerd met de vingers, de duim, de duimmuis of de ellebogen. De grepen dienen om op een gebied waar stuwingen, vochtophopingen of myogelosen zijn, het weefsel los te maken en tot afvoer van de ongewenste stoffen te brengen. Hierbij wordt op een beperkt gebied een 161


krachtige draaiende of wrijvende beweging uitgeoefend, waarbij huidverschuiving geen belemmering is. Tapotement Een Frans woord, dat geklop, getrommel betekent. Door de korte klopbeweging worden reflectorisch spiercontracties opgewekt, die zich golfsgewijs voortplanten. Daardoor ontstaat een betere doorbloeding van het weefsel, mede door de vaatverwijdende werking van de opgeroepen hormoonreactie. Tapotements kunnen van heel licht (met de vingertoppen) via hakken, met de gespreide vingers en met gesloten vingers, tot slaan met de holle hand of met de vuist in sterkte worden opgevoerd. Het slaan met de holle hand (battre a l’air comprimé) geeft een soort zuigdrukreactie, omdat de lucht in de holle hand bij het slaan wordt samengeperst. Het slaan met de gesloten of de open vuist mag alleen met draaiende armen gebeuren, als bij molenwieken. Hakken met de handen werkt effectief door de vingers te spreiden en met de pinkzijde te hakken. Het samenvallen van de vingers geeft een snelle herhaling van de prikkel. Hakken met gesloten vingers komt harder aan en werkt dieper door. Slaan met de vlakke hand is pijnlijk, en geeft een scherpe reactie door het vrijkomen van de huidhormonen (voornamelijk histamine). Vibratie Vibratie komt ook uit het Frans en betekent trilling. Met de vrije hand of met de vingers wordt een trilling in de huid teweeg gebracht. Omdat dit vrij vermoeiend is, worden daar ook wel elektrische apparaatjes voor gebruikt, die op de vingers bevestigd worden, of direct hun trilling op de huid overbrengen (vibrators). De grote vibrators, waarmee stevige spiermassages kunnen worden uitgevoerd, komen later aan de orde. Vibratie roept als primaire invloed een verhoogde zenuwactiviteit op, die reflectorisch overgaat in een kalmerend effect en dus voor overprikkelde zenuwen een goede vorm van massage is. De vibratie kan tot een enkel gebied beperkt worden, die is dan statisch. De vibratie kan ook over grotere gebieden worden uitgestrekt, waardoor die lopend wordt. Schudden Het woord geeft aan wat er gebeurt. De huid wordt geschud. Direct schudden. Bij de eenvoudigste vorm wordt de vlakke hand stevig op de huid gelegd en wordt er een schudbeweging gemaakt. Met twee handen kan een spier ontspannen worden door van oorsprong en aanhechting naar elkaar toe te schudden. 162


Indirect schudden bestaat uit het schudden van een spier vanaf een ander aangrijpingspunt, bijvoorbeeld het schudden van de beenspieren door de voet heen en weer te bewegen. Sidderen wordt gedaan, door een spier te omvatten en door licht trillende bewegingen los te schudden van het peesblad, waardoor de spier meer bewegingsvrijheid krijgt. Walken is een vorm van intermitterend drukken, waarbij een lopende beweging wordt uitgevoerd op de beenspieren, van de lies naar de voet. Het been dient daarbij geheven te zijn, zodat de spieren vrij kunnen bewegen. Handgrepen (huidmobiliserende grepen). Er zijn verschillende manieren om de huid wat losser te maken, waardoor die een betere doorbloeding krijgt. Huidplukken lijkt op een wat grove vorm van pincements. De huid wordt met korte greepjes tussen duim en wijsvinger of duim en middelvinger opgepakt en weer losgelaten. Huidrollen. Met de duimen wordt de huid opgeduwd, de verkregen huidrol wordt nu tussen de duim en de vingers vooruitgeschoven, een beweging die lijkt op het ouderwetse ’sigaretten rollen’. Huidverschuivingen worden gedaan door de vlakke handen op een bepaald huidgebied te leggen, met enkele centimeters tussenruimte. Daarna worden de handen krachtig naar elkaar toe en van elkaar af bewogen. Het lijkt een beetje op harmonicaspelen, vandaar ook de Duitse benaming Harmonikagriff. Algemene factoren, die de massage beïnvloeden Aard en richting van de handgrepen Massage moet zoveel mogelijk als een weldaad ervaren worden. Daarvoor is een goede verstandhouding tussen de masseur en de gemasseerde noodzakelijk. De handen van de masseur worden ontspannen aangelegd, daarna wordt de spanning opgevoerd zoveel als nodig is voor de betreffende greep, waarna de spanning langzaam wordt losgelaten. Verder zijn de handen zoveel mogelijk ontspannen. Lichte massages hebben voornamelijk een secundair effect. Zij moeten met zorg te worden uitgevoerd, met schone handen en korte nagels, op een schone huid. Zwaardere massages dienen altijd uitgevoerd te worden 163


in de richting van de veneuze bloedstroom, afgezien van de dwars uitgevoerde grepen, die de bloedstroom niet beïnvloeden. De drukintensiteit is van groot belang, maar staat in direct verband met het beoogde doel. De kracht hiervan is een belangrijk onderdeel van de kennis en het inzicht van de masseur. De intensiteit is ook erg afhankelijk van de omstandigheden van degene, die gemasseerd wordt. De snelheid van de handgrepen is van enkele factoren afhankelijk. De greep mag nooit ’afgeraffeld’ worden, te snel is nooit goed. De snelheid moet in harmonisch verband staan met de reactie van het gemasseerde gebied. Over activering kan nooit tot een goed resultaat leiden. De snelheid staat direct in relatie tot het doel van de greep en van de persoon van de behandelde. Over het algemeen moet een massage bij een man langzamer uitgevoerd worden dan bij een vrouw, maar ook dat is weer afhankelijk van het beoogde doel. Langzame grepen werken kalmerend, snelle grepen werken toniserend en veroorzaken een hyperaemie. De houding van de cliënt moet ontspannen te zijn. Niet alleen lichamelijk maar vooral ook mentaal. Een massage bij een gestresste cliënt heeft alleen zin, als de stress niet ontstaat door het contact met de behandelaar. Een oudere, verslapte huid reageert heel anders dan de huid van een jong sportief type. Ook de dagelijkse gebruiken als veel koffie drinken of roken, alcohol of drugs, het zijn allemaal factoren die de reactie van de huid sterk beïnvloeden. Ook de persoonlijke aanleg speelt een rol. De ene huid is veel gevoeliger en reactiever dan de andere. De duur van de massage is niet alleen afhankelijk van de technische noodzaak, maar ook van factoren als het welzijn van de cliënt, de reactie van het betreffende weefsel en van de weerstand van de huid. Een massage mag nooit als veel te kort ervaren worden, maar te lang doorgaan doet aan de behandeling ook geen goed, want dan worden weerstanden opgebouwd en ontstaan irritaties. Het gebruik van een tussenstof hangt af van het doel van de massage. Voor een neutrale spiermassage of sportmassage moet een glij­middel gebruikt worden om de huid niet te irriteren. Dat kan een gewone massagecrème zijn, een neutrale minerale olie of een goed glijdend poeder, speksteen (talk) of iets dergelijks. Als een bepaald cosmetisch doel beoogd wordt, kan een werkstof gebruikt worden zoals een plantaardige basisolie, al dan niet aangevuld met een etherische olie. De eisen die aan zo’n tussenstof gesteld worden zijn uiteraard afhankelijk van de redenen, waarom de betreffende massage wordt uitge164


voerd. De inwerking van de tussenstof staat weer in relatie tot de duur van de massage. De vraag of een tussenstof van belang is, hangt direct samen met de aard van de massage. Fricties, intermitterend drukken en petrissages kunnen meestal direct zonder tussenstof worden uitgevoerd. Glijdende massages vragen wel om een tussenstof, om de huid niet te irriteren. Bij sommige grepen kan een tussenstof lastig zijn doordat de grip op de huid verloren gaat. Bij cosmetische massages, als er via een werkstof invloed op de huid moet worden uitgeoefend, is altijd een tussenstof nodig. De eisen, die aan een tussenstof gesteld worden zijn: • de tussenstof mag niet irriteren; • de tussenstof mag de poriën niet verstoppen; • de neutrale tussenstof mag niet worden opgenomen; • een werkzame tussenstof mag niet te snel worden opgenomen. Indicaties en contra-indicaties Wanneer mag iemand gemasseerd worden en wanneer niet. Die vraag kan zowel betrekking hebben op de hele persoon of op een lichaamsdeel. Indicaties zijn: • het verbeteren van de weefselstofwisseling; • het opheffen van een vermoeidheidsgevoel; • het bevorderen van een algemeen gevoel van welbevinden; • het ontspannen van verkrampte spieren; • tonusverbetering van verslapte spieren; • het wegnemen van stress. Algemene contra-indicaties Wanneer iemand duidelijk ziek is, een ziekte onder de leden heeft, of een huidaandoening heeft, is massage over het algemeen een contraindicatie, tenzij de behandeling juist gericht is op het herstel van de betreffende aandoening, als bij acne. Zwellingen, oedeem, mensen met een hart, lever of nieraandoening, hoge bloeddruk, zwangerschap, tijdens de menstruatie, spataderen, enzovoort vormen algemeen een contra-indicatie, maar daar kunnen lokale behandelingen een uitzondering op maken. Lokale massages, die daarop een uitzondering maken zijn bijvoorbeeld geïndiceerd bij: • een gestresst iemand met een hoge bloeddruk. Die kan baat vinden bij een zorgvuldig en lokaal uitgevoerde ontspanningsmassage (nek en schouders, eventueel benen); 165


• iemand die zwanger is mag best een gezichtsmassage ondergaan. Hetzelfde geldt voor iemand die net in de menstruatieperiode is. Een rustgevende nek en schoudermassage kan hierbij juist heel zinvol zijn. Weldaad… Cosmetische totaalmassage is een weldaad. De hierbij toegepaste grepen zijn alle boven beschreven. Voor een goede ontspanning zijn de effleurages het meest aangewezen en de massage van benen (niet bij spataderen) kan koude voeten en zware benen voor een belangrijk deel voorkomen. Het ligt voor de hand, dat de handgrepen bij de gezichtsmassage van fijner orde zijn dan die bij een totaalmassage, hoewel de intensiteit waarmee gewerkt wordt weinig mag verschillen. Het verschil tussen man en vrouw mag nooit een verschil in ’hardheid’ zijn, ook de mannenhuid is kwetsbaar, soms nog kwetsbaarder dan de vrouwenhuid. De beharing is hier een probleem, dat om aangepaste massagegrepen en richtingen vraagt. Voor alle vormen van massage, inclusief kinder-of babymassage is de eerste vereiste: aanpassing aan degene die gemasseerd wordt. De relatie tussen masseur of masseuse en de behandelde moet van een diepgaand wederzijds vertrouwen en sympathie getuigen. Iemand met tegenzin masseren levert nooit een goed resultaat op. Wat moet je weten 1. Wat zijn de algemene invloeden van een lichaamsmassage? 2. Wat is intermitterende druk? 3. Waarom scheer je een mannenhuid niet voorafgaand aan de ­lichaamsmassage? 4. Wat is schudden? 5. Wat zijn de algemene contra-indicaties voor een lichaamsmassage?

166


Meerkeuzevragen 49. Welke handgrepen past men bij een lichaamsmassage bij voorkeur toe om de huid los te maken van de onderlaag? a Huidrollen en huidverschuivingen. b Huidrollen en tapotements. c Lengtestrijkingen en huidverschuivingen. 50. Tapotements met de holle hand worden in het bijzonder gegeven om a. de huidcapillairen te toniseren. b. de spieren te toniseren. c. de vochtcirculatie te bevorderen 51. Fricties worden in de schoonheidsverzorging gegeven om a de tonus van verkrampte spieren te verlagen. b de vochtdoorstroming in de huid te versnellen. c een betere plaatselijke doorbloeding op te wekken.

167


168


Hoofdstuk 5, pakkingen Voor een lichaamsbehandeling zijn pakkingen een belangrijk onderdeel. Een pakking bestaat uit meerdere lagen. Soms bestaat de laag die direct op de huid komt, uit celstof of nonwoven, dat gedrenkt is in een werkstof. Als de werkstof een emulsie is of een gel, kan die direct op de huid worden aangebracht. De tweede laag bestaat uit een afsluitend materiaal, zoals plastic. Die laag moet het gehele gebied volledig afdekken. De derde laag dient om de warmte onder de pakking vast te houden en kan bestaan uit een handdoek, een warme deken of iets dergelijks. Pakkingen werken afsluitend op het huidgedeelte, waarop ze worden toegepast, waardoor zich onder de pakking warmte ontwikkelt. Pakkingen blijven 15 tot 20 minuten op de huid, waarna de huid ofwel wordt gereinigd, ofwel verder behandeld. Voorbehandeling De huid moet goed gereinigd worden, en eventueel dient een huidverdunnende bewerking te worden verricht. De op de huid aan te brengen stoffen moeten ongeveer de lichaamstemperatuur te hebben, dus 37ºC te zijn. Het eenvoudigst is die stoffen te verwarmen in een waterbad van die temperatuur. A. Vochtpakkingen De huidverwekende pakking. Hiervoor kan de onderste laag geweekt worden in gewoon water, een verwekend kruidenextract, een sterk verdunde oplossing van soda, of een cleanser. De pakking met een werkstof. Hiervoor wordt een oplossing van een biologisch actieve werkstof in de onderste laag opgenomen, bijvoorbeeld een ampul, een kruidenextract, een hydrolaat of een zuurgraadregelend preparaat. B. Lijnzaadpakkingen Het lijnzaad wordt ofwel gemalen en met water vermengd, ofwel van te voren geweekt, zodat zich een gel vormt. Deze wordt op de huid aangebracht, waarop de afdekkende laag kan worden aangebracht. C. Oliepakkingen Reinigende pakkingen. Hiervoor wordt de celstof geweekt in een basisolie, als zonnebloemolie (kan allergieën veroorzaken), maiskiemolie, dat speciaal voor een verontreinigde huid geschikt is, of sesamolie. De huid na de pakking reinigen met een cleanser.

169


Stimulerende en doorbloedingbevorderende pakkingen worden gemaakt met bijvoorbeeld amandelolie, jojobaolie, avocadoolie of Sint Janskruidolie. Hieraan kunnen desgewenst enkele druppels van een etherische olie worden toegevoegd. De pakking afnemen en de olie inmasseren. D. Acnepakkingen Op een door acne aangedane rug, borst of bovenarm kan heel goed een pakking worden aangebracht. Het beste is daarvoor een oliepakking te gebruiken, die enigszins vet­ oplossend werkt, zoals maiskiemolie, gemengd met een kalmerend en ontstekingremmend preparaat (bijvoorbeeld kamilleolie of jeneverbesolie). Ook een lijnzaadpakking of algenpakking kan gebruikt worden, om de huid te verweken en de doorbloeding te bevorderen. De pakking afnemen en de huid met een cleanser of een hydrofiele olie nareinigen. Daarna eventuele comedonen verwijderen. Bij een actieve acne is daarbij uiterste voorzichtigheid geboden om de aandoening niet te verergeren. Een pakking is een werkzaam middel, de gebruikte stoffen dringen diep in de huid door. Daarom is de kans op overreactie niet denkbeeldig. Als de huid overmatig reageert (roodheid), of als de cliënt aangeeft dat de pakking last bezorgt, moet die direct verwijderd worden. (de roodheid kan men constateren door nu en dan een hoekje op te lichten en te zien hoe de huid reageert). Wat moet je weten? 1. Wat is de voorbehandeling bij een lichaamspakking? 2. Wanneer kies je voor een vochtpakking? 3. Welke oliepakkingen ken je? 4. Wanneer pas je een lijnzaadpakking toe? 5. Waarom gebruik je voor een acnehuid een maiskiemolie pakking?

170


Meerkeuzevragen 52. De voornaamste invloed van een paraffinepakking is a verhoging van de doorbloeding. b vermindering van het aantal vetcellen. c vermindering van het aantal hoorncellen. 53. Modderpakkingen past men in hoofdzaak toe om a de doorbloeding te stimuleren. b de vetafvoer te bevorderen. c het bindweefsel van de huid te verstevigen. 54. Een lijnzaadpakking werkt a hoornlaagverdunnend en bevochtigend. b ontvettend en doorbloedend. c verwekend en vochtregulerend.

171


172


Hoofdstuk 6, te dik of te dun Gewichtscorrectie Overgewicht is een probleem van deze tijd. Men zit te veel, men eet te veel (en te vet!), men snoept te veel. De publicaties van allerlei soorten dieten (eiwitdieet, sherrydieet, aardbeidieet, puntendieet, mayodieet en ga zo maar door), zijn aan de orde van de dag. Tegen het zo maar volgen van een dieet kan niet genoeg gewaarschuwd worden. Ze zijn vaak of belastend voor de lever, of te sterk ontvochtend, of ze beïnvloeden de bloeddruk teveel, of men raakt er van aan de drank (zoals helaas door het sherrydieet is gebleken), of ze zijn te arm aan vitaminen en/of ballaststoffen enzovoort. Daarnaast is er een hele industrie ontstaan in eetlustremmers en middelen die een gevoel van verzadiging geven en dat soort zaken. Een medisch verantwoord systeem van dieten via een uitgebalanceerd voedingspatroon is dat van de Weight Watchers. Het is in Amerika bedacht en gebaseerd op het bijeenbrengen van mensen met een zelfde probleem (overgewicht) om elkaar over en weer in de strijd daartegen tot hulp en steun te zijn. Een normaal gewicht in verhouding tot de lichaamslengte is beslissend voor een esthetisch, gezond en vitaal uiterlijk. Een fijn regulerend mechanisme onder invloed van hersenaanhangsel en schildklier zorgt voor een evenwicht tussen arbeidsprestatie en voedselopneming. Vooral de schildklier heeft het vermogen bij te overmatige of onvoldoende voeding het verbrandingsproces daar tot op zekere hoogte bij aan te passen. Het energieverbruik wordt mede door het algemene lichaamsgevoel geregeld. Een vermoeidheidsgevoel zal onbewust een behoefte aan rust doen ontstaan, een gevoel van vitaliteit en levensdrang zal een behoefte aan beweging en arbeidsprestatie geven. Dit regulerend mechanisme richt zich naar constitutie, leeftijd en aanleg, waardoor het individuele gewicht ontstaat, dat voor de een en de ander dus geheel verschillend zal zijn. De oorzaken van overgewicht De oorzaken van overgewicht kunnen verschillend zijn. Daarom moet vooropgesteld worden dat geen cosmetische behandeling bij overgewicht is toegestaan behalve na een medische toestemming.

173


Te onderscheiden vormen van overgewicht zijn: - overmatige vetaanzetting - vochtophoping - een combinatie van beide. Het watergehalte van het vetweefsel kan individueel sterk verschillen. Ziekelijke vochtretentie (oedeem) noemt men waterzucht. Ongezonde dikte door abnormale vetaanzetting noemt men vetzucht. De dikte kan zich als een algehele dikte (totaal) of als een plaatselijke dikte (locaal) voordoen. Dit houdt verband met de aard en de graad van de oorzaak en met de (eventuele) constitutionele aanleg. Te onderscheiden zijn: 1. endogene dikte (door interne stoornissen optredende dikte); 2. exogene dikte (door uitwendige oorzaken optredende dikte); 1 Endogene dikte: a. Waterzucht: (hydrops) locaal of totaal voorkomend. Waterzucht kan veroorzaakt worden door belemmeringen in de afvoer en/of verandering in de samenstelling van het lichaamsvocht. Behalve door overgewicht ook, met het oog waarneembaar, door een zuchtige zwelling van de huid. Ook hartafwijkingen, nierafwijkingen en spataderen kunnen de oorzaak zijn van oedemateus gezwollen benen (bij het indrukken van het weefsel blijft gedurende enige tijd een ’putje’ in de huid zichtbaar). Zenuwstoornissen kunnen de oorzaak zijn van oedemateuze huid en slijmvliezen. b. Vetzucht: (adipositas) te onderscheiden in: - Puberteitsvetzucht kan ontstaan tengevolge van een nog niet bereikt hormonaal evenwicht, waardoor de onderhuidse vetaanzetting te overvloedig is in verhouding tot de lichamelijke ontwikkeling. Hierbij gaat het om een weliswaar onschadelijke, maar voor jonge meisjes vooral kosmetisch storende dikte. Meestal verdwijnt de dikte onder een normale leefwijze vanzelf weer, doordat het hormonale systeem zich zelfstandig reguleert. Ook in deze gevallen moet tegen maatregelen om tot een gewichtsreductie te komen zonder medische raadpleging gewaarschuwd worden. De beïnvloeding op een zich regulerende hormoonhuishouding is althans door de leek niet te bepalen. - Hypofysaire vetzucht kan onder meer veroorzaakt worden door gezwellen en door functionele stoornissen van het hersenaanhang174


sel, waardoor afwijkingen in de hormoonproduktie van schildklier en bijnieren kunnen optreden. Dit soort oorzaken kan zich voordoen als een algehele vetzucht, maar ook als een extreme vetzucht aan romp, hals en gezicht. Wanneer de vetzucht zich op de heupen in de vorm van een rijbroek voordoet, gepaard gaande met een smal gezicht en weinig borstvolume, wordt deze aandoening in Duitsland aangeduid als ’Reithosentype’. - De myxoedemateuze vetzucht moet worden toegeschreven aan een te trage schildklierfunctie (zie deel 1 onder ’schildklier’). 2 Exogene dikte: De oorzaken van exogene dikte moeten gezocht worden in een verstoord evenwicht tussen de hoeveelheid en de soort voeding enerzijds en te weinig energie (verbruik) door te geringe lichaamsbeweging anderzijds. Bij een overgewicht binnen de grens van 10 tot 12 kg. zijn er meestal geen, voor de gezondheid nadelige, gevolgen te vrezen. Een overschrijding daarvan kan niet alleen schadelijk zijn, maar is ook uit cosmetisch oogpunt nadelig. Of men na medische goedkeuring met de toegepaste cosmetische (kuur)behandelingen resultaat zal boeken, hangt mede af van het feit of de dikte primair gebaseerd is op teveel vetweefsel, of op teveel vochtretentie. Indien het laatste het geval is (vochtretentie dus), kan men van de cosmetische behandelingen meer succes verwachten dan wanneer de overmatige dikte door een te dikke vetlaag, wordt veroorzaakt. Om vooraf te kunnen bepalen of het primair gaat om teveel vetweefsel of om teveel vochtretentie kan men gebruik maken van de volgende vragenlijst. Vragenlijst in verband met overgewicht door: a. primair teveel vetaanzetting b. primair teveel vochtretentie 1. Waar doet de vetaanzetting zich vnl. voor? a. op de romp b. op de heupen 2. Waardoor is de gewichtstoename ontstaan? a. niet door puberteit, niet door zwangerschap, niet door overgang b. wel door puberteit, wel door zwangerschap, wel door overgang

175


3. Is de huidskleur a. gezond, rose b. meestal bleekjes, wit 4. Zijn er symptomen van circulatiestoornissen? a. nee b. ja, winterhanden, wintervoeten, ’kachelbenen’ 5. Is de eetlust a. goed b. niet goed, weinig eetlust (een dieet van groente en fruit geeft geen gewichtsvermindering) 6. Is de menstruatie a. normaal voor de leeftijd b. niet normaal, onregelmatig 7. Beinvloeden emoties de neiging tot: a. vermagering b. dikker worden 8. Is het effect van enige dagen bedrust: a. dikker makend b. minder dik makend 9. Is het effect van een sauna door transpiratie: a. gering effect b. gewichtsverminderingz 10. Hoe is het effect van massage? a. weinig effect b. gunstig effect Als hoofdzakelijk de B vragen gekozen worden, gaat het bij het overgewicht vooral om vochtretentie.

176


Vochtretentie: Er zijn verschillende soorten vochtretentie bijvoorbeeld door: a. gestoorde orgaanfuncties (bijvoorbeeld van hart, longen, nieren e.a.); b. het innemen van bepaalde medicijnen; c. het tijdelijk achterblijven van weefselvocht veroorzaakt door vermoeidheid bij een verminderde bloed en lymfecirculatie; d. een meer of minder sterke hydrofiele eigenschap van de vetcellen. (c en d komen bij overigens gezonde mensen voor). Onnodig te zeggen dat alleen de groep vrouwen tot c en d behorend voor cosmetische behandeling en adviezen in aanmerking komt. - Vocht is nodig als oplosmiddel transportmiddel belangrijk onderdeel van het celprotoplasma factor voor de celspanning. Er vindt een dagelijks vochtverlies plaats door: urine, zweet, uitademinglucht en defecatie (ontlasting). - Veroudering is gebaseerd op coagulatie en dehydratatie van het celvocht. - Vocht in de cellen is gunstig (solvorm van het protoplasma) - Vocht buiten de cellen is ongunstig (oedeem). - Bij overmatige vochtretentie (zonder ziekelijke achtergronden) kan de uitscheiding van vocht bevorderd worden door een drinkkuur van kalium houdende waters zoals bijvoorbeeld Spa en Vittel. Het is aan te raden om na elk toiletbezoek een glas te drinken. Het is dan mogelijk met het drinken van één liter water, twee liter vocht af te voeren. Vijf à zes maal per dag urineren is normaal. Door nervositeit en te weinig tijd wordt vaak te weinig geürineerd. Om tot een verhoogde vochtuitscheiding te komen, kan men de cliënt helpen tot een bepaalde frequentie te komen door te adviseren om de twee uur naar het toilet te gaan (behoefte of niet) zo nodig ook ’s nachts (door het zetten van de wekker). Teveel zoet (koolhydraten) bevordert de vochtretentie (dit kan bovendien op de duur leiden tot een tekort aan vitamine B1 en kalk). Teveel zout prikkelt de weefsels ook tot het vasthouden van vocht. Dus bij overgewicht en panniculose tuinkruiden adviseren in plaats van teveel zout. Zoutloos eten mag uiteraard niet worden geadviseerd, omdat een bepaalde verhouding van natrium tegenover kalium nodig is voor de bloeddruk. Bedenk dat koolzuurhoudende frisdranken ook tot vochtretentie aanleiding geven. Natuurlijke vruchtensappen en groentesappen, evenals yoghurt en karnemelk, voegen wel vocht toe, maar werken anderzijds vochtafdrijvend. 177


Richtlijnen voor een cosmetisch verantwoorde gewichtsreductie: 1. De arts moet de oorzaak vaststellen van het overgewicht en goedkeuring geven voordat met cosmetische behandelingen en adviezen begonnen kan worden. 2. De schoonheidsspecialist moet zijn/haar cliënt duidelijk maken dat alleen met een consequente doorvoering van op de gewichtsreductie gerichte leefregels het doel kan worden bereikt (gezond eten en gezond bewegen). 3. De cliënt moet bereid zijn doelgerichte cosmetische behandelingen in een kuur te ondergaan. 4. Inname van vermageringspillen, thee en/of andere middelen, volgens eigen keuze van de cliënt (of aanbevolen door een vriendin!) moet worden afgeraden. Deze kunnen veel kwaad doen aan het lichaam. 5. Een te radicale aanpak om het gestelde doel te bereiken moet vermeden worden. Een verval van krachten, vermoeidheidsgevoelens, een minder vitaal aanzien en een verslapping van de huid kunnen tot de gevolgen behoren. Bij het geven van cosmetische adviezen met betrekking tot de voeding, moet de schoonheidsspecialist zich te realiseren dat zij/hij geen diëten mag voorschrijven (afbakening van het eigen werkterrein). De adviezen moeten beperkt worden tot wat algemene richtlijnen over gezonde voeding Om in het belang van de cliënt met gezamenlijke inspanning een zo goed mogelijk resultaat te bereiken kan men samenwerking met een diëtist zoeken. De voeding met betrekking tot overgewicht Hiervoor gelden de volgende algemene regels: 1. Gewichtsvermindering wordt alleen bereikt door caloriebesparing. (één kilo gewichtsafname komt overeen met 6000 kcal). Een caloriearme voeding moet voldoende vitaminen en mineralen bevatten. 2. Eiwitten zijn noodzakelijke bouwstoffen voor de cellen, ze dienen ook als bouwstenen voor enzymen, hormonen en antilichamen, bovendien bevorderen ze de verbranding van overtollig vet. Voldoende inname van eiwitten is dus noodzakelijk, ook bij overgewicht. 3. De dagelijkse inname van vetten (inclusief de verborgen vetten) moet 60 gram bedragen. Vetten die onverzadigde of meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten, zijn in een voeding om gewichtsreductie te bereiken van groot belang, omdat ze belangrijke zuurstofoverbrengers bevatten zoals vit. A, D, E en F. 178


Ze verbranden sneller en geven derhalve minder aanleiding tot vetaanzetting dan vetten met verzadigde vetzuren. Deze moeten zoveel mogelijk uit dit voedingsregime worden geweerd. 4. Tussentijds snoepen wordt afgeraden, zoetigheden van allerlei aard hebben een relatief hoge caloriewaarde. In plaats van frisdranken en koolzuurhoudende dranken moeten natuurlijke vruchten- en groentesappen worden geconsumeerd zonder bijvoegingen. 5. Natriumhoudende verbindingen (keukenzout) prikkelen tot vochtretentie, dus zuinig met zout! Maar niet zoutarm. Kaliumhoudende voedingsmiddelen en dranken bevorderen de vochtuitscheiding (rauwkost, asperges, druiven, bieslook, peterselie, tomaten, groene sla; Spa en Vittel, zijn kaliumhoudende tafeldranken. Vrouwen (normaal gewicht) lichaamsbouw tenger gemiddeld cm kg kg 148 47,7 51,0 152 49,7 53,1 155 51,5 54,9 157 52,5 56,0 158 53,1 56,7 160 54,3 57,9 162 55,6 59,3 165 57,3 61,3 167 57,6 63,1 170 60,9 65,4 171 61,8 66,2 172 62,5 67,0 173 63,3 67,9 174 64,1 68,6 175 65,0 69,4 176 65,8 70,2 177 66,7 71,0 178 67,5 71,7 180 69,1 73,4 183 71,5 75,7

fors kg 56,0 58,2 60,0 61,0 62,3 62,9 64,2 66,6 68,1 70,5 71,2 72,0 72,8 73,6 74,4 75,2 76,1 77,0 78,8 81,5

Het ideale gewicht is het normale gewicht min 10%.

179


Cosmetische (kuur)behandelingen in het kader van gewichtscorrectie Deze behandelingen moeten gericht zijn op: a. stimulering van de bloed/lymfecirculatie door: manuele massage, apparatieve massage, infrarode bestraling elektrokinesie; b. activering van de vetstofwisseling door: doelgerichte werkstoffen in de massagepreparaten en door middel van iontoforese ingebracht; c. vochtonttrekking resp. ontslakking door: bijvoorbeeld sauna en paraffinepakkingen warmte-ontwikkelende pakkingen. Opmerking: Vele cosmetische instituten beschikken tegenwoordig over een sauna. Met nadruk moet gesteld worden, dat voor de sauna ook contra-indicaties bestaan. Om zeker te zijn, dat de cliënt die niet heeft, kan hij/ zij zijn/haar huisarts raadplegen. Het ondergaan van een sauna voor gezonde mensen moet in de eerste plaats gezien worden als een ideaal middel om de bloedlymfecirculatie aan te zetten, de stofwisseling te bevorderen, als een hardingsmiddel om kouvatten te voorkomen en om de zweetuitscheiding te vermeerderen. Daarbij moet de ontslakkende werking van de sauna gesteld te worden boven het vochtverlies, dat geeft slechts een tijdelijke gewichtsafname. Het risico van versneld vochtverlies en uitdroging van de huid moet echter ook vermeld worden. Afslankapparatuur Afgezien van een mogelijk afslankende werking van vibratiemassages, zijn er apparaten in de handel, die daar speciaal op gericht zijn. De ’reduceerapparaten’, die onder verschillende handelsnamen in omloop zijn, werken voornamelijk door het opwekken van spieractiviteiten. Bandmassageapparaten bestaan uit twee acentrisch draaiende knoppen, waartussen een brede band is gespannen. Die worden aangelegd om het lichaamsdeel dat vermagering nodig heeft, meestal de heupen, en zet de band in beweging, die dan een heftig schudden van dat lichaamsdeel bewerkstelligt. Deze ritmische beweging kan dan tot vetafbraak leiden. Een gevaar van deze apparaten is, dat ze door de krachtige schudbeweging beschadigingen aan de lever en de nieren kunnen veroorzaken, zodat enige voorzichtigheid, bijvoorbeeld niet te lang achter elkaar gebruiken, geboden is. Drainageapparatuur Drainageapparatuur is erop gericht vochtophopingen af te voeren. Daarvoor bestaan een aantal apparaten, die echter de manuele lymfedrainage niet kunnen vervangen. 180


Ten eerste is er de ’kous’, die over het te behandelen been wordt ge schoven, waarna zich daarin een drukimpuls manifesteert, die zich van beneden naar boven beweegt. Ook bestaan er apparaten, die een ’kunstmatige’ lymfedrainage uitvoeren door prikkeling van bepaalde spieren en activering van de lymfecentra. Bewegingsapparatuur In principe zijn de mogelijkheden daarbij onbegrensd. Het kan een klein apparaat zijn, dat een been of arm met een bepaald ritme buigt en strekt. Het kan ook een heel bed zijn, waarvan allerlei delen kunnen bewegen, zodat zowel de armen en benen, als de hals, de rug en de buik kunnen worden bediend. Daartussen liggen vele mogelijkheden, als apparaten ter versterking van de borstspieren, de buikspieren, de benen, de nek, de hals enzovoort. Veel van die apparaten werken op elektriciteit, zijn voorzien van allerlei motoren en hebben een heel schakelbord aan knoppen, waarmee die bediend kunnen worden. De eenvoudiger apparaten werken op handbediening, ofwel van de cliënt zelf, ofwel door de handen van iemand anders. Dergelijke behandelingen dienen als kuurbehandeling te worden gezien. Eénmalige behandelingen zijn zinloos. Voor een goede training van de spieren dient een opbouwschema te worden opgesteld, dat consequent wordt gevolgd. Wat moet je weten 1. Wat zijn de oorzaken van overgewicht? 2. Wat is exogene dikte? 3. Wat is endogene dikte? 4. Wat is vochtretentie? 5. Waarop berust de werking van drainage-apparatuur?

181


Meerkeuzevragen 55. Wat is een bouwstof? a. Eiwit. b. Koolhydraat. c. Vitamine. 56. Wat wordt geadviseerd bij overgewicht? a. Minder bewegen. b. Meer water drinken. c. Voldoende koolhydraten opnemen. 57. De werking van de sauna is gebaseerd op: a. Vochtverlies. b. Ontslakking. c. Transpiratie.

182


183


184


185


186


In dit laatste deel komt de kunst van adviseren en verkopen aan de orde. Om het juiste product te kunnen adviseren, moet je niet alleen de conditie van de huid kunnen herkennen. Ook moet je weten welke werkstoffen je kunt toepassen om het gewenste doel te bereiken. Niet alleen kennis is belangrijk bij advies en verkoop, maar vooral het vinden van de juiste ‘toon’ in het gesprek. De Fransen hebben er een spreekwoord voor: ‘Cést le ton qui fait la musique’, het is de toon die de muziek maakt. Om dat te begrijpen moet je eerst leren op de juiste manier te communiceren.

Hoofdstuk 1, de kunst van communiceren Communiceren betekent letterlijk mededelen. Iets met iemand delen, in verbinding staan met iemand. Communiceren vraagt om communicatieve vaardigheden, zoals verbale en non-verbale communicatie, actief luisteren, de juiste vragen stellen, een respectvolle houding en de privacy van de cliënt waarborgen. Het is te omschrijven als het zenden van een boodschap naar één of meer ontavangers. De zender communiceert met de ontvanger via een communicatiekanaal. Dat communicatiekanaal kan een mondeling contact zijn, bijvoorbeeld een telefonisch gesprek of een face to face gesprek, of een schriftelijk contact brief, fax of e-mail. Er is bij communicatie altijd tweerichtingsverkeer. Soms komt een boodschap door storende factoren niet goed door. Die storingen noemen we ruis. Omdat ruis een belangrijke oorzaak is van slechte communicatie is het belangrijk om te weten wat hiermee bedoeld wordt. Er zijn twee soorten ruis: 1. externe ruis, dit zijn allerlei storingen die van buitenaf komen en zonder opzet hinderlijk zijn, bijvoorbeeld lawaai, temperatuur of een slecht gekozen tijdstip voor een gesprek. 2. interne ruis, dit zijn altijd storingen die bij jou als schoonheids­ specialist of bij de cliënt van binnenuit komen, zoals pijn, zorgen, verdriet of ziekte. Feedback Er is altijd een reactie van de ontvanger naar de zender. Dit noemen we feedback. Feedback speelt een belangrijke rol in het communicatieproces. Door feedback kun je bepalen of je boodschap goed is overgekomen bij de cliënt. Het moedigt je ook aan om je boodschap eventueel te verduidelijken of aan te vullen. 187


Verbale- en nonverbale communicatie Verbale communicatie is wat je zegt, communicatie door taal. Maar er is ook communicatie mogelijk zonder dat er iets gezegd wordt. Dat noemen we non-verbale communicatie, het gaat om wat je doet. Hierbij kun je denken aan lichaamshouding, oogcontact, gezichtsuitdrukking, gebaren, kleding en aanraking. Als je je communicatieve vaardigheden wilt verbeteren, is het goed dat je je bewust bent dat non verbaal gedrag je kan helpen om doelgerichter te communiceren. Actief luisteren Luisteren is een krachtige manier van communiceren. Als een cliënt iets tegen je zegt bestaat de boodschap altijd uit twee delen: feiten, of inhoud, en emotie, of gevoel. Door actief te luisteren ontvang je de boodschap met zorg. Controleer of je de boodschap goed hebt begrepen. Hiervoor kun je de volgende vaardigheden gebruiken. - Je kunt een opening geven: dat doe je non-verbaal door met je hoofd te knikken dat je de cliënt volgt. Glimlach bij een prettige boodschap en kijk zorgelijk bij een akelige. - Je kunt de boodschap herhalen: je zegt het belangrijkste woord of zin van de cliënt na om een duidelijker beeld te krijgen. - Je kunt dieper graven: door open vragen te stellen die beginnen met: wat… hoe… enzovoort. - Je kunt checken: als het onderwerp onduidelijk wordt, vraag je op onderzoekende toon naar het onderwerp. - Je kunt reflecteren: controleer of je waarneming van de emotie van de cliënt klopt. Dat klinkt als… klopt dat? - Je kunt parafraseren: daarmee formuleer je de kern van de boodschap opnieuw in eigen woorden. Fouten die vaak gemaakt worden zijn: - Een ongeïnteresseerde luisterhouding tonen, door bijvoorbeeld onderuitgezakt te zitten. - De cliënt niet laten uitspreken en zeggen dat je al snapt wat de klant bedoelt. - Naar aanleiding van het verhaal van de klant direct je eigen verhaal vertellen. - Met je gedachten ergens anders zijn en dus niet goed opletten. - Te snel reageren, omdat je denkt de situatie te herkennen en daarna meteen met een oplossing te komen.

188


Door te oefenen met bovenstaande vaardigheden en te proberen de fouten te vermijden leer je vanzelf wat het effect is op mensen. Assertief spreken Assertief spreken is de meest effectieve manier van benadering. De boodschap wordt gebracht op een positieve, directe en zelfverzekerde manier. Waarbij je respect toont voor degene met wie je het gesprek voert. Assertief zijn betekent voor jezelf opkomen en niet de ander van je af te slaan. Het gaat niet allen om wat je zegt, maar vooral om hoe je het zegt. Hiervoor kun je de volgende vaardigheden gebruiken. - Je kijkt de klant geregeld aan: je ogen geven een boodschap meer betekenis en je ziet of de cliënt gelooft wat je zegt. Bij goed oogcontact kijk je de klant oprecht aan. - Je lichaam ondersteunt wat je zegt: gebruik je lichaam en gezicht zodat je zelfverzekerd en ontspannen overkomt. - Je laat je stem horen: spreek luid en duidelijk en stem je volume af op de situatie. - Je houdt een goed spreektempo aan: praat niet te snel zodat je woorden duidelijk overkomen. - Je formuleert je zinnen positief: - maak een slechte boodschap niet mooier dan hij is: het maakt hem minder oprecht. - Leg de nadruk op wat je kunt doen: niet op wat je niet kunt doen. - Laat de boodschap kort en aardig klinken: wees direct en zo eerlijk mogelijk Experimenteer maar eens in de praktijk met deze richtlijnen. Probeer maar eens uit wat het effect is. De juiste vragen stellen Om een goed gesprek te kunnen voeren is het belangrijk dat je de juiste vragen stelt. Zo kun je je werk beter doen. Er zijn verschillende soorten vragen met verschillende functies. - Open vragen: dat zijn vragen die beginnen met: wat, waarom, hoe enzovoort. Open vragen zijn vragen die uitnodigen om zo uitgebreid mogelijk beantwoord te worden. Je stelt deze vragen omdat je meer informatie wilt hebben. - Gesloten vragen: dat zijn vragen die altijd ja of nee als antwoord krijgen. Met deze vragen blijft het initiatief aan jouw kant. - Keuzevragen: hierdoor laat je de cliënt kiezen uit een aantal mogelijke antwoorden. Bijvoorbeeld: vind u deze kleur mooier of die? 189


- Reflectieve vragen: met deze vragen controleer je veronderstellingen. Je vraagt bijvoorbeeld: U bent dus wel tevreden met dit product? Algemene criteria voor goede vragen: - zorg dat je vragen aansluiten bij wat de klant zegt; - pas het taalgebruik aan de klant aan; - stel altijd een vraag tegelijk; - geef de cliënt genoeg tijd om je vraag te beantwoorden; - vraag om uitleg als je de vraag niet begrijpt; - geef minimale reacties als de cliënt aan het woord is; - stel niet teveel vragen. Gesprekken voeren Als schoonheidsspecialist zul je verschillende gesprekken moet voeren met cliënten. Voor alle gesprekken geldt dat je niet meteen van wal steekt. Je neemt de tijd om een rustige sfeer te scheppen. Soms zijn klanten wat gespannen. Denk ook na over een passende openingsvraag. - Behandelingsgesprek: dit is een gesprek dat je voert tijdens de behandeling en waarin je de cliënt informeert over je werkwijze. - Adviesgesprek: hierin geef je de klant adviezen over huidproblemen, huidverzorgingmethoden of producten en materialen. - Probleemoplossend gesprek: dat voer je bijvoorbeeld met een cliënt die ontevreden is. Luister actief, verhelder het probleem en zoek samen een oplossing. - Slecht-nieuwsgesprek: dat is een gesprek dat je voert met een onaangename boodschap. Meestal is de informatie niet zo gemakkelijk om over te brengen. Dit gesprek kun je het beste in drie stappen voeren: 1. H et slechte nieuws meedelen: na een korte inleiding vertel je het meteen. Hoe langer het duurt, des te moeilijker wordt het. 2. De reactie opvangen: blijf rustig, probeer je in te leven in de gevoelens van de klant en laat blijken dat je meevoelt. Doe vooral niet het volgende: - uitleggen waarom - zeggen dat het ook nog erger had gekund - vertellen dat je zelf ook… - ongevraagd oplossingen aanbieden - stiltes opvullen met praatjes 3. P robeer mee te denken hoe het nu verder moet, maar alleen als de cliënt daar behoefte aan heeft. 190


- Verkoopgesprek: dit is een gesprek om den product of een dienst te verkopen. In het volgende hoofdstuk gaan we hier verder op in. Verkopen De moderne schoonheidsspecialist is ook verkoper. Zonder verkoop kan de salon niet draaien en kun je geen service verlenen naar de klant. Als de professionele behandelingen in de salon niet ondersteund worden door de thuisverzorging door de cliënt hebben de behandelingen veel minder rendement. Dan zijn er geen resultaten te verwachten. Dat is slecht voor de klant en voor de schoonheids­ specialist. Bovendien kan er niet lucratief gewerkt worden als er niet een redelijke omzet in cosmetica is. Vele gevestigde schoonheidsspecialisten verwaarlozen deze sector van hun bedrijf, omdat ze bang zijn als opdringerig over te komen. De kunst van het verkopen is om het meest geschikte voor de koopster uit te zoeken. De ideale verkoopster verplaatst zich in de situatie van de cliënt. In duidelijke woorden zal hij/zij uitleggen waarom ze bepaalde producten het beste voor hem/haar vindt. De grote vakkennis onderscheidt de schoonheidsspecialist van bijvoorbeeld de supermarkt of warenhuis. De voordelen voor de klant zijn onder andere: a. het vakkundige advies na een huidanalyse b. de persoonlijke aandacht c. de individueel gerichte producten d. bekendheid met de samenstelling van de producten e. mogelijkheid tot uitproberen door testexemplaren f. beter resultaat doordat het geadviseerde product is afgestemd op de cosmetische behandeling, die de cliënt heeft (of zal) ondergaan. Bij een verkoopgesprek moet je oppassen om niet gedachteloos of in geijkte termen te spreken. Als de cliënt vraagt: ’Welke van deze drie potten crème zal ik nemen, die van € 56,50, die van € 59,50 of die van € 66,-’ en de verkoper antwoordt: ’die van € 56,50 is goed, die van € 59,50 ook en die van € 66,- is beter, omdat die meer kost’, dan is dat een slecht verkoopargument. Er zijn andere woorden dan goed en beter om de kwaliteit van een crème aan te prijzen. Tijdens een verkoopgesprek is het ook ontoelaatbaar om van modekreten (die vaak te pas en te onpas gebruikt worden) gebruik te maken. Bij het behulpzaam zijn in de keuze van bijvoorbeeld een fles parfum, is het verstandig om hem/ haar uit verschillende soorten te laten kiezen (nooit meer dan drie, want dat bemoeilijkt het bepalen van de keuze). Van elke soort moet u een vakkundige toelichting kunnen geven. 191


Als een cliënt in een warenhuis aan de verkoper een mild stuk zeep vraagt en de verkoper wijst er (uit een bak met een grote sortering) één aan met de mededeling: ’dit is een overvette, milde zeep en zuinig in gebruik’, dan is daar niets op aan te merken. Als echter dezelfde vraag door een cliënt aan een verkoper wordt gesteld, die ook een vakbekwaam schoonheidsspecialist is, dan zal hij/zij (nadat hij/ zij bijvoorbeeld ongemerkt een droge, schilferige huid bij de cliënt heeft gezien) vragen, of deze zeep voor eigen gebruik is. Als ze hierop een bevestigend antwoord krijgt, zal de schoonheidsspecialist uitleggen wat reiniging met zeep voor effect heeft op de huid. En zal hij/ zij een andere methode aanraden en demonstreren. Eventueel kan de klant enkele testexemplaren meekrijgen om uit te proberen. Voor deze klant wordt dat waarschijnlijk een hydrofiele olie. Waarom zou dat zijn? Het verkoopgesprek Om je kansen op een goed verlopend verkoopgesprek te verhogen doorloop je de volgende stappen: - Voorbereiding. Verdiep je in de situatie van de cliënt en stel vast welk product je haar wilt verkopen. Het spreekt vanzelf dat dit een product is waar de klant daadwerkelijk baat bij heeft. Elke klant heeft een andere huid, met andere problemen, dus elke klant heeft andere behoeften. - Wat wil je bereiken? Bepaal wat je wilt bereiken en hoe je dat wilt doen. Zoek uit wat de cliënt wil en nodig heeft. Onderzoek de behoefte van de klant door het stellen van de juiste vragen en goed te luisteren. Selecteer geschikte producten en stel gerichte argumenten op. Bedenk waarom het product met name voor het probleem van deze klant geschikt is. Hierdoor wek je vertrouwen. - Opening. Met de opening bepaal je of de verkoop een succes wordt of niet. Zorg voor een prikkelende openingsvraag. Ga tijdens het gesprek niet tegenover de cliënt, maar naast haar staan, dan heeft hij/zij het gevoel dat je met hem/haar meedenkt. - Presenteren. Door klantgericht te presenteren zet je de interesse van de cliënt om in koop van het product. Presenteer je argumenten en demonstreer hoe het product moet worden gebruikt. Geef verschillen aan tussen producten en zet voor- en nadelen op een rij. Geef een duidelijk advies waarom juist dit product zo geschikt is. Bezwaren overwinnen. Schrik niet terug voor eventuele bezwaren van de klant. Deze maken je duidelijk wat je nog meer kunt doen om het product daadwerkelijk te verkopen. Zet bezwaren om in argumenten (het is niet goedkoop, maar…. het gaat heel lang mee 192


en daar bent u zeer mee geholpen). Leg altijd de relatie tussen het product, prijs en kwaliteit. - Afronden. Het is belangrijk om het gesprek prettig af te ronden. Na de koop reken je af en zeg dat je hoopt dat hij/zij er veel plezier van zal hebben. - Nazorg. Bij een volgende behandeling informeer je hoe het product bevalt. Zo laat je je oprechte interesse blijken. Adviezen: - Verkoop zoals je zelf geholpen zou willen worden. - Praat zelf niet te lang. - Doe moeite voor de klant. Omgaan met verschillende soorten cliënten: - de agressieve; vriendelijk zijn; - de zwijgzame; vragen stellen; - de vriendelijke; eigen koers varen; - de twijfelachtige; helpen, adviseren, proefjes meegeven; - de resolute; bepaal je tot zijn/haar wensen, wees zeer kort en krachtig; - de eigenwijze; gerichte vragen stellen; - de lastige; vriendelijk en geduldig blijven; - de ongeduldige; vlug en accuraat zijn.

193


Hoofdstuk 2, cosmetische producten Om in staat te zijn de juiste producten te adviseren, moet je op de hoogte zijn van de verschillende stoffen waaruit de producten zijn opgebouwd. En vooral wat ze kunnen doen voor de verschillende huidproblemen. Mengsels Veel cosmetische preparaten zijn mengsels, die in meerdere of mindere mate een geheel vormen. Zo’n geheel kan bereikt worden zonder hulpmiddelen, de ware oplossingen en de mengsels. Soms zijn er hulpmiddelen nodig om het mengsel in stand te houden, dat zijn emulgatoren. De mengsels kunnen worden onderverdeeld in: - oplossingen; - suspensies; - colloïden/oplossingen; - emulsies; - watervrije mengsels. Oplossingen Oplossingen bestaan uit meerdere stoffen die moleculair fijn met elkaar vermengd zijn. De bestanddelen zijn niet meer afzonderlijk herkenbaar. Zij kunnen volledig door een dierlijk membraan heengaan. Meestal bestaat zo’n mengsel uit een oplossing van enkele stoffen in een vloeistof, meestal water, of een water/alcoholmengsel. De meeste stoffen kunnen voor een bepaald gedeelte opgelost worden. Als niet alle oplosbare stof is opgenomen, spreekt men van een onverzadigde oplossing, als wel alle oplosbare stof is opgenomen, spreekt men van een verzadigde oplossing. Keukenzout is niet goed oplosbaar, suiker wel. Een verzadigde keukenzoutoplossing bevat dus maar weinig keukenzout, maar een verzadigde suikeroplossing bevat heel veel suiker. Voorbeeld van mengsels zijn de gezichtslotions, die gebruikt worden als na reinigers na een reiniging of als opfrisser na het werk. Zij bestaan uit een waterige oplossing van bepaalde mineralen, meestal aluminiumverbindingen, en wateroplosbare etherische oliën, waaraan een meestal laag percentage alcohol is toegevoegd. Vroeger was dat percentage hoger, maar omdat alcohol de huid kan uitdrogen wordt dat tegenwoordig vrij laag gehouden. Disperse oplossingen Mengsels, die in stand blijven, anders dan door moleculaire oplossing 194


van de bestanddelen, noemt men disperse oplossingen. Deze verliezen altijd na een bepaalde periode hun samenhang. Voorbeelden zijn een vaste stof in gas (rook) en vloeistof in een gas (mist, stoom), een gas in een vaste stof of een vloeistof (schuim). Een mengsel van een vaste stof in een vloeistof noemt men een suspensie en een mengsel van twee verschillende vloeistoffen een emulsie. Suspensies Voorbeelden van vloeibare suspensies zijn de schudmengsels en de pasta’s. Een schudmengsel zakt heel gemakkelijk uit en dient voor gebruik stevig geschud te worden, om de vaste bestanddelen zo goed mogelijk door de vloeistof te verdelen. Voorbeelden zijn kalkwater en zinkolie. Pasta’s bevatten zoveel vaste stof, dat de suspensie langere tijd in stand blijft. Tandpasta is hiervan een voorbeeld. Een bijzondere vorm van suspensies zijn de ’solen’ en de ’gels’. In solen zijn de vaste deeltjes dermate fijn verdeeld in de draagstof, dat die blijven zweven. Er bestaan drie soorten solen, een vaste stof in een gas (aerosolen), een vaste stof in een vloeistof (hydrosolen) en een vaste stof in een andere vaste stof (pyrosolen). Bij een gel is door de vaste stof en de vloeistof een moleculairstructuur gevormd, waarin de één in de ander is ’opgesloten’. Dat noemt men een ’aggregaat’. Gelatine en haargel zijn daar voorbeelden van. Het ’binden’ van sauzen is ook gelvorming. Colloïden Veel mengsels kunnen alleen in stand blijven als er een emulgator aan is toegevoegd. Dergelijke mengsels bestaan meestal uit twee vloeistoffen en worden daarom tot de emulsies gerekend. De deeltjes worden als het ware aan elkaar ’gelijmd’ en heten daarom ’colloïdale’ oplossingen of colloïden (lijm in het Latijn is collo). Het gaat hier om twee vloeistoffen, die onder gewone omstandigheden niet met elkaar mengbaar zijn, zoals water en olie. Met behulp van een emulgator lukt dat wel. Wordt olie met water vermengd, dan spreekt men van een olie-in-wateremulsie (o/w emulsie), wordt water met olie vermengd dan spreekt men van een water in olie-emulsie (w/o emulsie). Melk is een voorbeeld van een o/w emulsie, mayonaise is een voorbeeld van een o/w emulsie. De laatste vorm is ’lijviger’ dan de eerste vorm. Emulgatoren Emulgatoren zijn er in allerlei vormen. De meeste zijn synthetisch. De natuurlijke emulgatoren zijn lanettenwas, bereid uit lanoline, en 195


lecithine. Beide moleculen hebben zowel een vetcomponent (lipofiele zijde) als een watercomponent (hydrofiele zijde), waardoor ze als ’koppelstof ’ kunnen werken. De synthetische emulgatoren behoren in de meeste gevallen tot de detergenten, dat zijn vrij ingewikkelde organische zouten, met een duidelijk hydrofiele kant en een even duidelijke lipofiele kant. Watervrije mengsels Een mengsel behoeft geen water te bevatten. Er zijn ook talloze watervrije mengsels. Mengsels van diverse oliën, bijvoorbeeld die als doelgerichte massageproducten worden gebruikt, en mengels van een vaste stof in olie, waardoor een crème ontstaat, die bijvoorbeeld als cosmetische of farmaceutische drager van werkstoffen wordt toegepast. Hiervoor hebben de zogenaamde ’hydrofiele’ crèmes de voorkeur. Als die in contact komen met vocht kunnen de bestanddelen weer wel worden opgenomen. Watervrije mengsels dringen slecht in de huid door en worden daarom als bescherming gebruikt, of voor het afnemen van schmink of een zware make-up. Mengsels worden onderscheiden in zuivere en onzuivere mengsels. Een onzuiver mengsel ontstaat, als bijvoorbeeld een zuiver poedermengsel wordt gemengd met een gel of een emulsie en wordt samengeperst (compactpowder). Grondstoffen in cosmetische producten 1. Plantaardige oliën, vetten en wassen • Amandelolie. Uit de vrucht van de zoete amandel geperste olie, die rijk is aan vitamine A, een groot deel van het vitamine B complex en veel mineralen bevat, als kalium, calcium, magnesium, natrium, zwavel, chloor en ijzer. De olie bevat veel proteïnen en koolhydraten. Amandelolie werkt verzachtend op de huid en is bijzonder geschikt voor een vochtarme, rimpelige en gevoelige huid, bij wieg­eczeem en bij ruwe huid en kloven. Amandelolie kan sensibiliserend werken bij zonbestraling. • Avocado-olie. De door persing uit de pulp en de bladeren van de avocadoboom verkregen olie is rijk aan onverzadigde vetzuren, vitamine D, E en K, enkele componenten van het vitamine B complex, lecithine en fytohormonen. Deze olie is geschikt voor alle huidtypen, en werkt versterkend, revitaliserend en evenwichtherstellend. Avocado-olie heeft een licht antibiotische werking. Avocado-olie kan bij een heel jonge huid ontstekingen en eczeem veroorzaken. 196


• Cacaoboter. Deze uit cacaobonen geperste olie stolt tussen de 25 en 30ºC en is bij kamertemperatuur vast. De olie bestaat uit triglyceriden van diverse vetzuren, als palmitinezuur (25%), stearinezuur (30%), oliezuur (35%) en linolzuur (5%). De rest zijn esters van andere vetzuren. De olie wordt in de cosmetiek gebruikt voor de vervaardiging van preparaten tegen een gevoelige en schrale huid (pasta’s, poeders, schminken), en in vochthoudende preparaten tegen een gevoelige huid (lipsticks en poeders). Technisch wordt de olie gebruikt bij het verkrijgen van kostbare bloesemoliën. • Calendula-olie. Deze uit de bloembladeren en kroonbladeren van de goudsbloem verkregen olie bevat veel carotenoïden, bitterstoffen, saponinen, flavoniden, glycosiden en harsen. De olie werkt verzachtend, wond helend, antiseptisch en ontstekingwerend. De zuurgraad wordt erdoor gereguleerd en de verhoorning wordt erdoor hersteld. Een goede olie bij behandeling van littekens, wondjes, huidaandoeningen (acne) en huidirritaties. De zuivere calendulaolie is slecht houdbaar; daarom bestaat de handelsolie uit 10% zuivere calendulaolie in sojaolie (men noemt dit een ’maceraat’). • Jojoba-olie. Deze uit de vrouwelijke vruchten van een cactussoort geperste was (geen olie in de scheikundige zin van het woord) komt nauw overeen met het menselijk huidvet en kan nooit ranzig worden. De was werkt verzachtend en hydraterend, regelt het vochtgehalte en de afgifte van talg. De ideale werkstof bij een vochtarme of vette huid. Gevaarlijk bij inwendig gebruik. • Kokosolie of kokosvet. De uit het vruchtvlees van de kokosnoot geperste olie is pas boven 28ºC echt vloeibaar, reden om ook wel van kokosvet te spreken. De olie is niet vergelijkbaar met de plantaardige oliën voor huidverzorging, omdat er bijna alleen volledig verzadigde vetten in voorkomen. In de kosmetiek wordt de olie gebruikt voor de bereiding van zepen en in preparaten (shampoos enzovoort) tegen droog haar. Kokosolie of kokosvet kan snel irriterend werken. • Maiskiemolie. Uit de kiemen van de maiskorrels verkregen olie met een hoog gehalte aan onverzadigde vetten en veel mineralen waaronder zink, mangaan, koper en fosfor. De olie bevat veel vitaminen uit het vitamine B complex en provitamine A. Qua werking komt maiskiemolie overeen met avocado-olie en tarwekiemolie, en werkt verzachtend en herstellend. Door de enigszins drogende werking 197


kan maiskiemolie vuil aan de huid onttrekken. Allergieën bij maiskiemolie zijn mogelijk, bij acne kan overactivering optreden.

• Olijfolie. Deze, door koude persing van de ontpitte vrucht verkregen olie is rijk aan enkelvoudig onverzadigde vetten en bevat veel mineralen en vitaminen, als A, B1, B2, C, E en K. De olie wordt goed door de huid opgenomen en werkt verzachtend op verhardingen. Een goede massageolie, ook gemengd met etherische oliën. Technisch wordt olijfolie gebruikt bij de fabricage van zepen. Olijfolie is erg pijnlijk als het in de ogen komt en kan allergieën veroorzaken. • Ricinusolie. Deze wordt geperst uit de zaden van de wonderboom en heet daarom ook wel wonderolie. De olie wordt gekookt om die te ontdoen van een uitermate giftige stof (ricine). Ricinusolie wordt op alcoholbasis gebruikt in haarolie, gezichtslotions, badoliën, scheerzepen, gezichtsmaskers en crèmes tegen een vochtarme huid. Verbonden aan bepaalde metalen (aluminium en zink) wordt het gebruikt als deodorant. Een andere naam voor ricinusolie is castorolie. Ricinusolie werkt bij inwendig gebruik sterk laxerend. • Sojaolie. Deze al sinds de oudheid bekende olie heeft een erg breed gebruiksgebied. De olie wordt verkregen door ofwel koude persing, ofwel vermalen met heet water en dan uitpersen van de bonen van de sojaplant. Driekwart bestaat uit enkel en meervoudig verzadigde vetten. De olie bevat daarnaast veel mineralen, vitaminen en een relatief hoog gehalte aan lecithine. De werking is opwekkend en regulerend bij een vette of acnehuid, verzachtend bij een geïrriteerde huid en heeft een celopbouwend effect. Soja-olie is een goede massageolie en wordt technisch toegepast in de betere kwaliteit zepen. Omdat de olie zelf sterk werkzaam is, moet men voorzichtig zijn met het mengen met etherische oliën. De olie kan haarbeschadigend werken en op acne gelijkende allergieën veroorzaken. • Sint Janskruidolie. Deze olie wordt verkregen door maceratie in tarwekiemolie van de blaadjes van het Sint Janskruid. Hierdoor gaan de oliekliertjes in de bladeren stuk en lost de olie op. Zuivere Sint Janskruidolie kan hieruit verkregen worden maar die is uitermate kostbaar en moeilijk te verwerken. De olie bevat hypericine, 198


looistoffen, pectine, choline, fytosterinen, flavongly-cosiden en veel mineralen. De olie verhoogt de celpermeabiliteit en werkt daardoor huidstofwisseling verbeterend. Die is daarom heel geschikt voor het behandelen van brandwonden, een ontstoken huid, een droge en een gebarsten huid. Een massage met Sint Janskruidolie werkt kalmerend en anti-depressief. • Tarwekiemolie. Deze door koude persing uit de kiemen van de tarwekorrel verkregen olie bevat ruim 60% meervoudig verzadigde vetten, daarnaast veel belangrijke vitaminen (A, B-complex, D en E), lecithine, proteïnen, fytohormonen en sporenelementen. Door het hoge vitamine E gehalte gaat de olie oxydatie tegen en wordt in cosmetica gebruikt als conserveringsmiddel. De olie is heel geschikt voor een ouder wordende huid, zowel een vochtarme als een vette huid en een slecht doorbloede huid (met teleangiëctasieën). Door de talgregulerende en oxiderende werking is de olie geschiktbij de behandeling van acne. Tarwekiemoliede kan ’kruipen’ en ogen en slijmvliezen irriteren. Sommige mensen vinden de specifieke geur onaangenaam. 2. Dierlijke vetten, oliën en wassen • Bijenwas. Deze gele tot donkerbruine was wordt afgezet door bijen en bestaat voornamelijk uit een verbinding van myristine alcohol met myristine zuur, die boven de 60ºC vloeibaar wordt. De sterk klevende eigenschap van deze was wordt benut ter versteviging van make-up producten, camouflagecrèmes en ter verbetering van de houdbaarheid. Ook maakt de was deel uit van ontharingsharsen. Omdat er ook een verzachtende en regulerende werking op de huid van uitgaat, is het ook aan bepaalde crèmes toegevoegd. De was wordt in de zon gebleekt en wordt dan wit tot licht-geel. Deze vorm wordt voornamelijk toegepast in zalven, crèmes, lipsticks en producten voor handverzorging. • Wolvet. Als de schapen geschoren worden, wordt de wol gewassen. Daarbij worden de haren ontvet. Het vrijgekomen vet wordt uit het waswater teruggewonnen en komt in de handel als wolvet. Dit is niet constant van samenstelling, maar bevat globaal 35% stearinezure esters van triterpineol, 24% esters van cetiol, en 25% van een mengsel van verschillende andere esters. Verder nog wat vrije alcoholen en sterinen of sterolen. Wolvet kan meer dan zijn eigen gewicht aan water opnemen, en is daarom een heel goede emulgator. Wolvet lijkt heel erg op de menselijke talg en daarom wordt 199


de gezuiverde vorm (lanoline) gebruikt als crème en zalfbasis van producten tegen allerlei huidproblemen, als een vochtarme huid, ontstekingen, eczeem enzovoort. 3. Minerale vetten en oliën • P araffine. Dit is noch een olie, noch een was in de scheikundige betekenis van het woord, maar een koolwaterstof. De koolwaterstoffen worden ingedeeld naar het aantal koolstofatomen en dat hangt weer samen met het stollingspunt. Het deel, dat aangeduid wordt als ’paraffine’ (wat betekent, ’nergens toe aangetrokken’), heeft een smeltpuntsverloop tussen 15 en 55ºC. In de cosmetiek worden drie soorten gebruikt. Paraffine met een smeltpunt van 15ºC, die bij kamertemperatuur vloeibaar is, wordt gebruikt als neutrale massageolie. Paraffineolie. De zachte paraffine, die smelt bij ongeveer 40 graden, wordt in verband met de afsluitende werking voornamelijk gebruikt in paraffinemaskers. De huid kan deze temperatuur nog redelijk verdragen. Paraffinemaskers worden toegepast als voorbehandeling bij een dieptereiniging om de huid enigszins te verweken en bij behandelingen om de vochtigheidsgraad van de huid te herstellen. De harde paraffine, die smelt bij 52ºC wordt toegevoegd aan ontharingsproducten. • V aseline. In principe komt dit overeen met paraffine, het is een smeerbaar mengsel van vloeibare paraffine en paraffine met een wat hoger smeltpunt. De officiële naam is ’petrolatum’. Vaseline is eigenlijk een handelsnaam, die een eigen leven is gaan leiden. Het wordt gebruikt als smeer en glijmiddel, als bescherming tegen vocht (kanaalzwemmers) en extreme kou. Technisch wordt het veel gebruikt als bescherming tegen oxidatie van metalen. Hulpstoffen in cosmetische producten. 1. Werkstoffen • Alcohol. Eigenlijk is alcohol een verzamelnaam voor een groep koolwaterstoffen, die één of meer hydroxylgroepen bevatten. In het spraakgebruik wordt er één alcohol uit die groep mee bedoeld, namelijk ethyl-alcohol (ook ethanol of wijngeest). Alcohol werkt wateronttrekkend, vetoplossend en adstringerend. In een 70% verdunning werkt het desinfecterend. De verkoop van zuivere alcohol is aan voorschriften gebonden (accijns). De (in Nederland) gewoon verkrijgbare alcohol is gedenatureerd, dat wil zeggen, er zijn stof200


fen aan toegevoegd, die het voor inwendig gebruik ongeschikt maken. Een voorbeeld is brandspiritus. (Het woord ’spiritus’ betekent ’geest’ en is een verkorting van ’wijngeest’). Van het inwendig gebruik zijn de gevaren bekend.

• Allantoine. Allantoïne kan zowel uit plantaardige stoffen (tarwekiemen, smeerwortel en de bast van de kastanjeboom) worden verkregen als uit dierlijke producten. Het kan ook synthetisch worden gemaakt. Het vindt zowel farmaceutisch als cosmetisch veel toepassing, in verband met de sterk genezende, weefselherstellende en regenererende werking. Het wordt toegepast in preparaten tegen kloven, irritaties en zonverbranding, en in preparaten voor de verouderende huid, in lipbeschermers en voor huidherstel bij acne en seborrhoe. • Althea (Heemst). Altheaolie wordt gemaakt van de gedroogde plant, inclusief de bloemen en wortels. Er bevinden zich veel slijmstoffen, lecithine, aminozuren en suikers in, benevens een aantal mineralen. Wordt gebruikt bij een geïrriteerde huid en is geschikt voor alle huidtypen. • A luin. Aluin is kaliumaluminiumsulfaat en heeft een sterk adstringerende en bloedstelpende werking. Het wordt toegepast in aftershaves, in adstringentia en in deodorantia. • A mandelen. Er zijn twee soorten amandelen, de zoete en de bittere. De zoete amandelen worden voornamelijk in de bakkersindustrie gebruikt. In de cosmetiek worden ze uitgeperst tot amandelolie, het overblijvende meel wordt met fijn zand verwerkt tot amandelzeep. Ook worden de amandelen gewreven met water. De zo verkregen amandelmelk wordt als verzachtend en verkoelend middel gebruikt. De bittere amandelen bevatten het uitermate giftige blauwzuur en zijn niet geschikt voor cosmetisch gebruik. De eruit verkregen etherische olie wordt als geurstof toegepast. Amandelzuur behoort tot de fruitzuren. • Arnica (Valkruid). De uit de bloesems en jonge bladeren van het valkruid of wolverlei verkregen olie is instabiel en wordt daarom meestal als maceraat in sojaolie gewonnen. De olie bevat veel looistoffen, kiezelzuren, azulen, thymol, choline en vitamine A. Het bevordert de bloedcirculatie door de vaatverwijdende werking, en werkt vochtresorberend. 201


Arnica wordt gebruikt bij zwellingen, verstuikingen en bij een slecht doorbloede huid. De pure olie werkt sterk irriterend. Opname in de bloedbaan (open wondjes of inwendig gebruik) kan grote risico’s met zich brengen, tot hartstilstand toe. • Azulen. Donkerblauw mengsel van koolwaterstoffen, verkregen uit de kamillebloesem. Het werkt remmend op de histamineproductie en is ontstekingremmend. Hoewel werkzaam als anti-allergeen kan het vooral bij mannen een allergie veroorzaken. • Benzoylperoxide. Hoewel benzoylperoxide uit benzoëhars kan worden gewonnen, wordt het voornamelijk synthetisch gemaakt. Het bevat een hoog gehalte aan zuurstof, die gemakkelijk kan worden afgegeven. Het is daarmee een sterke oxydant. Daarnaast heeft het een hoornsplitsende (keratolytische) werking. Het wordt gebruikt in acnepreparaten en als conserveringsmiddel. De stof kan sterk irriteren en werkt blekend (kleding). • Bergamotolie. De olie wordt verkregen uit een citrusvrucht en is voornamelijk in gebruik als geurstof (Eau de cologne). Door het hoge gehalte aan terpenen is de olie nogal allergeen. Het is werkzaam bij abcesachtige aandoeningen, herpes, psoriasis en kleine infecties. Door de fotosensibiliserende werking kan een huiduitslag ontstaan (Berloque dermatitis). De olie wordt ook toegevoegd aan bepaalde soorten thee (Earl Grey). • Brandnetel. Een aftreksel van de bekende prikkende plant bevat veel vitamine B-2, B-6 en C, verder carotenoïden, terpeenalcoholen, lecithine, plantenzu-ren en enkele enzymen. De brandharen bevatten mierenzuur, dat werkzaam is bij lichte vormen van reumatiek. Brandnetel werkt bloedzuiverend, en wordt in de kosmetiek gebruikt in aanspannende maskers, haarlotions, peelings en lysings. • Calendula/goudsbloem. Het voornaamste product uit deze plant is de olie. Maar de fijngewreven bloemen worden ook toegepast in wondheling bevorderende crèmes. Deze crèmes hebben tevens een desinfecterende, tonificerende en beschermende werking. Goudsbloemen bevatten carotenoïden, bitterstoffen, saponinen, flavoniden, glycosiden en diverse zuren.

202


• Caroteen. Behoort tot de carotenoïden, een groep koolwaterstoffen, die gele, oranje en rode pigmenten levert. De provitaminen A behoren hiertoe. Voor de kosmetiek is caroteen, dat bijvoorbeeld in worteltjes voorkomt, het belangrijkste. Het wordt gebruikt in preparaten tegen een vochtarme huid, bij een verdikte hoornlaag en ter normalisering van de keratinevorming. Ook in zonnebrandpreparaten wordt het verwerkt, omdat het de bruining bevordert. Bij inwendig gebruik kan de huid geel/oranje kleuren. • C hloorhexidine. Een tot de gechloreerde fenolen behorend desinfectiemiddel. Wordt toegepast in geurbestrijdende producten. Een oplossing van 1% chloorhexidine in alcohol is een veelgebruikt desinfectiemiddel. Roodheid en irritaties zijn mogelijk. • C hlorofyl. Een aan hemoglobine verwante stof in planten, belangrijk voor de fotosynthese. In de kosmetiek in gebruik als groene kleurstof en als toevoeging in mondwaters, deodorantia en luchtverversers. In wondreinigende preparaten versnelt het de genezing en bestrijdt het onaangename geuren. • C itroen. Een bekende citrusvrucht, die rijk is aan vitaminen uit het B-complex, C en P, fruitzuren, mineralen, terpenen, linalol, citral en daarmee verwante stoffen. De schil bevat een enzym, dat uitdroging verhindert. Het sap heeft een blekende, adstringerende en antiseptische werking en wordt daarom toegepast in maskers, pakkingen en hand en bodylotions. De uit de schil verkregen etherische olie heeft een breed werkingsgebied, als huidversterkend, antiseptisch, antitoxisch, tegen jeuk, wondhelend en adstringerend. De olie wordt gebruikt bij insectenbeten, acne, overvette huid, rimpelvorming en bij winterhanden en voeten, en als geurstof. Bij inwendig gebruik werkt de olie stimulerend, versterkend en bloedzuiverend. • C ollageen. Collageen is een dierlijk eiwit, dat een belangrijke rol speelt bij de vorming van de collagene vezels. Collageen voor kosmetische doeleinden wordt verkregen uit het bindweefsel en de onderhuid van heel jonge dieren. Het komt vrij als een enigszins waterige oplossing. Het bevordert de soepelheid, de hydratatie en de spanning van de huid. Daardoor verzachten rimpels en wordt het ontstaan van nieuwe rimpels afgeremd. Door de plastisch chirurg wordt het gebruikt voor het opspuiten van rimpels en plooien. 203


• D .H.A./dihydroxyaceton. D.H.A. is een lichaamseigen stof, een afvalproduct van de glucosehuishouding. Het kan de eiwitten van de huid geel tot bruin kleuren en wordt daarom gebruikt als middel om bruin te worden zonder zon. Deze bruining geeft echter geen enkele bescherming tegen zonnebrand. • E lastine. Elastine is een eiwit, dat zich in het bindweefsel vormt en dient voor het tot stand komen van de elastine (of elastische) vezels. Het heeft een hydraterende werking en wordt toegepast in preparaten voor een ouder wordende huid en in zonnecosmetica, waar het ook bescherming biedt tegen ultraviolette stralen. • E nzymen. Enzymen zijn biokatalisatoren, dat wil zeggen, zij kunnen in een organisme scheikundige reacties teweeg brengen, die zonder de enzymen onder dezelfde omstandigheden onmogelijk zijn, of heel erg lang zouden duren. Een enzym bestaat uit twee delen, een ’apo-enzym’ dat altijd een eiwit is, en een ’co-enzym’, dat in de meeste gevallen tot de vitaminen behoort. Apo-enzymen zijn op zichzelf niet werkzaam. Pas in combinatie met het co-enzym vormen zij een actief ’holo-enzym’. Enzymen worden genoemd naar hun functie, met de uitgang ’ase’. Bijvoorbeeld enzymen die zetmeel (amylum) afbreken, heten ’amylasen’, enzymen die eiwitten (proteinen) afbreken heten ’proteasen’. De in de kosmetiek meest gebruikte enzymen zijn hyaluronidase, pepsine en papayotine. - H yaluronidase is het enzym, dat hyaluronzuur afbreekt tot de suikers, waaruit het is opgebouwd. Het bevordert het vloeibaar worden van de tussenstof van het bindweefsel en wordt daarom gebruikt om verhardingen van het weefsel te bestrijden, bij bijvoorbeeld panniculose en in werkstofcomplexen. Het enzym wordt gewonnen uit runder testikels. - P epsine is een eiwitsplitsend enzym, dat gewonnen wordt uit de magen van slachtvee. Het wordt in de kosmetiek gebruikt in peelings en lysings, in verband met de hoornoplossende (kerastolytische) werking. - P apayotine of papaïne wordt bereid uit de papaya of meloenboom. Het enzym heeft een hoornoplossende en vezelontbindende werking en wordt daarom in de kosmetiek toegepast in peelings en lysings. Industrieel wordt het gebruikt in de vleesindustrie als verzachter. • F ruitzuren. Fruit of vruchtenzuren zijn al heel lang bekend en in gebruik. De ophef in de kosmetische reclame heeft de indruk geves204


tigd dat het een nieuwe vinding betrof. Fruitzuren zijn natuurlijke organische zuren, die in de meeste planten en vruchten voorkomen. Ze hebben gemeen, dat ze een of meerdere hydroxylgroepen bevatten, reden om ze ook wel aan te duiden met de Engelse naam Alpha Hydroxic Acids, afgekort AHA. Er zijn tegen de 40 fruitzuren bekend. Het zijn vrij sterke zuren met een pH onder 4. In lage concentratie werken ze collageenverbeterend en maken zij de huid gladder. In hogere concentraties werken ze keratiniserend en worden ze verwerkt in peelings en lysings. Bij concentraties boven 20% tasten ze de huid aan en is gebruik ervan voorbehouden aan een medicus. Bekende fruitzuren zijn amandelzuur, appelzuur, citroenzuur, melkzuur, salicylzuur en wijnsteenzuur. • F ytohormonen. Fyto is een Grieks woord (phuton), dat ’plant’ betekent. Hormoon komt van het Griekse werkwoord ’hormaoo, dat ’prikkelen, aandrijven’, betekent. Het zijn dus plantaardige hormonen, die gewonnen worden uit bepaalde delen van de plant en een specifieke werking hebben op het menselijk organisme. Ze kunnen de eigen hormonen stimuleren, zonder de balans te verstoren. De meeste etherische oliën zijn fytohormonen, en spelen in de ’aromatherapie’ een belangrijke rol. Hun toepassingsgebied is heel uitgebreid. • G ips. Gips is watervrij calciumsulfaat. Het molecuul kan heel veel water binden en dan ontstaat een keiharde massa. Modellerende maskers worden met gips gemaakt, en omdat bij de binding met water tevens warmte vrijkomt (dat heet een ’exogene’ reactie), werkt zo’n masker stimulerend op de huidcirculatie en worden eronder aangebrachte werkstoffen beter opgenomen. Bij een behaarde huid zijn ze of wel onbruikbaar, of er moet een dunne tussenstof (plastic folie) worden aangebracht, om te voorkomen dat bij het harden de haren erin gaan vastzitten. • G ist. Bepaalde micro-organismen als schimmels en gisten zijn in staat zetmeel- of suikermoleculen af te breken en om te zetten in alcohol (alcoholgisting, bierbereiding). In de kosmetiek wordt biergist gebruikt in maskers om een vette, of een acnehuid te zuiveren en te helpen bij het genezingsproces. Gist is rijk aan proteïnen, vitaminen uit het B-complex en mineralen. Over het algemeen heeft gist een regenererende werking.

205


• H amamelis. Van de hamamelis of toverhazelaar worden uit de bast, de bladeren en de jonge scheuten extracten gewonnen die gebruikt worden tegen een gesprongen huid en zonverbranding, smetplekken, sterk verwijde poriën en overmatige vetafscheiding. De extracten zijn rijk aan tanninen, flavonglycosiden en saponinen, die een adstringerende en huidherstellende werking hebben. Ze worden toegepast in dag en nachtcrèmes, gezichtspoeders, badproducten, maskers en antitranspiratiemiddelen. • H oning. Honing is een door bijen uit bloemen verkregen voedingsstof, die voor driekwart uit invertsuiker bestaat. Honing is rijk aan eiwitten, enzymen, spore-elementen en mierenzuur. Honing werkt zuiverend, beschermend en regenererend. Behalve in maskers, crèmes, en handverzorgingsproducten, wordt het toegevoegd aan ontharingshars ter bescherming van de huid. • K amfer. Uit de twijgen van de kamferboom wordt een olie verkregen, die voor een groot deel bestaat uit safrol, eugenol, cineal en lanaloöl. Kamfer werkt circulatiebevorderend, adstringerend en desinfecterend. Het wordt toegepast in huid en massagecrèmes en diverse lotions. Een alcoholische oplossing van kamfer (kamferspiritus) wordt gebruikt als wrijfmiddel bij pijnlijke spieren. • K amille. Kamille-olie wordt verkregen uit twee soorten kamille, de echte kamille (Matricaria chamomilla) en de Roomse kamille (Anthemis nobilis). Het meest werkzame bestanddeel is het azuleen. Kamille is een oud huismiddel en wordt voor een breed gebied aangeraden. De olie heeft een ontstekingremmende en antidepressieve werking en is werkzaam bij zenuwpijnen. Een aftreksel van de bloemen wordt gebruikt in maskers en pakkingen tegen teleangiëctasieën, eczemen en nerveuze irritaties. In dampbaden tegen keelontsteking. • K astanje. De schors en de vruchten van de wilde kastanje (of paardenkastanje) bevatten proteïnen, saponinen, glycosiden en harsen. In de bast komt ook allantoïne voor. Extracten van de kastanje hebben een huidverstevigende en vaattoniserende werking, die de resistentie van de capillairen verhoogt. Het wordt toegepast in preparaten tegen verwijde aders, als spataders, teleangiëctasieën, bezemrijs en penselen.

206


• K limop. Extracten van de klimop bevatten een hoog gehalte aan saponinen, waardoor zij een vochtregulerende en hoornverwekende werking hebben. Klimop wordt toegepast in maskers, bij verbrandingen en in zogenaamde vermageringscrèmes. • K omkommer. Het sap bevat veel organische zuren, suikers, mineralen, enkele vitaminen, zwavel, fosfor, proteïnen, vetten en fytohormonen. Het is heel geschikt voor het aanmaken van maskers, pakkingen en kompressen bij een overbelaste of gestuwde huid. Het werkt kalmerend, licht blekend en zuiverend. Ook wordt er een licht desinfecterende werking aan toegeschreven. • L ijnzaad. Lijnzaad is rijk aan vette oliën op basis van linolzuur. Het zaadhuisje bevat veel slijmstoffen. Gemalen en aangemaakt met water vormt zich een gelei die heilzaam is voor een onzuivere, vochtarme huid en comedonenverwekend werkt. De uit de zaden geperste lijnolie vindt in verse toestand toepassing in maskers, massageolie en bij brandwonden. Gekookte lijnolie is niet bruikbaar in de cosmetiek, die hardt snel en wordt in de verfindustrie gebruikt. • L iposomen. Liposomen zijn holle vetkorreltjes (Lipos (G) = vet, soma (G) = lichaam). De wand bestaat uit een stof, die gemakkelijk emulgeert (lecithine) en zich een weg kan banen door de huidbarrière. In die korreltjes wordt een werkstof gedaan, die daardoor beter zijn werking kan uitoefenen. Liposomen zijn dus een transportmiddel. (Een moderner soort liposomen heeft een wandje van niet ionogene tensiden, die minder kwetsbaar zijn dan lecithine. Deze vorm heet ’niosomen’ (’nio’ van non ionic). Als de toegevoegde werkstoffen van plantaardige aard zijn spreekt men van ’fytosomen’, als ze vetoplosbaar zijn, wordt ook wel van een ’nanopartikel’ gesproken.) • Magnesium peroxide. Magnesium peroxide bevat een zuurstofatoom meer dan gewoon magnesiumoxide. Het werkt daardoor oxiderend en wordt voornamelijk toegevoegd aan de ’zuurstofmaskers’. Door de vrijkomende zuurstof werkt het blekend, desinfecterend en doorbloeding bevorderend. • Marmer. Marmer is een delfstof, voornamelijk bestaande uit calcium carbonaat. Het wordt in diverse fijnheden gebruikt als schuurmiddel in peelings en scrub.

207


• M enthol. Een alcohol, die behoort tot de terpenen, met een specifieke pepermuntgeur. In de cosmetiek gebruikt als geurstof en als verkoelend, enigszins antiseptisch middel. Zuivere pepermuntolie wordt voornamelijk in de aromatherapie gebruikt. Aan cosmetische producten wordt meestal synthetische menthol toegevoegd. • N .M.F. Afkorting van Natural Moisturizing Factor. Door zweet, talg en enkele andere afscheidingsproducten van de huid opgebouwd systeem, dat de vochtigheidsgraad van de huid regelt. De N.M.F. kan in het laboratorium redelijk benaderd worden; deze producten worden gebruikt voor het herstel van een vochtarme of overvochtige huid. • S alicylzuur. Een aromatisch hydroxyzuur, dat behoort tot de fruitzuren. Het wordt gewonnen uit de bast van de wilg (salix), en kan gemakkelijk synthetisch worden gemaakt. Het heeft een pijnstillende werking en is de basis voor de fabricage van aspirine. In de kosmetiek wordt het in geconcentreerde vorm toegepast in peelings en lysings. Het werkt dan sterk keratolytisch. In veel plantaardige producten, die gebruikt worden als zonbeschermend middel, komt salicylzuur in gebonden vorm voor. • V itaminen. Vitaminen (een verkeerd uitgelegde benaming, vita (L) = leven, aminen zijn een bepaalde chemische stikstofhoudende groep. De eerst ontdekte vitamine was een ’amine’ en toen dacht men dat alle voor het leven zo belangrijke stoffen aminen zouden zijn). De vitaminen zijn biokatalysatoren. De meeste zijn co-enzymen. Enkele anderen zijn antioxydanten en verhinderen de schadelijke werking van vrije zuurstof. De vitaminen worden onderverdeeld in vetoplosbare vitaminen (A, E en K) en wateroplosbare vitaminen (B-complex, C en P). - V itamine-A wordt weinig toegepast in de kosmetiek. Het ervan afgeleide vitamine-A zuur heeft een sterke invloed op de talgvorming en wordt gebruikt om de talgklierwerking te herstellen en te reguleren. Dat kan zowel dermaal als oraal. De bijwerkingen van vitamine-A zuur zijn aanzienlijk en toepassing vergt een goede begeleiding. - B -3/panthoteenzuur wordt gebruikt om verbetering en herstel van de granulatie en het epitheelweefsel te bevorderen. Het wordt ook veelvuldig toegepast in antizonnebrandmiddelen en in haarcosmetica. B-4 (nicotinezuur of niacine) en B-5 (nicotinezuur208


amine of niacinamide) staan samen bekend als de PP-factor (Pellagra Preventingfactor) en spelen een rol bij de eiwitsynthese. In de kosmetiek worden ze gebruikt in preparaten tegen seborrhoe, dermatosen en overgevoeligheid voor licht. - V itamine-C/ascorbinezuur, (wateroplosbaar) is een antioxydant en beïnvloedt de synthese van interferon, dat uitermate belangrijk is voor de weerstand en de verdediging van het organisme. Hoewel vitamine-C een beschermende werking heeft op het bindweefsel en de bloedvaten, is het uitwendig gebruik ervan beperkt tot het iontoforetisch bleken van pigmentvlekken. - V itamine-E/tocoferol, (vetoplosbaar) is met vitamine-C de belangrijkste anti-oxydant, wegvanger van de vrije radicalen. Het wordt toegepast in crèmes tegen doorbloedingsstoornissen en tegen een verouderende huid. - V itamine-P/rutine is gebleken geen vitamine te zijn, maar een glycosidencomplex. Het werkt sterk vaattoniserend en vermindert de kans op teleangiectasiën. Voor dat doel wordt het ook in cosmetische preparaten verwerkt.

• Waterstofperoxide. Water met een extra zuurstofatoom. Een sterk oxiderende stof en alleen bruikbaar in grote verdunning. Zuivere waterstof peroxide is levensgevaarlijk. In een verdunning van 3% werkt het desinfecterend en wordt het gebruikt als gorgeldrank en om vuile wonden uit te bruisen. Ook wordt het gebruikt als huiddesinfectans bij het uitdrukken van pustels. In een concentratie van 6% wordt het gebruikt om het haar te bleken en in concentraties van 31% wordt het toegevoegd aan verf voor wimpers en wenkbrauwen. In combinatie met bleekwater wordt het gebruikt om vloeren te steriliseren. De opstijgende damp is gevaarlijk voor de ademhaling. • W erkstoffencomplexen/biostimulantia. Een werkstoffencomplex is een mengsel van plantaardige of dierlijke producten, dat in samenwerking (synergisme) een bepaalde stimulerende werking op het weefsel van de huid uitoefent. Omdat het levend weefsel wordt beïnvloedt wordt het ook aangeduid als ’biostimulantia’. Vitaminen en hormonen behoren tot de biostimulantia, maar ook vele andere stoffen, als: -A lgen Algen komen zowel in zout als in zoet water voor. In de kosmetiek worden voornamelijk extracten van zoutwateralgen gebruikt (algotherapie, thalassotherapie). Zoutwateralgen bevatten ruim 10% water, 5% proteïnen, 6% cellulose en ongeveer 45% 209


koolhydraten. Verder vitaminen uit het B-complex en vitamineC. Gelyofyliseerde algen worden toegevoegd aan baden, het gedroogde poeder wordt gebruikt in preparaten die de vochtigheid van de huid reguleren, het epitheelweefsel verbeteren en het algehele huidbeeld stabiliseren. In specifieke preparaten tegen panniculose en een vochtarme, ruwe huid worden algenextracten met succes toegepast. • AloeVera. De drie centimeter dikke bladeren van de Aloëvera, een agave, bevatten een gelei, die de naam heeft een wondermiddel te zijn. De gelei bestaat voor 99,5% uit water, maar de resterende 0,5% bevat een aantal biostimulinen, waaronder zo’n 20 aminozuren. Verder enige suikers, proteïnen, vitaminen, fytohormonen en sporeelementen. De gelei wordt toegepast in preparaten met een regenererende werking, tegen een ouder wordende huid, een door zonnebrand beschadigde huid en bij een vermoeide of verwaarloosde huid. Het ingedikte sap heeft conserverende eigenschappen. • Gelee Royale (koninginnegelei of apiserum). Een afscheidingsproduct van honingbijen, dat een larve doet uitgroeien tot een koningin. Het mengsel bestaat uit 31% vetten, 15% koolwaterstoffen, 24% water en enkele procenten proteïnen. Verder bestaat 15% uit nog niet volledig geanalyseerde ’groeifactoren’, waaronder enzymen en vitaminen uit het B-complex (vooral pantotheenzuur), en een hoog gehalte aan acetylcholine. Het heeft sterk regenererende, activerende en doorbloeding bevorderende eigenschappen. Niet gebruiken voor mensen die allergisch zijn voor bijensteken. • Ginseng. De wortel van de Panax Ginseng is een eeuwenoud wondermiddel. Een volledige analyse van de inhoudstoffen is nog niet gelukt. Het bevat zuren, vetten, enkele vitaminen, harsen, suikers, fosfor, fytohormonen en een vluchtige olie. Het extract wordt in huidpreparaten gebruikt ter bevordering van de doorbloeding en de regeneratie van het weefsel. • Liquor Amni/amnionvloeistof, vruchtwater. Het vruchtwater waarin de vrucht is gegroeid bevat veel waardevolle stoffen, die overeenkomen met de concentratie van de zouten in het bloed en de lymfe. Liquor amni wordt gewonnen uit de baarmoeders van zwangere runderen en bevat veel aminozuren en enzymen. Het werkt celdelingbevorderend bij de ouder wordende huid.

210


• Mucopolysacchariden. Ingewikkelde moleculen, die tot de grondsubstantie van de huid behoren. Zij zijn vooral belangrijk door hun vermogen het watergehalte in de huid te regelen. In de kosmetiek worden zij onder andere gebruikt bij een vochtarme huid en bij panniculose. • Placenta-extracten. Een mengsel van stoffen, verkregen uit de placenta (moederkoek) van voornamelijk runderen. De werking is optimaal, als de placenta rijp is, dus nakomt bij de geboorte. De inhoud wordt eraan onttrokken door lyofylisering, waarbij in vacuum vocht wordt onttrokken en de rest onder zwakke verhitting wordt gedroogd. Een andere werkwijze is de methode ’Filatov’, waarbij de placenta heel klein wordt gesneden, gekoeld en geëxtraheerd. Runderplacenta’s bevatten veel vitaminen, lipoïden, aminozuren, enzymen, spore-elementen en hormonen, die er voor kosmetisch gebruik uit worden verwijderd. Het hoge gehalte aan biostimulinen is van groot belang voor het optimaal regenereren en verstevigen van de huid. • Planktonextracten. Plankton is de verzamelnaam voor micro-organismen in het zeewater. Zij bevatten veel kalk, zwavel en andere mineralen. Het extract werkt regulerend op de vochtigheid van de huid. Door het hoge zwavelgehalte wordt het extract ook gebruikt bij een vette en een acnehuid. • Pollenextracten. Pollen is een verzamelnaam voor het stuifmeel van bepaalde planten, voornamelijk grassen. Zij bevatten grote hoeveelheden fytohormonen, suikers en eiwitten. Daarnaast het erfelijk materiaal van de mannelijke cellen. Het extract heeft een regenererende, doorbloedingverbeterende en celdelingbevorderende werking. Allergische reacties op pollen zijn heel gangbaar. • Serumextracten. Serumextracten worden gewonnen uit dierlijke bestanddelen als bloed en weefsels. Er wordt een regenererende werking aan toegeschreven. • Thymusextracten. De thymus of borstklier werkt optimaal bij jonge mensen en dieren. De werking onderbouwt de lichamelijke weerstand en extracten van de thymus worden daarom toegepast voor het verhogen van de huidweerstand en het vertragen van degeneratieverschijnselen. Het heeft een duidelijk stofwisselingverbeterende werking. Tijm is een kruid met slijmoplossende en desinfec211


terende werking. In de aromatherapie wordt het toegepast tegen lichamelijke vermoeidheid, ter verbetering van littekenweefsel en bij bloedsomloopstoornissen. Het mag niet met thymusextract verward worden. • Conserveringsmiddelen. Aan cosmetica worden stoffen toegevoegd, om bederf te voorkomen. Dit zijn de conserveermiddelen of conserveringsmiddelen. Zij verhinderen het tot ontwikkeling komen van micro-organismen, als bacteriën, schimmels en gisten. Ook gaan zij oxidatie van de bestanddelen tegen. De stoffen mogen echter de huidflora niet aantasten, waardoor de keus beperkt is. Sommige etherische oliën lenen zich daarvoor, als teatree-olie, salie-olie en tijmolie, die echter het bezwaar hebben een eigen invloed op de huid uit te oefenen. Ook het uit de kamille verkregen bisabolol wordt als zodanig gebruikt. Het vroeger algemeen gebruikte formaldehyde is gevaarlijk voor de gezondheid gebleken en wettelijk verboden. De thans algemeen gebruikte stoffen behoren tot de parabenen (esters van parahydroxy-benzoëzuur), maar ook sorbinezuur, imidazolinylureum en benzalkoniumchloride worden regelmatig gebruikt. Om oxydatie tegen te gaan worden antioxydanten toegevoegd, als ascorbinezuur (vitamine-C) en vitamine-E (vaak in de vorm van tarwekiemolie). • Toevoegingen. Aan cosmetica worden vaak stoffen toegevoegd om de kleur of de geur te verbeteren. In principe mogen die geen invloed uitoefenen op de werking van het betreffende cosmeticum. Geurstoffen Deze worden onderscheiden in natuurlijke geurstoffen en synthetische geurstoffen. Tot de eerste groep behoren de etherische oliën, die echter het bezwaar hebben zelf invloed op de huid uit te oefenen. Zij worden daarom in heel geringe hoeveelheden toegevoegd. Gangbaar zijn de oliën van rozen, jasmijn, oranjebloesem (neroli), appelbloesem, lelietjes van dalen enzovoort. De geur van deze oliën kan heel goed nagebootst worden en dan vallen ze onder de synthetische geurstoffen. Omdat de kostprijs hiervan veel lager ligt, worden die in de goedkopere producten toegepast. Ook de dierlijke geurstoffen als amber en muskus worden gebruikt, maar ook deze kunnen vrij goed synthetisch benaderd worden. Amber wordt verkregen uit afscheidingen van potvissen. Die hoeven daarvoor niet gedood te worden. Om muskus te verkrijgen worden de 212


dieren (voornamelijk herten, maar ook een soort grote ratten) gedood. Op grond hiervan wordt tegenwoordig voornamelijk het synthetische muskus gebruikt. Natuurlijke geurstoffen worden ook verkregen uit bijvoorbeeld leder, grassen en houtsoorten. De geurstoffenindustrie kan bijna elke geur synthetisch namaken of een nieuwe geur ontwerpen. Deze stoffen zijn voor het grootste deel aldehyden, dat zijn organische koolwaterstoffen in een hogere oxydatietrap dan alcoholen. Kleurstoffen/Pigmenten Omdat de basiskleur van cosmetica niet altijd even aantrekkelijk is, worden kleurstoffen toegevoegd, die van plantaardige, dierlijke, minerale en synthetische oorsprong kunnen zijn. Omdat veel kleurstoffen giftig of minstens nadelig voor de huid kunnen zijn, heeft de wetgever een lijst uitgegeven met toegestane kleurstoffen, die voorzien zijn van een nummer, voorafgegaan door de letter E. - Plantaardig zijn het groene chlorofyl (E141), het rode bietenextract (E162), de gele carotenen of carotenoïden (E160) en de eveneens gele, aan caroteen verwante xantofylen (herfstbladgeel) (E160). - Dierlijk is het uit een bepaald soort luizen verkregen rode karmijn (of cochenille) (E120) en het uit de inktblaas van inktvissen verkregen donkerbruine sepia. Geen echte kleurstof, maar veelvuldig toegepast is het parelmoer, verkregen uit schubben van vissen. - Minerale kleurstoffen zijn meestal onoplosbare metalen of verbindingen daarvan. Titaandioxide is een wit pigment, ijzeroxiden geven rode of gele pigmenten (okers). Veel vroeger algemeen gebruikte metaalverbindingen zijn obsoleet geworden, omdat ze op den duur schadelijk voor de gezondheid bleken te zijn. Zuivere metalen als goud, koper, zilver en aluminium worden voor speciale effecten gebruikt. Hoewel heel veel kleurstoffen synthetisch kunnen worden gemaakt, zijn de meeste niet bruikbaar in cosmetica. Gebruikt worden het gele tartrazine (E102) en het patentblauw (E131). Cosmetica Beschermende en verzorgende cosmetica De samenstelling, toepassing en werking van de beschermende en verzorgende cosmetica. Voor de optimale werking van de huid noodzakelijke stoffen kunnen het beste verwerkt worden in een ’oplossing’ die de beste garantie geeft voor opname door de huid. Een waterige oplossing loopt van de huid af, er dient dus een bindmiddel te wor213


den toegevoegd, en er moet een emulsie van worden gemaakt. Een waterige oplossing, waaraan meestal een kleine hoeveelheid alcohol is toegevoegd, om de werkstoffen beter op te lossen en vast te houden, is een gezichtswater of een tonic. Over het algemeen bevat een lotion iets meer alcohol dan een tonic. Een waterige oplossing, die enige tijd op de huid moet kunnen inwerken, wordt geëmulgeerd met een olie. Zo’n dunne emulsie is een lait of een milk. Het ene woord is Frans, het andere Engels, maar ze betekenen beide ’melk’. Als er behoefte bestaat aan een ’dikke’ melk, wordt de emulsie lijviger gemaakt tot een goed smeerbare brei. Dit noemt men een crème. Alle drie vormen bevatten dus water. Men verdeelt de crèmes meestal in twee groepen, de ’dagcrèmes’, die in hoofdzaak een beschermende werking hebben en de ’nachtcrèmes’, die meer werkstoffen bevatten en een meer regenererende functie hebben. De basis van de dag- en nachtcrèmes moet zoveel mogelijk met de huidvetten overeenkomen en zij moeten zoveel mogelijk vochtverlies voorkomen. Hydrofiele colloïden kunnen uitvlokken. Na onttrekking van water blijft een min of meer heldere, lijmachtige massa over, die als drager voor allerlei werkstoffen gebruikt wordt. Dit noemt men een gel. De verzorgende gels worden toegepast voor dagelijkse verzorging, als aftershaves, als maskers en als preparaten voor na het zonnen. Lipbeschermende producten De lippen zijn heel dun en een voortzetting van het mondslijmvlies. Goede verzorging is daarom belangrijk. De basis voor dit soort producten is meestal cacaoboter, maar ook bijenwas en wonderolie worden ervoor gebruikt. Vochthoudende werkstoffen en zonnefilters worden eraan toegevoegd. Lipbeschermers bestaan als crème en als stick. Zonnebrandproducten Preparaten die bescherming bieden tegen de zon bevatten werkstoffen, die de huid regenereren, het vochtgehalte op peil houden en verzachtend werken bij eventuele irritatie. De producten worden geleverd in de vorm van een melk, een gel, of een crème. De basis is ofwel een w/o emulsie, een o/w emulsie of in de vorm van een gel. Zonnepreparaten bevatten ook een zonnefilter. Dat zijn meestal organische verbindingen, die een bepaald deel van het ultraviolette spectrum absorberen. Tegen UV-A beschermen bepaalde planten, als extracten van kamille, aloëvera en sesamolie. Tegen UV-B beschermen bijvoorbeeld kaneelzuurverbindingen (cinnamaten), PABA (vitamine B-14), verbindingen van salicylzuur en kamfer, dat tevens verkoelend werkt. De preparaten krijgen een aanduiding over de mate waarin ze tegen 214


het zonlicht beschermen, de ’beschermingsfactor’. Die wordt gemeten naar de tijd waarin normaal roodheid van de huid optreedt en de tijd die daarvoor nodig is als het filter wordt gebruikt. Bij factor 2 duurt dat twee maal zo lang, bij factor 3 drie maal zo lang enzovoort. Er kunnen ook stoffen worden toegevoegd, die het zonlicht geheel tegen houden, als titaandioxyde. Deze hebben een beschermingsfactor boven 25 en worden ’sunblocks’ genoemd. Sommige preparaten bevatten een stof, die het eiwit van de huid bruin kleurt, dit is de ’bruining zonder zon’ en de preparaten zijn ’zelfbruiners’. De werkzame stof is DHA (dihydroxiaceton), een lichaamseigen stof, die echter geen bescherming biedt tegen zonlicht. De preparaten die na het zonnen gebruikt worden (aftersun producten) dienen om de eventuele schadelijke werking van de zon zoveel mogelijk te beperken en te verlichten. Hierin bevinden zich stoffen, die erytheem of verbrandingsverschijnselen verminderen. Looizuurverbindingen komen hiervoor het meest in aanmerking. Lichaamsverzorgende producten Bodymilk dient om het schraalworden van de huid na het bad of het douchen te voorkomen. Het bestaat meestal uit een geëmulgeerde olie in de vorm van een o/w emulsie. De olie en het water dienen beide om het verloren gegane vet en vocht weer aan te vullen. Aan bodymilks zijn ook vaak werkstoffen, als regenererende stoffen of biostimulantia toegevoegd. Deodorantia worden gemaakt om onaangename lichaamsgeuren te on derdrukken of te camoufleren. Deze geuren worden veroorzaakt door bacteriën. Deodorantia zijn dan ook oplossingen van samentrekkende stoffen, meestal aluminiumzouten en bacteriedodende stoffen als organische chloorverbindingen (chloorhexidine). Antitranspirantia moeten overmatige zweetproductie voorkomen. Hun werking is daarom goeddeels samentrekkend en gericht op de stolling van de eiwitten van de huid, zodat de poriën vernauwd worden. Ook hier voor komen aluminiumverbindingen het meest in aanmerking, omdat de agressieve verbindingen, die het stollingseffect bewerkstelligen kunnen worden gecombineerd met aluminiumverbindingen die verzachtend werken en daarmee de irritatie van de huid voorkomen. Deodorantia en antitranspirantia zijn er in de vorm van sticks, sprays, rollers, poeders en lotions. Ook bestaan er zeepsoorten met die werking. 215


Toiletpoeders hebben een poedervormige, absorberende basis, waaraan geurstoffen en licht bacteriedodende stoffen zijn toegevoegd. De basis bestaat meestal uit talkpoeder (speksteenpoeder), kaolin (fijn vermalen porceleinaarde) of zijdepoeder. De bacteriedodende stof is meestal boorzuur, of menthol, dat tevens verkoelend werkt, de geurstoffen zijn talrijk, meestal etherische olie van rozen, jasmijn of lavendel, in een uitermate kleine hoeveelheid, zodat nog wel een geureffect ontstaat, maar de oliën hun specifieke werking (meestal) niet ontplooien. Wat moet je weten? 1. Wat is het verschil tussen jojoba-olie en ander oliën? 2. Wat zijn thymusextracten? 3. Wat is de werking van placentaextracten? 4. Waaruit wordt azulen gewonnen? 5. Wat is het verschil tussen deodorantia en anti-transpirantia?

216


Meerkeuzevragen 58. Welk van de onderstaande maskers wordt vanwege de reinigende werking toegepast? a. Een algenmasker. b. Een masker met honing. c. Een poedermasker met magnesiumperoxide 59. Gelee royale is vooral rijk aan a allantoine. b fytohormonen. c vitamine B-complex 60. Arnica heeft invloed op a de doorbloeding. b de talgklierwerking. c de verhoorning. 61. Een gelei is te beschouwen als a. een olie in water emulsie. b. een water in olie emulsie. c. een colloïdale emulsie. 62. Voor de massage van een oudere huid gebruikt men bij voorkeur een product met a klimopextracten. b vitaminen. c werkstofcomplexen.

217


Antwoorden van de meerkeuzevragen 1-a 2-b 3-a 4-c 5-c 6-a 7-c 8-a 9-b 10 - c 11 - a 12 - c 13 - c 14 - b 15 - b 16 - a 17 - a 18 - b 19 - b 20 - a 21 - a

22 - c 23 - b 24 - c 25 - c 26 - c 27 - c 28 - c 29 - b 30 - c 31 - a 32 - c 33 - b 34 - b 35 - a 36 - c 37 - c 38 - b 39 - b 40 - b 41 - b 42 - a

43 - c 44 - b 45 - b 46 - b 47 - c 48 - b 49 - a 50 - b 51 - c 52 - a 53 - a 54 - c 55 - a 56 - b 57 - c 58 - c 59 - c 60 - a 61 - c 62 - c

Dit is slechts een kleine greep uit de vele meerkeuzevragen die gesteld zouden kunnen worden. In onze uitgave ‘Meerkeuzevragen Schoonheids­ verzorging’ vindt u ruim 2300 vakgerichte vragen die een goede toetsing zijn van de aanwezige kennis betreffende het vak schoonheidsverzorging. Meer informnatie over onze uitgaven vindt u op onze website: www.uitgeverijcontainer.nl

218


219


220


Articles inside

Hfd 2 Cosmetische producten

36min
pages 194-217

Hfd 1 De kunst van het communiceren

11min
pages 187-193

Hfd 6 Te dik of te dun

12min
pages 173-184

Hfd 4 Lichaamsmassage

13min
pages 159-168

Hfd 5 Pakkingen

3min
pages 169-172

Hfd 3 Apparatuur

7min
pages 151-158

Hfd 3 Voetverzorging

4min
pages 129-134

Hfd 1 Reinigen en ontharen

5min
pages 137-142

Hfd 2 Ontharen

9min
pages 143-150

Hfd 6 Apparatuur

12min
pages 101-110

Hfd 1 Nagels

6min
pages 117-122

Hfd 2 Manicure

6min
pages 123-128

Hfd 7 Besmettingsrisico’s

3min
pages 111-114

Hfd 5 Massage

11min
pages 91-100

Hfd 2 Maskers en pakkingen

9min
pages 53-60

Hfd 4 Decoratie

33min
pages 67-90

Hfd 3 Ontharen

6min
pages 61-66

Analyse

7min
pages 31-35

Hfd 1 Gelaatsbehandeling

11min
pages 43-52

Behandelmogelijkheden

2min
pages 36-42

De werkruimte

14min
pages 19-28

Toen... en nu

9min
pages 9-16
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.