6 minute read

Hfd 1 Nagels

Hand- en voetverzorging is een belangrijk onderdeel van de uiterlijke verzorging geworden. Onze handen zijn ons visitekaartje. Ze kunnen veel over ons vertellen. Maar de voeten mogen ook niet vergeten worden. Ze dragen niet alleen ons gehele lichaam, maar ze zijn vaak ook zichtbaar. In boek I, weten, kun je lezen hoe het spier- en beenderstelsel van de handen en voeten is opgebouwd. In dit deel komen de nagels en nagelaandoeningen aan de orde en hoe je ze kunt verzorgen en behandelen.

Hoofdstuk 1, nagels

We beschouwen de nagels als aanhangsels, adnexen, van de huid. Ze zijn opgebouwd uit verhoornd epitheelweefsel en behoren tot de opperhuid. Gezonde nagels zijn glad, zacht glanzend en roze van kleur. Ze scheuren niet snel. Ze beschermen de vinger- en teentoppen en versterken de tastzin.

Aan een nagel onderscheiden we: 1. nagelwortel (radix unguis); 2. nagelplaat (nagellichaam) (corpus unguis); 3. nageluiteinde (pars distalis unguis of margo liber).

De nagelwortel is het gedeelte waaruit de zachte, onverhoornde cellen worden gevormd. De nagelcellen schuiven van hieruit in het nagelbed naar voren en verhoornen daarbij langzaam. Het halve maantje (veelal min of meer zichtbaar) is het zichtbare gedeelte van de nagelwortel. De witachtige kleur hiervan komt door de daaronder liggende, naar verhouding ondoorzichtige, opperhuidslaag.

De nagelplaat is een vormsel van de huid. De nagelcellen zijn echter harder (calciumrijk), dikker en breder dan de verhoornde cellen van de opperhuid. De nagelplaat ligt over het nagelbed dat tot de lederhuid behoort. Het bestaat uit twee lagen. Een dunne bovenste laag behorend tot de opperhuid en een onderste laag die tot de lederhuid behoort. Hierdoor is het nagelbed zeer bloed- en zenuwrijk. De nagelplaten zijn dus, evenals de hoornlaag van de opperhuid (door het sterkere verhoorningsproces in mindere mate) vocht en vethoudend.

Het nageluiteinde is het vrije uiteinde van de nagelplaat dat buiten het nagelbed uitsteekt. Rondom de nagel bevindt zich een huidrand, de nagelwal, die het nagellichaam omvat. De nagelwal gaat over in een diepe huidplooi, de nagelplooi, waarvan de zichtbare verhoornde voorrand het nagelriempje vormt.

Kleur van de nagels

Doordat het nagellichaam doorschijnend is, ziet het bij gezonde mensen roze door het doorschemerende bloed van de lederhuid. Bij verdikking worden de nagels geelachtig wit, bij stuwing en beginnende koortsaanvallen en na de dood blauw, bij bloedarmoede bleek, bij een slech-te voedingstoestand zijn ze meestal dof en brokkelig, net als bij zenuwaandoeningen.

Groei van de nagels

De nagels groeien het snelst in de jeugd, in de zomer, aan de rechterhand en aan de middelvinger (bij linkshandigen is dat links). Tijdens de zwangerschap is de nagelgroei het langzaamst. Nagels groeien gemiddeld 23 mm per week voor de meest actieve nagels. De vervanging van een uitgetrokken nagel duurt ± vijf tot zeven maanden.

Nagelziekten (onychoses)

Nagelziekten kunnen op zichzelf ontstaan, maar ook een symptoom zijn van een interne ziekte of een huidziekte. Het afvallen van de nagels komt bij ernstige inwendige ziekten of ernstige huidziekten voor. Het gedeeltelijk loslaten van de nagel van het nagelbed kan ontstaan door het omgaan met schadelijke stoffen, bij eczemen en dergelijke calcium of vitaminegebrek. Schimmelziekten kunnen eveneens de oorzaak zijn van veranderingen in de nagel.

Nagelafwijkingen

Door allerlei interne stoornissen en schadelijk werkende externe invloeden kunnen zich afwijkingen in de normale groei en structuur van de nagels voordoen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere witte vlekjes en groeven in de nagelplaat, omloop, loslaten van de nagelplaat, brokkelige en broze of snel inscheurende nagels).

Brokkelige, broze en snel inscheurende nagels (onychorrhexis).

Dit zijn zeer veelvuldig voorkomende nagelafwijkingen, die meestal samen gaan met dunne, vocht- en vetarme nagelplaten. Als interne oorzaak wordt, behalve de aanleg en ernstige interne stoornissen, vooral gedacht aan verhoorningsstoornissen door a-vitaminosen

A/D en pantotheenzuur, calcium en zwavel. Belangrijker is ech-ter de externe oorzaak van uitdrogende producten, zoals het veelvuldig gebruik van removers en synthetische wasmiddelen (detergentia)

De (kuur) behandeling • Versteviging van de nagelplaat door stimulering van de nagelgroei of correctie van het verhoorningsproces door massages met vitaminerijke oliën of crèmes. • Kunstmatig verharden van de nagelplaat met speciale producten. • Thuisgebruik van een nagelverharder.

Tijdens de kuur bij voorkeur geen gewone nagellak gebruiken en nagels kortgevijld houden; direkt contact met keratineverwekende en verzachtende stoffen vermijden. Handschoenen dragen bij ‘natte’klusjes.

Overlangse en dwarse nagelgroeven (striae longitudinalis en striae transversalis)

Overlangse en dwarse nagelgroeven zijn het gevolg van een onderbreking in de normale nagelgroei door beschadigingen en/of veranderende functie van het nagelbed. Of de groeven zich chronisch voordoen hangt samen met de mate van beschadiging van het nagelbed (lederhuid). Er is weinig of niets aan te doen. De lengtegroeven ziet men vaak ontstaan bij oudere mensen.

Oorzaken kunnen zijn: • uitwendige beschadigingen van het nagelbed of wel veranderende functie door acute koortsachtige ziekten zoals bijvoorbeeld roodvonk, tyfus en voedselvergiftiging. Bij deze oorzaken worden meestal maar weinig groeven waargenomen;z • veranderingen in de functie van het nagelbed door veranderingen in voedingswijze, zwangerschap, hormonale stoornissen en chronische ziekten (bijvoorbeeld psoriasis en reuma). Bij deze oorzaken treden meestal veel groeven in de nagelplaat op.

Exacte bewijzen voor de oorzaken van groeistoornissen zijn niet voorhanden. Aangenomen wordt dat deze ook door overerving, nervositeit en spijsverteringsstoornissen ontstaan.

Witte vlekjes in de nagelplaat (leuconychia)

Ze ontstaan waarschijnlijk door lucht in kleine beschadigingen van de doorzichtige nagelsubstantie, bijvoorbeeld door hardhandig manicu-

ren met stalen instrumentjes. De witte vlekjes ’groeien’ met de nagelplaat mee tot aan de nagelrand.

Puntvormige vlekjes worden aangeduid als leuconychia punctata, streepvormige vlekjes als leuconychia striata. Als de witte kleur zo uitgebreid is, dat bijna de hele nagelplaat bij de witte verkleuring betrokken is, is de aanduiding leuconychia totalis.

Bruine nagelplaten

Bij bruingekleurde nagels kunnen een natuurlijke oorzaak hebben, vooral van de duimen, bij mensen van een donkergekleurd ras. De bruin gekleurde nagels bij mensen met een blanke huidskleur hebben een andere oorzaak. Fotografen, kappers, arbeiders in chemische bedrijven kunnen door de inwerking van chemicaliën bruin gekleurde nagels krijgen. Een andere oorzaak is een schimmelaandoening van de nagels (tinea ungium), waarbij de nagelplaat van grijs, tot gelig, tot bruin kan verkleuren. De nagels van rokers kunnen bruin worden door een bepaalde stand van de sigaret tijdens het roken.

Behandeling • Het bovenste laagje van de nagelplaat te polijsten met een zogenaamde ’nailbuffer’. • De nagels lakken met een ondoorzichtige kleurlak.

Kunstnagels

Er zijn verschillende methoden en technieken voor het aanbrengen van kunstnagels. Ze variëren van het opplakken van kant en klare kunstnagels tot het handwerk van op maat van de nagel gemodelleerde nagels. De bekendste technieken hiervoor zijn de gelnagels en de kunstharsnagels. Beide soorten kunnen op basis van een kant en klare nageltip of met behulp van een mal aangebracht worden. Gelnagels verharden door gebruik van een speciale lamp. Kunstharsnagels door de chemische reactie door het vermengen van twee stoffen. Beiden zijn binnen vijf minuten droog en keihard. De kunstnagel groeit mee met de eigen nagel. Hierdoor moet na ± twee weken aan de onderkant van de nagel een aanvulling van hars gemaakt worden. Dit is een zeer nauwkeurig werkje dat vaktechnisch goed moet worden uitgevoerd. Hierbij kunnen bijvoorbeeld luchtbelletjes tussen de harsnagel en de natuurlijke nagel ontstaan. Als er vocht onder de harsnagel komt, kan zich een schimmelinfectie voordoen. Ook hiervoor is dus ’vakvrouwschap’ noodzakelijk!

Wat moet je weten:

1. Wat is de functie van de nagels? 2. Hoe ontstaan witte plekjes in de nagelplaat? 3. Wat zijn de oorzaken van overdwarse nagelgroeven? 4. Hoe kunnen we bruine nagelverkleuringen behandelen? 5. Wat is het verschil tussen gel- en kunstharsnagels?

Meerkeuzevragen: 31.Tot welke huidlaag behoren de nagels?

a. Opperhuid. b. Lederhuid. c. Onderhuid.

32.Hoe ziet een gezonde nagel eruit?

a. Glad, glanzend en bleek van kleur. b. Ruw glanzend en roze van kleur. c. Glad, glanzend en roze van kleur.

33.Wat is de lunula?

a. De nagelriem. b. Het halve maantje. c. De nagelplooi.

122